HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 30 AUG. 1928
VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN
GEMEENTERAAD.
Instelling Bedrijf Openbare Werken. Het bedrijf
der Haarlemsche Draadnagelfabriek. B. en W. wisten
niets van overplaatsing naar Antwerpen. Mag de
heer Oversteegen vragen stellen. De meening van
den Raad. De vluchtheuvels op het Kennemerplein.
rtJNT 1.
Mededeelingen en ingekomen stukken.
Gesteld worden in handen van B. en
W. om prae-advies:
een verzoekschrift van J. Kuijken,
eigenaar van de perceelen grond aan
den Rijksstraatweg kad sectie A nrs.
385 en 434, om het voor zijn terrein
voorgestelde bouwverbod niet vast te
stellen, doch in beginsel toe te staan,
dat hierop 4 woningen worden'gesticht:
een verzoekschrift van de Haarlem
sche Montessorischool om beschikbaar
stelling van een lokaal voor huisvesting
der nieuwe vierde klasse en van gelden
voor de aanschaffing der banoodigde
schochneubelen en leermiddelen;
Gesteld wordt in handen van B. en
W ter afdoening:
een verzoekschrift van de Vereeni-
ging ,,Allerbelang" om de mtkseringen
van het Burgerlijk Armbestuur te ver-
hooger. en om verstrekking van brand
stoffen, dekking en kleeding.
PUNT 5.
Voorstel van B. en W. tot verkoop vaar
grond a. aan de Plataanstraat aan L.
van den Akker en b. aan de Santpoorter
straat aan F. Schmidt.
aan öte Meester Comelisstraat aan S.
L. Hoes, d. aan den Zylweg aan G.
Meerman en e. aan de Van der Meer
straat aan W. Roezen.
Goedgekeurd, na een kleine discussie,
waarin de heer Van Liemt een op
merking maakt over den prijs van den
grond gelegen aan de Plataanstraat en
waarin de heen- Van de Kamp in
overweging geeft gronden bestemd voor
hoekhuizen voortaan niet te verkoopen.
doch alleen in erfpacht uit te geven.
S PUNT 8.
Voorstellen van B. en W. tot voor-
Joopige vaststelling der gemeentereke-
rringen der voormalige gemeenten Scho
ten en Spaarndam over het tijdvak van
1 Januari tot 30 April 1927.
De heer Joosten vestigt de aan
dacht op de hooge batige sleten van den
kapitaaldienst. Spr. vraagt wat het voor-
nemen is daarmede te doen. Zullen ze
worden overgebracht op de gemeente
rekening van Haarlem over 1927?
De lieer B r u c h, die optreedt als
waarnemend wethouder van Financiën,
doet opmerken, dat de door den heer
Joosten gestelde vraag nu neg niet is
te beantwoorden.
Het voorstel van B. en W. wordt goed
gekeurd.
PUNT 10.
Voorstel van B. en W. tot beschik-
baarsteïling van een crediet van 4200
voor aanschaffing van schoolbehoeften
en leeun'iddslen voor de school voor
voorbereidend lager onderwijs aan de
Saracenenstra at
De heer Peper zegt, dat uit de
stukken is gebleken, dat voor het aan
schaffen van een piano een bedrag dat
hem gering voorkomt is uitgetrokken.
Wil men een „rammelkast" gaan aan
schaffen nu het geldt de kinderen dei'
arbeiders, aldus spr. Verder vraagt spr.
of reeds kan worden medegedeeld wan
neer de school zal worden geopend.
De heer B r u c h antwoordt, dat het
niet de bedoeling is in de school een
..rammelkast" als piano te plaatsen er,
dat het onjuist is. dat de school er al
leen een is voor arbeiderskinderen. Het
is een school waarop een ieder zijn kin
deren kan geplaatst krijgen. De school,
dit kan spr. getuigen, die al heel wat
scholen heeft bezichtigd, is een model
school. Voor de school kan wonden vol
staan met een goede tweedehandsch
piano. De bedoeling is dat het onderwijs
op de school met medio September kan
beginnen.
Mevrouw Maarschall kan verkla
ren, dat alles op deze school uitste
kend is.
De Voorzitter zegt. dat B. en W.
de verklaring van mevrouw Maarschall
kunnen bevestigen.
Het voorstel van B. en W wordt aan
genomen.
PUNT 14.
Voorstel van B. en W. tot regeling der
vergoeding van vervoerkosten voor leer
lingen der bijzondere scholen voor bui
tengewoon onderwijs.
De heer Joosten maakt de opmer
king, dat ter zake van hot vervoer van
leartingen er volgens het voorstel gelijk
stelling zal komen tusschen openbaar
en bijzonder buitengewoon lager onder
wijs. Is daaruit af te leiden dat hierme
de een principieele verklaring wordt ge
geven, dat er wat aangaat andere uitga
ven ook een gelijkstelling zal komen?
