X
HUISVLIJT.
I
/ll\
RUILRUBRIEK
POSTZEGELRUBRIEK
RAADSELS
Raadseloplossingen
AARDIG SPEELGOED VOOR DE ZANDBAK.
Als Is 't weer niet erg geschikt om
de kleintjes in den zandbak te laten
spelen, we zorgen nu reeds dat er voor
*t volgend jaar weer iets nieuws is. Die
heerlijke speelplaats kunnen we nog
aantrekkelijker maken door uitgezaagde
voorwerpen in t zand te laten plaat
sen. We kunnen verschillende tooneel-
tjes in elkaar zetten. Een boerderij is er
al heel geschikt voor. We beginnen met
het huis (zie fig. 1. Dit Is een heel goede
en zaagt er twee rechthoekjes aan om
het in een plankje op te zetten (zie
fig. 2). De kleuren moeten *t aardig
maken. Met groen, rood, geel en wit
kunnen we 't een prettig aanzien geven.
De hooiberg (zie fig. 3) is onmisbaar
by een boerderij. We zagen de teeke-
ning weer in, terwijl het zwarte ge
deelte van de teekening boven het hooi
wordt uitgezaagd. Geel en bruin zijn
hiervoor de kleuren.
oefening voor beginnelingen in de fi
guurzaagkunst. We calceeren de teeke
ning op een geschuurd stukje triplex,
zagen die uit en brengen ook de teeke
ning aan de achterzijde aan. De punt
aan de onderzijde dient om het voor
werp in het zand te steken.
Wie geen zandbak heeft en dit speel
goed toch wil maken, laat de punt weg
Figuur 4 is een boom.
De voorwerpen zijn bij den zaalwach
ter te bezichtigen. Door de verbouwing
worden ze niet tentoongesteld. De vol
gende week gaan we verder met onze
boerderij.
8.
BloemhofstTaat 29 rood.
JAAP DE VRIES. Smedestraat 1 heeft
57 Droste-bonnen. HU wil die ruilen voor
Vim- of Sunlightbonnen, of Lux-bonnen
1 tegen 1 of 3 tegen 1 Lux-bon. Ook
vraagt hij 4 maal de letter E van Wen-
nex-bleekpoeder. Wie hem daaraan kan
helpen krygt 25 bonnen, of voor 1 E 5
bonnen, 's Avonds van 6.30—8 uur is hij
thuis.
MEVR. HEINEKE, Verspronckweg 18,
wil een lieve hond weggeven. Liefst ver
uit de buurt van den Verspronckweg,
daar hij anders misschien telkens terug
zal loopen.
MEVR. N. N. dank ik vriendelyk voor
de lapjes, doozen enz. als werkmateriaal
voor onzen St. Nicolaaswedstrijd. De bij
gevoegde gave zal ik Zuster Schouten ter
hand stellen voor *t Maatschappelyk
werk. U kunt ervan overtuigd zijn, dat
alles zeer dankbaar aanvaard zal worden.
N. BENJERT, kom de Texelpl. maar
bU me halen Ik heb er wat voor je be
waard.
MEVR. B.R. Voor uw dochtertje
heb ik nog eenige plaatjes, 't Is me on
mogelijk alle aanvragen per post te ver
zenden. Als ze in de stad komt, laat ze
dan even bU mU aankomen.
MEVR. F. dank ik vriendelyk voor de
ontvangen doozen en lappen. Alles komt
van pas.
RUBRIEKERTJES, die voor den St. Ni
colaaswedstrijd doozen, lappen, behang
selpapier. of kistjes noodig hebben kun
nen die op Woensdagmiddag na 2 uur bU
my halen.
Deelnemers voor „O. B.", die voor 't
eerst komen, kunnen zich aanmelden
Dinsdags van 6.307.30, Gr. Houtstr.
155z. by WIM LASSOHUIT.
GROENLING, Gen. Cronjéstraat 28,
heeft Hillesbonnen, Sickeszpunten en
Pelikaantjes, die hij gaarne wil ruilen
voor Texelbonnen of Karnemelkzeeppl.
