H. D. VERTELLINGEN Vlammende Katchen FLITSEN INDRUKKEN VAN DE FEESTVIERING OP DEN KONINGINNEDAG. NI VA TANDPASTA FEUILLETON- HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 4 SEPT. 1928 (Nadruk t or boden; auteursrecht voorbehouden.) Het Volkslied door HASSE ZETTERSTRÓM. HIJ was een echte Spaansche grande, bezat 15 millioen peseta's en lag aan den .rand van een boschje in de buurt van Mollköping. Ik kwam in een auto aan rijden en had den jongeman, die een echte Spaansche grande was en 15 mil lioen peseta's had en aan den rand van een boaphje lag, nooit gezien, wanneer de auto niet kapot was gegaan en op een paar Meter afstand van den Span jaard was blUven stilstaan. Gedurende de twee uur, waarin de chauffeur op de auto vloekte en een of ander instrument zocht, waarmede hij den wagen kon mishandelen, maakte ik 36 ronden om de auto en den chauffeur, vervolgens trok ik mijn langen ulster, waar ik last van had uit en ging de 36 ronden weer terug. Toen kwam de Spaansche grande uit het bosch te voor schijn. Hij was elegant gekleed en zeide in het Spaansch: Ik heb opgemerkt dat u een kleine panne hebt gehad en het komt mij voor, dat u haast hebt. Dat zou men wel kunnen zeggen, zeide ik, want ik had twee uur geleden in Mollköping moeten zijn. Ik heb daar een belangrijke zaak af te doen. Ik ben door den burgemeester uitgenoodigd, bij hem koffie te drinken. Ik ken hem. zeide de Spanjaard, hij heeft een rooden neus. Ja, zeide ik, maar dat zou mij er nooit van weerhouden hebben, met hem te lunchen. Hier in Zweden nemen wU het niet zoo nauw met de roode neu zen. 't Klimaat is koeltjes en zooiets kan gemakkelijk gebeuren. In het bijzonder, wanneer men 's avonds laat naar bed gaat. Hier kwam er stagnatie in het ge sprek en op hetzelfde oogenblik was de auto in orde. Daar was de chauffeur bijzonder blij om. Ik ook en terwijl ik de deur van de auto opende, zeide ik tot den Spanjaard: Wilt u meerijden naar Mollköping? De lunch is waarschijnlijk nog niet af- geloopen. Conde Ramon y Castelar, zeide hij en nam zijn kleinen vilthoed af. Zeer aangenaam, Sennor Conde, antwoordde ik, kennis met u te maken, in het bijzonder in omstandigheden, die het mogelijk maken, een lichte lunch in uw aangenaam gezelschap te gebruiken. Daarop reden wij naar Mollköping. een tamelijk groote en mooie stad in Zweden, die aan een meer ligt, dat de reputatie heeft, diep en mooi te zijn. Niet vex van de stad ligt het garni zoen. Tijdens den rit vertelde de Spaansche grande mij, dat het de eerste maal was, dat hij Zweden bezocht, een land;, waar van hij veel had gehoord door zijn wilden volksaard, zijn onheilspellende natuur en zijn onbeschaafde steden, waar de wilde dieren brullend door de straten gingen. De werkelijkheid had aan zijn verwachtingen niet voldaan. Met Spanje verre-leken maakte Zweden een kalmcn, gereserveerden indruk. De Zwe den waren vroolijk, goed en vriendelijk. Hij was van plan. zoo snel mogelijk weer naar huis te rijden, om zijn land- genooten te vertellen, hoezeer zij zich vergist hadden, 4oen zij geloofden, dat Zweden een land is, dat een reisbeschrij ving waard is. Wij reden naar het hotel en daar ontmoetten wij den burgemeester, die juist geluncht had maar die natuur lijk terstond uit beleefdheid tegenover mij en den jongen Spanjaard plaats nam, om met ons nog eens te lunchen. Wij hadden alle drie voortreffelijken eetlust, zooals men dien heeft, wanneer