H. D. VERTELL Vlammende Men FLITSEN UAMI ATEvthiel mRECTEIMTCIRT FEUILLETON. HAARI.EM'S DAGBLAD DONDERDAG 20 SEPT. 1928 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbchoudenJ Het dierbaarste bezit Uit het Engelsch door E. TEMPLE THURSTON Ik liep 's avonds laat door Regent Street. Het was het sluitingsuur van de restaurants Jonge vrouwen en mannen in avond toilet slenterden daar voort in dlclv te rijen. „Het is te erg", zei een jonge man. „Dit heet een vrij land, en om half één sturen ze ons weg als een partijtje kinderen." Toen hij het zei had hij zijn blik gericht op de donkere, havelooze gestalte van een man die lucifers stond te verkoopen, zijn rechtervoet op het trottoir en de andere in de goot. Ik kcdk van den een, met den hoogen hoed vroolijk scheef op zijn hoofd ge zet, naar den ander met zijn versleten hoed, zijn vale jas, en zijn bakje met lu. cifcrsdoosjes. Even was er een blik in diens oogen van groote verbazing En je kon dien zoo heel duidelijk begrijpen. Langzaam, door de drukte heen, drong 11; naar hem toe. HU had kunnen weten dat ik een ge regelde klant van hem was. en toch stak hij nooit die verlangende hand uit met dat gebaar dat op den duur zoo wan hopend moet worden ais er steeds maar duizenden menschen voorbijgaan, zonder je op te merken. „Hoorde Je wat die heer zei?" vroeg lk, tcrwUl ik mUn doosje lucifers kocht. IIU knikte. „Lastig om dat te begrUpen, vind je niet?" IIU knikte weer. „Zouden zU er niet om geven om naar bed tc gaan?" vroeg hU- „Het is een natuurwet", doceerde ik „dat je nooit behoefte hebt aan iets wat je niet hebt verdiend." HU keek mU met een verwonderde uit drukking aan. Even praatten wU nog en toen gaf lk hem het eten dat hU nootfig had en het bed waarvan God weet dat hU het ver diende. „Kom morgenochtend", zei ik, „en maak dan mUn ramen schoon." Zoo begon onze kennismaking. Eens in de week ging hij naar mUn kamers en boende hU dc ruiten. En hü liet zo blinken! Ik leerde hem goed kennen in die da gen. I.; leerde teen ook wat werkelUke ar moede is, wat het beteekent om op de steep tc staan en lucifers te verkoopen. en Je kansen te taxeeren in de gezich ten van de voorbUgangers. Nu begrUp ik beter wat het zUn moet, dat zoeken naar een vriendelUk gezicht tusschen die duizenden die je voorbU loopen, lederen dag, dat snelle optellen van Jo beetje verdiende geld, en ai jc dankbaarheid die dan uitgaat naar dat ecne vriendelijke gelaat. L*n hoe vaak is je beetje hoop dan voor niets geweest. Ja. ik geloof dat lk van hem geleerd heb wat armoede beteekenen kan. Als ik kon, gaf lk hem iets te doen. Hij had nooit geregeld werk. Het scheen niet te bestaan. Maar het andere brak ten minste de eentonigheid van het lucifers verkoopen in Regent Street. hU kreeg er het bed moe wat hij verdiende en het eten waar hij zoo hard voor gewerkt had. EindelUk kwam hU bU mU» op een dag met nieuws. „Ik heb een baantje," zei hU en hij ademde achteloos op het raam. „Reusachtig", zei ik, „maar waarom zeg jc het op zoo'n toon? Is het niet voor vast?" „Dat kan wel als ik het wil," ant woordde hU. „Maar voel je er niet voor?" Voor een oogenblik was mUn heele ver trouwen in hem aan het wankelen. ..Dat heb je altyd met zulke armen." zei lk tegen myzelf. „Als het er op aan komt haatten zij alle werk. „Zou U er van houden", vroeg hU. „om je geld te verdienen met