HAARLEM'S DAGBLAD H. D. VERTELLINGEN STADSNIEUWS FLITSEN FEUILLETON. Het Mysterie van Heath Hover DONDERDAG 25 OCT. 1928VIERDE BLAD (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) De Filmredacteur door F. VAN AM STEL. De pers was uitgenoodigd bij het' proefdraaien van een nieuwe film „Ara bella, de vrouwelijke vampier" en ik had mij midden op den dag naar de zaal be geven. Het was warm. De gemakkelijke stoel en de duisternis maakten me sla perig en ik had moeite, myn oogen open te houden, terwijl ik op het gevoel een paar aanteekeningen krabbelde Het was een mooie, duidelijke film, zoodat ik niet de minste moeite had, in den meneer, die daar Op het Place de 1' Opéra flaneerde, mezelf te herkennen. Hola, daar had de brandweer me bijna omver gereden! Dat die lui ook niet harder bellen! Wat een haast ook! 't Zal vast loos alarm zijn! Maar met dat al zouden ze maar aardig over je heen schuiven. Waar zou die brand zijn? Ah, daar kwam een politieagent aan. Die moest het me maar eens vertellen. Ik maakte den diender dus deelgenoot van mijn weetlust. De agent keek mij aan, lachte me in m'n gezicht uit en-liep door me heen. „Zeg er eens even", zei ik, en met een vluggen greep had ik mijn perskaart te pakken, „als je van plan bent, het mij onaangenaam te maken heb je hier het bewijs, dat de burgemeester je gebiedt, versta je: gebiedt, mij alle mogelijke faciliteiten te verschaffen. Nummer 347821! Mooi, vrind, ik heb je genoteerd en vanavond gaat er per ijlbode een brief aan meneer Hans over deze be handeling, die een aanfluiting is vah de Nederlandsche pers!" De agent lachte weer, nam toen zijn roode pruik van 't hoofd en plukte zijn baard van 0e kin en ik keek in 't schrander gelaat van Minister Kan. „Hou me niet op met je praatjes", fluisterde hij me toe. „Ik ben op dienst reis. Geheim. Diep ambtsgeheim. Mor gen komt alles in een Oranjeboek. Kun je men even helpen?" ,,'t Zal me aangenaam zijn", brab belde ik. „Mooi. Ga dan die deur daar binnen van dat huis met die dubbele schaduw, loop de trap op naar de bovenste ver dieping en laat je vermooi'den." ,,'k Heb een vrouw en kinderen", zei ik, „en uw Staats-ongelukken-verzeke- ring is nog niet aangenomen." „Komt terecht", zei de Minister kortaf, Ga gerust naar boven. In de kamer met het valluik zit Arabella. Ze weet niet, dat Joe Firehand achter de gordijnen staat met een afgesneden menschenvinger. Als ze dien ziet zal ze in zwijm vallen. Trek haar dan vlug haar linkersohoen uit. De hak is hol eh er zit een fototoestelletje in. Dat moet ik hebben, maar natuurlijk voordat de brandweer terug is. De film bleef heel duidelijk. Ik zag mezelf op de deur toestappen en aan bellen. Meteen viel de deur achterover en ik stond in de vestibule. TegenoV^r me stonden twee Chineezen. „Neem me niet kwalijk", maar woont hier Arabella? Ik ben van Amstel, van de krant en ik kom me laten vermoor den. We hebben op de redactie een te lefoontje van haar gehad, ziet u!" De Chineezen bogen als knipmessen en waren plotseling verdwenen. Ik liet me daar niet door uit het veld slaan, maar begon de trap te beklimmen. Goe de hemel, wat een trappen! Klim je niet zoo heb je niet. En naast mij schoot in een liftkoker een lift omhoog, waarin ik de twee langstaarten zag zitten. Ik hijgde van moeheid ik woon in een benedenhuis en heb aanleg voor asthma en ging een luchtje scheppen voor het raam van de twaalfde verdie ping. Tot mijn verbazing bemerkte ik, dat ik nog gelijkvloers