SURINAME POSTZEGELRUBRIEK RUILRUBRIEK BELOONDE EERLIJKHEID Vele Jaren geleden leefde er eens een klein meisje, dat haar ouders reeds ver loren had. Daar z4J echter geen familie leden meer had, tow am zU bij vreemde menschen bij wie zij veel moest wer ken en karig loon en eten kreeg. De menschen waren zeer welvarend, maar gunden zichzelf noch de dienstboden niets meer dan het allernoodlgste. Alle goudstukken, die zij met handelen ver dienden behielden zij in huis en des wonds, als de dienstboden naar bed wa pen, haalden zij het geld tevoorschijn Tan de plek waar het verstopt geweest was en begonnen bet te tellen. Op zekeren avond ontbrak er een klein bedrag en hoe zij ook telden en overre- kenden, het kwam niet terecht. De men- adhen waren zoodoende overtuigd dat het geld gestolen moest zijn, maar door Wie? Zij peinsden zich moet en tenslotte waren allen van meening dat Greetje feoo heette het meisje, waarover dit ver. haal gaat) het moest zijn geweest. Im mers, Greetje was den geheelen dag al leen thuis geweest, terwijl de andere knechts en meiden aan het werk waren geweest op het land. dus niemand an ders kon het zijn! Den volgenden morgen ging de fami lie naar Greetjes kamertje en onder zocht alle laden en hoeken. Waarlijk! ZSj vonden geld. Het was wel niet zoo veel als er vermist werd. maar geld wai het toch in elk geval en hoe kon Greetje. die zoo weinig verdiende, nu geld overhebben. Zoo praatten de fami Beleden en zij riepen Greetje ter ver antwoording. Het arme meisje ver klaarde op haar eerewoord, dat zij het geld niet gestolen had en wat bij haar op het kamertje gevonden was, was haar spaargeld, dat zij door overgroote zui nigheid bfteen gegaard had. Ook had zij nog wel eens een kleinigheid als beloo ning gehad van menschen. die zij uit vriendelijkheid geholpen had. Zoodoen de had Greetje een heel klein bedragje bijeen en dat lag op haar kamertje. Mnar de koopman en zijn vrouw geloof den haar niet. Zij namen haar het beet le geld al en joegen haar weg uit huls. Bsuu- loon kreeg zij natuurlijk ook niet en zoodoende stond ons arme meisje xm hulpeloos en zonder eenige kans op Oifedcht, alleen op de wereld! Weenend ging zij het dorp door en liep al denkend ln de richting van het groote bosoh. Nadat zij een paar uur doelloos In het bosch gezworven had. zag zij in de verte een huisje, maar zU durfde er niet dichterbij gaan. daarom ging zij aan den kant op een boomstronk zitten. Zoo had zij al een langen tijd daar ge- Boten. niet wetende wat zU moest begin nen, toen plotseling oen grappig klein eekhoorntje op den grond haar aan dacht trok. Het diertje scheen heele- maal niet bang voor haar te zijn, want het kwam steeds dichterbij. Plotseling ging het rechtop zitten en begon tot het verwonderde meisje als volgt te spre ken: ..Greetje. ik weet dat je verdriet hebt en dat je droef en terneergeslagen bent omdat je onschuldig veroordeeld wordt. Je bent een net en eerlijk meisje ge weest en nu wordt Je ten onrechte door brore menschen uit huls gejaagd. Daar om wil ik Je helpen. Ziehier, een gou den ring. Neem hem en ga er mee in hot huisje dat je daarginds ziet. Daar vind je een oude vrouw en je vertelt haar dat Je den anderen ring. dien zij in do hangklok verborgen houdt, van haar moet hebben. Zij zal dien eerst niet wil len geven, maar dan doe je net of je ■elf den ring gaat pakken. Daarcp zal «ij toch opstaan en je den ring zelf ge ven. Doe hem dan aan den ringvinger van je linkerhand en verlaat het huis. De rest komt allemaal vanzelf in orde." Spi Jceioos