het aantrek ken van vrouwenkleeren met het op cn neer wandelen in de straat op klaar lichten dag, met jezelf bespottelUk te maken en menschen te laten lachen en te laten zeggen, dat je je aanstelt als een Idioot?" Denkt U dat U zoo'n baan tje prettig zoudt vinden, mUnheer?" Ik begreep dadeUjk wat hij bedoelde. Ze waren gekomen om hem geld aan te bieden voor het dierbaarste bezit dat hij had. Zij wüden hem zUn persoonlUk- held laten verkoopen. „Is het een reclame?" vroeg ik. HU boog het hoofd. „De nieuwe pan tomime ze hebben een rU Widow Twankeys noodig of hoe zc mogen heeten die de straat op en neer moe ten loopen. En het wordt niet slecht be taald, dat is nog erger." „En je voelt er niet voor om het aan te nemen en evenmin om te weigeren?' HU stond een oogenblik diep in ge dachten. „Ik zou een heeleboe! doen" zei hU eindelUk maar stel U voor dat ie mand mij ziet die ik ken. Het is niet alleen dat kleercn aantrekken". „Dat doen ze ook op het tooneel" ik. Daar had hU niet aan gedacht. Ik zag dat dit hem plezier deed. „Maar waarom ben je van plan om het aan te nemen?" vroeg lk, want aan ■2?n toon kon ik merken dat hU er zin In had. Er scheen een vrouw te zUn. Ik vraag mij af hoeveel mannen hun eer hebber, verkocht voor zoo'n prys als deze. Het was een vrouw of zij was nog maar een meisje. Gedurende drie maanden had hU haar mee uitgenomen in de en kele oogenblikken dat hU het zich kon veroorloven. Gedurende drie maanden had hU dat weinige geld aan haar be steed dat hem maar zoo zelden door de rijke menschen was gegeven. „Weet zU dat je geen werk kan krU- gen?" vroeg ik. HU schudde het hoofd. „Ik heb haar voorgespiegeld dat ik een baantje zou krUgsn" zei hU, „een vast baantje. Misschien zou ze mU niet willen hebben als zU wist dat ik alleen maar lucifers verkocht. Ik heb haar ver teld dat lk haar nu direct nog niet kon trouwen, maar als ik een geregeld baantje had. „En nu," zei ik „heb Je er een." „Tja," en hU trok aan de stofdoek met beide handen, zoodat ik dacht dat zU scheuren zou. Oh, het was ellemaal zoo gemakkeiUk om te zeggen. Men zou denken, nietwaar dat het eenige moeilUke voor de armen was om voldoende te eten te krijgen. Maar zU hebben ook hun eigen kleine moeilUk- heden, net als wU- „Ik ben zco bang voor wat zU van mU denken zal als ze liet weet," ging hü voort. Als ik haar vertel dat ik mU als een gek aankleed en door de straten lcop in oude vrouwenspullen gekleed misschien zal ze dan nooit meer naar mU willen kijken. „Dan weet je heel weinig van haar af. als je dat denkt," zei ik. „Weet u veel af van vrouwen?" vroeg hij mij terug. „Wat haai- man is, dat zijn zij ook." „Niet altUd." zei ik, „Sommigen zUn er die nog meer zUn. Als hun man een politicus is, dan gaan zü door voor de vrouw van een eersten minister. NatuurlUk maar-enkelen. De besten, en dat is het mcerendeel, geven er niet om wat hU doet. zoolang hU maar heelemaa! van haar is. Als jij bang bont dat ze het te weten komt, is er dan reden voor om het haar te vertellen? 