n nieuwe v Japon HAARLEM'S DAGBLAD EEN HONDERDJARIGE. LETTEREN EN KUNST. FEUILLETON. D e Geschiedenis van Lois Reddle WOENSDAG 17 OCT. 1928 DERDE BLAD (HET FEEST VAN DE KONINKLIJKE MILITAIRE ACADEMIE.) Wanneer ik vanavond mijn naam on der de kritiek van „Het Proces Mary Dugan" heb gezet, zal ik blijde mijn pen neerleggen en dan zal ik mijn geest geheel instellen voor het feest, dat wij 4 dagen lang gaan vieren, het feest van het 100-jarig bestaan van de K M. A Met vreugde zal ik morgen optrekken naar Breda om als reünist de jaren te herdenken, toen wij als cadet op het oude kasteel woonden, jong, overmoe dig, zorgeloos en gelukkig! Kilacadmon! Wij, oud cadets, spreken dezen naam steeds met gevoelens van dankbaarheid uit en wij denken met een zekere „Sehn. sucht" terug aan de jaren, toen wij er .gevangen" zaten. Gevangen en toch gelukkig, hoe is hetmogelijk, zult gij misschien vragen. Maar vergeet niet, dat wij nog geen 20 jaar oud waren, dat wij nog gouden toekomst-droomen droomden en dat er in het woord ka meraadschap voor ons nog een klank lag, die wij er later nooit meer in heb ben gehoord. Wanneer ik in mijn gedachten mijn cadettentijd de revue laat passeeren, verwondert het mij zelf wel eens, dat ik met zulk dankbare gevoelens aan de K. M. A. terugdenk. Was het leven tus- schen die wallen dan zoo'n vreugdevol bestaan? Provoost, politiekamer, zieken zaal... ze hebben elkaar in mijn ca- dettenleven met een zekere regelmaat afgewisseld en zelfs als wij niet onder den druk van straf verkeerden, was het nog allesbehalve, wat je noemt een „vrij bestaan". Des morgens om half 6 al van je legerstee getrommeld, om 6 - uur op de harde banken in een leerzaal, half of heelemaal slapend over een studieboek gebogen, en verder heel den langen dag meestal onder het spionneerend oog van een surveillee- rend sergeant een leven van ge bondenheid, waarin de exercitie en de velddienst buiten eigenlijk nog je groot ste genoegens waren! Alleen des Zon dags mocht je van. 12 tot 4 en van 5 tot 10 de poort uit zonder geleide als vrij man, tenminste als je niet toevallig gesnapt was voor rooken op een corri dor, voor maffen in een les, voor lachen in het gelid of voor het niet dragen van een „stropdas" onder den kraag van je mouwvest. Want er heerschte in mijn tijd op de K. M. A. nog een systeem van geen pardon, men strafte er zon der genade! Heb ik niet eens vier dagen in de provoost moeten zuchten enkel en al leen,omdat ik op een guren winterdag vóór den aanvang van een les de on voorzichtigheid had op te merken, dat het „koud in Rusland" was, hetgeen de burgerleeraar, die den bijnaam droeg van den „Rus" als een persoonlijke be- leediging opvatte? Ik heb de' straten van Breda op de Zondagen slechts tpel weinig mogen bewandelen, al was het met mij dan ook nog niet zoo erg ge steld als met den cadet, die aan het ein de van zijn studietijd een verzoek in diende aan den gouverneur om op een Zondag ook eens een wandeling door Breda's straten te mogen maken, daar hij voor zijn officiers-examen de stad waar hij 4 jaar had gewoond, ook wel eens wilde leeren kennen. Het is waar. dat deze „jonker" niet onder de „heilige boontjes" gerekend mocht worden, maar het feit is teekenend voor de toestanden, welke vroeger heerschten op de K. M. A. Nu is dat alles heel anders! De cadéts van tegenwoordig genieten onder de ver. standige leiding van den generaal-ma- joor van Everdingen veel meer vrijheid cn zij zouden zich zeker allerminst kun nen schikken in een leven, zooals wij er 35 jaar geleden hebben geleid! En toch vraag ik mij af, of zij later met dezelfde warme gevoelens aan hun academietijd zullen terugdenken als wij, die er tus- schen de „Walletjes" waren opgesloten. