JOH. SWAALF CHEVROLET OP TERMIJN, N.V. HANO. Een nieuw en beter vervoermiddel KRUISSTRAAT 11, HAARLEM om van te watertanden IIiliïllililBI ■■■illilil SCHOTERSINGEL g FYan5 Halsplein. 11MBM KLEINE OORZAKEN GROOTE GEVOLGEN HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 2 OCT. 1928 LETTEREN EN KUNST. VAN KUNST EN KUNSTENAARS. D. B. NANNINGA. In het Suasso-museum te Amsterdam is gedurende September een eere-ten- toonsteliing te zien geweest, voor den schilder D. B. Nanninga ingericht, ter- viering van diens zestigsten verjaardag. Naar aanleiding daarvan kan het aar dig zijn een paar aanteekeningen over dezen curieusen kunstenaar te maken. Curieus, want afzonderlijk, en met tal Van qualiteiten in het werk waardoor dit tot iets van beteeken is, iets van een eigen, soms ook eigenaardige schoonheid werd. Een betrekkelijk weinig bekende figuur bfj het groote publiek is deze schilder altijd een beetje geweest, ver geleken dan bij de acht tot tien jaar ouderen, die de groep Witsen, Karsen enz. vormden. Zelfs minder bekend dan de even oude Van Daalhoff, die eveneens in Amsterdam debuteerde, toen de ge noemde, meer bekende Amsterdammers daar al eenige bekendheid verworven hadden. Voor een deel kan het aan Nanninga's persoonlijkheid, zijn bescheidenheid, zijn gemis aan gelegenheid om op den voor grond te treden, gelegen hebben: voor een deel echter is het werk zelf er schuld aan, dat, onschcolsch, een tikje eigenzinnig als ge wilt, in de jaren der .belle peinture" veronachtzaamd is. Toch heeft hij steeds zijn bewonderaars ge had en heeft hij ze thans zeker in groo- ten getale. In de laatste jaren der vorige eeuw was er in de Tulpstraat, tegenover het Amstelhotel te Amsterdam, waar steeds als thans nog, de kantoren der groote diamanthandelaren'gevestigd waren, een kunstzaaltje van een zekeren heer Goudeket, een kunsthandelaar met eigen smaak en eigen voorkeuren, dientenge volge als koopman idealist, en dus voor bestemd om, met een bescheiden aureool rond zijn nagedachtenis, als zakenman het af te leggen. Wat in het onderhavige geval misschien voor hem pleit. Uit de Tulpstraat verhuisde hij naar, en bleef een paar jaar gevestigd op het Rokin, in een bovenzaaltje van den boekhande laar Schroder. Uit dien tijd heb ik ook nog een vage herinnering aan een winkeltje in de (nu afgebrande) Passage in Zandvoort, waar Goudeket een paar zomers met zijn voor die dagen heel vreemde kunstwerken zijn intrek nam Vreemd toen, maar voor den dag van vandaag niet buitengewoon, zooals het beloop der dingen nu eenmaal is. Maar in ieder geval onderhield deze man relaties met kunstenaars als Colen brander, die een bijzondere adreskaart voor hem teekende, en vertoonde hij werk van Nanninga, van Isaacson, van Van Daalhoff en van C. Koppenol, een Haagsch schilder, die in dien tijd met onderwerpen aan Zeeuwsche kermissen ontleend, de aandacht, trok. Daar, in dat milieu, viel Nanninga's debuut. Uit negentien-vier of vijf herinner ik mij dan een groote expositie die hij met zijn VTiend Isaacson in het Stedelijk Museum hield en van nog later zijn zijn inzen dingen op de Onafhankelijken in het gebouw aan den Amstelveenschen weg. Daarna zag men het nu en dan op een der exposities dier zelfde vereeniging. Een zijner grootste bewonderaars is de be kende naaimachinefabrikant Lewenstein, die een