HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 15 SEPT. 1928 I RDE BLAD Abonnés van Haarlem's Dagblad Ons voordeel is Uw voordeel. Hoe grooter ons aantal Abonnés wordt, des te meer kunnen wij aan Haarlem's Dagblad ten koste leggen. Uw belang is dus, het aantal Abonnés te helpen vergrooten. Een goed woord, te juister tijd gesproken tot Uw buurman, Uw vriend, Uw neef, is Uw eigen voordeel en draagt er toe bij Haarlem's Dagblad nóg meer dan het nu al is te maken tot het eerste en grootste Familieblad voor Haarlem en Omstreken UIT DE MIDDENSTANDSCENTRALE. De actie tegen de Precario. EEN BREEDVOERIG DEBAT Aan een ons gezonden communiqué ontleenen wij: Donderdagavond vergaderde de Mid denstandscentrale voor Haarlem en om liggende gemeenten. Na de opening volgde de installatie der bestuursleden van de nieuw toege treden vereeniging Velsen-Noord. De voorzitter juichte het toe, dat ook deze Vereeniging ingezien heeft, dat in vereeniging, in onderlinge samenwer king, onze kracht ligt. Hij riep den nieuwen leden een harte lijk welkom toe. Het verslag van den secretaris als af gevaardigde naaT het Congres van den Ned. Middenstandsbond en in verband daarmede de a.s. Kruideniersbeurs, werd op voorstel van den voorzitter aangehou den in verband met een conferentie welke door 't bestuur der Centrale eer lang zal gehouden worden met 't bestuur der Afd. Haarlem en Omstreken van den Ned. Kruideniersbond. De Rijks inkomstenbelasting. De R.K. Vereeniging van Waschindus- trieelen heeft een klacht van een harer leden overgeheveld inzake toepassing der Rijksinkomstenbelasting. Een vader mag voor zijn minderjari gen zoon, in zijn bedrijf werkzaam, geen loon boeken. Werkt deze jongen elders, dan wordt de vader alléén aangeslagen voor het kostgeld. Men begrijpt, dat hier 't verschil van loon en kostgeld, benevens de progres sie een belangrijke rol spelen en men zag hierin een groote onrechtvaardig heid. Ten einde meer licht in deze zaak te verkrijgen heeft 't dagel. bestuur der Centrale een onderhoud gehad met den Directeur der Dir. Belastingen, alhier. Inderdaad mag voor minderjarige zoons in 't bedrijf des vaders werkzaam, geen loon worden uitgetrokken. Het staat wel niet met zooveel woorden in de Wet, doch dit steunt op een arrest van den Hoogen Raad van 31 Dec. 1924. Voorna melijk is deze beslissing geforceerd om een einde te maken aan de vele misbrui ken, welke op dit gebied gepleegd werden voornamelijk in den boerenstand, waar voor alle minderjarige jongens en meis jes loonen werden uitgetrokken, waar door 't belastbaar inkomen van den va der op een belachelijk laag cijfer werd teruggebracht. Het eenige wat te doen zou zijn is een nieuw arrest uit te lokken. De heer van Tetering meende, dat Haarlemmer Halletjes. EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Wij waren dan, zooals ik in mijn vorige Zaterdagavondpraatje schreef, met de heele krans op bezoek in onzen beroem den dierentuin Artis. Dat is niets bij zonders, want wie is daar van zijn leven niet een of meer keeren geweest! Toen ik er de eerste maal kwaim, droeg ik nog een kort broekje en een kieltje met een riem en de vrienden van de familie plachten te zeggen, dat ik een aardig jongetje was. Misschien, zou ik daar op ijdel geworden zijn, wanneer ik niet op zekeren dag een oudtante had hooren zeggen, sprekende over mij: „wat is ie bleek en wat heeft ie een dikken neus!" Ze dacht, zeker dat ik heit niet hoorde, maar kleine potjes hebben groote ooren ik begreep er dus alles van en het griefde me diep, zoodat ik die oud tante haatte en dat met plezier met de riem van mijn kieltje zou hebben ge toond, wanneer ik maar gedurfd had. Eerlijk gezegd, ontbrak mij daarvoor toch de moed, maar ik wreekte mij door altijd op de vlxioht te gaan, wan neer die oudtante ons kwam bezoeken. Ze was toch al niet bij mij in de gunst, omdat ze steevast ons kinderen allemaal op de beurt, haar puntigen neus diep in de wang placht te duwen, als ze kwam en vertrok: dat noemde ze een zoen. Haar oordeel over mijn bleekheid en mijn