had Greo'je de rede van het eekhoorntje aangehoord. Het dier tje was plotseling verdwenen en Greetje wist niets beter» te doen dan op te «taan en het huisje binnen te gaan met den ring. welke het eekhoorntje nog gauw in haar schoot had laten vallen. In het huisje aangekomen voivd zU daar inder daad een oude vrouw en als zij haar wensch uitsprak, wees het vrouwtje haar de deur en weigerde den ring te geven. Greetje ging echter zelf naar de wand klok en deed aleof zij die wilde openen. Toen besloot de oude vrouw haar den ring te geven. ZD opende de klok aan den kant en haalde het sieraad eruit. ZU gaf het Greetje, die het aan den vinger deed en ermee naar buiten snelde Maar wat was dat? Het geheele bosch was weg. Het had zich veranderd in een groot heerlijk park, vol bloemen die heerlijk geurden. Aarzelend liep Greetje verder en genoot van al het sehoone om haar heen. Daar maakte de weg plotse ling een bocht en onverwacht stond Greetje tegenover een oud echtpaar met hun zoon. „Ben je eindelijk gekomen?" vroeg de jongeling zacht, „wij hebben al zoo lang gewacht." Greetje begreep er niets van en zU liet het hoofd zakken uit schaamte voor haar povere kleeding. Maar toen ont dekte zU opeens dat zij niet arm kleed was. maar integendeel de mooiste kleeren aanhad van de zachtste zijde. Nu wist zU waarlijk niet meer wat haar overkomen was en zU keek den jongeling vragend aan, die zich tot haar voorover boog en zei: „Luister, dit park hier mag alleen be treden worden door een meisje, dat al tijd eerlUk is geweest en dat den ring van het oude vrouwtje heeft. Ik zie dat je dien ring al draag en dus moet Je wel heel eerlijk zjjn. Welnu, mijn ouders hier hebben met mij gewacht tot er een eerlyk meisje zou komen, waarmede ik zou kunnen trouwen om dan hier in het park gelukkig te zUn. Zie, ginder staat ons kasteel Greetje was sprakeloos van verbazing en zy begreep met dat het werkelUkheid was. ZU dacht dat zU droomde. Maar de jongeling kwam weer dichter bU haar en vroeg: „Wil je mUn vrouw worden, Greetje," dan wordt je een prinses." Greetje aarzelde niet lang. ZU knikte en zei: „Omdat je zoo goed voor mij bent geweest zal ik zeker geen neen Toen sloot de oude moeder haar in de armen en samen gingen allen terug naar het kasteel, waar 's avonds een groot feest werd gegeven ter eere van het bruidspaar. Maar Greetje en haar sprookjesprins leefden samen nog langen tUd gelukkig tot zegen van vele armen en hulpbehoe venden aan wien zy hun gansche leven liefdevol gingen wyden. En zoo werd Greetjes eerlUkheid beloond. KINDERTUINTJES. APRIKANEN. (Tagetes patula). fa milie sanoengesteldbloemige (compos l- ten). Een algemeen, zeer veel voorko mende plant, die heel gemakkelijk is te kweeken. 't Is een stijve, doch sterke plant, met bruin- tot geelachtige of gel- bloemhoofdjes. Voor perken is geschikt de Tagetes patula flore pleno, die «0 a 50 c.M. hoog groeit of de dwergvomi T. p. nana. De Tagetes signata groeit even hoog. geeft fijner, meer ingesne den, welriekend blad en overlaadt zich met kleine gele bloempjes. Geschikt voor randen is de dwergvorm T. s. pu- mila. De perken, waarop men Tagetes wenscht te poten, moeten matig be mest- worden, anders vormen de planten te veel Wad, waardoor de bloemen min der uitkomen. Een groote soort is Tage tes erecm atrrea. die 80 c.M. hoog wordt groove, orantegc'.s bloemen geeft. Enkele er van tussdhen de vaste plan ten gcaet. geven aan zoo'n hoekje weer een vrocAljk aanzien, als de meeste over blijvende soorten zUn uitgebloeid. NEMESIA SEBUMOSA