H. D. VERTELLINGEN JEUGDHERBERGEN IN DUITSCHLAND. FLITSEN FEUILLETON. De Dubbelganger HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 18 AUG. 1528 Eiken morgen werd ik In mUn vacan tia te Monderscheid gewekt door de „Wandervdgel''. De vroolljke zang van de jongens en meisjes, die opgewekt, met Hinken pas door de dorpsstraat onder (mijn kamer voorbij marcheerden, was voor mij de ..reveille". Zoodra ik ze hoorde, sprong ik mijn bed uit en oogde ik hen na. zooals ze daar gingen. nr-Mtal in rijen van vijf, achter him vlaggendrager aan. zwaar bepakt en beladen met rugzak, deken en kookge rei, maar gaande met veerkrachtigen tied en zingend hun marschliedexen, flink, stevig on gezond! Het was een beeld van frisschc jeugd, dat lederen morgen weer mij boeide. Zij kwamen van de „Jugendherberg" en trokken verder langs den Vulkanweg of den IMelhohenweg naar Daim. Ui- men of Kylburg. de Eifel door. En in den namiddag, zoo tegen vijf uur, kwa men nieuwe groepen Wondervogel van den anderen kant het dorp weer in, wc! minder frlsch en niet zoo veerkrachtig loopend als de Jongens en meisjfes, die 's morgens voorbij mijn hotel waren ge gaan. maar toch meestal opgewekt zin gend. als zU den Jugesidhcrberg zagen san het eind van hun weg. Die Jugendherberg op den rand van de hoogo vlakte boven het „Kylthal", trok telkens weer. als ik er langs wan delde. mijn aandacht. Zooals het Ju- sendheim daar lag, deed het denken aan oen mooie, groote villa, vroo'-Uk, frisch cn ruim. Een witte vlag met zwarten driehoek het teeken van den Bond dor jeugdvereenigingen woei gastvrij npodend, hoog uit boven het dak, dat witte neutrale doek was heel do Duitsche vlaggenstrijd vermeden; de zwarte driehoek zei, dat de jeugd er wolkom was onverschillig welke vlag de leider met zich voerde. Want zeLfs de jeugdige Wandervögel zön verpolitiekt en trekken or.der hun eigen kleuren dcor het Duitsche land. Op een middag kon ik de verzoeking niet weerstaan, ben ik met zoo'n vroolijke, opgewekte groep naar de jeugdherberg getrokken en heb ik mij daar als „belangstellend vreemdeling" aan de deur gemeld. Niet weinig verrast keek ik op. toen de „Hausfrau" mij op mijn „1st est gestatte!"in het Hol- landsch antwoordde: Komt u maar ge- rast binnen. Ik zal u alles wel laten zien! ZU bleek een met een Duitscher getrouwde landgenoote te zijn, die met haar mar. de huishouding in dat groote, altijd weer met jeugd bevolkte gebouw voerde. Ik trof het bij mijn bezoek zeer, want met mij ging ook een „leider" mede, een jonge, idealistische Duitscher, die al Jaren lang zich met hart en zLel aan de jeugdbeweging wijdde. Van hem vooral heb ik veel van de jeugdherber gen en hun organisatie in Diutschlaaid gehoord, en dit alles leek mU ook voor Nederlandsche lezers van genoeg be lang, om er het een en ander in ons blad over te schrijven. Het „Jugendheim" te Mandercheid is een der nieuwste en grootste jeugdher bergen in Duitschland. Het werd pas twee jaar geleden geopend en is dan ook in alle opzichten modern. Breede steenen gangen en trappen, frissche slaapzalen met Uzeren bedden, overal model-ingerichte waschgelegenheden en douche- en voetbaden, een dtroogkamer om natte kleeding in een minimum van tijd te drogen, een ruime eet- en ont spanningszaal. een groote keuken met 3 fornuizen en in heel het gebouw een reine, gezonde atmosfeer! Van luxe was geen sprake; het was alles (hoogst een voudig tot het primitieve toe maar het was overal helder, proper, ruim en frisch. Mijn Duitsche begeleider was minder