neus hinderde mij zoo, dat ik haar alle kwaads toewensclite en toen ze dood was, bij wijze-van reflexbeweging, be rouw voelde omdat ik dacht, dat ik door mijn slechte wenschen tot haar dood had bijgedragen. Het was een akelige ge dachte en wanneer ik in die dagen der gemeenteveldwachter ontmoette, liep ik hem schuw en haas tag voorbij. Lang duurde die wroeging evenwel niet. De indruk werd weggenomen door de vlucht van mijn witte muizen, waarvan ik er later af en toe een terug zag als gewo ne grijze muls, van wege het stof in de hoeden en onder den vloer van de ka mers. Later ben ik natuurlijk op verschillen de leeftijden in Artis terug geweest, maar een van de indrukken, die ik van mijn bezoeken overhield, was dat ik er altijd zoo vermcsid van werd. Hoe dat kwam begreep ik vroeger natuurlijk niet, .Tn.qji.r naderhand werd het mij duidelijk. Je bent als bezoeker niet alleen zelf in beweging, maar al de bewoners van den OVER DE PAARDESTEEG. met goeden wil toch wel een weg zou ge vonden kunnen worden om aan de groote onbillijkheden een einde te maken en daarnevens toch de misbruiken het, hoofd te bieden. Hij stelde voor aan de nationale hoofdbonden te verzoeken deze zaak in studie te nemen, middelen te beramen en een voorstel via den Middenstands raad bij den Minister van Financiën in te dienen. Aldus werd besloten. De Paardestccg. De voorzitter lichtte dit punt uitvoe rig toe. De fa. Vroom Dreesmann krijgt de volle beschikking over de Paardesteeg, welke dus aan den publieken dienst zal worden onttrokken, benevens een bedrag uit de Gemeentekas van ca. f 38000. De fa. Vroom Dreesmann zal ter verbreeding van 't Venvulft een breede strook gronds afstaan. Tegen het Raadsbesluit omtrent deze zaak is beroep aangeteekend door enkele personen bij Ged. Staten, Doch 't Raads besluit bleef gehandhaafd. Thans hebben èn de Gierstraat ver eeniging, èn de heer J. W. Florijn e.a. vernietiging van het bedoelde Raadsbe sluit aan de Kroon gevraagd. De heer Florijn als lid, zoowel der Chr. Vereeniging als der Haarlemsche Han- delsvereeniging, heeft voor zijn adres aan de Kroon de hulp en den steun zijner vereenigingen ingeroepen. Het bestuur der Haarl. Handelsver- eeniging besloot dit verzoek over te he velen naar de Middenstandscentrale, waarom het thans aan de orde werd ge steld. Toch wil de voorzitter als zijn meening wel zeggen, dat zi. de tyd wel verstreken is om hierop alsnog te reageeren en hij verwachtte weinig heil van een adres beweging nu de zaak in zoo'n vergevor derd stadium is getreden. De heer Cassée, Bloemendaal vroeg welk Middenstandsbslang hiermee ge meeld is. Zoo niet, dan hebben wij er ons niet mede te bemoeien. De voorzitter wees er nadrukkelijk op, dat- deze zaak niet. beheerscht mag worden door sym- of antipathieën voor of tegen de firma V. en D. De heer van Liemt lichtte de histori sche ontwikkeling dezer zaak uitvoerig toe. Natuurlijk als Middenstander is hij verre van grootseh er op, dat dit Wa renhuis zich zal uitbreiden, doch in den Raad. heeft hij alléén hit algemeene ge meentebelang te dienen. dierentuin zijn dat ook. De een strompelt, de ander hompelt, de derde mompelt, 1 maar stil en rustig is er geen. Het eene beest loopt links, het andere rechts, het derde springt op, het vierde zakt door op zijn knieën: als je in het midden van den tuin kon gaan staan en de heele bevolking vandaar in 't oog krijgen, zou je er gek van worden. Nu blijft het bij een groote vermoeidheid, maar daar ontkom je dan ook niet aan. Ik ben, denk ik, de eenige niet. Maar als je met een gezelschap uit bent, wil je de eerste niet wezen die het zegt, omdat het zoo drankerig klinkt, al ver lang je (op mijn woord van eer) maar alleen naar een kopje thee of een glaasje limonade. Op een oogenblik sukkelde ik moe en lusteloos achter ons stoetje aan en zag hoe afgetreuzeld de anderen voortgingen. Het was geen stappen en heeiemaal geen loopen meer, het leek 't meest op strompelen. Niemand zei een woord. Iedereen had blijkbaar zijn energie noodig om alleen maar op de been te blijven, ik