collectie zijner mooiste werken bezit. De laatste jaren is hij een der voormannen in de schildersgroepeering, die zich onder den naam „De Brug" gevormd heeft. Wanneer we trachten het werk te ty peeren dan zullen wij in de eerste plaats den geest er van aanduiden. Het is dan van een natuurlijke, inge boren gevoeligheid met iets burgerlijks- dichterlijks er in. Voor de samenkoppe ling van die twee woorden voelt ge al dat wy het burgerlijk element er van niet ais bezwaar voelen, integendeel, het maakt er de oharrne van uit. Het Is burgerlijk in den goeden zin: niet pa thetisch, noch grof-krachtig maar, wat we wel eens knus noemen en dan dat begrip knus heel fijntjes gecultiveerd. Nanninga's techniek correspondeert daarmee. Die heeft, bij al die fijnheid van sentiment, iets koppigs, tegen den draad in. van den man die zijn geestelijk bezit per half ons heeft moeten ver overen en er dan als iets buitengewoon kostbaars mee omgaat. Hij heeft iets van Eduard Karsen, doch deze schil dert minder gekunsteld, eenvoudiger, en is in zjjn beste werk ver boven het mool- burgeriijke uit. Ook met Van Daalhoff is er eenige verwantschap in de geaard heid, toch weer anders ook die, met zijn liefde voor fijne vaagheden. Er zijn twee momenten die Nanninga blijkbaar gaarne behandelt en die dan ook wel uit zijn aard verklaarbaar zijn. Eerst de sneeuw die als een vacht ligt in de kleine stadstuintjes van Amster dam. die er het armetierige van vermof felt en de verweerde donkere muurtjes der hu'zen onverwachte glanzen geeft. De sneeuw ligt daar als een eigenaar dige materie, als een pappig email bijna op het doek gebracht, maar vol kleur en fonkeling, en het achterplaatsje wordt- een kistje vol edele steenjes tegen de vochtigfluweelen geveltjes. Het is knus, maar toch heel rijk. Het dramati sche, hrt van alles verlatene wat zoo'n tuintje bij een schilder als Mellery heeft, is er niet in. Het is Hollandsch: gezellig. Dan de late namiddag, avond eigen lijk al van een diep zomêrschen zonne dag. Als alles in een rood-gouden licht staat en op een boerderij aan den Am stelveenschen weg de dingen in rust zijn, de boomen de laatste roode gloeiïngen der wegduikende zon pakken, de boer nog wat rond zijn huisje en zijn slootje scharrelt. In dat moment schildert Nan ninga zijn Friesche lcerk te Hollum, zijn „Hooge muren in avondgoud" en meer andere, die dan kunstwerken van een eigen cachet worden. Een artist toch, zonder twijfel, deze zestigjarige schilder J. H. DE BOIS. HAARLEM'S TOONEEL. „Daar liegen we ons uit!" „Een goed begin is 't halve werk!" zoo hebben de leiders van Haarlem's Too- neel gedacht en zij hebben er blijkbaar alles op gezet om de wijsheid onzer vaderen indachtig dit begin van het seizoen-eens extra-goed te doen zijn. „Het halve werk" en meer dan dat, is met deze uitmuntende opvoering van de Amerikaansche klucht „Daar liegen we ons uit" gedaan. Haarlem's Tooneel kan nu met vertrouwen het komende seizoen tegemoet zien want de eerste indruk die vaak beslissend is is uitstekend ge weest. Een goed regisseur is nooit geheel te vreden maar wij stellen ons toch zoo voor dat de man, die ook dit jaar weer de regie bii Haarlem's Tooneel voert: Joh. Iiaar'. Jr., voor driekwart, ja: voor zeven achtste, content zal zijn geweest toen hij zijn „troep" daar zoo aan den gang zag ln hun voor