FORMAMINT
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 25 OCT. 1928
VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN
GEMEENTERAAD.
Een nieuw Raadslid. Groot debat over een licht
drukmachine! Waar moet het woonwagenkamp
komen? De plaats aan den Slaperdijk niet geschikt
geoordeeld. Waar Raadsleden een kijkje op zouden
hebben. - .„Ruime opvatting" van woonwagenbewoners,
w- De slimme boer, die zijn eigen rechter was. Hoe
ée heer Wolff den Raad bezig hield. De honden op
de Groentemarkt. De verbeteringen aan het
Spaarne. Geen ideale oplossing. Maar toch ver
betering.
Nieuw inkomend lid.
PUNT 2.
Onderzoek geloofsbrieven van bet
nieuw inkomend lid, den heer C. M. J.
Baas.
De Voorzitter 'benoemt in de commis
sie tot het nazien der geloofsbrieven de
leden: Wolzak, Reinalda en Bijvoet.
Tot het onderzoek van de geloofs
brieven wordt de zitting geschorst.
Na de heropening der zitting rap
porteert de heerWolzag namens
de commissie dat de geloofsbrieven na
gezien en in orde zijn bevonden.
Besloten wordt tot toelating van den
heer Baas,
Een nieuwe lichtdrukmacMixe.
PUNT 5.
Voorstel van B. en W. tot het ver-
leenen van een crediet van f 2155 tot
het aanschaffen van een' nieuwe lidht-
drukmachine ten behoeve van den dienst
van openbare werken.
De heer Klein Schiphor s t op
pert bezwaren tegen de aanschaffing
van de lichbdirukmachine. Spr. merkt op
dat gemiddeld 6 lichtdrukken per dag
noodig zijn en zet uiteen, dat bij de aan
schaffing der hchtdrukmachine een ge
middelde lichtdruk zal kosten 30 cents
terwijl die bij een particulier zal kosten
nog geen 20 cents. De gemeente zal dus
duurder uit zijn, dan d'at ze naar een
particulier gaat.
Het maken van lichtdrukken van ge
meentewege door middel van een licht-
drukmaohine is wel een aardige liefheb
berij, aldus spr.,' maar deze post is niet
voldoende gemotiveerd in aanmerking
nemende de weinige lichtdrukken die
per dag gemaakt worden. B. en W. zeg
gen nu wel, dat het in de bedoeling ligt
dat ook andere diensten en bedrijven
hun lichtdrukken zullen laten maken
aan het bureau van Openbare Werken,
Maar ais er een werk moet gedaan wor
den aan een anderen tak van dienst,
moet een particulier architect het plan
maken. De directeuren van andere tak
ken van dienst zullen niet naar Open
bare Werken gaan om lichtdrukken te
laten maken. De directeuren la-ten
elkander niet in de kaart kijken. Ze
laten geen teekeningen maken aan he'
Bureau van Openbare Werken. Ze zul
len er dan ook geen lichtdrukken laten
maken.
De heer Peper kan onderschrijven
hetgeen de heer Klein Schiphorst aside
aangaande de houding van de hoofden
van andere takken van dienst, maar spr.
is vaai meening, dat B. en W„ die ge
noeg macht hebben de hoofden van
takken van dienst wel zullen weten te
dwingen de lichtdrukkeu aan Openbare
Werken te laten maken. Voor de bedie
ning der machine willen B. en W.-een
jongmaatje tegen een gering salaris ne
men. Daartegen heeft spr. wel eenig be
zwaar. Dat jongmaatje krijgt dan een
éénzijdig werk te doen en kan later niet
een loopbaan volgen. Beter is voor het
werk andere krachten te bezigen.
De heer L o o s j e s heeft uit het be
toog van den heer Klein Schiphorst be
grepen, dat het duurder zal ziin, indien
de gemeente het doet. dan wanneer het
door een particulier geschiedt. Het zal
noodig zijn dat alle lichtdrukken die de
gemeentelijke takken van dienst noodig
hebben, bij Openbare Werken worden
gemaakt. Er is gezegd de hoofden van
takken van dienst laten zich niet in de
kaart kijken. Echter de teekeningen
gaan niet naar Openbare Werken om te
worden beoordeeld, doch zo gaan daar
heen .alleen om langs mechanischen weg
te worden vermeerderd.
De heer Mizerus is het eens met-
het betoog van den heer Klein Schip
horst. Verder vraagt spr. of volgens het
werkliedenreglement het gaat. aan een
jongmaatje de opdracht te geven tegen
een laag tractement.
De heer Gerritsz is verbaasd over
de bezwaren, die zijn geopperd. Spr. had
verwacht dat het voorstel toejuiching
zou ondervinden. De oude machine is
op. Het is dus logisch, dat. waar een
nieuwe noodig is, er een van de nieuwste
constructie wordt genomen. Bii de nieu
we machine is eg en teekenaar noodig.