enthousiast dan ik. Hij miste in dit mo derne. groote Jugendheim te veel de Gemütlichkeit". welke volgens hem de kleinere Jeugdherbergen vooral in Sauerland zoo kenmerkte. Maar Man de rscheid is een centrum. waaT alle wandelwegen in de Eifel samenkomen en dan ook alle groepen heentrekken. Hier moet dus in de eerste plaats een groot huis zijn, waar hygiëne en ruimte de voornaamste en belangrijkste eischen waren en de gezelligheid pas in de tweede plaats kwam, te meer waar men er doorgaans toch niet langer dan één of twee nachten vei toefde. Voor ICO Jongens en meisjes die natuurlek op afzonderlijke zalen slapen zijn er in deze jeugdherberg ijzeren bedden, maar dat aantal bleek op den duur toch niet genoeg te zijn. Daarom zijn er twee zalen ingericht tot „nood- lo^les", waar nog 80 Jongelui op stroo kunnen slapen. In het geheel is er in het Jugendheim te Manderscheid dus gele genheid om 240 gasten te herbergen en hot gebeurt in de vacantiemaanden slechts zelden, dat het huis niet geheel vol is. Aan leder wordt een deken ver strekt; lakens echter niet. Allen slapen er namelijk in linnen slaapzakken, dfe zij zelf mee moeten brengen. Des winters wanneer de Jeugdher berg even goed geopend is als des zo mers, is heel het gebouw centraal ver warmd. En nu de kosten van het logies? Die zijn tot een minimum teruggebracht. Kinderen beneden 16 jaar betaler, slechts 30 pfenning dat is dus 18 cent per nacht; ouderen tot den leeftijd van 20 jaar CO Pfenning of 36 cent. Regel is, dat de jongeren steeds voorgaan en de ouderen slechts worden toegelaten zoo lang er plaats is. Voor dit bedrag van 30 tot 60 Pfen nig heeft men enkel recht op logies, dus niet op voeding! In de keuken is echter voor leder gelegenheid om zelf te koken, waarvoor hout, water en vuur gratis worden verstrekt. De jongens en meisjes behoeven er echter niet in hun eigen eten te voorzien. Voor de som van 70 Pfennig of 42 cent kan ieder er een portie erwtensoep met worst krygen, waar hij voor zijn middagmaal genoeg aan heeft. Voor 50 Pfennig geeft de Hausfrau hun één kan griesmeel met krenten en rozijnen, waarvan de lucht alleen, xeeds mij hongerig maakte. En wat er verder in de can tine wordt ver strekt is eveneens van zoo lagen prijs, dat het verblijf in een Jugendherberge zelfs voor de kleinste beurzen bereik baar kan worden genoemd. Want dit is het doel van deze inrich tingen; de jeugd uit alle kringen in de gelegenheid te stellen naar binten te trekken en van de natuur te genieten. Echter uitsluitend onder georganiseerde leiding! Zonder leiders of leidsters toch worden geen kinderen in de jeugdher bergen toegelaten! En het toezicht op "de leiding is vrij streng, opdat men zoo veel mogelijk zekerheid heeft, dat in de jeugdherbergen geen verkeerde elemen ten zullen binnendringen. Behalve een „PUhrer"-kaart van de vereeniging welke 3 Mark kost moeten de leiders of leidsters ook nog een namens de over heid geteefcend identiteitsbewijs kunnen overleggen om met hun groep in een Jeugdherberg te mogen logcerea. De lei ders moeten bovendien steeds voor de goede orde en het toezicht op de zalen bij him groepen slapen. De jeugdherbergen zijn niet uitsluitend voor Duitsche kinderen toegankelijk, maar ook en dat lijkt mij van groot belang ook voor kinderen van andere nationaliteit! Onze begeleidster vertelde my, dat eenigc dagen te voren nog een groot aantal Jongens uit Groningen in het Jugendheim te Mande rscheid had gelogeerd en dat ook twee jeugdgroepen van de Nederlandsche Reisvereeniging er op