LUTTONI, fam. Leeuwentoekachtigen (Scrophu- lariaceeën). Een prachtig 40 c.M. hoog plantje, afkomstig uit Zuid-Afrika, dat zich ln den zomer tooit met vrU groote, helder gekleurde, lichtgele-, oranje-, rose- of donkerroode en witte bloemen. Zeer fraai is vooral de oranje-roode. Men zaait nemesia in Maart-April op eenige warmte, verspcent de jonge plantjes en zet ze in Mei op de bestemde plaats in den tuin. Er bestaan ook dwerg-vormen, die bijzonder mooi zUn voor kleine, zonnig gelegen perken. Daar de planten verloopen is het niet aan te bevelen zelf zaad te winnen. RIDDERSPOOR (Delphinium Ajacis) fam. Ranonkelachtagen (Ranuncula- ceeën) Een sierplant uit Zuid-Europa, aldus genoemd naar de groote spoor (buisvormig aanhangsel) door een der vUf gekleurde kelkbladeren gevormd. Doe 6080 c.M. hooge planten bren gen van Juli tot October bloemtrosjes voort ln talrijke kieurschakeeringon van blauw, wit en rozerood. Vooral de vio- lierbloemige zUn heel mooi. De dwerg- kandelabervormige heeft een dwerg achtige groeiwijze, waardoor de fraaie, helder gekleurde bloemtrossen goed tot liaar recht komen. Hoogte 30 a 35 c.M. Als men deze planten eenmaal bezit, raakt men ze niet gemakkelUk weer kwijt, aangezien ze zich zelf zaaien. Deze planten kunnen dus in het najaar reeds worden uitgezaaid. WELRIEKENDE TABAK. (Nicotiana af fin is), fam. Nachtschaden (Solana- ceeën). Een sierplant uit Brazilië, die 70- 90 c.M. hoog wordt en gedurende een groot deel van den zomer eindelingsche trossen van trompetvonmlge witachtige bloamen voortbrengt. Het verdient aan beveling ze op half beschaduwde plaat sen te planten, daar de bloemen zich op zonnige plaatsen 's avonds openen, om zich den volgenden morgen weer te slui ten Ze verspreiden een aangenomen, sterken geur. TUINIER. SURINAME. I. A? Ac Jc sc. /(9/J -po - MC /Afc /SC Aoc cP/J -po-- A sc JOc <T0C sac /<P/J Nu we Oost-Indië hebben afgehandeld, zullen we beginnen met de behandeling van onze koloniën in Amerika. Voor Suriname en Curagaozijn afzonderlUke zegels uitgegeven. Over 't algemeen zyn deze zogels tamelUk schaarsch, door dat deze koloniën niet zoo groot zijn en dus weinig noodig hebben. De eerste serie voor Suriname, die gedurende 187390 werd uitgegeven, vertoont de beeltenis van koning Wil lem ni in een cirkel. Bovenaan staat de landsnaam en onder de waarde. Er verschenen 1 cent (grijslila), 2 cent (oranje), 2 1/2 cent (rood), 3 cent (groen), 5 cent (violet), 10 cent (geel bruin), 12 1/2 cent (leiblauw, 15 cent (grijs), 20 cent (groen), 25 cent (blauw of ultramarUn), 30 cent (roodbruin), 40 cent (violetbruin), 50 cent (bruin-oran je), 1 gulden (bruin en grUs), 2 1/2 gul den (groen en geelbruin). Grootte van de vakjes 2.8 bU 2.3 c.M. Zie voor de indeeling 't schetsje. Bloemhofstr. 29 rood. S. EEN BUITENSPELLETJE VOOR JONGENS, WAARAAN MEISJES OOK MEE MOGEN DOEN. H O M O O M O A H O O H O M O M O H In 1 bosch of op 't speelveld trek je met den hak van je scheen drie strepen. Op iedere streep maak Je drie kuiltjes (zie teekening). 