SURINAME
POSTZEGELRUBRIEK
RUILRUBRIEK
BELOONDE EERLIJKHEID
Vele Jaren geleden leefde er eens een
klein meisje, dat haar ouders reeds ver
loren had. Daar z4J echter geen familie
leden meer had, tow am zU bij vreemde
menschen bij wie zij veel moest wer
ken en karig loon en eten kreeg. De
menschen waren zeer welvarend, maar
gunden zichzelf noch de dienstboden
niets meer dan het allernoodlgste. Alle
goudstukken, die zij met handelen ver
dienden behielden zij in huis en des
wonds, als de dienstboden naar bed wa
pen, haalden zij het geld tevoorschijn
Tan de plek waar het verstopt geweest
was en begonnen bet te tellen.
Op zekeren avond ontbrak er een klein
bedrag en hoe zij ook telden en overre-
kenden, het kwam niet terecht. De men-
adhen waren zoodoende overtuigd dat
het geld gestolen moest zijn, maar door
Wie? Zij peinsden zich moet en tenslotte
waren allen van meening dat Greetje
feoo heette het meisje, waarover dit ver.
haal gaat) het moest zijn geweest. Im
mers, Greetje was den geheelen dag al
leen thuis geweest, terwijl de andere
knechts en meiden aan het werk waren
geweest op het land. dus niemand an
ders kon het zijn!
Den volgenden morgen ging de fami
lie naar Greetjes kamertje en onder
zocht alle laden en hoeken. Waarlijk!
ZSj vonden geld. Het was wel niet zoo
veel als er vermist werd. maar geld wai
het toch in elk geval en hoe kon
Greetje. die zoo weinig verdiende, nu
geld overhebben. Zoo praatten de fami
Beleden en zij riepen Greetje ter ver
antwoording. Het arme meisje ver
klaarde op haar eerewoord, dat zij het
geld niet gestolen had en wat bij haar
op het kamertje gevonden was, was haar
spaargeld, dat zij door overgroote zui
nigheid bfteen gegaard had. Ook had zij
nog wel eens een kleinigheid als beloo
ning gehad van menschen. die zij uit
vriendelijkheid geholpen had. Zoodoen
de had Greetje een heel klein bedragje
bijeen en dat lag op haar kamertje.
Mnar de koopman en zijn vrouw geloof
den haar niet. Zij namen haar het beet
le geld al en joegen haar weg uit huls.
Bsuu- loon kreeg zij natuurlijk ook niet
en zoodoende stond ons arme meisje
xm hulpeloos en zonder eenige kans op
Oifedcht, alleen op de wereld!
Weenend ging zij het dorp door en liep
al denkend ln de richting van het groote
bosoh. Nadat zij een paar uur doelloos
In het bosch gezworven had. zag zij in
de verte een huisje, maar zU durfde er
niet dichterbij gaan. daarom ging zij
aan den kant op een boomstronk zitten.
Zoo had zij al een langen tijd daar ge-
Boten. niet wetende wat zU moest begin
nen, toen plotseling oen grappig klein
eekhoorntje op den grond haar aan
dacht trok. Het diertje scheen heele-
maal niet bang voor haar te zijn, want
het kwam steeds dichterbij. Plotseling
ging het rechtop zitten en begon tot het
verwonderde meisje als volgt te spre
ken:
..Greetje. ik weet dat je verdriet hebt
en dat je droef en terneergeslagen bent
omdat je onschuldig veroordeeld wordt.
Je bent een net en eerlijk meisje ge
weest en nu wordt Je ten onrechte door
brore menschen uit huls gejaagd. Daar
om wil ik Je helpen. Ziehier, een gou
den ring. Neem hem en ga er mee in
hot huisje dat je daarginds ziet. Daar
vind je een oude vrouw en je vertelt
haar dat Je den anderen ring. dien zij in
do hangklok verborgen houdt, van haar
moet hebben. Zij zal dien eerst niet wil
len geven, maar dan doe je net of je
■elf den ring gaat pakken. Daarcp zal
«ij toch opstaan en je den ring zelf ge
ven. Doe hem dan aan den ringvinger
van je linkerhand en verlaat het huis.