dilettanten zoo vlot en raak spel en te midden van dat mooie, smaakvolle décor, waarvoor de meubelen, naar wij vernamen, werden geleverd door de Firma Nederkoora al hier. En wederkeer: g zullen de uitvoerenden tevreden geweest zijn over hun bekwa men regisseur die hun geleerd heeft wat goed-loopend samenspel en wat duide lijk spreken Is. Haarlem's Toonee' heeft er verstandig m gedaan, alles op één Kaart te zetten. Het vertrouwen is niet beschaamd. Eén opmerking: de spheer, die de spe lers meebrachten was niet die van een familie uit zeer voorname kringen, die er een deftigen butler op na houdt (en wat 'n puike, praatgage, beleefd-onbe scheiden butler was de heer van Eden!) en zich het wonen en leven in een weel derige omgeving kan veroorloven. Dit waren allemaal Holiandsche dames en heer en uit den gegoeden, beschaafden middenstand, dikwijls terecht de rugge- gTaat der natie genoemd, maar niet de mannen en vrouwen die wij ons in een voorname. Engelsche omgeving denken. Vooral de heer en mevrouw Prent en de heer van Dongen (hoe vol lof wij ove rigens over het prettige, losse spel van dezen laatsten kunnen zijn) stelden in dit opzicht eenigszins teleur. Waarlijk „deftig" en gereserveerd was alleen de butler, die onbetaalbare butler van den heer Van Eden. die altijd „juist bezig" is met wat men van hem vraagt. Theo Bouwmeester was de fantasti sche leugenaar, die voor niets staat, den eenen leugen met twee andere dekt. maar tenslotte toch ook even leelijk in 't nauw komt door al zijn geniale po gingen om den leugen van zijn vriend, Mr. Temple, voor waarheid te doen door gaan Aan de vindingrijkheid van dezen Mr. Frank Fuller dankt het stuk zijn naam en de heer Bouwmeester speelde dezen redüer-ult-den-nood met een ver ve, een radheid en eer e dwong en- held, dat wij vaak verga hier een di lettant voor ons te zien. Captain Sharp en Mrs. Fuller deden ons daarentegen geen oogenblik hun di lettantisme vergeten, al had mevr. Prent, vooral in het eerste bedrijf, goede oogen- blikken. De heer en mevrouw Haman hadden zich belast met de rollen van den éch ten Mr Brown en van het nichtje Do rothy. De heer Haman wekte in deze dankbare, kleine rol spoedig den lach lust, alleen reeds door zijn verschijning en mevr. Haman was een lief en verliefd nichtje. Mevrouw van Dongen muntte uit door groote rolvastheid en goed spel. En laat ons dan ook „Martha" niet vergeten, de échte Mrs. Brown, zoo ge lukkig vertolkt door mevr. Kroon. Hij kreeg een open doekje toen zij, klagend dat haar man nu „geen Martha meer" had, het tooneel verliet. Het was welver diend; zij had van Mrs. Brown een waar. Lijk-groteske verschijning weten te ma ken. Jammer, dat zij er éven „uit" was; maar het duurde gelukkig maar één oogenblik. Waarlijk: als algemeen oordeel kan uitgesproken worden dat deze openings voorstelling klonk als een klok en het beste voor het aanstaande seizoen doet hopen. De medewerkende dames hadden een bloemenhulde in ontvangst te nemen. Er wordt gewerkt aan een goede toe komst voor Haarlem's Tooneel. De heer van Edenis er juist mee bezig" en het wakkere bestuur en de dappere wer kende kring helpen flink mee. En dan de ferme regisseur, wiens vaste hand zeer merkbaar is! Vermelden wü nog dat entre-acte mu ziek van het van Eden-strijkje de pau zes op aangename wijze aanvulde en dat een gezellig bal dezen eersten H. T.