De heer Van Liemt zegt, dat indien
de kinderen niet- naar bijzondere scho
len voor buitengewoon lager onderwij:
zouden gaan, ze naar openbare scholr.
gaan zouden. Het is dus billijk dat dc
tegemoetkoming in de kosten van ver
voer die de Raad besloot te verleen en
vcor kinderen, die de openbare scholen
bezoeken, ook wordt verleend aan c:
kinderen die naar bijzondere scholen
geen sprake is van een gelijkstelling
óver de geheele linie, maar slechts van
een op een bepaald punt. De Raad be
sloot ten opzichte van het vervoer van
leerlingen naar de openbare scholen
varder te gaan dan de verolichting die
de wet de gemeenten oplegt. Onver
plicht deed de Raad zulks. Het besluit
dat de Raad nam is ten deele een so
ciale zorg. Het is billijk, dat dezelfde
regeling die geld', voor het gaan naar
openbare scholen ook wordt toegepast
voor hen die gaan naar bijzondere scho
len Anders zou er sprake zijn van eer:
bevoorrechting van het gaan naar het
openbaar onderwijs.
De heer Joosten zal met het voor
stel medogaan nu hü heeft vernomen
dat er geen consequenties aan zijn ver-
bond/:-n.
Het voorstel van B en W. wordt aan
genomen.
De hm- Heidstra komt ter vergade
ring.
punt 18.
Voorstel van B. en W. tot het opnieuw
onbewoonbaar verklaren van eenige wo
ningen aan de Bannesteeg enz.
Goedgekeurd, nadat de beer Rein a 1-
d a heeft opgemerkt, naar aanleiding
van een vraag van dan heer Visser
dat B. en W. ten opzichte van een 81-
jarigen eigenaar van peroeelon billijk
zullen handelen.
Bedrijf Openbare Werken
PUNT 19.
Voorstel van B. en W. tot instelling
van het bedrijf voor Openbare Werken
en tot vaststelling van een verordening
op het beheer van het bedrijf voor
Openbare Werken, der gemeente Haar
lem met op de verordening ingediende
amendementen van het lid Rooden-
burg.
De heer Roodenburg is B. en W
dankbaar voor de nu gegeven nadere
toelichting, al is spr dan daardoor nog
met geheel voldaan. Spr. is in prin
cipe een voorstander van een bedrijfs
vorm voor Openbare Werken. Er kan
dan een meer vereenvoudigde admini
stratie kernen. Met hetgeen B. en W.
dienaangaande opmerkten is spr. het
eens.
In de nadere toelichting zeggen B, en
W. verder: „Voorts moet thans bij aan
koop van materialen b.v. voor bestratin
gen, betaling plaats hebben ten laste
van een bepaald creüiet. terwijl de mo
gelijkheid niet is uitgesloten, dat om de
een of andere raden dat werk niet kan
worden uitgevoerd en daardoor de ma
terialen worden gebruikt voor een an
der werk. Bij een bedrijf worden dc
I-Materialen ten bate van het „magazijn"
geboekt en van uit het magazijn ten
bate van de posten en of credieten ge
boekt.
Ten aanzien van dit gedeelte ran de
nadere toelichting van B. en W. ver
klaart spr., dat. inö:sn het nu is. zooak
B. en W. zeggen, dan er een fout- bij
Openbare Werken gemaakt wordt. Voor
hetgeen B. en W. bereiken willen
geen andere boeking noodig. Uit
stukken is gebleken, zoo spr. verder, da'.
er meer feuten gemaakt worden bij
Openbare Werken wat aangaat de ad
ministratie. Zoo is er geen magazijn-
administratie en daardoor weet men op
31 December niet wat de voorraden zijn
De mogelijkheid is zoo geopend da',
fraude kan worden gepleegd.
Het is noodig. betoogt spr.. dat op de
administratie een schernere controle
wordt geoefend. Om die reden diende
spr. liet amendement in om te lezen in
art. 6 dat het opnemen van de boeken
enz. geschiedt door een lid van het col
lege van B. en W. of een daartoe aan
gewezen ambtenaar „of accountant". E
en W. merken op. dat het in strijd mei
art. 116 der Gemeentewet zoude zijn
door in het artikel in te voegen de
woorden „of accountant". Spr. kan die
meening van B. en W. niet dselen. Naar
het oordeel van spr is noodig een con
trole rap de loonadministratie.
Spr. verdedigt nadar zijn amende
ment op art. 12 der verordening om
dat aldus te lezen: „Bij het vaststellen
van de Begrooting wijst do Raad de
posten aan, waarop Burgemeester en
Wethouders kunnen af- en overschrij
ven". Alet de redactie van het artikel
van B. en W. kan spr. zich niet vereeni-
gon. Volgens hem is het de bedoeling
100.001) van „Gewoon" naar „Buiten
gewoon" te gaan overboeken. Gaat het
dien kant cp. dan worden alle reserves
opgeteerd om de toekomst te gaan be
zwaren. Nu geschiedt het al. Wordt
aangenomen de redactie die B en W.
aan art. 12 willen gever.dan kan her
nog meer ó-.c-n kant opgaan Dat is ht:
gevaar van de redactie, die B. en W. aar.
het artikel geven willen.