(Bloemenvelden) 1 tegen 1, Sickeszpun
ten 2 tegen 1.
Van 15 Oct.19 Oct. mogen deelne
mers aan den St, Nic. wedstrijd bU hem
sigarenkistjes komen halen voor figuur-
zaagwerk, naaidoosjes, ledikantjes, enz.
MOEDERS HULP, Dennenstr. 1
(Haarlem-Noord) vraagt voor den St.
NicolaaswedstrUd restjes wol.
KINDERTUINTJES.
Wanneer we werkelijk een mooi bloe-
menhoekje in onzen tuin willen aanleg
gen, moeten we vaste planten afwisse
len met éénjarige zaaibloemen.
Van de vaste planten hebben we vele
soorten, die vroeg bloeien, terwijl over 't
algemeen de zaadbloemen later komen.
't Is nu een geschikte tyd om vaste
planten te verplaatsen. Zorg er echter
voor dat. de aarde goed wordt dicht ge
stampt. daar anders de vorst spoedig tot
de wortels kan doordringen en een vorst
periode vlak na 't verplaatsen kan dan
vaak doodelU'k voor hen zyn.
We moeten bU 't verplanten rekening
houden met de grootte, die de plant kan
krUgen. Hooge en lage soorten mogen
niet door elkaar geplant worden. Vóór
we tot het bespreken van enkele vaste
planten overgaan, moet ik eerst iets ver
tellen over de planten in 't algemeen.
Jullie weet allemaal, dat de planten
worden verdeeld in families. We kunnen
echter de Indeeling ook anders maken,
nl. Ie éénjarige planten; 2e tweejarige
planten; 3e overblijvende- of vaste plan
ten.
De éénjarige planten worden in 't
voorjaar uitgezaaid, ontwikkelen zich,
bloeien, geven zaad en sterven t zelfde
jaar.
De tweejarige planten ontwikkelen zich
't eerste jaar tot een flinke plant, over
winteren en geven 't tweede jaar bloe
men en zaden, om dan te sterven.
De overblijvende planten komen elk
jaar weer op. De bovenaardsche planten-
deelen sterven in den herfst voor het
grootste deel af, doch de onderaardsche
deelen blijven leven en zenden in t
voorjaar weer nieuwe stengels naar bo
ven. Den vasten planten is echter niet
het eeuwige leven gegeven. Op den duur
worden ze minder en verdient t aanbe
veling de oude planten door jonge te
vervangen.
We zullen nu enkele overblijvende plan
ten behandelen.
Gnldenroede (Solidago spectabilis)
fam. samengesteldbloemigen (composi-
ten). Een sierplant uit Noord-Amerika,
die jarenlang vast kan blUven staan en
groote exemplaren vormt, die talrijke
forsche bloemstengels geeft, ongeveer 1
Me-ter hoog. *t Is een sierlijke plant, die
lange pluimen van goudgele bloemen
vormt, terwijl de stengel bezet is met
smalle langwerpige bladeren. Wanneer
we deze plant zelf willen kweeken, moe
ten we vroeg zaaien en uitplanten op
40 c.M. afstand.
Ridderspoor (Delphinium) fam. Ra-
nonkelachtigen (Ranunculaceeën). Tot
de Delphinium soorten behooren ook
éénjarige planten, welke veel in onze
tuintjes voorkomen. De overblijvende
echter, welke tot een hoogte van 0.80
1 M. opgroeit, is Delphinium hybridum,
een sierplant uit den Kaukasus en Hon
garije, die krachtige, kaarsrechte sten
gels geeft met een groote, rechtopstaan
de tros van licht- tot donkerblauwe
bloemen. Ook de bladeren van deze
plant zijn mooi gevormd. Als snijbloem
is ze evenwel niet geschikt, daar de
bloemen in een vaas spoedig afvallen.
In den tuin daarentegen is ze een sie
raad aan de achterzijde van je hoekje of
rand; de guldenroede vormt daar den
achtergrond'.
