UIT DE NATUUR
H. D. VERTELLINGEN
Vlammende Katchen
FLITSEN
FEUILLETON.
HAARLEM'S DA'GSL'AD DINSDAG 28 AUG. TS28
EéN DAG IN DE ARDENNEN.
We hadden in het kamp van den
Ned. Jeugdbond vau Natuurstudie in
Zuid-Limburg, van waar we een prach
tig uitzicht hadden tot ver over d>
grens, met de kaart in de hand al staan
praten of die hooge verre bergrug daar
ln het Zuiden het Hohc Venn of Haute
Fagne was, dat voormalige grensgebied
tusschen België en Duitschland. En dat
moest wel want steeds hooger steeg he
terrein, volgens de hoogtelijn van da
kaart, naar het Zuiden om bij de Ba-
raque St. Michel met 675 M. haar ho-Jg
tepunt te bereiken.
Dit was het hoogste punt van het
oude België; nadat er bij het Vredes
verdrag met Duitschlana een stukje bij
gekomen is, heeft België er een pun
bijgekregen, enkele tientallen van me
ters hooger.
We hadden liever op een meer spor
tieve manier den tocht gemaakt, met
de fiets of met den trein, en dsn
een nacht overgebleven, zoo .half karn-
pecrend onder een hooischelf of op een
zolder bij een boer ^Jeugdherbergen
zooals in Duitschland en binnenkort ook
bij ons zijn er in België niet) maar de
gelegenheid werd geboden om voor f 3
den tocht met autobussen te maken en
dan :n één dag en die gelegenheid
mochten wij ook niet laten voorbijgaan,
er kwam dan ook een dag vrij om in
Limburg te zwerven.
En zoo stapte een zestigtal deelnemers
in twee groote bussea die ons, de steilste
helling vermijdend over Gulpen naar de
grens brachten, van waar na eenig op
onthoud, de tocht in zuidelijke richting
voortgezet werd.
Een groot verschil is er niet met het
Zuid-Limburgsche landschap maar alles
wordt toch direct gruoischer, dc hellin
gen zijn langer, de vergezichten wijder
en steeds dichte, by komt- die lange rug
in het Zuiden, het Haute Fagne ol
Hooge Veen.
Het plaatsje Aubsl laten we rechts
liggen, Henri ChapelXe is een mooi stad
je met smalle straten en oude huizt#i.
Het deed mij dexuen aan zoovele kleine
stadjes u dc Ssliw&Msche Jura, Reut-
lingen, l e.a.
Do taal van dc plattelandsbevolking
is in sommige deelón aelte van het
oude België, nog Dufiteoh. en 4n veéi
plaatsen zagen we opschriften aian offi
cie ele gebouwen in. cfrie talen.
Maai' 'het FramsCh heeft het Dultsdh
uit de steden teruggedrongen en dit »,al
nog wel verder gaan nu enkele stukken,
niet Duitadh-sprekenden, aooaLs Bupen,
by België gevoegd zijn.
By Dolhain kragen we een praobtigen
weg langs stelle rotsen door eon düap
dat, we waren nu niet langer ln 't lneu-
volland, wat Zuid-Limburg ten. slotte
nog is, maar in een anidldel-gebeirgte^
in die Ardenen.
Varentjes, als de SteenbreeUtvaren, en
andere planten, die din ons Zuid-Lim
burg toch altijd, nog zeldzaam zijn, groei
den in groot getal in de rotsspleten.
Eén van de auto's was pas van nieu
we onderdeel-en voorzien en liep nog
wat stroef zocdat hU deze heCfling niet
mot passagiers kon haüetn. iDus uitge
stapt en do beemen weer lenilg geaniaiaM
door een eind: te l'oopen-
Gpeens stonden <wa voor eon groot
meer, dat kunstmatig .bleek to zyn, nL
door een grodten, zwaren. dom die men
dwars door het dial gelegd 'had, die Bar
rage die la Gileppe.
Het riviertje kan daardoor op dat
punt niet wogstroomen en vormt een
flink meer dalt m.i. geen ontsiering
vormit van de omgeving, al kurtnen de
dam met den grooten monumientalen,
leeuw en de vele fotografen, yskarretjes
en jongiens met ansichten nu niet be
paald tot natuurschoon gerekend wor
den. Laten we den gewonen tourist ook
iets geven.