zal niet zeggen dat de tong ons uit den mond hing, maar het scheelde toch niet veel. Op eens trok van Stuiteren mij bü de mouw en wees op een heer, die met groote aandacht naar een van de dieren keek. Het was 't wrattenzwijn, een onooglijk beest, dat je voorgoed de lust in var- kensvleesch zou benemen, wanneer een gebraden ham niet zoo buitengewoon lekker was. „Wat bedoel je?" vroeg ik. Van stuite ren antwoordde fluisterend: „die twee lijken op elkaar". Toen zag ik het ook. De vorm van de ooren had groote overeenkomst en het gezicht van den man was, evenals dat van het zwijn, met talrijke wratten versierd. Wij wezen elkaar daarop en lachten er om, totdat door de draadlooze telegrafie die iemand waarschuwt dat anderen achter zijn rug zich vroolijk over hem maken, de man zich omkeerde. Dadelijk zette ieder een strijkijzer op zijn gezicht, maar een paar slaagden daar niet zoo goed in. zood3t er een pijnlijk oogenblik ontstond. De man keek ons, zonder iets te zeggen, strak aan en zijn evenbeeld, het wratten zwijn, deed hetzelfde, t Was bepaald een beetje spookachtig. „Menschen", zei op eens tante Koos je. „Ik kan niet meer. Als ik geen thee krijg, bezwijk ik". Dat verbrak de betoovering. Wij keer den wrattenman en wrattenzwijn den rug toe en zetten koers naar een luw Van afstand van gemeentegrond is hier geen sprake. Er heeft slechts rui ling van grond plaats. Door deze ruiling is door de firma V. en D., zooals de ex perts hebben uitgemaakt, schade gele den en deze moet aan V. en D. naa.* recht en billijkheid vergoed worden. Op dit standpunt heeft ook de Centrale steeds gestaan. De vroegere rooilijn is gewijzigd. Zy is belangrijk achteruit gebracht. Welnu, die vrijkomende grond van den publie ken dienst moet betaald worden. Hierdoor kan een einde gemaakt worden aan de gebrekkige verkeersrege ling op het tegenwoordige Verwulft. De gemeenteraad heeft dus deze transactie gedaan uit een oogpunt van aesthetiek en beter verkeer. Waarom ageert men hiertegen? Kan men zich voorstellen hoe de toestand daar zal worden? De omliggende per- ceelen zullen er door in waarde stij gen. De stichting en uitbreiding van dit warenhuis is toch niet tegen te hou den, daar de firma V. en D. het heele complex in handen heeft. Ware dit te fnuiken, dan was spr. een der eersten om eraan mee te doen. De heer Van Tetering merkte aller eerst op, dat als er een van de aange sloten vereenigingen komt een zaak in de Centrale te behandelen, dat het bestuur dan verplicht is, daaraan ge volg te geven en geen vrijheid heeft om het zonder meer ter zijde te leggen. Tweedens wijst spr. er op, dat thans in de laatste phase de hulp der Centrale ingeroepen wordt, nu de zaak zoo goed als zeker als verloren mag worden be schouwd. En tenslotte, wat zou* het voor een indruk geven wanneer wij nu zou den gaan ageeren tegen een raadsbesluit terwijl wij bij de behandeling in den gemeenteraad gezwegen hebben, den Raad buiten onze crïtiek, onze bemerkin gen, onze inlichtingen te hebben gehou den. Terecht zou men dit opvatten als een aanval in den rug. Spr. keurt deze taktiek af. De heer Lassehuit wilde uitdrukkelijk constateeren, dat het bestuur der HJLV. absoluut niet tegen de firma V. en D. gekant is. Doch er is een nieuw argu ment in deze procedure gebracht, dat der hygiëne en spr. zou het op prijs stellen, wanneer dit nader belicht zou worden. De Voorzitter zegt dan, dat in het adres Florijn c.s. erop gewezen wordt, dat de Paardesteeg, ten bate der lucht- verversching in de Groote Houtstraat werkt als een long, dat de frissche wes telijke zeewind, komend door Ged. Oude Gracht en Botermarkt, stuwend door de Paardesteeg, zorgt voor voldoende doorstraling, waardoor de lucht in de Groote Houtstraat gezuiverd wordt. Hoewel dit door een bioloog beweerd weid, nochtans deelen niet alle bestuurs leden der H. H. V. deze meening. De heer Klein Schiphorst wees op de onzinnige argumenten en op inconse quenties in dit geding. Men wete wel, 't Gemeentebestuur heeft de Paardesteeg aangeboden, v. en D, zelf heeft er nooit om