't Werk van een man is gelukkig zijn eigen, en niet dat van zUn vrouw." „Maar wat zal ik haar dan zeggen vroeg hU helpeloos. Vindingrijkheid was geen groote eigenschap bU hem. „Vertel haar van alles, zcolang ze het nog niet heeft ontdekt", zei ik, ,maar als ik jou was, vertelde ik haar de waarheid". Het was de beste raad dien ik hem kon geven, maar hU volgde hem niet HU begon zUn eer te verkoopen en toen hU haar trouwde voelde hij wel dat hy haar eigenlyk iets gaf dat hem mear half toebehoorde. Maar hij probeerde er het beste van te maken. Hij vertelde haar vaag dat hij werkte in een zetterU ergens in Fleetstreet en hU huurde ka mers in Hammersmith, zoodat zij ho- pelyk nooit zou ontdekken waar hU werkte. HU zei dat hU een letterzetter was, want hU bad een vriend die dat vak uitoefende. „WU zetten de regels van alle soorten boeken", vertelde hij haar. „dezelfde boeken die je op de perrons ziet en d.e de menschen lezen als zU op reis gaan. En het is ook een keurig beroep, dat kan ik je verzekeren. WU moeten b.v. de fouten van de schrUvers verbeteren". Dit had zUn vriend de letterzetter hem allemaal verteld. En juist omdat ze hem geloofde kan ik mij zoo voorstellen dat hü nog aller lei andere voorvallen aan zUn fantasie verhaal vastknoopte. Het is een groote troost om. als je leugens vertelt, gelooid te worden. En gedurende al dien tUd liep hü in de rU van „Widow Twankeys" Oxfordstreet heen en Regentstreet terug, Piccadilly door en verder al die drukke straten, waar zU hoopten de aandacht van de menschen op zich te vestigen. Een keer kwam ik ze tegen. Ze kwamen er aan in hun lange zwarte gewaden een zielige dracht voor mannen. Ik voorzag wat er zou ge beuren en draaide mU met mUn ge zicht naar een winkelraam, zoodat hij my niet zou kunnen zien als hü voorbij kwam. Het was een studie ln schaamte en schaamteloosheid om die mannen voor bU te zien komen. De een liep met een idioten glimlach om zün mond alsof hy zeggen wilde: „Ik weet wel dat ik een dwaas ben maar wat kan het my schelen. Het is nu een maal myn dagelijksch werk". Op het gezicht van den ander lag een uitdrukking van domme onverschillig heid, terwijl weer een derde lachte gekheid maakte met de menschen die hem voorbükwamen. Maar ik zag blik van schaamte in zün oogen. HU probeerde het achter zün grappen te verbergen, maar ik merkte het toch. Hy maakte gekheid en misschien ook niet te vergeefs om de zelfverachting die hij voelde te verbergen. Het kan zUn dat hU er zelfs in slaag de om het ook voor zichzelf verborgen te houden. En de laatste die toen kwam was mUn vriend. In een spiegel in den winkel kon ik zijn gezicht zien toen hU voorbU kwam. Het bloed steeg my Ineens naar mijn voorhoofd by het zien van lijdende uitdrukking van schaamte op zyn gezicht. Niet één keer keek hij op, niet één keer ging zijn blik in de richting van het trottoir maar met neergeslagen oogen liep hij als iemand die het recht niet meer had om zichzelf een man te noemen. Ik geloof dat ik toen begreep, en be ter dan lk ooit zal begrUpen, hoe dier baar en wat een groot ding je eigen eer voor iemand zijn moet. Hy heeft my nooit gezien, ik ben blU dat ik het kan zeggen en verder wan delden ze door het drukke verkeer in hun zielige optocht. En dit wordt nu het eind van mUn verhaal, want het heeft werkelijk een eind. Toevallig kwam zUn vrouw op een dag in dat deel van het West End waar zU liepen. En toen, in Regentstreet, zooals u zich wel voor kunt stellen, stond zU ineens tegenover de „Widow Twankeys". Ze stond op den rand van het trottoir toen zy voorbükwamen en zy keek in ieders gezicht, onbewust misschien. Bij het zien van haar man hield ze haar adem in. Toen ze zyn naam wilde