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Eerst kijken AMSTERDAM UTRECHT Nieuwendijk 225-229 Oude Gracht 151 Want wat het leven daax op het oude kasteel in ons jonge leven zulk een glans gaf, dat was die band van kameraad schap, die ons aan elkander bond. Het zou in mijn tijd onmogelijk zijn geweest, dat twee cadets elkander bij een familie ontmoetten en daar.aan elkander moesten worden voorgesteld, zooals eenl- ge jaren geleden ln Breda gebeurde. Wi) kenden elkaar allen, wy voelden ons gezamenlyk één als lid van het cadet ten-corps. Wat wisten wy van intriges, van afgunst, van zucht naar promotie, van maatschappelijke zorgen? Wij had den allen dezelfde belangen, dezelfde illusies, wij droomden dezelfde droomen, wy droegen den generaalstaf gelijkelijk in onzen ransel, wy meenden allen, dat heel de wereld draaide om dat oude ge bouw, dat wy Kilacadmon noemden Jong als wij waren, droegen wij met trots onze uniform met de „lis" en de M. A. met een kroon! En er vriendschap, die wij op de academie sloten, die was zoo meenden wij toen een vriendschap voor het heele ver dere leven' Nu zullen wij als reünist weer op de oude academie k"omenHet leven heelt ons geleerd, dat zelfs de hechtste vriend, schapsbanden dikwijls niet tegen den tijd bestand zijn! En dat de werkelijk heid heel anders is dan wij ons diein onze jonge jaren hebben gedroomd. Maar als wij over het Kasteelplein zijn gegaan en onder de bekende poort van de K. M. A. door zijn geloopen, dan zal de herinnering aan al het oude terug komen, de glans van vroegere dagen zal terugkeeren en wij zullen ons weer jong voelen als weleer. Onze wandeling door het oude gebouw zal een pelgrims tocht zijn. Wij zullen de „hokken" weer opzoeken, waar wij geslapen hebben, de plaatsen, waar wij na de velddienst oefeningen op de Woensdagen .snert met 'n kluif' aten, wij zullen weer ,,'n walletje pakken" wellicht met den vriend, met wien wij eeuwige vriendschap sloten, ja, misschien zullen wij ons zelfs nog eens laten opsluiten in de provoost, waar wij in strenge afzondering vroeger onze zonden moesten overdenken. Wij zullen -terugdenken aan de velen, die eens onze kameraden waren, maar voor altijd zijn heengegaan! En wij zullen in de handdrukken van de anderen, die gebleven zijn, weer iets terugvoelen van den tijd, toen wij daar gezamenlijk jong en onbezorgd en gelukkig waren! Wij zullen weer 4 dagen „kameraden" zijn! Is het wonder dat ik met vreugde naar het feest van onze K. M. A. verlang? Het honderdjarige Kilacadmon heil! J. B. SCHUIL. KERSTELLINGSOORD-VEREENI- GING SPOORWEGPERSONEEL. Laten wij geen flauwe toespelingen maken op den naam van de „Harree"- band, die zich Zaterdagavond in Bloem- hoff deed hooren, want de acht jongelui die de band vormden, hebben zich daar, óp den Liefdadigheids-cabaretavond van ds Herstellingsoord-vereeniging 1835— 1905 voor Spoorwegpersoneel, dapper geweerd en vroolyke, goede muziek ge fabriceerd. Muziek, die er stemming in bracht en die drie uur lang deed blij ven onder de zeer vele oude en jonge menschen die naar Bloemhof gekomen waren om een avond gezellig uit te zijn en tevens bij te dragen voor het goede doel. Maar niet alleen deze ijverige band heeft zich doen hooren. Daar was tus- sch'en de nummers in een ander or kestje dat ook de zaal tot in de verste hoeken vulde met klanken. Een „He" en een „She" zongen bij de piano, goed, opgewekt, de „Girls of the Band", vier jonge dames, droegen ook aardige lied jes voor en vier blazers, vormende het „Harree-quartet" bliezen er lustig op los. Een aardig nummer was ook het optre den, of opvouwen, van mr. Bosani, die op verschillende manieren zijn beenen om zijn heupen kronkelde, zich oprolde, en tot slot verdween in een kleine, nauwe ton. r Er was voorts een tombola, telkens daverde gulle laoh, de stemming was opperbest en het voornaamste was, dat. de penningmeester zich vergenoegd in de handen kon wrijven en ook een glun der gezicht kon zetten, wat penning meesters niet al te vaak beschoren is. NED. BOEKEN IN BELGIë. In het Vlaamsohe huis te Aalst (Bel gië) wordt een tentoonstelling van het Nederiandsche boek gehouden, meldt de N. R. Ct. Bij de Noord-Nederland- sche uitgevers die werk inzonden, wor den de firma's Erven Bohn en Tjeenk Willink uit Haarlem genoemd. HET TOONEEL. ALIDA TARTAUD EN WILLEM VAN DER VEER IN „DE MEDAILLES VAN EEN OUDE VROUW". In het vorige seizoen heeft