imen zich veel in de open lucht met kapot gegane auto's bezighoudt.. De - chauffeur kreeg ook een lunch. Hij kreeg zelfs onze drie porties geconfijte gember, die wij niet konden eten, omdat zij ons te scherp was. De Spanjaard zeide, dat hij nog nooit zulke scherpe gember had gegeten, sedert hij in cayenne was geweest, waar men haar E^peperd eet. De chauffeur verslond alle gember. Hij at haar gulzig, zonder na te den ken. wat hij deed. Daarna bracht hij den middag op de plaats achter het hotel door. waar hij met het hoofd achterover gebogen stond en maar ademde. Hij verzekerde, dat de avond koelte zijn Ingewanden zoo aangenaam streelde. Toen de lunch was afgeloopen, begon het orkest in den tuin van het hotel te epelen. Het was de militaire kapel van het garnizoen en voor de muziektent zaten de ingezetenen van de stad en dronken punch, zcoals dat in Zweden voorloop!® nog gebruik is. Wij kregen ook een tafel ln den tuin, maar daar wij nog geen middagmaal hadden gebruikt, dronken wij geen punch, maar een lichten cognac. De muziek speelde, de zomeravond daaldd mild over de oude linden en Ik haalde een visitekaartje uit mijn portefeuille te voorschijn. Door middel van dit kaar tje bestelde ik het Spaansche volkslied hij het muziekcorps. Had ik geweten, wat er later zou gebeuren, dan had ik Kever de wals uit de „Lustige Wittwe" of iets dergelijks besteld: maar ik wenschte nadrukkelijk het Spaansche volkslied, om den Spaanschen grande een attentie te bewijzen. Ik ben er van overtuigd, dat hij mij dezelfde eer zou hebben bewezen, wanneer ik hem te Madrid zou hebben opgezocht.Wanneer daar althaas militaire muziek is, die in een ouden tuin speelt. Het orkest, dat zag, dat het visite kaartje kwam van oen tafel, waaraan de burgemeester zat, begon c.Mniddell'jk "t Spaansche volkslied te spelen. Ik zag den Spanjaard aan. Hij herken de het volkslied van zijn land oogenblik - kelijk en zijn oogen traanden. Toen het stuk uit was, klapte het pu bliek met geestdrift en de Conde y Cas telar zeide tot mij: Dit oogenblik zal ik nooit vergeten! Een eenzaam reiziger zoo te eeren! Dat is meer dan ik had kunnen droomen. Hij drukte mij en den burgemeester de hand en het vo.ger.de oogenblL': had hij uit een portefeuille van krokodilleer een biljet van honderd kronen te voor schijn gehaald, dat hij mij gaf met de woorden: Geeft u dat alstublieft aan het or kest als gering blijk van erkentelijkheid, van dank! Ik weet niet. zeide ik, of het gaat. Het is een militaire kapel en die mag geen geld aannemen. Maar ik zou toch het geld willen geven, zeide de Spanjaard. U moet haar het biljet geven. Ik ging in een pauze naar de kapel en legde den kapelmeester de zaak uil. Het ging, zooals ik gedacht had. HU weigerde, het geld aan te nemen. Ik keerde terug en de Spanjaard was wanhopig. Ik begrijp het. zeide hij, het was te weinig! Hier zijn nog honderd kronen. Probeert u het nog eens! De kapelmeester was verbaasd over deze vrijgevigheid, maar nam tenslotte het bedrag ais ondersteuning voor de muziekschool van het garnizoen aan. Hij verzocht, zU'n groote blijdschap over het mooie geschenk te mogen uitdrukken, dat zeker te pas zou komen. En hU en de geheele kapel stonden op en bogen voor den milden gever, die met zün hoed zwaaide en „Viva la Sueda!" riep. Ik heb vergeten te vertellen, dat de Conde Ramon y Castelar in een villa buiten de stad woonde. HU had deze villa van een weduwe