De bescherming van Neerland's Natuurschoon
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 8 SEPT. 1928 V"RDE BLAD
Typische landschappen en recreatie-oorden voor den mensch
Wat reeds behouden werd
ranke sparren en tusschen dicht ritse
lend struweel van eik en varen door
Ver de Veluwe op verliest het wagen
spoor zich tusschen hei en brem. dasi
ligt wOd en ver de golvende heide voor
je open met donkere dennebosscher.
aan den einder en in de laagte zilveren
schittering van een heiplas waar in
vroege ochtendstonden de herten en
reeën komen drinken.
Je komt er midden-in de natuur, ln
't zand staan de sporen van 't wild. dat
rustig kan blijven laveren en zwerven
over de Hooge Veluwe.
Een leder mag hier vrij wandelen,
hij kan de buizerd en in wilde kringen
langs den heuvel zien cirkelen, hij zal
er 't eeuwige ruischen in de hooge den-
netoppen hoeren. En laat hii niet ver
geten. dat op dit nationale park eer
3 procents hypothecaire leening van
750-000— rust.
Behalve door dit natuurmonument is
het behoud van flinke bosschen op do
Veluwe verzekerd door het aankoopei»
van 't Leuvenumsche bosch in 1910 e»;
1920, waarbij direct aansluit het be
langwekkende beplante-kopjes-land
schap. het Roode Koper.
De Pooische landweg zoekt er zjju
baan tusschen 't rijzige naaldhout, ver
derop slingert tusschen boorden van
frisch groen en gebloemte de Hierden-
sche beek naar de Zuiderzee. Ook hiei
werd op het laatste nippertje bosch ge
spaard door het ingrijpen der vereeni-
ging, die het aandurfde om weer eer.
ïeening aan te gaan. nadat slechts
weinige jaren te voren voor het Naar
der meer als eerste bezitting was aange
kocht.
Och, men kent die geschiedenis wel
Amsterdam wilde een stortnlaats voor
stadsvuil, koos het meer aanvankelijk
er voor uit en later besliste één stem
slechts over het al- of nlet-voortbe-
staan Jac P. Thijsse was het. die alle
in 't werk stelde om 't meer te behou
den. Dit gelukte en dit feit elng vrij
wel samen met een ander, dat toen
tertijd zeker evenzeer aller aandacht er
warme sympathie trok. de oprichting
der Vereeniging tot behoud van Na
tuurmonumenten in Nederland.
Het Naardermeer-natuurmonumeivt ls
ruim 700 bunder groot, een aantal na-
t uur historici heeft een uitgebreid on
derzoek naar planten en dieren inge
steld. Er is water en land. En daar-
tusschtsn zijn de moerassige gedeelten
waar 't riet hoog opschiet, waar de le
pelaars broeden en allerhande bloemen
langs de tochtsloot staan Langzaam
schuift het roeibootje er voort. Hoetmer
die ten vorigen jare overleed, is er niet
meer om als hulpvaardige gids te die
nen. En zoo zie je deze aaneenschake
ling van plassen en riet en biezen, tus
schen de pracht der blanke waterlelie-
sterren, terwijl immer honderden vogel
de lucht in vliegen.
De vennen bij Oisterwllk aan der.
rand der Brabantsche Kempen hebber',
een soortgelijke geschiedenis. Geleidelijk
aan worden pereeelen bUstelascht. ten
slotte zal ook daar één groot natuur
monument zijn. dat in zich heeft all-'
typische kenmerken van zoo'n eigen
aardig landschap.
En meer plekken zlin er aan te wij
zen waar het bordje ..Aanbevolen in
de hoede van het Nederlandsche Volk'
ls aangeslagen.
Daar is het bijkans honderd bunder
groote, verlaten Koren burgerveenDe
wegen zijn smal en drassig, het eenigr
hooge punt. de ..NUenhuus-diek" ligt
boven 't water, doch meestal is die dijV
niet te bereiken, omdat het water al
les onder zet Voorts heeft de vereen'.-
gLng het eiland Griend, waar duizender
zeevogels lederen zomer weer broeder,
in bezit terreinen on Texel als I>
staart, het oester en Wester KooLstuk
de Pelten, ook weer met uitgestrekte
broedplaatsen voor meeuwen en sterns
De Mokerheide werd voor een groot
deel aangekocht, in Groningen. Priesch-
land, en Drente heeft men een aantal
kleinere terreinen in eigendom.