Een lage Delphinium-soort, geschikt
voor rotsbeplanting is D. chinense pumi-
lum (blauw) en D. ch. puilum Snow
ball (wit). Deze worden ongeveer 20
a 25 c.M. hoog.
TUINIER.
VII
JC
4c
SC
Sc
IQXt
*6
6c /cc. /a e.
U;c
/Sc
MC
Mc
jjtje
Sc
/<?e
MC
MC
Gedurende 192226 verschenen enkele
nieuwe waarden en vele oude in andere
klem-en, alle in de typen van 191315. In
het cUfertypt 3 cent (groen), 4 cent
(blauw), 5 cent (groen), 5 cent (violet),
6 cent (geelbruin), 10 cent (violet), 10
cent (karmUn)in het type koningin met
mailstoomer 12'A cent (rood), 15 cent
(blauw), 20 cent (blauw), 20 cent (olijf),
32J4 cent (lila cn oranje), 35 cent Uei-
blauw en rood); in het type koningin met
palmen VA gulden. Grootte van de vak
jes resp. 2,3 bU 2.8 c.M., 2.8 bij 2.3 cJiff. en
3.5 bU 2.8 c.M.
Evenals in Nederland werd in 1923 voor
Suriname ook een jubileum serie uitge
geven Het zUn groot formaat zegels met
de beeltenis van de koningin in een ovaal
aan den rechterkant van de zegel. De
ruimte links van het ovaal wordt inge
nomen door een paar palmboomen. In den
bovenrand staan de jaartallen 18981923,
in den onderrand is de landsnaam ver
meld in 'n klein cirkeltje recht onder het
ovaal de waarde. Het zijn: 5 cent (groen),
10 cent (rood), 20 cent (leiblauw), 50
cent (oranje), 1 guidon (bruinlila), 2'A
gulden (zwartgrijs) en 5 gulden (rood
bruin). Grootte van de vakjes 4.2 bij 2.6
C.M. Zie voor da indeeimg 't schetsje.
Wim Las schuit kan Maandagmiddag
schrift in by my komen halen.
De rubrieken, die zelf een album voor
Nederland en koloniën hebben opgezet
volgens de aanwijzingen in „Onze Jeugd"
krUgen na afloop der behandeling van
Curasao, de laatste van onze koloniën,
een extra zending Nederland en koloniën.
Als Jullie t my doen weten, zal ik je
voor deze zending noteeren.
Bloemhofstraat 29 rd. S.
DE AVONTUREN VAN
EEN JONGE BIJ.
In den bijenkorf heerschte een drukte
van belang. Het zoemen en brommen
was heel wat luidruchtiger dan gewoon
lijk. Hoe dat kwam? Ja, zie je, vandaag
waren er een heeie massa jonge bijen
uit de eieren gekropen en de oudjes
hadden de pootjes vol werk om al dat
jonge goedje te verplegen en van honing
te voorzien. Maar aan dezen drukken
dag kwam ook een einde en weldra wa
ren de oudjes het werk weer gewoon. De
kleintjes groeiden als kool onder al die
zorg voor hun welzijn en op een goeden
dag waren zU dan eindelyk zoo ver, dat
zy hun eerste vlucht natuurlyk in de
buurt van den korf wel konden wa
gen. Maar nu gaat het by de bijen zoo.
Al de kleintjes worden gezamenlijk groot
gebracht en opgevoed, net zoo lang tot
zij zelf vliegen kunnen en honing zoe
ken. Maar voor dat men ze laat wegvlie
gen worden zij eerst toegesproken en dan
wordt hun verteld, hoe zy zich tegen de
vijanden moeten verdedigen en welke
bloemen zij vermyden moeten.
