HAARLEM'S DAGBLAD
H. D. VERTELLINGEN
STADSNIEUWS
FLITSEN
FEUILLETON.
Het Mysterie van Heath Hover
DONDERDAG 25 OCT. 1928VIERDE BLAD
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
De Filmredacteur
door F. VAN AM STEL.
De pers was uitgenoodigd bij het'
proefdraaien van een nieuwe film „Ara
bella, de vrouwelijke vampier" en ik had
mij midden op den dag naar de zaal be
geven. Het was warm. De gemakkelijke
stoel en de duisternis maakten me sla
perig en ik had moeite, myn oogen
open te houden, terwijl ik op het gevoel
een paar aanteekeningen krabbelde
Het was een mooie, duidelijke film,
zoodat ik niet de minste moeite had, in
den meneer, die daar Op het Place de
1' Opéra flaneerde, mezelf te herkennen.
Hola, daar had de brandweer me
bijna omver gereden! Dat die lui ook
niet harder bellen! Wat een haast ook!
't Zal vast loos alarm zijn! Maar met
dat al zouden ze maar aardig over je
heen schuiven. Waar zou die brand zijn?
Ah, daar kwam een politieagent aan.
Die moest het me maar eens vertellen.
Ik maakte den diender dus deelgenoot
van mijn weetlust. De agent keek mij
aan, lachte me in m'n gezicht uit en-liep
door me heen.
„Zeg er eens even", zei ik, en met een
vluggen greep had ik mijn perskaart te
pakken, „als je van plan bent, het mij
onaangenaam te maken heb je hier het
bewijs, dat de burgemeester je gebiedt,
versta je: gebiedt, mij alle mogelijke
faciliteiten te verschaffen. Nummer
347821! Mooi, vrind, ik heb je genoteerd
en vanavond gaat er per ijlbode een
brief aan meneer Hans over deze be
handeling, die een aanfluiting is vah
de Nederlandsche pers!"
De agent lachte weer, nam toen zijn
roode pruik van 't hoofd en plukte zijn
baard van 0e kin en ik keek in 't
schrander gelaat van Minister Kan.
„Hou me niet op met je praatjes",
fluisterde hij me toe. „Ik ben op dienst
reis. Geheim. Diep ambtsgeheim. Mor
gen komt alles in een Oranjeboek. Kun
je men even helpen?"
,,'t Zal me aangenaam zijn", brab
belde ik.
„Mooi. Ga dan die deur daar binnen
van dat huis met die dubbele schaduw,
loop de trap op naar de bovenste ver
dieping en laat je vermooi'den."
,,'k Heb een vrouw en kinderen", zei
ik, „en uw Staats-ongelukken-verzeke-
ring is nog niet aangenomen."
„Komt terecht", zei de Minister
kortaf, Ga gerust naar boven. In de
kamer met het valluik zit Arabella. Ze
weet niet, dat Joe Firehand achter de
gordijnen staat met een afgesneden
menschenvinger. Als ze dien ziet zal ze
in zwijm vallen. Trek haar dan vlug
haar linkersohoen uit. De hak is hol eh
er zit een fototoestelletje in. Dat moet
ik hebben, maar natuurlijk voordat de
brandweer terug is.
De film bleef heel duidelijk. Ik zag
mezelf op de deur toestappen en aan
bellen. Meteen viel de deur achterover
en ik stond in de vestibule. TegenoV^r
me stonden twee Chineezen.
„Neem me niet kwalijk", maar woont
hier Arabella? Ik ben van Amstel, van
de krant en ik kom me laten vermoor
den. We hebben op de redactie een te
lefoontje van haar gehad, ziet u!"
De Chineezen bogen als knipmessen
en waren plotseling verdwenen. Ik liet
me daar niet door uit het veld slaan,
maar begon de trap te beklimmen. Goe
de hemel, wat een trappen! Klim je
niet zoo heb je niet. En naast mij schoot
in een liftkoker een lift omhoog, waarin
ik de twee langstaarten zag zitten.
Ik hijgde van moeheid ik woon in
een benedenhuis en heb aanleg voor
asthma en ging een luchtje scheppen
voor het raam van de twaalfde verdie
ping. Tot mijn verbazing bemerkte ik,
dat ik nog gelijkvloers was.