was. „Dat wil ik graag gelooven" zei de werkster van de Redactielokalen, die plotseling naast me stond. U bent hier in. Yokohama moet u bedenken! doen hier sterk aan de vierde dimensie en hebben u telkens zonder dat u het merkte, een verdieping achteruit gezet. En wees maar blij toe, want als u boven komt, in de kamer met het valluik, gaat u er aan!" „Daar is 't me juist om te doen", zei ik. „want je moet weten, dat Joe Fire hand achter de gordijnen staat, met een afgesneden menschenvinger." „Of ik 't weet", mompelde de goede ziel treurig, ,,'k heb niet voor niks een lappie orn. m'n hand!" „Arme stumper", zei ik geroerd. „Hier ■heb je,een kwartje. Ga naar huis. Voor vandaag heb je vrijaf." „Dank u, meneer van Amstel", zei ze, „maar luister nu naar goeden raad en ga er vandoor. Denk aan je gezin." Een goed woord vindt by my steeds een goede plaats. Ik stak mijn been dus door het venster. Blikskaters, *t was toch hooger dan ik dacht. Zakte de straat of steeg mijn zitplaats? Raar, erg raar. Toch maar naar buitenwat 'z dat? Val ik of zweef ik of vlieg ik? Wacht, op myn linkerzij en nu met een soepelen crawlslag vooruit! Daar vloog ik! Maar vliegen hou Je niet lang uit. Je merkt gauw, dat een mensch minder energie tot zyn beschik king heeft dan een vogel. Naar beneden dan maar! Maar dat dalen is ook al een ingewikkelde kwestie. Ik had berekend, dat ik zou landen bij een limonade tentje en het geviel, dat ik neer kwam naast het dak van een huis en aan een goot bleef hangen. Die dakgoot kwam me bekend voor. Precies, hier had die vreemde politieagent ook zoo naar staan kijken. Daar stond hy zoowaar nog be neden, tegen 't hek van de Métro aan geleund. Hallo! wat zegt u Excellentie?" O, ja, de kamer met het valluik en de linkerschoen! Ik zal er aan denken.1" Ha, eindeiyk zou ik dan in het vertrek rondzien, waar de snoode Arabella, de vrouwelijke demon haar gruweldaden bedreef. Ik stak myn been in een lucht koker. Meer behoefde ik niet te doen, want onmiddellijk hingen er een paar Chineezen aan en gezamenlijk rolden we het vertrek binnen. Aan een tafel zat Arabella. Het ver trek was donker en werd door twee kaarsen verlicht. De vrouwelijke vampier prikte met een gouden dolk gaatjes in het ochtendblad. „Ook goeien avond", zei ik, met een poging, om hartelijk te doen, „die trap hier deugt niets. Daarom ben ik maar zóó gekomen." „Meneer van Amstel", zei Arabella, „ik mag u wel, maar het recht gaat bo ven de sympathie. U zult zich aan de revolverproef moeten onderwerpen en den sprong in het duister moeten wagen!" Ik keek haar flink in de oogen en schoof ongemerkt naar de portières en juist toen Arabella haar Chineezen be duidde, dat ze me ik weet niet waar heen moesten brengen, voelde ik me door Joe Firehand den reeds beschre ven vinger in de hand duwen en het ge zicht daarvan deed Arabella inderdaad bezwijmen, juist zooals mij was voor speld* Onnoodig te zeggen, dat ik me haastte, te trachten, haat de linker schoen uit te trekken, maar die ramp zalige Chineezen hielden me vast. Een schonk haar een sterke Cats in en de vrouwelijke vampier kwam tot zichzelf. „Neem ine niet kwaiyk", zei ik, om dat ik natuurlijk een verklaring moest geven, „maar u moet bedenken, dat ik hier voor m'n vak oen en bovendien is het geen gewone politieagent, die bene den staat. „Al die uitvluchten geven je niets!" schreeuwde Arabella. Ze droeg haar schrikkelyken bynaam met eere. „Over een half uur sluit by jullie op de zettery de vorm en ik bedank er voor, vanavond haarfijn in de krant te lezen, hoe ik be wusteloos bon geraakt by het zien van een vinger van een ordinaire schoon maakster. Ik moet vóór dien tyd met u hebben afgerekend, meneer de kranten man!" Weer lachte ze den lach eens vam piers en gaf een teeken aan de Chinee zen, die zich onmiddellyk gereed maak ten, frikadellen van me te maken. Maar plotseling gingen de kaarsen uit. 