WOENSDAG 3 OCT. If38
DERDE BLAD
LETTEREN EN KUNST.
MUZIEK.
JUBILEUM-CONCERT VAN
MEVROUW A. NOORDEWIER—RED DINGIUS.
trfflen toen zU Purcell's ..Evening Hymn"
zong. Ryk was het programma, haastte
overvloedig voor een kort tijdsbestek.
Ook Modernen als Mahler en Diepen-
broek kwamen er op voor. welker bege
leiding echter de transplantatie van or
kest naar orgel niet zoo goed verdraagt
als die van de zangen der oudere mees
ters.
Daernaast waren de orgelwerken en
de flultsolo ditmaal natuurlijk meer om
lijsting en aanvulling dan hoofdzaak.
Maar de heeren George Robert en M.
Noordewier Jr., hebben toch recht op
een woord van erkentelijkheid voor de
nobele wijze waarop zij als trawanten
den troon hebben geschraagd en de taak
der kunstenaars hebben gesteund en ver
licht. Waar het programma in alle ste
den hetzelfde is. doch de organisten
elkaar afwisselen moeten deze eikaars
werk overnemen. Maar onze organist
sloot zich voortreffelijk aan en vormde
met Moeder en Zoon een artistieke drie
eenheid. Hij deed ons ook met zeer oude
werken kennis maken: Gabrieli en
Sweelinck, werken met eenigszins primi
tieve versieringen om strakke en vlakke
lijnen getrokken. En de fluitist gaf een
trioso van J. Quanta, den leermeester
van Freaerik den Groote. Dat alles was
belangwekkend en de Fugue en Choral
van Arthur Honegger was dat ook. maar
mooi kon ik deze nog niet vinden.
Schoonheid, opperste schoonheid hebben
we gisteren toch met volle teugen geno
ten: mevrouw Noordewier heeft ge
zongen.
Dat zij het nog lange jaren in on
verzwakte kracht moge blijven doen!
KAREL DE JONG
Mevrouw Noordewier en haar zoon op het bordes van het orgeL
Men herdenkt, het 40-jarig jubileum
▼an onze grootste Nederlanclsche zange
res. Veertig jaren geleden kwamen
haar gaven in het licht der openbaar
heid spoedig steeg zij de treden op
die voerden naar den troon in de we
reld onzer reproduceerende kunstenaars,
en zij beklom die niet door geweld of
3ost, maar gedragen door de vrije keuze
van al wie voor de goddelijke toonkunst
ontvankelijk is, en wie zal haar het
recht op dien zetel betwisten? Ko
ninklijk is haar verschijning, koninklijk
haar innemend en vriendelijk woord,
koninklijk is vooral haar kunstbeoefe
ning. Niet in den zin van heerschzucht
of trots. Maar waar haar zang de luis
ter der majesteit verbreidt, daar voelen
wij achter dien luister de trilling van
een echt menschel ijk gemoed. En waar
haar absolute heerschappij over mate
riaal en moeilijkheden die in den loop
van zoovele jaren eer toenam dan ver
minderde, bewondering wekt. daar moe
ten wij erkennen, dat zij. zooals her
een vorst betaamt, zich zelve steeds de
hoogste en hardste eischen gesteld heeft.
Welwillend jegens anderen, streng tegen
zichzelve in de uitoefening van haar
kunst die haar gezag is ziedaar de
koninklijke majesteit. En haar langduri
ge regeering is niet onvruchtbaar ge
weest: duizenden en duizenden erken
nen dankbaar de hoogste gaven, die zij
rond zich deelde, de bezielde en bezie
lende schoonheidsopenbaringen van
haar zang.
Het koninklijk bezoek gold gisteren
onze stad en Haarlem heeft haar
ontvangen op koninklijke wijze. Twee
duizend mensohen waren in de oude
Sint-Bavo bijeen, toen zij over de roode
tapijten door de kerk schreed, om haar
plaats op de orgeltribune in te nemen.