't Middelste kuiltje, dus kuil A is de offerkuil. Iedere speler moet daar twee knikkers in leggen. Nu moet iedere speler een vaste plaats gaan in nemen. maar zoo, dat allen even7er ver- wUdcrd zyn van de kuilen. Om de beurt wordt er gemikt. Mikt men in A dan mag men er twee knikkers uitnemen. Mikt men in de M-kuilen, dan is men zUn knikker kwUt. Mikt men in een der hoekpunten H dan mag men zUn knik ker eruit nemen. Wie geen knikkers meer heeft, houdt maar een oogje in t zeil of de anderen goed op hun plaats blyven. Als 't goed gespeeld wordt, is 't heusch een leuk spelletje. ZOO KOMT BOONTJE OM ZIJN LOONTJE. Bello was een stout hondje. Als baas vei: „Bello zoet- Wacht maar tot het je Lyd is, dan krijg je ook wel lekkere hap jes!" dan was Bello daar niets mee in genomen en hij ging heel brutaal op roof uit in plaats van te wachten tot het eiffc beurt was. Maar baas was ook niet dom. Die zette op zekeren dag op een hoogen keukenplank een blikken bus neer, waarvan de deksel al geopend was, Op de bus stond een heerlijk malsch stuk vleesch geteekend en natuurlijk keek Bello er verlangend naar. En zie, de list van baas gelukte. Bello kan zich niet bedwingen. HU ging op zUn achter pootjes op den aanrecht staan en peu terde net zoo lang tot het blik op den grond viel. „Nu hob ik een malsch kluif je!" dacht Bello, maar ooooooh! wat kijkt hij op zUn neus! het blik is leeg en Bello vangt leelljk slip! Kijk hij eens boos kiikent DE WRAAK VAN DEN OLIFANT. Kleine Jaap had al zoo lang gehoopt om toch een6 in den Dierentuin te kun nen gaan kijken. HU had al tientallen malen aan moeder en vader gevraagd, maar die wilden ex niet heen. Vader zei, dat hU geen tijd had en moeder was bang voor de wilde leeuiwen en tUgers. Daarom ging Jaap zitten verzinnen op een middel om er alleen te komen en op zekeren dag had hU het gevonden. Hij klom eenvoudig over het hek en was binnen! Maar ongestraft kan men zooiets niet doen, dat vond de olifant ook, die al staande in zijn kooi van verre had gade geslagen hoe Japie in den tuin kwam. Maar Jaap was niet alleen stout in het overidlmmen van hekken, hU was ook nog een dierenplaag en misschien wilde hU alleen maar zoo graag naar den dierentuin om de arme beesten te kun nen kwellen. De olifant dacht: als Japie hier is, zal ik eens zoo hard tegen hem knorren, dat hij van schrik wegloopt en MET Z'N ACHTEN. door W B. Z, 3) Baas Kuiper was een heele meneer en de jongens in het dorp hadden respect voor baas Kuiper. Eigenlijk niet alleen voor den baas, maar vooral voor zUn honden. Die honden waren van Jonkheer Borrestein, die de zomer maanden op de Hoeve kwam doorbren gen. In 't jachtseizoen kwamen er heel veel deftige heeren op de Hoeve en dan ging baas Kuiper mee ter Jacht. Dan zag hU er uit als een Jager van een plaatje met zUn donkergroen pak met< zwarte biezen en zUn groen kastoren' hoed met t wapperend bosje vee ren. Als hU dan door het dorp liep, namen de jongens beleefd hun petjes af en zeiden: „Dag meneer Kuiper." Baas zou nu oneerbiedig geklonken hebben. 't Gaf altUd een heele levendigheid in 't dorp, wanneer de Hoeve weer be woond was. De kleine winkeltjes fleur den er heelemaal van op. Er werden dan steedsche dingen ingeslagen, waarvan de dorpelingen vaak nooit gehoord had den. Boschwachter Houber was ook altijd in zyn nopjes, want baas Kuiper had hem dan dikwijls voor een of ander werkje noodig. En extra werk werd ex tra betaald. Wie niet bUj waren, dat waren de kleine Houbertjes. Ze misten hun mooie speelveld, „want", beweerde baas Kui per, „'t zou voor de familie te onvrij wezen, als er kinderen op het weiland speelden." ,,'t Zou misschien best mogen van mevrouw Borrestein," zuchtte Margje, toen baas Kuiper op een heerlijken zo meravond was komen vertellen, dat de familie over een paar dagen zou arri- veeren. ,,'t Welland hoort eenmaal bU de Hoeve," antwoordde moeder, 't Speet haar ook. want 't was zoo eoht hun bui tenverblijf geworden. ..Zouden de dienstmeisjes weer mee komen?" dacht Margje hardop. ..Dat zal wel, kind. Er moet toch ge werkt en gekookt worden." Twee jaar geleden was Betje er al leen. Toen hielpen Kuiper en zUn zuster mee." .Dat Je je dat nog herinnert," lachte moeder Houber. Maar nu ze zelf haar gedachten opfrischte wist ze ook nog wel, dat meneer Borrestein toen alleen voor de jacht was overgekomen, Kuiper, die ongetrouwd was en met «Un zuster woonde, was toen zoo n beet je kok en buisknecht geweest. En «Un euster had de hulshouding gedaan. Kui per had later tegen Houber gezegd, dat hfl b!U was, dat het maar voor eenige dagen was. 