't Was stikdonker en Joe Firehand kwam tusschen de gordijnen door, legde zijn hand op mijn schouder en zei: „Het is met Arabella afgeloopen. U kunt gerust heengaan!" Ik hield me slapende, om myn beulen te verschalken. Nogmaals zeide de stem achter my Het is afgeloopen. Gaat u maar heen!" Ik liet mij op den grond glyden, om te ontsnappen. „Groote hemel!" riep dezelfde stem. „Ga er nou niet by liggen! Meneer! 't Is uit! U kunt gerust heengaan!" Eerst toen slaagde de suppoost er in, mij wakker te krygen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent» per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS B ARTEL JORISSTR AAT 16 TELEFOON 10756 HOBBY VLOERWRIJVERS F125. ZILVEREN JUBILEUM R.K. JUVENAAT. F EESTVERGADERING. Ter gelegenheid van het zilveren ju bileum van het R.K. Juvenaat in het Bisdom Haarlem had Woensdagmiddag drie uur in het gebouw „Sint Bavo" een feestelijke samenkomst plaats, die zeer druk bezocht was. Te drie uur kwam de Bischop van Haarlem Z.D.H. Mgr. Aengenent de zaal binnen. Alle aanwezigen verhieven zich van hun zitplaatsen en zongen „Aan U, o Koning der Eeuwen", van Dr. H. Schaapman. De zang werd be geleid door de Haarlemsche Harmonie „3t. Caecilia". onder leiding van den heer J- Huyboom. Aan den Bisschop werd een bloemen hulde aangeboden door het Centraal Comité tot behartiging van RK. Pa- tronaatsbelangen in Nederland. Toen de Bisschop zijn zetel had in genomen, nam de voorzitter, de eerw. heer Deken Lucassen uit Bever- wyk het woord. Het was voor hem een groote vreugde, den Bisschop hier na mens het bestuur van het Juvenaat welkom te mogen heeten. „Wy zien in u", zei spreker, „den drager van het hoog ste kerkelijk gezag in het Bisdom Haar lem. Wij hebben allen gejuicht toen we vernamen, dat het ZH. den Paus be haagd had, u tot Bisschop van Haarlem te benoemen. Want wij kennen uw groote belangstelling voor het jeugdwerk; uw socialen zin; uw open oog voor de nooden van deze tyden en uw vaderlyk hart. Wy hopen tot in lengte van jaren van uw voorlichting en steun voor het georganiseerd jeugdwerk te mogen ge nieten". Tenslotte richtte spreker woorden van welkom tot de aanwezige geeste lijken en directeuren en vroegere be sturen van het Juvenaat. De Harmonie „St. Caecilia" bracht hierna een paar pittigenummers ten gehoore. Dadelijk daarop zong het knapenkoor van de Kathedrale Kerk St. Bavo eenige feestliederen, die met luid applaus werden beleend. Deken Lucassen hield hierop een her denkingsrede. Hij zette uiteen, dat het werk van het Juvenaat vruchtdragend voor Kerk en maatsohappy is geweest. Er is dus reden tot feestvieren, zei hy, want het Juvenaat heeft zich in deze 25 jaren' vele verdiensten verworven. Begonnen werd met enkele vereenigin- gen. Thans telt het Juvenaat 172 ver- eenigingen met 11.500 beschermelingen en duizenden leden. De steen, door de bouwlieden gestort, is tot een hoek steen geworden. Een dankbare herin nering zy hier gewijd aan hen, die den eersten stoot hebben gegeven tot stich ting van deze groote jeugdorganisatie; vooral aan wijlen