„Dat wil ik graag gelooven" zei de
werkster van de Redactielokalen, die
plotseling naast me stond. U bent hier
in. Yokohama moet u bedenken!
doen hier sterk aan de vierde dimensie
en hebben u telkens zonder dat u het
merkte, een verdieping achteruit gezet.
En wees maar blij toe, want als u boven
komt, in de kamer met het valluik, gaat
u er aan!"
„Daar is 't me juist om te doen", zei
ik. „want je moet weten, dat Joe Fire
hand achter de gordijnen staat, met een
afgesneden menschenvinger."
„Of ik 't weet", mompelde de goede
ziel treurig, ,,'k heb niet voor niks een
lappie orn. m'n hand!"
„Arme stumper", zei ik geroerd. „Hier
■heb je,een kwartje. Ga naar huis. Voor
vandaag heb je vrijaf."
„Dank u, meneer van Amstel", zei ze,
„maar luister nu naar goeden raad en
ga er vandoor. Denk aan je gezin."
Een goed woord vindt by my steeds
een goede plaats. Ik stak mijn been dus
door het venster. Blikskaters, *t was
toch hooger dan ik dacht. Zakte de
straat of steeg mijn zitplaats? Raar, erg
raar. Toch maar naar buitenwat 'z
dat? Val ik of zweef ik of vlieg ik?
Wacht, op myn linkerzij en nu met een
soepelen crawlslag vooruit!
Daar vloog ik! Maar vliegen hou Je
niet lang uit. Je merkt gauw, dat een
mensch minder energie tot zyn beschik
king heeft dan een vogel. Naar beneden
dan maar! Maar dat dalen is ook al een
ingewikkelde kwestie. Ik had berekend,
dat ik zou landen bij een limonade
tentje en het geviel, dat ik neer kwam
naast het dak van een huis en aan een
goot bleef hangen. Die dakgoot kwam
me bekend voor. Precies, hier had die
vreemde politieagent ook zoo naar staan
kijken. Daar stond hy zoowaar nog be
neden, tegen 't hek van de Métro aan
geleund. Hallo! wat zegt u Excellentie?"
O, ja, de kamer met het valluik en de
linkerschoen! Ik zal er aan denken.1"
Ha, eindeiyk zou ik dan in het vertrek
rondzien, waar de snoode Arabella, de
vrouwelijke demon haar gruweldaden
bedreef. Ik stak myn been in een lucht
koker. Meer behoefde ik niet te doen,
want onmiddellijk hingen er een paar
Chineezen aan en gezamenlijk rolden
we het vertrek binnen.
Aan een tafel zat Arabella. Het ver
trek was donker en werd door twee
kaarsen verlicht. De vrouwelijke vampier
prikte met een gouden dolk gaatjes in
het ochtendblad.
„Ook goeien avond", zei ik, met een
poging, om hartelijk te doen, „die trap
hier deugt niets. Daarom ben ik maar
zóó gekomen."
„Meneer van Amstel", zei Arabella,
„ik mag u wel, maar het recht gaat bo
ven de sympathie. U zult zich aan de
revolverproef moeten onderwerpen en
den sprong in het duister moeten
wagen!"
Ik keek haar flink in de oogen en
schoof ongemerkt naar de portières en
juist toen Arabella haar Chineezen be
duidde, dat ze me ik weet niet waar
heen moesten brengen, voelde ik me
door Joe Firehand den reeds beschre
ven vinger in de hand duwen en het ge
zicht daarvan deed Arabella inderdaad
bezwijmen, juist zooals mij was voor
speld* Onnoodig te zeggen, dat ik me
haastte, te trachten, haat de linker
schoen uit te trekken, maar die ramp
zalige Chineezen hielden me vast. Een
schonk haar een sterke Cats in en de
vrouwelijke vampier kwam tot zichzelf.
„Neem ine niet kwaiyk", zei ik, om
dat ik natuurlijk een verklaring moest
geven, „maar u moet bedenken, dat ik
hier voor m'n vak oen en bovendien is
het geen gewone politieagent, die bene
den staat.
„Al die uitvluchten geven je niets!"
schreeuwde Arabella. Ze droeg haar
schrikkelyken bynaam met eere. „Over
een half uur sluit by jullie op de zettery
de vorm en ik bedank er voor, vanavond
haarfijn in de krant te lezen, hoe ik be
wusteloos bon geraakt by het zien van
een vinger van een ordinaire schoon
maakster. Ik moet vóór dien tyd met u
hebben afgerekend, meneer de kranten
man!"