gevraagd. En spr, kan wel zeggen, dat V. en D. blij zou zijn, wanneer de Kroon het Raads besluit verwierp. Toch wel spr. vragen of de Centrale aan dit gedoe mag meewerken en dan is hy het eens met den heer van Tete ring, dat wij tegenover den Raad van Haarlem een belachelijk figuur zouden slaan, dat onze stijgende prestige zou neerhalen. Voor het doorgaand verkeer naar Am sterdam, in verband met toekomstige plannen is verbreeding van 't Ver-wulf: noodzakelijk. Het zou evenwijdig worden, thans is het een trechter. De adresseering is een paskwil: men- sohen, die bij de spoor wonen en er niets mee te maken hebben, teekenden dit adres. De heer van Liemt ridiouliseerde na der het hygi ene - argument. Men heeft -.-r over gebruld. Toen vroeger plannen be stonden om des Paardesteeg te overdek ken by wijze van passage, waar bleef men toen met het hygiëne-argument? De Voorzitter kon ondanks alles niet toegeven, dat het Verwulft te smal is en rede tot ongerustheid baart. Spr. kon uit persoonlijke ervaring plekje vóór het restaurant. Daar her leefden de dames bij haar thee dat uni- verseele geneesmiddel tegen alles. Vrouwen drinken thee tegen de warmte, tegen de kou, tegen den regen en tegen vermoeidheid, om twintig andere redenen en totaal zonder reden. Hoe wij vroeger in 't leven bleven voordat de thee be stond of althans in de mode was, heb ik nooit begrepen. In ieder geval, door deze dampende nectar kwamen onze dames weer op haar verhaal en raakten ook de tongen weer los. „Grootpapa", zei mevrouw van Stuite ren, „had zes paarden, die verzorgd werden door een koetsier en een palfre nier". Ze keek den kring eens rond, om te zien welken indruk dat maken zou en ging toen verder: „Op een dag kwam de koetsier bij grootvader en zei: „Edele Heer" (hy zei ;.ltijd edele, heer, moeten jelui weten)". „Dat vind ik mal," zei Wouter. „Ja, dat vind ik mal. De man hoefde volstrekt niet edele heer te zeggen. Ge woon „meneer", was mooi genoeg." „De koetsier", ging mevrouw van Stui teren voort, zonder zich van haar stux te laten brengen, „zei tot Grootpapa: „de jongen moet hier niet langer blij ven. Hij moet hier noodig vandaan". „Waarom?" vroeg grootpapa. „Hy kijkt te veel naar de paarden. HU gaat er op lijken." „Och kom", zei grootpapa. Hij vond dat te vreemd, maar de man had gelijk. Ik zag het zelf, toen ik den volgenden keer uitging met de dogcart en den palfrenier meenam. De jongen kreeg een vreemden vorm van hoofd, precies een paardenhoofd, groote uitpuilende paar- denoogen en groote gele tanden. Hij was altijd in den paardenstal, overdag en 's nachts: dan sliep hij met zijn hoofd tegen de flank van een van de paarden, een mooie vos. Vroeger had hij een gewone stem gehad. Later sprak hij alsof hij hinnikte." ..De baard in de keel", zei Wouter. „En hos was het met zijn staart?" Mevrouw van Stuiteren kreeg een kleur van boosheid, maar antwoordde niet „li Heb de geschiedenis meer ge hoord", zei de onbarmhartige Wouter. „Op een dag, toen de koetsier den stal opendeed, kwam de palfrenier er uit galcppeeren. Zijn handen en voeten wa ren door hem zelf in den r.acht besla gen, zijn hoeven kletterden op het stal- plein. Hy draafde de poort uit en ze hebben hem nooit teruggezien. Tc Heb spreken, ongelukken hebben er nooit plaats gehad. En ock ons gemeentebe stuur acht de ruimte meer dan vol doende. Anders had het er de halte voor de tram niet laten plaatsen en een huisje voor de electriciteit. Bovendien geeft men er volop gelegenheid voor het geregeld houden van een Bloemen markt. Wanneer dit alles verwijderd zou wor den en men legde een versmald vlucht- pieintje in de lengte aan, dan was er ruimte in overvloed. Nochtans geeft spr. volmondig toe, dat alle argumentaties als mosterd na den maaltijd komen. Stemming over de quaestie kon ach terwege blijven na de mededeeling der bestuursleden van de Chr. Vereeniging, dat zij tegen het verzoek zouden stem men en volgens de statuten, een actie al leen dan van de Centrale kan uitgaan, wanneer zij goedgekeurd is met alge meene stemmen. Op 't verzoek