De heer Van Liemt, die indertijd
een voorstel deed aangaande accoun
tantsonderzoek der bedrijven, wenscht
te verklaren, dat. als hü nu niet mede-
gaat met het amendement van den heer
Roodenburg op art. 6 en 7 der verorde
ning (de invoeging van de woorden
..of accountant") dat is. omdat hij het
niet goed vindt partieel alléén voor één
bedTijf een accountant aan te stellen.
De heer Joosten betoogt, dat als
die redactie, die B en W. aan art. 12
wenschen te geven aangenomen wordt,
de Raad niets meer te zeggen heeft over
de onderhoudswerken. Alet de lezing,
die de heer Roodenburg aan het artikel
geven wil, kan spr. zich vereenigen. Na
verloop van eenige jaren kan men de
zaak dan nog wel eens nader bezien.
Bij hot amendement van den heer
Roodenburg op art. 6 en 7 kan spr. zich
aanpraten behoudens een „mits". Spr.
wenscht er aan te herinneren, dat de
Vereeniging van Ned. Gemeenten ac
countants heeft voor het onderzoeken
van administraties. Er kan een accoun
tant bij die vereeniging worden aange
vraagd Daan-oor bestaat een billijk ta
rief. Voor een accountant behoeven dan
geen buitengewoon hcoge kosten ge
maakt te worden
De heer Wolzak verklaart dat B
en W. met de nadere toelichting der.
goeden kant zijn opgegaan. Een voriger.
keer had spr. gevraagd te overlegger,
een staat van bezittingen die in he'
bedrüf zullen worden ingebracht. Da:
Ss nog niet geschied. Toch de Raad
dient dien staat te hebben vö6rdat he*
btorijf wordt ingesteld. Kunnen B. en
W. niet maken dat de Raad heeft een
wat spr. zou willen noemen ..openings
balans". voordat de verordening gaat In
werking treden?
Wat aangaat een onderzode door een
accountant, Indien dat noodig is. dan is
het toch niet gewenscht dat het partieel
alléén voor één bedrijf wordt ingesteld.
B. en W hebben de bevoegdheid, daar
aan herinnert spr.. te allen tijde een
bedrijf door een accountant te laten on
derzoeken Met het amendement var.
den heer Roodenburg op de art. 6 en 7
kan spr. niet medegaan.
De heer G e r r i t s z zou wenschen
dat bepaald werd. dat de verordening
in werking (reedt on 1 Januari 1929.
De heer Relnalda stelt in liet licht
dac volgens art. 215 der Gemeentewet
ten aanzien ran af- en overschrijvingen
3. en W den Raad voorstellen moeien
doen in den vorm van een Raadsbesluit
Tegen het gevaar, dat de heer Rooden
burg vreest, bevat 6e Gemeentewet ge
noeg veiligheidskleppen. Er is geen re
den om art 12 te lezen zooals de heer
Roodenburg dat wil Maar als de Raad
wenscht dat het ariakei aldus gelezen
wordt, dan is daartegen bU B. en W
geen bezwaar. Spr. zet uiteen dat het
gewenscht is aan Openbare Werken een
bedrijfsvorm te geven om redenen van
commercleelen en practischen aard.
Het Is ongewenscht nu reeds dan da
tum van inwerking tredong der veror
dening te bepalen. Volgens het voor
stel van B. en W. wordt nu alleen be
sloten tot de instelling ran een bedrijf
voor Openbare Werken. Thans wordt
daarin nog niets ingebracht. Omtrent
den inbreng zullen den Raad nog na
dere voorstellen gedaan worden.
Spr. zegt verder, dat art 6 alléén
spreekt van het opnemen van de boeken
en de kas. Daarmede wordt bedoeld
hetzelfde als dat geschiedt bü het op
nemen van de boeken en de kas van
den gemeente-ontvanger. Wat de heer
Roodenburg en die met hem mede-
gaan met het amendement bedoelen,
wordt daarmede niet bereikt. Wat aan
gaat een accountants-onderzoek. B. en
W. zijn wel bereid door een accountant
eer. onderzoek te laten instellen naar
den gang van het bedrijf. technLsch.
commercieel en administratief, alsmede
naar de geheele gestie van het bedrijf
Nog doet spr. den heer Roodenburg
opmerken, dat er wel een magazijn-
administratie bü Openbare Werken is
Iedere maand heeft een inrventarlseering
plaats.
In de replieken dient de heer Joos
ten eer. amendement in om te lezen-
..Bedrijf voor uitvoering van Openbare
Werken".
Het amendement van den heer Joos
ten wordt verworpen met 17 stemmen
tegen en 14 voor.
Het amendement van den heer Roo
denburg om in art. 6 in te lasschen de
woorden „of accountant" wordt verwor
pen met 17 stemmen tegen en 14 voor.
Het amendement van den heer Roo
denburg om in art. 7 dezelfde woorden
in te lasschen wordt geacht te zijn ver
worpen.
De lezing van art. 12, die door den
lieer Roodenburg was voorgesteld, wordt
goedgekeurd met 20 stemmen voor en 11
tegen.
