verkeer eren pele op" ZATERDAG 27 OCTOBER 1928 HAARLEM'S DAGBLAD Wy leven schichtig tusschen de raderen van het verkeer. Zij ijjSHEl die werken, arbeiden met regelmaat van lo- i comotiefwielen. zij die denken, peinzen met onverzettelijkheid van wil, die gesymboliseerd wordt door den stagen gang der krukassen, hoe men het verkeer nog sneller kan maken. Steeds hooger wordt het tempo opgevoerd en steeds kleiner worden de afstanden. Waar is de Jules Verae van heden, die het verkeer van morgen durft voor spellen? agent gesticuleerde, en de chauffeur van een vrachtauto lachte. dat steeds sneller en onweerstaan- j baarder ons meesleept langs de ma- cadamwegen van het noodlot. (Want 1 het zijn geen paden meer. De paden I van het noodlot worden niet meer betreden. Die zyn dichtgegroeid door het gewas der vergetelheid). En het noodlot holt voort achter Hispano Suisa's aan, met snelwentelende loco- motiefwielen mee, of het jaagt achter den propeller van een vliegtuigmotor aan. De moderne cinéast filmt het verkeer op de Place de 1 Opera in Parijs, hy versnelt de reproductie, draait het tafereel een slag in de rondte, en laat dwars door den chaos heen het peinzende gelaat van een vrouw staren. En aldus geeft hij te kennen hoe net woelt en jaagt- achter het onbewogen witte voor hoofd, de starende oogen. Of hij foto grafeert den reiziger gedoken in de kussens van een appartiment der Orient express die schijnbaar rustig naar het voorbij zwevende landschap staart. Slechts de regelmatig terugkeerende flits van de telegraafpaal is het eenige nerveuze accent in het filmtafereel. Dan knippert de reiziger telkens even met de oogleden. Doch allengs zakt dit beeld weg tusschen de bliksemsnel werkende zui- gerstangen van den loco- a- 'W\-' motief, die over de witte j*i|w rails jakkert. En wij weten wM^ÊÊËÊÊÊL:-. zonder de film verdei' te ken- nen dac de man den voortsnellenden trein, aan een - hevige emotie ten prooi is. VERKEER. De agent draaide zich vol waardigheid om, en gelastte Terug met die auto! Tot ieders verbazing, en in het bijzonder tot die der da mes, gehoorzaamde het Jk wagentje onmiddel- ok lijk en schoot op gffm. z'n onverwachtst en °P zn on~ voorbereidst. via den stoep, BPfilL naar HBIIP:,, de Is bang voor de politie; Geen mensch. die aan den rol is. mag Zooals hy zelf wil, rijden. Langs lijnen van geleidlijkheld. Moet hij zich laten leiden; Een machtig man met witte hand. Beslist wie er zal voorgaan. Hij zet ons naar believen stop En zegt wie er mag doorgaan; De wet voor menschen aan den rol Is: allen zijn gelijken, Geen onderscheid van rang en stand, Van armen en van rijken; En dat is goed er is geen plaats. Voor dienaars en voor heeren. Wij moeten allemaal gelijk, In het verkeer verkeeren; En menschen, die voor dit parool, De vlag niet willen strijken. Zijn spoedig geen gelijken meer. Maar heel wat erger ïyken. De mensch die op de aard verkeert. In deze drukke tyden. Kan de verkeering in 't verkeer. Geen oogenblik vermyden. Of hy dan auto ryat of fiets. Een handkar duwt met nering. Of in een kinderwagen ligt-, Hy is al in verkeering; De houding is van man en vrouw, In het verkeer verschillend. De wouw is vaak recalcitrant, De man is meer goedwillend. De vrouw denkt en soms zegt ze 't ook: 'k Laat me niet koejeneeren. Ik wil en dat gaat niemand aan, Op mijn manier verkeeren; Een man, nou vraag ik je, een man, Die mij wil commandeeren. Zoo, met een simpel handgebaar, Dat moet hy eens probeer en; De man is anders als een vrouw. Verkeersagent zou spelen, Gehoorzaamden wij zeker nog, Gedweeër haar bevelen; Een wouw, met wie 'k dit punt besprak, Gaf deze definitie: Een wouw is moedig, maar een man Ook wy hebben het verkeer van alle kanten bekeken. Ook van net standpunt van een wurm. Want de fotograaf plaat ste zyn toestel op de straatkeien of op den trottoirband. En ook van het stand punt van een reus. Want hy klom naar een vyfde etage om het Damrak in vo gelvlucht te zien. en de perspectivische foto te maken, die midden op deze pagi na zoo verassend rutchbaan-achtlg vastloopt in den massalen sleeperswa gen, met de dampende stoere paarden, die onverstoorbaar, rechttoe, rechtaan den kippendrift der stalen carossen ten spijt voorwaarts streven. De spie ren en strengen strak. De groote foto, die de basis