HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 30 AUG. 1928 VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN GEMEENTERAAD. Instelling Bedrijf Openbare Werken. Het bedrijf der Haarlemsche Draadnagelfabriek. B. en W. wisten niets van overplaatsing naar Antwerpen. Mag de heer Oversteegen vragen stellen. De meening van den Raad. De vluchtheuvels op het Kennemerplein. rtJNT 1. Mededeelingen en ingekomen stukken. Gesteld worden in handen van B. en W. om prae-advies: een verzoekschrift van J. Kuijken, eigenaar van de perceelen grond aan den Rijksstraatweg kad sectie A nrs. 385 en 434, om het voor zijn terrein voorgestelde bouwverbod niet vast te stellen, doch in beginsel toe te staan, dat hierop 4 woningen worden'gesticht: een verzoekschrift van de Haarlem sche Montessorischool om beschikbaar stelling van een lokaal voor huisvesting der nieuwe vierde klasse en van gelden voor de aanschaffing der banoodigde schochneubelen en leermiddelen; Gesteld wordt in handen van B. en W ter afdoening: een verzoekschrift van de Vereeni- ging ,,Allerbelang" om de mtkseringen van het Burgerlijk Armbestuur te ver- hooger. en om verstrekking van brand stoffen, dekking en kleeding. PUNT 5. Voorstel van B. en W. tot verkoop vaar grond a. aan de Plataanstraat aan L. van den Akker en b. aan de Santpoorter straat aan F. Schmidt. aan öte Meester Comelisstraat aan S. L. Hoes, d. aan den Zylweg aan G. Meerman en e. aan de Van der Meer straat aan W. Roezen. Goedgekeurd, na een kleine discussie, waarin de heer Van Liemt een op merking maakt over den prijs van den grond gelegen aan de Plataanstraat en waarin de heen- Van de Kamp in overweging geeft gronden bestemd voor hoekhuizen voortaan niet te verkoopen. doch alleen in erfpacht uit te geven. S PUNT 8. Voorstellen van B. en W. tot voor- Joopige vaststelling der gemeentereke- rringen der voormalige gemeenten Scho ten en Spaarndam over het tijdvak van 1 Januari tot 30 April 1927. De heer Joosten vestigt de aan dacht op de hooge batige sleten van den kapitaaldienst. Spr. vraagt wat het voor- nemen is daarmede te doen. Zullen ze worden overgebracht op de gemeente rekening van Haarlem over 1927? De lieer B r u c h, die optreedt als waarnemend wethouder van Financiën, doet opmerken, dat de door den heer Joosten gestelde vraag nu neg niet is te beantwoorden. Het voorstel van B. en W. wordt goed gekeurd. PUNT 10. Voorstel van B. en W. tot beschik- baarsteïling van een crediet van 4200 voor aanschaffing van schoolbehoeften en leeun'iddslen voor de school voor voorbereidend lager onderwijs aan de Saracenenstra at De heer Peper zegt, dat uit de stukken is gebleken, dat voor het aan schaffen van een piano een bedrag dat hem gering voorkomt is uitgetrokken. Wil men een „rammelkast" gaan aan schaffen nu het geldt de kinderen dei' arbeiders, aldus spr. Verder vraagt spr. of reeds kan worden medegedeeld wan neer de school zal worden geopend. De heer B r u c h antwoordt, dat het niet de bedoeling is in de school een ..rammelkast" als piano te plaatsen er, dat het onjuist is. dat de school er al leen een is voor arbeiderskinderen. Het is een school waarop een ieder zijn kin deren kan geplaatst krijgen. De school, dit kan spr. getuigen, die al heel wat scholen heeft bezichtigd, is een model school. Voor de school kan wonden vol staan met een goede tweedehandsch piano. De bedoeling is dat het onderwijs op de school met medio September kan beginnen. Mevrouw Maarschall kan verkla ren, dat alles op deze school uitste kend is. De Voorzitter zegt. dat B. en W. de verklaring van mevrouw Maarschall kunnen bevestigen. Het voorstel van B. en W wordt aan genomen. PUNT 14. Voorstel van B. en W. tot regeling der vergoeding van vervoerkosten voor leer lingen der bijzondere scholen voor bui tengewoon onderwijs. De heer Joosten maakt de opmer king, dat ter zake van hot vervoer van leartingen er volgens het voorstel gelijk stelling zal komen tusschen openbaar en bijzonder buitengewoon lager onder wijs. Is daaruit af te leiden dat hierme de een principieele verklaring wordt ge geven, dat er wat aangaat andere uitga ven ook een gelijkstelling zal komen? De heer Van Liemt zegt, dat indien de kinderen niet- naar bijzondere scho len voor buitengewoon lager