UIT DE NATUUR H. D. VERTELLINGEN Vlammende Katchen FLITSEN FEUILLETON. HAARLEM'S DA'GSL'AD DINSDAG 28 AUG. TS28 EéN DAG IN DE ARDENNEN. We hadden in het kamp van den Ned. Jeugdbond vau Natuurstudie in Zuid-Limburg, van waar we een prach tig uitzicht hadden tot ver over d> grens, met de kaart in de hand al staan praten of die hooge verre bergrug daar ln het Zuiden het Hohc Venn of Haute Fagne was, dat voormalige grensgebied tusschen België en Duitschland. En dat moest wel want steeds hooger steeg he terrein, volgens de hoogtelijn van da kaart, naar het Zuiden om bij de Ba- raque St. Michel met 675 M. haar ho-Jg tepunt te bereiken. Dit was het hoogste punt van het oude België; nadat er bij het Vredes verdrag met Duitschlana een stukje bij gekomen is, heeft België er een pun bijgekregen, enkele tientallen van me ters hooger. We hadden liever op een meer spor tieve manier den tocht gemaakt, met de fiets of met den trein, en dsn een nacht overgebleven, zoo .half karn- pecrend onder een hooischelf of op een zolder bij een boer ^Jeugdherbergen zooals in Duitschland en binnenkort ook bij ons zijn er in België niet) maar de gelegenheid werd geboden om voor f 3 den tocht met autobussen te maken en dan :n één dag en die gelegenheid mochten wij ook niet laten voorbijgaan, er kwam dan ook een dag vrij om in Limburg te zwerven. En zoo stapte een zestigtal deelnemers in twee groote bussea die ons, de steilste helling vermijdend over Gulpen naar de grens brachten, van waar na eenig op onthoud, de tocht in zuidelijke richting voortgezet werd. Een groot verschil is er niet met het Zuid-Limburgsche landschap maar alles wordt toch direct gruoischer, dc hellin gen zijn langer, de vergezichten wijder en steeds dichte, by komt- die lange rug in het Zuiden, het Haute Fagne ol Hooge Veen. Het plaatsje Aubsl laten we rechts liggen, Henri ChapelXe is een mooi stad je met smalle straten en oude huizt#i. Het deed mij dexuen aan zoovele kleine stadjes u dc Ssliw&Msche Jura, Reut- lingen, l e.a. Do taal van dc plattelandsbevolking is in sommige deelón aelte van het oude België, nog Dufiteoh. en 4n veéi plaatsen zagen we opschriften aian offi cie ele gebouwen in. cfrie talen. Maai' 'het FramsCh heeft het Dultsdh uit de steden teruggedrongen en dit »,al nog wel verder gaan nu enkele stukken, niet Duitadh-sprekenden, aooaLs Bupen, by België gevoegd zijn. By Dolhain kragen we een praobtigen weg langs stelle rotsen door eon düap dat, we waren nu niet langer ln 't lneu- volland, wat Zuid-Limburg ten. slotte nog is, maar in een anidldel-gebeirgte^ in die Ardenen. Varentjes, als de SteenbreeUtvaren, en andere planten, die din ons Zuid-Lim burg toch altijd, nog zeldzaam zijn, groei den in groot getal in de rotsspleten. Eén van de auto's was pas van nieu we onderdeel-en voorzien en liep nog wat stroef zocdat hU deze heCfling niet mot passagiers kon haüetn. iDus uitge stapt en do beemen weer lenilg geaniaiaM door een eind: te l'oopen- Gpeens stonden <wa voor eon groot meer, dat kunstmatig .bleek to zyn, nL door een grodten, zwaren. dom die men dwars door het dial gelegd 'had, die Bar rage die la Gileppe. Het riviertje kan daardoor op dat punt niet wogstroomen en vormt een flink meer dalt m.i. geen ontsiering vormit van de omgeving, al kurtnen de dam met den grooten monumientalen, leeuw en de vele fotografen, yskarretjes en jongiens met ansichten nu niet be paald tot natuurschoon gerekend wor den. Laten we den gewonen tourist ook iets geven. Daarna ging de weg weer