hun tocht door de Eifel te gast waren geweest. Om van Duitsche „Ju- gendherbergen" gebruik te maken, is het enkel noodig, dat de leiders eenige da gen te voren naar de directie schrijven, die dan onmiddellijk bericht zendt of er op den gevraagden datum plaats is of niet. In de gang van het Jugendheim hing een kaart van West-Dunschland met alle plaatsen, waar jeugdherbergen wor den aangetroffen en daaruit bleek my eerst recht, hoe voortreffelijk deze or ganisatie in Duitschland. werkt. Waar in Duitschland gereisd wordt, vindt men ook jeugdherbergen, zoodat men overal met jeugdgroepen groote wandeltochten, kan organiseeren met de zekerheid, dat men telkens weer in een vriendelijk, gezond Heim voor een minimum be drag kan overnachten Vooral in Sauer land moeten zooals mijn begeleider mij meedeelde de jeugdherbergen uit stekend zijn ingericht en nergens wordt dan ook zooveel door de Duitsche jeugd „gewandert" als daar! Ik heb mU bU mijn bezoek aan de Jugendherberge te Manderscheid afge vraagd, of er voor Nederland op dat gebied van Duitschland ook niet iets te leeren valt. Ook in ons land trekt de jeugd in de laatste jaren veel meer naar buiten dan vroeger, maar hoofd zakelijk ziin het toch enkel de jongelui van een bepaalde categorie, d.e zich de altijd toch nog vrO kostbare weelde van het kampeeren buiten kun nen veroorloven. Hoeveel meer Jongens en meisjes ook uit andere standen zouden onder leiding naar buiten kunnen gaan ik denk hier bijvoorbeeld ook aan de scholen en eenige dagen van de natuur kunnen genieten, wanneer op de Veluwe of in Brabant enkele jeugdher bergen werden opgericht, zooals ze in Duitschland bUna overal worden gevon den. Waarom zou dit in ons land niet gaan. het 't by onze naburen wel mo gelijk is gebleken? Zou in dcee richting geen dankbaar en mooi weck te ver richt-en zijn door bonden, die zich de ontwikkeling van de jeugd in Nederland ten doel stellen? Ik denk hier bijvoor beeld aan de Tuchtunie! Maar men stelle dan die jeugdherbergen open voor jongens en meisje - onder leid trig - van alle standen en van alle gezindten, even als zulks in Duitschland geschiedt zoo dat zij in waarheid zouden zijn herbergen of laten wij liever zesgen „vacantie-tehuizen" voor de Neder landsche jeugd. J. B. SCHUIL. DE HELDEN VAN DE IJSZEE. Wanneer de pers van de geheele we reld met -bewondering spreekt over de Pooltochten en over de helden, die in de Poolstreken hun ontdekkingstochten volbrengen, dan wordt nooit herinnerd aan de naanrlooze helden, naamloos voor de wereld, die jaarlijks in het rijk van de Noordpool met de natuur, met de elementen en de roofdieren moeten vechten» omdat zij in de Poolwereld hun brood moeten verdienen Want deze ongenoemde en eenvoudige avonturiers zijn, ofschoon zy het avontuur in iede- ren vorm en wellicht nog intensiever en geconcentreerder dan de groote pool- onderzoekers en sporthelden kennen, niet om de sensatie, niet utt persoon lijke eerzucht, maar slechts om den broode naar de Poolstreken getrokken, of voor hun familie, d-e ergens in een hut aan de Noorsche fjorden of in een Finsch sparrenwoud op een paar ge spaarde kronen wacht, die dcor den va der uit Trcmsö of Hammerfest worden gezonden. Niemand vertelt ens van hen, ook niet wanneer by het redden van een .schip een van hen ondergaat of by het iedden van een kameraad zijn leven op offert. De eenvoudige „kleine helden van de Poolstreken" zijn de Noorsche vis- schers, die van hot voorjaar, meest van Februari, tot in den zomer in de wate ren van de