de Ita- liaansche tragedienne Emma Grama- tica ons voor het eerst „De Medailles van een Oude Vrouw" gebracht. Daarna heeft mevrouw de Boervan Rijk in de zomermaanden het oude vrouwtje in het stuk van James M. Barrie gespeeld cn thans staat naast Willem van der Veer, die de rol van den Schotschen Hooglan der vervult, Alida Tartaud—Klein. Wij hebben mevrcr w de Boer niet in „De Medailles van een Oude Vrouw" gezien en een vergelijking met het spel van Emma Gramatica is niet wel doenlijk, omdat de Italiaansche actrice een taal sprak, welke wy niet verstonden en net stuk bovendien in een zoo verkorte editie gaf, dat het werk van Barrie ons gisteren een heel ander toeleek. En waarom trouwens te vergelijken, wanneer wij kunnen zeggen, dat me vrouw Tartaud als juffrouw Dowey het oude werkstertje, dat in haar ver langen naar de koestering van wat kinderliefde een soldaat aan het front voor haar zoon laat doorgaan en dezen ruwen maar vereenzaamden man door haar groote liefde en teederheid ook als kind voor haar weet te winnen om hem dan later weer door den dood te moeten verliezen voortreffelijk is. Mevrouw Tartaud maakt van dat oude vrouwtje iets prachtigs! Zij speelt dit naar liefde hunkerend vrouwtje met een zoo roe rende zachtheid, zoo teer en gevoelig en daarby ook wanneer het noodig is met een zoo fijnen, pittigen humor, dat je van dit vrouwtje wel houden moét en zelfs geheel gaat vergeten, dat deze oorlogsgeschiedenis van Barrie toch eigenlijk wel wat over-gevoelig is. Maar knap geschreven is zij toch ook! Om. een tooneel te schrijven van meer dan een uur lang enkel tusschen twee personen, waarin een oud vrouwtje lang zaam aan met tal van fijne trekjes 't hart van een ruwen frontsoldaat weet te ver teederen en in te pftlmen, een tooneel, dat ook maar geen minuut verveelt, ja van het begin tot het eind boeit, daar voor moet men een tooneelschrijver van ras zijn, Maar laten wij ook bekennen, dat dit tooneel moeilijk beter en fijner kan worden gespeeld dan door Alida Tartaud en Willem van der Veer! Het was in één woord subliem! Een voortdu rend genot was het dit spel te volgen en te zien, op hoe superieure wijze mevrouw Tartaud de verschillende overgangen nam en hoe rijk aan afwisseling en nuanceering dit spel was. Een meester stukje van voordracht weid het verhaal van Uncle Ben en ontroerend mooi was mevrouw Tartaud in dat verrukkelijk gespeelde tooneeltje van haar gefanta seerd moederschap. En welk een wijding gaf zij aan het laatste bedrijf, dat zij geheel met haar stil spel te vullen heeft. Was het niet als een „eeredienst" voor den geliefden doode, dat inpakken van al die kostbare dingen, welke haar nog waren overgebleven. Maar beter tegenspel dan van Willem van der Veer had zy moeilijk kunnen venvachten. Het leek wel, of deze rol voor hem geschreven was. Van der Veer bracht door zijn forsche breede figuur en zijn zware, donkere stem ook dooi de contrastwerking alles mee. Eerst het onverschillige, wat ruw-geamuseerde, daarna het verteederde, kinderlijke van dezen frontsoldaat, Van der Veer gaf het ons in wel zeer mooi, overtuigend spel. De drie vriendinnen van juffrouw Dowey werden gespeeld door de dames Marie van Westerhoven, Julia Cuypers en Betty Brusse—Strauss. Marie van Westerhoven ras-actrice als zij is maakte van de rol van juffrouw Hug- gerty een juweeltje. Frits Tartaud had zich tevreden gesteld met dominé Wil kinson en zorgde daardoor dat ook dit bijrolletje volkomen tot zijn recht kwam. De opvoering van „De Medailles van een Oude Vrouw" werd voor mevrouw Tartaud en Willem van der Veer niet minder dan een triomf! Het publiek was enthousiast over dit prachtige spelj en het werd niet moe deze twee artis- ten toe te juichen. Het doek moest dan ook ontelbare malen omhoog. De heer Van Hees heeft dadelijk beslag gelegd op dit stuk voor de derde volksvoorstel ling op Maandag 30 October en hy heeft er goed aan gedaan. Ik weet wel zeker, dat hy daarmee velen een zeer groote vreugde bereidt! Want tooneelspel, zoo. als mevrouw Tartaud en Willem van dei- Veer ons Zondag