vormt van deze pagina is ook in hooge mate illustratief en karakteristiek. Het is na- tuurlyk weer een wouw, die met ware doodsverachting (een wouw als deze doet geen naiviteit meer veronderstel len) juist oversteekt, op het moment dat de verkeersagent het stopbord doet draaien. Voorts vestigen wy u aandacht op de tram geheel rechts en de auto daar naast op den voorgrond, en vragen u in gemoede of u het mogelyk acht dat tus schen deze beide voertuigen, nog een auto zich zou kunnen dringen. Zege u niet neen. Want er bevindt er zich daar inderdaad een. De wielen zyn juist nog zichtbaar l Als vader Brero ons kon zien, Dan zou hy constateeren. Ik heb het niet verkeerd gehad; 't Kan inderdaad verkeeren. Dit zyn weliswaar min of of meer lugubere grapjes, maar zy zyn toch heel wat suggestiever dan de ingetogene bor den met het sim- En nu de moraal? De moraal van deze beschou wing vindt u lezer m het ryni van P. Gasus Hij die zich niet onvoor- En de cinéast ziet het verkeer si op honderd en één manieren. Hy W ziet het door een bolle lens, door de be- wasemde ruiten van een wereldsch restau- rant, door de kletsnatte druipende ramen van een etalagekast, - als weerschyn op den spiegelruit van een draaiende 'tochtdeur. Hij heeft het verkeer noodig om er stemmingen mee uit te beelden. stoplyn terug, Toen het stop bord omklapte, weigerde de opstandige. De da-mes werden steeds rooder. Thans vloekte de chauffeur van de vracht auto, zoo verschrikkelijk; dat wy blozend van schaamte onzen weg vervolgden. Het woord verkeer moge u dan al een rilling bezorgen (wy. moeten u er helaas, iederen dag mee .bombardeeren) de foto's op deze pagina zullen u ondanks u zelve boeien. Zij openen andere perspectieven dan die op verkeersregeling, verkeersongelukken, en verkeerspolitie. Zy jeremxeeren niet zoo als die 1001 berichtjes dat jaar in, jaar uit doen. Zij zyn merkwaardig, zy zyn tempo, zij zyn zinnebéëld. Dus nu nog .eenmaal „verkeer" en dan nooit meer! Of wilt u ontkennen dat deze illustra ties u boeien? Wilt u ontkennen, dat het suggestieve automobielen perspectief, dat als een mechanische cascade het Damrak af komt zetten en zich eindelyk als een moderne gletscher stort op het statige tweespan, de paarden, uw aandacht onmiddeilyk heeft getrok ken? En als u ons verder volgen wilt, dan zult u zien dat het verkeer ook wel interessant kan zyn. Zelfs in de couraixt. En humoristisch. Humoristisch byvoor- beeld zijn de passieve de lyózame deel nemers aan het verkeer. Er zyn lieden die rijden, en lieden die gereden wor den. Tot de eerste categorie behooren ■in den regel de leden van het mani/e- lyk, tot de tweede gemeenlyk die van het vrouwelyk geslacht. Een chauffeur rijdt zyn wagen, een wagen rijdt echter .zyn chauffeuse. Dat blykt op drukke punten in de groote s'ad. Dat blykt uit de foto in den rechter bovenhoek dezer pagina. Een foto die niet getrucqueerd is, en waarvan de beschrijving die hier onder volgt, historisch is. En dit geval staat niet alleen. „Ach, zei ons de ver keersagent, hoe dikwijls wordt het ver keer ontwricht, door lieve vrouwenhan den, die argelooze sturen streelend mis leiden, door kleine vrouwenvoeten, d;e onschuldige gas- en rempedalen, listig betreden. Het vrouwelijk raffine ment, en de vrouwelijke intuïtie hebben al heel wat verkeersknoopen doen ont staan!" Wy hebben het zelf bygewoond dat een pittig wagentje tegen de sluwe vrouwelyke tyrannie in op stand kwam. de stoplyn passeerde toen dat niet mocht, het stopbord negeer- de, en den verkeersagent niet fÊtfoj? zag- De dame aan het stuur kreeg een j - 4 kleur, de verkeers o Er was een tyd dac men in een dili gence klom, om van Amsterdam naar Parijs te reizen. Dan liet men eerst zijn testament maken, de premie voor ne levensverzekering werd vervijfvoudigd en u nam afscheid (onder tranen) van alle nabije en verre verwanten Hw „Geen enkele snelheidsbepcr- Jni king". Volgens deskundigen moet dit sys teem zeer goed HHs werken. Het geeft den auto bestuurders do vriJheJjJrïbo snel te rUden. als zy verkiezen, tcr- wyi zy natuur- BL ïyk vanzelf in de steden en dorpen de noo- dige voorzich tigheid zullen betrachten. Zonder te behoeven te ver- wyzen naar groene of roode bordjes, kan de Amerikaan- sche politie In cl'.