Een voorstel van den heer Gerritsz om
te lezen: Deze verordening gaat in wer
king op 1 Januari 1929 wordt verwor
pen met 16 stemmen tegen en 15 voor.
Het geheele voorstel van B. en W.
wordt (met de daarin vermelde aange
brachte wijziging) zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
PUNT 20.
Voorstel van B. en W. tot wijziging
van het benoemingsbesluit van den heer
H. G. Schultheiss tot ieeraar aan de
Gemeentelijke avondschool voor nijver
heidsonderwijs. strekkende te bepalen
dat de benoeming wordt geacht inge
gaan te zijn op 1 September 1924 wordt,
na een bestrijding door den heer Joos
ten. aangenomen met 22 stemmen voor
en 6 tegen.
PUNT 21.
Benoemd worden.:
aan het gemeentelijk Lyceum tot tij
delijk Ieeraar: in de lichamelijke oefe
ning de heer Tj. 6e Jonge, tot in de
Staathuishoudkunde Dr. G. Lubbers, in
de wiisgeerige propaedieuse Dr. A. H.
Haemtjens, in de Staatsinrichting Mr. F.
van distr Goot. in de Engelsohe taal en
letterkunde de heer G. Commello. in de
handelswetenschappen de heer J. L.
Vlaming, en in de Duitsohe taal en let
terkunde de hoer P. F. de Haan;
aan liet gemeentelijk Lyceum tot de
finitief Ieeraar in de Fran scha taal en
letterkunde de heer A. Dozy.
Besloten wordt met irngang van 1
September over te plaatsen den heer H.
J. Surink als onderwijzer van de school
voor U. L. O. letter A naar de school
voor U. L. O. letter B en de heer A. L.
van Lohuizen als onderwijzer van school
No. 15 naar de U. L. O. letter A.
Verder wordt besloten met ingang van
1 September over te plaatsen naar den
vervoigcursus IV den heer L. van der
Have, thans onderwijzer aan een Ver
volgcursus III en r.aar den vervolgcursus
VI den heer J. Over Azn., thans onder
wijzer aan den Vervolgcursus Hl en o:n
te benoemen tot tijdelijk personeel aan
den vervolgcursus III mej. J. van Doom
en den heer J. D. Boes. aan oen Ver
volgcursus IV de dames J. van Gelder.
J. de Haan. Th. Kuiling-Vertregt. en
M. J. C. Paff-Van Boren en de he eren
D. Peereboom. J. Panman, P. Volger en
J. L. Munnik aan den vervolgcursus VI
de dames M. E. de Groot. A. Vorstel
man, J. de Haan, en O. KoEcmetjer en
de heeren P. Volger en J. L. Munnik.
Benoemd worden:
tot tijdelijk personeel aan den ver
volgcursus no. I de dames: wed. W. H.
Versteeg-SChouw, J. P. van Dorsten en
D. E. Dr oogend ij k alsmede de heer E.
Geerts;
tot tijdelijk personeel aan den ver
volgcursus no. II de dames M. B. Roo-
Roosen en J. P. Visser-Van den Berg.
alsmede de heeren D. de Beer. C. j.
Rijkers en G. Brouwer:
tot tijdelijk jvrsoneel aan den ver
volgcursus r.o. V de dames H. F. van
Beünen en J. AI. M. Budel:
tot onderwijzeres aan school no. 14
mei. J. i. R. Teeven te Haarlemmer
meer.
RONDVRAAG.
Bij de nu volgende rondvraag worden
allereerst aan de orde gesteld de vragen
ran den heer Van Kessel omtrent
De overplaatsing van het be
drijf der Haarlemsche Draad
nagelfabriek
naar Antwerpen.
Zooals bekend, had de heer Van Kes
sel gevraagd 1 of B. en W. met die over
plaatsing bekend waren. 2 Zoo ja of ze
dan pogingen gedaan hadden cm te
trachten het bedrijf te Haarlem te hou
den en 3 indien ja, of B. en W. dan
bereid zijn van die pogingen den Raad
mededeeling te doen.
De heer R e i n a 1 d a zegt. dat het
antwoord op dc eerste vraag ontkennend
luidt. De tweede en dc derde vraag kun
nen dus buiten beschouwing blijven.
Daaraan voegt spr. toe dat b. en w.
echter niet met dit formeele antwoord
willen volstaan. Ze willen den Raad nog
nadere inlichtingen geren.
Daartoe overgaande, deelt spr. mede
da: het gemeentebestuur in September
1927 van de directie der fabriek een
brief heeft ontvangen, waarin m ver
band met plannen tot uitbreiding van
ce fabriek werd gevraagd, welke de plan
nen waren me-, het Phoenixterreln na
1933. B. en W. antwoordden dat c'-e plan
nen nu nog niet met zekerheid zijn te
melden.
Een jaar later deelde de directie der
fabriek aan B. en W. mede. dat ze naast
de fabricage van draadnagels om tech
nische redenen ook de fabricage van
gegalvaniseerd draad enz. wenschte ter
hand te nemen. Er moest daarvoor 6e
noodige uitbreiding aan het bedTijf wor
den gegeven, ovens moesten worden bij
gebouwd enz.