gehuurd en ge dacht, er den gchoelen zomer te blijven wonen. Hij was alleen en op zUn her haald aandringen bleef ik bij hem ln de villa. De streek beviel mU en daar iïc vacantie had, kon ik evengoed bulten Mollköping als ergens anders wonen. Ik nam er den avond na de goede lunch mUn intrek-en daar ik na de inspannen de panne van den vorigen dag moe was, ging ik tegen elf uur slapen. Do Conde bleef op en las de laatste Spaansche kranten, die voor hem met de post wa ren gekomen. Ik wilde juist inslapen, toen een geluld mU weer wakker maak te. Het waren de klanken van muziek, die door het raam binnenkwamen. Ik sprong het bed uit en keek naar bene den. Wat aardig! Beneden in den tuin stond de kapel van het hotel en speelde het Spaansche volkslied. Ik liep naar den Conde y Castelar. HU had de mu ziek ook gehoord en stond aan het open venster en luisterde. Ik zag dezelfde ontroering in zUn gezicht als eerst in den tuin van het hotel. Dat is mooi. zeide hU. Heel aardig! De muziek speelde en toen ik naar buiten keek, zag ik, dat een hcele me nigte menschen uit de stad de muzikan ten naar de villa hadden vergezeld. Zij hadden allen het hoofd ontbloot, Toen de muziek had opgehouden, trad dë kapelmeester naar voren en hield een toespraak tot Conde Ramon y Castelaar, met dank voor de royale gift aan de muziekschool van het gar nizoen. De Conde antwoordde met eenlge korte opmerkingen en eindigdh' met een hoezee op het garnizoen van Mollköping. Toen kleedde ik mU aan en wij gingen naar buiten en onderhielden ons met het orkest. De bUeenkomst ein digde hiermede, dat het Spaansche volkslied nog eens werd gespeeld, waar op nieuwe hoezee- en bravo-roepen wer den gewisseld. Tenslotte namen wij afscheid en gin gen slapen. De Sfeuijaard maakte zUn hoofdkussen nat met tranen, waartoe hU geroerd was door de goede en be leefde Zweden. Hij sliep in met het vaste besluit, het Zweedsche volkslied te leeren en het bü ten minste tien Spaansche orkesten in te voeren. De volgende dag was mooi en wU brachten hem door op aangename wij ze. WU gipgen wandelen en zwommen in het mooie, diepe meer, en wij aten voortreffelyk op het terras met uitzicht over het prachtige Zweedsche zomer landschap. Om 10 uur gingen wij naar bed en om 11 uur werden wij door het Spaansche volkslied gewekt. WU spron gen uit de bedden en renden naar het venster. Daar stond de kapel van gis teren en speelde en blies het volkslied van Spanje. De begeleidende volksme nigte was dezen avond nog grooter dan daags te voren. Het gerucht van den Conde Ramon y Castelar had zich naar het scheen door de stad verspreid. De menigte telde verscheiden honderden, vrouwen en kinderen en toen zij ons ontwaarden, barstte een luid hoezeege- roep los. Het ging als den vorigen avond. De grande bedankte. De kapelmeester dank te en het volk riep: Hoezee! De muziek speelde het Spaansche volkslied opnieuw de inwoners van Mollköping dansten bos ton, tango en t-.vostep tot vier uur in den morgen. WU gingen om acht uur sla pen, na een ontUdig déjeuner met de wethouders en we werden in den na middag wakker. De grande kwam bij mij binnen, bleef in de deuropening staan en zeide: De Zweden zUn een sterk volk! Daarop trok hij zich terug en sliep on- middeliUk weer in. Om elf uur 's avonds, toen we lunch ten, kwam de kapel met het Spaansche volkslied. De geheele stad was aanwezig. Er ontbraken alleen een paar kreupelen en de burgemeester, die