'k Hoop. dat Betje mee komt," begon Margje weer. den tuin uitrent, dan heeft hy zUn straf voor het binnenkomen op verboden wU- ze." Maar toen nu Japie bovendien den olifant ging plagen door hem met kluitjes aarde te gooien en met een rietje te kietelen, toen werd de olifant werkelijk boos en hy' nam zich voor Japie nu eens wat anders te laten zien! Begrijpen Jullie het al? Kijk maar eens naar het plaatje, dan kun je misschien wel raden tot welke wraak de olifant zich voorbereidt? Neen? weet je het niet? Welnu, luis ter dan. Een olifant die geplaagd wordt, snuift zUn gansche slurf vol water, buigt die dan tot een soort spuit, als op ons plaatje, en als de plager dichtby komt, sproeit hU hem plotseling een dikken straal water over het hoofd Dat lot wacht stoute Japie. Hij weet er nog niets van, maar straks zal de olifant hom wel zUn plagerij betaald zetten, geloof dat maar! .Daar kon JU het best mee vinden, hè?" „Nou of ik." TerwUl Margje voor den grooten bak met aardappelen zat, dacht ze aan 't vorig jaar. Ze had toen dikwijls bood schappen voor Betje moeten doen. Daar kreeg ze telkens een dubbeltje voor. Dat was aaMig opgeloopen. Voor die dub beltjes had moeder later een mooie wol len lap gekocht, waar een winterjurk uit gemaakt was. Maar daarom alleen had ze Betje niet aardig gevonden. Als ze in de groote keuken de boodschappen afgaf, dan zei Beitje: „Ga zitten, kind. Er is nog wel een bakje koffie voor je." Koffie dat ze daar dronken. Zoo heer lijk als ze nog nooit geproefd bod. En lekker dat ze rook. Ze kreeg er ook al tijd een paar lekkere koekjes bU- Betje praatte maar altUd door. Vooral over den Haag, waar ze anders woonde, 't Was vlak bU Scheveningen. Je kon in je bed de zee hooren ruischen. Als er muziek was kon je 't ook hooren. Mu ziek hoorde Betje andeTs genoeg. Ze hadden een radio en een vleugel.. Wat een vleugel was? Een reuze-piano. Als freule Cecile er op speelde, hoorde je het door 't heele huis. Soms speelde me vrouw en dan zong Cecile. Dat klonk nog eens prachtig. Met open mond luisterde Margje naar de verhalen van Betje. 't Speet haar altUd, als 't tweede meisje binnenkwam 't Was net of die uit de hoogte op haar neerzag. „Ze weet van grooeigheid niet wat ze doen zal," had Betje eens tegen Margje gezegd. En fluisterend had ze later ver teld. dat Marie, zoo heette het tweede meisje, heelemaaik niet in haar smaak viel. Betje hoopte, dat het maar van korten duur zou zUn. Betje had al haar koperen feest ge vierd bU de familie Borrestein. Maar do laatste Jaren was er telkens een an der tweede meisje geweest. „Misschien is Betje erg lastig," had moeder Houber eens geopperd. Maar dat kon Margje niet gelooven. Ze hield echt veel van Betje Een keer had Betje tegen haar gezegd: „Als Je grooter bent, kom jU maar hier." Margje had er een kleur van gekre gen. Hier in die mooie, groote keuken maar vrU te mogen rondloopen en altijd samen te zUn met Betje. En dan in die groote stad te mogen wonen en in dat prachtige huls waar altUd muziek was. Was dat geen sprookje? 