Aan B. en W. werd gevraagd of ze de
zekerheid konden geven dat na 1933 de
exploitatie van het bedrijf na afloop
van het erfpachtsreóht op het Phoenix
terreln zou kunnen blijven plaats heb
ben. Verder werd gezegd, dat indien die
zekerheid niet bon worden versohaft de
directie nu reeds elders een fabriek zou
moeten iaten bouwen in welk laatste
geval het gebouw op het Phoenixterreln
aan de gemeente werd ter overname
aangeboden.
B. en W. hebben geantwoord, dat voor
hen geen aanleiding bestond tot over
neming van gebouwen ere. en dat de
directie na 1933 niet op een verlenging
van de erfpacht kon rekenen.
Dit geschiedde' na een conferentie van
spr. met de directie der fabriek waarin
werd gesproken over industrieterrein
elders in de gemeente. In die conferen
tie is door de directie met geen enkel
woord gerept van een overplaatsing van
het bedrijf naar Antwerpen.
Sindsdien meldden de bladen dat het
voornemen bestond de fabriek naar
Antwerpen te verplaatsen. Het ligt nu
in het voornemen van B. en W. naar
aanleiding van de vragen van den heer
Van Kessel zich met de directie der fa
briek in verbinding ie stellen.
De heer Var. Kessel zegt. dat hü
de -ragen aan B. en W. stelde om het
college de gelegenheid te geven eer.
verklaring af te leggen. Den wethouder
is spr. voor het antwoord zeer erkente
lijk. Den loop van zaken bejammert spr.
Haarlem zal nu niet meer kunnen heb
ben een industrie die eenig in het land
was. Het was eer. H^arlemsch belang
dat die industrie hier was gebleven. Er
werkten r.U 80 arbeiders en het plan
was dat aantal tot 300 uit te breiden.
De fabriek was een cliënte van de Haar-
iemsche gemeentebedrijven. Ze was af-
neemster van een greote hoeveelheid
cokes van de gasfabriek en betrok een
aanzienlijke hoeveelheid electrischen
stroom. Bovendien werd voor de arbei
ders zakelijke belasting op het bedrijf
betaald en rerder moesten precario
rechten worden voldaan.
Naar de meening van spr. hadden
daarom B. en W. nog iets verder moe
ten gaan dan ze gedaan hebben. Ze had
den. indien mogelijk de directie ran de
fabriek voor het bedrijf andere terreinen
kunnen aanwijzen, of indien niet, ce
zaak in den Raad kunnen brengen
Nogmaals verzekert spr. dat hü den
loop van zaken betreurt.
De heer Gerritsz stipt aan. dat in
de conferentie met den wethouder de
directie der fabriek met geen enkel
woord heeft gerept van een gaan met de
fabriek naar buiten. B. en W. meenden
dus dat het bedrüf hier zou blijven. Ze
hadden dus niet rerder kunnen gaan
dan ze gegaan zijn.
De wethouder zeide dat het voorne
men van B en W. is zich met de direc
tie der fabriek in verbinding te stellen.
Echter dat is nu wel wat laat. Dadelijk
nadat het bericht in de pers kwam van
het verplaatsen van het bedrijf naar
Antwerpen, hadden B. en W. bü de di
rectie een informatie moeten inwinnen.
Nu vreest spr. dat de kans is verspeeld
dat het bedrüf hier ter stede zal blü-
ven.
De heer Castrlcum zet uiteen dat
naar zijn meening het de directie der
fabr.ek vooral te doen is om aan geed-
kcopere arbeidskrachten te komen en
dat dit de voornaamste grond is vcor
overplaatsing ran het bedrijf naar Ant
werpen.
De heer Oversteegen is van oor
dcel. dat het zoo erg niet is indien het
bedrijf weg gaat. Er werden lage loonen
op de fabriek uitgekeerd, betoogt spr.
Het is dan maar beter dat het bedrijf
naar Antwerpen gaat. dan dat de mer.-
schen nog meer worden uitgezogen.
De heer Peper moet B. en W. gaan
verdedigen. Volgens spr. is het college
van B. en W. niet van eenige nalatig
heid te beschuldigen. Het is de directie
der fabriek er cm te doen goeükoope
werkkrachten te krijgen en er nog moer
uit te slaan. Vandaar dat ze het bedrijf
naar België wenscht te verplaatsen.
De heer Groenenda a 1 is van mee-
ning. dat het nu niets meer zal uithalen
met de directie der fabriek te gaan pra
ten. De indruk is gevestigd, zoo ging
spr. rerder, dat de directie der fabriek
van 1925 af heeft geïnformeerd naar de
plannen met het Phoenixterreln, maar
dat ze geen antwoord heeft ontvangen.
Daarom drukt spr. den wensoh uit. dat
in de toekomst B. en W. aan industrieën
spoediger de bedoelingen met terreinen
zullen ntededeelen.