onderwij: zouden gaan, ze naar openbare scholr. gaan zouden. Het is dus billijk dat dc tegemoetkoming in de kosten van ver voer die de Raad besloot te verleen en vcor kinderen, die de openbare scholen bezoeken, ook wordt verleend aan c: kinderen die naar bijzondere scholen geen sprake is van een gelijkstelling óver de geheele linie, maar slechts van een op een bepaald punt. De Raad be sloot ten opzichte van het vervoer van leerlingen naar de openbare scholen varder te gaan dan de verolichting die de wet de gemeenten oplegt. Onver plicht deed de Raad zulks. Het besluit dat de Raad nam is ten deele een so ciale zorg. Het is billijk, dat dezelfde regeling die geld', voor het gaan naar openbare scholen ook wordt toegepast voor hen die gaan naar bijzondere scho len Anders zou er sprake zijn van eer: bevoorrechting van het gaan naar het openbaar onderwijs. De heer Joosten zal met het voor stel medogaan nu hü heeft vernomen dat er geen consequenties aan zijn ver- bond/:-n. Het voorstel van B en W. wordt aan genomen. De hm- Heidstra komt ter vergade ring. punt 18. Voorstel van B. en W. tot het opnieuw onbewoonbaar verklaren van eenige wo ningen aan de Bannesteeg enz. Goedgekeurd, nadat de beer Rein a 1- d a heeft opgemerkt, naar aanleiding van een vraag van dan heer Visser dat B. en W. ten opzichte van een 81- jarigen eigenaar van peroeelon billijk zullen handelen. Bedrijf Openbare Werken PUNT 19. Voorstel van B. en W. tot instelling van het bedrijf voor Openbare Werken en tot vaststelling van een verordening op het beheer van het bedrijf voor Openbare Werken, der gemeente Haar lem met op de verordening ingediende amendementen van het lid Rooden- burg. De heer Roodenburg is B. en W dankbaar voor de nu gegeven nadere toelichting, al is spr dan daardoor nog met geheel voldaan. Spr. is in prin cipe een voorstander van een bedrijfs vorm voor Openbare Werken. Er kan dan een meer vereenvoudigde admini stratie kernen. Met hetgeen B. en W. dienaangaande opmerkten is spr. het eens. In de nadere toelichting zeggen B, en W. verder: „Voorts moet thans bij aan koop van materialen b.v. voor bestratin gen, betaling plaats hebben ten laste van een bepaald creüiet. terwijl de mo gelijkheid niet is uitgesloten, dat om de een of andere raden dat werk niet kan worden uitgevoerd en daardoor de ma terialen worden gebruikt voor een an der werk. Bij een bedrijf worden dc I-Materialen ten bate van het „magazijn" geboekt en van uit het magazijn ten bate van de posten en of credieten ge boekt. Ten aanzien van dit gedeelte ran de nadere toelichting van B. en W. ver klaart spr., dat. inö:sn het nu is. zooak B. en W. zeggen, dan er een fout- bij Openbare Werken gemaakt wordt. Voor hetgeen B. en W. bereiken willen geen andere boeking noodig. Uit stukken is gebleken, zoo spr. verder, da'. er meer feuten gemaakt worden bij Openbare Werken wat aangaat de ad ministratie. Zoo is er geen magazijn- administratie en daardoor weet men op 31 December niet wat de voorraden zijn De mogelijkheid is zoo geopend da', fraude kan worden gepleegd. Het is noodig. betoogt spr.. dat op de administratie een schernere controle wordt geoefend. Om die reden diende spr. liet amendement in om te lezen in art. 6 dat het opnemen van de boeken enz. geschiedt door een lid van het col lege van B. en W. of een daartoe aan gewezen ambtenaar „of accountant". E en W. merken op. dat het in strijd mei art. 116 der Gemeentewet zoude zijn door in het artikel in te voegen de woorden „of accountant". Spr. kan die meening van B. en W. niet dselen. Naar het oordeel van spr is noodig een con trole rap de loonadministratie. Spr. verdedigt nadar zijn amende ment op art. 12 der verordening om dat aldus te lezen: „Bij het vaststellen van de Begrooting wijst do Raad de posten aan, waarop Burgemeester en Wethouders kunnen af- en overschrij ven". Alet de redactie van het artikel van B. en W. kan spr. zich niet vereeni- gon. Volgens hem is het de bedoeling 100.001) van „Gewoon" naar „Buiten gewoon" te gaan overboeken. Gaat het dien kant cp. dan worden alle reserves opgeteerd om de toekomst te gaan be zwaren. Nu geschiedt het al. Wordt aangenomen de redactie die B en W. aan art. 12 willen gever.dan kan her nog meer ó-.c-n kant opgaan Dat