bericht had ge zonden, dat hU later zou komen. En hjj kwam. Wij dronken met de wethouders en verloofden ons byna met hun doch ters. En de nacht ging voorby. En de volgende acht nachten op dezelfde wyze. Wy gingen 's morgens met het Spaan sche volkslied in de ooren naar bed en stonden 's avonds met dezelfde sohoone muziek weer op. Mollköping leefde ln een roes van feesten en vreugde. Men wilde een feest in het hotel geven, alleen met Spaansche muziek. Op den avond van den achtsten dag ont waakte ik tamehjk vroeg, al om zeven uur; een geluid in de kamer van den Conde Ramon y Castelar stoorde mU- In ging by hem binnen. Hy was bezig, te pakken. Gaat u heen?, zeide ik Ja ,een belangrijk telegram van myn advocaat in Madrid, ik moet da delijk vertrekken! Dadelyk! Zoo snel mo gelijk. nog met den avond trein. Hij wierp een paar overhemden in den koffer en zeide' Niets spijt mU meer, dan dat ik nu vertrekken (.2 paar sokken) moet, heen gaan van waar het zoo (16 dassen) pret tig en (24 boorden) werkelyk aangenaam is. Dat ik van deze (twee dozijn zakdoe ken) goeie, hartelUke menschen moet scheiden, (3 paar schoenen), die ik heb leeren kennen en waardeeren (4 pyama's). Ik kleedde mij aan en een uur later reden wy naar het station. Op het per ron stond de kapel en toen de trein zich in beweging zette, speelde zy ter eere van den Spaanschen gast het Spaansche volkslied. Conde Ramon y Castelar was aan het coupéraam niet te zien. Hij was onder de coupébank gekropen om kalm te kun nen uitsnikken. VAN HAARLEM'S DA-GBLAD No. 1286 BENZINE NOG EENS: DE ZAAK- PACE. Het geheim van den dood van Harry Pace, den schaapherder, die aan arse- nicum-vergiftiging is oveleden,.laat de Engelsche justitie niet los, zoo meldt de Tel. Enkele weken nadat, mrs. Pace on der groot enthousiasme was vrijgespro ken van de beschuldiging, haar man te hebben vergiftigd, bleken nieuwe in lichtingen te zijn ontvangen. De rechter lijke atuoriteïten die de zaak in de vo rige instanties hebben behandeld, heb ben overleg gepleegd terwyl de politic van Gloucester, waar Pace woonde, in structie heeft gekregen nieuwe nasponn- gen te doen. Ook Scotland Yard zal de zaak weer ter hand nemen. Dit is een ongekende toestand in de Engelsche rechtspraak. Voor mrs. Pace echter kan dit nieuwe onderzoek naar men meent geen consequenties hebben, daar haar vryspraak onberroepelUk schynt. op het oogenblik van vertrek stelt moeder voor dat vader neg even kijkt of ze wel genoeg benzinc- hebben vader klimt naar buiten en inspecteert het peil- glas rapporteert dat dit hem niet wüzer maakt, trou wens het is defect en weet moeder nog, wan neer ze het laatst ge kocht hebben? trachten zich te binnen te roepen of het Dinsdag of Vrijdag was dat ze 20 liter gekocht hebben, of was het tien? vader haalt den dop van trekt zich terug met eet; kyfct rond naar een stOiC- vindt den dop onder den de tank maar kan niet dicht genoeg by ko men om den benzine stand te zien pUnlUke botsing van zUn hoofd tegen het reserve wiel je om den stand te me ten: vindt er geen en evenmin den dop van het reservoir wagen, besluit voor alle veiligheid 10 Liter in te nemen en de tank stroomt over bU den Ssten liter. (Nadruk verboden HOE MEN ZICH NU VOORSTELT, VERDER TE GAAN. EEN STEVIGE FINANCIEELE BASIS. DE FEESTVIERING BRENGEN OP HOOGER PLAN. VELE COMITéS ONDER ALGEMEENE LEIDING VAN HET HOOFD BESTUUR VAN DE VEREENIGING KONINGINNEDAG. feest