Noordelijke IJszee, op de groote vischvangst zijn. Het is een zeer moeilijk bestaan, dat door deze vis- schers wordt gevoerd. Hebben ze wat geld in de hand, dan rolt het al heel gairw dcor hun vingers, want in Tromsö, Badsö en Hammerfest, de drie steden, vanwaar de v ;hvangst :n de IJszee uit gaat, liggen brandewijnverkoopers en kwartjesvinders op de loer, die, terwijl zij zich niet op zee durven t,e wagen, hun bedrijf zoeken in het uitplunderen en afzetten van de eenvoudige, onervaren visschers. Nog een ander en grooter risico ls aan het visschersbedryf verbonden. De vis schers staan in dienst van een of andere groote reederij, die hun schepen voor de vaart en voor de jacht in de IJszee uit rusten. Ze beginnen den tocht in Fe bruari en keeren in het begin van den zomer terug, maar vaak ls een expedi tie verplicht een ganschen winter in het ijs te 'blijven. Op het groote wild der Poolstreken, den y sheer, wordt gejaagd en deze jacht is even gevaarlijk als span nend. Heel anders is de jacht op zee honden, Hier is van gevaar bijna geen sprake, ofschoon groote zeehonden, wan neer zij zijn aangeschoten, gevaarlijke beetwonden kunnen toebrengen. Onder gelijke omstandigheden leven de op Spitsbergen, overwinterende pels jagers. Hun lot is wellicht nog moeilyker dan dat van de visschers in de IJszee, want de zeevaart met al haar avonturen brengt toch afwisseling. Niet zoo rijk aan ontberingen, maar zeker niet erg prettig en rooskleurig is de toestand van dege nen, die bij de kolenmijnen van Spits bergen overwinteren, zooals onze „Sjef van Dongen". De lange, geen einde ne mende, winter is stormachtig en er heerscht eer. nijpende "koude, die zeker onverdraaglijk zou zyn, wanneer die koude niet gepaard ging met een won derbaarlijk zuivere en reine lucht. De lucht van dé Noordpool, hoe guur ze ook is, is van een wonderlijke werking, is zenuwkalmeerend en reinigend. Wel licht is het aan dis werking toe te schrij ven, dat al deze kleine avonturiers van de Noordpool, ondanks alle vermoeie nissen en ontberingen in deze streken, zich tevreden gevoelen en zich zoo weten aan te passen, dat zij het tooverachtige rijk van de Pool als hun vaderland be schouwen. Toch een doorbraak verwacht. Het looze alarm van Zondagavond inzake den doorbraak van den gletscher- diam in de Shyok in Kasjmir heeft ge diend cm na te gaan of de waarschu wingsdienst die de bevolking de gelegenheid moet geven tijdig de be dreigde dorpen te ontvluchten, goed werkt. Dit is inderdaad het geval ge bleken. De scheuren in den dam worden wijder en men verwacht de echter breuk de volgende week reeds. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1274 MOEILIJK BESLUIT INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent* per regel. Wanneer je merkt dat je den verkeerden weg hebt genomen en je afvraagt of je brutaal door zult rijden of omkeeren en een stroom van„heb ik niet gezegd" over je heen laten gaan. (Nadruk verboden (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) De diepe Wond DICKY WAFELBAKKER. Ik ontmeette Charmy Lee voor het eerst, teen ik op een avond naar den schouwburg ging, waarin zij optrad, om een schets van haar te maken. Ik was genoodzaakt de bewuste teekenlng in den tijd van drie minuten te doen, terwijl zij in de coulissen stond te wachten. Er was een geweldig rumoer op het tooneel en het licht was zóó slecht, dat ik bitter weinig kon beginnen. Bovendien was het geweldig moeilijk Charmy's gezichtje goed te treffer- Ik vroeg op een eenigszins aarzelende ■wijze of ik nog eens terug mocht komen cm een crayon-portret te maken, waar op zij my verzocht den volgenden dag tusschen de matinee- en de avondvoor stelling in haar kleedkamer te ver schijnen. Ik genoot van het geluid van haar lieve, een weinig heesche stem, die ik vroeger al zoo dikwijls bewon derd had als ik met mijn nichtjes een stuk bijwoonde, waarin zij optrad. Den volgenden dag meldde ik my bij tijds aan. Het duurde geruimen tijd voordat Charmy begon te praten. Zij had over het algemeen genomen heel weinig te zeggen en hierdoor kwam het dan ook wellicht dat de jonge vrouw door verschillende menschen „Het gou den zwijgen" werd genoemd. Opzettelijk deed ik mijn werk zoo langzaam mogelijk, zoodat er minstens veertien dagen medé gemoeid zouden wezen, alvorens haar portret voltooid kon wezen. Gedurende de verschillende zittingen zat zij veelal peinzend voor zich uit te staren en het was werkelijk een uitzondering, wanneer de beroemde actrice een wcord sprak. Eindelijk op een dag werd de soms bijna pijnlijke stilte verbroken. Ik zal u in mijn eigen woorden haar levensgeschiedenis ver tellen. Ik kan evenwel niet nalaten hierby even cp te merken, dat het me nog niet recht duidelijk is, wat Charmy er als het ware toe dwong 'bij my op te bieohten. Op haar grappige, verlegen manier zei zij: „U is zoo openhartig, niettegen staande we eigenlijk vreemdelingen zijn, dat ik u van mijn kant ook het een en ander vertellen moet, „U zult heel veel vrienden en ken nissen hebben", merkte ik op. „Oh ja, verscheidene", zei zij met iets van een zucht. Nadat ik het portret voltooid had, heb ik haar nimmer meer gesproken doch sinds dien tijd kon ik ncojjg meer langs het theater gaan zonder dat ik het mooie gezichtje met de groote be droefde ocgen in gedachten voor me zag. Nu zal ik aan Charmy's levensge schiedenis beginnenOp een avond toen ze nog een heel klein meisje was. kroop zij door een heg. waardoor zij in een anderen tuin terecht kwam, waar Chsrmy een Jongen ontmoette dien zij „Tony" noemde. Hij was tien jaar ouder dan zij: een gevoelige, melancholieke jonge man van twintig. Gedurende het geheele najaar speelden ze met elkaar, totdat hij eensklaps vertrok. Ieder jaar kwam hij echter geregeld op denzelfden dag in den boomgaard terug en wachtte op haar komst. Toen Charmy zestien was, vertrok Tony naar Amerika. Tweemaal ging er een najaar voorbij, zender dat zij elkander in den tuin zagen en daarr.a begon de jonge vrouw haar tooneelloopbaan. Charmy was op 'tournee, toen Tony uit Amerika terugkeerde. Hij reisde haar na en liet in haar kleedkamer een mand vol appelen uit hun geliefden boom gaard bezorgen, benevens een bouquet najaarsbloemen. Het daarop volgende jaar vertoefde hij weer in Amerika, waar hij geld wilde verdienen om met Charmy te kun nen trouwen. ZIJ trad dat jaar in Lon den op, welke stad ze stormenderhand veroverde. De tuinman van- Tony's huis had den avond van de première aan de deur van haar kleedkamer geklopt met zijn armen vol dahlia's en late rozen. Daarna werd het succes nog overwel digender. Zij verdiende geld als water en Jonge en oude mannen lagen aan haar voeten. De arme, kleine Charmy werd in een maalstroom van genoegens meege sleept: een maalstroom van opwinding en van liefdevan een zekere soort. Er werd veel over haar gepraat en verschillende namen werden met de hare gekoppeld. Eenige malen werd ze in echtscheidingen genoemd: haar japon nen werden nagemaakt, zij poseerde als reclame voor een bepaald merk tand pasta, om bont te