Weer lachte ze den lach eens vam
piers en gaf een teeken aan de Chinee
zen, die zich onmiddellyk gereed maak
ten, frikadellen van me te maken.
Maar plotseling gingen de kaarsen
uit. 't Was stikdonker en Joe Firehand
kwam tusschen de gordijnen door, legde
zijn hand op mijn schouder en zei:
„Het is met Arabella afgeloopen. U
kunt gerust heengaan!"
Ik hield me slapende, om myn beulen
te verschalken.
Nogmaals zeide de stem achter my
Het is afgeloopen. Gaat u maar heen!"
Ik liet mij op den grond glyden, om
te ontsnappen.
„Groote hemel!" riep dezelfde stem.
„Ga er nou niet by liggen! Meneer!
't Is uit! U kunt gerust heengaan!"
Eerst toen slaagde de suppoost er in,
mij wakker te krygen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent» per regel.
Stofzuigerhuis MAERTENS
B ARTEL JORISSTR AAT 16
TELEFOON 10756
HOBBY VLOERWRIJVERS F125.
ZILVEREN JUBILEUM
R.K. JUVENAAT.
F EESTVERGADERING.
Ter gelegenheid van het zilveren ju
bileum van het R.K. Juvenaat in het
Bisdom Haarlem had Woensdagmiddag
drie uur in het gebouw „Sint Bavo" een
feestelijke samenkomst plaats, die zeer
druk bezocht was.
Te drie uur kwam de Bischop van
Haarlem Z.D.H. Mgr. Aengenent de
zaal binnen. Alle aanwezigen verhieven
zich van hun zitplaatsen en zongen
„Aan U, o Koning der Eeuwen", van
Dr. H. Schaapman. De zang werd be
geleid door de Haarlemsche Harmonie
„3t. Caecilia". onder leiding van den
heer J- Huyboom.
Aan den Bisschop werd een bloemen
hulde aangeboden door het Centraal
Comité tot behartiging van RK. Pa-
tronaatsbelangen in Nederland.
Toen de Bisschop zijn zetel had in
genomen, nam de voorzitter, de eerw.
heer Deken Lucassen uit Bever-
wyk het woord. Het was voor hem een
groote vreugde, den Bisschop hier na
mens het bestuur van het Juvenaat
welkom te mogen heeten. „Wy zien in u",
zei spreker, „den drager van het hoog
ste kerkelijk gezag in het Bisdom Haar
lem. Wij hebben allen gejuicht toen we
vernamen, dat het ZH. den Paus be
haagd had, u tot Bisschop van Haarlem
te benoemen. Want wij kennen uw groote
belangstelling voor het jeugdwerk; uw
socialen zin; uw open oog voor de
nooden van deze tyden en uw vaderlyk
hart. Wy hopen tot in lengte van jaren
van uw voorlichting en steun voor het
georganiseerd jeugdwerk te mogen ge
nieten".
Tenslotte richtte spreker woorden
van welkom tot de aanwezige geeste
lijken en directeuren en vroegere be
sturen van het Juvenaat.
De Harmonie „St. Caecilia" bracht
hierna een paar pittigenummers ten
gehoore. Dadelijk daarop zong het
knapenkoor van de Kathedrale Kerk
St. Bavo eenige feestliederen, die met
luid applaus werden beleend.
Deken Lucassen hield hierop een her
denkingsrede. Hij zette uiteen, dat het
werk van het Juvenaat vruchtdragend
voor Kerk en maatsohappy is geweest.
Er is dus reden tot feestvieren, zei hy,
want het Juvenaat heeft zich in deze
25 jaren' vele verdiensten verworven.
Begonnen werd met enkele vereenigin-
gen. Thans telt het Juvenaat 172 ver-
eenigingen met 11.500 beschermelingen
en duizenden leden. De steen, door de
bouwlieden gestort, is tot een hoek
steen geworden. Een dankbare herin
nering zy hier gewijd aan hen, die den
eersten stoot hebben gegeven tot stich
ting van deze groote jeugdorganisatie;
vooral aan wijlen Mgr. A. J. Callier, die
ook zoo oneindig veel voor het patro-
naatswerk heeft gedaan. Een eeresaluut
bracht spreker aan allen, die tot den
groei van het Juvenaat hadden byge-
dragen. Hij herinnerde aan het doel van
deze organisatie, namelijk de zedelijke
en godsdienstige ontwikkeling van de
jeugd. „Wie ons volgt", zei spreker,
„blijft Christus trouw. De bestuurders
zullen daarom blijven doorwerken tot
heil van de m-aafcschappy. Ons jeugd
werk kan aan alle tyden aanpassen.