is ht: gevaar van de redactie, die B. en W. aar. het artikel geven willen. De heer Van Liemt, die indertijd een voorstel deed aangaande accoun tantsonderzoek der bedrijven, wenscht te verklaren, dat. als hü nu niet mede- gaat met het amendement van den heer Roodenburg op art. 6 en 7 der verorde ning (de invoeging van de woorden ..of accountant") dat is. omdat hij het niet goed vindt partieel alléén voor één bedTijf een accountant aan te stellen. De heer Joosten betoogt, dat als die redactie, die B en W. aan art. 12 wenschen te geven aangenomen wordt, de Raad niets meer te zeggen heeft over de onderhoudswerken. Alet de lezing, die de heer Roodenburg aan het artikel geven wil, kan spr. zich vereenigen. Na verloop van eenige jaren kan men de zaak dan nog wel eens nader bezien. Bij hot amendement van den heer Roodenburg op art. 6 en 7 kan spr. zich aanpraten behoudens een „mits". Spr. wenscht er aan te herinneren, dat de Vereeniging van Ned. Gemeenten ac countants heeft voor het onderzoeken van administraties. Er kan een accoun tant bij die vereeniging worden aange vraagd Daan-oor bestaat een billijk ta rief. Voor een accountant behoeven dan geen buitengewoon hcoge kosten ge maakt te worden De heer Wolzak verklaart dat B en W. met de nadere toelichting der. goeden kant zijn opgegaan. Een voriger. keer had spr. gevraagd te overlegger, een staat van bezittingen die in he' bedrüf zullen worden ingebracht. Da: Ss nog niet geschied. Toch de Raad dient dien staat te hebben vö6rdat he* btorijf wordt ingesteld. Kunnen B. en W. niet maken dat de Raad heeft een wat spr. zou willen noemen ..openings balans". voordat de verordening gaat In werking treden? Wat aangaat een onderzode door een accountant, Indien dat noodig is. dan is het toch niet gewenscht dat het partieel alléén voor één bedrijf wordt ingesteld. B. en W hebben de bevoegdheid, daar aan herinnert spr.. te allen tijde een bedrijf door een accountant te laten on derzoeken Met het amendement var. den heer Roodenburg op de art. 6 en 7 kan spr. niet medegaan. De heer G e r r i t s z zou wenschen dat bepaald werd. dat de verordening in werking (reedt on 1 Januari 1929. De heer Relnalda stelt in liet licht dac volgens art. 215 der Gemeentewet ten aanzien ran af- en overschrijvingen 3. en W den Raad voorstellen moeien doen in den vorm van een Raadsbesluit Tegen het gevaar, dat de heer Rooden burg vreest, bevat 6e Gemeentewet ge noeg veiligheidskleppen. Er is geen re den om art 12 te lezen zooals de heer Roodenburg dat wil Maar als de Raad wenscht dat het ariakei aldus gelezen wordt, dan is daartegen bU B. en W geen bezwaar. Spr. zet uiteen dat het gewenscht is aan Openbare Werken een bedrijfsvorm te geven om redenen van commercleelen en practischen aard. Het Is ongewenscht nu reeds dan da tum van inwerking tredong der veror dening te bepalen. Volgens het voor stel van B. en W. wordt nu alleen be sloten tot de instelling ran een bedrijf voor Openbare Werken. Thans wordt daarin nog niets ingebracht. Omtrent den inbreng zullen den Raad nog na dere voorstellen gedaan worden. Spr. zegt verder, dat art 6 alléén spreekt van het opnemen van de boeken en de kas. Daarmede wordt bedoeld hetzelfde als dat geschiedt bü het op nemen van de boeken en de kas van den gemeente-ontvanger. Wat de heer Roodenburg en die met hem mede- gaan met het amendement bedoelen, wordt daarmede niet bereikt. Wat aan gaat een accountants-onderzoek. B. en W. zijn wel bereid door een accountant eer. onderzoek te laten instellen naar den gang van het bedrijf. technLsch. commercieel en administratief, alsmede naar de geheele gestie van het bedrijf Nog doet spr. den heer Roodenburg opmerken, dat er wel een magazijn- administratie bü Openbare Werken is Iedere maand heeft een inrventarlseering plaats. In de replieken dient de heer Joos ten eer. amendement in om te lezen- ..Bedrijf voor uitvoering van Openbare Werken". Het amendement van den heer Joos ten wordt verworpen met 17 stemmen tegen en 14 voor. Het amendement van den heer Roo denburg om in art. 6 in te lasschen de woorden „of accountant" wordt verwor pen met 17 stemmen tegen en 14 voor. Het amendement van den heer Roo denburg om in art. 7 dezelfde woorden in te lasschen wordt geacht te zijn