En allen stonden eerbiediglijk op. even
als toen onze Landsvrouwe, nu een
paar jaren geleden, zich door de kerk
naar haar plaats begaf. En na afloop
der voordrachten heeft men haar met
hetzelfde ceremonieel uitgeleide gedaan.
Daarna had nog een intieme plechtig
heid plaats in de consistoriekamer. Hier
was het comité bijeen, dat zich met de
ontvangst der jubileerende vorstin be
moeid had. hier werden haar tal van
bloemen aangeboden. En daarna nam
de heer J. C. Tadema, zelf een Musicae
nobilis, het woord om haar te danken
voor het vele hooge en onvergetelijke
wat zij in die jaren haren hoorders ge
schonken had Hij deed dit in bewoordin
gen die echt uit het hart voortkwamen.
De heer Tadema haalde de tekst uit de
sopraansolo der Mattheuspassion aan-
,jch will dir mein Herze schenken", die
door Mevrouw Noordewier-Rcddingius
zoo ontelbare malen vertolkt zijn, als
kenmerkend voor haar kunst, waarin zij
ons haar hart geschonken heeft. Ook de
heer T. B. Roorda sprak in een korte
rede hulde en erkentelijkheid uit aan de
kunstenares, die ziohtbaar ontroerd haar
dank betuigde.
En nu het muzikale gedeelte. Over den
zang van mevrouw Noordewier verlange
meu geen kritiek: dU staat er boven en
we mogen ons slechts gelukkig prijzen
dat haar stemmiddelen zich nog immer
ongerept in volle schoonheid handha
ven. Haar Bach-, Purcell- en Kandel-
vertolkingen waren ook ditmaal weer
festijnen van schoonheid en diepgevoel
de kunst. Voor haar is geen kerkruimte
te groot; zelfs soheen het alsof de starre
pijlers van het statige gebouw begon
nen mede te leven, te luisteren en te 1
HET TOONEEL.
HET SCHOUWTOONEEL.
Dc sterkste Liefde, tooneel-
spel in 3 bedrijven door
Sydney Howard.
Mevrouw Simons-Mees heeft indertijd
een tooneelspel geschreven, getiteld
Moeder, waarin zij de tragiek geeft
van een vrouw, die in haar egoïstische
moederliefde haar kinderen, ook als zij
volwassen zijn geworden, steeds aan zich
wil binden en voortdurend ingrijpt in
him levens, waardoor zi) het geluk ran
die kinderen en zich zelf verwoest. Aan
dit Hollandsche stuk doet De sterk
ste Liefde, het tooneelspel van Syd
ney Howard, dat gisteren voor het eerst
te Haarlem in den Stadsschouwburg door
Het Schouwtooneel werd opgevoerd, nu
en dan denken, al is het werk van me
vrouw Simons-Mees veel gaver en zui
verder.
Ook in „De sterkste Liefde" vernietigt
een moeder het geluk van haar twee
jongens door zich in haar misplaats
te en alles eischende liefde tusschen
hen en de twee vrouwen, die zij zich
hebben gekozen, te plaatsen. In haar
zucht om haar jongens voor zich alleen
te behouden, weet zij Robert, haar jong.
sten zoon zóó ver te drijven, dat deze
zijn verloving verbreekt en dringt zij
zich tusschen David haar oudsten
zoon en Christine, zijn vrouw, met
het vooropgezette doel ook deze twee ge
lukkige menschen van elkander te schei
den. Maar wat haar bij den jongsten
zoon gelukt is, mislukt haar bij den
oudste. In zijn keuze tusschen moeder
en vrouw, kiest David na veel strijd de
vrouw, en de moeder ziet zich aan het
slot verlaten door haar oudsten zoon.
op wien zij alles had gebouwd, en zij
blijft alleen achter met Robert, den wil.
loozen en slappen jongen, dien zij kan
blijven vertroetelen als in zijn kinder
jaren.