-avond besloot. KUNSTKRING HEEMSTEDE. Dansavond van Raden Mas Jodjana. De Kunstkring Heemstede had zijn tweede seizoen moeilijk beter kunnen inzetten dan met een dansavond van Raden Mas Jodjana. Het nobele dansen van Jcdjana blijft altijd weer een exquis genot, vooral ook. omdat hij zijn programma telkens weer uitbreidt en hij dus naast zijn oude ook weer nieuwe dansen brengt. Zoo waren voor ons nieuw Ardjuno en Gebed en het waren juist deze dansen, die met de onver gelijkelijk schoone Miroedho den meesten indruk maakten. In Ardjuno verbeeldt Jodjana een krijgsman, die in den strijd dreigt onder- te gaan doch dan dom een stem van de Godheid weer wordt opgewekt en hierdoor gesterkt den krijg opnieuw vol moed aandurft. Het merkwaardige van dezen dans is, dat hij voor een gedeelte enkel op het woord wordt gedanst. Wanneer Ardjuno is uitgestreden, zijgt hij neer en zwijgt de muziek. Moedeloos is hij neergezeten en heel zijn houding die altijd voornaam blijft drukt moeheid en verslagenheid fit. Dan klinkt plots de stem van de Godheid en zij vindt onmiddellijk haar reflex bii den krijger. Eiken zin begeleidt hij als het.ware met zijn gebaar. Wij verston den de door Raden Avou Jodjana met mooi. warm stemgeluid en vol expressie gesproken woorden niet, maa: het lichaam van Ardjuno sprak. A3n Ardjuno ragen wij. wat zijn Godheid to! hem zeide De veerkracht komt terug a' breeder en breeder worden de steeds schoone gebaren. Jodjnna's lichaam is het klankbord van der Godheid stem. En deze door de Godheid ge- inspireerde bewegingen zijn voortdurend van een wondere schoonheid. Dan rijst de krijger op, de muziek zei weder in en als verjongd vangt Ardjuno den krijgsdans weder aan. elastisch, soe pel. als geladen met nieuwe kracht. Maar nog indrukwekkender was „Ge bed". Neergeknield in devotie zien wij Jodjana als het doek opengaat. Heel het lichaam is in zijn roerloosheid contem platie. gebed! Zoo kan alleen de Ooster ling bidden. Dan vangt- de spreekstem aan en met extatische bewegingen bege leidt Jodjana de woorden van het gebed, dat als een klaaglied tot ons komt. Wat Jodjana nu geeft is bidden met het lichaam, van een expressie zoo diep en zoo puur, dat het ons machtig aangrijpt en ontroert. Met zulk een innerlijk gees telijk dansen is geen ander dansen te vergelijken. Het wordt een religieuse handeling! Wij hoorden in de pauze de opmerking maken, dat het gelaat van een Javaan bü den dans steeds onbewogen blijft. Dat is volkomen juist, maai- in „Gebed" lag toch ook over dit strakke masker de glans der Goddelijke extase, zooals die in heel het lichaam tot uitdrukking kwam. Hoe jammer, dat het publiek niet begrepen heeft, dat na dit religieuse nummer alleen slechts eerbiedige stilte- had gepast. Nu klonk het ruwe applaus bijna barbaarsch in mijn ooren. Van de oude nummers noem ik weer Miroedho, de Opstanding. De dans maakte weer denzelfden overweldigen- i den indruk, als toen ik hem voor het eerst van Jodjana zag. Gebukt ligt de- danser ter aarde, volkomen het beeld van een geketenden mensch. Langzaam rijst Jodjana met s-ohokken ondroog, zijn ketenen los wringend, telkens weer neer stortend en zich weer opriohtend in een vo or tdu renden bovennrenschelijken strjjd. Heel het lichaam gaat op in deze worsteling, elke spier trilt nree, het