Het werk kan gedaan worden door een
jongmaatje. Dat is een bezuiniging. Een
bezuiniging die dan ook moet worden
toegepast. Er moet dan worden gezorgd
dat er voor de machine een volle toe
passing is te krijgen en dat er niet al
leen lichtdrukken voor Openbare Wer
ken worden gemaakt.
Het werk moet worden geconcentreerd.
Men zal moeten maken dat de directeu
ren van andere takken van dienst gaan
leeren dat ze voor lichtdrukken naar
Openbare Werken moeten gaan. B. en
W. zullen het hunne moeten doen op
dat ze dat doen gaan. De Raad zal het
goed keuren dat meer economisch wordt
te werk gegaan. Het jonge mensoh dat
het werk zal moeten doen zal een loon
naar den arbeid die gedaan wordt, krij
gen..
De heer Roodenburg zegt, dat
de Raad alléén dan met het voorstel
kan medegaan. indien de Raad over
tuigd is dat wat wordt voorgesteld in
derdaad economisch is. Verder doet spr.
opmerken dat de -prils van eiken licht
druk dien de heer Klein Schiphorst be
rekende nog voor iederen lichtdruk
moet worden verhoogd met 7 cents voor
kosten van afschrijving.
De heer Klein Schiphorst
is door het betoog van den wethouder
niet overtuigd. Indien er slechts 6 licht
drukken per dag nooiig zijn aan kun
nen die voordeeliger gemaakt worden
door middel van een lichtdrukraam. In
dien een lichtdrukmachine wordt aan
geschaft, dan moet er voor zulk een ma
chine den geheelen dag werk zijn.
De heer Castricum betoogt, dat
daar nu een 1-eekenaar noodig is voor
het maken der lichtdrukken, het voor
deeliger is. dat een machine wordt aan
geschaft, die door een jongmensch kan
bediend worden. Dat jongmensch dient
dan aan den dienst van Openbare Wer
ken te worden toegevoegd, opdat in vrijen
tijd hij als teekenaar kan worden opge
leid.
De heer Heidstra gaat mede met
het voorstel van B. en W Indien er een
machine is, dan, ingeval van haast, kan
een lichtdruk spoedig gemaakt worden.
De heer Klein zegt. dat het de vraag
is of er inderdaad zooveel lichtdrukken
noodig zyn dat er een machine voer
moet worden aangeschaft.
De heer Wolzak merkt op, dat de
wethouder zeide dat de directeuren zul
len moeten leeren naar Openbare Wer
ken te gaan voor de lichtdrukken. Ech
ter dat zal kennelijk niet zoo gemak
kelijk gaan. Immers het raadsstukje zeg;
„dat het in de bedoeling ligt te bewer
ken, dat andere diensten en bedrijven
in het vervolg him lichtdrukken aan het
bureau van Openbare Wei-ken zullen la
ten vervaardigen tegen betaling van de
gemaakte kosten".
De Voorzitter: Dat is stadhuis
taal!
De heer Wolzak: Ja. stadhuistaal.
Echter, het is dan maar beter in het
voorstel te lezen achter ten behoeve
van den dienst van Openbare Werken
„en van de bedrijven".
De heer Gerritsz zegt. da-t diegenen
die zooveel bezwaren opperen alleen zien
naar wat het kosten zal. maar niet
acht geven op hetgeen nu gebeurt, nu
er noodig is een teekenaar van 2000
voor de lichtdrukken, en wat zal worden
bespaard bij de aanschaffing der licht-
drukmachine
Nader zal nog dienen te worden uit
gemaakt op wat manier 't jongemensoh
zal worden aangesteld. Gezorgd zal ech
ter dienen te worden, dat het niet word -
een doodloopend beroep. Andere zou he',
jongemensch la;ter een werkloosheids-
uitkeering moeten hebben
Wat nu aangaat het door den heer
Wolzak gesprokene in het gesproken
woord kan een krachtiger toon worden
aangeslagen dan valt te beluisteren in
het geschreven woord.
Het voorstel van B. en W. komt in
stemming. Het wordt aangenomen met
24 stemmen voor en li tegen. Tegen
stemden de leden Bartels. Roodenburg
Van Liemt, de Braai, Visser. Van Kes-
sel, Mizerus, de Breuk, Wolff, Klein
Schiphorst en Bijvoet.
Nieuw woonwagenkamp aan
den Slaperdijk?
PUNT 6.
Voorstel van B. en W. tot aankoop
van een perceel grond gelegen ten Zui
den van den Slaperdijk voor de inrich
ting van een nieuw woonwagenkamp.
De heer M eij e r s kan zich inden
ken, dat liet woonwagenkamp meet
worden verplaatst. Echter, het voorstel
dat B. en W. nu deden valt te betrein
ren. Het woonwagenkamp te plaatsen in
het mooie landelijk gedeelte der ge
meente, dat B. en W. op het oog hebben,
zou een ontsiering van dat gedeelte dei-
gemeente zijn. Die plaats is daar aller
minst geschikt voor. Als het er kwam,
zouden de kinderen der Gereformeerden
die er langs moeten om naar de school
te Santpoort te gaan, niet meer veilig
zijn. Er is geen voldoende verlichting.