De rest komt allemaal vanzelf in orde."
Spi Jceioos had Greo'je de rede van
het eekhoorntje aangehoord. Het dier
tje was plotseling verdwenen en Greetje
wist niets beter» te doen dan op te «taan
en het huisje binnen te gaan met den
ring. welke het eekhoorntje nog gauw in
haar schoot had laten vallen. In het
huisje aangekomen voivd zU daar inder
daad een oude vrouw en als zij haar
wensch uitsprak, wees het vrouwtje haar
de deur en weigerde den ring te geven.
Greetje ging echter zelf naar de wand
klok en deed aleof zij die wilde openen.
Toen besloot de oude vrouw haar den
ring te geven. ZD opende de klok aan
den kant en haalde het sieraad eruit.
ZU gaf het Greetje, die het aan den
vinger deed en ermee naar buiten snelde
Maar wat was dat? Het geheele bosch
was weg. Het had zich veranderd in een
groot heerlijk park, vol bloemen die
heerlijk geurden. Aarzelend liep Greetje
verder en genoot van al het sehoone om
haar heen. Daar maakte de weg plotse
ling een bocht en onverwacht stond
Greetje tegenover een oud echtpaar
met hun zoon.
„Ben je eindelijk gekomen?" vroeg de
jongeling zacht, „wij hebben al zoo lang
gewacht."
Greetje begreep er niets van en zU
liet het hoofd zakken uit schaamte voor
haar povere kleeding. Maar toen ont
dekte zU opeens dat zij niet arm
kleed was. maar integendeel de mooiste
kleeren aanhad van de zachtste zijde.
Nu wist zU waarlijk niet meer wat haar
overkomen was en zU keek den jongeling
vragend aan, die zich tot haar voorover
boog en zei:
„Luister, dit park hier mag alleen be
treden worden door een meisje, dat al
tijd eerlUk is geweest en dat den ring
van het oude vrouwtje heeft. Ik zie dat
je dien ring al draag en dus moet Je
wel heel eerlijk zjjn. Welnu, mijn ouders
hier hebben met mij gewacht tot er een
eerlyk meisje zou komen, waarmede ik
zou kunnen trouwen om dan hier in het
park gelukkig te zUn. Zie, ginder staat
ons kasteel
Greetje was sprakeloos van verbazing
en zy begreep met dat het werkelUkheid
was. ZU dacht dat zU droomde.
Maar de jongeling kwam weer dichter
bU haar en vroeg:
„Wil je mUn vrouw worden, Greetje,"
dan wordt je een prinses."
Greetje aarzelde niet lang. ZU knikte
en zei: „Omdat je zoo goed voor mij
bent geweest zal ik zeker geen neen
Toen sloot de oude moeder haar in
de armen en samen gingen allen terug
naar het kasteel, waar 's avonds een
groot feest werd gegeven ter eere van
het bruidspaar.
Maar Greetje en haar sprookjesprins
leefden samen nog langen tUd gelukkig
tot zegen van vele armen en hulpbehoe
venden aan wien zy hun gansche leven
liefdevol gingen wyden. En zoo werd
Greetjes eerlUkheid beloond.
KINDERTUINTJES.
APRIKANEN. (Tagetes patula). fa
milie sanoengesteldbloemige (compos l-
ten). Een algemeen, zeer veel voorko
mende plant, die heel gemakkelijk is te
kweeken. 't Is een stijve, doch sterke
plant, met bruin- tot geelachtige of gel-
bloemhoofdjes. Voor perken is geschikt
de Tagetes patula flore pleno, die «0
a 50 c.M. hoog groeit of de dwergvomi
T. p. nana. De Tagetes signata groeit
even hoog. geeft fijner, meer ingesne
den, welriekend blad en overlaadt zich
met kleine gele bloempjes. Geschikt
voor randen is de dwergvorm T. s. pu-
mila. De perken, waarop men Tagetes
wenscht te poten, moeten matig be
mest- worden, anders vormen de planten
te veel Wad, waardoor de bloemen min
der uitkomen. Een groote soort is Tage
tes erecm atrrea. die 80 c.M. hoog wordt
groove, orantegc'.s bloemen geeft.