omhoog, dan iets naar omlaag en daarna langs een Jangeren weg weer omhoog, zeer gjolijdelijk maar zeker kilometers ver, tot we langzamerhand in hot Haute Fagne aangeland waren. De planten soorten, die 'we bloeiend langs den weg zogen, waren £n liet lage land al uitge bloeid. We waren dan ook al op ruim 500 M. hoogte en in een klimaat waar in Maart meestal nog sneeuw ligt en de winter even strong is al in Scandinavië. Toen de onwillige bus weer achter bleef konden we even bota-nlseeren Orchis maculata, by ons al drie weken uitgebloeid, bloeide nog. de Beenhreek, bij ons eveneens uitgebloeid, was vol op in bloei maar de Klokjes gentiaan, by ons net in bloei, bloekien ook redds. Dat is juist het merkwaardige op gnoo- tero hoogte. De winter duurt langer maar de zon heeft tooh meer kradht en we vinden in de zomermaanden de planten van den voor- en nazomer te gelijk in bloei. Aan de Baraque St.-MSccbel, een klein cafétje, werden de bussen verlaten naar Hockay gestuurd langs den groeten weg en wij zouden, dwars door het veen, langs het. voormalige grenspa*!, te voet naar Hockay gaan. Het landschap is daarboven vrij een tonig en wie zich niet in kan den ken in de romantiek van een derge lijke landstreek, kanrbeter in de buurt van Spa blijven. Er waren zelfs weinig verschillende plantensoorten en moeras sig was het slechts hier en daar. Toch dreunde de turfadhtige bodem eender onze voeten. Want door verschillende om s handigheden had zich sinds voorhis torische tijden op die hoogvlakte een veen vorming vastgezet, die nu nog niet of niet meer in het stadium van „laag- of hoogveen" is, zoodat we wel een groote vlakte met hei, boschbessen, Mo- nilia (een gras) en enkele andere plan ten als Engelwortel, te zien kregen, maar nog niet het botanisch dorado dat enthousiaste plantenvrienden ons schelst hadden. Want de planten, die we moesten vinden, Arnica, Trientalis en r.og enkele, zijn voor België nog groo- tere zeldzaamheden dan voor ons land. Nadat de brooden versneden, ge smeerd en gegeten waren (je snapt niet waar die tientallen brooden van een •kilo blijven.!) werd langs het pad al één mooie vondst gedaan, Trientalis of Ze venster, helaas niet meer in bloei, maar bij honderden en honderden, in de volle zon in het mos. In ons land is het een sohaduwplant van eiken walletjes in Drente. Toen nu het pad verder niets oplever de ging ik met een troepje (er was gewaarschuwd niet alleen van het pad af te gaan) naar een lager gedeelte, waar een riviertje stroomde en daar werd inderdaad de Arnica of Wolverlei gevonden, de gele composiet van onze noordelijke provinciën ook nog wel uit Gelderland bekend, maar ln Brabant en Limburg vrijwel on;brekend en in Bel gië beperkt tot dit terrein. Er kwamen toen nog enkele veenplan- ten als Waterdrieblad en dergelijke. Weer op het pad gekomen konden we ons te goed doen aan twee soorten Boschbessen, de gewone blauwe en de by ons zeer zeldzame Rijsbes met grys blad. De Rccda Boschbes, bij ons niet zeldzaam, ontbrak geheel. Het pad daalde eerst links daarna ook rechts kwamen er donnentoosschen. (de liniksche aangelegd door de Duitsdhers), er kwamen weer gewone planten als de Adelaarsvaren, het gesteente kwam weer door het pad "heen in den vorm van graniet en -na drie uur geloopen te heb ban van de baraque stonden we voor het eerste buis van Hockay, een café tje aan een brug over een yeek. Het gezelschap leschte zijn dorst in beek en café. het weer dreigde en en kele regendroppels verfrischten de broeierig-warme