Dat de wensch van wylen Mgr. Callier
vervuld moge worden: in elke parochie
een patronaat. Dat het jeugdwerk tot
groote ontwikkeling moge komen onder
leiding van Mgr. Aengenent, wiens
Bisschoppelijken zegen wij vragen". (Ap
plaus)
Mgr. Aengenent deelde mede,
dat hij tot zyn groote spijt niet de ge-
heele feestvergadering kon bywonen, om
dat hij Donderdag noodzakelijk naar
Den Haag moest gaan cm daar een
nieuwe kerk in te wijden (Applaus).
Spreker uite zyn buitengewoon groote
dankbaarheid tot allen, die hun krachten
aan het Juvenaat hebben gegeven; die
25 jaar lang hebben gewerkt aan den
uitbouw en opbouw van het Juvenaat
in het Bisdom Haarlem. Hij spoorde
allen tot steeds grooteren werklust aan.
„want bedenkt", zei hij, dat uw kinderen
eenmaal uw rechters zullen zijn. Maar
gy behoeft daar niet bevreesd voor te
zijn. Integendeel, zy zullen u dankbaar
zyn voor al het goede, dat u ze gegeven
hebt. Ik wensch dan, dat het jeugd
werk voortdurend en steeds meer tot
ontwikkeling zal komen. God zal u daar
zeker voor beloonen. Ik ben vaak vol
bewondering voor het jeugdwerk van
andersdenkenden, maar dat kan toch
nooit halen bij het uwe, omdat bij hen
ontbreekt de vaste grondslag van onzen
godsdienst. Ik hoop dus, dat de gods
dienstige vorming van onze jeugd altyd
een eerste plaats op uw program mag
innemen. En het patronaatswerk moet
zich vooral ook over de verwaarloosde
jeugd uitstrekken, want daarmee is het
droevig gesteld. Dat heb ik bij mUn
laatste bezoek aan Rotterdam nog ge
constateerd. De godsdienstige vorming
gaat daar by duizenden kinderen ver
loren. Als de kinderen de patronaten
gaan verlaten, moeten zy allen lid wor
den van de RK. vakorganisaties. Dit
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1327
TELEFOONNUMMERS
maar misschien is het
beter dat zü het nog even
Mientje roept na lang
nadenken van boven da:
het 12091 is
moeder debatteert met
Mientje dat zü zich ver
gist met het nummer
van de Kommeers
Mientje ontkent dit en
houdt vol dat het num.
mer van de Kommers
11209 is
I vader zoekt het intus-
schen op in het boek en
bevindt, dat zyn cor»
spronkelüke veronder
stelling juist was,
(Nadruk verbodenJ
acht ik dringend noodig. Alle Roomsche
kinderen moeten aangesloten zyn aan
de Roomsche organisaties".
Mgr. Aengenent gaf tenslotte aan alle
aanwezigen zijn Bisschoppelijken zegen.
Met hetzelfde eerbetoon als by zyn
binnenkomst verliet de Bisschop daarop
de zaal wear.
Na muziek en zang kreeg tenslotte
de Zeereerw. heer Rector B. H. de
Groot, te Amersfoort, voorzitter van
het Centraal Comité tot behartiging
van RK. Patronaatsbelangen in Neder
land, het woord. Ook deze wees op de
resultaten van het jeugdwerk in het
Bisdom Haarlem en spoorde de aanwezi
gen aan om op den ingeslagen weg
voort te gaan tot heil van het toe
komstige Roomsche volk.
KANTONGERECHT.
uitspraken.