zeggen kon ze niet er kwam geen geluid over haar lippen. Het bestierf in haar keel. Nog een tyd nadat ze voor bU waren gegaan stond zc daar, bewe ginglocs. Toen, terwijl de twyfel in haar begon op te komen, volgde zij hen. Straat ln straat uit liepen ze op hun langen tocht, en straat in straat uit, ter wijl zij hen volgde, probeerde zü al dit vreeselUke te verwerker.. De blik dien «U in zijn gezicht had gezien toen zij hem herkende dat werd voor haar de op lossing van alles, en door aien blik had ze ook begrepen. En daarna toen ze begrepen had want van alle schepselen in de wereld heeft de vrouw daar de grootste gave van toen keerde zU zich om en liep, ze zwijgend naar huis. En in dlezellcle nacht, toen het licht was uitgedoofd en zij in het donker dicht naast hem lag met zijn hand in de hare, toen vertelde zij wat ze wist. Ik kan den vloek hooren, die hem cntvarllen moet zijn en lk weet wat zy tegen hem gezegd heeft. Hy vertelde het inU een heelen tyd later. „Ik zou net zoo veel willen doen," had ze gezegd, „als ik er den moed maar voor had gehad dan zou ik wel net zoo veel voor jou hebben gedaan." ,Nu," zei ik, toen hU het nog eens Jierhaalde, „ik weet wel dat veel vrou wen „Maar u weet niets mooiers dan dit," zei hij. „Dat weet ik wèl antwoordde ik. „Maar dat zal ik je nu niet vertellen." VAN HAARLEM'S DAGBLAD No 1299 DF MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT OPENINGS VOOR STELLING „EXCELSIOR". A.s. Zaterdag zal bovengenoemde ver- eenlging haar openingsvoorstelling geven in het Brongebouw met een cabaret programma. Voor een keurig programma is gezorgd, o.a. een kinderoperette in 3 bedrUven. „De Sneeuwkoningin" en „An der schönen blauen Donau" voor gemengd- en kinderkoor. Verder koor werken en soli uit verschillende operet tes. Medewerking verleet de versterkte „"Victory Bond", onder leiding van den heer J. Overhuys. Na afloop ls er bal onder leiding van Gebrs. Kwekke- boom. Je hebt je met de gedachte, om met moeder een visite te gaan maken, alleen verzoend in de hoop dat je iets lekkers te eten zult krijgen en als er eindelijk wat komt, blijkt het niets dan droge biscuits te zjjn. (Nadruk verboden) DE NAZORG-BAZAR. DE OFFICIëELE OPENING. Woensdagmiddag werd de Nazorg- bazar ln het Gemeentelijk Concertge bouw offLcieei geopend, in tegenwoor digheid van vele belangstellenden, onder wie veel leden van het comité en eenigt raadsleden. De presidente van het Comité, me vrouw van Marselis Hartsinck, dankte allen die tot het totstandkomen van den bazar hadden medegewerkt, in 't bijzor.deT de eere-presidente. mevrouw Maarschalk—Van Coppenaal en het gemeentebestuur alsook de verschillende firma's die op velerlei wijzen tot het welslagen hebben bijgedragen. Hierna was het woord aan den burge meester, den heer C. Maarschalk, die eveneens begon met namens het Ge meentebestuur een woord van welgc- meenden dank te richten tot hen die den bazar hebben mcgelük gemaakt, in zonderheid tot de dames van het Comité eu den heer E. P. Schuyt. Spr. vervolgde daarna. V/aiinc-er we spreken over Nazorg, dan bedoelen we de Nazorg voor d'. groepen, ^velke onder buitengewoon 011- ■derwU-s vallen, zooals: zwakzinnigen, blinden, doofstommen en lichamelijk ge- brekkigen. Zeer goed weten we. dat behalve de personen, die geestelijk- of lichamelUk minderwaardie zijn bij de geboorte, of