Mgr. A. J. Callier, die ook zoo oneindig veel voor het patro- naatswerk heeft gedaan. Een eeresaluut bracht spreker aan allen, die tot den groei van het Juvenaat hadden byge- dragen. Hij herinnerde aan het doel van deze organisatie, namelijk de zedelijke en godsdienstige ontwikkeling van de jeugd. „Wie ons volgt", zei spreker, „blijft Christus trouw. De bestuurders zullen daarom blijven doorwerken tot heil van de m-aafcschappy. Ons jeugd werk kan aan alle tyden aanpassen. Dat de wensch van wylen Mgr. Callier vervuld moge worden: in elke parochie een patronaat. Dat het jeugdwerk tot groote ontwikkeling moge komen onder leiding van Mgr. Aengenent, wiens Bisschoppelijken zegen wij vragen". (Ap plaus) Mgr. Aengenent deelde mede, dat hij tot zyn groote spijt niet de ge- heele feestvergadering kon bywonen, om dat hij Donderdag noodzakelijk naar Den Haag moest gaan cm daar een nieuwe kerk in te wijden (Applaus). Spreker uite zyn buitengewoon groote dankbaarheid tot allen, die hun krachten aan het Juvenaat hebben gegeven; die 25 jaar lang hebben gewerkt aan den uitbouw en opbouw van het Juvenaat in het Bisdom Haarlem. Hij spoorde allen tot steeds grooteren werklust aan. „want bedenkt", zei hij, dat uw kinderen eenmaal uw rechters zullen zijn. Maar gy behoeft daar niet bevreesd voor te zijn. Integendeel, zy zullen u dankbaar zyn voor al het goede, dat u ze gegeven hebt. Ik wensch dan, dat het jeugd werk voortdurend en steeds meer tot ontwikkeling zal komen. God zal u daar zeker voor beloonen. Ik ben vaak vol bewondering voor het jeugdwerk van andersdenkenden, maar dat kan toch nooit halen bij het uwe, omdat bij hen ontbreekt de vaste grondslag van onzen godsdienst. Ik hoop dus, dat de gods dienstige vorming van onze jeugd altyd een eerste plaats op uw program mag innemen. En het patronaatswerk moet zich vooral ook over de verwaarloosde jeugd uitstrekken, want daarmee is het droevig gesteld. Dat heb ik bij mUn laatste bezoek aan Rotterdam nog ge constateerd. De godsdienstige vorming gaat daar by duizenden kinderen ver loren. Als de kinderen de patronaten gaan verlaten, moeten zy allen lid wor den van de RK. vakorganisaties. Dit VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1327 TELEFOONNUMMERS maar misschien is het beter dat zü het nog even Mientje roept na lang nadenken van boven da: het 12091 is moeder debatteert met Mientje dat zü zich ver gist met het nummer van de Kommeers Mientje ontkent dit en houdt vol dat het num. mer van de Kommers 11209 is I vader zoekt het intus- schen op in het boek en bevindt, dat zyn cor» spronkelüke veronder stelling juist was, (Nadruk verbodenJ acht ik dringend noodig. Alle Roomsche kinderen moeten aangesloten zyn aan de Roomsche organisaties". Mgr. Aengenent gaf tenslotte aan alle aanwezigen zijn Bisschoppelijken zegen. Met hetzelfde eerbetoon als by zyn binnenkomst verliet de Bisschop daarop de zaal wear. Na muziek en zang kreeg tenslotte de Zeereerw. heer Rector B. H. de Groot, te Amersfoort, voorzitter van het Centraal Comité tot behartiging van RK. Patronaatsbelangen in Neder land, het woord. Ook deze wees op de resultaten van het jeugdwerk in het Bisdom Haarlem en spoorde de aanwezi gen aan om op den ingeslagen weg voort te gaan tot heil van het toe komstige Roomsche volk. KANTONGERECHT. uitspraken. C. S. het als arbeider, voor wien in zegels moet worden betaald, niet op de daartoe gedane vordering de rentes kaart vertooncn aan den Raad van Ars beid