Daarna ging de weg weer omhoog,
dan iets naar omlaag en daarna langs
een Jangeren weg weer omhoog, zeer
gjolijdelijk maar zeker kilometers ver,
tot we langzamerhand in hot Haute
Fagne aangeland waren. De planten
soorten, die 'we bloeiend langs den weg
zogen, waren £n liet lage land al uitge
bloeid. We waren dan ook al op ruim
500 M. hoogte en in een klimaat waar
in Maart meestal nog sneeuw ligt en de
winter even strong is al in Scandinavië.
Toen de onwillige bus weer achter
bleef konden we even bota-nlseeren
Orchis maculata, by ons al drie weken
uitgebloeid, bloeide nog. de Beenhreek,
bij ons eveneens uitgebloeid, was vol
op in bloei maar de Klokjes gentiaan,
by ons net in bloei, bloekien ook redds.
Dat is juist het merkwaardige op gnoo-
tero hoogte. De winter duurt langer
maar de zon heeft tooh meer kradht en
we vinden in de zomermaanden de
planten van den voor- en nazomer te
gelijk in bloei.
Aan de Baraque St.-MSccbel, een klein
cafétje, werden de bussen verlaten
naar Hockay gestuurd langs den groeten
weg en wij zouden, dwars door het veen,
langs het. voormalige grenspa*!, te voet
naar Hockay gaan.
Het landschap is daarboven vrij een
tonig en wie zich niet in kan den
ken in de romantiek van een derge
lijke landstreek, kanrbeter in de buurt
van Spa blijven. Er waren zelfs weinig
verschillende plantensoorten en moeras
sig was het slechts hier en daar. Toch
dreunde de turfadhtige bodem eender
onze voeten. Want door verschillende
om s handigheden had zich sinds voorhis
torische tijden op die hoogvlakte een
veen vorming vastgezet, die nu nog niet
of niet meer in het stadium van „laag-
of hoogveen" is, zoodat we wel een
groote vlakte met hei, boschbessen, Mo-
nilia (een gras) en enkele andere plan
ten als Engelwortel, te zien kregen,
maar nog niet het botanisch dorado dat
enthousiaste plantenvrienden ons
schelst hadden. Want de planten, die we
moesten vinden, Arnica, Trientalis en
r.og enkele, zijn voor België nog groo-
tere zeldzaamheden dan voor ons land.
Nadat de brooden versneden, ge
smeerd en gegeten waren (je snapt niet
waar die tientallen brooden van een
•kilo blijven.!) werd langs het pad al één
mooie vondst gedaan, Trientalis of Ze
venster, helaas niet meer in bloei, maar
bij honderden en honderden, in de volle
zon in het mos. In ons land is het een
sohaduwplant van eiken walletjes in
Drente.
Toen nu het pad verder niets oplever
de ging ik met een troepje (er was
gewaarschuwd niet alleen van het pad
af te gaan) naar een lager gedeelte,
waar een riviertje stroomde en daar
werd inderdaad de Arnica of Wolverlei
gevonden, de gele composiet van onze
noordelijke provinciën ook nog wel uit
Gelderland bekend, maar ln Brabant en
Limburg vrijwel on;brekend en in Bel
gië beperkt tot dit terrein.
Er kwamen toen nog enkele veenplan-
ten als Waterdrieblad en dergelijke.
Weer op het pad gekomen konden we
ons te goed doen aan twee soorten
Boschbessen, de gewone blauwe en de
by ons zeer zeldzame Rijsbes met grys
blad. De Rccda Boschbes, bij ons niet
zeldzaam, ontbrak geheel.
Het pad daalde eerst links daarna ook
rechts kwamen er donnentoosschen. (de
liniksche aangelegd door de Duitsdhers),
er kwamen weer gewone planten als de
Adelaarsvaren, het gesteente kwam
weer door het pad "heen in den vorm van
graniet en -na drie uur geloopen te heb
ban van de baraque stonden we voor
het eerste buis van Hockay, een café
tje aan een brug over een yeek.
Het gezelschap leschte zijn dorst in
beek en café. het weer dreigde en en
kele regendroppels verfrischten de
broeierig-warme atmosfeer maar bot
een bui kwam het niet.