C. S. het als arbeider, voor wien in
zegels moet worden betaald, niet op
de daartoe gedane vordering de rentes
kaart vertooncn aan den Raad van Ars
beid f 5 subs. 5 dagen hechtenis. N. S.
het als opkoopcr geen aantcckening.
houden in het daartoe bestemde rgiss
ter van opgekocht goed f 10 subs. 10
dagen hechtenis. L. N. overtreding van
de invaliditeitswet 3 maal f 3 subs. 3
dagen hechtenis voor elke hoctc. W.
v. d. Z. het nummer cn de letter van
het motorrijtuig niet verlicht hebben
en dit motorrijtuig niet behoorlijk vers
licht hebben f 5 subs. 5 dagen hechte»
nis. J. C. J. van B. overtreding van
het Jam» en limonadebcsluit f 10 subs-
10 dagen hechtenis. J- C. J. van B. het
te Haarlem afval van groenten op den
openbaren weg achter laten f 3 subs.
3 dagen hechtenis. G. N. overtreding
van het Broodbcsluit f 15 subs. 15 das
gen hechtenis. X. Th. de R. overtre»
ding van art. 437 Wetboek van Straf»
recht. H. J. D. S. overtreding van art-
22 der Motor» cn Rijwiclwet f 30 subs.
30 dagen hechtenis. A- J. v. d. B. over»
treding van dc Mollen» en Kikvorschcn
wet f 50 subs. 50 dagen hechtenis. J. K.
het na last daartoe een hond tongc<
muilkorfd op den weg laten looncn f 10
subs. 10 dagen hechtenis. A- Th. v. d.
G. overtreding der Arbeidswet f 8
subs. S dagen hechtenis. A. L. overtre»
ding der verordening op den Kcurings»
dienst f 10 subs. 10 dagen hechtenis.
Ch. J. v. d. H. overtreding van het
Motor» cn Rijwielreglcment f 10 subs.
10 dagen hechtenis. C. W. R overtre»
ding van het Motor» cn Rywiclregle»
ment f 2 subs 2 dagen hechtenis. A.
W. C. L. K. overtreding der Spoorweg»
wet, schuldig verklaard, zonder toe
passing van straf. J. van S. het een rij»
wiel niet voorzien hebben van luidklin»
kende hel f 1 subs. 1 dag hechtenis,
H. S. J. overtreding van art. 11 der
Alg- pof. verord. f 3 subs. 3- 'da'fjen
hechtenis. J. J. K. het als bestuurder
van een vierwielig motorrijtuig daar:
mede rijden met grootcre snelheid dan
van 60 K.M. per uur f 10 subs, 10
dagen hechtenis.
HET SCHILDERSBEDRIJF
REGULARISATÏE EN WERK
VERRUIMING.
Bij het naderen van den winter ver
zoekt het Plaatselijk Comité tot regula-
risatie en werkverruiming in het schil-
dersbedryf de heeren J. Vader, direc
teur van den werkloosheidsdiens t en
Jac. Gilling, respectievelijk voorzitter
en secretaris ons het volgende onder
de aandacht van het publiek te bren
gen:
Evenals andere jaren zal ongetwijfeld
het naderende seizoen zyn invloed doen
gelden op de gelegenheid tot werken van
verschillende groepen van arbeiders, in
het bijzonder bouwvakarbeiders. Is het
misschien voor niet alle groepen even
gemakkeiyk werk te behouden en 'e
vinden, voor de schilders is althans de
werkloosheid tot de kleinst mogeiyke
proporties terug te brengen, indien het
publiek waaronder hei comité niet al
leen verstaat de burgercliëntèle van 'ie
schilderspatroons, maar ook de over
heid. de b:'*> verders van stichtingen en
gestichten, de directies van particuliere
instellingen, banken enz. daartoe de
noodise medewerking zou willen vtrlee-
nen.
Reeds eenige jaren is het plaatseiyk
comité alhier waar noodig in samenwer
king met het landelü'k comité, bezig :e
trachten hotzy door persooniyk bezoek.
hetzy door het verspreiden van circu
laires. hetzU door het aanplakken van
platen enz. het publiek cp te wekken
het schilderwerk, dat daarvoor in aan
merking komt. gedurende den winter tc
laten uitvoeren. In het byzonder geldt
dit voor schilderwerkzaamheden bin
nenshuis. „Electrisch licht en centrale
verwarming", zoo luidt de tekst van een
onzer platen, „maken mogeiyk dat ook
in den wintertijd geschilderd kan wor
den". „Laat uw huis in den winter van
binnen schilderen; U helpt daardoor -1e
werkloosheid bestrijden", staat op een
andere plaat.