De' strijd tusschen een zelfzuchtige
moeder en de vrouw en de verloofde van
haar zoons om het bezit van haar kin
deren biedt een conflict van alle tijden
en in het begin boeide dit Amerikaan-
sche stuk ook door de behandeling
zeer. De domme in haar zelfzuchtige lief
de en haar meedoogenloos egoisme toch
ook weer zeer slimme en steeds intri-
geerende moeder is in het eerste bedrijf
bijzonder knap door den schrijver ge-
teekend. Men luistert gespannen en
voelt de catastrophe met onfeilbare ze
kerheid naderen.
Maar in II en m bederft Sydney
Howard het door van de moeder niet
veel meer of minder dan een monstrum
te maken. Als wij haar aan het slot
van n, wanneer het meisje van Robert
zich in den vijver heeft gestort en haar
twee zoons naar buiten zijn gesneld om
Hesther te redden, enkel maar hooren
zeggen: „Wat doe je nu toch? De Jongens
zullen kou vatten!", dan glimlachen wij
en denken: „Kom. kom, mijnheer
Howard, nu overdrijf je het toch!" Wie
al te veel wil bewijzen op het tooneel.
bewijst niets en irriteert. Wij bemerkten
„die Absicht" en werden „verstlmmt".
Deze moeder was niet meer te aanvaar
den en die fout wreekte zich op de twee
zoons, want wij konden niet aannemen,
dat zij zoo blind waren voor wat wij
allen duidelijk zagen. Zij verloren er ai
evenzeer onze sympathie en zelfs onze
belangstelling door.
Het is wel heel jammer, dat Howard
door te sterke overdrijving zijn doel is
voorbij geschoten, want er zijn voortref
felijke fragmenten in het stuk. „The
Silver Cord" scheen in I alle elementen
in zich te hebben om een boeiend en
sterk tooneelspel te werden, en ook in
de volgende actes komen nog zeer knap
geschreven tooneelen voor. Maar het
geheel irriteert door een te groote op
zettelijkheid en misteekening.
Het bleek in de opvoering, dat deze
fouten ook moeilijk waren weg te spelen.
Mevrouw Pine Beider had de ondankbare
taak de hoogst antipathieke figuur van
de moeder te moeten verbeelden en he:
gelukte haar niet deze vrouw aannemelijk
te maken. Door deze rol juist aan een
der meest intelligente actrices op te dra
gen, kwam het opzettelijke en geslepene
van de intrigante, die mevrouw Phelps
is. zelfs nog sterker uit! Men voelde, dat
zij alles volkomen bewust deed! Natuur
lijk is deze opvatting geheel te aan
vaarden maar de vraag rees bij mij, of
mevrouw Beider den schrijver geen dienst
zou bewijzen met de vrouw wat minder
opzettelijk intrigante en wat meer in de
richting van de domme en te>ch slimme
vrouw als in Domheidsmacht te
spelen.
Wie ik gisteren in alle opzichten heb
bewonderd, was Jeanne van Rijn. Nooit
heb ik deze actrice beter gezien dan in
de rol van Hester, Robert's verloofde.
Prachtig ingehouden en ontroerend
speelde zij het tooneel, waarin Robert
zich langzaam van haar losmaakt. Hoe
volkómen was zij daar vrouw! En in
de uitbarsting tegen het slot van II de
zenuwcrisis gaf zij groot spel.
Emma Morel viel een weinig uit het
milieu. Haar spel wordt in een rol als
Christine al spoedig te breed en te ro
mantisch, haar zeggen te rhetorisch.
Vooral in de groote scène met David op
de slaapkamer trof het mij, dat Emma
Morel en Jacques de Haas in geheel
verschillenden stijl speelden, zij te
zwaar en hij te nuchter waardoor
eenheid ontbrak. Dat het Jacq. de Haas
niet gelukte David tot leven te brengen,
is waarlijk niet te verwonderen. De
schrijver geeft den acteur in deze rol a!
heel weinig houvast en de heer de Haas
wist in sommige oogenblikken waarin
hij enkel eenige nietszeggende, onnoozele
zinnetjes telkens te herhalen heeft
blijkbaar geen raad met zijn rol.