't Zou net we zen, of ze werd omgetooverd in een prin ses, die in een kristallen paleis woonde bU de duinen en by de zee. (Wordt vervolgd!). f WAT ONZE BELANGSTELLING WEKT Nuttig cn schadelijk. We hebben het er al eens meer over gehad, dat er vorschillende dieren zU». die zoowel goede als slechte eigenschappen heb ben. Nuttig en schadelUk ls daarom ook al weer betrekkelUk. Valken en uilen zUn nuttig, omdat ze veldmuizen vangen ze zUn schadelyk omdat ze kuiken, fa zanten en patrijzen opeten. De landbou wer beziet ze als vrienden, de jager als vUanden. Met den burning is 't eenigs- zins anders. HU vangt wel ratten en muizen, maar de schade, die hU aan de vogelwereld toebrengt is veel grooter De mol kan onzen tuin lcelUk toetake len, maar hU vangt ook veel schadelUke insecten. De wezel is een goede ratten en muizenvanger, maar maakt ook buit op hazen en konUnen. Absoluut nuttige dieren zUn onze insectenetende vogels. Ook de spitsmuis, die zich voedt met larven en rupsen moet tot de nuttige dieren gerekend worden. Waarom kanaries niet zingen. Dear kunnen verschillende oorzaken voor zUn In do eerste plaats kan het aan de voe ding liggen. Een kanarie moet lioht voer hebben. In de tweede plaats kan een kanarie niet tegen tocht. Evenals een mensch kunnen zUn stembanden dan aangedaan worden. In de derde plaats kan hU geplaagd worden door ongedier te. In dc vierde plaats kan hU niet te gen felle zon. Een prachtige autoweg. Een der mooiste auto-wegen van de wereld is ze ker in Italië en wel tussohen Milaan en Varese. 14000 arbeiders hebben er gedu rende een jaar aan gewerkt. De weg heeft boven de spoorwegen een reusach tig viaduct met drie hoogspanningen, leder van 21 M. lengte. Dan is er nog een brug van 48 M. en een viaduct met drie spanningen, ieder van 15 M. Over kanalen zUn nog 124 bruggetjes gesla gen en boven de wegen zijn nog 70 via ducten gebouwd. De auto's rijden nu hun eigen weg zonder het verkeer te be lemmeren. Ze mogen echter niet sneller rUden dan 100 KM. per uur W. B.—Z. ZIJN ER NOG ONBEKENDE DIEREN? Onze aarde, bevolkt mot menschen. die machines gebruiken, in de lucht vlie gen cn met alle denkbare middelen der techniek zich de macht over al haai- be woners hebben toegeëigend, heeft wei nig plaats voor de levende wezens, die de aarde het eerst hebben bevolkt. Tal- rijke dieren, die nog eenige eeuwen ge leden, de holen en de wouden van Europa bewoonden, zijn volkomen uit gestorven. Andere worden in natuurmo numenten of dierentuinen bewaard en geteeld. 366000 verschillende soorten van dieren heeft de menscheliike wetenschap geteld, in boeken vermeld, in teekenin- gen en geschriften vastgelegd. Mogen wellicht eenige soorten haai- ondergang tegemoet gaan, in tot dusver ondoor- zoebte streken van den Oceaan, in onbe kende landen van Afrika en Azië wor den. ook nog tegenwoordig, steeds weer nieuwe dieren ontdekt, die ons verras sende bewUzen brengen van de geheimen dor natuur. Zoo vond men. eenigen ja ren geleden, in de moerassen van cen traal Congo de Opaki, een viervoeter, die veel overeenkomst vertoont met gi raffe en zebra, maar organisch niets met hen gemeen heeft, zoodat men hier te doen heeft met een nieuw soort en ras. Ook de pas ontdekte Grevy-Zebra. die in het bergland van Zuid-Abessime werd gevonden, onderscheidt zich ge heel van de tot nu bekende zebrasoor ten door een bijzonder grooten en plom pen ezelskop met groote ooren en op vallende strepen op de huid BU de inboorlingen van Centraal-Afri ka spookt nog altijd het sprookje