f 5 subs. 5 dagen hechtenis. N. S. het als opkoopcr geen aantcckening. houden in het daartoe bestemde rgiss ter van opgekocht goed f 10 subs. 10 dagen hechtenis. L. N. overtreding van de invaliditeitswet 3 maal f 3 subs. 3 dagen hechtenis voor elke hoctc. W. v. d. Z. het nummer cn de letter van het motorrijtuig niet verlicht hebben en dit motorrijtuig niet behoorlijk vers licht hebben f 5 subs. 5 dagen hechte» nis. J. C. J. van B. overtreding van het Jam» en limonadebcsluit f 10 subs- 10 dagen hechtenis. J- C. J. van B. het te Haarlem afval van groenten op den openbaren weg achter laten f 3 subs. 3 dagen hechtenis. G. N. overtreding van het Broodbcsluit f 15 subs. 15 das gen hechtenis. X. Th. de R. overtre» ding van art. 437 Wetboek van Straf» recht. H. J. D. S. overtreding van art- 22 der Motor» cn Rijwiclwet f 30 subs. 30 dagen hechtenis. A- J. v. d. B. over» treding van dc Mollen» en Kikvorschcn wet f 50 subs. 50 dagen hechtenis. J. K. het na last daartoe een hond tongc< muilkorfd op den weg laten looncn f 10 subs. 10 dagen hechtenis. A- Th. v. d. G. overtreding der Arbeidswet f 8 subs. S dagen hechtenis. A. L. overtre» ding der verordening op den Kcurings» dienst f 10 subs. 10 dagen hechtenis. Ch. J. v. d. H. overtreding van het Motor» cn Rijwielreglcment f 10 subs. 10 dagen hechtenis. C. W. R overtre» ding van het Motor» cn Rywiclregle» ment f 2 subs 2 dagen hechtenis. A. W. C. L. K. overtreding der Spoorweg» wet, schuldig verklaard, zonder toe passing van straf. J. van S. het een rij» wiel niet voorzien hebben van luidklin» kende hel f 1 subs. 1 dag hechtenis, H. S. J. overtreding van art. 11 der Alg- pof. verord. f 3 subs. 3- 'da'fjen hechtenis. J. J. K. het als bestuurder van een vierwielig motorrijtuig daar: mede rijden met grootcre snelheid dan van 60 K.M. per uur f 10 subs, 10 dagen hechtenis. HET SCHILDERSBEDRIJF REGULARISATÏE EN WERK VERRUIMING. Bij het naderen van den winter ver zoekt het Plaatselijk Comité tot regula- risatie en werkverruiming in het schil- dersbedryf de heeren J. Vader, direc teur van den werkloosheidsdiens t en Jac. Gilling, respectievelijk voorzitter en secretaris ons het volgende onder de aandacht van het publiek te bren gen: Evenals andere jaren zal ongetwijfeld het naderende seizoen zyn invloed doen gelden op de gelegenheid tot werken van verschillende groepen van arbeiders, in het bijzonder bouwvakarbeiders. Is het misschien voor niet alle groepen even gemakkeiyk werk te behouden en 'e vinden, voor de schilders is althans de werkloosheid tot de kleinst mogeiyke proporties terug te brengen, indien het publiek waaronder hei comité niet al leen verstaat de burgercliëntèle van 'ie schilderspatroons, maar ook de over heid. de b:'*> verders van stichtingen en gestichten, de directies van particuliere instellingen, banken enz. daartoe de noodise medewerking zou willen vtrlee- nen. Reeds eenige jaren is het plaatseiyk comité alhier waar noodig in samenwer king met het landelü'k comité, bezig :e trachten hotzy door persooniyk bezoek. hetzy door het verspreiden van circu laires. hetzU door het aanplakken van platen enz. het publiek cp te wekken het schilderwerk, dat daarvoor in aan merking komt. gedurende den winter tc laten uitvoeren. In het byzonder geldt dit voor schilderwerkzaamheden bin nenshuis. „Electrisch licht en centrale verwarming", zoo luidt de tekst van een onzer platen, „maken mogeiyk dat ook in den wintertijd geschilderd kan wor den". „Laat uw