Enkele er van tussdhen de vaste plan
ten gcaet. geven aan zoo'n hoekje weer
een vrocAljk aanzien, als de meeste over
blijvende soorten zUn uitgebloeid.
NEMESIA SEBUMOSA LUTTONI,
fam. Leeuwentoekachtigen (Scrophu-
lariaceeën). Een prachtig 40 c.M. hoog
plantje, afkomstig uit Zuid-Afrika, dat
zich ln den zomer tooit met vrU groote,
helder gekleurde, lichtgele-, oranje-,
rose- of donkerroode en witte bloemen.
Zeer fraai is vooral de oranje-roode.
Men zaait nemesia in Maart-April op
eenige warmte, verspcent de jonge
plantjes en zet ze in Mei op de bestemde
plaats in den tuin. Er bestaan ook
dwerg-vormen, die bijzonder mooi zUn
voor kleine, zonnig gelegen perken.
Daar de planten verloopen is het niet
aan te bevelen zelf zaad te winnen.
RIDDERSPOOR (Delphinium Ajacis)
fam. Ranonkelachtagen (Ranuncula-
ceeën) Een sierplant uit Zuid-Europa,
aldus genoemd naar de groote spoor
(buisvormig aanhangsel) door een der
vUf gekleurde kelkbladeren gevormd.
Doe 6080 c.M. hooge planten bren
gen van Juli tot October bloemtrosjes
voort ln talrijke kieurschakeeringon van
blauw, wit en rozerood. Vooral de vio-
lierbloemige zUn heel mooi. De dwerg-
kandelabervormige heeft een dwerg
achtige groeiwijze, waardoor de fraaie,
helder gekleurde bloemtrossen goed tot
liaar recht komen. Hoogte 30 a 35 c.M.
Als men deze planten eenmaal bezit,
raakt men ze niet gemakkelUk weer
kwijt, aangezien ze zich zelf zaaien. Deze
planten kunnen dus in het najaar reeds
worden uitgezaaid.
WELRIEKENDE TABAK. (Nicotiana
af fin is), fam. Nachtschaden (Solana-
ceeën). Een sierplant uit Brazilië, die 70-
90 c.M. hoog wordt en gedurende een
groot deel van den zomer eindelingsche
trossen van trompetvonmlge witachtige
bloamen voortbrengt. Het verdient aan
beveling ze op half beschaduwde plaat
sen te planten, daar de bloemen zich op
zonnige plaatsen 's avonds openen, om
zich den volgenden morgen weer te slui
ten Ze verspreiden een aangenomen,
sterken geur.
TUINIER.
SURINAME.
I.
A?
Ac
Jc
sc.
/(9/J -po -
MC
/Afc
/SC
Aoc
cP/J -po--
A sc
JOc
<T0C
sac
/<P/J
Nu we Oost-Indië hebben afgehandeld,
zullen we beginnen met de behandeling
van onze koloniën in Amerika. Voor
Suriname en Curagaozijn afzonderlUke
zegels uitgegeven. Over 't algemeen zyn
deze zogels tamelUk schaarsch, door
dat deze koloniën niet zoo groot zijn en
dus weinig noodig hebben.