lanceeren etc. Zij was eenvoudig een afgod geworden van het grocte, wispelturige publiek. Daarna kwam Walker's zelfmoord en iedereen zei, dat hij een einde aan zijn leven had gemaakt omdait Charmy ge noeg van hem kreeg. Charmy was ge heel van streek door het gebeurde; zij verbrak haar contract, betaalde een enorm bedrag aan dédit en vertrok naar het buitenland. In dien tijd voelde zy zich zoo wanhopig ongelukkig en ver laten dat ze naar Tony in Amerika schreef en hem smeekte bij haar te ko men. Zij wilde hem vertellen hoe vol komen onschuldig zij aan het geval was. Tony was echter jeng, een idealist en beantwoordde haar brief niet eens; zi)n afgod was van het voetstuk geval len.... In gedachten zie ik Charmy nog zoo heel duidelijk voor me. toen zij dit gedeelte van de geschiedenis vertelde. Haar hoofd was gebogen, de lange, don kere oogharen staken scherp af tegen het bleeke gezichtje en het licht hulde haar haren in guldenen gloed. Er lag een glimlach om haar roode lippen: een glimlach van begrijpen en vergiffenis, zy begreep, dat zU Tony verloren had, grcotendeels door eigen schuld. En eerst toen dreng het ten volle tot haar door, hce lief zy hem had. Toen zy in Londen terug was, ver telde een van haar kennissen haar, dat Tony weer in Engeland was en zyn in trek had genomen in zyn oud buiten huis. Het was einde SeptemberDsn gehcekn dag reed zy dcor stof en warm te in haar auto om het huis met een boomgaard te bereiken. De voordeur stond epen en zy sloop op haar teer.en naar binnen. Zachtjes riep ze zijn naam. „Tony! Tony!" Geen geluld werd ge hoord. Zy wendde zich om: heebe tranen waren in haar oogen gesprongen en zy liep door den boomgaard naar het hek terug.... ZU hervatte haar oude leven alsof er niets byzonders gebeurd was en er was heel weinig wat haar eigenlijk nog kon schelen. „Verder valt er niets te vertellen'., zei ze tot me. .Hij wilde mij niet meer zien en weigerde zelfs afscheid van me te nemenEn dat gebeurde allemaal tien jaar geleden", eindigde ze met een bedroefd lachje. Een week later ging ik naar Charmy's schouwburg om haar de schetsen .te toonen. Het was een zoele September- avend.... Voordat ik me er heen be gaf. ontmoette ik een kennis, die me vertelde dat de beroemde schryver Anthony Bristowe deed was. Hij stierf in zyn tuin.... Een schitterend einde voor een romantischen sschryver, te midden van purperen asters en in de kracht van zijn leven, voegde hy er aan toe. Anthony Bristowe? AnthonyTony? vroeg ik me af. Nee, dat kon niet. Charmy zou het me toch wel verteld hebben, als hij inderdaad zoo beroemd was geworden. Haar „Tony" was een onbekende auteur, die tien jaar geleden uit haar leven verdween. Haastig liep ik de breede trappen op, welke naar Charmy's kleedkamer leid den. De kamer was in diepe duisternis gehuld. Ze zat in een hoekje van het vertrek, haar gezichtje op de hand ge leund. „Ga zitten", verzocht ze. ,Jk ben zco moe, dat ik heusch niet weet hoe ik me moet beginnen op te maken", klonk het zacht. Ik legde mUn portefeuille in een hoekje van de kamer en ging naast haar zitten. Gedurende geruimen tUd heerschte er doodsche stilte, waaruit wij beiden opschrikten toen haar kleedster binnenkwam en het licht opdraaide. Langzaam stond de beroemde actrice cp en ging voor den spiegel zitten, zy zag er eensklaps tien jaar ouder uit. Zy wendde zich tot de kleedster en zei op by na scherpen toon: „Laat ons alleen, Micenie „Ik keek op cm te zien, wat de oudere vrouw zou doen. Zij bleef even staan bij een tafeltje dicht bU de deur, waarop een reusachtige bouquet najaars bloemen pronkte.... dahlia's asters, iate rozen Even later tikte de piccolo aan om te zeggen, dat miss Lee cp mc*?st komen Uit het Engelsch van ALICE EN CLAUDE ASKEW. 