gaven, krijgen wij slechts zelden te genieten. J. B. SCHUIL. JACOB VAN LENNEP. Zenuw-Patiënten, vroolijk spel ln 3 bedrijven door GERARD NTELEN. De heer Gerard Nielen is pas goed gelukkig, als hy een bulderbassenden neurasüienicus op het tooneel kan bren gen. Ik geloof, dat als het aan hem lag, hy ae planken voor de helft met zenuw patiënten zou bevolken. Ik herinner my geen klucht van hem. of een nijdasserige, opvliegende zenuwiyder speelde er een hoofdrol in. In zijn nieuw „vroolijk spel", dat gis teren by Jacob van Lennep zijn eerste opvoering genoot, heeft Nielen zyn hart kunnen ophalen, wy krygen niet één, maar een tooneel vol zenuwpatiënten. O, het is minder erg dan u zich dat mis schien voorstelt. De familie Tromp doet maar „alsof" om papa Tromp, die met zijn ongemotiveerde driftbuien het le ven van al zyn verwanten bederft, van zyn ingebeelde neurasthenie te genezen. Met zoo'n opdracht is de heer Nielen eerst recht in zyn element. Hy laat er op los razen, dat het 'n lieve lust is. De huize Tromp wordt met die geneesme thode je ware dolhuis. Of het middel helpen zal? Erg veel vertrouwen had ik er niet in. Papa Tromp was op het laatst nog een even opgewonden heer als in het begin en als de zoo door hem geambieerde raadzetel niet toevallig vry gekomen was of misschien is het beter te zeggen, als de heer Nielen het geen tyd had gevonden een eind aan zyn stuk te maken zou den wij dezen zenuwpatiënt ongeneeseltjk hebben verklaard. Dat de heer N -i slag heeft voor dilettanten te schryven, heeft hy ook nu weer met zyn „Zenuwpatiënten" bewe zen. Vooral het eerste bedrijf zit aardig in elkaar en is vlot geschreven. Daar zit schot en gang in en het is een lang niet cm verdiens tel ijk exposé voor een klucht, ja het had het met wat tempering misschien voor een blystel kunnen worden. Maar zoo hoog gaan de aspi raties van den heer Nielen niet. "Dj is tevreden, wanneer hy het publiek maar harbelyk en onschuldig doet lachen en hij stevent daarom met n regelrecht naar de klucht toe. Eigenlyk is het jammer, dat Nielen er ziel! 0ok in zyn kluchtspelmiddelen wel wat heel erg gemakkelyk afmaakt. My dunkt, dat met wat goeden wil en ernst Nielen zyn stuk ook wel op wat hooger plan had kunnen brengen. Het blyft nu met dien bulderbasenden Tromp en zyn mal-doende familie den heelen avond aldoor wel wat hetzelfde! En Tromp wordt allerminst door zyn omgeving maar enkel op 1-ast en door den wil van Nielen genezen. Nielen be- wyst nu en dan zooals in I dat hij nog beter kan. Hy weet zijn bedryven aardig te sluiten en hy heeft den kluclit- speltoon herhaaldelijk goed te pakken. Als geheel is zyn klucht volstrekt niets minder dan zoovele kluchten, die uit Duitschland zyn geïmporteerd en hier bij herhaling worden gespeeld. Een kleine opmerking! Zou zelfs een man als Tromp zoo geweldig in de klem zitten om 699 gulden 95 cent? Dan is het met zijn rentenierschap wel heel dun ge steld! Dat getal mag wel met minstens tien worden vermenigvuldigd. En zou het niet een verbetering van het stuk beduiden, wanneer de familie wat min der zichtbaar pleizier had in het geval, doch meer in spanning het resultaat van de kuur op den patiënt volgde. Zooals nu, is het wel heel erg komedie! Zoo'n goedige klucht biedt een ver- eeniging als Jacob van Den-nep niet veel moeilijkheden. Zooals zulk een klucht- spelsohryver er maar een beetje op los schrijft, zoo kunnen de spelers er ook maar wat op los spelen. Gelachen wordt er toch en het succes is verzekerd, als men maar voor een vlot tempo zorgt. En dat vlotte tempo was er! De heer A. Snoeks, debuteerde giste ren in de rol van den nydasserigen Tromp bij Van Lennep. Met een speler als Snoeks leek het geval Tromp vrij wel heelemaal ongeneeslijk. Snoeks maakte er zoowat 'n dolle van en buidel-baste, dat de coulisses er van stonden te tril len. Met wat tempering in zyn spel en stem zou hy den auteur waarschijnlijk een dienst bewijzen. De heer Henk Bak ker heeft indertijd in De Brompot van Broedélet bewezen, dat zoo'n neurasthe- nicus ook wel met nuanoeering en niet als