van een reus&chtigen slang, die er als een soort draak uitziet. Indexdaad zijn groote slangen gevonden, naar verteld wordt ook op het eiland Java. Op Su- ma tra zUn reusachtige rhtnoceroesen ge vonden. die zeer verschillen met de bekende soorten van Afrika In de moe rassen van den Witten Nlll is een reus achtige vogel gevonden, de Abu Markub, een nieuwe soort. Mag dus worden aangenomen, dat op het vaste land niet alle dierlijke gehei men zUn ontsluierd, de oceanen bergen nog meer raadsels. Kwallen cn po'.ypen. die een spookachtig kleurig licht uit stralen zijn tot nu toe niet volde ido onderzocht Maar niet alleen van levende dieren moet hier worden gesproken, ook moet gedacht werden aan de diearen die in druipsteengrotten, in steenlagen onder den aardbodem versteend zijn en oi kunnen vertellen van de dicxemv jrc'.d, die in vroegere perioden onze Pler.ret hebben bevolkt. Steeds weer worden op dit gebied nieuwe ontdekkingen gedaan en het is nauwelijks aan te nemen, dat de toekomst wat de nieuwe ontdekkin gen betreft, zal achterblijven bU vroe gere eeuwen. De vraag, of er nog onbe kende dieren zUn. moot bevestigend worden beantwoord. UIT DEN MOPPEN TROMMEL. EEN GEESTIGE MELKBOER „Zeg. melkboer, zou het vandaag goed weer blUven?" ,,Ja, juffrouw, wat zal ik u daarvan zeggen. Afwachten is de boodschnp U moet maar net doen, als de lui in het Schoterkwartier." „Wat doen die lui in het Schoter kwartier dan?" „Wat die doen? Nou, die wachten ook af." BAAS BOVEN BAAS „Ik heb een vriend, die zoo mooi kan zingen, dat Je denkt, dat er een nach tegaal zingt." .Dn ik heb een vriend, die kan kraaien als een haan, zoodat 't net is, of de zon opgaat." ANDERS BEDOELD. Een badgast vroeg aan een ezeldrijver op Zand;voort, hoeveel ezels er op 't strand waren. De ezeldrijver antwoordde: ,Dat is zoo niet tc zeggen, meneer, 's Zomers natuurlijk meer dan 's winters. Hoe meer badgasten, hoe meer ezels. Onderwijzer: „Jan, waar zit Je mee te spelen?" Jan: „Met niks, meester". OnderwUzer: „Bctr het dan direct weg". Bedelaar: „Och, mevrouw, heeft u niet een paar oude schoenen voor me?" Mevrouw: .Dc bezit zelf maar één paar nieuwe". Bedelaar: „Geeft u me die den maar". Dultsche dienstbode bU den kruidenier: Ich muss haben: twee pond suiker. Kruidenier: Dat noemen we hier een kilo. Dienstmeisje: Gut; dan twee pond kilo. ENGELIEN JTJNGE, Prinsessekade I vraagt van Naardcrmeerplaatjes de vol gende nummers: 41 43 46 50 52 53 55 57 60 61 63—70 73 74 76 78—83 85—90 92 96 97 103 106 108 110 111 114 115 117—123 125 126 128 130 131 133—135 138—141 143 144. Van Zuiderzee-plaatjes de volgende nrs. 2 15 30 37 40 41 50 90 96 106 106 113 116 130 en 135. Van Friesland-pl. de volgende nrs 2 7 9 15 19 21 33 44 51 53 64 68 71 88 90 91 92 94 1(M 125 127 128 132 134 136 en 144. Van IJsel-pl. de volgende nrs.: 4 6 10 15 16 19 21 22 33 36 38 40 42 48 57 61 62 66 67 71 73 75 76 80 91 92 93 96 103 114 121 122124 128 135 136 138 140 142. In ruil geeft zU gaarne van alle series plaatjes terug. CATHRIJNTJE. Raaks 3, heeft van Hilles-bonnen, Bloemen in onzen tuin en Amstelpennlngen. Deze wil ze rullen voor Sunlight of Vlm-cartons. M. NIESTEN, L. Costerstraat 5 'bU St. Bavo aan dc Leldsche vaart) heeft Texel-bonnen,. 1 Amstelpenning, Hille- bonnen, Sickcsz-wapens. Nofwapen-bon- r.en. Kwatta-stcrren. Ter Wee's thee bonnen. Mcco-bonnen. sigarenbandjes, postzegels. Miss Blanchepunten en Lux» bonnen. Dit alles wil ze graag inruilen voor Sunlightbonnen en Virr.cartons.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 20