atmosfeer maar bot een bui kwam het niet. De auto's stonden op het afgesproken punt en brachten ons over Spa, Ver- viers, Battlce en Dolhain weer op Ne- deiTandsch grondgebied. Een prachtige tocht door de Ardennen door vreemde steden in enkele uren tyds; daar hadden we in de gegeven omstandigheden en met zoo'n groot ge zelschap, de flets niet voor kunnen ne men. C. SIPKES. KELLOGG. DE MAN VAN HET PACT. Het is wel initeressamt in deze dagen iets moer te vernemen van dien man, wiens naam nu op aller. tenminste veler, lippen is; van Mr. Frank B. Kellogg, den 72- jarigen Minister van Buitenland- sche Zaken in de Vereenigde Staten, ontwerper van het naar hem genoemd oorlogsverdrag. In Maart van <üt jaar had de -cor respondent van het Hbld. een onder houd met Kellogg, te Washington en aan hot thans eerst in genoemd blad verschenen verslag van dit onderhoud is het volgende ontleend. Hierbij meet in hot oog worden ge houden dat het onderhoud in Maart j 1. plaats had en de zaken er toen eeuigs- zlns anders voorstonden dan nu. Ziehier wat de correspondent o.m. schryft: De Amerikaansche figuur die thans vol eerbied door de Europeesche groo- ten v.ordc binnengehaald als een schat rijken politieken „Oom uit Amerika", is ir. eigen omgeving een ernstig, eenvou dig man, wars van gecompliceerde eti- quëtte èri fitet te hoog hi ztfn mJnSstë- rieele heerlijkheid om het contact met gewone stervelingen te verlezen. Wy kwamen in Washington mot iets van Europeesche schuchterheid ten op zichte van een zoo belangrijk man als de leider der Amerikaansche bniten- landsche politiek. Om mr. Kellogg te benaderen, na men wy onze Nederlandsohe legatie in den arm. en bedachten een systeem van introducties die ons trapsgewijze naar den minister zouden voeren. Maar op een ochtend liepen wij hot State De- partmem binnen om een praatje te ma ken met den chef van de persafdeeling. En 'terloops vroegen wij in algemeene 1 termen of mr. Kellogg wel eens vreem ds journalisten ontving. „Natuurlijk", zei onze man. „Do you want to see him? Just a minute". Hy mm de telefoon van de haak en Hot zich met mr Kellogg's particulieren secretaris verbinden. .Hello Bill! Hier is een newspaper-man uit Holland. Ik geloof dat de minister goed zou doen hem te ontvangen. Wanneer kan dat?" En Bill aan het aandsr eind van den draad raadpleegt even zijn agenda en antwoordt prompt: Morgenochtend om 10 uur" Dat was alles. En den volgenden morgen werden wy zonder oeremenie door den perschef in de werkkamer van mr. Kellogg op een siosl gezet. Een reusachtig vertrek, van hoogst aakelijken eenvoud. Eten. Calvinistisch gebrek aan weelde omgeeft der. kleinen, eenvoudigen ouden heer achter de ge wéldige schrijftafel Langs de wanden rijen boekenkasten met gebonden ver zamelingen van Amerika's ontelbare wetten. En olieverfportretten van enkele illustere voorgangers, als in de verga derzalen ",an een degelijke Hollandsche universiteit. Een reusachtige klok tikt statige seconden. En een reusachtige kalender wijst agressief den datum aan. Een. kantoor. Geen Europeesche di- pOomaitenfcamer, waar tradities vftn eeuwen sluimeren. Een zake'iik bureau waar een zakelijke Amerikaansche po litiek wordt uitgedacht. Het hoogge stemde idealisme van het „Kellogg Pact" hoort in deze zakelijke omgeving nauwelijks thuis. En mr. Kellogg ziet er op dat oogenblik allerminst uit als een idealist. Wij vinden een knorrigen ouden heer, met scherpe blauwe oog en en een mond die ondanks ingevalten lij nen van ouderdom