een halve wildeman gespeeld kan worden. De heer Snoeks liet zioh wel wat te veel op zyn temperament gaan, hetgeen op den duur wat erg ver moeiend voor hem zoowel als voor ons werd. Dat hij een speler is. die het tooneel vult, hebben de leden van Van Lennep gisteren kunnen zien. Verreweg het best vond ik Snoeks in het derde bedrijf, wanneer hij in angst en beven zit voor zyn kas. Toen toonde hy, dat met minder geweldige middelen ook aar dige effecten zijn te bereiken. De heer Snoeks lijkt my meer geschikt voor het dramatische dan het komische en ik ben er wel zeker van, dat hy mits onder stevige leiding heel veel by Van Len nep kaai bereiken. De andere dames en heeren hadden een vry gemakkelijke taak. Mevrouw Groeneweg speelde als mama Tromp niet zichz 'f. maar gaf de geposeerde, be schaafde, oudere dame in haar spel, en d3t heel verdienste!ijk. Mevrouw Van den Berg had blijkbaar haar vreugde er aan, dat Jacqueline van haar hart geen moordkuil maakte. Zulke rollen zyn haar toevertrouwd en het publiek toont altyö weer zyn plezier, als mevrouw van den Berg zich in zoo'n rol van haar beste speelster-zyde kan laten kennen. Mevrouw Tuninga speelde de verloofde Lies vloten jong en mevrouw Bouwmeester kreeg haar beste kans. toer. zy als de „freule" Tromp de angsten op het lijf mocht jagen. De heeren in de familie Tromp leken my over het algemeen wat sty ver aan gelegd dan de dames. De heer Van den Berg gaf ons het meest losse, ongedwon gen spel te zien. De heer Tuninga be wees in zyn aardig gespeelden accoun tant, dat zyn talent meer in de richting van type-rollen gaat dan In die van den jeune amoureux. De heer Van Zand bergen, aan wiens mooi gespeelden boer in ,De Schande" ik nog met genoegen terugdenk, heeft wel eens een gelukkiger avond dan gisteren gehad. De heer Kruyt beleefde wel genoegen van het kleine rolletje van den ontslagen tuchthuisboef, die geen boef was. Gerard Nielen en Jacob van Lennep kunnen tevreden zyn, dat zy elkander weer gevonden hebben. Het publiek heeft zich vooral in de eerste twee be drijven kostelijk, geamuseerd. Het laat ste bedryf met zyn vele herhalingen, viel blijkbaar wat lang, Heel een avond met louter zenuwpatiënten te doen te hebben is op den duur wel wat al te vermoeiend. J. B. SCHUIL. De Koekoek, tooneelspel in 3 bedryven van Jan Fa- bricius. Wat artistieke leiding voor dilettanten waard is. heb ik zelden overtuigender gedemonstreerd gezien dan Dinsdag by de opvoering van Fabricius' De Koekoek door de Haarlemsche Arbeiders-Tooneel- vereeniging „Vooruitgang". Het leek wel. of er een geheel nieuwe geest in Voor uitgang was gevaren, of het een andere vereeniging geworden was. Ook al had den wij niet geweten, dat mevrouw San dersHerzberg de regie had gevoerd, dan zouden wy aan heel de opvoering toch wel omniddellyk hebben gezien, dat een artist van het vak hier leiding had gegeven. Vooral in het eerste bedryf! Wat slóót dat samenspel in elkaar, wat werd de dialoog door allen rap en raak van elkaar overgenomen, in welk een vlot tempo zonder ook maai- een mo ment van hapering werd er gespeeld. Het was een voorbeeld van flink slui tend ensemble spel en dat by een vereeniging, waarin juist vroeger het sa menspel nog al eens wat had overge laten. En dan, welk een kranig individueel spel hebben wy ook gezien. Wat, me vrouw Sanders van enkelen dezer dilet tanten heeft gemaakt, is waarlijk ver rassend. Ik roem in de eerste plaats Aalke Aaikes. Wy meenden, dat deze rol indertijd by Van Lennep op een voor een dilettante onovertrefbare wyze was gespeeld, maar het spel van de vertolk ster van deze boerenvrouw by Vooruit gang ging hier nog ver boven uit. Hoe strak, yzig-koud en overheerschend was deze figuur in het eerste bedrijf. Dat •was wel volkomen de sterke, wilskrach tige vrouw, die zegt: „Knap, die my de lijn uit handen trektI" Haar stem klonk als van metaal en het afgebeten zeg gen was kortweg voortreffelijk. En daar naast wist zy toch ook zooals in het begin van I en in haar gesprekken met Klaus een teerheid in haar spel te bren gen, die wel sterk