D? heer R e i n a 1 d a moet weerspre
ken dat de directie der fabriek niets zou
weten van de bedoelingen met het Phoe
nixterreln. Reeds in 1925 deden B en
W. een uitbreidingsplan voor het'Phoe
nixterreln gereed maken. Dat werd
behoorlijk ter inzage gelegd om belang
hebbenden gelegenheid te geven be
zwaren ln te dienen. Er kwam toen bij
3 en W. in dd. 13 Juni 1925 een adres
van diegenen die op het Phoenixterreln
hun bedrüf hebben met verzoek de zaak
in het uitbreidingsplan tot een ar.dere
oplossing te brengen dan dat na 1933
het terrein niet meer de bestemming zal
hebben van industrieterrein en het ter
rein aan den overkant van het Spaame
te bestemmen voor industrieterrein.
Aan den heer Van Kessel zegt spr.
dat het niet opgaat zooals deze had be
pleit. dc zaak in den Raad te brengen.
Met den Raad te gaan praten zou voor
B. en W. geen zin hebben. Zeker, het
kan een Haarlemsch belang zün, dat
een bedrüf in Haarlem blüft- Maar het
is de vraag hoever mag de politiek gaan
van het brengen van finantieele offers
door de gemeente aan de industrie. De
gemeente mag zeker aan eer. industrie
niet een ton gaan geven.
Nogmaals verklaart spr.. dat de di
rectie der fabriek in het door hem aan
gehaalde schrijven aan B. en W. zeide,
dat ir.dien het college niet de zekerheid
geren kon da; r.a 1933 het bedrijf op het
Phoenixterreln kon gevestigd blijven,
ze „maatregelen nemen moest voor de
vestiging eener nieuwe fabriek in Haar
lem'. Ze had gesproken var. elders maar
dan ln Haarlem. Dat het plan was de
fabriek naar Antwerpen te verplaatsen,
daaraan had niemand kunnen denken.
Het is niet de taak der plaatselijke
overheid, aldus sprvoorts naar aanlei
ding van de opmerkingen ran den heer
Gerritsz. zich naar de Pers te gaan
richten en rekening te gaan houden met
wat m de Pers staat. Spr. heeft gezegd,
dat B. en W. met de directie der ïabrick
voornemens zün zich in verbinding te
stellen, maar niet waarover.
Naar aanleiding van een Interruptie
van den heer Bruch zegt spr.. dat het
College van B. en W. zich eerst nog
moet beraden over datgene wat aan de
directie zal geschreven worden.
De heer Bruch merkt op. dat zün
interruptie niet een onvriendelükheid
aan het adres van zijn college bedoelde,
maar alleen te doen uitkomen dat het
college van B. en W. nog niet heeft be
sloten zidh tot de directie der fabriek te
wenden, doch dat het alleen nog maar
een voorstel van den wethouder Rel
nalda is om liet te doen.
Mag de heer Oversteegen
vragen stellen?
De Voorzitter deelt mede dat van
den heer Oversteegen vragen zün in
gekomen omtrent het gelegenheid geren
aan een R.-K. Speeltuiavereeniging om
gebruik te maken van den speeltuin van
de vereeniging ..Oosterkwartier".
De heer Gerritsz. die z:ch tn de
zen beroept op art. 183 der Gemeente
wet vraagt den voorzitter of het het
verlangen van den Raad is dat de heer
Oversteegen deze interpellatie houdt
Spr ts van meening. dat de Raad aan
een lid dat in den Raad is gekomen met
de bedoeling het college te or.dermüner.
en het prestige van het college, niet
moet toestaan een Interpellatie te hou
den.
De heer Peper is van meening. dat
de Raad goed zal deen zich niet bü het
standpunt van den heer Gerritsz aan te
sluiten.
De heer Keesen Is van meening.
dat de heer Gerritsz gelijk heeft. Maar
overigens heeft spr. er geen bezwaar
tegen dat de heer Oversteegen deze
vraag stelt.
De heer De Braai betoog'., dat de
heer Oversteegen een vraag deed. die
behoorlijk jn den vorm is gesteld. Waar
om dan die vraag niet toe te laten.
Het zou gevaarlijk zijn te handelen in
den geest als de heer Gerritsz wil.
De heer Joosten oordeelt, dat de
heer Gerritsz ongelijk heeft, Volgens
het Reglement ran Orde ran den Raad
heeft bü de Rondvraag ieder ltd gele
genheid vragen te stellen. He: Regle
ment var. Orde zegt. dat aan het einde
der vergadering de voorzitter vraagt of
iemand nog Iets ir. het midden heeft te
brengen.
De heer Gerritsz betoogt, dat een
lid ran den Raad wel vragen kan stel
len. maar dat het antwoord niet aan
een lid van den Raad doch aan den
Raad gegeven wordt, Spr. verwijst naar
art. 183 der Gemeentewet. Daaraan dient
de hand te worden gehouden.