groote vastberaden heid maar vooral groote koppigheid verraadt. De perkamenten banden van dezen 72-jarlgen grijsaard boven een beetje, maar dat belet hem niet om er nijdige gebaren mee te maken wanneer hij na een paar beleefdheidsphrasen on gevraagd en plotseling het gesprek brengt op het onderwero dat ons, en hem, na aan het hart ligt. They don't seem to like my pact in Europe" (Zy schijnen in Europa met mijn verdrag niet erg ingenomen te zijn) zegt hy bits. „Zy begrijpen het niet. en het is toch zoo eenvoudig". „Mijn verdrag". Een stuik Ameri kaansche politiek, dat een apotheose moet worden van het buitanlandsoh be leid van het regiem Coolidige en den man Kellogg. Wij wagen een opmerking. „Het is misschien te eenvoudig. Europa heeft geleerd om eenvoudige gedachten te wantrouwen". Maar dan barst de oude heer met driftige zinnen los. Waarom moat men de zaak compllceeren met definities en bijkomstige verplichtingen, diie verschil lend kunnen worden geïnterpreteerd. Wij willen den oorlog verbannen en dat zeggen wy. Is dat niet genoeg en vol komen duidelijk?" Wij aarzelen even alvorens de bran dende vraag te stollen; „Maar betee- kent uw pact dan dat ook de nationa le verdediging buiten de wet wordt ge steld?" Mr. Kellogg springt op en kykt ons over de tafel gramstorig aan. „Natuur lijk niet! Wat denkt u wel! Meent u dat wy ooit een andere natie zouden toestaan om ons aan te vallen zonder tegenweer te bieden? Nooit!" De kamer is plotseling kil van strijd- lustigen geest, die met het ideaal van wereldvrede weinig verwantschap meer toont. Wij probeeren nog even dcor te gaan en uit te vinden wat er dan eigen lijk verandert wanneer de verdedigings oorlog blijft gehandhaafd' en elke natte rechter blyft over- de vraag of haar oorlogen verdedigingsoorlogen zijn of niet. Maar mr. Kellogg gaat er niet op in. Hij Is boos op Europa dat hem niet kan of wil begrijpen. Hy heeft zijn hart ver pand aan een eenvoudige nobele ge dachte en de Europeesolie diplomatie probeert er een sluwe juridische formule met achterdeurtjes en dubbelzinnighe den van te maken. Voor een Amerikaan die het klavier van het nationale ietwat sentimenteele idealisme wil bespelen is dat ketelmuziek. Mr. Kellogg heft de handen in een korzelig, afwerend ge baar. „Wat geeft het of wij hier al verder over praten?" Het sein voor een vrij abrupt af scheid. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1281 KLEEREN OPRUIMEN Moeder roept haar dage- lijksche vermaning dat Jan zijn kleeren netjes op een stoel moet leggen en niet moet laten slingeren Jantje trekt zijn sport- hemd uit. roit het tct een tal op en tracht het van een afstand od den steel te gooien Mis! trekt zijn schoenen en kousen uit. waarby een scheen onder het bed verdwijnt by het zoeken r aar den schoen, verdwijnt 'n kous tusschen het bedetegoed scheen onzichtbaar onzichtbaar is r.et jes gooit zyn broek naar den stoel mot even weinig succes als met het spert- hemd trekt zijn pyjama aan en staat op, raapt zijn kte slaagt erin, ziin onder- I ren bii elkaar en tegt z? goed in de pruilcanand te J op den steel makker draait het licht uit en stoot op den terugweg den stoel om; beslist dat dit een ongeluk is en dus niet telt als slordigheid'. (Nadruk verboden (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Beroemdheid door DICKY WAFELBAKKER, Er waren heel wat menschen in het stadje, die plachten te zeggen: „U heeft toch zeker wel eens een boek van dien beroemden sdhryver James Corsby ge lezen? Iiy woonde vroeger