kan worden uitgebreid, onder de algemeene leiding van het hoofdbestuur van de Vereeniging Koninginnedag. Want er moeten meer comités gesticht worden, maar de algemeene leiding moet bij de Vereeniging Koninginnedag blijven, anders gaat het toch weer te niet. Ik denk byvoorbeeld aan een bloemencorso. De burgerij moet meer contribueeren. zoodat het uit is met het gebedel by de muziek korpsen. In de verscmilende kwar tieren moeten zélateurs en zélatri- ces komen, die er zich mee belasten contributies Op te halen met bon nen, een kwartje of een dubbeltje per week: zoo dragen de menschen veel meer by, dan zU doen zouden met een vaste contributie. Die bydragen moeten besteed worden in het kwartier dat ze heeft opgebracht, zoodat de mensehen zien wat zij voor hun geld Krijgen, nadat een gedeelte, bUvoorbeeld 25 procent gereserveerd is voor de al gemeene kosten van de Vereeniging Koninginnedag. MUn wensch is, dat er jaarlijks twee feestvieringen zui len zyn, één voor de kinderen op 30 April en een op 31 Augustus voor de volwassenen. Tot zoover de opmerkingen, die wil van deze drie ingezetenen vernamen en waaruit twee dingen duidelijk blijken: vooreerst, dat men eenparig van oordeel is dat het feest geslaagd is. Wy hebben trouwens niemand ont moet, die er anders over dacht. Allen stemden daarmee van harte in. En in de tweede plaats komt duidelijk aan den dag, dat al zijn er natuurlijk nog geen besluiten gevallen, nu reeds denkbeelden genoeg worden geopperd. Tot de verwezenlyking moeten de inge zetenen meewerken. En na dit voor- treffelUke begin van de reorganisatie zullen zij dat ook zeer zeker doen. KORTHALSFONDS Telkenjare worden van de stadsscho len één of twee leerlingen aangewezen, die in aanmerking komen voor een prijs. Deze bestaat in een tegemoetkoming in de kosten van verder onderwijs. Van bevriende zy'de is het bedrag dat het le gaat opbrengt, voor dit jaar met 25 pet. verhoogd. Het bestuur der vereeniging „Door Nut tot Vermaak" zal de prijzen Woensdag 12 September a.s. des middags om 3 uur uitreiken in de gymnastiekzaal van de school aan de Tempeliersstraat. Na afloop van de feestviering op den Koninginnedag hebben wij aan verschil lende daarbij betrokken personen hunne meening gevraagd over de feestvie ring, namelijk aan den voorzitter van de Vereeniging Koninginnedag, Mr- Th. A. Wesstra, aan een lid van het Centrum-Comité, de heer W. Worst aan den heer P. J. M. van Te tering, die precies 3 jaar gele den, namelys op 2 September 1925, een voorstel deed tot reorganisatie van de feestviering en juist daarom noch in het hoofdbestuur van de Vereeniging Ko ninginnedag, noch in het Centrum- Comité, zitting heeft willen nemen, om te voorkomen dat men zyn werk zou toeschrijven aan baantjesjagerij. De heer Wesstra verklaarde ons: Het feest is zeer goed geslaagd. Er is nu gebleken, dat de bevolking van Haarlem wel feestvieren kan. Geen wanklank is gehoord, geen moeilijkheden zijn er geweest, ook niet met de tapperyen. Wat er in den beperkten tUd en met de be perkte nüddelen verkregen kon worden, is wel bereikt. Ik hoop, dat het feest het volgend jaar op iets hooger plan kan worden gebracht, dat er bUvoorbeeld een taptoe van gecombineerde muziekkorpsen kan worden gehouden en een vuurwerk aan het Zuider Buitenspaarne bij de Zonnelaan, by het huis van den burgemeester. De heer Worst gaf zyn indruk als volgt weer: Wij zUn allen met het feest zeer in onzen