Naast dit particulier streven heeft
het Staatsboschbeheer in verschillende
streken van ons land uitgestrekte stuk
ken grond tot natuurmonument ver
klaard. zoo in Drente een stuk heide met
tientallen vennen, bij Kootwijk de stuif-
Paraas» ia.
ONS land is een land van wa
ter, van vlakte, lichte polders,
van verre gezichten tot waar
de horizont is als een ijle
paarse lijn, ons land biedt den zwerven
den toerist ook het wisselend schoon
der zandgronden, met htm bosschen en
bouwlandjes, hun beken en stille wegen
die tusschen het groen doorkruipen, en
de groote eentonigheid der eindeloos
schijnende heiden met de witte zand-
stuivingen en kromme dennen.
Ons land presenteert zich van Noord
naar Zuid, van Oost tot West telkens
anders, telkens mooi, telkens weer beko
rend.
Ons land is een heerlijk land, juist
door die sterke afwisseling. Als je ge
noeg hebt van strand en duin waar de
jolige zeewind frisch door de hooge helm
strijkt kun je gaan dolen langs Veluw-
sche paden of in het Limburgsche heu
velland dat voor een mensch der vlak
ke velden steeds vol aantrekkelijkheid
is.
Maar Juist die groote verscheiden
heid in ons kleine land maakt, dat de
gebieden, elk op zich zelf betrekkelijk
klein zijn.
Zeker, wij hebben in Drente en in de
Peel streken van geweldige verlatenheid,
wij bezitten in de Hooge Veluwe een zoo
woest gebied als men in heel West-
Europa slechts bij uitzondering vindt,
men zou het immers ook na tuur-bewa
ring kunnen noemen is al verbazend
veel geschreven. Zooveel, dat een be
hoorlijke studie over dit onderwerp met
inbegrip van beschouwingen over de
economische, cultureele en sociale be
langen ettelijke boeken zou vullen.
En toch willen en moeten wij in dit
verband er nog eens op wijzen, hoe
noodzakelijk het voor een bevolking ls,
dat er natuur, vrij. ongerept bosch-
en landbezit over blijft naast de voor
bebouwing, veeteelt en landbouw be-
noodigde gronden.
Waar zou men hier heen moeten als
er geen strand was met zijn ruischende
zee en milde zomerzon, waar moeten de
menschen uit stad en dorp in 't Noorden,
Oosten en Zuiden van ons land heen om
te genieten van volle vrijheid, van fris-
schen wind en diepe, weldadige rust,
wanneer daar eens al de heide' en al
de vrije bosschen zouden verdwenen
zijn.
En dat de mensch het noodig heeft zoo
nu en dan eens even buiten te zijn, ver
van 't nerveuse denderen en 't geraas
der stad, om rust te vinden, om geeste
lijke- en lichamelijke kracht op te doen
voor 't werken dat immer wacht, daar
over kan men niet redetwisten, dat is
even noodzakelijk als voedsel en lucht
en slaap.
Trouwens velen beseffen en erkennen
dit en men moet niet al te pessimistisch
tisch zijn en zich al voorstellingen
maken van Nederland als één aaneen
gesloten gebied van weide en akkers met
steden en dorpen er tusschen en zonder
een enkele boom, zonder gezellige
wilde achterlandjes, heide-eenzaamheid,
vennen en rulle heuvels.
In de allereerste plaats zal ons land
wat bosschen aangaat, weinig achter
uit sukkelen. Indertijd, toen wij schre
ven over de Nederlandsche Heidemaat
schappij, toonden wij aan van welk een
?root. belang het bezit van bosschen. van
houtopstanden voor een land is. De
Heidemaatschappij en vooral het Staats
boschbeheer leggen telkens nieuwe be
plantingen aan, en wanneer wij eDkele
tientallen jaren verder zijn en men meer
de resultaten van dit werk kan zien
de oudste beplantingen der houtvesterij
Kootwijk dateeren van 1897 dan za!
men moeten toegeven dat de winst aan
bosch tezamen met het niet gering te
schatten economische belang zeker op
weegt tegen het verlies aan heide of
zandstuivingen. Maar wij willen hiermee
ook niet zeggen, dat het aanbeveling
verdient, alle hei te beplanten met den
netjes, al maar dennetjes. Dat zou erg
eentonig worden, terwijl de heide met
haar golvende ruggen, met enkele stoe
re dennen en fantastisch gevormde je
neverbes-struiken toch zeker bij tien
tallen bunders tegelijk behouden moet
worden.