hierJa. heb ls werkelijk waar! Ik herinner me hem .nög als een kleine hummel, ter nauwernood twee turven hoog". Er was een oude vrouw, diie eigenlijk nooit uitgepraat over hem scheen te zyn. James CorSby, de kleine, ondeu gende jongen met die gitzwarte oognn en die grootere James die voor alle vak ken slechte cijfers haalde, behalve voor zyn eigen taaldie Jongen die dooi wind en weer biöatehoofidls ging en paard reed als een cowboy. ,Hy was een heel eigenaardige knaap" zei ze hoofdschuddend. „Maar knap geen voorbeeld .van! Ik heb albyd wel gedla-dht, dat hy het eed? ver in de we reld zou brengen. Ik heb wat dikwijls tegen mijn man gezegd, dat hy een ge nie was, dat verzeker ik u." Degene dié eohter het meest vertrou wen in zyn kunde had gehad was Caro lyn Brown, een eenigszins geaetbe vrouw van zes en veertig. Zy had drie zoons, en was by-zonder handig ini het opma ken en vervormen van hoedlsn. Maar ééns was ze een jong meis je geweest en toen heette ze Cairo Hines. Een mooi, frisch jong meisje mét prach tige ölauiwe oogen en een slank, lénig lichaam. En in dien tyd had' zy Jannes Oorsby liefen op zyn eigenaardige m'a'n-ier Meld James ook van haar. Hij maakte zelfs gedachten op haar en ver telde haar van de groote dingen, dfie hy doen zou in de toekomst. „Natuurlijk", had Caro met een kleur van opwinding verzekerd. „Natuurlyk zal dat allés je gelukken, Peter. Dat spreekt tooh vanzelf". Ze had een onomstootelyk vertrouwen in zyn kunnen. Zij gingjen tegöiyk vain sohool af en James vond dadelyk een baantje aan het eenige dagblad, dat m het stadje bestemd'. Hij schreef kleine artikelen, en nieuwsberichten en Caro straalde van trots en geluk. Ze las eiken regel va.n zyn hand en iederen avond zei ze vry- wel hetzelfde tegen hem: ..Oli. wat heb je vandaag weer mooi geschreven. James. Het is me een raad sel hoe je het klaar speelt". Hierop raakten ze met elkaar verloofd, dat wil zeggen er bestond een zekere overeenkomst tusschen hen. waarin was opgesloten „als" of „wanneer" dif of dat gebeuldeWanneer James byvoor- beeld genoeg geld verdiend of als Caro wilde wachten.... Caro wilde het laatste tmaar al te graag. Zy had; al een lade vrijgehouden, waarin, haar uitzet zou liggen en ze Was uiterst onvirienideJijk en scherp tegen over haar andere aanbidders. Zij voelde zich in di'a diagen volmaakt gelukkig, hetgeen van Ja-mes hiet bepaald gezegd kan worden. •Hit was integendeel diep ongelukk^, omdat het stadje zoo klein en de we reld zoo gróót -was. „Als jij er niet waé", (vertelde hij Oaro, „dian zou ik er morgen tusscheniuit trekken. Wat kan ik hiér in 'a hemels- naam meemaken? Ik verknoei mijn le ven gewoonweg. Als ik maar in Man- Chester of Londen zat, dan...." Hij maakte haar hierop wel honderd keer atlete t en telkens was er een onte vredener klank in zijn stemeen hardere, bes-cthuldlilgendte blik in zyh oogen, totdat ze het tenslotte niet lan ger vendra-gen kon en op een dag. haar armen om zijn hals heengeslagen, zei: „Lieveling, luiisber naar me. Je moat uit het stadje weggaan, en ik wil niet hebben dat je over mij tobt. Ik ben to taal niet belangryk in vergelijking met je loopbaan. Enik kan wachten. Je trekt zoo gauw mogelijk naar Manches ter of Londen en ik zal hier blijven. En wanneer je genoeg geld -verdient, dan kun je nie laten overkomen. Ik bén ier van overtuigd, dat dit niet lang meer zal duren, -beste jongen". En dus vertrok hij. Ze had nu zijn brievetn en er Was de herinnering aan dien Iaatsten, wondér,- mooien avond