- geval oogenblikkeiyk optreden. En dit is niet de eenige toepas sing van de suggestie die van het verkeer uit gaat. Het tooneel, zoomin als de lettter- kunde, hebben zich aan dien machti gen invloed kunnen onttrekken. De Oceaanstoomer en de middernacht express verschenen als bewegend décor op het tooneel. Schreef Maurice Deko- bra niet zijn Madonna of the sleepings? Staat Pallieter niet met stomheid gesla gen, als hy een vliegmachine ziet? En toch de mensch is in niets veranderd. Hy is dezelfde gebleven. Hy heeft zich slechts aangepast aan het onweerstaan bare verkeer. Zie hem byvoorbeeld eens. dien koetsier van het aftandsche post- koestje. In hem steekt nog den geest van den klassieken postillon. Hij slaapt! Hij slaapt op het Damrak. Aan zyn rechteroor jammert een claxon, jamme ren zestien claxons. Hy hoort het niet Een tram giert voorby. Hij hoort het niet. Hy slaapt. Aan zijn linkeroor gilt een courantenverkoopster: Wiener und Berliner Tageblatt, alles von heute, alles neu; English papers to day. Hij hoort het niet. Hij slaapt. Zyn paard (één der weinig overgeblevenen) ketst met hét harde yzer van het voorbeen op het asphalt. Een enorme vrachtauto met massieve banden ratelt langs hem heen. Hy hoort het niet. Hy slaapt. Maar als zijn maat, beneden op het trottoir zon der stemverheffing zegt.: „vooruit maar weer!" dan schrikt hij wakker, ver schuift zyn pruim, en pakt de leidsels En zoo deed in zyn tyd de schippersknecht als hy de Ës loopplank van de trek schuit binnenhaalde. Ei' was een tyd dat de gezellige roef van de trekschuit zoo hoog was aangeslagen, als thans een eerste klasse coupp van de Mitropa, of de Etoile du Nord, of (waarom niet) den gondel van een Zeppelin. Maar de roef van de trek schuit is verdwenen, verslonden, in de draaikolken van de negentiende en dé twintigste eeuw. Thans zijn er de snel- verkeerswegen en de boulevards, die op hun ruggen millioenen auto's hebben te dragen. waardelyk onderwerpt aan den wil van den verkeersregelaar loopt groote kans om van een geiyke onder zijn mede- menschen tot een ïyk onder z'n mede- menschen te worden. In dien zin geven de Amerikanen ons zulke origineele en lakonieke adviezen, die (geïllustreerd) den roekeloozen auto mobilist in vriendeiyke maar besliste termen de kortste wegen wijzen naar ziekenhuizen en begraafplaatsen. „Als u hier sneller dan 30 K.M. per uur wilt rijden weet dan het dichtstbyzijnde hos pitaal een uur gaans hier van daan ligt. Of: Overtreedt de maximum snelheid en gij zult kennis maken met ons nieuw en uitstekend ingericht politiebureau Of: Heeft u haast, rydt dan tc hard. op het kerkhof is nog plaats genoeg; en met eenige varianten: ons kerkhof is buitengewoon fraai, en: op ons kerkhof kunt u uitrusten schrift: gevaariyke Z-bocht. Vooral om dat de Amerikaansche waarschuwingen geconterfeit zyn op geweldig groote borden voorzien van zeer afschrikwek kende symbolen, als daar zyn, de dood, de zeis, de zandlooper, de brancard enz. In navolging op de plakkaten die de Yankee's bezigen, hebben wy in Neder land de aanplakbiljetten gekregen die de gevaren van het snelverkeer, voor onvoorzichtige voetgangers en wiel rijders in levendige kleuren inderdaad, illustreerden. Zy werden geplakt op muren van openbare gebouwen in Amsterdam. Deze prenten waren echter meer realistisch dan humoristisch, en wij betwyfelen het zeer of zy het ge- wenschteeffect gesorteerd hebben De staat Michigan heeft daarentegen weer een heel ander middel toegepast. Aan de grens van dit gebied staat na melijk een bord met het opschrift: Opmerkelyk is het hoe het verkeer geredelyk een geweldig ding, een mach tige organisatie, een dwingende factor is geworden. Ook in de wereld van de kunst. Denk eens aan de moderne film makers. In hun oogen is het, het zicht en hoorbare rhythme van dezen koortsi- gen tyd. Zy fotografeeren het straat gewoel op honderd manieren, van het standpunt van een wurm (van beneden naaT boven) en van het standpunt van een reus, (van boven loodrecht naar beneden), over- in- en op elkaar, is het in hun werken het f symbool van jfip de eeuwige |g,g| dorst naar f i meer, naar het leven En lezer, nu zyn wy uit geput over het verkeer. Na deze verkeersorgie. wij belo ven het u. zullen wy u lan gen tyd met het verkeer sparen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 11