dit worden door ziekte of ongeval, er noi een zeer groote groep van niet vol waardige arbeidskrachten ls. welke he", tempo in deze snél voortjagende eeuv. nlot by kan houden. De tegenwoordige modern iseerin" maakt het leger der ongeschoolde arbei ders steeds grooter en in den stryd om. het levensonderhoud verdringt de va lide ongeschoolde zijn minder bagaafde- of onhandige lotgenooten. Het aantal invalide ongeschoolden neemt dan ook onrustbarend toe, zoodat er meer en meer stemmen opgaan voor arbeid voor deze onvolwaardigen Doch al zou door een betere werkin- aeeling een grooter arbeidsveld voor de invalide ongeschoolde arbeiders vrü ko men, dan nog zullen het de groepen zwakzinnigen blinden en doofstommen zyn, welke hiervan zeer weinig en pas in do laatste plaats, voordeelen zullen ontvangen. groepen zijn en blijven op bU- zonderc hulp aangewezen en 't is onze plicht, hetzij uit naastenliefde, hetzij omdat dit maatschappalUk probleem dringend om oplossing verzoekt, om de maatschappij tegen deze misdeelden en de misdeelöen tegen de maatschappU te beschermen De Overheid kan hier voorgaan, door een of meer ambtenaren aan te stellen om dit vraagstuk tot oplossing te bren gen, doch wanneer dit werk niet gedra- INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN k 60 CENTS PER REGEL. V CR. HOUT3TR. I0I.-I03 QERZISCHÈ INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS BARTELJORISSTRA AT 16 TELEFOON 10756 HOBBY VLOERWRIJVERS F 125.- gen wordt door den warmen, spontanen steun der massa, zal er niet die bezie ling van uit kunnen gaan, welke hier cnor.tbeerlUk is Sinds enkele jaren hebben we nu voor Haarlem, Bloemendaal, Haariemmerlie- de en Heemstede de Nazorg voor Zwak zinnigen. teiwUl dit jaar een begin ge maakt is met de verzorging der blinden Het Gemeentebestuur is derhalve voorgegaan, om de hulp voor deze groe pen te organiseeren en heeft door hei verstrekken van de benoodigde gelden en instelling eener Commissie de grond slagen gelegd. Daarnaast en in nauwe samenwerking daarmede, is het parti culier Initir.tief geplaatst, dat uit te vormen fonosen toelagen wenscht te verstrekken en te helpen, waar de Over heid alsnog te kort schiet. Wanneer het particulier initiatief do stuwende kracht, blijft en in nauwe sa menwerking met de Overheid de hulp zso goed mogelijk tracht te maken, kan het niet uitblijven, of binnen niet te langen tüd zal Haarlem ook voor haar geestelijk en lichamelijk misdeelden eer. vooraanstaande plaats innemen. Heden en volgende dazen zal het Na- rorg-bazar comité een beroeD op onze harten en beurzen doen. cm het fonds voor de Vcreeniging: „Haarlemschr Werkinrichting" te versterken. I-Iet Gemeentebestuur onende ruim 3 jaar geleden aan het Donkere Spaarnr .',4 een Werkinrichting voor maatschap pelijk ongeschikte zwakzinnigen. Op he den zijn daar e?n 20-tal jonge mannen aan het werk, terwijl spoedig een af- deeling blinden en mogelijk een groep zwakzinnige meisjes te werk gesteld zul len worden Om vooral na het overlijden der Ouders de toekomst van deze menschen te verzekeren is de vereentging „Haar- lemsche Werkinrichting" opgericht en dat dit stroven de synroathie der burge rij heeft, bliikt wel hieruit, dat deze vereeniging reeds meer dan 600 contri buant-en telt. Vergis ik mU niet. dan ls dit de laat ste baza-r waarbij voor een der groepen van