De eerste serie voor Suriname, die
gedurende 187390 werd uitgegeven,
vertoont de beeltenis van koning Wil
lem ni in een cirkel. Bovenaan staat
de landsnaam en onder de waarde. Er
verschenen 1 cent (grijslila), 2 cent
(oranje), 2 1/2 cent (rood), 3 cent
(groen), 5 cent (violet), 10 cent (geel
bruin), 12 1/2 cent (leiblauw, 15 cent
(grijs), 20 cent (groen), 25 cent (blauw
of ultramarUn), 30 cent (roodbruin), 40
cent (violetbruin), 50 cent (bruin-oran
je), 1 gulden (bruin en grUs), 2 1/2 gul
den (groen en geelbruin). Grootte van
de vakjes 2.8 bU 2.3 c.M. Zie voor de
indeeling 't schetsje.
Bloemhofstr. 29 rood. S.
EEN BUITENSPELLETJE VOOR JONGENS, WAARAAN
MEISJES OOK MEE MOGEN DOEN.
H O
M O
O M
O A
H O
O H
O M
O M
O H
In 1 bosch of op 't speelveld trek je
met den hak van je scheen drie strepen.
Op iedere streep maak Je drie kuiltjes
(zie teekening). 't Middelste kuiltje, dus
kuil A is de offerkuil. Iedere speler moet
daar twee knikkers in leggen. Nu moet
iedere speler een vaste plaats gaan in
nemen. maar zoo, dat allen even7er ver-
wUdcrd zyn van de kuilen. Om de beurt
wordt er gemikt. Mikt men in A dan
mag men er twee knikkers uitnemen.
Mikt men in de M-kuilen, dan is men
zUn knikker kwUt. Mikt men in een der
hoekpunten H dan mag men zUn knik
ker eruit nemen. Wie geen knikkers
meer heeft, houdt maar een oogje in t
zeil of de anderen goed op hun plaats
blyven. Als 't goed gespeeld wordt, is
't heusch een leuk spelletje.
ZOO KOMT BOONTJE OM ZIJN LOONTJE.
Bello was een stout hondje. Als baas
vei: „Bello zoet- Wacht maar tot het je
Lyd is, dan krijg je ook wel lekkere hap
jes!" dan was Bello daar niets mee in
genomen en hij ging heel brutaal op
roof uit in plaats van te wachten tot
het eiffc beurt was. Maar baas was ook
niet dom. Die zette op zekeren dag op
een hoogen keukenplank een blikken
bus neer, waarvan de deksel al geopend
was, Op de bus stond een heerlijk malsch
stuk vleesch geteekend en natuurlijk
keek Bello er verlangend naar. En zie,
de list van baas gelukte. Bello kan zich
niet bedwingen. HU ging op zUn achter
pootjes op den aanrecht staan en peu
terde net zoo lang tot het blik op den
grond viel. „Nu hob ik een malsch kluif
je!" dacht Bello, maar ooooooh! wat
kijkt hij op zUn neus! het blik is leeg en
Bello vangt leelljk slip! Kijk hij eens
boos kiikent
DE WRAAK VAN DEN OLIFANT.
Kleine Jaap had al zoo lang gehoopt
om toch een6 in den Dierentuin te kun
nen gaan kijken. HU had al tientallen
malen aan moeder en vader gevraagd,
maar die wilden ex niet heen. Vader zei,
dat hU geen tijd had en moeder was
bang voor de wilde leeuiwen en tUgers.
Daarom ging Jaap zitten verzinnen op
een middel om er alleen te komen en op
zekeren dag had hU het gevonden. Hij
klom eenvoudig over het hek en was
binnen!
Maar ongestraft kan men zooiets niet
doen, dat vond de olifant ook, die al
staande in zijn kooi van verre had gade
geslagen hoe Japie in den tuin kwam.