Het bezwaar van spreker dat de heer
Oversteegen vragen gaat stellen en dat
B. en W. daarop antwoorden is gegrond
op heel het doen van den heer Over
steegen in den Raad en zün niet deel
nemen p.an de werkzaamheden van den
Raad. Het werken van den heer Over
steegen in den Raad draagt een negatief
karakter en zulk een werken wil spr.
niet. steunen. Een Raad die zich zelf
eerbiedigt moet er geen prüs op stellen
dat de heer Oversteegen vragen doet.
De heer O verstee gen zegt dat hü
zich het recht voorbehoudt voortaan bü
het stellen van alle vragen daarover
stemming te vragen.
De Voorzitter vraagt daarna of de
Raad het rerlof wil verleenen volgens
het bepaalde in art. 183 der Gemeente
wet.
Dc Raad besluit met 24 stemmen voor
en 7 tegen de toestemming te verleenen.
Tegen stemden de leden mej. Van
Vlier. Gerritsz. mevrouw Maarschall.
Van de Kamp. Keerwolf, Scholl en
Koppen.
Te heer Bruch antwoordt den heer
Oversteegen dat- aan den Bend van
Groote Gezinnen, een R.-K. organisatie,
'■«gunning Is verleend gebruik te ma
ken van den speeltuin naby de Zomer-
vaart. B. en W. hebben daarmede ge
handeld in overeenstemming met het
Raadsbesluit van 11 Juli. Er is daar geen
aanmerking op tc maken.
Verkeersregelen.
De heer Peper bespreekt de ver
keersregeling op een gedeelte vat: de
Papentorer.vest. Volgens hem dient daar
in verandering gebracht te worden, zul
len er geen ongelukken plaats hebben.
De heer Keesen ondersteunt dc ge
dachte van den heer Peiger.
De heer Gerritsz Is van meening,
dat daar er eenmaal bepaalde regelen
voor het verkeer zün die overal gelden,
het toe te juichen is. dat die worden
opgevolgd. Volgens die regelen is nu
het verkeer op de Papentorenvest. Het
is noodig toe te zien dat er geen anar
chie op den weg kamt.
De heer Relnalda antwoordt, dat
naar aanleiding van de opmerkingen
van den heer Peper B. en W. zullen gaan
overwegen, wat ter plaatse moet gebeu
ren. Het schünt. dat zooals het verkeer
r.u is geregeld het inderdaad gevaar op
levert.
Dc heer Peper herinnert aan he:
besluit var. den Raad eer gemeente
Bloemendaal tot het verleenen van me
dewerking tot beschikbaarstelling van
gelden voor de stichting eener school
van de vereeniging ..Haarlemsche bui
tenschool". Spr. vindt het te betreuren
dat de Haarlemsche buitenschool nu
niet in de gemeente Haarlem zal ko
men. nadat de Raad reeds 8 jaar gela
den een besluit had genomen tot stich
ting van een buitenschool.
De heer Van Liemt zegt, dat nu
het Kennemerplein is klaar gekomen,
daar vluchtheuvels en een tramhalte zün
gemaakt. De vluchtheuvel aan de zijde
van het Kennemerplein recht voor de
brug en de tramhalte zijn zoodanig aan
gebracht. dat daar meermalen een stag
natie in het verkeer ls.
Spr. vraagt of in zake het maken van
den vluchtheuvel da3r ter plaatse over
leg is gepleegd tusschen Openbare Wer
ken en d» politie cn verder of niet de
Trammaauchappü ter zake van de
tramhalte overleg is gepleegd.
De Voorzitter antwoordt dat So
vluchtheuvels zün gemaakt afgeschei
den van de tramhalte. B. en W. zullen
nader nagaan wat is te doen om ver
betering aan te brengen.
De heer Van Liemt herneemt, dat
het don indruk maakt dat ter zake van
tramaar-gelegenherien te weinig overleg
gepleegd wordt. Spr. herhaal: de vra
gen of er overleg :s gepleegd tusschen
Openbare Werken en de politie cn daar
na ter zake van de tramhalte me: de
Tramdirectie.
De Voorzitter zegt dat op de
laatste vraag nog nader antwoord zal
gegeven worden.
De heer Van Liemt klaagt over de
groote snelheid waarmede automobilis
ten in de gemeente rijden. Het schijnt
of het snelheidsrecord nog verbeterd
moet worden. Spr. vraagt of de borden
aangevende de max. snelheid waar
mode in de gemeen;e mag gereden wor
den reeds zün besteld cn wanneer ze
zullen worden geplaatst.
De heer Relnalda antwoordt, dat
B. en W. ter zake een onderzoek stillen
instellen.
Daarna wordt de vergadering gesloten.
HET XlXe INTERNATIO
NAAL CONGRES TEGEN
HET ALCOHOLISME.
Het gemeentebestuur van Antwerpen
had aan de ruim 500 leden van het
Congres een boottocht aangeboden op
de Schelde en een bezoek aan de haven
inrichtingen. Het bleek evenwel dat
sluitlngsbüeenkomst daardoor in "t -
drang zou komen en zoo moest helaas
deze vriendelüke imitatie worden afge
zegd.