ver worpen. De lezing van art. 12, die door den lieer Roodenburg was voorgesteld, wordt goedgekeurd met 20 stemmen voor en 11 tegen. Een voorstel van den heer Gerritsz om te lezen: Deze verordening gaat in wer king op 1 Januari 1929 wordt verwor pen met 16 stemmen tegen en 15 voor. Het geheele voorstel van B. en W. wordt (met de daarin vermelde aange brachte wijziging) zonder hoofdelijke stemming aangenomen. PUNT 20. Voorstel van B. en W. tot wijziging van het benoemingsbesluit van den heer H. G. Schultheiss tot ieeraar aan de Gemeentelijke avondschool voor nijver heidsonderwijs. strekkende te bepalen dat de benoeming wordt geacht inge gaan te zijn op 1 September 1924 wordt, na een bestrijding door den heer Joos ten. aangenomen met 22 stemmen voor en 6 tegen. PUNT 21. Benoemd worden.: aan het gemeentelijk Lyceum tot tij delijk Ieeraar: in de lichamelijke oefe ning de heer Tj. 6e Jonge, tot in de Staathuishoudkunde Dr. G. Lubbers, in de wiisgeerige propaedieuse Dr. A. H. Haemtjens, in de Staatsinrichting Mr. F. van distr Goot. in de Engelsohe taal en letterkunde de heer G. Commello. in de handelswetenschappen de heer J. L. Vlaming, en in de Duitsohe taal en let terkunde de hoer P. F. de Haan; aan liet gemeentelijk Lyceum tot de finitief Ieeraar in de Fran scha taal en letterkunde de heer A. Dozy. Besloten wordt met irngang van 1 September over te plaatsen den heer H. J. Surink als onderwijzer van de school voor U. L. O. letter A naar de school voor U. L. O. letter B en de heer A. L. van Lohuizen als onderwijzer van school No. 15 naar de U. L. O. letter A. Verder wordt besloten met ingang van 1 September over te plaatsen naar den vervoigcursus IV den heer L. van der Have, thans onderwijzer aan een Ver volgcursus III en r.aar den vervolgcursus VI den heer J. Over Azn., thans onder wijzer aan den Vervolgcursus Hl en o:n te benoemen tot tijdelijk personeel aan den vervolgcursus III mej. J. van Doom en den heer J. D. Boes. aan oen Ver volgcursus IV de dames J. van Gelder. J. de Haan. Th. Kuiling-Vertregt. en M. J. C. Paff-Van Boren en de he eren D. Peereboom. J. Panman, P. Volger en J. L. Munnik aan den vervolgcursus VI de dames M. E. de Groot. A. Vorstel man, J. de Haan, en O. KoEcmetjer en de heeren P. Volger en J. L. Munnik. Benoemd worden: tot tijdelijk personeel aan den ver volgcursus no. I de dames: wed. W. H. Versteeg-SChouw, J. P. van Dorsten en D. E. Dr oogend ij k alsmede de heer E. Geerts; tot tijdelijk personeel aan den ver volgcursus no. II de dames M. B. Roo- Roosen en J. P. Visser-Van den Berg. alsmede de heeren D. de Beer. C. j. Rijkers en G. Brouwer: tot tijdelijk jvrsoneel aan den ver volgcursus r.o. V de dames H. F. van Beünen en J. AI. M. Budel: tot onderwijzeres aan school no. 14 mei. J. i. R. Teeven te Haarlemmer meer. RONDVRAAG. Bij de nu volgende rondvraag worden allereerst aan de orde gesteld de vragen ran den heer Van Kessel omtrent De overplaatsing van het be drijf der Haarlemsche Draad nagelfabriek naar Antwerpen. Zooals bekend, had de heer Van Kes sel gevraagd 1 of B. en W. met die over plaatsing bekend waren. 2 Zoo ja of ze dan pogingen gedaan hadden cm te trachten het bedrijf te Haarlem te hou den en 3 indien ja, of B. en W. dan bereid zijn van die pogingen den Raad mededeeling te doen. De heer R e i n a 1 d a zegt. dat het antwoord op dc eerste vraag ontkennend luidt. De tweede en dc derde vraag kun nen dus buiten beschouwing blijven. Daaraan voegt spr. toe dat b. en w. echter niet met dit formeele antwoord willen volstaan. Ze willen den Raad nog nadere inlichtingen geren. Daartoe overgaande, deelt spr. mede da: het gemeentebestuur in September 1927 van de directie der fabriek een brief heeft ontvangen, waarin m ver band met plannen tot uitbreiding van ce fabriek werd gevraagd, welke de plan nen waren me-, het Phoenixterreln na 1933. B. en W. antwoordden dat c'-e plan nen nu nog niet met zekerheid zijn te melden. Een jaar later deelde de directie der fabriek aan B. en W. mede. dat ze naast de fabricage van draadnagels om tech nische redenen ook de fabricage van gegalvaniseerd draad enz. wenschte ter hand te nemen. Er moest daarvoor 6e noodige uitbreiding aan het bedTijf wor den gegeven, ovens moesten worden bij gebouwd