Indien momenteel de noodige aan
dacht wordt geschonken aan de moge
lijkheid, om, waar het kan nog zooveel
doeniyk bui ten-schilderwerk te l3tsr.
verrichten, wordt daardoor ontslag van
een aantal schilders zoo lang mogelijk
voorkomen. Feit toch is. dat de schil
der die thans buiten werk komt, niet
zoo gemakkelijk weer iets vindt.
Het Plaatselijk Comité doet daarom
een dringend beroep op het publiek om
in de eerste plaats thans nog zooveel
mogelijk schilderwerk te doen uitvoe
ren cn in de t-weede plaats om van den
winter zooveel mogelijk binnen-schil
derwerk te laten verrichten.
JUBILEUM.
31 October hoopt de heer W Th P
Timmers den dag te herdenken, waarop
hy 25 jaar geleden in dienst trad van
de H. A. V. Bank te Schiedam als agenf
te Haarlem. Hij woont Beukenstraat 14
PERSONALIA
Op verzoek is eervol ontslag ver
leend als landmeter by het kadaster te
Haarlem aan den heer W. den Hartogh.
BIJBELTENTOONSTEL
LING EN -CONFERENTIE.
HET PROGRAMMA.
De bybeltentconstcllmg die hier ge
houden zal worden ln het Gemeentelijk
Concertgebouw wordt op Maandagmid
dag 29 October te 3 uur door Dr. M. F.
van Lennep. voorzitter der afdeeling
Haarlem van het Nederlandsch BUbel-
Genootschap geopend. Verder spreekt
dan ook Ds. C. J. van Paassen. Mej. Cor
Vis zal liederen zingen.
's Avonds spreken Ds. J. W. Siertsema
uit Haarlem en Ds. J, C. van Dijk uit
Blcemendaal.
Dinsdagmiddag spreken Ds. K. H.
Wallien uit Weesp en Ds. W. van Lim-
burgh uit Amsterdam, respectieveiyk se
cretaris en voorzitter van de provinciale
commissie van Noord-Holland van het
Bijbelgenootschap.
's Avonds zullen ln de Geref. kerk
aan de Ged. Oude Gracht als sprekers
optreden Ds. D. E. Boeke. secretaris
Binnenland van het BUbelgenootschap
cn Ds. A. M. Boeyenga uit Haarlem. Dan
zal de zangeres mej. B. de Vries haar
medewerking verlcer.en.
Woensdagmiddag treden op de heer
L. J. van Wijk. alg. secretaris van het
Bybelgenoo'.schap cn Dr. J. H. Bavlnck
uit Heemstede.
Woensdagavond hebben wegens den
Hervormingsdag diensten plaats in de
Groote kerk CDs. L. J. van Leeuwen cn
Ds G. J. Waardenburg) en ln de Luther-
sche kerk (Ds. D. Drijver).
Op de tentoonstelling zullen ruim CO
zeldzame bijbels te zien zfln, waaronder
zijn exemplaren van dc Stadsbibliotheek,
de firma Joh. Enschedé en Zonen, Prof.
A. A. van Schelven en den heer A. J.
Luitlng, koster, der Groote Kerk.
SCHOTEN*S CHRISTELIJK
KINDERKOOR.
Schoten's Christ. Kinderkoor hoopt
Dinsdagavond 30 October ln de Gem.
Concertzaal. ter herdenking van zijn
eerste lustrum, een concert te geven met
medewerking van Schoten's Chr. Ge
mengd koor. beide onder leiding van den
heer Jac. Zwaan.
Als solisten werken mede mej. Jeanne
Bacllek (sopraan), Amsterdam <Dc Bo-
heemschc Naohtegaal) en de heer Ph.
J. Hoedemacker (tenor), Haarlem. De
begeleiding is in handen van mej. Gró
Geldorp (eerelld) en den heer Jac.
Zwaan.
INDUSTRIEELS TENTOONSTELLING
Vereenlging Nederlandsch Fabrikaat
afdeeling Haarlem en omstreken, deelt
mede. dat van Woensdag 31 October tot
en met Zaterdag 3 November in de Aula
van de Hoogere Burgerschool met 5-j.
cursus (a) aan dc Raaks een Indus-
trieéle Tentoonstelling zal worden ge
houden waar, meer ln het bijzonder
voor de leerlingen, ln beknoptcn vorm
een beeld zal worden gegeven van den
aard en den omvang van dc Neder
landsche Industrie.