Carel Rijker was Robert, de jongste
zoon. Voor hem was de taak minder
moeilijk, al was ook deze rol allerminst
dankbaar. Rijker maakte er van wat er
van te maken viel.
De stadsschouwburg had gisteren
zooals te verwachten was veel te lij
den door het jubileum-concert van me
vrouw Noordewier. De weinige bezoe
kers, die er waren, toonden zich zeer
dankbaar en lieten aan het slot het doek
verscheidene malen omhoog gaan.
J. B. SCHUIL.
1 VERBOUWING VAN HET
FRANS HALS-MUSEUM.
DE ZAAL VOOR
TENTOONSTELLINGEN.
Het comité aangewezen door in kunst
aangelegenheden belangstellende Ingeze
tenen der gemeente Haarlem (be
staande uit T B. Roorda. H. F. Boot, H.
Buisman, A. L. Koster en H. Albers)
hebben een adres aan het college van B.
en W. van Haarlem gezonden, waarin
zij schrijven, dat sedert liet niet meer
beschikbaar zijn van een tentoonstel
lingszaal in het Paviljoen, door kunst
minnende particulieren, zoomede door
vereeniglngen. die o.m. zich met het
organiseeren van tentoonstellingen van
beeldende kunst bezig houden, het ge
mis van een geschikte openbare tentoon
stellingszaal ernstig is gevoeld.
Vele belangrijke gebeurtenissen oj
het gebied der beeldende kunsten, zooals
tentoonstellingen van werken door Jan
Toorop. Jan Veth. Floris Verster. Thorn
Prikker, e.a.. die in andere gemeenten
wel aan de ingezetenen konden worden
geboden, vonden niet in deze gemeente
plaats, omdat een voor dit doel ge
schikte tentoonstellingsruimte ontbrak.
Tentoonstellingen o.a. van werken
door Jan Mankes en S. Jess -un de
Mesquita konden slechts met opoffering
van veel moeite en kosten worden inge
richt.
De bij deze tentoonstelling gebleken
bezwaren hebben het gevoelde tekort op
dit terrein te Haarlem aangetoond.
Met groote belangstelling en waardee
ring heeft het comité kennis genomen
van een bericht in de pers. dat voorzie
ning in de gestelde behoefte in het col
lege van E. en reeds pur.t van over
woging heeft uitgemaakt.
Vernomen werd. dat reeds planner,
zouden zyn ontworpen voor den bouw
van een zaal op het terrein van het
Frans Hals Museum.
Redenen, waarom het comité aan B.
en w. dringend verzoekt het daarheen
te w:!!en lelden, dat deze plannen zoo
spoedig mogelijk ten uitvoer kunnen
worden gebracht.
Ten geleide aan dit adres is toege
voegd een lijst met sympathie-betuigin
gen van in Haarlem gevestigde Vereeni
ngen. die het door het comité beoogde
dool ondersteunen.
Dit z;in: Kunstkring voor Haarlem en
Omstreken. Vereenigir.g ..Kunst aan
het Volk". Nederl. Kring van Beeldhou
wers. Teekencollere „Kunst zij ons
Doel", Teekencollege „De Vijfhoek".
Bond van Nederl. Architecten Kring
Haarlem. Kunstafdeeling van Teylers
museum. Instituut voor Arbeiders Ont
wikkeling en Haarlemsche Vrije Schil
derschool.
INSTITUUT VOOR ARBEIDERS
ONTWIKKELING.
Propaganda-avond.
Dinsdagavond was in den „Protestan
tenbond" een feest- en propaganda-
avond belegd door het Haarlemschi In
stituut voor Arbeidersontwikkeling. De
voorzitter, de heer Lindeman, ojx-nde
den avond met een woord van welkom.