enz. Aan B. en W. werd gevraagd of ze de zekerheid konden geven dat na 1933 de exploitatie van het bedrijf na afloop van het erfpachtsreóht op het Phoenix terreln zou kunnen blijven plaats heb ben. Verder werd gezegd, dat indien die zekerheid niet bon worden versohaft de directie nu reeds elders een fabriek zou moeten iaten bouwen in welk laatste geval het gebouw op het Phoenixterreln aan de gemeente werd ter overname aangeboden. B. en W. hebben geantwoord, dat voor hen geen aanleiding bestond tot over neming van gebouwen ere. en dat de directie na 1933 niet op een verlenging van de erfpacht kon rekenen. Dit geschiedde' na een conferentie van spr. met de directie der fabriek waarin werd gesproken over industrieterrein elders in de gemeente. In die conferen tie is door de directie met geen enkel woord gerept van een overplaatsing van het bedrijf naar Antwerpen. Sindsdien meldden de bladen dat het voornemen bestond de fabriek naar Antwerpen te verplaatsen. Het ligt nu in het voornemen van B. en W. naar aanleiding van de vragen van den heer Van Kessel zich met de directie der fa briek in verbinding ie stellen. De heer Var. Kessel zegt. dat hü de -ragen aan B. en W. stelde om het college de gelegenheid te geven eer. verklaring af te leggen. Den wethouder is spr. voor het antwoord zeer erkente lijk. Den loop van zaken bejammert spr. Haarlem zal nu niet meer kunnen heb ben een industrie die eenig in het land was. Het was eer. H^arlemsch belang dat die industrie hier was gebleven. Er werkten r.U 80 arbeiders en het plan was dat aantal tot 300 uit te breiden. De fabriek was een cliënte van de Haar- iemsche gemeentebedrijven. Ze was af- neemster van een greote hoeveelheid cokes van de gasfabriek en betrok een aanzienlijke hoeveelheid electrischen stroom. Bovendien werd voor de arbei ders zakelijke belasting op het bedrijf betaald en rerder moesten precario rechten worden voldaan. Naar de meening van spr. hadden daarom B. en W. nog iets verder moe ten gaan dan ze gedaan hebben. Ze had den. indien mogelijk de directie ran de fabriek voor het bedrijf andere terreinen kunnen aanwijzen, of indien niet, ce zaak in den Raad kunnen brengen Nogmaals verzekert spr. dat hü den loop van zaken betreurt. De heer Gerritsz stipt aan. dat in de conferentie met den wethouder de directie der fabriek met geen enkel woord heeft gerept van een gaan met de fabriek naar buiten. B. en W. meenden dus dat het bedrüf hier zou blijven. Ze hadden dus niet rerder kunnen gaan dan ze gegaan zijn. De wethouder zeide dat het voorne men van B en W. is zich met de direc tie der fabriek in verbinding te stellen. Echter dat is nu wel wat laat. Dadelijk nadat het bericht in de pers kwam van het verplaatsen van het bedrijf naar Antwerpen, hadden B. en W. bü de di rectie een informatie moeten inwinnen. Nu vreest spr. dat de kans is verspeeld dat het bedrüf hier ter stede zal blü- ven. De heer Castrlcum zet uiteen dat naar zijn meening het de directie der fabr.ek vooral te doen is om aan geed- kcopere arbeidskrachten te komen en dat dit de voornaamste grond is vcor overplaatsing ran het bedrijf naar Ant werpen. De heer Oversteegen is van oor dcel. dat het zoo erg niet is indien het bedrijf weg gaat. Er werden lage loonen op de fabriek uitgekeerd, betoogt spr. Het is dan maar beter dat het bedrijf naar Antwerpen gaat. dan dat de mer.- schen nog meer worden uitgezogen. De heer Peper moet B. en W. gaan verdedigen. Volgens spr. is het college van B. en W. niet van eenige nalatig heid te beschuldigen. Het is de directie der fabriek er cm te doen goeükoope werkkrachten te krijgen en er nog moer uit te slaan. Vandaar dat ze het bedrijf naar België wenscht te verplaatsen. De heer Groenenda a 1 is van mee- ning. dat het nu niets meer zal uithalen met de directie der fabriek te gaan pra ten. De indruk is gevestigd, zoo ging spr. rerder, dat de directie der fabriek van 1925 af heeft geïnformeerd naar de plannen met het Phoenixterreln, maar dat ze geen antwoord heeft ontvangen. Daarom drukt spr. den wensoh uit. dat in de toekomst B. en W. aan industrieën spoediger de bedoelingen met terreinen zullen ntededeelen. D? heer R e i n a 1 d a moet weerspre ken dat de directie der fabriek niets zou weten van de bedoelingen