werd dus afwijzend be schikt. Dc Precarioverordening. De voorzitter zette dit agendapunt uitvoerig uiteen. Hy besprak de artike len 238 en 240 der Gemeentenet, welke den Gemeentebesturen recht verleenen op zekere belastingobjecten. Hy stelde daartegenover verschillende arresten van den Hoogen Raad, welke diverse toepas singen dier artikelen als „onrechtmatig" hebben bestempeld. Zoo is de Gemeente het recht ontzegd voorwerpen te belas ten, welke in de lucht hangen boven den beganen grond, wijl de Gemeente wel zeggingskracht heeft over den grond, maar niet over de lucht. In dit verband werden verder be sproken het desbetreffend voorstel van Liemt en de circulaire van den R.K. Middenstandsbond in 't Bisdom Haar lem. welke den leden mededeelt, dat deze belastingheffing onrechtmatig is en adviseert tegen de aanslagen in beroep te gaan. Verder werd besproken het artikel van Mr. G. W. J. Jonker te 's Gravenhage in het „Centraal Orgaan voor Handel en Industrie", waarin aangeraden wordt in alle Gemeenten de onrechtmatig be taalde Precariogelden terug te vorderen. De heer Van Liemt sneed mede uit voerig deze kwestie aan en deelde mede, dat zijn voorstel naar B. en W. is ge gaan ten fine van prae-advies. Het is voor spr. onbegrijpelijk, dat men na de arresten van den Hoogen Raad. welke aan duidelijkheid niets te wenschen overlaten, reeds niet veel spoediger in verzet is gekomen. Een fir ma hier ter stede is tegen de betaling in verzet gekomen en het is alleszins loffelijk, dat zij door de Centrale in haar actie zal gesteund worden. Besloten wordt met algemeene stemmen, dat de Centrale de desbetreffende firma in haar verzet zal steunen. Vervolgens werd be sloten, dat de Centrale in deze een adres tot den Gemeenteraad van Haarlem zal richten, verzoekend afschaffing dezer belasting op grond der gewezen adres sen. daarbij adhaesie betuigend aan het voor stel-Van Liemt. Men zal nader een afwachtende hou ding aannemen en zien welk effect deze adresbeweging sorteert Gelijksoortige adressen zullen gezonden worden naar de Gemeenteraden van Bloemendaal, Heemstede en Zandvoort, waar ook Precarlovorderingen bestaan. De heer van Tetering wees er nog op. dat in de laatste weken alle recla mebordjes van Haarlem's Dagblad in deze belastingheffing zyn betrokken. Deze hangen niet boven gemeentegrond doch zyn tegen den gevel bevestigd. De consequentie hiervan brengt mee, dat thans ook in den vervolge zal moeten betaald worden voor alle naamplaatjes waarop naam en beroep vermeld staan. Onjuist is verder de meening, dat alléén belast zouden worden die „uitstekende" voorwerpen, waarop een reclame ge schilderd is. Voorbeelden werden ge noemd van voorwerpen welke ook zon der reclame belast zijn geworden. gehoord, dat deze jongen de stamvader geworden is van de paarden in 't schaakspel". „Je he*bt gemakkelijk spotten", ze: tante Koos. „Ik heb een man gekend, die zijn heele leven met koeien had om gegaan, een melkknecht, die niet lezen en schrijven kon, eenzelvig en stil. ïn den loop van den tijd ging de man hoe langer hoe meer op de koeien lijken." „Als hij in een ander vak was ge weest, zou hij er waarschijnlijk ook als een koe hebben uitgezien. De man was dom, dat is het." „Ik weet nog een ander geval", ver telde Emma Hopma. „Een oom van mij is 60 jaar getrouwd geweest. Hij was in de laatste jaren zoo op zijn vrouw gaan lijken, dat vreemden ze voor broer en zuster aanzagen." „Och, dat is aandoenlijk", zei tante Koos sentimenteel. ,,'t Spijt me voor je Koos. maar na de zilveren bruiloft leefden ze als kat en hond". Die wreede onthulling maakte een einde aan heit gesprek. De dames had den genoeg thee gehad en de geluiden die uit den tuin tot ons doordrongen, noodigden ons tot voortzetting van de wandeling. Onze eerste gang was nar.; de groote roofdieren Daar lag de leeuw rustig, op zyn voorpooten de groote kop. de andei's soms zoo dreigende staart, thermometer van zyn stemming, in vol maakte kalmte. Het leek ons toe, da*, hy onze krans met een vriendelijk oog aanschouwde. Had hij in het