En zoo was er dan onder al die klein
tjes een byzonder bUtje waarvan deze
geschiedenis gaat vertellen. Het diertje
had ook allerlei wijze raadgevingen ont
vangen en wist nu precies alles wat zij
voor haar eerste tocht naar buiten moest
weten. Den eersten dag vloog zij boven
dien nog onder het geleide van haar
voedster, een oudere bij natuurlyk. Toen
na dien eersten dag alle byen des avonds
weer in den korf terugkeerden moesten
de jongen al hun avonturen vertellen en
daarby vonden de ouden gelegenheid om
nog menigen goeden wenk te geven. Het
bijtje, waarvan wij vertellen, had een
heeleboel beleefd en zij verhaalde het
volgende:
„Toen ik een poosje alleen mocht
vliegen, ging ik eerst een heel eind recht
uit totdat ik opeens een prachtig ge
kleurd kleed onder mij zag, waaruit een
heerlijke geur opsteeg. Ik daalde zoo
snel ik kon en nam plaats op een bloem,
welke een paar malen grooter was dan
ik zelf. Voorzichtig kroop ik over den
rand van de gele blaadjes en daar zag ik
midden in den kelk een andere bU, die
druk bezig was. Langzaam kroop ik na
derbij, maar opeens ontdekte de andere
bU mij en met een booze stem comman
deerde zy mij om weg te gaan. Het was
daar haar terrein, zeide zij én ik had er
niets te maken
Ik maakte natuurlyk mijn verontschul
digingen en trok mU terug. Het ver
baasde my echter wel een beetje, dat
een oude by mU zoo barsch toesnauwde,
ik ben toch nog maar een kleintje."
Maar nu vroeg haai- opvoedster:
„Heb je wel goed gezien, dat het wer
kelijk een by was? Ik geloof eerder, dat
je met een wesp kennis gemaakt hebt,
want bijen zUn zeer vriendelyk maar
wespen zyn onze grootste vijanden."
„O, dan begryp ik ook waarom zy
my zoo boos aankeek," riep nu het
jonge bytje. Zij vertelde echter verder:
„Toen ik van de bloem met de wesp er
op was weggevlogen ging ik weer verder
over het mooi gekleurde bloemenkleed
totdat ik aan een vijvertje kwam. Daar
ik erg moe geworden was ging ik maar
eens rustig op een boterbloem zitten.
Maar opeens zag ik een groot dier uit
het water te voorschyn kruipen. Het had
vier pooten en een ontzettend grooten
muil; hoe het heet weet ik niet maar
ik ril nog als lk er aan denk. Zoo'n
monster was het! Het dier deed my ech
ter niets, het ging onder een paar hooge
grashalmen zitten en verroerde zich toen
heelemaal niet meer."
„O, dat was een kikvorsch," riepen de
andere byen. „Die doet ons nooit iets,
hoor- Vertel verder."
„Toen kwam er ook nog een rond
«wart dier aangevlogen. Hy zoemde,
maar zyn stem was lang niet zoo mooi
als de onze. Het ging dicht bU de
hoe heette dat groote dier ook weer?"
„Een kikvorsch I'
„O, Ja, nu dan, het zwarte dier ging
dicht by den kikvorsch op een halm zit
ten, zeker ook om uit te rusten, net als
ik. Maar opeens hoorde ik een ver
schrikkelijke gil en ik zag nog Juist,
hoe de achterpootjes van het zwarte
dier in den muil van den kikvorsch ver
dwenen. Ik viel van schrik van de bo
terbloem, maar kon niet nalaten te roe
pen:
„Schande en nogmaals schande! Hoe
is het mogelijk, dat men een ander le
vend opeet, jy gemeene
Maar de kikvorsch rolde eens met zijn
oogen en maakte zyn breeden muil nog
grooter, en bleef rustig naar mU zitten
kijken.
Ik kon het daar niet meer uithouden
en vloog weg om het vreeselyke mon
ster niet langer te zien. Maar ik moest
er nog telkens aan denken hoe dat
zwarte dier in dien grooten muil ver
dween. Ik raakte geheel in gedachten
verzonken en vloog maar steeds verder,
tot ik plotseling op iets hards stootte. Op
hetzelfde oogenblik voelde ik iets weeks
en glads op my neerkomen en ik kon mij
niet meer bewegen. Ik was gevangen
Ik hoorde dat er iemand zei: „Heb ik
je daar eindelijk, leeiyke wesp. Nu moet
het uitzijn, je hebt mij lang genoeg ge
plaagd!"