is van een zeldzaam-suggestieve werking. Jodjana geeft in beeld de langzame be vrijding van een mensch. to: hij einde lek recht staat. fier. groot als bover zich zelve uitgegroeid, éen en al bezie ling. ais een symbool vair het van zijn ketenen verloste menschdom! Wie dat eenmaal van dezen Javaanschen danser gezien heeft, vergeet het nooit meer. Trouwens, heel deze dansavond was vol van momenten van ongewone schoonheid! Ik denk hier bijvoorbeeld aan het slot van den laatsten dans, wan neer Shive voor het heil dor mensch - heid den giftbeker drinkt! Welk een symbolische be teekenis krijgt deze han deling. zooals Jodjana haar ten uitvoer brengt Dat was subliem! Wij hebben dozen profeet van den Javaansohen dans dankbaar te zijn voor wat hü ons gisteren weer beeft gege ven. En met hem ook mevrouw Jodjana. die haar man op zoo zuiver-artistieke wijze zoowel op den vleugel als mot het gesproken woord begeleidt. J. B. SCHUIL. MUZIEK. FRITZ HIRSCH-OPERETTE. ELn Rheinisches Madel. De opening van het nieuwe seizoen door Hirsch cn zijn operetttegezelschap .reeft gisteravond plaats gevonden mei den luister van toiletten en auto-files die bij deze avonden gebruikelijk is, en die ze tot de voornaamste muzikale ge beurtenissen naast de Bachconcerten stempelt. Een uitverkocht huis bewees nog te meer hoe zeer men de kunst van het Klrsch-ensemble waardeert. En er is reden toe: in haar soort is deze kunst voortreffelijk te noemen. Alle medespe lenden hebben den echten kluchtspel- toon te pakken, het spel is vlot, de regie uitmuntend, '.iet gedans en gespring niet ongerijmder dan in de operette nu eenmaal onvermijdelijk schijnt te zijn. Bovendien beschikt het gezelschap over een goed gedisciplineerd en zeer be schaafd klinkend orkest en een aanta' goede en ook enkele minder goede stem men. Tot de eerste behooren de dames Friede! Dotza en Mimi Gyenes. die hier al. ik zou haast zeggen „haar sporen verdiend" hebben, als dit beeld uit den riddertijd onze gedachten niet op ongewenschte wijze naar den hoen derhof zou leiden. Trouwens de kake lende gilletjes van Mimi Gyenes voeren ze ook wel eens in die richting en haar zang zou zonder die attributen zeker op hooger peil blijven. De gillen van Julia Rillo deden ons van tijd tot tijd rillen, maar dat behoorde bij haar rol van heks. die nu eenmaal een gil- en rilro! is. Alice Legant en Carla Carlsen waren vocaal zeer voldoende te noemen. Van de heeren is Walter Triebei wel de minst begaafde, wat stemmiddelen be treft, hoewel hij als acteur een gaarne geziene figuur is. Daarentegen heeft Paul Harden een werkelijk goede enor- stem. die ook in ernstiger genre succes zou kunnen boeken. De zangstem van Hirsch, nu ja, die is bijzaak. Hirsch vult het tooneel ook zonder een woord te zeggen, en wekt door een enkel woord reeds lachsalvo's. Het publiek is op avon den als deze goedlachs en zelfs de minst beteekenende flauwiteiten gaan er grif in. Maar Hirsch, die ook vaak zeer gees tig is en zijn geïmproviseerde woordspe- I lingen op onverbeterlijke wijze over het voetlicht weet te brengen had ditmaal een minder komieke, doch zelfs eenigs zins sentiraenteele rol voor zich gekozen. Doch zulk werk is den talentvollen ac teur en humorist ook wel toevertrouwd. De heele ontknooping van „Ein rhei nisches M&del" is een beetje aan den sentimenteelen