Zooals zoo vaak zal ook hier de gul
den middenweg gezocht moeten wor
den; de geste van Staè-tsboschbeheer,
een uitgestrekt stuk landduinen en
zandvlakten in de houtvesterij Koot
wijk voor altijd zoo te laten als het is,
stemt zeer hoopvol.
Wachter in 't stuifzand.
Oude berken op Hagenau.
Pirola.
duinen. En dan ls cr op do Central-
Veluwe nog Ivet mooie erode ax- dberi'.
van de Speuldcr en Sprielcier b -chen
by Putten welke als staatseigendom ook
tot ln lengte van dagen er zullen blij
ven me: hun forsche. door wind en weer
geharde en gebogen boomen, met aan
den boschzoom de verre gezichten errar
de bruine heide. Eki door enkele locale
vereenigingen van natuurvrienden of van
bevorderaars van het vreemdelingen
verkeer werd een terreintje aangekocht,
dat om de een of andere reden belang
stelling verdiende en anders verloren zou
gaan.
En hiermee houdt het op.
Zeker er zijn nog verscheidene mooie
terreinen, die als natuurmonument van
belang zouden zijn. doch deze bevinden
zich ln handen van particulieren, zijn
dus niet onvervreemdbaar, en loopen al
tijd de kans verkaveld of verkocht te
worden in „zoo- en zooveel pereeelen".
Moge het feit dat de Staat eigenaar
is van de unieke Veluwsche bosschen
tusschen Putten en Garderen. verblij
dend stemmen, toch zijn wij nog niet
zoover, dat ons land een natuurbescher
mingswet heeft. Dit voorjaar kregen we
een Natuurschoonwet. waarmee het be-
Lepelaars (Naardermeer).
maar de beslist typische terreinen, waar
alle kenmerken van een bepaalden land-
schapsvorm bij elkaar te ontdekken zijn,
ziet, zulke plaatsen zijn er nog maar
weinig en niet zelden moesten zij in de
laatste tientallen jaren verdwijnen, om
dat onze tijd, die tijd van vooruitgang,
ze dringend noodig had voor bouwter
rein of ontginning, omdat ons land te
klein dreigt te worden.
Hoe duidelijk blijkt dat niet in Fries
land bijvoorbeeld, waar in 't weidege
bied de eene hofstede met zijn greiden
aan de andere praalt, waar telkenjare
zoons en dochters wegtrekken naar de
Nieuwe Wereld omdat het land hun
ner vaderen geen grond meer over
heeft om er een eigen huis, een eigen
bedrijf op te zetten. En misschien nog
duidelijker openbaart het zich aan den
Veluw-rand waar de hoeven telkens her
der de hei op liggen, waar steeds nieuwe
gronden gescheurd worden door 't ijzer
der diepploegen en kunstmest ziin mira
culeus werk verricht. Voorbeelden hier
uit de buurt behoeven wij niet te noe
men, ge hebt toch zeker wel eens van
't Naaldenveld en van. Caprera ge
hoord? Nu dan.
Wij hebben in ons land nog maar een
bedroevend klein beetje woesten grond,
ongeveer 435.000 hectare, en daarbij be-
hooren dan reeds de duinen die uiter
aard tot in lengte van dagen wél zul
len blijven als natuurlijke zeewering én
als prise d'eau voor de waterleidingen
der groote steden. Wat wii verder heb
ben, de heiden, zandverstuivingen, moe
rassen en veengebieden slinkt langza
merhand, aan alle kanten knaagt de
ontginning er stukken en brokken af.
Er moeten terreinen behouden worden
zoowel om als recreatie-oord voor den
mensch te dienen als om plant- er
dierkundigen en geologen de gelegen
heid te laten hun studie te kunnen
voortzetten. Bovendien is binnen onze
rood-wit-blauwe grenzen de vorming
van den bodem te interessant en te be
langrijk, dan dat de plaatsen waar dit
duidelijk te zien is, zouden mogen ver
dwijnen.