Voorzichtig ging de weeke sluier open.
Ik kreeg weer lucht en kroop door de
opening naar buiten. Nu hoorde ik weer
een stem zeggen:
„O, dat is een by. Wat een kleintje
nog! Laten we die maar niet doodma
ken, want byen zUn nuttige diertjes!"
Ik probeerde op te letten waar die
stem vandaan kwam en ik zag een ont
zettend groote gestalte, o, wel duizend
maal grooter dan de kikvorsch. Maar het
gezicht van dat groote schepsel was erg
mooi en vriendelijk. Zy lachte en zei:
„Vlieg maar vlug weg bijenbeest. Ik
zal je geen kwaad doen. Zoek maar
braaf honing, hoor!"
En dus vloog ik zoo snel mogelijk weg,
want ik moest natuurlijk nog mijn ho
ning gaan zoeken. Dat had ik heelemaal
vergeten, by al het nieuwe, dat ik zag.
Maar wat was dat voor een schepsel, dat
zoo vriendelijk teg enmy gesproken
heeft?"'
De oudere bijen trokken by het hooren
van deze vraag een zeer eerbiedig gezicht
en één sprak langzaam:
„Dat was een mensch! De menschen
zijn eigenlijk onze beste vrienden, want
zij geven ons onze woning en voor den
winter ook nog voedsel. Daarvoor in de
plaats geven wy weer wat van onze ho
ning. De menschen worden door de
bijen ook goed behandeld en je moogt ze
dan ook nooit steken. Alleen het komt
wel eens een keertje voor dat jonge
en onverstandige menschen ons vangen
en ons plagen. Als je dan niet anders
meer kan, ja. natuurlyk, dan moet je
wel steken. Maar denk er wel aan, als
we een mensch steken, verliezen wij
meestal onzen angel en dan moeten we
sterven. Daarom is het altyd beter om
te probeeren zonder steken weer vrU te
komen. En wat ik ook nog zeggen wilde.
O, ja, dat ronde zwarte dier was een
bromvlieg, je weet wel, die door den
kikvorsch opgegeten werd. Bromvliegen
zijn van weinig nut, eigenlijk doen zy
meer schade, vooral aan de menschen.
Zy vliegen overal rond en zyn dan ook
vreeselyk vies. Het is niet zoo heel erg,
dat de kikvorsch zoo'n bromvlieg ver
slonden heeft.
Maar om nog eens op de menschen te
rug te komen, plaag ze nooit hoor! Er
zijn veel menschen, die bang voor ons
zyn, omdat zy denken dat wy net als
de wespen louter uit plezier steken en
daarom slaan ze ons met doeken en
stokken van zich af. Het is dan ook al
tyd beter om maar gauw weg te gaan,
dan blyven we het langst goede vrien
den."
Het jonge bijtje had aandachtig toe
gehoord en reeds voelde zy, dat zy van
de menschen wel zou gaan houden, zy
was echter zeer moede en slaperig van
haar eerste vlucht en zij ging dan ook
maar ter ruste, na de andere bUen goe
den nacht te hebben gewenscht. Het
bytje nam zich echter voor, om alle
raadgevingen zoo goed mogelijk op te
volgen, want zy had wel gemerkt, dat
de oudere byen de dingen veel beter wis
ten dan zy en bovendien, zy meenden
het allen goed met haar. Zoo sliep ons
bijtje in en droomde spoedig van nieuwe
avontuurlijke vluchten.
HANS SACHS.