Zelfs de Raadsleden zouden er een kijk
je op hebben daarlangs te gaan.
De landeigenaars 6n pachters van
weiden zouden veel last er van onder
vinden indien het woonwagenkamp
kwam ten zuiden van de Slaperdijk. De
bewoners van de woonwagens hebben
paarden waarvoor het voer nimmer
wordt gekocht. Ze hebben van he:
eigendomsrecht een eigenaardige opvat
ting. De landeigenaren en pachters zul
len het moeten ontgelden. Het is voor
gekomen dat eigenaars van woonwagens
eenvoudig de koeien op het land gingen
uitmelken.
In dat gedeelte der gemeente is niet
voldoende politietoezicht. Het is voorge
komen dat de bewoners mede moesten
helpen om de goederen te bewaken. De
vorige wethouder van Openbare Werken
zei-de eens dat als er iets werd gemaakt
het den volgenden dag weder werd ver
nield. Het werd eenvoudig afgebroken.
Van dergelijke mentaliteit ziin de bewo
ners van woonwagens, Het gaat niet
aan dat een woonwagenkamp komt te
gen de bebouwde kom der gemeente aan.
Het is niet in te denken dat de Raad die
ramp over de gemeente zou willen bren
gen. Te maken een tegenstelling tus-
schen het landelijk deel der gemeente en 1
het centrum, zou iets ziin waarvan de
gemeente geen pleizier zou gaan bele
ven.
Indien de wethouder spr. niet duide
lijk kan maken dat de gemeente mede
om andere redenen de gronden noodig
heeft kan spr. niet ziin stem aan dé
voordracht geven. Laat men zijn uiter
ste best doen dat het woonwagenkamp
elders komt, waar meer toezicht is. Het-
is ongewenscht er een terrein voor aan
te wijzen aan een kruissprong van we
gen.
De heer O verstee gen is van mee
rling dat met het kamp te brengen nabij
den Slaperdijk van kwaad tot erger zou
gegaan worden. Echter om andere rede
nen dan die de heer Meiiers aanvoerde.
Tegen het vestigen van het woonwagen
kamp daar is dit aan te voeren, dat daar
;een beschutting is. Het is daar zóó. dat
des winsfcers in een steenen huis als de
kachel brandt, men er nog rilt van de
koude. Des te meer zullen de bewoners
van woonwagens last van de koude
hebben. Bovendien heeft men daar veel
last van malariakoorts.
Het voorstel van B, en W. maakt den
indruk dat het is gedaan omdat werd
gedacht: dan zijn we van de meiischer.
af. In andere gemeenten met niet zulk
een democratischen raad als die var.
Haarlem wordt veel meer gedaan voor
de bewoners van woonwagens. Te Alk
maar bijv staan de woonwagens in het
bosch van Foreest. Daar is ten minste
beschutting. Spr. komt op tegen het be
toog van den heer Meiiers. Van een soc,
dem. had spr. een dergelijk betoog niet
verwacht. De heer Meijers kent de men
taliteit van de bewoners van de woon
wagens niet, aldus spr. Ze nemen wel
eens wat weg. Maar nimmer om zich
heen. Indien ze iets weg nemen dan
gaan ze het vox- weg balen Indien. B.
en W. hun voorstel niet willen terug ne
men dan zou spr. willen voorstellen het
woonwagenkamp te plaatsen nabij de
Hertenkamp. Indien de bewoners der
wagens dan. iets willen nemen, dan moe
ten ze het maai- doen uit de villa's daar
in de buurt, eindigt spr.
De heer Keesen juicht het voorstel
van B. en W. van harte toe. Opknappen
van het oude terrein en daar behoorlijke
verbetering aanbrengen ging niet. Er
is nu een nieuw terrein gevonden, dat
dan behoorlijk moet worden ingericht,
met een behoorlijk toezioht Wat de
heer Meijers zeide van de bewoners van
de woonwagens is inderdaad te bout ge
zegd. Spr. kent de bewoners van die wa
gens uit anderen hoofde en dan kan
spr. zeggen, dat het niet maar roovers
zijn die er maar op los stelen. Die mem
tahteit wordt bij hen niet gevonden.
Wel hebben ze wat aangaat de verschaf
fing van het voer voor hun paarden een
„ruime opvatting". Het woonwagenkamp
is nu lang geweest nabij den Ouden-
weg. Daar in de nabijheid ziin ook wei
den. Maar nimmer heeft spr. gehoord
dat de koeien er werden uitgemolken.
Het zou een heugelijk feit zijn. indien
het kamp weg gaan lean van de plaats
waar het nu is. Het is in het belang van
de gezondheid der menschen Indien het
kamp is gevestigd op een behoorlijk in
gericht terrein, dan zullen de menschen
zich ook wel behoorlijk gaan gedragen.