trof. Het snydende lachen, telkens als er gezinspeeld werd op haar zoon, was niet te verbeteren en heel het spel zonder iets te veel of te weinig boeide ongemeen. Men begreep soms niet hier met een dilettante te doen te hebben. En dat was toch de zelfde speelster, wier spel by vorige opvoerin gen nauwelyks eenogen indruk op ons had gemaakt. Ook in het tweede bedryf hield zy de figuur mooi vast en het verhaal van de verwisseling der kinderen deed zij heel knap. De haat priemde uit haar oogen, telkens wanneer zij naar haar aange nomen zoon keek. In het slot van II dat zy te theatraal speelde bleef zy by me]. Cor Visser achter, maar in III gaf zy zoo iets goeds, als wy nog zelden op het dilettaaiten- tooneel hebben gezien. Het was waarlijk, of daar een stervende vrouw voor óns zat, of het leven uit haar gezicht weg trok! En hoe voortreffelijk ook die zwakke, gebroken stem! Dat was geen dilettanten-spel meer! Hulde aan me vrouw Sanders, die zoo iets heeft weten te bereiken! Aalke Aikes overtrof wel verre haar omgeving, al gaven ook de anderen spel. dat gezien mocht worden. Zoo stond d<: uitbeelding van den dorpsdokter in I op een zeer respectabel niveau, En de notaris gaf hem in het groote gesprek daarin uitstekend tegenspel! In II en III wist Jan Glijstra zyn spel niet voort- durend op die zelfde hoogte te houden, maar de rol eischt ook zoo veel, dat \vU an een dt'ri'.nnt haast geen ie creatie van dezen dokter kunnen ver wachten. '1 kunnen wy ook van dezen speler zeggen, dat hy dank zy me vrouw Sanders ver boven zijn kracht gespeeld heeft! Er. de voorzitter van Vooruitgang toonde ln de rol van den notaris al evenzeer van ds lessen der regisseuse te hebben geprofiteerd, zyn spei en dictie waren veel krachtiger dan wy van hem gewoon zyn cn hy traineer de nu geer. moment, wat hU vroeger nog al eens placht te deen. Met de jongere krachten sal mevrouw Sanders meer moeite hebben gehad Ook met hen heeft zy reeds heel veel bereikt, maar de rollen in ,De Koekoek" verlangen van de spelers en speelsters de volle maat. aan welken eisch dilet tanten maar zelden zullen kunnen vol doen. Het was aan het spel van Vogel tien. Frye en Jurn Aaikes zeer goed te zien, dat mevrouw Sanders leiding had gegeven. Vogeltien bijvoorbeeld ging wel In de richting, die de regisseuse blijkbaar gewild heeft, maar men zag aan haar spel te veel, dat het alles was aangeleerd. Frya had uitstekende momenten haar binnenkomst In II was al byzon- der goed zU speelde los en beschaard, maar de boerendochter met den stevigen wil kon ik toch moeiiyk in haar zien. zy deed ook in haar kleeding meer aan een stadsmeisje denken. Jurn was meer de boer en ook hy deed zeer goede dingen, maar het spel bleef toch wat te voorzichtig. In zyn krach tige dictie bereikte hy meer dan in zyn spel. Verreweg de moeilijkste rol in De Koekoek is Klaus Beck. Tot nu toe heb ben wij dezen Jongen man, die het nood lot lachend ln het gezicht ziet en flui tend langs den rand van den afgrond Jh gaat, nog niet gezien, zooals wy ons dien w denken. Ook by Vooruitgang niet, De dilettant, die hem speelde, toonde wel degeiyk, dat hy wat kan, maar een crea tie van deze ontzagiyk moeiiyke rol werd het toch niet. Het was alles te zwaar, te gewichtig en te sterk aangezet voor dezen levensgenieter. Ik stel my het spel van dezen Jongen man. die ln Brussel en Parys overal bekend is en omniddellyk na den dood van zyn moe der 'opgewekt zyn laatste vroolljka le vensweek tegemoet gaat, veel lichter en ironischer voor. Ik wilde mUn opmerking^ Vooruit gang niet sparen, omdat ik de opvoering daar veel te goed voor vond. Hoe beter voorstelling immers hoe seriouser de kritiek kan zijn. Nooit verdiende Vooruitgang beter zyn naam dan Dinsdagavond. De voorstelling van Do Koekoek beteekent misschien een mijl paal in de geschiedenis van deze ar i- ders-tooneelvereen igine. Laat Vooruit gang mevrouw Sanders in eere houden. J. B. SCHUIL. GEVONDEN DIEREN EN VOOR WERPEN. Teug te bekomen bij: Bureau van politic Smcdcstraat 9, bruine koop» mansbeurs; Ruijgrok, Voorhelmplein 37 rood, ceintuur; Roosen. Dicdcrikstraat 7. zwarte hond (pincher), v. Dcurscn» God. Oudegracht 107, grijs hondje; Plicster, Oostzancnlaan 15, Heemstede, gouden hangertje; Bros, Eikenstraat 1, ijzeren katrol; Brcdcrodc, Donkcro Spaarnc 6. rieten koffertje; De Graaf. R:ppcrdapark 43. haarkam; Kennel Eau# na. Parklaan zwartwit katje, gebracht door v. d- Drift. Spaarnwoudcrstr. 