Hans Sachs was een der bekendste
Duitsche volksdichters. Hij was eigen-
Ujk van beroep schoenmaker en leefde in
Neurenberg, welke stad in de middel
eeuwen vooral de dichtkunst beschermde
Hans Sachs werd in 1494 als zoon van
een kleermaker geboren. Van 1501 af be
zocht hy de „latynsche school" en in
1509 kwam hy als leerling bij een schoen
maker, doch ontving tegelijk onderricht
in de dichtkunst van een wever Nun-
nenbeek genaamd. In 1517 werd hij
„meester" in zijn kunst en van dien
tijd af begint zijn optreden als dichter.
Vooral op religieus en politiek gebied
heeft hy veel bijzonders gemaakt. Hij
heeft vele kronieken, reisbeschrijvingen
en spelen voor den vastentyd geschre
ven. In het jaar 1576 is de bescheiden
en door een ieder beminde dichter ge
storven,
Richard Wagner, de groote componist,
heeft Sachs vereeuwigd in zijn opera
„De Meester-zangers van Neurenberg".
(Deze raadsels zijn ingezonden door
Jongens en Meisjes die Onze Jeugd
lezen.)
Iedere maand worden onder de beste
oplossers vier boeken verloot.
AFDEELING I
(LeeftUd 16 Jaar en ouder.)
1. (Ingez. door Jeanne d'Arc) Verbor
gen beroepen.
a. Welk beroep oefent Greet Afistel
uit?
b. Welk beroep oefent Klaar Eer-
ziemu uit?
2. (Ingez. door Goudhartje.)
Zet achter 't meervoud van een vogel
naam een s en daarachter een anderen
naam voor herbergier en ge krUgt een
plaatsje in Limburg.
3. (Ingez. door Appeltje.)
Ik besta uit 18 letters en ben een ka
naal in Nederland.
1 2 3 4 is niet laag.
6 5 7 9 is een grondsoort.
8 9 is een voegwoord.
10 11 12 13 7 9 is een deel van ons been
14 15 16 17 18 is een kanaal.
4. (Ingez. door Huishen.)
Met b ben ik de meester, met h ben ik
in duin, met m ben ik in mijn kous, met
k eet ge my op uw boterham en met v
ben ik een sieraad.
Neem uit de volgende Rubrlekertjes-
namen telkens een letter, die met elkaar
een nieuwen Rubriekertjesnaam vormen.
Zwemstertje, Hebatje, Geelster, Teeke-
naarster, Vèrspringer, Roodborstje,
Hardlooper, Denappeltje.
6. (Ingez. door den kleinen Koerier.)
Ik ben een spreekwoord van 43 letters,
1 2 3 is een lidwoord.
4 5 6 is een roofdier.
10 11 12 13 is een verkorte meisjes
naam.
15 16 17 is een bron.
18 19 20 is een bezittelijk voornaam
woord.
21 22 23 24 25 zyn op 't hoofd.
26 27 28 29 14 is een maand,
33 32 31 30 is een getal.
34 35 36 is een bezittelyk voornaam
woord.
38 40 42 43 is een lichaamsdeel.
41 40 39 37 is een vrucht.
7 8 9 is niet dichtby.
14 1 2 9 is een taaie stof.
AFDEELING II
(Leeftyd 9 jaar en jonger.j
Neem uit de volgende Rubriekertjes-
namen telkens één letter en wel zoo dat
er een nieuwe Rubriekertjesnaam ge
vormd wordt.
Spirea, Denappeltje, De Schipperin,
Elzekatje, Vaders Hulp, Sering, Spirea,
Appeltje, Wilgenroosje, Sering.
2. Strikvragen.
a. (Ingez. door Franschmannetje.)
Wat bevindt zich in het midden van
Chicago?
b. Welke arts heeft nooit een mensch
genezen?
c. Wat staat hier? M. A. Z. T.
d. (Ingez. door Huishen.)
Wie staat midden in den hemel op
drie pooten?
e. (Ingez. door Goudhartje.)
Welke nagel is geen lichaamsdeel?
3. (Ingez. door Huishen).
Wat doet Karei Kieem?