Het kamp waar nu de woonwagens
staan maakt een versohrikkeliiken in
druk.
De heer Peper zegt, dat als hetgeen
de bewoners van woonwagens doen werd
gedaan in een bankierskantoor het hun
niet kwalijk zou worden genomen, dan
zou de eigenaardige opvatting van het
mijn en dijn door niemand ten kwade
worden geduid. Wellicht is een oplossing
te vinden in hetgeen mevr. Willekes
Macdonald indertijd al heeft bepleit: de
menschen te verdeelen over eenige plaat
sen in de gemeente. Dan zal men een
minimum van overlast van hen hebben.
De heer Visser vindt het wonen in
een woonwagen een abnormalen toe
stand. Diegenen die in een slechte wo
ning wonen hebben het nog beter dan
diegenen die in een woonwagen vertoe
ven. Of de 'bewoners van de woonwagens
ingezetenen der gemeente zijn valt nog
te betwijfelen. Maar, indien de gemeente
hun geen woning heeft verschaft en het
waren ingezetenen der gemeente dan
zou de gemeente in gebreke kunnen
worden gesteld.
Geroep: Ze willen niet in een woning
wonen.
De heer Visser: Indien de gemeen
te hun een woning had aangeboden en
ze wilden die niet gaan bewonen, dan
zou men ze buiten de grens der gemeen
te kunnen zetten. Het geen nu wordt
voorgesteld is slechts een lapmiddel en
dan nog een slecht. Spr. zal tegen dit
voorstel moeten stemmen indien niet
wordt aangetoond dat de gemeente het
terrein ook nog voor een ander doelein
de noodig heeft.
De heer Wolff kan zich vereenigen
met hetgeen de heer Meijers zeide. Het
is aan spr. bekend dat een boer die nabij
den Oudenweg een malsche weide had,
die hij had gespaard voor zijn eigen vee,
bemerkt had, dat bewoners van woon
wagens daar hun paardjes lieten gra
zen. De boer besloot zyn eigen rechter
te zijn, Hij nam de brug weg die naar
het weiland leidde. Ds paarden bleven
in de weide maar de bewoners van de
woonwagens moesten er voor blijven
staan.
De bewoners gingen naar den boer om
hun paarden vragen. „Neen", zeide de
boer, dat gaat zóó maar niet. Eerst moet
ge over de brug komen. Ze kregen hun
paarden piet vóór dat ze hadden betaald
de schade die in het weiland was aan
gericht,
Spr. oordeelt dat de Raad goed zal
doen het vooi-stel aan te houden. Mis
schien kan spr. dan een ander terrein
aanbieden voor een woonwagenkamp.
De heer Gerritsz merkt op dat het
moeilijk is voor een wethouder voor de
volkshuisvesting zich te moeten bemoeien
met hen die geen huis hebben. Maar
volgens een Kon. besluit krachtens de
Woningwet moet de gemeente zich ook
met deze menschen gaan bemoeien. Wat
die menschen doen is niet gebruik ma
ken van den grond en de productiemid
delen, maar wat anders. Tegen de plaats
waar B. en W. het woonwagenkamp wil
len vestigen is bezwaar geopperd. Maar,
is er een betere plaats voor te vinden?
Dat is de vraag. Diegenen, die de voor
dracht van B. en W. bestreden, bleven
in gebreke een betere plaats aan te wij
zen. Als de Raad de voordracht van B.
en W. gaat afstemmen dan zal uit den
Raad moeten komen een initiatief voor
stel om te komen tot een betere plaats.
Het college van B. en W. in vorige
samenstelling is er met ambtenaren op
uit geweest maar het heeft geen betere
plaats kunnen vinden voor de vestiging
van het woonwagenkamp. Er kan op
verschillende plaatsen in de gemeente
gelegenheid worden gegeven om de
woonwagens te plaatsen. Maar dat zal
de kosten vermeerderen. Als men het
woonwagenkamp zoo goed mogelijk
maakt, aan is het de vraag of men daar
mede de menschen zelf wel een dienst
bewijst. By de bewoners van woonwa
gens zijn maar weinig ingezetenen. De
gemeente heeft te letten op de belangen
van de menschen maar ook te waken
voor de belangen der gemeente.
De Voorzitter deelt mede dat is
ingekomen een voorstel van den heer
Wolff, om het agendapunt aan te hou
den.
De heer Gerritsz: Indien dat voor
stel is gedaan zor.der dat er is een rede
lijke verwachting dat iets beters kan
worden aangeboden, dan moet ik aanne
ming er van ontraden. Maar andere kan
ik met aanhouding mede gaan.
De heer Wolzak zegt. cat de heer
Wolff aan het onder-handelen is over
een ander terrein, maar dat hij met dé
onderhandelingen neg niet klaar is. Van
daar dat het voorstel werd ingediend.