kant. Maar de tekst is vrij van frivoliteiten, onderhoudend en niet onmogelijker dan de meeste op dit terrein. Hoe een „Domkapelimeister" op eer. klein plaatsje als organist nog wel, de aan zijn titel verbonden functies kan uitoefenen en In zijn vrijen tijd aan het klavier slechts walser, kar. speler, is mij niet duidelijk geworden. En merkwaar dig is dat- van de beide schoolvrienden jii kiassegenooten de een. Plasius RÖ- uer, het door zijn knapheid tot Dom- .nipellmeister 021 de ander, Jürgen door i'jn domheid tof Bdrgemeistev brengt. Dit laatste bracht vee! vrooli.ikheid in de zaal, en deed vermoedelijk een straal der hope gloren in het oog van menig een die voor de moeilijkheden der be roepskeuze geplaatst is; d:e tot heden dagelijks en nachtelijks zuchtte; „wat inoet ik, (of wat moet mijn zoon) wor den?" De muziek van .Eir. rheinisches MJL- del" is ongelijk van kwaliteit. In het eerste bedrijf komen zeer goede s'.ukken voor. maar ook banaliteiten vielen in ait en volgende bedrijven waar te nemen. Het allermeest viel de kleurrijke or kestreering te roemen. De componist, Leon Jessel, die zelf een deel van ,de uitvoering dirigeerde, toonde op het ge bied der instrumenteering een zeer be- waam en vindingrijk man te zün, HIJ werd met kransen en bloemen gehuldigd en verscheen eindelijk ten tconeclc om voor de huldebetuigingen te danken. Het st-uk had trouwens een enorm suc ces: tailooze malen moest er gehaald worden en cok de blsnummers waren vele. Zoo is het seizoen „erfolgreich" .nge2et. KAREL DE JONG. T. O. N. E. V. O. HET NIEUWE SEIZOEN. De bekende toonee!vereeniging ,.T. O. N. E. V O." opent morgen (Woensdag) haar speelseizoen in den schouwburg Janswog met een opvoering van hot In dische tooneelspel van Jan Fabrlcius: ..Met den Handschoen getrouwd". De rolverdeeling hiervan is als volgt; Frans van Laar, administrateur van de Kina onderneming „Tji Lindoeng", de heer G H. Pollé Jr.; Anna Kelling, mevrouw J. Pollé-1-IendriksxLize Kelling, mej. J. Menet; Willem Meerberg, advocaat te Batavia, de heer F. H. v.d. Sohaaf; Joh an Terborg en Westerveld, opzichters van „Tji Lindoeng" de hoeren P. Wouda en Th. A. van der Have; Koon. gogagoervl militair, onder-opzichter van TJi-Lin- doeng, de heer W. L. F. van der Have; Rika een dienstmeisje, mejuffrouw G. Vlug: een Maleische huisjongen. T.O.N.E.V.O. heeft dit jaar wederom een keurig verzorgd programmaboekje uitgegeven. Het repertoire hierin is ver der als volgt; TooneelvoorstoUing op Zaterdag 17 November 1928. „De weg naar de Hel", blijspel 111 drie bedrijven naar het Duitsoh, van G us tav Kadelburg. Verta ling Jac. de Vos. Tooneelvoorstelling op Woensdag 19 Dec. 1928 „Liefdes-Manoeuvres", blijspel in drie bedrijven naar het Duitsch van Curt Kraata en Frelherr von Sclilioht, door Aga. Groot gecostumeerd Kinderfeest op Zaterdag 12 Januari 1929. Tooneelvoorstelling op Woensdag 'tf) Febr. 1929, „De Schaduw van het verle den", tooneelspel in drie bedrijven naar Ernst Zahn, door Jaap van der Poll. Bal-Masqué op Zaterdag 2 Maart 1929. Tooneelvoorstelling op Woensdag 19 April 1929, opvoering van „Als Je maar een verleden hebt", blijspel in drie be drijven van Frans Ara old en Ernest Baoh (schrijvers van de Spaansche Vlieg.) De slotavond in Mei zal nader bekend gemaakt worden. Alle tooneeluitvoeringen zijn Sn den Sohouwburg Jansweg. het Bal-Masqué en Kinderfeest worden gegeven in de groote zaal van het Gem. Concertge bouw. 140 fc «ETvieraantrekkelijke mo- dellen, waarvan elk een meesterstuk is van Fisher's carrosseriebouw, is de CHE VROLET 1928 een nieuw en beter vervoermiddel, een nieuwe wagen, welks schoon heid, comfort en prestatie de eigenaars trotsch doet zijn en hun een onbeperkt genot ver schaft. PRIJZEN 2-deurs Sedan f 2300.