Hy deed eenige mededeelingen over
het in druk ve .-schenen winter-
programmma. Daarna gaf de heer
Brinkhorst een inleiding tot de
Sonate op. 31 no. 2. van Beet
hoven die hij uitnemend vertolkte.
Na hem betrad de heer R. Mulder het
podium die een aantal werken voordroeg
(van v. Collern, A. Roland Holst. Gisius.
Dob Bles en Geerten GossaerU. De heer
Mulder's voordracht was zeer boeiend en
getuigde ongetwijfeld van talent, Zyn
weder optreden na de pauze met ver
zen van Gorter, het verhaal van Radom
(uit „de opstande-lngen" ran H. Roland
Holst) stond geheel op hetzelfde peil.
Zijn confrater van dezen avond, de heer
Brinkhorst vertolkte nog eenige „Kleine
stücke Op. 37 van den bekenden nto-
DE EENZAME ZEEROB.
Kapitein Drake vertelt hoe hij op zijn eentje den
Atlantischen Oceaan overgestoken is.
„IK GA WEER WEG, ALS IK DE MUSEA GEZIEN HEB."
Tk moet de ruimte hebben, moet by het
water zUn, want dat droge land is voor
mij niets gedaan.
„Op 28 Mei 1925 vertrok ik met „The
Pilgrim", deze boot, die nauweiyks
twaalf meter lang is, van Seattle, zakte
de Pacific-coast af naar Frisco. Pana
ma-kanaal, toen langs de westkust naar
de Galapa-gos-eOanden en de kust van
Peru, want als een echte zeiler wilde ik,
zooals de koopvaarders uit vroeger ty-
den om Kaap Hoorn varen. Doch de
storm kreeg me te pakken, het werd te
erg en ik gooide ten lange lest.- het
roer maar om en ging door het Panama
kanaal naar de Golf van Mexico, langs
West-Indië naar de havens van Zuid-
Amerika en toen terug naar do „States",
naar New-York. Zco ben ik verder alle
groote havens van Noord-Amerika langs
getrokken, om in de laatste dagen van
April 1927 in zee te steken naar den
overkant.
Op den Oceaan,
Wat Lindbergh deed in een paar do
zijn uren met- zyn Spirit of St.-Louis,
heeft kaptein Drake 'em geleverd in ze-
ven-en-een halve week. 53 dagen nadat
hy uit Charleston vertrokken was. meer
de de Pilgrim te Plymouth, kwam de
kaptein weer eens in zün geboorteland.
Dat was op 20 Juni van het vorige jaar.
En toen heeft hy weer gezeild, hy de
„lonesome-searover", „de eenzame zwer
ver van de zee", van de eene haven
naar de andere, rondom Engeland en
Schotland, naar de Shetland's. Noor
wegen. Zweden. Denemarken, Duïtsch-
]and. „En nu ben ik hier in Amsterdam,
ik blijf tot Maandag, of misschien wel
langer, ik moet eers' de musea zien. Dan
ga ik naar Rotterdam of Antwerpen,
de Belgische en de Franse he kust langs,
door de MlddeDandsche zee naar het
land ..East of Suez", via Nederlandsch-
Indië en Japan weer naar Amerika te
rug.
Juist wordt het in 't kajuitje donker,
het trapgat is gevuld door een Amster-
daaische juffrouw die ook eens komt
kijken. Ze ziet om zich heen, consta
teert zelf-voldaan na een minuut: „Je
ken wel zien dat hier gein frau aufer de
Door een klein luikje zak je in 't
onbekende. Je voelt de treden van
een trapje onder je, houdt stevig het dak
van de kajuit vast en zakt zoo, tot je
hoofd onder 't dek komt en je in de
kleine ruimte kükt waar kapitein Drake
zit te vertellen van zyn avonturen.