De heer Joosten merkt op naar
aanleiding van hetgeen de wethouder
zcioe, dat ter voorziening in dezen niet
alleen een initiatief van een R3ad moet
uitgaan maar dat ter. aanzien daarvan
B en W. mede c:-r taak hebben, B. en
W. zouden ook nog eens kunnen nagaan
of het tegenwoordige kamp niet goed
in o:ae kan gemaakt worden.
De heer Wolff zégt dat de heer Wol
zak de zaak juist weer gaf.
De heer Keesen dringt- er op aan
indien tot uitstel wordt besloten dat dan
maatregelen worden genomen om den
toestand in het tegenwoordige kamp
dragelijk te maken.
De heer Visser protesteert er tegen
dat hij op zijn vraag geen antwoord
heeft ontvangen.
De heer Gerritsz herhaalt dat het
college van B. en W. geen betere plaats
voor het woonwagenkamp heeft kunnen
vinden. Den heer Keesen zegt spr. toe
dat tijdelijke maatregelen zullen geno
men worden om in het ergste in het te
genwoordige woonwagenkamp te voor
zien.
Besloten wordt tot aanhouding van
het agendapunt.
Verlichting aan de
Houtvaart?
PUNT 11.
Voorstel van B. en W. om afwijzend
te beschikken op een adres van bewo
ners van het Houtvaartpad in zake den
aanleg van een gasleiding in dat pad
en het aanbrengen van een straatver
lichting.
De heer Van Kessel zegt. dat deze
menschen wonen aan het water maar
dat ze toch straatbelasting moeten beta
len. Ze deelen in de lasten der gemeen
te en willen nu ook gaan proflteeren
van de lusten. B. en W. zeggen dat de
aanleg van de gasleiding weinig renda
bel zou zijn. Echter, het kan zóó zijn dat
de gemeente er hier iets op vei-dient,
daar iets op moet toeleggen. Door elkaar
komt het dan uit. Naar aan spr. is ter
oore gekomen is de zaak niet geweest
in de commissie voor de lichtfabrieken.
Het is noodix: dat de zaak alsnog naar
die commissie gaat. Om die reden stelt
spr. voor het voorstel aan te houden.
De heer Joosten drukt ook den
wensch uit dat B. en W. het voorstel
zullen terug nemen en dat de zaak zal
behandeld worden in de commissie voor
de lichtfabrieken.
De heer De Breuk legt er nadruk
op dat de. menschen niet zonder ver
lichting kunnen zijn. Een verlichting is
noodig. Kan het niet- een gasverlichting,
dan een andere verlichting.
De heer Slingenberg zet uiteexx.
dat 't argument-: de aanleg der leiding is
niet rendabel, er een is waar niet te
veel nadruk uitsluitend op moet gelegd
worden. Bezwaar is dat het pad particu
lier eigendom is. Spr. is bereid de zaak
te brengen in de commissie voor de
lichtfabrieken.
Besloten wordt het voorstel aan te
houden.
PUNT 12.
Voorstel van den heer Van Kessel om
gehoord de besprekingen aangaande het
losloopen van honden op en tijdens de
markturen op de groentenmarkt, B. en
W. uit te noodigen zoo spoedig mogelijk
maatregelen te treffen dat de politiever
ordening in dien geest wordt aangevuld,
dat verontreiniging der producten aldaar
niet meer kan plaats hebben.
B. en W. deelen naar aanleiding daar
van mede dat c-p verzoek van den Com
missaris van Politie de eigenaars der
honden bereid zijn bevonden ze tijdens
de markt vast te houden. Naar aanlei
ding daarvan wordt voorgesteld niet
over te gaan tot wijziging der Politie
verordening en eenige ter zake ingeko
men adressen voor kennisgeving aan te
nemen.
Na eenige discussie tusschen den heer
Van Kessel eix den voorzitter waarby de
laatste uiteenzet dat niet verder kan ge
gaan worden dan nu reeds is geschied
en dat te Arnhem en te Utrecht ook zoo
gehandeld wordt, trekt de heer Van
Kessel het voorstel in.
Verbetering aan
het Spaarne,
PUNT 14.
Voorstel van B. en W. tot het ver
leerden van een crediet van f 11000 voor
het verbeteren van de bestrating van
het Spaarne tusschen de Damstraat en
Gravesteenebrug met inbegrip van
trottoir-aanleg.
De heer Roodenburg vraagt of
het wel goed is deze uitgave te bestrijden
uit de buitengewone uitgaven.
De heer De Breuk betoogt dat de
verbetering die B. en W. nu voorstellen
niet veel baten zal. Het voetgangerever-
keer bij de Waag zal nog niet goed ge
regeld zijn. Kan dat verkeer niet dooi
de Waag geleid worden?
De heer Keesen vindt hetgeen de
heer De Breuk opperde ook geen oplos
sing.
De heer Gerritsz zegt dat het ge
woonte is dergelijke zaken als het on
derhavige te bestrijden uit de buitenge
wone uitgaven. Verder verdedigt spr. het
voorstel van B. en W. Hij merkt daarbij
onder meer op dat een verhoogd voet
pad al een heele verbetering is. Het
verkeer bij den hoek van de Waag is
een moeilijke quaestie. Het geen de heer
De Breuk aangaf is ook aan bezwaren
onderworpen.