- 4-deurs Sedan f 2475.- CHEVROLET 4-deurs SEDAN bereid met heerlijke, zuivere en door de zon gedroogde rozijnen WIE kent ze niet, die heerlijke appel flappen. Kinderen zijn er dol op, maar ook Uw gasten zullen dit ge recht als dessert waardeeren. Vooral wanneer U ze bereidt volgens dit nieuwe recept, want de groote, sappige, donker blauwe Sun-Maid rozijnen geven aan deze appelflappen een bijzonder aroma. Gekweekt in de grootste wijngaarden ter wereld, rijpen deze fijne tafeldruiven in de zonnegloed, tot op wetenschappelijke wijze is vastgesteld, dat ze het maximum suikergehalte bevatten. Dan worden ze geplukt en uitsluitend in de zon ge droogd. Daardoor behouden ze niet al leen hun geurig aroma, maar het suiker gehalte wordt nog verdrievoudigd. Probeer ze eens en U zult zien, dat Sun-Maid rozijnen het eenvoudigste ge recht tot een delicatesse maken. Bestel vandaag nog een pakje bij Uw kruide nier en vraag vooral om het roode pakje met het Zonnemeisje. Receplenboekje gratis verkrijg baar op aanvrage bij Inhama. Afd. D2, Heerengracht 178, Amsterdam. APPELFLAPPEN MET ROZIJNEN 20 appelflappen kunt U bereiden uit gelijke hoeveelheden kaai, boter en tarwebloem. 200 gr. van elk, ge mengd met wat vanillesuiker en ge raspte citroenschil, mengt U tot een zacht beslag gevormd is. Dit wordt dan 12 uren op een koude plaats gehouden en daarna wederom aan gemengd. Het uitrollen cn aanmen gen hcrhalo men eenige malen. Hel is raadzaam het beslag hierna eenige uren te laten staan. Rol tot ronde stukken, voeg hieraan toe een halve appel, in itukjes gesneden, wat sui ker en veel Sun-Maid rozijnen. Leg er vervolgens de andere helft over heen en sluit de randen. Bak de ap pelflappen in een matig heeten oven. tot ze 'goudbruin zijn en bestrooi ze met fijne suiker. Fl. 0.32 per pakket. MEUBELEN, BEDDEN, GESTIKTE, WOLLEN, MOLTON DEKENS, OVER JASSEN, MANTELSi REGENKLEEDING, KACHELS, HAARDEN, KACHELPLA TEN. WINTERONDERGOEDEREN enz. enz, 50 Vraagt onze voorwaarden. maar 't hindert niet. SPLENDICOL lijmt porcelein, graniet, glas, marmer, celluloid, zijde,hout, leder,kortom alle gebroken of ge scheurde voorwerpen onzichtbaar en weder even hecht en sterk, alsof ze tevoren nooit gebroken of gescheurd zijn geweest. Met SPLENDICOL gelijmde voorwerpen zijn gegarandeerd bestand tegen elke hitte, zelfs kokend water en stoom of de hjtte van den bakoven. SPLENDICOL, steeds voor direct gebruik gereed, behoeft niet eerst te worden opgelost of warm ge maakt het is 't meest practische voor een ieder dage lijks te pas komende huismiddelde vrouw in haar huishouden, den man bij zijn knutselarijen, enz. Ga nog heden naar Uw Drogist en koop een tube Splendicol k 35 ets., morgen zal U 't noodig hebben en te vreden zijn het gebrokene weer als te r. voren te kunnen gebruiken. Laat jeXLijmen SPLENDICOL Import H. TEN HERKEL, Hilversum.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 11