met het Phoe nixterreln. Reeds in 1925 deden B en W. een uitbreidingsplan voor het'Phoe nixterreln gereed maken. Dat werd behoorlijk ter inzage gelegd om belang hebbenden gelegenheid te geven be zwaren ln te dienen. Er kwam toen bij 3 en W. in dd. 13 Juni 1925 een adres van diegenen die op het Phoenixterreln hun bedrüf hebben met verzoek de zaak in het uitbreidingsplan tot een ar.dere oplossing te brengen dan dat na 1933 het terrein niet meer de bestemming zal hebben van industrieterrein en het ter rein aan den overkant van het Spaame te bestemmen voor industrieterrein. Aan den heer Van Kessel zegt spr. dat het niet opgaat zooals deze had be pleit. dc zaak in den Raad te brengen. Met den Raad te gaan praten zou voor B. en W. geen zin hebben. Zeker, het kan een Haarlemsch belang zün, dat een bedrüf in Haarlem blüft- Maar het is de vraag hoever mag de politiek gaan van het brengen van finantieele offers door de gemeente aan de industrie. De gemeente mag zeker aan eer. industrie niet een ton gaan geven. Nogmaals verklaart spr.. dat de di rectie der fabriek in het door hem aan gehaalde schrijven aan B. en W. zeide, dat ir.dien het college niet de zekerheid geren kon da; r.a 1933 het bedrijf op het Phoenixterreln kon gevestigd blijven, ze „maatregelen nemen moest voor de vestiging eener nieuwe fabriek in Haar lem'. Ze had gesproken var. elders maar dan ln Haarlem. Dat het plan was de fabriek naar Antwerpen te verplaatsen, daaraan had niemand kunnen denken. Het is niet de taak der plaatselijke overheid, aldus sprvoorts naar aanlei ding van de opmerkingen ran den heer Gerritsz. zich naar de Pers te gaan richten en rekening te gaan houden met wat m de Pers staat. Spr. heeft gezegd, dat B. en W. met de directie der ïabrick voornemens zün zich in verbinding te stellen, maar niet waarover. Naar aanleiding van een Interruptie van den heer Bruch zegt spr.. dat het College van B. en W. zich eerst nog moet beraden over datgene wat aan de directie zal geschreven worden. De heer Bruch merkt op. dat zün interruptie niet een onvriendelükheid aan het adres van zijn college bedoelde, maar alleen te doen uitkomen dat het college van B. en W. nog niet heeft be sloten zidh tot de directie der fabriek te wenden, doch dat het alleen nog maar een voorstel van den wethouder Rel nalda is om liet te doen. Mag de heer Oversteegen vragen stellen? De Voorzitter deelt mede dat van den heer Oversteegen vragen zün in gekomen omtrent het gelegenheid geren aan een R.-K. Speeltuiavereeniging om gebruik te maken van den speeltuin van de vereeniging ..Oosterkwartier". De heer Gerritsz. die z:ch tn de zen beroept op art. 183 der Gemeente wet vraagt den voorzitter of het het verlangen van den Raad is dat de heer Oversteegen deze interpellatie houdt Spr ts van meening. dat de Raad aan een lid dat in den Raad is gekomen met de bedoeling het college te or.dermüner. en het prestige van het college, niet moet toestaan een Interpellatie te hou den. De heer Peper is van meening. dat de Raad goed zal deen zich niet bü het standpunt van den heer Gerritsz aan te sluiten. De heer Keesen Is van meening. dat de heer Gerritsz gelijk heeft. Maar overigens heeft spr. er geen bezwaar tegen dat de heer Oversteegen deze vraag stelt. De heer De Braai betoog'., dat de heer Oversteegen een vraag deed. die behoorlijk jn den vorm is gesteld. Waar om dan die vraag niet toe te laten. Het zou gevaarlijk zijn te handelen in den geest als de heer Gerritsz wil. De heer Joosten oordeelt, dat de heer Gerritsz ongelijk heeft, Volgens het Reglement ran Orde ran den Raad heeft bü de Rondvraag ieder ltd gele genheid vragen te stellen. He: Regle ment var. Orde zegt. dat aan het einde der vergadering de voorzitter vraagt of iemand nog Iets ir. het midden heeft te brengen. De heer Gerritsz betoogt, dat een lid ran den Raad wel vragen kan stel len. maar dat het antwoord niet aan een lid van den Raad doch aan den Raad gegeven wordt, Spr. verwijst naar art. 183 der Gemeentewet. Daaraan dient de hand te worden gehouden. Het bezwaar van spreker dat de heer Oversteegen vragen gaat stellen en dat B. en W. daarop antwoorden is gegrond op heel het doen van den heer Over steegen in den Raad en zün niet deel nemen p.an de werkzaamheden