Het Congres heeft zittingen gewijd
aan de verpleging van drankzuchtigen,
aan rapporten omtrent experimenteel»
onderzoekingen, aan de drankbestrüding
ten plattelande enz. Dr. Müller uit
Zwitserland en de heer Emits uit Fin
land hebben aan ce drankbestrüding
onder de boeren belangryke referaten
gewüd. Het is zeer te begrijpen. dat on
der de wöflbouwbooren wantrouwen
heerscht en het bleek dan ook zeer
moeilijk te zün het vraagstuk der drank
bestrijding aan de boeren voor tc leg
gen. Bü de jeugd was evenwel een stU-
gende belangstelling merkbaar, zoo was
een jeugdfeest bezocht door ruim acht
duizend jongeren geheel abstinent. De
heer Ernltz besprak de propaganda on
der dc boeren in de Baltlsche landen:
treffend was zün mededeeling dat er in
Rusland onthcudersverccniglngen zün,
waarin alleen de boeren stemrecht heb
ben.
Dat het alcoholisme onder dc Belgi
sche plattelandsbevolking welig tiert on
dc abstinente priesters er een moeilük
werk hebben, is mede gebleken uit een
referaat van Pater Simons. Vooral de
kermissen zün haarden van het alco
holisme
De sluitingszitting was mede gewüd
aan huishoudelijk werk Vermelden we
allereerst dat vcor de volgende congres
periode tot voorzitter werd benoemd Dr.
R. Hcrcod. Dat dit besluit tot een geest
driftige ovatie voor Dr. Hcrcod aanlei
ding gaf. zal elk ingewijde begrijpen.
Inderdaad het congreswerk is op inspi
ratie van Dr. Hercod tot een belang-
rüko gebeurtenis geworden. Zonder
stemming werd de ultnoodiging der Pool-
schc rcgcering om het volgend congres
te Warschau tc houden met applaus
aangenomen.
Aan den Koning en de Koningin van
België zal dank worden betuigd voor
hun bescherming van het consres als
mede nan kardinaal van Roey.
Een voorstel aan de Belgische Regee
ring te verzoeken om bü don Volken
bond voor te stellen dc drankbestrüdlftg
op dc agenda der a.s. assemb'.ée to
plaatsen werd na een geestdriftige in
leiding van Dr. Lcgrnin zender .stem
ming aangenomen. Voor onderzoek en
rapport van verschillende uit dc refe
raten voortgekomen „Wenschen" werden
commissies ingesteld.
Aait professor Forel, een der stichters
van de congressen en grondlegger der
wetenschappelijke drankbestrijding, zal
een adres van hulde worden gezonden
ter gelegenheid van zijn tachtigsten ver
jaardag. welke Prof. Forel over eenige
dagen herdenkt. Dr. Holitscher heelt
verder in een warm-gestemd woord het
werk van Forel herdacht welke rede
dcor het congres staande werd aange
hoord en geestdriftig toegejuicht.
Ofschoon het bestuur der Belgische
federatie van anti-alcoholische bonden
alles heeft gedaan om het congres goed
te doen slagen, kan niet met volle tevre
denheid daarop worden teruggezien.
De Belgische drankbestrüding beschikt
niet over zooveel medewerking om alles
tc regelen, helaas was het klein aantal
leden van het bureau oorzaak dat men
zich zelf maar moest helpen, ook was
het bureau-werk niet gespecialiseerd,
waardoor enkele vreemde talen spre
kenden voortdurend in beslag wer
den genomen.
Niettemin hèeft men gedaan wat men
kon doen en het woord van erkcntelük-
heid door prof. Pöld de afgetreden
congres-voorzitter gesproken was dan
ook voor dc weinige medewerkers op
zijn plaats.
Met een Fransch arts. dien wU ten
congrcsse ontmoetten, bezochten wij. op
diens verzoek den nieuwbouw der ar
beiderswoningen te Amsterdam. We wa
ren zoo gelukkig om enkele woningen te
mogen bezichtigen. Onze gast wa« daar
over ln de wolken, hij vond de Holland-
schc arbeider er. zün omgeving zeer
helder en roemde de breede opvatting
van de overheid. Inderdaad troffen wU
het heel goed: vriendelüke mcnschen
cn de tuintjes in zonneschljn.Wlj hebben
hem beloofd hem nader over een en an
der in te lichten. Zoo ook over de zie
kenfondsen. subsidies voor tuberculosc-
bestrüding; drankbestrüding; uitgaven
voor onderwijs enz. Tot onzen spijt kon
don wU geen tUd vinden hem ook te
Haarlem rond te leiden, maar zullen
hein nog foto's zenden van Haarlemsche
arbeiderswoningen.
Zoo werkt dan wellicht een congres-
bezoek mede tot voorlichting ook op an
der gebied dan drankbestrijding, want
onze gast heeft zich voorgenomen er
een lezing over te houden met licht
beelden ter argumenteering van zün
voordracht.
Vermelden wü nog volledigheidshalve
dat onze gast het sterftccUler. volgens
zün mededeeling 9 per 1009; (het laag
ste van de gehceic wereld) toeschrüft
aan de goede maatregelen op het ge
bied der openbare gezondheid.
C. E. VAN EYKERN.