Wij willen niet vervallen in de slechte
gewoonte om alles uit het buitenland
dan bij ons. terwijl er
De Hierdensche beek*
totaal geen reden toe is Maar toch wil
len wii even mem oreeren. dat in den
vreemde men eerder dan bii ons beseft
heeft, dat terreinen in de natuur ir
hun oorsprcnkelijken staat bewaard
moesten blijven. Zwitserland vooral is
een mooi voorbeeld met zijn tjroote na
tionale parken. Polen had voor den oor
log heele wouden tot natuur-monument
verklaard, Amerika heeft ziln reserva
tions, al wordt daaronder veelal iets
totaal anders verstaan dan een natuur
monument in Hollandschen geest. Zoc
bezit bij voorbeeld het Bear Mountain
Park, ongeveer zsstig mijlen ten noor
den van New-York aan den Hudsen
gelegen, een zwembad, autobuslijnen
over beton-wegen, tennisbanen, bootjes
verhuurder ij. restaurants, dus zuiver,
recreatie-oord.
Het tegenovergestelde vindt mer.
hier in Holland o.a. in het Korenbur-
gerveen, bij Winterswijk, waar maar
een enkeling komt. waar ongestoord
het veen zich kan vormen en vogels
van allerlei slag broeden en leven. Hie.
dus: natuur-object.
Zeker mogen wij ons gelukkig prijzen
als onvervreemdbare natuur-reservatei
een groote verscheidenheid van land
schappen te bezitten. .Natuurmonu
menten", de vereeniging die hier eer.
bedreigd bosch, daar een merkwaardir
terreintje aankocht, bezit van alles-
duinen, bosschen. heiden, meren, moe
rasjes, kreupelhout, veenlandies, ven
nen. wat niet al. Door enkele nieuwe
aankoopen waar en wat mag. door
omstandigheden van zuiver materiee-
len aard. nog niet vermeld worden
kan bij deze landschappen er nog eer.
gevoegd worden en wel een heel merk
waardig.
Onder ceze terreinen is er een. dat
veelal ons .nationale natuurpark" wordt
genoemd. namelijk het uitgestrekte
boschbezit Hagenau—Rhederoord. dat
achter de particuliere bosschen van het
Hof te Dieren en Mlddecbten over de
voorste Veluwe-heuveis ligt van Dieren
tot De Steeg, en door enkele recente
aankoopen ver over de acht-honderd
hectare groot is.
Al is het eerste stuk reeds sedert 1911
eigendom van de vereeniging, toch zijn
de grootste pereeelen er bij gekomen ir
de oorlogsjaren, toen het maar weinig
scheelde of ook in deze bosschen was dc
bijl aan den stam gelegd, om te voor
zien in de dringende vraag naar brand
stof. Maar gelukkig is het zoo ver niet
gekomen en waar eens de jachthorens
der Oranje-prinsen schalden in den
omtrek van de heerftike wildbaan, als
ever en hert er wisselden en de vurige
paarden 't rulle zand deden opwolken
daar wandeler, in zomertijd de pension
gasten van al de dorpen tusschen Die
ren en Velp.
De „Lange Juffer" slingert er zijn
karresporen onder forsche beuken er.
oude berken door, heuvel op. heuvel af
langs open plekken met slechts enkel:
Kokmeeuwen (Texel),
lang van 't behoud van natuurschoon
erkend wordt en die voornamelijk be
werkt, dat de fiscale lasten op landgoe
deren minder worden. Naar ccn natuur
beschermingswet. waarbU terreinen voor
altijd tot natuurmonument verklaard
kunnen worden wordt door de natuur
vrienden hard verlangd, omdat het par
ticulier initiatief, met name dc Vereeni
ging tot behoud van Natuurmonumenten
in Nederland niet bij machte ls steeds
maar aan te koopen. zoodat vrij zeker
wel eens belangrijke terreinen verloren
zouden kunnen gaan.
Ons nationale natuurbezlt ls klein, het
wordt aan alle kanen bedreigd, de Sint
Pietersberg wordt afgegraven, duinen
worden tot villaparken vermaakt, de
Rceuwijksche en Locnerveonsche plassen
wil men dempen.
Er moet door allen, die de natuur min.
nen als studie-object of als recreatie
oord. samen geijverd worden voor het
behoud van het typische Nederlandsche
natuurschoon, het is noodzakelijk!
Over het nut, de noodzakelijkheid
van natuur-beschermlng is dat geen
kostelijk, juist ksrakterlseerenci woord.
C. O. B.
In ons nationaalspark. Blanke waterle!ic;»terren op het Naardermeer. Aan een Oisterwijksch ven.