De oplossing die B. en W. aan de hand
doen is geen ideale maar ze is toch een
verbetering van voldoend belang om
door den Raad te kunnen worden geac
cepteerd.
De heer Joosten gaat niet mede
met den heer Gerritsz dat dergelijke za
ken als die nu worden voorgesteld, uit
de buitengewone uitgaven moeten wor
den bestreden. Spr. zou daarom uit het
voorstel willen laten vervallen de woor
den „betaalbaar op den post volgnum
mer 772 der begrooting 1928".
De heer Gerritsz is daartegen. Het
Is een principieele quaestie die later
wel eens over het geheel kan worden
bezien. Het is gewenscht- in dit geval nu
niet te gaan afwijken van een tot dusver
gevolgde gewoonte.
Het voorstel van B. en W. wordt aan
genomen.
PUNT 15.
Voorstel van B. en W. tot uitgifte
van grond in erfpacht aan de Slacht
huisstraat, aan Th. H. M. Bosse.
Goedgekeurd.
Benoemingen.
PUNT 1G.
Benoemd worden:
tot tijdelijk leeraar in de Duitsche
taal aan c: Hoogere Burgerschool B
met 5-Jarigen cursus, de heer P. Frisius
de Haan:
tot definitief vakonderwyzeres in de
nuttige handwerken voor meisjes bij
het openbaar onderwijs, mej. C. Meichior
:e Haarlem;
aar. den vervolgcursus no. IV tot
tijdelijk onderwijzeres mejuffrouw M.
C. de Groo;;
aan den vervolgcursus no. VI mevrouw
M. J. C. Oiff—Van Boven en de heer
J. Panman. i
Besloten wordt over te plaatsen naar
den vervolgcursus no. VI mejuffrouw
J. E. H. Boelhouwer, voorheen werkzaam
aan den vervolgcursus no. III.
Verder worden benoemd:
tot- tijdelijk leeraar in de Nederlar.d-
sche taal en Aardrijkskunde aan de
Hoogere Burgerschool B met 5-Jarlgen
cursus, de heer J. van Da alen van Den
Haag:
tot onderwijzer aan school no. 33. de
heer F. J. Wiessing te Amersfoort:
tot onderwijzeres aan school no. 40
mej. H. C. de Langen te Eexterveen
en mej. J. R. Bruinsteen te Limmen.
Bij de nu volgende
Rondvraag
dringt de heer Peper aan op een ver
betering in de bestrating van een deel
der Papentorenvest.
De heer Gerritsz antwoordt dat
daarin zal worden voorzien.
De heer Heidstra zegt, dat op een
indertijd door hem gedane vraag de vo
rige wethouder antwoordde dat aan een
herziening der Bouwverordening wordt
gewerkt. Echte er is nog niets van ge
komen. Het is een zaak van belang. Ge
bleken is dat de ambtenaren op het Bu
reau er geen tijd voor hebben om er
overdag aan te werken. Nogmaals dringt
spr. er op aan speed met c. zaak te
maken.
De heer Gerritsz zal de zaak on-
dei-zoeken.
De heer Reinalda zegt-, dat ge
werkt wordt aan de samenvoeging van
de bepalingen van de Bouwverordenin
gen der geannexeerde gebieden om te
komen tot één Bouwverordening voor de
vergroote gemeente. Het is thans echter
geen chaos. De Raad besloot indertijd
dat in de geannexeerde gebieden zou
blijven gelden de daar toenmaals gel
dende Bouwverordening, In het eene deel
der gemeente wordt een andere maat
staf aangelegd dan in het andere deel.
Dat is logisch.
De heer Keesen zegt dat het Kenau
park steeds goed wordt onderhouden.
Spr. dringt er echter op aan dat ook
eens een einde wordt gemaakt aan de
„vuilnisbelt" aan de Tetterodestraat.
Daarna wordt de vergadering geslo
ten.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst
of niet geplaatst, wordt de kepij den
inzender niet teruggegeven.
JEUGD-.,HERBERG*
Is de naam Jeugdherberg niet ge
schikt?
J. J. Lamers, afgevaardigde van den
Bond van Ned. Onderwijzers, sprak op
de vergadering van 22 Sopt. te Amster,
dam den wensch uit. dat er eens naar
een ander woord voor herberg gezocht
zou worden.
Het is niet te ontkennen, dat velen
bij het lezen van dit woord vaak aan
een café, kzoeg. dorpskoffiehuis of iets
dergelijks denken. Het begrip, in de
laatste eeuwen aan dit woord verbonden,
van een gelegenheid, waar mén toch on.
bewust iets tegen had. doet nog zeer
sterk zijn nawerking voelen.