huis in den winter van binnen schilderen; U helpt daardoor -1e werkloosheid bestrijden", staat op een andere plaat. Indien momenteel de noodige aan dacht wordt geschonken aan de moge lijkheid, om, waar het kan nog zooveel doeniyk bui ten-schilderwerk te l3tsr. verrichten, wordt daardoor ontslag van een aantal schilders zoo lang mogelijk voorkomen. Feit toch is. dat de schil der die thans buiten werk komt, niet zoo gemakkelijk weer iets vindt. Het Plaatselijk Comité doet daarom een dringend beroep op het publiek om in de eerste plaats thans nog zooveel mogelijk schilderwerk te doen uitvoe ren cn in de t-weede plaats om van den winter zooveel mogelijk binnen-schil derwerk te laten verrichten. JUBILEUM. 31 October hoopt de heer W Th P Timmers den dag te herdenken, waarop hy 25 jaar geleden in dienst trad van de H. A. V. Bank te Schiedam als agenf te Haarlem. Hij woont Beukenstraat 14 PERSONALIA Op verzoek is eervol ontslag ver leend als landmeter by het kadaster te Haarlem aan den heer W. den Hartogh. BIJBELTENTOONSTEL LING EN -CONFERENTIE. HET PROGRAMMA. De bybeltentconstcllmg die hier ge houden zal worden ln het Gemeentelijk Concertgebouw wordt op Maandagmid dag 29 October te 3 uur door Dr. M. F. van Lennep. voorzitter der afdeeling Haarlem van het Nederlandsch BUbel- Genootschap geopend. Verder spreekt dan ook Ds. C. J. van Paassen. Mej. Cor Vis zal liederen zingen. 's Avonds spreken Ds. J. W. Siertsema uit Haarlem en Ds. J, C. van Dijk uit Blcemendaal. Dinsdagmiddag spreken Ds. K. H. Wallien uit Weesp en Ds. W. van Lim- burgh uit Amsterdam, respectieveiyk se cretaris en voorzitter van de provinciale commissie van Noord-Holland van het Bijbelgenootschap. 's Avonds zullen ln de Geref. kerk aan de Ged. Oude Gracht als sprekers optreden Ds. D. E. Boeke. secretaris Binnenland van het BUbelgenootschap cn Ds. A. M. Boeyenga uit Haarlem. Dan zal de zangeres mej. B. de Vries haar medewerking verlcer.en. Woensdagmiddag treden op de heer L. J. van Wijk. alg. secretaris van het Bybelgenoo'.schap cn Dr. J. H. Bavlnck uit Heemstede. Woensdagavond hebben wegens den Hervormingsdag diensten plaats in de Groote kerk CDs. L. J. van Leeuwen cn Ds G. J. Waardenburg) en ln de Luther- sche kerk (Ds. D. Drijver). Op de tentoonstelling zullen ruim CO zeldzame bijbels te zien zfln, waaronder zijn exemplaren van dc Stadsbibliotheek, de firma Joh. Enschedé en Zonen, Prof. A. A. van Schelven en den heer A. J. Luitlng, koster, der Groote Kerk. SCHOTEN*S CHRISTELIJK KINDERKOOR. Schoten's Christ. Kinderkoor hoopt Dinsdagavond 30 October ln de Gem. Concertzaal. ter herdenking van zijn eerste lustrum, een concert te geven met medewerking van Schoten's Chr. Ge mengd koor. beide onder leiding van den heer Jac. Zwaan. Als solisten werken mede mej. Jeanne Bacllek (sopraan), Amsterdam <Dc Bo- heemschc Naohtegaal) en de heer Ph. J. Hoedemacker (tenor), Haarlem. De begeleiding is in handen van mej. Gró Geldorp (eerelld) en den heer Jac. Zwaan. INDUSTRIEELS TENTOONSTELLING Vereenlging Nederlandsch Fabrikaat afdeeling Haarlem en omstreken, deelt mede. dat van Woensdag 31 October tot en met Zaterdag 3 November in de Aula van de Hoogere Burgerschool met 5-j. cursus (a) aan dc Raaks een Indus- trieéle Tentoonstelling zal worden ge houden waar, meer ln het bijzonder voor de leerlingen, ln beknoptcn vorm een beeld zal worden gegeven van den aard en den omvang van dc Neder landsche Industrie. Dc tentoonstelling is dagelijks van 35 uur