De auto's stonden op het afgesproken
punt en brachten ons over Spa, Ver-
viers, Battlce en Dolhain weer op Ne-
deiTandsch grondgebied.
Een prachtige tocht door de Ardennen
door vreemde steden in enkele uren
tyds; daar hadden we in de gegeven
omstandigheden en met zoo'n groot ge
zelschap, de flets niet voor kunnen ne
men.
C. SIPKES.
KELLOGG.
DE MAN VAN HET PACT.
Het is wel initeressamt in deze dagen
iets moer te vernemen van dien man,
wiens naam nu op
aller. tenminste
veler, lippen is;
van Mr. Frank B.
Kellogg, den 72-
jarigen Minister
van Buitenland-
sche Zaken in de
Vereenigde Staten,
ontwerper van het
naar hem genoemd
oorlogsverdrag.
In Maart van <üt jaar had de -cor
respondent van het Hbld. een onder
houd met Kellogg, te Washington en
aan hot thans eerst in genoemd blad
verschenen verslag van dit onderhoud
is het volgende ontleend.
Hierbij meet in hot oog worden ge
houden dat het onderhoud in Maart j 1.
plaats had en de zaken er toen eeuigs-
zlns anders voorstonden dan nu.
Ziehier wat de correspondent o.m.
schryft:
De Amerikaansche figuur die thans
vol eerbied door de Europeesche groo-
ten v.ordc binnengehaald als een schat
rijken politieken „Oom uit Amerika", is
ir. eigen omgeving een ernstig, eenvou
dig man, wars van gecompliceerde eti-
quëtte èri fitet te hoog hi ztfn mJnSstë-
rieele heerlijkheid om het contact met
gewone stervelingen te verlezen.
Wy kwamen in Washington mot iets
van Europeesche schuchterheid ten op
zichte van een zoo belangrijk man als
de leider der Amerikaansche bniten-
landsche politiek.
Om mr. Kellogg te benaderen, na
men wy onze Nederlandsohe legatie in
den arm. en bedachten een systeem van
introducties die ons trapsgewijze naar
den minister zouden voeren. Maar op
een ochtend liepen wij hot State De-
partmem binnen om een praatje te ma
ken met den chef van de persafdeeling.
En 'terloops vroegen wij in algemeene
1 termen of mr. Kellogg wel eens vreem
ds journalisten ontving.
„Natuurlijk", zei onze man. „Do you
want to see him? Just a minute".
Hy mm de telefoon van de haak en
Hot zich met mr Kellogg's particulieren
secretaris verbinden. .Hello Bill! Hier
is een newspaper-man uit Holland. Ik
geloof dat de minister goed zou doen
hem te ontvangen. Wanneer kan dat?"
En Bill aan het aandsr eind van den
draad raadpleegt even zijn agenda en
antwoordt prompt: Morgenochtend om
10 uur"
Dat was alles.
En den volgenden morgen werden wy
zonder oeremenie door den perschef in
de werkkamer van mr. Kellogg op een
siosl gezet.
Een reusachtig vertrek, van hoogst
aakelijken eenvoud. Eten. Calvinistisch
gebrek aan weelde omgeeft der. kleinen,
eenvoudigen ouden heer achter de ge
wéldige schrijftafel Langs de wanden
rijen boekenkasten met gebonden ver
zamelingen van Amerika's ontelbare
wetten. En olieverfportretten van enkele
illustere voorgangers, als in de verga
derzalen ",an een degelijke Hollandsche
universiteit. Een reusachtige klok tikt
statige seconden. En een reusachtige
kalender wijst agressief den datum aan.
Een. kantoor. Geen Europeesche di-
pOomaitenfcamer, waar tradities vftn
eeuwen sluimeren. Een zake'iik bureau
waar een zakelijke Amerikaansche po
litiek wordt uitgedacht. Het hoogge
stemde idealisme van het „Kellogg
Pact" hoort in deze zakelijke omgeving
nauwelijks thuis. En mr. Kellogg ziet er
op dat oogenblik allerminst uit als een
idealist.
Wij vinden een knorrigen ouden
heer, met scherpe blauwe oog en en
een mond die ondanks ingevalten lij
nen van ouderdom groote vastberaden
heid maar vooral groote koppigheid
verraadt. De perkamenten banden van
dezen 72-jarlgen grijsaard boven een
beetje, maar dat belet hem niet om er
nijdige gebaren mee te maken wanneer
hij na een paar beleefdheidsphrasen on
gevraagd en plotseling het gesprek
brengt op het onderwero dat ons, en
hem, na aan het hart ligt.