vóór zyn vertrék, toen hij haar in zijn armen had gehouden. Van deze twee dingen leefde het jonge meisje en van de verzekering dat hij nu heel gauw met haar zou kunnen trouwen. Maanden verdiepen evenwel en het jonge meisje kreeg diepe, donkere krin gen onder haar oogen, terwyi haar hou ding lusteloos werd. „Oh, lieveling", snikte ze als ze alleen in haar kamertje was,Kom nu toch gauwOh, je moet komen". Ze schreef hiervan even wel niets aan Peter. .Hij ls nu eigen lijk genoodzaakt terug te kernen" daöht ze. Maarals hij kwam dan zouden zyn kansen en eigenlijk zijn geheels leven verwoest zijn. Nee. nee, ze moest nog maar wat langer wachten. En toen op een dag in het voor jaar trouwde zij uit wanhoop met Clif ford Brown, die haar al jaren lang had lief gehad. Zy schonk hem drie zoons, en den tweede noemde ze Clifford. De eerste... een zwartharig kindje met dtonkere ocgenwerd Paul 'gedoopt naar de-n. held van Jaimes Corsby's eerste haveHe, die indertijd in het eenige dagblad in bet stadje was opgenomen. Zij is nu. z-ooals reeds gezegd, dik en van middelbaren leeftijd er er valt éigenlij k hiet veel meer omtrent haar t-e vertellen. Maar wèl over Jiam.es Corsby.. Hy" schreef verschillende kerte verhalen, daarna een böak en vervoügjenis een tweede. Hij is heel rijk en bezit- een huia even buiten Londen, een jachthuis in Schotland en een flat in i-e stad en hij heeft twee secretarissen om de corres pondentie te verzorgen. Op een morgen bracht één! daarvan de post bij hem en legde de Verschil lende brieven! geopend- op zijn bureau. „Zeker brieven van' bewondering, zoo als gewoonlijk?" vroeg de groote man, terwiyl hij eeiiige rookwolkjes de ïudht inJb&es. „Misschien wht u dtt 'eene 'epistel zelf -beantwoorden'", zei de secretaris. .Het; is een brief v-ah eön jongen main uSt uw geboorteplaats die aspiraties 'schijnt 'tel hebben, schrijver te wérden en u vér-' zoekt hem van 'een- en ia-rfder op da. hoogte te willen brengert". i Met een moe gebaar niam de grCobé schrijver hét bewuste, briefje 'in han den. Hij kéék naar de ondérteékenJlng:- Paul B'rtown. Daarna 'las hij een Raar zintnén: Ik hoop dat u mij rnJjlru vrij1- heid zuTt willen vergeven, mlaar ik ge loof heusch dat ©c sdhrijv-én kan biettegenstaan'dle mijn ouders geen Van beiden ér ooit iéts aan gedaan, heb benIk bén van plan in Juni naar Londen te komen. (Raad u me aanf te probeeren een baantje aan een cou rant te krijgen of zal ik James Oorsby gaf dein brief aan zijn secretaris en geeuwde. „Beantwoord dat nonsens-briefje ook maar, Wilson", zei hy. „Ik heb er geen tyd en geen lust voor". INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Lijmt ADes bcstnad httte Roman door PAUL OSKAR HöCKER Uit het Duitsch vertaald door KERMTNE VAN GEERTEN 8) Om de leuke brutaliteit, waarmede hy zijn onbeschaamde meening uitte, moest Krina toch lachen. Haar dames-col lega's varen aardige, welopgevoede, ont wikkelde Jor.ge meisjes. „Wie van ons." zei Katarina tegen Mr. Galb, „denkt U dat het „booze oog" op de bloemen zal later, vallen?" „Ja. u spot er maar mee. Het. vorige jaar nadüen we elf nieuwe soorten.... en du seizoen nog maar drie." „En dat is le schuld van het booze c::,- van de suffragettes?" schertste rij. „Beslist. En Mr. Brutt zegt. dat u dc gevaarlijkste van het stel bent." „Zegt Mr. Brutt dat? En die is juist al tyd zoo aardig tegen me." „Ja, hy meent dat u hem alles af vlei!. En dat is Juist liet bedcnkelyke. Men vermoedt nicte kwaads en wy.lt- u hier m nl!e geheime in en dan gsat