heete zand van Afvika's woestijnen misschien ook een d orgel ijken gezelligen kring gehad? Emma Hopma werd er sentimenteel van. „Vinden jullie niet?" vroeg ze. „dat mijn man iets in zijn gezicht heeft, dat aan den leeuw doet denken?" „Zijn manen misschien", zei Hupstra op vriendelijk peinzende manier. Blijk baar was Emma niet in staat, de vraag te waardrcren, want wanneer Hopma ooit Sets bezeten heeft dat manen ge naamd mocht worden, het is sedert ja ren geheel verdwenen; nu doet Hopma's hoofd meer aan een biljartbal denker; of aan wat men pleegt te noemen een opgeruimd hoofd. „Ik bedoel meer den neus", zei Emma haastig, om de aandacht van het on derwerp af te leiden. Nu weet ik niet of mi'n lezers Hopma kennen. Hij Is klein van stuk. heeft een buikje dat aan een goed leven doet denken en een soort van trippelenden, opgewekten gang, die aüenninst aan Rondvraag. Ingekomen is een schrijven van het bestuur der Afd. Haarlem van den Bond van Rywiel- en Motorhandelaren in Nederland, mededeeler.d. dat men bezig is by de winkeliers 10 pet. korting te bedingen voor leden der Organisatie der Rijksambtenaren. Besloten werd hier naar te infomieeren en dan weder de waarschuwende stem der Centrale te doen hooren. Verder was ingekomen een schryven der afd. Haarlem van den Ned. Boek- verkoopersbond adhaesie verzoekend aan 't adres naar de Tweede Kamer, ver zoekend den Spoorwegboekhandel ook onder de bepalingen der Winkelsluitings wet te laten vallen, daar deze boekhandel steeds meer het karakter van den ge wonen boekhandel heeft aangenomen en de beperkende gedachte „alleen reislec tuur" allang heeft laten varen. De Centrale besloot dit verzoek over te he velen naar onze Nationale Bonden. CURSUS E. H. B. O. Het aantal deelnemers en deelneem» sters voor den cursus in eerste hulp bij ongelukken is weer vrij groot. Door het bestuur der afd. Haarlem der Ned. Vereeniging E. H. B. O. zijn alle gegadigden opgeroepen tot oen bijeenkomst op Maandag 17 Scptcm» ber, in ..De Nijverheid", waar hun alle bijzonderheden aangaande den cursus zullen worden medegedeeld, en tevens gelegenheid zal bestaan tot het stellen van vragen. Op 1 September 1928 is de wet hou dende nadere regeling der collectieve ar beidsovereenkomst (wet van 24 Decem ber 1927, St.bl. No. 415) in werking ge treden. Op 15 Juni 1927 was deze wet door de Tweede Kamer (met 74 tegen 5 stemmen) en op 21 December d.a.v. door de Eerste Kamer der Sta ten-Generaal aangenomen. Collectieve arbeidsovereen komsten, welke vóór 1 September 1923 van kracht waren, vallen niet onder de nieuwe wetsbepalingen. De regeling de zer materie, tot dusverre beperkt tot artikel 1637 n van het Burgerlyk Wet boek, heeft een aanzieniyke uitbreiding ondergaan, waarby echter het privaat rechtelijk karakter der collectieve ar beidsovereenkomst is gehandhaafd. In het vervolg zal een dergelijke overeen komst volgens de nieuwe wettel yke be palingen moeten worden vastgsteld of in een oniderhandsóh contract of in een contract, hetwelk verleden wordt voor een notaris. Geen enkele collectieve ar beidsovereenkomst kan voor meer dan vijf jaren worden aangegaan of ver lengd. De betrokken partijen zyn daar- by eenerzijds een of meer werkgevers of werkgever svereenigingen, anderzijds een of meer w'erknemersvereenigingcn. Deze vereenigingen moeten rechtsper soonlijkheid bezitten, terwijl hunne sta tuten met name de bevoegdheid moeten noemen tot het aangaan van collectieve arbeidsoveeenkomsten. Indien een der- geiyke overeenkomst is aangegaan, zyn alle vereenigingsleden door de bepalin gen daarvan gebonden, voor zoover niet ultdrukkeiyk by de collectieve arbeids overeenkomst uitgesloten, waarby geen onderscheid wordt gemaakt tussohen le den, die lid waren op het oogenblik van het afsluiten en die, welke later zyn toe getreden. Deze gebondenheid gaat in op het oogenblik van het afsluiten dei- overeenkomst en niet op het oogenblik der inwerkingtreding, welke 14 dagen na het afsluiten plaats heeft, tenzy de overeenkomst anders bepaalt. Indien men als lid eencr vereeniging