They don't seem to like my pact in
Europe" (Zy schijnen in Europa met
mijn verdrag niet erg ingenomen te
zijn) zegt hy bits. „Zy begrijpen het
niet. en het is toch zoo eenvoudig".
„Mijn verdrag". Een stuik Ameri
kaansche politiek, dat een apotheose
moet worden van het buitanlandsoh be
leid van het regiem Coolidige en den
man Kellogg.
Wij wagen een opmerking. „Het is
misschien te eenvoudig. Europa heeft
geleerd om eenvoudige gedachten te
wantrouwen".
Maar dan barst de oude heer met
driftige zinnen los. Waarom moat men
de zaak compllceeren met definities en
bijkomstige verplichtingen, diie verschil
lend kunnen worden geïnterpreteerd.
Wij willen den oorlog verbannen en dat
zeggen wy. Is dat niet genoeg en vol
komen duidelijk?"
Wij aarzelen even alvorens de bran
dende vraag te stollen; „Maar betee-
kent uw pact dan dat ook de nationa
le verdediging buiten de wet wordt ge
steld?"
Mr. Kellogg springt op en kykt ons
over de tafel gramstorig aan. „Natuur
lijk niet! Wat denkt u wel! Meent u
dat wy ooit een andere natie zouden
toestaan om ons aan te vallen zonder
tegenweer te bieden? Nooit!"
De kamer is plotseling kil van strijd-
lustigen geest, die met het ideaal van
wereldvrede weinig verwantschap meer
toont. Wij probeeren nog even dcor te
gaan en uit te vinden wat er dan eigen
lijk verandert wanneer de verdedigings
oorlog blijft gehandhaafd' en elke natte
rechter blyft over- de vraag of
haar oorlogen verdedigingsoorlogen zijn
of niet.
Maar mr. Kellogg gaat er niet op in.
Hij Is boos op Europa dat hem niet kan
of wil begrijpen. Hy heeft zijn hart ver
pand aan een eenvoudige nobele ge
dachte en de Europeesolie diplomatie
probeert er een sluwe juridische formule
met achterdeurtjes en dubbelzinnighe
den van te maken. Voor een Amerikaan
die het klavier van het nationale ietwat
sentimenteele idealisme wil bespelen is
dat ketelmuziek. Mr. Kellogg heft de
handen in een korzelig, afwerend ge
baar. „Wat geeft het of wij hier al
verder over praten?"
Het sein voor een vrij abrupt af
scheid.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1281
KLEEREN OPRUIMEN
Moeder roept haar dage-
lijksche vermaning dat
Jan zijn kleeren netjes op
een stoel moet leggen en
niet moet laten slingeren
Jantje trekt zijn sport-
hemd uit. roit het tct een
tal op en tracht het van
een afstand od den steel
te gooien Mis!
trekt zijn schoenen en
kousen uit. waarby een
scheen onder het bed
verdwijnt
by het zoeken r aar den
schoen, verdwijnt 'n kous
tusschen het bedetegoed
scheen onzichtbaar
onzichtbaar is r.et jes
gooit zyn broek naar den
stoel mot even weinig
succes als met het spert-
hemd
trekt zijn pyjama aan en staat op, raapt zijn kte
slaagt erin, ziin onder- I ren bii elkaar en tegt z?
goed in de pruilcanand te J op den steel
makker
draait het licht uit en
stoot op den terugweg
den stoel om; beslist dat
dit een ongeluk is en dus
niet telt als slordigheid'.
(Nadruk verboden
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
Beroemdheid
door DICKY WAFELBAKKER,
Er waren heel wat menschen in het
stadje, die plachten te zeggen: „U heeft
toch zeker wel eens een boek van dien
beroemden sdhryver James Corsby ge
lezen? Iiy woonde vroeger hierJa.
heb ls werkelijk waar! Ik herinner me
hem .nög als een kleine hummel, ter
nauwernood twee turven hoog".