u naar Duitschland terug cn doet ons <jr.ar alles na en dan ls liet gauw met de expert van onze firma naar het vaste land gedaan „En nóg een poosje later. Mr. Gabb en u moet zelf naar Duitschland komen, als u uwe talenten nog ergens wilt laten schitteren". „Ik hoop dat de hemel me daarvoor bewaren zal!" Mr. Gabb was niet zoo oud als zy, maar men kon hem net zoo goed voor zestien houden als voor zesentwintig. Hy was een lange, opgeschoten Jongen, zonder snor of baard, vlasblond en door sport en arbeid in de vrije natuur bruinge brand. In zyn wollen trui en met een pet op het hoofd was hij uiterlijk nau welijks van de tutaarbeiders te onder st heiden. HU had echter in Oxford ge studeerd en werkte hier practisch. om dat een oom van hem, die een kweekery in Leicester bezat en die docr een on geluk zyn eenigen zoon verloren had, hem tot zyn opvolger wilde maken. De lichameiyke arbeid voldeed den jonge man ten zeerste; ook ln Oxford had hij meer plezier gehad in rceien en tennis sen. don in de wetenschap en Katarina sloeg hem soms met stille verbazing gade als liy in de kassen of bij de bed den aan het werk was. Hy had een bu:- t en gewone handigheid gekregen en als het er op aan kwam een paar duizend plantjes in andere potjes over te zetten dan ging hy met zichtbaar welbehagen aan den arbeid. Alles ging hem even vlot en flink. Maar voor de „hoogere tuin bouwkunde" zooals hl) liet. noemde, had •h.y n'et den minsten aanleg. Van de veie LaMjnschc nomen, die hy daarvoor meest onthouden, moest hy heelemaal niets hebben. .Latijn is altyd myn zwakke zyde ge weest. Als ik nnrniet Latijn had wil len vermoeien, bod ik rustig in Oxford kunnen blijven." Hij was er woedend om dat Katarina al die Latynsche namen zoo goed kon onthouder.; op den avond cursus die een jong plantkundige, een familielid van de firmanten gaf, muntte zy uit. Katarina was in hetzelfde boarding- house terecht gekomen als Mr. Gabb. Het eten was tamelijk, haar slaapkamer tje uiterst klein. Maar het was voldoen de voor de bescheiden eischen die zy stelde. Haar slaapkamer grensde aan een groote overdekte veranda, waarover zij alleen beschikken kon. Daar had zy steeds bloeiende planten in potten en vazen. En al spoedig richtte zij met de allerbescheidenste middelen een soort eigengemaakt „proefstation" in.Ze kocht een lieele collectie stekjes van bijzon dere anjer soorten met sterke ontwikke lingsmogelijkheden en begon haar eigen kweekexperimenten. Mr. Gabb sprak vaak het vermoeden uit. dat ze in haar lieksenkeuken bommen fabriceerde voor de Duitsche suffragettes-organisaties.. Op een Zondag vroeg ze hem met de andere manneiyke en vrouwelijke col lega's uit het pensioen op de thee -:i haar „Wintertuin" waar de bloemen heerlyk in bloei stonden en waai- zoete voorjaarsgeuren hingen. .Het volgend jaar zal Dutton heele maal niet meer met nieuwe soorten op de markt komen", zei Mr. Gabb, want u snoept de firma haar nieuwtjes "af en u haalt er de kosten van uw verMyf hier met éen slag uit. Ik zeg maar; het Duitsche gevaar!" Katarina werd door haar proefnemin gen steeds meer geboeid. Dit werk was ook een groote weldaad voor haar: ze had geen gelegenheid om veel na te den ken over haar toekomst en over alles wat gebeurd was. Viktor's laatste brief had ze niet beantwoord. Geen woord in die brief verried» diep gewoel. Het almach tige geld van de Rispeters had hem ge heel en al tot slaaf gemaakt. Zelfs zijn hartzeer liet hij zich door zijn stief moeder dicteerer.! Op 'n stillen Zondag