4. (Ingez. door A. B. C.) Figuurraadsel.
x
x
t x
X
xxxxxxxxx
X
x
x
X
een klinker,
een badplaats in Duitschland,
beteekent: tot zoover,
in 't begin van de gang,
een stad in Nederland,
mooi haar,
doen wy iedere week,
een deel van een wiel,
een medeklinker.
De kruisjes moeten denzelfden plaats
naam vermelden.
5. (Ingez. door Tromp.)
Ik ben een deel van Haarlem en be
sta uit 9 letters.
1 3 4 is een klein huisje.
1 2 6 is een verblijf voor dieren.
5 8 9 gebruikt de timmerman.
6 7 8 gebruikten wy vroeger op school.
6. (Ingez. door Madeliefje.)
Ik ben een bloemennaam en besta uit
4 lettergrepen.
Mijn 1ste lettergreep is een stuk van
Gerard,
MUn 2de lettergreep is een stuk van
radys.
Mijn 3de lettergreep is een stuk van
Nicolaas.
MUn 4de lettergreep is een stuk. van
museum.
De raadseloplossingen der vorige week
zyn:
AFDEELING I
1. Neushoorn.
2. Maagdenburg.
3. Barcelona.
4. Sint-NlcolaaswedstrUd.
5. a. De stilte, b. een oog van een
naald, c. een oor van een kan, d. de hals
van een flesch, e. de voet van een stand
beeld, f. soepbeenen.
6. Raaks.
AFDEELING II
1. Tafelkleed.
2. Vink, mees, uil, hoen, haan, putter,
gier, arend, valk, tortel.
3. 's Hertogenbosch.
4. Knagelijntje.
5. Edam, Hoorn, Balk, Sloten, Zana-
voort, Lemmer.
6. Wie 't laatste lacht, lacht het best.
Goede oplossingen ontvangen van:
Berliner Bol 6 Mechanicus 6 Waterrat
6 Distelvink 5 Pukkie 6 Bloze Kriekskc 6
De een en twintigste 6 De kleine Violist
6 De kleine Vogelvriend 6 Wilgenroosje
6 Vèrspringer 6 Hardlooper 6 Appeltje
5 Appelmootje 5 Knagelyntje 6 Kleine
Lord 6 A. B. C. 6 Tromp 6 Madeliefje 6
De Jongste 5 Geranium 6 Marietje 5
Jan ten H. 6 Frits ten H. 6 Anneke 5
Korstjesknager 6 Watt en 1/2 Watt 6
Papavertje 6 Sering 6 Moeders Hulp 6
Kleine Ulbo 6 Roodwangetje 6 Don Fre-
derik 6 Tilburgertje 6 Groenling 0 De
Schipperin 6 Snelvoetje 5 Juffertje On
geduld 6 Denappeltje 6 Franschmanne
tje 6 Huishen 4 Jeanne d'Arc 5 Manne
tje 5 Verkeersagentje 6 Vaders Hulp 5
Sultan Eibrahim 5 Boterbloempje 5 All
v. Norden 5 Rie Pennarts 5 Zeemeermin
4 Kaatsballetje 6 Aboe D 6 Lenteklokje G
Heliante 5 Klazien v. d. Oever 5 Bart
zonder barst 5 Roetkopje 6 Ranonkel-
tje 6 Regendropje 6 Alba 6 Koolmees G
Baby Peggy 6 Duivenvriend 6 Crocusje 6
Amico 6 Zangvogeltje 6 Floris V 6 Ze
venster 6 Sarina 6 Zwemstertje 0 Dar-
wintulp 3 Koekoek 6 Roodborstje 6 Miep
6 Poppenmoedertje 6 Kleine Gymnast G
Julius Caesar 6 Bloemenfee 1 Geelster 6
Piet Hein 6 AttaOanta 6.
RUBRIEKERTJES-LIJST.
580. Gerard van den Oever, oud 12
jaar. Duinlustweg 44, Overveen. Gerard
mag Woensdag by mij een verrassing
komen halen.
581. Rie Pennarts, oud. 9 jaar, Rol
landstraat 82.
582. All v. Norden, oud 12 jaar, Oly-
canstraat 11. j