Er was een oude vrouw, diie eigenlijk
nooit uitgepraat over hem scheen te
zyn. James CorSby, de kleine, ondeu
gende jongen met die gitzwarte oognn
en die grootere James die voor alle vak
ken slechte cijfers haalde, behalve voor
zyn eigen taaldie Jongen die dooi
wind en weer biöatehoofidls ging en paard
reed als een cowboy.
,Hy was een heel eigenaardige knaap"
zei ze hoofdschuddend. „Maar knap
geen voorbeeld .van! Ik heb albyd wel
gedla-dht, dat hy het eed? ver in de we
reld zou brengen. Ik heb wat dikwijls
tegen mijn man gezegd, dat hy een ge
nie was, dat verzeker ik u."
Degene dié eohter het meest vertrou
wen in zyn kunde had gehad was Caro
lyn Brown, een eenigszins geaetbe vrouw
van zes en veertig. Zy had drie zoons,
en was by-zonder handig ini het opma
ken en vervormen van hoedlsn.
Maar ééns was ze een jong meis
je geweest en toen heette ze Cairo Hines.
Een mooi, frisch jong meisje mét prach
tige ölauiwe oogen en een slank, lénig
lichaam. En in dien tyd had' zy Jannes
Oorsby liefen op zyn eigenaardige
m'a'n-ier Meld James ook van haar. Hij
maakte zelfs gedachten op haar en ver
telde haar van de groote dingen, dfie
hy doen zou in de toekomst.
„Natuurlijk", had Caro met een kleur
van opwinding verzekerd. „Natuurlyk zal
dat allés je gelukken, Peter. Dat spreekt
tooh vanzelf".
Ze had een onomstootelyk vertrouwen
in zyn kunnen.
Zij gingjen tegöiyk vain sohool af en
James vond dadelyk een baantje aan
het eenige dagblad, dat m het stadje
bestemd'. Hij schreef kleine artikelen, en
nieuwsberichten en Caro straalde van
trots en geluk. Ze las eiken regel va.n
zyn hand en iederen avond zei ze vry-
wel hetzelfde tegen hem:
..Oli. wat heb je vandaag weer mooi
geschreven. James. Het is me een raad
sel hoe je het klaar speelt".
Hierop raakten ze met elkaar verloofd,
dat wil zeggen er bestond een zekere
overeenkomst tusschen hen. waarin was
opgesloten „als" of „wanneer" dif of dat
gebeuldeWanneer James byvoor-
beeld genoeg geld verdiend of als Caro
wilde wachten....
Caro wilde het laatste tmaar al te
graag. Zy had; al een lade vrijgehouden,
waarin, haar uitzet zou liggen en ze Was
uiterst onvirienideJijk en scherp tegen
over haar andere aanbidders. Zij voelde
zich in di'a diagen volmaakt gelukkig,
hetgeen van Ja-mes hiet bepaald gezegd
kan worden.
•Hit was integendeel diep ongelukk^,
omdat het stadje zoo klein en de we
reld zoo gróót -was.
„Als jij er niet waé", (vertelde hij
Oaro, „dian zou ik er morgen tusscheniuit
trekken. Wat kan ik hiér in 'a hemels-
naam meemaken? Ik verknoei mijn le
ven gewoonweg. Als ik maar in Man-
Chester of Londen zat, dan...."
Hij maakte haar hierop wel honderd
keer atlete t en telkens was er een onte
vredener klank in zijn stemeen
hardere, bes-cthuldlilgendte blik in zyh
oogen, totdat ze het tenslotte niet lan
ger vendra-gen kon en op een dag. haar
armen om zijn hals heengeslagen, zei:
„Lieveling, luiisber naar me. Je moat
uit het stadje weggaan, en ik wil niet
hebben dat je over mij tobt. Ik ben to
taal niet belangryk in vergelijking met
je loopbaan. Enik kan wachten. Je
trekt zoo gauw mogelijk naar Manches
ter of Londen en ik zal hier blijven. En
wanneer je genoeg geld -verdient, dan
kun je nie laten overkomen. Ik bén ier
van overtuigd, dat dit niet lang meer
zal duren, -beste jongen".
En dus vertrok hij.
Ze had nu zijn brievetn en er Was de
herinnering aan dien Iaatsten, wondér,-
mooien avond vóór zyn vertrék, toen
hij haar in zijn armen had gehouden.