mici-ag schreef ze een uitvoer!gen brief aan Geheimraad Erck over alles wat ze beleefd had sedert ze van hem was weggegaan. Een de vriendeiyke man wiens tyd door zoovele en verschillende dingen in beslag genomen werd. zet:e zich aan zyn schryttafel en antwoordde haar met een brief van verscheidene kantjes. Hij schreef ook over de kwestie van de terreinen, waarvan ze hem op de hoogte had gebracht. Hij vond dat het onverantwoordelijk was cm onder de geheel veranderde omstandigheden die kestbare grond goedschiks aan de inha lige mevrouw Trollo te laten. Ze moest hem alle stukken sturen die ze in ver band met dien koop had en anders hem nauwkeurige inlichtingen geven. Dan zou hij alles met een advocaat bespo ken en haar meedeslen of een rechtzaak tegen mevrouw Troilo haar misschien dc terreinen terug kon bezorgen of ast haar misschien een hoogere koopsom zou worden toegewezen. Schoorvoetend gaf ze gevolg aan di: verzoek; het idee om over de erfenis van haar vader voor de rechtbank met de Trcilo's te mosten vechten, gaf haar een gevoel van walging. Maar wel ke ar.cere keus had ze? Met het kleine stukje land. dat ze overgehouden had. kon ze na het vertrek van den pachter niets beginnen. De rente van haar er barmelijk kapitaaltje kwam om te leven heelemaal niet in aanmerking. Zoo had ze het vooruitzicht haar le ven lang in betrekking te moeten blijven. Als ze tenminste niet trouwde! Pas door de hevigheid der teleurstel ling was ze zich bewust geworden hoe diep de genegenheid voor den vriend van haar jeugd bij haar zat. Hy was het verdriet heelemaal niet waard, trachtte ze zichzelf steeds maar weer in te pra ten, want hy had geen poging zelfs ge daan om voor haar te vechten. Zijn af hankelijke positie verontschuldigde hem in haar cogen niet. Integendeel. Als hij fen kerel uit een stuk was geweest, had hU zyn stiefmoeder weerstaan en zijn toekomst op één kaart gezet- Van haar was hij zeker geweest. Zy zou hem door dik en dun zijn gevolgd. Ze zou hem zoo graag getoond hebben dat het haar niet om de „gcede party" te doen was. maar dat ze werkeiyk met hart en zjl van hem hield. Maar alles was nu voorbij. Voorgoed. En na haar moeilijke jeugd en na de pas-geleden smart veelde zij zich niet meer jong en levenslustig genoeg om te gelcoven dat een nieuwe ontmoeting haar een nieuwe liefde zou brengen Van nu af aan behoorde haar hart aan de planten: de wondermooie specialitei ten van de firma Dutton. Toen Katarina haar eerste jaar als volontair achter den rug had, maakte ze voor de eerste maal ce groote sen satie mee van hot tentoonstellen der nieuw-gekweekt? anjer-scorten. De ten toonstelling werd dcor een hetrleger van vakmenschen. agenten-a:izlgers en bloe menliefhebbers bezocht. Kleuren van zeldzame schittering, planten van by- zonder krachtigen bloei, bloemen van buitengewone grootte, gaven de nieuwe anjers te zien. Katarina's genegenheid ging 't sterkst uit naar de nieuwe soorten in witte kleur. Onvermoeid hield ze zich bezig met studieën en proefnemingen op dit speciale gebied. Vaak wendde ze zich vrymoedig tot de schrijvers in de Du:'.- sche vakbladen cm raad. Dan vernam ze wei eens tot haar teleurstelling dat pogingen om verschillende proefnemin gen ook in Duitschland te verrichten, cn- mogeiUk waren coor het vs:schil ;n klimaat Maar cok gebeurde het vaak dat dcor allerlei onbegrijpelijke en oncontro leerbare omstandigheden de fraaiste combinatie in kleur en vorm tot stand kwamen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6