Maar in gemoede, heeft u ooit iemand
hooren „zeggen": ik ga naar de her
berg, of, hij zit alle avonden in dc her
berg? Mogelijk dat het in deze betee-
kenis in min of meer geïsoleerde stro,
ken nog gebruikt wordt, maar in *t
gemeen bedient men zich van dit woord
niet meer.
Intusschen is het ongetwijfeld inte
ressant de afkomst en veranderingen
van dit woord in den loop der tijder,
eens te volgen.
Reeds in het oud-Hoogduitsch werd
het woord „heriberga" gebruikt voor de
plaats, waar men zijn leger opsloeg. In
ie tweede helft der middeleeuwen krijgt
het de beteekenls van een gebouw,
waar reizigers nachtverblijf kunnen vin
den. In de zeventiende eeuw komen
naast de herbergen, die allengs onaan,
zienlijker worden, onze moderne hotels
op.
Het oorspronkelijke kenmerk van her-
berge, her barge, is nachtverblijf, de
plaats waar men vreemdelingen huis
vest Ook in „een herberze beslaen"
(een leger voor Iemand in orde maken)
komt dat tot uiting.
Als intransitief werkwoord bestond
het eveneens. Later heeft men dit
schoone „herbergen" vervangen door hei
vreemde woord „logeeren".
Hoe het ook zij, wij kunnen gerust het
„Jugendherberge" onzer Duitsche buren
als Jeugdherberg overnemen. Het zal
aan de jongeren en ouderen, die van de
J.-H. gebruik maken, liggen of dit
woord zyn oude. schoonere beteekenis
terug zal erlangen
K. R.
Lectuur voor onze Jeugd
Van Holkema en Warendorf's Uitge
vers-Maatschappij heeft de 4 bekroonde
meisjesboeken uitgegeven, waarvan On:
Honk door Diet Kramer er een is. Ons
Honk is een ffjn melsjesverhaal in den
besten zin van 't woord. De heldin van
het verhaal, Charry is de oudste uit een
moederloos gezin. Juist zij en de 15 jari
ge Maarten hebben moeder zoo goed ge
kend en daarom valt het gemis dubbel
zwaar. De huishoudster ls een zuur
mensch en je vraagt je onwillekeurig
af, waarom de vader van het Viertal
geeix vriendelijke hulp lieeft genomen.
De juffrouw heeft het ook lang niet ge
makkelijk. Vooral Fljco, de derde, ls een
lastig, brutaal heerschap, 't Spreekt
vanzelf, dat de jongste, kleine Tienekr».
aller lieveling is, behalve van de huis
houdster
Charry is een echte flapuit, zoowel op
school, als thuis, op „Ons Honk". De
school-scènes kunnen al evenmin door
den beugel als de scènes thuis. Geluk
kig Ls de schrijfster zoo paedagogisch
om die flauwe plagerijen tegenover
leeraren af te keuren, 't Lijkt me echter
altyd gewaagd die verhalen zoo sma
kelijk op te dlsschen. Ze dienen zoo licht
ter navolging.
ChaiTy zal studeeren gaan. Als ze
echter voor haar eind-examen zit, voelt
zij hoe moeilijk ze het thuis zullen heb
ben, als zij er niet meer is. En dan komt
het mooiste gedeelte van het boek:
Charrys' strijd.
Charry besluit een trouw soldaat te
worden op den verlaten post. Wat is
het jammer, dat dit mooie boek zoo ont
sierd wordt door leelijke, houterige
illustraties.
INGEZONDEN MEDEDEF.LINGEN
a 60 cent# per regel.
Neem dan nog vandaag
lige Fonnaroinllabictten.
Daarmede geneest ge Uw
keelpijn spoedig.
Geef Forma mint ook aan Uw
huisgenooten. dan voorkomt
ge be#mctling.
De kcelontsmcttende tabletten
ln alle Apolti. en Drog. hf t.pei fleach
Didl's Avonturen door Christine Mo-»
resco—Brants heeft mij minder vol
daan. *t Verhaal begint wat mat en de
avonturen zijn eigenlijk maar avontuur
tjes. Als we over de helft van 't boek
heen zijn en Dicii gaat naar Parijs om
de Fransche taal meester te worden, dan
komt het grootc Avontuur, "t Lijkt mi)
echter wel een heel onwaarschijnlijk
avontuur. Dldl is nog maar 18 jaar en
daarom is 't onbegrijpelijk, dat de Pn-
rijsche familie haar alleen uit laat gaan.
Ze valt in handen van een dieven
bende. Als de vader naar Parijs komt,
kan hij de familie niets verwijten, want
hij heeft er zelfs in toegestemd, dat
zijn dochter alleen naar de lessen ging.
Na tweemaal 24 uur komt Didi gelukkig
weer boven water, 't Zijn spannende
bladzijden en onze bakvischjes zullen
dit hoofdstuk zeker „reuze-fijn" vh'-cien.
't Boek eindigt met een verloovlng.