Van deze twee dingen leefde het jonge
meisje en van de verzekering dat hij
nu heel gauw met haar zou kunnen
trouwen.
Maanden verdiepen evenwel en het
jonge meisje kreeg diepe, donkere krin
gen onder haar oogen, terwyi haar hou
ding lusteloos werd. „Oh, lieveling",
snikte ze als ze alleen in haar kamertje
was,Kom nu toch gauwOh, je
moet komen". Ze schreef hiervan even
wel niets aan Peter. .Hij ls nu eigen
lijk genoodzaakt terug te kernen" daöht
ze. Maarals hij kwam dan zouden
zyn kansen en eigenlijk zijn geheels
leven verwoest zijn. Nee. nee, ze moest
nog maar wat langer wachten.
En toen op een dag in het voor
jaar trouwde zij uit wanhoop met Clif
ford Brown, die haar al jaren lang had
lief gehad.
Zy schonk hem drie zoons, en den
tweede noemde ze Clifford. De eerste...
een zwartharig kindje met dtonkere
ocgenwerd Paul 'gedoopt naar de-n.
held van Jaimes Corsby's eerste haveHe,
die indertijd in het eenige dagblad in
bet stadje was opgenomen.
Zij is nu. z-ooals reeds gezegd, dik en
van middelbaren leeftijd er er valt
éigenlij k hiet veel meer omtrent haar t-e
vertellen. Maar wèl over Jiam.es Corsby..
Hy" schreef verschillende kerte verhalen,
daarna een böak en vervoügjenis een
tweede. Hij is heel rijk en bezit- een huia
even buiten Londen, een jachthuis in
Schotland en een flat in i-e stad en hij
heeft twee secretarissen om de corres
pondentie te verzorgen.
Op een morgen bracht één! daarvan
de post bij hem en legde de Verschil
lende brieven! geopend- op zijn bureau.
„Zeker brieven van' bewondering, zoo
als gewoonlijk?" vroeg de groote man,
terwiyl hij eeiiige rookwolkjes de ïudht
inJb&es.
„Misschien wht u dtt 'eene 'epistel zelf
-beantwoorden'", zei de secretaris. .Het;
is een brief v-ah eön jongen main uSt uw
geboorteplaats die aspiraties 'schijnt 'tel
hebben, schrijver te wérden en u vér-'
zoekt hem van 'een- en ia-rfder op da.
hoogte te willen brengert". i
Met een moe gebaar niam de grCobé
schrijver hét bewuste, briefje 'in han
den. Hij kéék naar de ondérteékenJlng:-
Paul B'rtown. Daarna 'las hij een Raar
zintnén: Ik hoop dat u mij rnJjlru vrij1-
heid zuTt willen vergeven, mlaar ik ge
loof heusch dat ©c sdhrijv-én kan
biettegenstaan'dle mijn ouders geen Van
beiden ér ooit iéts aan gedaan, heb
benIk bén van plan in Juni naar
Londen te komen. (Raad u me aanf
te probeeren een baantje aan een cou
rant te krijgen of zal ik
James Oorsby gaf dein brief aan zijn
secretaris en geeuwde.
„Beantwoord dat nonsens-briefje ook
maar, Wilson", zei hy. „Ik heb er geen
tyd en geen lust voor".
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
Lijmt ADes
bcstnad
httte
Roman door
PAUL OSKAR HöCKER
Uit het Duitsch vertaald door
KERMTNE VAN GEERTEN
8)
Om de leuke brutaliteit, waarmede hy
zijn onbeschaamde meening uitte, moest
Krina toch lachen. Haar dames-col
lega's varen aardige, welopgevoede, ont
wikkelde Jor.ge meisjes.
„Wie van ons." zei Katarina tegen Mr.
Galb, „denkt U dat het „booze oog" op
de bloemen zal later, vallen?"
„Ja. u spot er maar mee. Het. vorige
jaar nadüen we elf nieuwe soorten.... en
du seizoen nog maar drie."
„En dat is le schuld van het booze
c::,- van de suffragettes?" schertste rij.
„Beslist. En Mr. Brutt zegt. dat u dc
gevaarlijkste van het stel bent."
„Zegt Mr. Brutt dat? En die is juist
al tyd zoo aardig tegen me."
„Ja, hy meent dat u hem alles af
vlei!. En dat is Juist liet bedcnkelyke.