geopend. (Een verhaal van duistere krachten) uit het Engelsch van BERTRAM MITFORD 6) Zij woonden in een van de arbeiders woningen aan den anderen kant van den heuvel zoowat op een halve mijl af stand langs den straatweg. Dus ze komt niet? vroeg Mervyn. Vandaag zeker niet, was het ant woord, en misschien morgen ook wel niet! Dat kwam Mervyn uiterst onge» legen. Hoe kon hy den vreemdeling vrs-- gen te blijven logeerén, terwijl er nie mand in liuis was om zelfs een aardap pel te lcoken! En hij had er al zoo'n beetje op gerekend, dat de ander zou blijven, óndanks zyn onverklaarbaar in stinct van angst, dat hem gedurende zyn slapelooze uren beheersöht had. Kijk eens naar den vijver Joe! zei hij. Zie je dat wak in het ys. daar tus» schen die beide overhangende esschen? Wel, daar heb ik hem midden in den pacht uitgevisoht. Ik moest er de ladder hecnsleepen om het te kunnen doen die zullen we er straks moeten uithalen ook. Als ik die niet gehad had was hij vast en zeker verdronken. Dal zou hij zeker! Toen kwam het sterke en aangeboren wantrouwen, dat den meesten boeren eigen is, boven; wat moest hy daar cp het ys, midden in den naoht? Op een strooptocht misschien? Mervyn lachte. Nee hoor. een stroo.- per is liii in elk geval niet. En wat kan hy dan zyn? De klei ne oogjes van het oude boertje glom men van voldoening over wat hij als zijn eigen gevatheid beschouwde. Ik weet er niets van. Ik heb het hem niet gevraagd en hij heeft het me niet verteld nog niet. Het is niets aan een leelijke gewoonte om je mede- men schen uit te vragen. Dat is iets, wat ik nooit doe. De oude mam schudde, half minach tend, half medelijdend, het hoofd. Hij had op dat oogenblik geen hoogen dunk van het verstand van zijn meester. Menschen, die midden in den nacht op Plane-vijver op het ys te land komen, en dan nog niet eens zeggen, hoe ze er komen, en wat zy er te maken hadden, daax moet ik niet veel van hebben. Dat zeg ik maar, meneer! En de oude heer schudde het hoofd. Jy bent een slimme kerel. Joe, schertste Mervyn. Het is andere een klein kunstje om verdwaald te raken in deze streek, vooral midden in een hagel bui. Als die man nu eens een afsny-pad heeft genomen, en dacht, dat hy het ys wel kon oversteken, inplaats van rond er om heen te loopen. dan is het nog niet bewezen, dat hy iets minder goeds in den zin had. Vind je ook niet? Maar hierop verwaardigde de oude man zich niet te antwoorden. HU hield niet erg van grapjes, zooals de meest traag denkende menschen. Hy spuwde eens in zyn handen, nam den kruiwagen op, die hij was komen halen en reed er lang zaam mee weg. Zyn meester liep achter hem aan en zei van tijd tot tijd iets. Een paar varkens in een hok begonnen luid te knorren nu het verschijnen van een mensch hun een uitzicht op voer open de en daarbij voegde zich het gefladder en gekakel van de bewoners van het kippenhok, die ook dergeiyke verlangens koesterden. Reintje de vos is hier vast in de buurt geweest, grinnikte de oude Joe. neerziende op de talrijke sporen, die in de versche sneeuw ingedrukt waren. Gelukkig is dat kippengaas te taai geweest voor zijn melktanden. Hy is vast met een leege maag afgedropen! Dat brengt me op het idee, dat ik zelf ook wel trek in een hapje heb, Joe, lachte Mervyn. en hy keerde zich om, om naar huis te gaan Het werd nu ook laat genoeg vond liy. toen hy op zyn horloge gekeken had. Hij kon nu lang zamerhand zyn gast wel wekken. Hy ging door de achterdeur weer naar bin nen, luisterde