Jan Derk Bolderik heeft Didi reeds in
't begin van het boek gevraagd, maar
werd afgewezen. Nu aan 't slot ver
schijnt hij weer en je krijgt het gevoel
alsof Didi hem nu maar nemen zal. Ds
schrijfster kan ons niet laten gelooven,
dat het van Didl's kant „au serieux" ls.
Dat is jammer. Onze bakvischjes moeten
toch een verbintenis tusschen twee
jonge menschen ïxlet als een grapje be
schouwen. De illustraties van Elia Rle-
mevsma zijn niet alle even gelukkig ge
slaagd, maar ze spreken wel. Over 't al
gemeen is Didi's avonturen geen onaar
dig boek, maar staat toch verre achter
bij Ons Honk.
Het Beugel jong door Anna Hers. Wat
een mooi, lijn verhaal is dat van dia
woeste Noortje met haar gouden hart.
Een boek, dat boeit van begin tot eind.
Een boek vol humor van de beste soort.
Onze bakvischjes zullen door lesing van
dit boek zeker beter en misschien ook
ernstiger worden, 't Spijt me werkelijk,
dat ik toch enkele bedenkingen tegen
het verhaal heb in te brengen. In de
eerste plaats kan ik me niet Indenken,
hoe een vader en nog wel een dokter
zyn meisje, dat een beugeltjc moet dra
gen. Beugeltje noemt. Waarom moet het
kind voortdurend aan dit gebrek her
innerd worden? Op school ls het nog
ex-ger. Daar wordt ze door leder, zelfs
door den meest geliefden onderwijzer
het Beugeljong genc-tmd. De moeder, die
ons wordt voorgesteld als een koude,
mondaine vrouw, zegt alleen Noortje.
Dit vind ik werkelijk een bewijs, dat do
doktersvrouw beter is dan ze schijnt.
Waarom is de verhouding tusschen don
dokter en zijn vrouw zoo tot ln de fi
nesses geschetst Er bestaan helaas zulke
droeve wantoestanden, maar ls dit lec
tuur voor onze meisjes? Natuurlijk lij
den kinderen, wanneer er tusschen de
oudere geen band meer is, maar 't lijden
ls in dit boek des te vreeseUJknr, omdat
ze door vaders drukke pra"; 'x, scheep
jes zonder roer zijn. En dan wordt er
nog het In-droeve verhaal Ingeweven
van dc kinderen Schuytema, wier va
der. een bankdirecteur, fraude gepleegd
heeft en nu in de gevangenis zit. Ge
voelige lezeresjcs, en meisjes zij" op
dien leeftijd vaak overgevoelig, zullen 't
uitsnikken bij dit overstelpend leed.
't Ialles heel fijn beschreven, maar ik
vraag me af; was het niet beter geweest
dit groote levensleed voor onze bak
vischjes te verzwijgen? Ze zijn er im
mers nog niet rijp voor.
Óndanks deze bemerkingen kan lk
toch niet anders zeggen, dan dat het
Beugeljong een prachtboek Is. De tee
keningen van W. Heskcs sluiten zich
ook bizoixder goed by den tekst aan. Het
mooiste plaatje is wel dat, waar liet
Beugeljong en Bcp Schuytema op den
weg staan en de scheldende dorpsjongen
hun toejouwt welk een moeder en va
der zc hebben. Dit is zoo waar, zoo echt
beschreven en geteekend.
Wij, met ons vijven fn Rome, door
Tine Coo! is werkelijk het beste van de
vier. Dat Ls nu eens een boek, dat in den
familiekring kan worden voorgelezen. Ik
denk, dat dc ouders er evenveel van zui
len genieten als hun kroost. En er valt
zeker ook nog heel wat uit te leeren.
't Is een verhaal van een gelukkige
schlldersfamllic, vader, moeder cn drie
kinderen. Voor vaders stuics brengen zc
vier Jaar in Rome door. Hun leven, een
echt kunstenaarsleven kent zijn moei
lijke. maar ook zijn zonnige dagen. Daar
is altijd weer het samengaan cn het sa
menwerken. Daarom Ls 't er altijd goed,
ook op de dagen, dat ze zich voeden
moeten met dc goedkoope boonen. Tus
schen het schilderen door gaat vader
met vrouw en kroost Rome doorzoeken.
HU vertelt dan van vroeger eeuwen en
'hij vertelt zoo onderhoudend, dat Je er
naar moet luisteren. Dc schrijfster
schijnt dit alles zelf beleefd te hebben.
Dc glans dor jeugdjaren bespeurt men
op iedere bladzijde. Een der platen is
zelfs naar een schilderij van den vader,
n.l. het interieur van liet Panthéon. De
foto-platen zijn buitengewoon mooi.
doen de teekeningen ran W. Heskes het
ook heel goed. Alles bij elkaar genomen,
kunnen wij niet laten den wensch uit
te spreken, dat „Wij met ons vijven ln
Rome", door honderden meisjes (laten
dc jongens 't ook maar lezen), mag ga
lezer. worden.
\V. B.—Z.