van den Raad. Het werken van den heer Over steegen in den Raad draagt een negatief karakter en zulk een werken wil spr. niet. steunen. Een Raad die zich zelf eerbiedigt moet er geen prüs op stellen dat de heer Oversteegen vragen doet. De heer O verstee gen zegt dat hü zich het recht voorbehoudt voortaan bü het stellen van alle vragen daarover stemming te vragen. De Voorzitter vraagt daarna of de Raad het rerlof wil verleenen volgens het bepaalde in art. 183 der Gemeente wet. Dc Raad besluit met 24 stemmen voor en 7 tegen de toestemming te verleenen. Tegen stemden de leden mej. Van Vlier. Gerritsz. mevrouw Maarschall. Van de Kamp. Keerwolf, Scholl en Koppen. Te heer Bruch antwoordt den heer Oversteegen dat- aan den Bend van Groote Gezinnen, een R.-K. organisatie, '■«gunning Is verleend gebruik te ma ken van den speeltuin naby de Zomer- vaart. B. en W. hebben daarmede ge handeld in overeenstemming met het Raadsbesluit van 11 Juli. Er is daar geen aanmerking op tc maken. Verkeersregelen. De heer Peper bespreekt de ver keersregeling op een gedeelte vat: de Papentorer.vest. Volgens hem dient daar in verandering gebracht te worden, zul len er geen ongelukken plaats hebben. De heer Keesen ondersteunt dc ge dachte van den heer Peiger. De heer Gerritsz Is van meening, dat daar er eenmaal bepaalde regelen voor het verkeer zün die overal gelden, het toe te juichen is. dat die worden opgevolgd. Volgens die regelen is nu het verkeer op de Papentorenvest. Het is noodig toe te zien dat er geen anar chie op den weg kamt. De heer Relnalda antwoordt, dat naar aanleiding van de opmerkingen van den heer Peper B. en W. zullen gaan overwegen, wat ter plaatse moet gebeu ren. Het schünt. dat zooals het verkeer r.u is geregeld het inderdaad gevaar op levert. Dc heer Peper herinnert aan he: besluit var. den Raad eer gemeente Bloemendaal tot het verleenen van me dewerking tot beschikbaarstelling van gelden voor de stichting eener school van de vereeniging ..Haarlemsche bui tenschool". Spr. vindt het te betreuren dat de Haarlemsche buitenschool nu niet in de gemeente Haarlem zal ko men. nadat de Raad reeds 8 jaar gela den een besluit had genomen tot stich ting van een buitenschool. De heer Van Liemt zegt, dat nu het Kennemerplein is klaar gekomen, daar vluchtheuvels en een tramhalte zün gemaakt. De vluchtheuvel aan de zijde van het Kennemerplein recht voor de brug en de tramhalte zijn zoodanig aan gebracht. dat daar meermalen een stag natie in het verkeer ls. Spr. vraagt of in zake het maken van den vluchtheuvel da3r ter plaatse over leg is gepleegd tusschen Openbare Wer ken en d» politie cn verder of niet de Trammaauchappü ter zake van de tramhalte overleg is gepleegd. De Voorzitter antwoordt dat So vluchtheuvels zün gemaakt afgeschei den van de tramhalte. B. en W. zullen nader nagaan wat is te doen om ver betering aan te brengen. De heer Van Liemt herneemt, dat het don indruk maakt dat ter zake van tramaar-gelegenherien te weinig overleg gepleegd wordt. Spr. herhaal: de vra gen of er overleg :s gepleegd tusschen Openbare Werken en de politie cn daar na ter zake van de tramhalte me: de Tramdirectie. De Voorzitter zegt dat op de laatste vraag nog nader antwoord zal gegeven worden. De heer Van Liemt klaagt over de groote snelheid waarmede automobilis ten in de gemeente rijden. Het schijnt of het snelheidsrecord nog verbeterd moet worden. Spr. vraagt of de borden aangevende de max. snelheid waar mode in de gemeen;e mag gereden wor den reeds zün besteld cn wanneer ze zullen worden geplaatst. De heer Relnalda antwoordt, dat B. en W. ter zake een onderzoek stillen instellen. Daarna wordt de vergadering gesloten. HET XlXe INTERNATIO NAAL CONGRES TEGEN HET ALCOHOLISME. Het gemeentebestuur van Antwerpen had aan de ruim 500 leden van het Congres een boottocht aangeboden op de Schelde en een bezoek aan de haven inrichtingen. Het bleek evenwel dat sluitlngsbüeenkomst daardoor in "t - drang zou komen en zoo moest helaas deze vriendelüke imitatie worden afge zegd. Het Congres heeft zittingen gewijd aan de verpleging van drankzuchtigen, aan rapporten omtrent experimenteel» onderzoekingen, aan de drankbestrüding ten plattelande enz. Dr. Müller uit Zwitserland en de heer Emits uit Fin land