schik: het is prachtig ge slaagd. Van alle kanten is er mede werking geweest. Overal was het stampvol. Alles marcheerde goed. Ook op het Spaarne, by de post- duivcr.demonstratie, waren verba zend veel menschen. Natuurlijk moet er het volgende jaar weer wat anders zijn. Het feest moet niet al tijd in dezelfde iyn gaan, er moet variatie wezen. Wat dat zijn zal is natuurlijk nog niet bekend. Na de volgende week zal daarover gespro ken worden; het zou byvoorbeeld eens een optocht kunnen zijn. Nu moet er werk gemaakt worden van uitbreiding van het ledental van de i Vereeniging Koninginnedag. De heer P. J. M. van Tetering liet zich aldus uit: Het feest is in ieder opzicht ge slaagd, maar nu moet er een be- hooiiyke financieele regeling ko men, een flinke basis, waarop het Ter bespoediging en voor het gemak van belanghebbenden ver zoeken wy voor de verschillende afdeelingen van ons dagblad de volgende nummers op te bellen: Voor berichten en andere me- dedeelingen of vragen voor de Redactie: 10600; Voor den Hoofdredacteur: 15054; Voor advertenties, abonnemen ten en bezorging: 10724 en 14825; Voor aangelegenheden van de directie: 13082. GEMEENTELIJKE OPEN LUCHTCONCERTEN. DERDE CONCERT. Het programma van het Concert door de Mi#iekvereeniging „Kunstkring" te geven op Woensdag 5 September des avonds van 8 tot 10 uur in de verplaats bare muziektent op het Brouwersplein, luidt: 1. Ad Honores, Marsch, Sam Vlessing. 2. Fra Diavolo, Ouverture, Auber. 3. Thyrsis, Fantasie, Strauwen. 4. Ballet Suite No. 2, Peter Wit. 5. Sobiëski, Grande Marsch, Painpaiv 6. Rouget d'Isle, Fantasie, Sali. 7. Voux Roumaines, Wals, Kessels. 8. Finale. Het volgende concert zal worden gege ven op Woensdag, 12 September ek. op het Voorhelmplein door de Muziekver- eenigmg „Voorwaarts". Het publiek wordt verzocht zich tij dens het concert rustig en ordelyk te gedragen, opdat ongestoord van de mu ziek genoten kan worden. ASPHALTEERING VAN DE SPAARN- WOUDERSTRAAT Reeds enkele maanden geleden werden de verschillende grondleidingen, als gas, electriciteit en water, in de Spaarn- wouderstraat zoodanig verlegd, dat as- phalteering kon volgen. Tegeltrottoirs werden eveneens reeds aangelegd. Sedert was de rUweg met de groote ongelijke keien er niet beter op geworden. Er is nu echter begonnen met de voor bereidingen voor het asphalteeren, na melijk het opruimen der oude keien en het uitgraven van den grond voor het storten van het puinbed. Daar alle an dere bykomenae werken reeds geschied zyn, zal het eigenlijke asphalteeren spoe dig klaar zyn INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 cents per regel. VOORKOMT TANDBEDF.RF en poetst s morgens en 's-avonds met 75 cts.psr 'A tube. 25cb p. 'A tube. Roman door PAUL OSKAR HÖCKER Uit het Duitsch vertaald door 1IERMINE VAN GEERTEN 13) ..Ze is zoo valsch. zoo geniepig", had zyn stiefmoeder steeds weer gezegd. „Menschen met rood haar zUn nooit te vertrouwen". HU sloot de oogen. Een ondeelbaar oogonblik voelde hij haar weer heel d'clH bU zich, hoorde haar grapplgen, vriendelUken lach, zag de warme glans van hr.ar oogenToornig stampte hU met den voet. „Ellendige meid". HU hoorde duidelijk zijn stiefmoeder ten van haar aanklachten tegen haar met deze woorden beginnen. En woord na woord, zin na zin uit haar brief sloot zich er by aan. Op kantoor liet hU de verkoopslijsten die hU zou nacUferen liggen, dat wil zeggen hU gooide ze woe dt na ln