geestelijk- of lichamelijk misdeelden een aparte actie gevoerd wordt. Binnenkort zal de Gemeentelijke Ver bands Commissie Nazorg de algemeene leiding voor al deze groepen op zich ne men en een krachtige actie inzetten voor versterking der fondsen der ondergroe pen. Mot grooté belangstelling volgt het Gemeentebestuur dit streven en het verwacht van deze samenwerking vel en blyvende verbeteringen voor onzr misdeelden. De burgemeester uitte tenslotte zUr. beste wenschen voor het succes van der. bazar, dien spr voor geopend verklaarde De aanwezigen maakten daarna een rondgang langs de stands. NED. BOND VAN TECHNICI Sedert geruimen tyd waren onderhan delingen gaande tusschen den Bond van Nederlandsclie Architecten eenerzUds. den Nederlandschen Bond van Technici en den ChrlstelUken Bond van Tech nici anderzüds over het afsluiten van een collectief arbeidscontract. Waar de arbeidsvoorwaarden voor de opzichters en teekenaars in de Bouw kunde en aanverwante vakken niet ge regeld is, bestaai op dit gebied een greote verwarring. Gegronde verwach tingen bestonden, dat hieraan een eind zou worden gemaakt door een collectieve arbeidsovereenkomst, die zoowel de po sitie van de technici als het vak ten goede zou zyn gekomen. Na de onderhandelingen geruimen tüd gerekt te hebben heeft echter de B. N. A. 'n referendum onder zün leden gehouden waaraan van de 253 leden er 129 hebben deelgenomen en waarvan76 tegen 't afslui ten van een collectief contract waren; waarin 't bestuur van den B. N. A. aan leiding vor.a om de onderhandelingen af te breker- Naar aanleiding hiervan hield de af- deeling Haarlem van den Nederland schen Bond van Technici Dinsdag een vergadering waarin de volgende motie werd aangenomen: De vergadering van de afdeeling Haar lem van den Nederlandschen Bond van Technici, büeen te Haarlem op den 18en September, 1928 gehoord de uiteenzettingen van het verloop van de besprekingen met den B. N. A. inzake het afsluiten van een Collectieve Arbeidsovereenkomst voor Bouwkundige-technici, tusschen voor noemden Bond en de organisaties van technici, overwegende, dat een verbetering in de rechtspositie van de bouwkundigs technici dringend noodzakelyk is, constateerende, dat de B. N. A. zich tenslotte bU referendum tegen het prin cipe van het aanbrengen van dezs ver beteringen door middel van een Collec tieve Arbeidsovereenkomst heeft verzet. spreekt haar ernstige afkeuring uit over deze door den B. N. A. ter zake aan genomen houding, blijft van oordeel, dat de bouwkundige technici recht hebben op een goed ge regelde en gefundeerde rechtspositie, wat slechts mogelyk is door middel van een Collectieve Arbeidsovereenkomst. verzoekt het Bondsbestuur mitsdien niets onbeproefd te laten, ten einde zoo spoedig mogelyk tot het afsluiten van een dergelijk contract te komen; dringt er met nadruk op aan, dat de bouwkundige technici door versterking van den Vakbond van deze groep werk nemers, den N. B. T. ernstig medewerkt tot het verkrygen van die garanties, dat het afsluiten van een Collectieve Ar beidsovereenkomst met den Vakbond van hun Werkgevers, den B. N. A. zoo spoe dig tnogelyk een voldongen feit zal zUn, besluit deze motie ter kennis van de pers te brengen en gaat over tot de orde van den dag Roman door PAUL OSKAR HöCKER Uit het Duitsch vertaald door 1IERMINE VAN GEERTEN 27) Toen zU by het