gebonden is aan de bepalingen eener aangegane collectieve arbeidsovereenkomst dan heeft het verlies van dat lidmaatschap op die gebondenheid geen invloed. Ten- een leeuw herinnert. Tot nu toe heb ik nog nooit een leeuw in de Groote Hout straat ontmoet en ik hoop die gebeur tenis ook nooit te beleven, maar ik stel my toch voor, dat een leeuw een stati ger houding zou aannemen, dan a an mijn vriend Hopma ooit mogelijk is. Dc vergelijking van den neus was al hee' weinig geslaagd. Niet dat Hopma hei helpen kan en we mogen het hem duf ook niet kwalijk nemen, maar als een kwajongen met een stuk stcroverf op een plank mikt, zou het resultaat waar schijnlijk bedriegeiyk veel op Hopma'.1: neus geiyken. Een Grleksche neus is hot dus niet, evenmin een Romeinsche, een haviks- of een adelaarsneus. Dc eenige passende benaming zou een mopsneus zijn Het scheen of de leeuw dan ook dc vergelUking als een beleedüglng voelde, want hy hief plotseling een hevig ge brul aan, dat de krans niet weinig aan 't schrikken bracht en een echo vond in andere hokken. Ook onder de roofdieren heerscht dus solidariteit. In minder dan vijf minuten veranderde de Olympische kalmte die er heerschte in een toonee! vol onrust. De leeuw sprong op en schreed brullend door zijn hok. Mevrouw de leeuwin volgde zijn voorbeeld, zich als trouwe ega by haar gemaal aanslui tende. Tijgers, jaguars, panters vervul den de rol van echo en in een oog- werjk was het zoo'n lawaai, dat een oppasser zijn hoofd om den hoek van de deur stak en verontwaardigd vroeg of wy misschien dc dieren met een stok hadden gepord. Gelukkig konden wij onze onschuld bewijzen, omdat nie mand een stok bij zich had; van cc dames was alleen tante Koos.lc van een paraplu voorzien. „U dan dame?" vroeg de oppassen- achterdochtig, maar haar goedig gezicht bracht hem de onwaar schijnlijkheid van het geval voldoende by. De oppasser wandelde dus verder en Hopma. onwillekeurig naar zyn mopsneus tastende, stelde voor om verder to gaan. aan welke ultnoodiging wy haastig gevolg gaven. Bulten ademden wy weer vry. Het is gek, maar wanneer Je eenmaal in den dierentuin op de geiykenls tusschen mensch en dier gaat letten, kom je tel kens voor groote verrassingen te staan. Of leek de Secretaris niet sprekend op een van de portretten in den salon van de familie van Stuiteren? zyn scherpe bek leek precies op den punti gen neus van dezen voorvader van Me vrouw, zyn witte borst en zwarte staart deden onwillekeurig aan 's mans witte RADIO-UITZENDINC. CIIR. IïïST. JONGEREN Men verzoekt ons te melden, dat voor bedoelde radiouitzending op Donderdag avond 20 dezer, via den zender tc Hui- ten. welke te Haarlem zal worden opgevangen in het Ned. Herv. Wyh ge bouw, Molenaerstraat by de Noorder- kerk naast de kamerleden J. R. Snoeck Henkemans en Ds. J. Longman, als spreekster in plaats van mej. Mr. C. Frida Katz. die verhinderd biykt. hoopt op te treden Mevr. Mr. Dr. P. M. Fran kenvan Driel te Amsterdam me-, het onderwerp ,Dc Jonge Vrouw en do Po litiek". EXAMENS By de laatste examens van de ver eeniging van leeraren in talen en han delscorrespondentie slaagden voor Han delscorrespondentie, Nederlandse!»: c. van Splunter, Hoofddorp. Fransch: Mej. H. P, Kok. Haarlem; G. J. Koningsveld, Haarlem; H. C. O. van Lamoen, Beverwijk. Duitsch: A. J. Barthol. Haarlem; C. H. Hazevoet. Haarlem: mej. C. van Hofwegen, Haarlem; Ft. Hoogerbeets Jr., Haarlem; L. Silvis, Heemstede; O. J. Smit, Hillegom; P. Ch. Cremer. iJmui- den; mej. C. M. Kaper, IJmuiden. Engelsch: P. A. Biersteker. Haarlem; J. F. P. de Geus, Haarlem; P. F. van Velzen, Haarlem; mej. L. A. J. S. van Win tershoven, Haarlem; H. P. Bakker Jzn„ Halfweg; J. van Coezand. Velsen- Noord; H. van der Kuyl Velsen-Noord; J. Ende. Oven-eenB. de Graaf f. IJmui den; M. B. G. C. Heunden, Heemstede; P. C. de Jong, Krommenie; mej. M. A. M. D. Raap, Santpoort. einde de loden eener vereeniging in ken nis te stellen van de bepalingen der ar beidsovereenkomst bepaalt de wet. dat de betrokken vereeniging leder lid ten spoedigste den