Maar Jaap was niet alleen stout in het
overidlmmen van hekken, hU was ook
nog een dierenplaag en misschien wilde
hU alleen maar zoo graag naar den
dierentuin om de arme beesten te kun
nen kwellen. De olifant dacht: als Japie
hier is, zal ik eens zoo hard tegen hem
knorren, dat hij van schrik wegloopt en
MET Z'N ACHTEN.
door W B. Z,
3)
Baas Kuiper was een heele meneer
en de jongens in het dorp hadden
respect voor baas Kuiper. Eigenlijk niet
alleen voor den baas, maar vooral voor
zUn honden. Die honden waren van
Jonkheer Borrestein, die de zomer
maanden op de Hoeve kwam doorbren
gen. In 't jachtseizoen kwamen er heel
veel deftige heeren op de Hoeve en dan
ging baas Kuiper mee ter Jacht. Dan
zag hU er uit als een Jager van een
plaatje met zUn donkergroen pak met<
zwarte biezen en zUn groen kastoren'
hoed met t wapperend bosje vee ren.
Als hU dan door het dorp liep, namen
de jongens beleefd hun petjes af en
zeiden: „Dag meneer Kuiper." Baas zou
nu oneerbiedig geklonken hebben.
't Gaf altUd een heele levendigheid
in 't dorp, wanneer de Hoeve weer be
woond was. De kleine winkeltjes fleur
den er heelemaal van op. Er werden dan
steedsche dingen ingeslagen, waarvan
de dorpelingen vaak nooit gehoord had
den.
Boschwachter Houber was ook altijd
in zyn nopjes, want baas Kuiper had
hem dan dikwijls voor een of ander
werkje noodig. En extra werk werd ex
tra betaald.
Wie niet bUj waren, dat waren de
kleine Houbertjes. Ze misten hun mooie
speelveld, „want", beweerde baas Kui
per, „'t zou voor de familie te onvrij
wezen, als er kinderen op het weiland
speelden."
,,'t Zou misschien best mogen van
mevrouw Borrestein," zuchtte Margje,
toen baas Kuiper op een heerlijken zo
meravond was komen vertellen, dat de
familie over een paar dagen zou arri-
veeren.
,,'t Welland hoort eenmaal bU de
Hoeve," antwoordde moeder, 't Speet
haar ook. want 't was zoo eoht hun bui
tenverblijf geworden.
..Zouden de dienstmeisjes weer mee
komen?" dacht Margje hardop.
..Dat zal wel, kind. Er moet toch ge
werkt en gekookt worden."
Twee jaar geleden was Betje er al
leen. Toen hielpen Kuiper en zUn zuster
mee."
.Dat Je je dat nog herinnert," lachte
moeder Houber. Maar nu ze zelf haar
gedachten opfrischte wist ze ook nog
wel, dat meneer Borrestein toen alleen
voor de jacht was overgekomen,
Kuiper, die ongetrouwd was en met
«Un zuster woonde, was toen zoo n beet
je kok en buisknecht geweest. En «Un
euster had de hulshouding gedaan. Kui
per had later tegen Houber gezegd, dat
hfl b!U was, dat het maar voor eenige
dagen was.
'k Hoop. dat Betje mee komt," begon
Margje weer.
den tuin uitrent, dan heeft hy zUn straf
voor het binnenkomen op verboden wU-
ze." Maar toen nu Japie bovendien den
olifant ging plagen door hem met
kluitjes aarde te gooien en met een
rietje te kietelen, toen werd de olifant
werkelijk boos en hy' nam zich voor
Japie nu eens wat anders te laten zien!
Begrijpen Jullie het al? Kijk maar eens
naar het plaatje, dan kun je misschien
wel raden tot welke wraak de olifant
zich voorbereidt?
Neen? weet je het niet? Welnu, luis
ter dan. Een olifant die geplaagd wordt,
snuift zUn gansche slurf vol water,
buigt die dan tot een soort spuit, als op
ons plaatje, en als de plager dichtby
komt, sproeit hU hem plotseling een
dikken straal water over het hoofd
Dat lot wacht stoute Japie. Hij weet er
nog niets van, maar straks zal de olifant
hom wel zUn plagerij betaald zetten,
geloof dat maar!
.Daar kon JU het best mee vinden,
hè?"
„Nou of ik."