een hoek en beantwoordde den brief uitvoerig en opgewonden: Als Kr.tr.vina oorlog wil, kan ze het gedaan kv, :on. Ik ben er niet bang voor. Ze uir.g \eor mijn part grootvader als bond- I-ben. Ik benijd l\aar daar niets om. Ze moeten maar eens toonen wat ze kunnen. De firma Viktor H. Troilo staat op zulken vasten grond dat ze die niet aan het wankelen zuilen brengen Maar een ding moet ik u toch zeggen, lieve Mama en dat zult u met me eens moeten zijn. Ik vind dat mijn verblUf in Aken tamelUk ovcbodig is. Wat ik in de zaak presteer is bedroefd weinig. De toestanden In de lakenbranche zUn zoo heel anders dnn in ons bedrijf. Wat ik weten moet leer ik bU u en Oom Alfons veel vlugger dan hier. Bovendien is er zoo'n gevoel van drift in me gekomen, dat ik het luie leventje hier niet meer kan uithouden. Ik wil er bU zUn als u Katarina de tanden laat zien. Ze moet zich niet gaan verbeelden dat ik voor haar wegschuil. Ik denk dat u hierdoor overtuigd zult zijn, dat ik geen steek meer om haar geef. Ik weet dat u daar erg bang voor bent geweest en mU daar om met andere meisjes in aanraking hebt willen brengen. Maar heusch, lieve Mama. als ik ooit trouw zal het met een meisje zUn dat in elk opzicht een tegen stelling vormt met Katarina. Als u het goed windt, ga ik nu eerst maar weer in dienst voor mUn verdere officiersoplei ding. dan rait mijn plotseling vertrek van iiier niet zoo op. Van Karlsruhe kom ik dan direct thuis om me in de zaak te werken. Ik verlang naar flink werk Mevrouw Dora Troilo was geen psy choloog. anders had Viktor's hartstoch telijke haat tegen Katarina en zyn plot selinge eerzucht om in zaken den strUd tegen haar aan te binden, haar te den ken moeien geven. Maar zy voelde zich er vreeselyk gelukkig mee en beschouwde zUn wensch om in de zaék te komen als het beste bewys dat zse zich over zUn ge voelens voor Katarina geen zorgen meer behoefde te maken. Dat hy behalve werk. hier ook afwis seling zou vinden, daarvoor zou ze wel zorgen. Verderop op den Amselberg was een jonge weduwe komen wonen, die ze oppervlakkig had leeren kennen: Me vrouw Fulvia Rettberg. Het was een elegante, opvallende blondine. Ze had haar mooi gezicht al vaker in geïllus treerde tydschriften gezien, want Me vrouw Retlbeg was een bekend figuur op tenniswedstrUden. Samen met haar het vorige jaar gestorven echtgenoot, een bekend sportsman, had zU aan tal rijke internationale matches overwinnin gen behaald. En na den dood van haar man verscheen ze met niet minder suc ces op de tennisvelden. Ze had een oud landhuis op den Amseibexg voor zich laten verbouwen en woonde daar met haar gezelschapsdame, een jonge Deen- sche. Ze leefde vry vlot, ontving veel gasten, maakte steeds veel toilet en was een van de schitterendste verschijningen bU alle gelegenheden in het Wiesbaden- sche Kurhaus. Met dit schitterende, schatrijke en vroolijke weeuwtje, meest Viktor zoo spoedig mogelijk kennis maken, vond zyn stiefmoeder. De gelegenheid om Viktor, die weer uit dienst terug was, met haar in kennis te brengen, deed zich spoedig voor. Me vrouw Rettberg had een klein ongeluk met haar auto gehad en Mevrouw Dora Troilo telefoneerde zoodra ze het ge hoord had, om naar haar te informee- ren. Ze had alleen haar schouder maar wat ontwricht-, maar het vervelende was dat zU twee tennismatches, een in Wies- baden en een in Homburg, moest afzeg gen. Mevrouw Troilo liet een bouquet donkerroode anjers