Taarn kwam. zag ze dat bij den ouden Balthazar het licht nog brandde. Het lichtschijnsel kwam van het hoekvenster, waar het cude cy- linderburcau stond. Dus zat hij nog te schrUven of te rekenen of las in een van do vaktUdschriften. HU interesseer de zich geweldig voor de bloemkweekerU en wilde ook theoretisch goed op de hoogte zijn, zcodat hU altUd ken mee praten. Xatarina aarzelde niet lang. „Ik ga nog een ronde doen over het terrein en als hU dan nog aan de schryftafel zit, klop lk aan". In diepe stilte lag de tuin. Spookach tig lag daar de groote kas. Het was een zwoele nacht. „Morgen zullen we weer geducht moeten sproeien", fllitste haar cloor h l hoofd. Uit de verte, van de sloot, k'onk gekwaak van kikkers. De toren van Sonnebcrg sloeg half twee. De afnemende maan kwam te voorschün cn verlichtte haar weg. Tusschen haar ter rein en dat van den ouden man was een hele, waarva nze allebei een sleutel hadden. Ze voelde zich zoo wakker, alsof z-o nog ir. geen uren zou kunnen slapen. En cm v(Jf uur moest ze weer op. Er ïr.oetten stekken geplant worden, plan ten worden verpot en de bloemen in de bedden moesten bU gesneden worden. Er was nu weer voor weken ononder broken arbeid. Als ze maar wist waar ze menschen vandaan halen moest, die te vertrouwen waren. De gedachte dat Eva misschien ziek zou worden, vervulde haar met nieuwe zorg. „Wie is daar in de struiken hé?" De kraaJstem van den ouden Trollo klonk scherp in den nacht. „Ik ben het. meiver Troilo". „Maar Ka trientje, het is nu toch tUd om te slapen". „U slaapt toch ook nog niet, Groot papa" De oude lachte Ja. maar ik houd or "en büzondere manier van slapen op na Dat kan een man op mUn leeftUd zich permitteeren. Ik heb al drie uur vast op de canapé geslapen. Meer dan drie uur achter elkaar houd ik het nooit vol. Toen heb ik nog een beetje gelezen en een paar appelt jes ge .ret en. Nu denkt de machine va., binnen: Ziezoo, al weer een. dag om. En dan ga ik in mUn bed liggen cn slaap weer mUn portie van drie uur. Verst-, ja?" Kat ar in a trad binnen. ZU wilde met alle' geweld dat ze iets zou gebruiken. Een glaasje bessenwyn, een bord yoghurt een peer. Die nam ze dan maar. „Overdag kom je er niet toe een ver standig idee te hebben", zei ze een beetje verlegen. „En als je er 's nachts een hebt. dan moet je het vasthouden, anders vliegt het zoo weer a-eg". „Kom er dan mee voor den dag, Ka- tarina". Ze zat op de doorgezakte oude canapé en wipte een beetje op en neer. Ze draal de, want ze wist eigenlUk niet goed hoe ze beginnen moest. Ze had al vaak op dit plaatsje haar geldzorgen met den ouden man besproken. Maar nu voelde zU zich gegeneerd. HU keek glimlachend naar. ..Kom Je me weer aanpompen. kwaje meid?" Ze maakte een afwerend gebaar. HU schudde het hoofd. „Neen, Ka- Irientje. ik heb zelf cok niets meer waar ik geld op kan krUgen. Het spüt me erg. Het is ook een beroerde geschiedenis. Als je eerst maar over den berg bent, dan gaat alles vanzelf", „Ik weet werkelUk niet waar ik het dezen keer vandaan moet halen. En toch moet ik een middel vinden om geld te krijgen. Voor den October-wlssol. En nu had sk gedacht of we het niet aan i Mr. Grabb zouden kunnen wagen. Als die zich tot zUn com in Leicester zou I willen wendenHij is altijd zoo vriendschappelyk geweestWaarom kUkt u me zoo eigenaardig aan, Groot papa?" „Neen, meisje, zet