100a; Rcdekcr, Houtmarkt 13, witte kinder* muts; Baars. Dr. Schacpmanstr. 9, pad# vindersmes; Bronstring. Grcbberstraat 32. zakmes; v. d. Berg. Kloosterstraat 11.bruine kindcrportcmonnaic met in# houd; Altena, Santpoorterstraat 55 rd-. bruine kindcrportcmonnaic met inhoud; Koclemij. Lange Raamstraat 8. bruine damesportemonnaic met inhoud; Prins, F.mostraat 3. rijwiclbelastingmerk; Koorn. Ripperdastccg 2a, rijwielbelas# tingmerk; Groote Houtstraat 89, dax mesrijwiel; Lieshout. Voorzorgstraat 41, 20 spaar/egels; dc Bruin. Kruis# tochtstraat 40. blauwwit schoentje; Er* wicli. Gr. Houtstraat 93. sleutel; Van Poctcren. Kerkhofstraat 12 zw„ acte» tasch, inh. belastingbiljetten; Kruijcr, Ziekenhuis St. Joannes dc Deo M. v. Heemskerkstraat, koortsthermomctcr. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN i 60 Ct». por regel. Naar het Engelsch van EDGAR WALLACE. 38) Hij liep met onvaste schreden naar de poort door welke zy binnengekomen was en die open stond, waarna hij haar met moeite sloot. Zy was met menschelyke zwakheden voldoende bekend om op te merken, dat hy méér gedronken had don goed voor hem was, want hij liep waggelend, en toen hii, naar het huis terugkeerende, ook haar zag en een groet wilde ihtstooten, werd hii door den liik overvallen .Dekker geslapen, beste meid?" riep hy. „Heeft die oude heks u uw lunch gebracht?" „Doctor" zy sprak door den kier, waarop zy het venster geopend had mag ik niet beneden komen? Zy heeft mij hier opgesloten" „Zyt gy opgesloten?" Deze medsdee- ling scheen hem eenigszins te vermtu ken, wamt hy schudde van *en lach. ..Wel, wel, verbeeldt u eens! Opgeslo ten! Hy moet banc vjdot n zyn, myn bcric. Maak u niet ongerust, ge zyt vei- jig, Ik zal u oppassen, Ge hebt toch niet weer stemmen gehoord? En ook niemand gezien die u achtervolgt, wel? Over een dag of twee zult ge geheel hersteld zyn". Deze woorden vervulden haar met on gerustheid. Reeds éénmaal eerder, aan de lunch waarby zij kennis met hem ge maakt had had hy eveneens gesproken over geheimzinnige stemmen, en perso= nen, die haar volgden. Hield hij haar voor krankzinnig? Dit denkbeeld deed haar het bloed verstijven Naar de deur gaande, wachtte zy of hij de trap zou beklimmen, doch er kwam van beneden geen geluid behalve dat van een ge dempt geschuifel, en kort daarop weid er aan het ondereinde van haar deur gesnuffeld en hoorde zii een dof ge brom. „Bati, Bati, hitherao! Kom hier, jy zwarte soor!" Zy hoorde het dier de trap afrennen, het toebrengen van een slag en een fel gejank. Later, zag zy de honden er waren er twee op het erf. Groote, zwarte dieren, grooter dan Elzassers. doch hun fijnen bouw missende, zy snuffelden in het rond, belust op af val. Een van hen zag haar, gromde en toonde zijn slagtanden; zijn haren ston den recht overeind en zij trok zich haas tig uit zyn gezicht terug. Zy klopte opnieuw op de deur, stampte op den vloer, doch men schonk haar niet de geringste aandacht, en hoewel zij de stem van den doctor hoorde en hem iets toeriep, deed hij alsof zy er niet was. Haar toestand was gevaarlijk, en zy begon een flauw vermoeden te kry gen van de aanleiding van de drastische handelwijze van Dom. Waar zy zich bevond, kon zy niet nagaan. Wat zy van het haar omrin gende landschap kon zien, verschafte haar geen aanwyzing; en, behalve dat de vensters op het Noorden uitzagen, kon zij zich niet verder oriënteeren. In de namiddag bracht de vrouw haar thee slappe kost, waarby vergele ken de brouwsels van Lizzy Smith een lekkerny waren. „Ik sta er op, dat ge die deur open laat", zeide het meisje. „Indien ik dat deed, zouden zy u aan stukken scheuren", antwoordde de vrouw. ..Tegenover vreemden zyn zy niet