Men vermoedt nicte kwaads en wy.lt- u
hier m nl!e geheime in en dan gsat u
naar Duitschland terug cn doet ons
<jr.ar alles na en dan ls liet gauw met
de expert van onze firma naar het
vaste land gedaan
„En nóg een poosje later. Mr. Gabb en
u moet zelf naar Duitschland komen,
als u uwe talenten nog ergens wilt laten
schitteren".
„Ik hoop dat de hemel me daarvoor
bewaren zal!"
Mr. Gabb was niet zoo oud als zy, maar
men kon hem net zoo goed voor zestien
houden als voor zesentwintig. Hy was
een lange, opgeschoten Jongen, zonder
snor of baard, vlasblond en door sport
en arbeid in de vrije natuur bruinge
brand. In zyn wollen trui en met een
pet op het hoofd was hij uiterlijk nau
welijks van de tutaarbeiders te onder
st heiden. HU had echter in Oxford ge
studeerd en werkte hier practisch. om
dat een oom van hem, die een kweekery
in Leicester bezat en die docr een on
geluk zyn eenigen zoon verloren had,
hem tot zyn opvolger wilde maken. De
lichameiyke arbeid voldeed den jonge
man ten zeerste; ook ln Oxford had hij
meer plezier gehad in rceien en tennis
sen. don in de wetenschap en Katarina
sloeg hem soms met stille verbazing
gade als liy in de kassen of bij de bed
den aan het werk was. Hy had een bu:-
t en gewone handigheid gekregen en als
het er op aan kwam een paar duizend
plantjes in andere potjes over te zetten
dan ging hy met zichtbaar welbehagen
aan den arbeid. Alles ging hem even vlot
en flink. Maar voor de „hoogere tuin
bouwkunde" zooals hl) liet. noemde, had
•h.y n'et den minsten aanleg. Van de veie
LaMjnschc nomen, die hy daarvoor
meest onthouden, moest hy heelemaal
niets hebben.
.Latijn is altyd myn zwakke zyde ge
weest. Als ik nnrniet Latijn had wil
len vermoeien, bod ik rustig in Oxford
kunnen blijven." Hij was er woedend om
dat Katarina al die Latynsche namen
zoo goed kon onthouder.; op den avond
cursus die een jong plantkundige, een
familielid van de firmanten gaf, muntte
zy uit.
Katarina was in hetzelfde boarding-
house terecht gekomen als Mr. Gabb.
Het eten was tamelijk, haar slaapkamer
tje uiterst klein. Maar het was voldoen
de voor de bescheiden eischen die zy
stelde. Haar slaapkamer grensde aan een
groote overdekte veranda, waarover zij
alleen beschikken kon. Daar had zy
steeds bloeiende planten in potten en
vazen. En al spoedig richtte zij met de
allerbescheidenste middelen een soort
eigengemaakt „proefstation" in.Ze kocht
een lieele collectie stekjes van bijzon
dere anjer soorten met sterke ontwikke
lingsmogelijkheden en begon haar eigen
kweekexperimenten. Mr. Gabb sprak
vaak het vermoeden uit. dat ze in haar
lieksenkeuken bommen fabriceerde voor
de Duitsche suffragettes-organisaties..
Op een Zondag vroeg ze hem met de
andere manneiyke en vrouwelijke col
lega's uit het pensioen op de thee -:i
haar „Wintertuin" waar de bloemen
heerlyk in bloei stonden en waai- zoete
voorjaarsgeuren hingen.
.Het volgend jaar zal Dutton heele
maal niet meer met nieuwe soorten op
de markt komen", zei Mr. Gabb, want
u snoept de firma haar nieuwtjes "af en
u haalt er de kosten van uw verMyf
hier met éen slag uit. Ik zeg maar; het
Duitsche gevaar!"