TerwUl Margje voor den grooten bak
met aardappelen zat, dacht ze aan 't
vorig jaar. Ze had toen dikwijls bood
schappen voor Betje moeten doen. Daar
kreeg ze telkens een dubbeltje voor. Dat
was aaMig opgeloopen. Voor die dub
beltjes had moeder later een mooie wol
len lap gekocht, waar een winterjurk
uit gemaakt was.
Maar daarom alleen had ze Betje niet
aardig gevonden. Als ze in de groote
keuken de boodschappen afgaf, dan zei
Beitje: „Ga zitten, kind. Er is nog wel
een bakje koffie voor je."
Koffie dat ze daar dronken. Zoo heer
lijk als ze nog nooit geproefd bod. En
lekker dat ze rook. Ze kreeg er ook al
tijd een paar lekkere koekjes bU- Betje
praatte maar altUd door. Vooral over
den Haag, waar ze anders woonde, 't
Was vlak bU Scheveningen. Je kon in
je bed de zee hooren ruischen. Als er
muziek was kon je 't ook hooren. Mu
ziek hoorde Betje andeTs genoeg. Ze
hadden een radio en een vleugel.. Wat
een vleugel was? Een reuze-piano. Als
freule Cecile er op speelde, hoorde je
het door 't heele huis. Soms speelde me
vrouw en dan zong Cecile. Dat klonk
nog eens prachtig.
Met open mond luisterde Margje naar
de verhalen van Betje. 't Speet haar
altUd, als 't tweede meisje binnenkwam
't Was net of die uit de hoogte op haar
neerzag.
„Ze weet van grooeigheid niet wat ze
doen zal," had Betje eens tegen Margje
gezegd. En fluisterend had ze later ver
teld. dat Marie, zoo heette het tweede
meisje, heelemaaik niet in haar smaak
viel. Betje hoopte, dat het maar van
korten duur zou zUn.
Betje had al haar koperen feest ge
vierd bU de familie Borrestein. Maar
do laatste Jaren was er telkens een an
der tweede meisje geweest.
„Misschien is Betje erg lastig," had
moeder Houber eens geopperd.
Maar dat kon Margje niet gelooven.
Ze hield echt veel van Betje Een keer
had Betje tegen haar gezegd: „Als Je
grooter bent, kom jU maar hier."
Margje had er een kleur van gekre
gen. Hier in die mooie, groote keuken
maar vrU te mogen rondloopen en altijd
samen te zUn met Betje. En dan in die
groote stad te mogen wonen en in dat
prachtige huls waar altUd muziek was.
Was dat geen sprookje? 't Zou net we
zen, of ze werd omgetooverd in een prin
ses, die in een kristallen paleis woonde
bU de duinen en by de zee.
(Wordt vervolgd!).
f WAT ONZE
BELANGSTELLING WEKT
Nuttig cn schadelijk. We hebben
het er al eens meer over gehad, dat er
vorschillende dieren zU». die zoowel
goede als slechte eigenschappen heb
ben. Nuttig en schadelUk ls daarom ook
al weer betrekkelUk. Valken en uilen
zUn nuttig, omdat ze veldmuizen vangen
ze zUn schadelyk omdat ze kuiken, fa
zanten en patrijzen opeten. De landbou
wer beziet ze als vrienden, de jager als
vUanden. Met den burning is 't eenigs-
zins anders. HU vangt wel ratten en
muizen, maar de schade, die hU aan
de vogelwereld toebrengt is veel grooter
De mol kan onzen tuin lcelUk toetake
len, maar hU vangt ook veel schadelUke
insecten. De wezel is een goede ratten
en muizenvanger, maar maakt ook buit
op hazen en konUnen. Absoluut nuttige
dieren zUn onze insectenetende vogels.
Ook de spitsmuis, die zich voedt met
larven en rupsen moet tot de nuttige
dieren gerekend worden.