hebben aan ce drankbestrüding onder de boeren belangryke referaten gewüd. Het is zeer te begrijpen. dat on der de wöflbouwbooren wantrouwen heerscht en het bleek dan ook zeer moeilijk te zün het vraagstuk der drank bestrijding aan de boeren voor tc leg gen. Bü de jeugd was evenwel een stU- gende belangstelling merkbaar, zoo was een jeugdfeest bezocht door ruim acht duizend jongeren geheel abstinent. De heer Ernltz besprak de propaganda on der dc boeren in de Baltlsche landen: treffend was zün mededeeling dat er in Rusland onthcudersverccniglngen zün, waarin alleen de boeren stemrecht heb ben. Dat het alcoholisme onder dc Belgi sche plattelandsbevolking welig tiert on dc abstinente priesters er een moeilük werk hebben, is mede gebleken uit een referaat van Pater Simons. Vooral de kermissen zün haarden van het alco holisme De sluitingszitting was mede gewüd aan huishoudelijk werk Vermelden we allereerst dat vcor de volgende congres periode tot voorzitter werd benoemd Dr. R. Hcrcod. Dat dit besluit tot een geest driftige ovatie voor Dr. Hcrcod aanlei ding gaf. zal elk ingewijde begrijpen. Inderdaad het congreswerk is op inspi ratie van Dr. Hercod tot een belang- rüko gebeurtenis geworden. Zonder stemming werd de ultnoodiging der Pool- schc rcgcering om het volgend congres te Warschau tc houden met applaus aangenomen. Aan den Koning en de Koningin van België zal dank worden betuigd voor hun bescherming van het consres als mede nan kardinaal van Roey. Een voorstel aan de Belgische Regee ring te verzoeken om bü don Volken bond voor te stellen dc drankbestrüdlftg op dc agenda der a.s. assemb'.ée to plaatsen werd na een geestdriftige in leiding van Dr. Lcgrnin zender .stem ming aangenomen. Voor onderzoek en rapport van verschillende uit dc refe raten voortgekomen „Wenschen" werden commissies ingesteld. Aait professor Forel, een der stichters van de congressen en grondlegger der wetenschappelijke drankbestrijding, zal een adres van hulde worden gezonden ter gelegenheid van zijn tachtigsten ver jaardag. welke Prof. Forel over eenige dagen herdenkt. Dr. Holitscher heelt verder in een warm-gestemd woord het werk van Forel herdacht welke rede dcor het congres staande werd aange hoord en geestdriftig toegejuicht. Ofschoon het bestuur der Belgische federatie van anti-alcoholische bonden alles heeft gedaan om het congres goed te doen slagen, kan niet met volle tevre denheid daarop worden teruggezien. De Belgische drankbestrüding beschikt niet over zooveel medewerking om alles tc regelen, helaas was het klein aantal leden van het bureau oorzaak dat men zich zelf maar moest helpen, ook was het bureau-werk niet gespecialiseerd, waardoor enkele vreemde talen spre kenden voortdurend in beslag wer den genomen. Niettemin hèeft men gedaan wat men kon doen en het woord van erkcntelük- heid door prof. Pöld de afgetreden congres-voorzitter gesproken was dan ook voor dc weinige medewerkers op zijn plaats. Met een Fransch arts. dien wU ten congrcsse ontmoetten, bezochten wij. op diens verzoek den nieuwbouw der ar beiderswoningen te Amsterdam. We wa ren zoo gelukkig om enkele woningen te mogen bezichtigen. Onze gast wa« daar over ln de wolken, hij vond de Holland- schc arbeider er. zün omgeving zeer helder en roemde de breede opvatting van de overheid. Inderdaad troffen wU het heel goed: vriendelüke mcnschen cn de tuintjes in zonneschljn.Wlj hebben hem beloofd hem nader over een en an der in te lichten. Zoo ook over de zie kenfondsen. subsidies voor tuberculosc- bestrüding; drankbestrüding; uitgaven voor onderwijs enz. Tot onzen spijt kon don wU geen tUd vinden hem ook te Haarlem rond te leiden, maar zullen hein nog foto's zenden van Haarlemsche arbeiderswoningen. Zoo werkt dan wellicht een congres- bezoek mede tot voorlichting ook op an der gebied dan drankbestrijding, want onze gast heeft zich voorgenomen er een lezing over te houden met licht beelden ter argumenteering van zün voordracht. Vermelden wü nog volledigheidshalve dat onze gast het sterftccUler. volgens zün mededeeling 9 per 1009; (het laag ste van de gehceic wereld) toeschrüft aan de goede maatregelen op het ge bied der openbare gezondheid. C. E. VAN EYKERN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 7