Er hangt blauwe rook in ae koekoek,
de wanden rondom zün behangen met
platen en foto's - van'schepen; barken,
brikken, schoeners, statige schuiten
met hoog-getuigde masten en vele zei
len, de jagende mailstoomer zult ge hier
echter niet vinden. Een wekker schom
melt heen en weer, een sextant hangt
in een hoek, en allerlei spullen zwerven
door de kleine ruimte waar kapitein
Drake nu zit te vertellen, geleund togen
een kastje, naast zich het fornuisje en
om nem heen velerlei dingen van de zee,
terwyl de zeilen en ae touwen op een
naar teer en zeewater luikende hoop
geworpen, de sfeer volmaken.
In zyn blauwe trui, vroolyk lachend
de kleine oogen, de handen in de zakken
en zoo bij wyien met een kernachtig
woord komt kloek de zeeman te vertellen
over zichzelf.
„Ik ben geboren in Gravesend. in
Zuid-Engeland, zeven-en-zestig jaren
geleden en 'k heb altijd op zee gezeten
van dat ik een kleine aap van een jon
gen was. Ik was matroos, visscher, ging
naar Amerika en bleef altijd bij de zee.
floer komp". de opgezette haal op tafel
scheldt ze uit voor zeekakelobbes en dan
vraagt ze in zuiver Amsterdamsen den
kaptein of hy wel eens storm heeft ge
had. Als een der anderen het hem in 't
Engelsch vraagt, zegt hy met een ernstig
gezicht: „Nee, nooit". Maar dan zweeft
een "grijns om zyn mond. hy knipoogt
eens en begint hard te lachen.
„Storm? Wel ja. Met een vroegere
boot ben ik op de kust van Cuba gesla
gen, 't was vliegend weer. de boot werd
totaal versplinterd en ik kon half-dood
uren lang loopen, voor ik menschen
vond.
„Maar als je in voUe zee bent met
stormweer is het zoo erg niet. Wat ik
dan doe? Wel ik zet het roer vast, gooi
een paar zeilen neer. zet een kop thee
en ga slapen tot het kalmer is en ik
weer zeilen kan.
..'s Nachts doe ik het ook zoo. Een boot
is als een vrouw, je zegt hoe ze gaan
moet, en zoo gaat ze. Ik klik eens naar
den wind, zet zooveel aeil op als ver
standig is, het roer wordt vastgesjord en
dan ga ik in kooi. Draait de wind, gaan
de zeilen klapperen, of loopt de boot uit
zijn koers, dan hoor of voel ik het,
word wakker, zet de boe! goed en ga
weer slapen.
„En dat is rustig zoo. je ziet geen
schepen, hoewel ik steeds op de route
van de groote lyners gevaren heb, maar
de zee is zoo groot. Doch een keer ben
ik gepraaid door een Portugees, een
vrachtboot, d3ar dachten ze dat ik een
schipbreukeling was. En met de over
drijving die je van een gemoedelijken
zeerob best kunt velen, voegt hy er bü:
,.'k Weet niet wie eerder schipbreuk
lijdt, die verroeste Portugeesche kast
of myn Pilgrim!"
Waarom doet n dit?
Indachtig hetgeen R. P. indertüd in
een Datumstukje schreef over A'.ain
Gerbault. een jongen Franschman die
met zün ..Firecrest" ook over de zeeën
der wereld zwerft en in 101 dagen van
Frankryk naar New York overstak, wil
den wij nu toch wel eens weten waarom
kapitein Drake zoo rusteloos zyn boot
stuurt door de wateren van oceaan en
zee. En wij vroegen het.
„Nou. omdat ik er van houd".
„En waarom houdt u er dan van?"
,.'k Heb altüd op zee gezeten: het is
goed, zoo te zwerven, Je met niemand te
hoeven bemoeien, altyd. altijd maar ver
der te gaan, waarheen ce wind Je dryft".
Een motorbootje tuft langs, er komt
wat deining.
„Gunst nog es an toe", zegt de Am-
sterdamsche juffrouw, en stapt gauw
r.aar boven.