te houden. Hoor Bati nu eens!" Buiten de deur werd een gesnuffel en een gebrom hoorbaar. „Ga weg, jy Juldi!" schreeuwde zy in haar zonderling mengelmoes van Engelsch en Hindostansch. Het meisje plaatste zich recht tegen over haar. „Ik ben niet bevreesd voor honden", zeide zy, en trad naar de deur. Zy was nog niet halverwege, of de vrouw had haar ingehaald, en, haar by den arm grijpende, draaide zy haar rond. „Ge zult blijven waar ge zyt, en doen wat u gezegd wordt of ge zult er voor boeten", beet de vrouw haar dreigend toe. ..Waar is de doctor? Ik wil hem spre ken". „Er valt hier geen doctor te spre ken. Hy is naar het dorp gegaan om te drinken". zy schopte de honden, die door de half geopende deur trachtten biimen te komen, weg, deed de deur weer op slot, en gedurende een half uur bleef Lois voor haar onaangeroerd maal zitten, pogende na te denken. Het licht aan den horizon begon te verbleeken, toen het tweede dramatische voorval van dien dag plaats greep. Lois stond by het raam, staarde naar de droefgeestige omgeving en dacht aan Michael Dorn. Thans was hy de eenige geworden, op wien zU haar hoop ge vestigd had. Michael Dom zou haar niet aan haar lot overiaten; waar zU ook was, hy zou haar weten te vinden. Waarom zij dit dacht, wist zy zelve niet. Waarom hy zyn tyd en zyn gedachten zou besteden aan haar, was vooralsnog een onoplosbaar raadseL Doch hy' werkte voor haar deed zyn best voor haar, nu. Het was geen vertroostend denk beeld; zij vergat byna haar tranen. Toen hoorde zy beneden 4e krijschen- de stem van het manwyf. JEk zeide je die borden te wasschen, niet waar? Wat je doet Is my hetzelfde; wanneer ik je iets beveel dan heb Je te gehoorzamen, jy gevangenis-product". „Waarom wordt ik hier vastgehou den?". Deze stem klonk vriendeiyk en zacht. Lois trilde by het hooren daar van. „Hij zeide my dat ..Het komt er niets op aan wat hy je zeide," gilde de andere. „Wasoh die borden, en daarna kun je den vloer schrobben; en ben je daarmee niet bin nen een half uur gereed, dan sluit ik je op in den kelder bij de ratten, of hits de honden op je af, opdat zy je aan stukken zullen scheuren! Hier Bati! Mali!" De honden begonnen te janken en rammelden aan him kettingen. „Ik doe het niet" weer die zachte stem „ik doe het niet!" Een zweepslag! „Neem dat dan! Bezorg my last en ik zal je met de zweep tot bloedens toe afranselen. Ha! Wou je? Wou je?" Het scheen dat er een worsteling ont staan was, en haar hals uitstrekkende, zag het ontstelde meisje een zwakke vrouw struikelen en op den grond tul- melen, de wreede zweep opheffen en neerkomen „Houd op!" riep Lois met heesche stem, en toen in dat oogenblik de oude heks zich over de gestruikelde vrouw boog en haar buiten het gezicht sleepte, weigerden de knieën van Lois haar ver der te dragen en viel zij bezwijmd op den vloer. HOOFDSTUK XXV. Lois moest, naar zy meende, byna ter stond het bewustrijn herkregen hebben, hoewel zy byna een half uur op den grond gelegen had, alvorens een bewe ging te maken, cn, misse!yk en huive rig. sleepte zy zich met moeite naar het bed. Zy gevoeldV zich ziek en ellendig, en hield de haruVm voor de oogen om dat afschuwelijke tooneel te verjagen. De opgeheven zweep zy ging op het béd liggen, haar aan gezicht in de kromming van haar arm, en trachtte uit den warboel van haar gedachten "n gezonde en logische verkla ring te scheppen, doch steeds keerden haar gedachten terug tot Michael Dorn. met zyn droefgeestig gelaat en zyn tot in de ziel dringende oogen. Waarom zijn beeltenis altyd voor haar verward brein moest oprijzen en weer verdwijnen, begreep zij niet. doch het was een feit, dat zy zich telkens vol vertrouwen aan hem vastklampte. Wie was die andere gevangene? In hoeverre had de gra vin de hand in hetgeen haar thans over komen was? Was het waar, zooals Mi chael Dorn had laten doorschemeren, dat het wegzakkende balcon en dat voorval met dien auto, gc.m toevallig heden, doch vooropgezette pogingen om haar te dooden geweest waren? CWordt vervolgd,)'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9