Dc tentoonstelling is dagelijks van
35 uur geopend.
(Een verhaal van duistere krachten)
uit het Engelsch van
BERTRAM MITFORD
6)
Zij woonden in een van de arbeiders
woningen aan den anderen kant van
den heuvel zoowat op een halve mijl af
stand langs den straatweg.
Dus ze komt niet? vroeg Mervyn.
Vandaag zeker niet, was het ant
woord, en misschien morgen ook wel
niet! Dat kwam Mervyn uiterst onge»
legen. Hoe kon hy den vreemdeling vrs--
gen te blijven logeerén, terwijl er nie
mand in liuis was om zelfs een aardap
pel te lcoken! En hij had er al zoo'n
beetje op gerekend, dat de ander zou
blijven, óndanks zyn onverklaarbaar in
stinct van angst, dat hem gedurende
zyn slapelooze uren beheersöht had.
Kijk eens naar den vijver Joe! zei
hij. Zie je dat wak in het ys. daar tus»
schen die beide overhangende esschen?
Wel, daar heb ik hem midden in den
pacht uitgevisoht. Ik moest er de ladder
hecnsleepen om het te kunnen doen
die zullen we er straks moeten uithalen
ook. Als ik die niet gehad had was hij
vast en zeker verdronken.
Dal zou hij zeker!
Toen kwam het sterke en aangeboren
wantrouwen, dat den meesten boeren
eigen is, boven; wat moest hy daar
cp het ys, midden in den naoht? Op
een strooptocht misschien?
Mervyn lachte. Nee hoor. een stroo.-
per is liii in elk geval niet.
En wat kan hy dan zyn? De klei
ne oogjes van het oude boertje glom
men van voldoening over wat hij als
zijn eigen gevatheid beschouwde.
Ik weet er niets van. Ik heb het
hem niet gevraagd en hij heeft het me
niet verteld nog niet. Het is niets
aan een leelijke gewoonte om je mede-
men schen uit te vragen. Dat is iets, wat
ik nooit doe.
De oude mam schudde, half minach
tend, half medelijdend, het hoofd. Hij
had op dat oogenblik geen hoogen dunk
van het verstand van zijn meester.
Menschen, die midden in den nacht
op Plane-vijver op het ys te land komen,
en dan nog niet eens zeggen, hoe ze er
komen, en wat zy er te maken hadden,
daax moet ik niet veel van hebben. Dat
zeg ik maar, meneer! En de oude heer
schudde het hoofd.
Jy bent een slimme kerel. Joe,
schertste Mervyn. Het is andere een
klein kunstje om verdwaald te raken in
deze streek, vooral midden in een hagel
bui. Als die man nu eens een afsny-pad
heeft genomen, en dacht, dat hy het ys
wel kon oversteken, inplaats van rond
er om heen te loopen. dan is het nog
niet bewezen, dat hy iets minder goeds
in den zin had. Vind je ook niet?
Maar hierop verwaardigde de oude man
zich niet te antwoorden. HU hield niet
erg van grapjes, zooals de meest traag
denkende menschen. Hy spuwde eens in
zyn handen, nam den kruiwagen op, die
hij was komen halen en reed er lang
zaam mee weg. Zyn meester liep achter
hem aan en zei van tijd tot tijd iets. Een
paar varkens in een hok begonnen luid
te knorren nu het verschijnen van een
mensch hun een uitzicht op voer open
de en daarbij voegde zich het gefladder
en gekakel van de bewoners van het
kippenhok, die ook dergeiyke verlangens
koesterden.
Reintje de vos is hier vast in de
buurt geweest, grinnikte de oude Joe.
neerziende op de talrijke sporen, die in
de versche sneeuw ingedrukt waren.
Gelukkig is dat kippengaas te taai
geweest voor zijn melktanden. Hy is vast
met een leege maag afgedropen!
Dat brengt me op het idee, dat ik
zelf ook wel trek in een hapje heb, Joe,
lachte Mervyn. en hy keerde zich om,
om naar huis te gaan Het werd nu ook
laat genoeg vond liy. toen hy op zyn
horloge gekeken had. Hij kon nu lang
zamerhand zyn gast wel wekken. Hy
ging door de achterdeur weer naar bin
nen, luisterde een oogenblik en draaide
toen voorzichtig de kruk van de deur
om. De kamer lag nog in halfduister en
op de divan zag hy den langen, sche-
merigen omtrek van den vreemdeling.