We praten nog wat door, over dit en
dat. een oude ioods van 't Noordzee
kanaal gezelst mee, en intusschen komen
telkens menschen eens even kUken.
Tenslotte gaan we heen, kyken nog
even aan dek. waar de touwen op het
bruine hout opgeschoten liggen, een
reddingsbootje ter grootte van een kin
derbadje ligt op de achterplecht. En
daar, aan het roer, met takels en touwen
boven zyn hoofd, komt kapitein Drake
op een foto te staan.
Koene zwerver onder de vrü'e heme
len. „lonesome searover". stoere zeerob,
jou wenschen wy een goede reis rond de
groote wereld in je kleine fiere zeilboot.
Good Luck!
C. G. B.
.X>e Pilgrim" ligt te Amsterdam, ten
Oosten van den uitgang van het Cen-
traal-station.
dernen componist Hindemith. op werke-
iyk voortreffelijke wijze.
Helaas kon de feestrede ran den heer
S. de ki Bella niet plaats vinden, om
dat genoemde heer niet was verschenen.
In zyn plaats sprak de heer Lindeman.
A l'improviste natuurlijk 1 Spreker sloeg
geen fcest-eiyken toon aan. In zeer ern
st igen zin behandelde hy de stelling, dat
de arbeider vóór alles zich intellectueel
ontwikkelen moet. om den aangebonden
strijd die reeds zooveel succes heeft op
geleverd te kunnnen voortzetten. Spre
ker memoreerde dat de arbeiders de
laatste maanden een drsetal belangryko
economische processen hebben gewon
nen. iDe Icodgietersstaklng. de staking
by de Schelde en hot. conflict aan de
Kwa tui-fabrieken). Uit dit alles blUkt
dat de arbeiders tot iets grootsch in
staat zyn. Op den duur kan de arbei
dersklasse economische gelijkheid be
reiken. „Echter thans ontbreekt ons nog
de economische konnnis". Naast het po
litiek inzicht moet vooral het geestelUk
inzicht ontwikkeld worden. Spr. verge
leek de ontwikkeling der Fransche bour
geoisie tegenover den ouden adel. zooals
Jaurais die ontwikkeling geschetst heeft,
met de ontwikkeling van den modern-a
arbeider. „Alles moot gedaan worden om
de algemecne kennis in onze kringen te
vergrooten. Ook in Dultschland. waar
men toch verder is dan hier. spaart men
geld nog moeite om het intellectueel in
zicht te verbreeden en te verdiepen".
Voorts brak de heer Lindeman een
lans voor het zich los maken van ver
roeste oude gewoonten, het aannemen
van een natuurlyke. frissche levenswijze
en het zich gewennnen aan het zien van
alle dingen, in een zuiver licht en een
ruime sfeer.
OPMERKINGEN UIT DE
BURGERIJ
GOEDKOOPE VOORSTELLINGEN
Iemand die onmiddellijk na het
verschijnen der mcdcdceling betref»
fende dc 2c serie goedkoopc voor»
stellingen in den Stadsschouwburg
voor twee plaatsen in die serie heeft
ingeschreven, schrijft ons. nu per ge»
drukte kaart de mcdcdceling te heb»
hen ontvangen, dat hem ook voor do
3c serie geen plaatsen kunnen worden
toegewezen.
Inzender vraagt hoe het met dc ver»
dceling der plaatsen dan toch eigen»
lijk gaat. daar pas vóór enkele dagen
gepubliceerd is. dat ook dc 3c scrio
vol was.
Tot zoover deze klacht. die wij
overbrachten aan den Directeur van
den Stadsschouwburg. Deze zeidc ons
dat dc aanvragen precies behandeld
worden naar de volgorde waarin zij
inkomen. Maar het aantal aanvragen
is 2óó groot voor sommige rangen
(dc cenc rang is veel eerder uitvcr»
kocht dan de andere) dat het zeer
goed mogelijk is dat inzender, die nu
meent tot dc eerste aanvragers tc
hebben behoord, reeds eenige bon»
derden aanvragers vóór zich had.