een oogenblik en draaide toen voorzichtig de kruk van de deur om. De kamer lag nog in halfduister en op de divan zag hy den langen, sche- merigen omtrek van den vreemdeling. Hebt u geen zin om op te staan? vroeg Mervyn opgewekt. Maar er kwam geen antwoord, Toen ging hy naar het venster en trok het gordyn op Het licht stroomde de kamer binnen, het licht van een helderen vrtesmorgen, maar nog steeds bewoog die liggende ge, daante zich niet. Mervyn boog zich over hem en raakte even zyn schouder aan. Maar er kwam neg geen antwoord of beweging. Met een vreemde, snelle ingeving, die zyn eigen harteklop deed verenellen, sloeg hij de deken en de plaid terug, die de slager over zijn hoofd getrokken had, Hy had jas en vest uitgetrokken, ver der was hfi geheel gekleed. Op zyn ge zicht was een half verbaasde, half ver schrikte uitdrukking en de lippen waren even geopenden terwyi Mervyn zich over hem heenboog, werd zyn gezicht zoo moge-Ijk nog bleeker en zeker oven star als datgene, waar zyn blikken op rustten Want de onbekende en onverwachte ga^L de vreemdeling dien hy gered had uit de zwarte, nachtelijke diepten van den Plane Vijver, lag daar dood onder zijn oogen. HOOFDSTUK IV. Dc Sier met \"Uf Ponten Dood! Daaraan bestond geen twyfel. Mervyn raakte het gezicht aan Het was yskoud. Maar hoe ter wereld was dat gekomen? De man scheen volkomen ln orde, toen hy hem goedennacht gezegd had en naar zyn eigen kamer was ge gaan. Weer heelemaal zichzelf na een stevigen maaltyd en een hartigen dronk, had hy meer dan een uur, zoo genoegelyk, als het maar kon, zitten rooken en praten. De kamer was nog warm, het vuur nog niet eens heelemaal uitgebrand. Lieve hemel, hoe was zoo- lots mogelijk! Maar het was gebeurd, en wat nu ook eerst gebeuren moest, was Joe met het pony»karretje naar Glancc- hurst te sturen, ongeveer vUf mijlen ver. om een dokter te halen. Mervyn liep naar de deur. Maar voor hii die bereikt had noopte iets hem. om te kijken. Een haast onmerkbaar geluid had zfjn oor getroffen. Er was iets gevallen van de divan, waarop de doode man lag, iets dat een zwak métaal-geluid gegeven had. Het lag op den grond en het blonk, een klein voorwerpje. Hij raapte het op en terwyi hy er mee in zyn vingers stond in den winterzonneschijn, had John Mervyn Seward het gevoel alsof zijn haren ten berge rezen. Hy huiverde. terwijl zUn gezicht nog bleekor werd dan dat van den doode. Wel een minuut stond hy verdoofd naar het ding te staren, toen liep hU naar den schoor steenmantel en liet het in een van do razen van vreemd aardewerk vallen, die daar stonden -- Goede God! riep hy uit. Dat ding en juist nu! De oude knecht was in de keuken. Wel, wat is er aan de hand, me neer? riep Joe, toen hij het ontstelde uiterlijk van zyn meneer zag. U ziet er uit alsof u een geest gezien hebt! Nou ik heb iets gezien, dat daar heel dicht by komt. een doode! Des te boter! was het onverwachte antwoord van den boer. Eenmaal moeten wc toch allemaal sterven, en wat je zoo "s nachts hoort rondscharre» len, zonder dat Je hot kimt zien, zooals hier in dit huis ook wel voorkomt, nu maar, dat vind Ik heel wat erger dan een gewoon lijk! En meneer, wie mag die dooie dan wel zijn? Niemand anders dan de vreemde ling. dien ik vannacht uit den vijver ge haald heb. Ik heb hem daar üi de ka» mer lekker ondergestopt achtergelaten en vanmorgen vind ik hem terug zoo dood als een pier. (Wordt vervolgd.)'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 13