je dat maar direct uit je hoofd. Hy nam het zwarte si- garenstompje, dat op denrand van de aschbak lag, op en stak het aai^ Hy deed drie trekken en legde het dan weer hoofdschuddend weg. „Je Engelsch man netje heeft eergisterenavond by mij ge geten". Ealthazar knipoogde. „Ik had hem gezegd dat als hy het weer waagde ln avondtoilet te komen, dan liet ik hem niet naar binnen. En dat hij alleen rog gebrood met kaas kreeg. Maar toen zUn schrik: ik had voor een echt souper ge zorgd. Uit het logement. Eerst visch, daarna biefstuk". „Keurig. En hoe was het?" „Verschrikkelijk. Den heelen nacht heb ik een zwaar gevoel in myn maag gehad". Katarina glimlachte. ..Dan begryp ik hoe het komt dat Mr. Gabb gisteren den heelen dag zoo stil en gedrukt was. Ik heb hem nog nooit zoo gezien". .Neen meisje, dat heeft een andere oorzaak gehad. Want dat Jongemensch heeft een struisvogelmaag: die zou stee- nen kunnen eten zonder er last van te hebben. Hij heeft hier zUn hart eens uit. gestort. Als je denkt dat hü een stok. visch ls. dan vergis jc je err. juffertje'" „Ik heb toch nog ncoit gezegd I „Maar hy denkt, dat JU denkt dat hy er een is. En dat hindert hem verschrik- keUjk". „HU is ernstiger geworden, geslote- ner", zei Katarina. ,,'s Avonds is hü nooit meer geweest en dat was toch in het begin zoo gezellig. En sedert hü op den Amse'.berg tennist, spreken wij al leen nog maar over zakeUjke aangele genheden". „Hm. Zoo. Verder over niks". De oude sloeg op de tafel. „Wat je Iemand maar wüs wilt maken, kleine aap." Hij lachte. „Daar heeft hU gezeten, waar JU nu zit en hy heeft my alles verteld. Hy heeft je gewaagden jü hebt hem een blauwtje laten loopen". Ze werd doodsbleek. Met groote oogen staarde zU hem aan. „MU gevraagd?.... Maar daar is geen woord van aan, grootvader". „Als je my' dat met zoo'n doodschrik verzekerd. Kaïchen. moet ik het wel ge- looyen. Maar ik zie hem daar nog op hetzelfde plaatsje zitten, terwijl hü zijn hart bU mU uitstortJa. dan weet ik er maar één verklaring voor: dat zün aanzoek niet erg duidelük was". „Ik bezweer u. grootpapa, ik heb er niets van gemerkt". „Je bent toch een komiek exemplaar van een meisje. Katrientje. Van louter botanische gedachten, heb Je de natuur lijke historie van het hart verleerd. Zoo iets niet gemerkt. HU zal toch in elk I geval wel een toespeling hebben ge maakt". Ze hield het hoofd in de handen. „Ik prakkiseer me suf. Neen Groot papa, zelfs van. een toespeling weet ik me niets te herinneren". ,.Hy' heeft je op een keer gevraagd, Katrientje. hce lang je hem r.og bij je wou houden cn je hebt liem geantwoord: zoolang tot je zaak cp streek was". „Ohtoen!" riep Katarina u:* En had hü toen verwacht, dat ik .Herinner je je het nu?" „Daar had :k toch nooit een aanzoek knunen achter zoeken". „Andere meisjes zouden het vlugger hebben gemerkt." „Ja...! als je zoo Iets al een beetje verwacht. En .je eigen hart ook een woordje meespreekt". „O zoo. En dat ls bij Jou niet het ge- ral?" „Neen, grootpapa", zei ze opeukv. ie. „Ik ben buitengewoon gesteld op Gabb. Zoo iets als op een b~o r. ir. v n men veel vertrouwen heeft. Maar ik i hem niet als mUn man kunnen voor stellen". „Dat is jammer, Katchen. Dat spüt me voor jullie allebei. Ik had me Jullie beiden zoo graag als een paartje voorge steld". (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6