woordeiyken inhoud der overeenkomst moet modedocien. verge zeld van d—woordelijken inhoud eener eventueel opgemaakte toelichting. Noch de werkgevers-, noch de werknemers ver eeniging, welke een collectieve arbeids overeenkomst heeft afgesloten staat in voor hare leden, al is zy gehouden te bevorderen, in de mate als de goede trouw zulks medebrengt, dat de leden lo getroffen bepalingen naleven. Het is evenwel mogelijk, dat de werkgever wel. de werknemer niet gebonden is in dien laatstgenoemde bijv. ongeorgani seerd is maar dan zullen als regel toch op dien ongeorganiseerden arbei der de bepalingen der collectieve ar beidsovereenkomst toegepast moeten worden. Is de arbeider alleen door de collectieve arbeidsovereenkomst gebon den en wenscht hy te gaar werken bU een patroon, die door oen dergelijke ar beidsovereenkomst niet gebonden is. dan kan de arbeider van de bepalingen in die overeenkomst afwijken, tenzy deze ultdrukkeiyk het tegendeel bepaalt. Een verplichting voor den werkgever om uit sluitend arbeiders van een bepaalde godsdienstige of staatkundige richting n dienst te nemen, evenals een verbod dpnrtoe, mag in geen enkele collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen zyn. Wenschen part yen een bestaande over eenkomst te beëindigen, dan moet daar van kennis gegeven worden aan alle contracteerende partyen, Deze kennis geving moet geschieden per aangetce- kenden brief of by deurwaardcrsexploit. De opzeggingstermyn bedraagt een twaalfde van don tijd. waarvoor de col lectieve arbeidsovereenkomst is aange gaan, i tenzy dezo zelf anders bepaalt, terwijl by niet opzegging en by geen na dere regeling daarvan de wet aanneemt, dat de overeenkomst stllzwUgend is ver lengd voor den termijn, waarvoor zy oorspronkelijk is aangegaan, ten hoogsto echter voor één Jaar. MOLLERUS. das en zwarte rok denken en ik geloof, dat ook van Stuiteren daaraan dacht, toen hy op vrijmoedige manier het beest bekeek, dat hem op zyn beurt uit de hoogte beschouwde. „Dorde portret van links", zei Wouter zachtjes aan zyn oor. .Evert Gerard Nicolaas". antwoord de van Stuiteren fluisterend, „lid van Provinciale Staten van 1876 tot 1892, beroemd als kenner van watcrschaps- reglemcnten en gehuwd met Marianne Geertruida van der Poel. De meest ver maarde van onze voorvaderen op drio na". Toen lachten de twee boosdoeners en gingen de dames achterna, die voor den Secretaris al geen aandacht meer hadden. „Zei je wat, man?" vroeg me vrouw van Stuiteren, alsof ze vermoe den had van den spot, die daar met oen van haar voorzaten gedreven werd. „Ik zei daar tot Wouter, dat de pracht van den pauwhaan deed denken aan de schitterende costuums van je over grootmoeder", zei van Stuiteren en ge vleid knikte zOn vrouw. Nog lang wandelden wy rond. Ook in het aquarium, waar de kop van de baars inderdaad deed denken aan de goedige toet van onzen vriend Hupstra cn na derhand een van de kakatoes sprekend geleek op Emma Hopma, wanneer ze een nieuwe Japon voor het eerst aan heeft. „Stuiter, Stuiter", riep Wouter halfluid, toen we voorby het hok van de lama kwamen en hy beduidde hem. op het dier wyzende: „jy, jy ,3en Je mal?" zei Stuiter. Maar het was waar: als van Stuiteren over straat gaat, kan hy precies zóó wiegelen als de lama. Onplezierig was de verrassing, dat de lama, misschien boos omdat Wouter zoo naar hem wees. opeens be gon te spuwen. Zooiets zou onze vriend van Stuiteren toch nooit doen! Nog een uur liepen we rond en von den menige geiykenis tusschen onze vrienden cn de beesten. Het laatste dier dat wy bezochten was het nijlpaard. Lang keek ik er naar cn zag een ge- ïykenis. die ik evenwel niet zoo gauw kon thuisbrengen. Maar toen lk in het restaurant, waar wy ons weer verster ken moesten, in den spiegel keek, be greep ik het op eensToe, vertelt u het niet verder, ik vind het niet heel vleiend. En dat van dien dikken neus, waar die akelige oudtante het ln myn Jeugd al over had, kan lk immers niet helpen! ^IDELIO. DE WETTELIJKE REGELING DER COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 11