Katarina werd door haar proefnemin
gen steeds meer geboeid. Dit werk was
ook een groote weldaad voor haar: ze
had geen gelegenheid om veel na te den
ken over haar toekomst en over alles wat
gebeurd was. Viktor's laatste brief had
ze niet beantwoord. Geen woord in die
brief verried» diep gewoel. Het almach
tige geld van de Rispeters had hem ge
heel en al tot slaaf gemaakt. Zelfs zijn
hartzeer liet hij zich door zijn stief
moeder dicteerer.! Op 'n stillen Zondag
mici-ag schreef ze een uitvoer!gen
brief aan Geheimraad Erck over alles
wat ze beleefd had sedert ze van hem
was weggegaan. Een de vriendeiyke man
wiens tyd door zoovele en verschillende
dingen in beslag genomen werd. zet:e
zich aan zyn schryttafel en antwoordde
haar met een brief van verscheidene
kantjes. Hij schreef ook over de kwestie
van de terreinen, waarvan ze hem op
de hoogte had gebracht. Hij vond dat
het onverantwoordelijk was cm onder de
geheel veranderde omstandigheden die
kestbare grond goedschiks aan de inha
lige mevrouw Trollo te laten. Ze moest
hem alle stukken sturen die ze in ver
band met dien koop had en anders hem
nauwkeurige inlichtingen geven. Dan
zou hij alles met een advocaat bespo
ken en haar meedeslen of een rechtzaak
tegen mevrouw Troilo haar misschien
dc terreinen terug kon bezorgen of ast
haar misschien een hoogere koopsom
zou worden toegewezen.
Schoorvoetend gaf ze gevolg aan di:
verzoek; het idee om over de erfenis
van haar vader voor de rechtbank met
de Trcilo's te mosten vechten, gaf
haar een gevoel van walging. Maar wel
ke ar.cere keus had ze? Met het kleine
stukje land. dat ze overgehouden had.
kon ze na het vertrek van den pachter
niets beginnen. De rente van haar er
barmelijk kapitaaltje kwam om te leven
heelemaal niet in aanmerking.
Zoo had ze het vooruitzicht haar le
ven lang in betrekking te moeten blijven.
Als ze tenminste niet trouwde!
Pas door de hevigheid der teleurstel
ling was ze zich bewust geworden hoe
diep de genegenheid voor den vriend van
haar jeugd bij haar zat. Hy was het
verdriet heelemaal niet waard, trachtte
ze zichzelf steeds maar weer in te pra
ten, want hy had geen poging zelfs ge
daan om voor haar te vechten. Zijn af
hankelijke positie verontschuldigde hem
in haar cogen niet. Integendeel. Als hij
fen kerel uit een stuk was geweest, had
hU zyn stiefmoeder weerstaan en zijn
toekomst op één kaart gezet- Van haar
was hij zeker geweest. Zy zou hem door
dik en dun zijn gevolgd. Ze zou hem
zoo graag getoond hebben dat het haar
niet om de „gcede party" te doen was.
maar dat ze werkeiyk met hart en zjl
van hem hield.
Maar alles was nu voorbij. Voorgoed.
En na haar moeilijke jeugd en na de
pas-geleden smart veelde zij zich niet
meer jong en levenslustig genoeg om te
gelcoven dat een nieuwe ontmoeting
haar een nieuwe liefde zou brengen
Van nu af aan behoorde haar hart aan
de planten: de wondermooie specialitei
ten van de firma Dutton.
Toen Katarina haar eerste jaar als
volontair achter den rug had, maakte
ze voor de eerste maal ce groote sen
satie mee van hot tentoonstellen der
nieuw-gekweekt? anjer-scorten. De ten
toonstelling werd dcor een hetrleger van
vakmenschen. agenten-a:izlgers en bloe
menliefhebbers bezocht. Kleuren van
zeldzame schittering, planten van by-
zonder krachtigen bloei, bloemen van
buitengewone grootte, gaven de nieuwe
anjers te zien.
Katarina's genegenheid ging 't sterkst
uit naar de nieuwe soorten in witte
kleur. Onvermoeid hield ze zich bezig
met studieën en proefnemingen op dit
speciale gebied. Vaak wendde ze zich
vrymoedig tot de schrijvers in de Du:'.-
sche vakbladen cm raad. Dan vernam
ze wei eens tot haar teleurstelling dat
pogingen om verschillende proefnemin
gen ook in Duitschland te verrichten, cn-
mogeiUk waren coor het vs:schil ;n
klimaat Maar cok gebeurde het vaak dat
dcor allerlei onbegrijpelijke en oncontro
leerbare omstandigheden de fraaiste
combinatie in kleur en vorm tot stand
kwamen.
(Wordt vervolgd)