Hebt u geen zin om op te staan?
vroeg Mervyn opgewekt. Maar er kwam
geen antwoord, Toen ging hy naar het
venster en trok het gordyn op
Het licht stroomde de kamer binnen,
het licht van een helderen vrtesmorgen,
maar nog steeds bewoog die liggende ge,
daante zich niet. Mervyn boog zich over
hem en raakte even zyn schouder aan.
Maar er kwam neg geen antwoord of
beweging.
Met een vreemde, snelle ingeving, die
zyn eigen harteklop deed verenellen,
sloeg hij de deken en de plaid terug, die
de slager over zijn hoofd getrokken had,
Hy had jas en vest uitgetrokken, ver
der was hfi geheel gekleed. Op zyn ge
zicht was een half verbaasde, half ver
schrikte uitdrukking en de lippen waren
even geopenden terwyi Mervyn zich
over hem heenboog, werd zyn gezicht
zoo moge-Ijk nog bleeker en zeker oven
star als datgene, waar zyn blikken op
rustten
Want de onbekende en onverwachte
ga^L de vreemdeling dien hy gered had
uit de zwarte, nachtelijke diepten van
den Plane Vijver, lag daar dood onder
zijn oogen.
HOOFDSTUK IV.
Dc Sier met \"Uf Ponten
Dood! Daaraan bestond geen twyfel.
Mervyn raakte het gezicht aan Het was
yskoud. Maar hoe ter wereld was dat
gekomen? De man scheen volkomen ln
orde, toen hy hem goedennacht gezegd
had en naar zyn eigen kamer was ge
gaan. Weer heelemaal zichzelf na een
stevigen maaltyd en een hartigen
dronk, had hy meer dan een uur, zoo
genoegelyk, als het maar kon, zitten
rooken en praten. De kamer was nog
warm, het vuur nog niet eens heelemaal
uitgebrand. Lieve hemel, hoe was zoo-
lots mogelijk! Maar het was gebeurd, en
wat nu ook eerst gebeuren moest, was
Joe met het pony»karretje naar Glancc-
hurst te sturen, ongeveer vUf mijlen ver.
om een dokter te halen. Mervyn liep
naar de deur. Maar voor hii die bereikt
had noopte iets hem. om te kijken. Een
haast onmerkbaar geluid had zfjn oor
getroffen. Er was iets gevallen van de
divan, waarop de doode man lag, iets
dat een zwak métaal-geluid gegeven
had. Het lag op den grond en het blonk,
een klein voorwerpje. Hij raapte het op
en terwyi hy er mee in zyn vingers
stond in den winterzonneschijn, had
John Mervyn Seward het gevoel alsof
zijn haren ten berge rezen. Hy huiverde.
terwijl zUn gezicht nog bleekor werd
dan dat van den doode. Wel een minuut
stond hy verdoofd naar het ding te
staren, toen liep hU naar den schoor
steenmantel en liet het in een van do
razen van vreemd aardewerk vallen, die
daar stonden
-- Goede God! riep hy uit. Dat ding
en juist nu!
De oude knecht was in de keuken.
Wel, wat is er aan de hand, me
neer? riep Joe, toen hij het ontstelde
uiterlijk van zyn meneer zag. U ziet
er uit alsof u een geest gezien hebt!
Nou ik heb iets gezien, dat daar
heel dicht by komt. een doode!
Des te boter! was het onverwachte
antwoord van den boer. Eenmaal
moeten wc toch allemaal sterven, en
wat je zoo "s nachts hoort rondscharre»
len, zonder dat Je hot kimt zien, zooals
hier in dit huis ook wel voorkomt, nu
maar, dat vind Ik heel wat erger dan
een gewoon lijk!
En meneer, wie mag die dooie dan
wel zijn?
Niemand anders dan de vreemde
ling. dien ik vannacht uit den vijver ge
haald heb. Ik heb hem daar üi de ka»
mer lekker ondergestopt achtergelaten
en vanmorgen vind ik hem terug zoo
dood als een pier.
(Wordt vervolgd.)'