50) Zf stopte de broche in de keurs van haar japon cn aanvaardde den terug weg. Toevallig had ze zich, net voordat ze Vëndlesham verliet, in den vinger ge sneden en onderweg merkte ze dat haar vinger opnieuw was gaan bloeden. Om het bloed te stelpen haalde ze haar zak doek. die ze ook in de keurs van haar Japon had geborgen, te voorschijn en tcèn ze dit gedaan had. gooide ze het zakdoekje weg. omdat ze niet tegen het gezicht van bloed kon. Toen ze de zakdoek uit haar japon trok, meest de broche op een of andere manier daarin zyn ver ward geraakt en onbewust moest ze het versiersel mét het doekje hebben wegge worpen Een paar minuten later bad Greta haar verlies gemerkt en was ze op kaar schreden teruggekeerd, maar ze vond niets meer. Daar liet niet gebeurd was in de onmiddellijke nabyheid van Torren Mire, waar Philip zakdoek en broche gevonden had, lag het vermoeden voor de hand, dat een ander ze eerst had opgeraapt en dat kon wel niemand anders zyn geweest dan Wilde Barbara en ze weer had laten vallen, toen ze de twee jongelui den weg wees over het moeras. Zoo had Philip ze gevonden en de be reidwilligheid van Lord Raynour om de vondst bU de politie te deponeeren en daarmee Philip moeite te besparen was thans gemakkelyk te verklaren! Hy had van zyn dochter van haar verlies ge hoord en zon nu op een middel om dc broche weer uit Philip's handen te ki'U- gen. Toen do eerste poging niet gelukte, inviteerde hy de twee Jongelui op Wend- lesham, waar hU een nachtelijk bezoek bracht aan Philip's kamer de slui pende figuur, die Philip voor een nacht merrie had gehoudenden steen die in de overjas zat, die Philip aan Spen cer Tarrant had gegeven, niet vond. maar wel den brief, den op raadselach tige wijze verdwenen brief van Philip's vader, waarin deze zyn zoon mededeelde dat hij besloten had stappen te doen te gen Paillon en als gevolg van dezen brief was Lord Raynour den volgenden morgen Philip naar Londen gevolgd. Hiér verscheen hU in dc gedaante van Ruthven aan het diner by Lady Kentard cn hier deed hU zijn eerste stappen om 'zijn bedreigingen tegen dc familie Ark- iwright ten uitvoer te brengen. Dora had juist een nieuwe Fransche kamenier gekregen, die haar ook verge zelde terwyl ze bij Marion Kentard lo geerde. De Francaise was niemand an dere dande dochter van Francis Paillon, die onder een aangenomen naam een betrekking bU dc Arkvrights had gevonden. Dit was mogeiyk, doordat Paillon ver beneden zyn stand was getrouwd en zyn vtouw en dochter niet in aanraking kwamen met Paillon's relaties. Men wist dat hy een vrouw en dochter had; men kende ze echter niet. HU hield ze steeds achteraf. Ze deed dienst als spion en koes terde wellicht de illusie door bemidde ling van Dora iets te kunnen doen ten gunste van haar vader, hetzU door sanee- ken. hetzij door bedreigingen. Ze stond natuurlijk in verbinding met Ruthven en deze had haar in den loop van den dag die aan Lady Kentard's diner voor af ging, den nagemaakten diamant ;n handen weten te spelen met de instruc tie dezen zóó in de kleercn of in rie handtascli van Dora te verbergen, dat hy op de een of andere manier te voor schijn moest komen. Als Philip gehoor had gegeven aan Ruthven's aandrang om dc actie tegen Paillon te staken, zou hy een gelegm- heid hebben gezocht en met zUn groote