Waarom kanaries niet zingen. Dear
kunnen verschillende oorzaken voor zUn
In do eerste plaats kan het aan de voe
ding liggen. Een kanarie moet lioht voer
hebben. In de tweede plaats kan een
kanarie niet tegen tocht. Evenals een
mensch kunnen zUn stembanden dan
aangedaan worden. In de derde plaats
kan hU geplaagd worden door ongedier
te. In dc vierde plaats kan hU niet te
gen felle zon.
Een prachtige autoweg. Een der
mooiste auto-wegen van de wereld is ze
ker in Italië en wel tussohen Milaan en
Varese. 14000 arbeiders hebben er gedu
rende een jaar aan gewerkt. De weg
heeft boven de spoorwegen een reusach
tig viaduct met drie hoogspanningen,
leder van 21 M. lengte. Dan is er nog
een brug van 48 M. en een viaduct met
drie spanningen, ieder van 15 M. Over
kanalen zUn nog 124 bruggetjes gesla
gen en boven de wegen zijn nog 70 via
ducten gebouwd. De auto's rijden nu
hun eigen weg zonder het verkeer te be
lemmeren. Ze mogen echter niet sneller
rUden dan 100 KM. per uur
W. B.—Z.
ZIJN ER NOG ONBEKENDE
DIEREN?
Onze aarde, bevolkt mot menschen.
die machines gebruiken, in de lucht vlie
gen cn met alle denkbare middelen der
techniek zich de macht over al haai- be
woners hebben toegeëigend, heeft wei
nig plaats voor de levende wezens, die
de aarde het eerst hebben bevolkt. Tal-
rijke dieren, die nog eenige eeuwen ge
leden, de holen en de wouden van
Europa bewoonden, zijn volkomen uit
gestorven. Andere worden in natuurmo
numenten of dierentuinen bewaard en
geteeld. 366000 verschillende soorten van
dieren heeft de menscheliike wetenschap
geteld, in boeken vermeld, in teekenin-
gen en geschriften vastgelegd. Mogen
wellicht eenige soorten haai- ondergang
tegemoet gaan, in tot dusver ondoor-
zoebte streken van den Oceaan, in onbe
kende landen van Afrika en Azië wor
den. ook nog tegenwoordig, steeds weer
nieuwe dieren ontdekt, die ons verras
sende bewUzen brengen van de geheimen
dor natuur. Zoo vond men. eenigen ja
ren geleden, in de moerassen van cen
traal Congo de Opaki, een viervoeter,
die veel overeenkomst vertoont met gi
raffe en zebra, maar organisch niets
met hen gemeen heeft, zoodat men hier
te doen heeft met een nieuw soort en
ras. Ook de pas ontdekte Grevy-Zebra.
die in het bergland van Zuid-Abessime
werd gevonden, onderscheidt zich ge
heel van de tot nu bekende zebrasoor
ten door een bijzonder grooten en plom
pen ezelskop met groote ooren en op
vallende strepen op de huid
BU de inboorlingen van Centraal-Afri
ka spookt nog altijd het sprookje van
een reus&chtigen slang, die er als een
soort draak uitziet. Indexdaad zijn
groote slangen gevonden, naar verteld
wordt ook op het eiland Java. Op Su-
ma tra zUn reusachtige rhtnoceroesen ge
vonden. die zeer verschillen met de
bekende soorten van Afrika In de moe
rassen van den Witten Nlll is een reus
achtige vogel gevonden, de Abu Markub,
een nieuwe soort.