(Zie oak fotopagina)
TUINBOUW EN PLANTKUNDE
Dinsdagavond vergaderde onder voor
zitterschap van den heer J. L. Bouwer
de afdeeling Haarlem van de Kon. Ned.
MU. voor Tuinbouw en Plantkunde, bij
Brinkmann.
De voorzitter deelde mee. dat de
animo voor den wlntercursus en den
tulnbouw-teekcncursus groot is.
Een lid nam ontslag, vier nieuwe le
den traden toe, vier werden overge
schreven van andere afdeellngen naar
Haarlem, een lid werd overgeschreven
naar de aid. Rotterdam.
24 October zal te Amsterdam de alge-
meene vergadering der maatschappij
gehouden worden. De voorzitter besprak
den beschrüvingsbrief. Besloten werd. In
dien het noodlg is, voor te stellen de
aigemcene vergadering volgend Jaar to
Haarlem te houden. Tot afgevaardigde
(voor dit jaar) werd gekozen, dc heer
Bouwer tot plaatsvervanger de heer F.
Ch. Dix.
Vervolgens werd de onderlinge ten
toonstelling bezichtigd. De commissie
kende aan de dahlia's van de N.V.
Kweekery „Enchantress" v.h. H. Carlée,
5 punten toe, aan een vaas rozen van
den heer Koper eveneens 5 punten.
ONDERWIJS IN HET FRANSCH.
De Haarlemsche Vcreeniging voor On-
derwys in het Fransch .houdt oo Vrijdag
October in café Brinkmann, Groote
Markt, haar Jaarvergadering. Aan de
orde komen de Jaarverslagen, bestuurs
verkiezing (aftredende leden MeJ Grec-
ve, de heeren Holthuis, Raadersma en
Dr. Spoeldcr), en bespreking van de
vraag, of aan de opleidingsscholen ook
in de 4e klas cursussen moeten worden
gegeven en de hiermee in verbond
taande Statutenwyz.lging.
BUURTVEREENIGING RAAMGRACHT
EN OMGEVING.
Maandagavond is op een druk be
zochte vergadering opgericht een buurt-
vereenlging van de bewoners van Ge
dempte Raamgracht. Wilsonsplcln. So-
•hlapleln Gedempte Voldersgracht cn
Jacobstraat.
Tot bestuursleden werden gekozen: A.
H. de Bruyn Sr., voorzitter. H. van Put
ten Sr.. C. Kranenburg, H. C. Huise-
bosch. W. M. Boutcrse, J. G. Walter, A.
Bourn an.
GEREFORMEERDE
JEUGD CENTRALE.
De Gereformeerde Jeugdccntrale voor
Haarlem en omstreken heeft een eigen
orgaan gekregen. Het is geheeten „Groei"
Hoofdredacteur er van is Dr. J. H.
Bavinck. De Commissie van Redactie is
thans samengesteld: J. C. Collet. A.
Hartendorf, C. Smits en mej. A. Korvl-
nus.
Voor de Jeugdcentrale zullen in het
komende vergaderselzoen als sprekers
optreden op Maandag 15 October Mr.
H. Byieveld met het onderwerp: „De
Volkenbond"; Vrijdag 23 November Dr.
C. Tazel&ar met het onderwerp: „Het
religieuze element in de nieuwste ro
mans"; Maandag 7 Januari 1929 Dr. J.
H. Bavinck met een causerie met licht
beelden „Iets over Kunstgeschiedenis";
Vrüdag 15 Februari de heer K. Kruithof
van het Chr. Nat. Vakverbond met het
onderwerp: ..De Sociale Kwestie en de
Jeugd" en op Maandag 25 Maart Ds. J.
W. Slertsema met bet onderwerp: „Do
Uitverkiezing",