sluwheid ongetwijfeld gevonden om het meisje weer van den verraderly- ken steen te bevrijden; maar toen het bleek dat Philip onvermurwbaar was, liet hU de zaak haar beloop.... met het bekende gevolg. De echte steen in tusschen bleef in Philip's jaszak zitten en er werd niet eerder cm gedacht, dan toen Philip in een gesprek met Tarrant de oogen- schUnlijk weinig belangrijken vondst ter sprake bracht. Tarrant constateerde direct dat de goedkocpe imitatie niet aan zyn vrouw kon hebben behoord, maar stak de zakdoek by zich om deze te vergolyken met de zakdoeken die hij in het hel van „Wilde Barbara" gevon den had. De broche werd achteloos op den schoorsteenmantel in de eetkamer gelegd en kwam In de vaas terecht, waar Dora haar uithaalde om de bloemen vast te steken. Toen de console naar beneden was gekomen en zU gevallen was door den schrik en de verwonding, had de glazen bedekking van den groe nen steen losgelaten en was ten tweede male de ernstige verdenking tegen haar gerezen. Maar de fyne dameszakdoek, die Spencer Tarrant by zich gestoken had was het, die hem op het spoor bracht dat tenslotte leidde tot de ontdekking van Raynours dubbele persocniykheid. Tar rant slaagde er in vast te stellen dat het zakdoekje het eigendom moest zyn van Greta Franklyn en toen hy dit een maal wist, ging hy aan het combineeren, ontleedde scherpzinnig al de gebeurte nissen uit het gezichtspunt van de verdenking die bU hem had postgevat en construeerde zoo voor zichzelf een beeld van de wUze, waarop Raynour- Ruthven moest z{)n te werk gegaan. En het schokkende incident met het Pro crustesbed in den nacht dat hij op Wendksham Manor log:erde, voltooide de reeks zyner ontdekkingen. Greta had haar bekentenis afgelegd en gaf zich op genade of ongenade over aan de beslissing harer vrienden. Maar haar geheim werd bewaard en aan de namen Raynour en Franklyn kleefde geen smet. Ze trok met haar moeder naar hun goederen in het Noorden, waar ze de goede genius van de heéle streek wend; op de handen gedragen door al len die met haar in aanraking kwamen. Het verwonderde overigens al de bewo ners van de streek ten zeerste dat ze ongetrouwd bleef. Maar hoewel het haar aan aanzoeken niet ontbrak, ze bleef volharden in haar weigering; het was dc straf die ze zichzelf oplegde voor het leed, dat ze eens den eenigen man. dien ze werkelyk had liefgehad, had aange daan. Ze leefde een heel eenzaam leven, ook toen de dood van haar moeder haar meer vryheid van beweging veroorloof de. Maar toch reisde ze af en toe naar het Zuiden om haar vrienden te bezoe ken; Harry en Dora in Kent en Philip en Helen op Wendksham Manor, dot zU van Grata gekocht hadden en dat zoo weer in het geslach; der Tarrants was teruggekomen. Ook Spencer Tar rant woonde, by zUn dochter en schoen- zoen, weer in het voorvadariyk huis en John Arkwright bracht daar nvneters zes maanden van het jaar door! De an dere zes was hU de welkome gast van Harry en Dora. Hy had zich uit zaken teruggetrokken en Philip was hem niet opgevolgd. HU was van oordcel gew: -t dat Phiiip veel meer aanleg had om een goed landheer te zUn. En dat was hy ock! In heel Devonshire was niemand m-r er po pulair danPhiüp Arkwright of het meest zUn vrouw zyn, de lieve, blonde Helen, wier bewegen levensloop haar omtr-.f met een romantisch aureool en w::-r strakr.de goedheid haar tot weldoen-" :r en troosteres maakte van al wie verdrie; of gebrek had in de streek van haar geboorte en omzwervingen. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6