Mag dus worden aangenomen, dat op
het vaste land niet alle dierlijke gehei
men zUn ontsluierd, de oceanen bergen
nog meer raadsels. Kwallen cn po'.ypen.
die een spookachtig kleurig licht uit
stralen zijn tot nu toe niet volde ido
onderzocht
Maar niet alleen van levende dieren
moet hier worden gesproken, ook moet
gedacht werden aan de diearen die in
druipsteengrotten, in steenlagen onder
den aardbodem versteend zijn en oi
kunnen vertellen van de dicxemv jrc'.d,
die in vroegere perioden onze Pler.ret
hebben bevolkt. Steeds weer worden op
dit gebied nieuwe ontdekkingen gedaan
en het is nauwelijks aan te nemen, dat
de toekomst wat de nieuwe ontdekkin
gen betreft, zal achterblijven bU vroe
gere eeuwen. De vraag, of er nog onbe
kende dieren zUn. moot bevestigend
worden beantwoord.
UIT DEN MOPPEN
TROMMEL.
EEN GEESTIGE MELKBOER
„Zeg. melkboer, zou het vandaag goed
weer blUven?"
,,Ja, juffrouw, wat zal ik u daarvan
zeggen. Afwachten is de boodschnp U
moet maar net doen, als de lui in het
Schoterkwartier."
„Wat doen die lui in het Schoter
kwartier dan?"
„Wat die doen? Nou, die wachten
ook af."
BAAS BOVEN BAAS
„Ik heb een vriend, die zoo mooi kan
zingen, dat Je denkt, dat er een nach
tegaal zingt."
.Dn ik heb een vriend, die kan kraaien
als een haan, zoodat 't net is, of de zon
opgaat."
ANDERS BEDOELD.
Een badgast vroeg aan een ezeldrijver
op Zand;voort, hoeveel ezels er op 't
strand waren. De ezeldrijver antwoordde:
,Dat is zoo niet tc zeggen, meneer,
's Zomers natuurlijk meer dan 's winters.
Hoe meer badgasten, hoe meer ezels.
Onderwijzer: „Jan, waar zit Je mee te
spelen?"
Jan: „Met niks, meester".
OnderwUzer: „Bctr het dan direct
weg".
Bedelaar: „Och, mevrouw, heeft u
niet een paar oude schoenen voor me?"
Mevrouw: .Dc bezit zelf maar één
paar nieuwe".
Bedelaar: „Geeft u me die den maar".
Dultsche dienstbode bU den kruidenier:
Ich muss haben: twee pond suiker.
Kruidenier: Dat noemen we hier een
kilo.
Dienstmeisje: Gut; dan twee pond
kilo.
ENGELIEN JTJNGE, Prinsessekade I
vraagt van Naardcrmeerplaatjes de vol
gende nummers: 41 43 46 50 52 53 55
57 60 61 63—70 73 74 76 78—83 85—90
92 96 97 103 106 108 110 111 114 115
117—123 125 126 128 130 131 133—135
138—141 143 144.
Van Zuiderzee-plaatjes de volgende
nrs. 2 15 30 37 40 41 50 90 96 106 106 113
116 130 en 135.
Van Friesland-pl. de volgende nrs 2
7 9 15 19 21 33 44 51 53 64 68 71 88 90
91 92 94 1(M 125 127 128 132 134 136
en 144.
Van IJsel-pl. de volgende nrs.: 4 6
10 15 16 19 21 22 33 36 38 40 42 48 57
61 62 66 67 71 73 75 76 80 91 92 93 96
103 114 121 122124 128 135 136 138
140 142.
In ruil geeft zU gaarne van alle series
plaatjes terug.
CATHRIJNTJE. Raaks 3, heeft van
Hilles-bonnen, Bloemen in onzen tuin
en Amstelpennlngen. Deze wil ze rullen
voor Sunlight of Vlm-cartons.
M. NIESTEN, L. Costerstraat 5 'bU
St. Bavo aan dc Leldsche vaart) heeft
Texel-bonnen,. 1 Amstelpenning, Hille-
bonnen, Sickcsz-wapens. Nofwapen-bon-
r.en. Kwatta-stcrren. Ter Wee's thee
bonnen. Mcco-bonnen. sigarenbandjes,
postzegels. Miss Blanchepunten en Lux»
bonnen. Dit alles wil ze graag inruilen
voor Sunlightbonnen en Virr.cartons.