binden en haar brengen met haai' beste wenschen. Daarop kwaxn Mevrouw Rettberg zelf om te bedanken. Ze was betooverend als altyd en betooverde ook Viktor, die door zy'n moeder in allerUl van kantoor was geroepen. Natuurlijk kwam het gesprek ook op tennis en toen bleek dat Viktor by' het cavalerie-regiment, waarby' hy juist tot reservé-luitenant was benoem<J, als de beste tennisspeler werd beschouwd. „Met u kan hU zich natuurlijk niet op een HJn stellen. Mevrouw", zei Mevrouw Troilo honigzoet. ..maar als u zoudt goed vinden dat hU eens met u oefende. „Maar Mama", viel Viktor haar bijna verschrikt in de rede, zoo'n tenniswon- der als Mevrouw...." Mevrouw Rettberg gaf hem de linker hand met haar rechterhand moest ze nog een weinig voorzichtig zijl en zag -'-ui stralend aan. „Maar het zal me een groot genoegen zijn, meneer Troilo. Het is daarboven op den Amselberg zoo ake lig eenzaam. In het begin was ik ver liefd op het mooie uitzicht, en nu kan ik er gewoon niet meer naar kijken. Als ik prettig gezelschap heb, raak ik weer verzoend met myn vrijwillige ballingschap hier in dezen uithoek. Dus komt u maar eens, meneer Troilo". Toen ze wegging zei ze op haar grap- pig-naïve manier tegen mevrouw Troilo: „Ik voel me eigenlijk erg bezwaard. U bent zoo'n goede buur voor me ge weest en ik heb er niet aan gedacht om mUn tuin door de beroemde firma Troilo te laten aanleggen. Dat was ik toch ver plicht geweest nietwaar? In mijin on wetendheid heb ik alles maar aan die meneer Wentzel overgelaten. Ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt". Mevrouw Troilo stelde de jonge vrouw lachend gerust en zei dat ze persoonlijke relaties wel buiten de zaak wist te houden. Maar toen Viktor een paar dagen later het afgesproken bezoek bracht en haar in den voortuin aantrof in een bespreking met haar tuinarchitect, moest hU erkennen dat het in dit bij zondere geval wel hee'. moeilijk was het persoonlijke en het zakelijke van elkaar gescheiden te houden. Want de con current. met wie mevrouw Rettberg in druk gesprek was, was niemand anders dan mejuffrouw Katarina Lutz. De beide dames hadden teekeningen en lijsten in de hand, Katarina, die een voudig en practisch gekleed was, zonk bij de elegante mevrouw Rettberg in t niet In haar optreden en manier van spre ken liet mevrouw Rettberg het verschil uitkomen dat er voor haar gevoel be stond tusschen een dame van de wereld en een vrouw die voor haar broed werkt. Men kon merken dat ze het jonge meisje maatschappelUk niet voor vol aanzag, want ze hsd niet eens de moeite genomen haar naam te ont houden. Maar ze bon er nu niet aan ont komen om haar te moeten voorstellen. „Daar hebt u uw concurrente, meneer Troilo, Juffrouwoch, hoe is uw naam ook weer? Neemt u me niet kwalijk. „Juffrouw Lutz", zei Viktor met een ernstig gezicht, terwUl hU boog. „O, u kent elkaar?" „We zyn van kind af aan buren", zei Katarina, zonder de minste aandoening te verraden. „Laat ik u niet storen, mevrouw Rett berg", terwUl hy langzamerhand vuur rood was geworden. .Maar u stoort heelemaal niet. Mis schien kunt u uw concurrente wel met een een beetje controleeren. KUkt u maar eens wat voor omwenteling de juffrouw juffrouw Lutz.... hier bU mij wil uitvoeren. Zelfs de grot, die de vorige eigenaar voor veel geld heeft laten bouwen, moet gesloopt worden. Dat gaat me nog het meest aan mU'n hart". Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6