De verwording van het waterpolospel BILJARTEN DAMMEN. OM HET WERELDKAMPIOENSCHAP. SCHIETEN. III UW DAMRUBRIEK. HENGELEN. SCHAAKRUBRIEK. I P I! i i m i W: i m AÜ) iü ÜH if m A - - III! m 8 IP O a De hoofdredacteur heeft mü verzocht mijn meening eens te willen kenbaar maken over de verwording in het water, polospel. Door hem en anderen zijn daarover reeds zeer goede artikelen ge, publiceerd In dit blad en in de Revue der Sporten, zii het dan ook, dat niet allen van meening zijn. dat van „ver wording" mag worden gesproken. Waar men het echter wel eenparig over eens is, dat is, dat het waterpolo tegenwoor dig zoodanig gespeeld wordt, dat er iets gedaan moet worden om er de hoog n nodige verbetering in te brengen. De wijze, waarop de wedstriiden in deze sport worden gespeeld, is zeer weinig in overeenstemming met de opvattingen die men in goede sportsmen zoo gaarne ziet en waardeert. Er wordt veelal zeer ruw gespeeld, ja soms Is een wedstrijd een aaneenschakeling van vechtpartijen in het water, en het is dus niet te ver wonderen. dat men. nu de toestanden zich langzaam en geleidelijk tot de te genwoordige hebben ontwikkeld, zich be. glnt af te vragen: Hoe komt dat? En wat kunnen wij daartegen doen? Om die eerste vraag te beantwoorden, komt men vanzelf tot een andere vraag n.l. wat zijn die walcrpolospelers eigen: lijk voor menschen? Ziin die anders dan andere sportbeoefenaars? En dan geloof lk, dat men daar veilig op antwoorden kan. dat de gemiddelde polospeler niet anders is dan de gemiddelde beoefenaar van welke andere sport ook Maar wan neer dat zoo is. waarom vinden wij dan niet dezelfde of althans overeenkomsti ge toestanden in andere sporten? O zijn ze daar evengoed te vinden? Nu ge beurt er in lederen sportwedstrijd, op welk gebied ook, wel eens iets. dat niet correct is. maar ik durf toch wel zeggen dat ruwheid en uitingen van onsportief voelen in geen enkele sport zoo aan den dag treden als bij waterpolo. Wanneer wij dan mogen aannemen, dat de be oefenaars van verschillende takken van sport in geestesgesteldheid niet zoozeer verschillen, dan zullen wil er wel niet al te ver naast zijn, wanneer wil de uitin.- gen van ruwheid en onsportiviteit bij het polospel toeschrijven aan de om 6tand:gheid, dat nóch de scheidsrechter, nóch de medespelers, nóch het publiek duidelijk kunnen constateeren, wat zich onder water afspeelt. Natrappen is niet te zien. evenmin of een speler zicli onder water laat zakken geheel vrijwil lig, om den scheidsrechter den indruk te geven alsof een speler van de tegen- party hem aan de beenen heeft getrok ken. om zoodoende het voordeel van een vrijen worp te verkrijgen. Wii weten nu eenmaal, dat bij wedstrijden de harts, tochten ontketend worden, vooral wan neer het rangnummer in de competitie in het geding komt De spelers zullen zich dus moeten be- heerschen en dat zal des te eerder ge beuren. wanneer zij weten, dat een zee: groot aantal oogen op hen gevestigd li en al hun bewegingen volgt. Alleen de minst gebreidelden zullen zich onder cile omstandigheden nog wel eens ver geten. Zoo komt het wel eens voor dat op een voetbalveld voor het oog van duizenden toeschouwers een speler zich aan ruw en incorrect snel schuldig maakt, maar dan wordt lui op hetzelfde oogenblik uitgefloten en in alle grootc en kleine bladen en sportperiodieken wordt zijn optreden afgekeurd. Hierin ls' een krachtige rem voor de spelers go- legen. om al te zeer aan impulsieve gevoelens» toe te geven Deze rem valt voor de polospelers bijna geheel weg; men kan bij wedstriiden in dit spel zeer veel leelijke dingen doen, zonder dat iemand c-r iets van ziet. Ik weet eigen lijk geen enkele sport, die zoo ruim de gelegenheid daartoe biedt als waterpolo. Alleen schermen geeft wel eens maar dan in veel mindere mate iets over eenkomstigs te zien. Er is echter neg een groot verschil, want bij schermen wordt de moeilijkheid dan verplaatst naar de secondanten Ik herinner mij schermwedstrljden, waarbij de ruzies en onaangenaamheden niet van de lucht waren. De bewegingen in het schermen worden zoo snol uitgevoerd, dat alleen zeer geoefenden die kunnen volgen. Zoo Ls het dan ook niet uitgesloten, dat de secondanten gebruik makende van die omstandigheden voor een partij, die zij gaarne in het voordeel zien. onjuiste be slissingen nemen. Echter, toestanden zooals bi) waterpolo bijna regel zijn ge worden. behoeven hier toch niet ge vreesd te worden De vraag is nu: wat kunnen wij ter verbetering doen? In de eerste plaats de leiding alleen maar toevertrouwen n an scheidsrechters, die zonder aanzien des persoons hun beslissingen durven nemen. Nog afgezien van de vraag of dergelijke arbiters in voldoende hoe» veelheid beschikbaar ziin. moet toch in het oog worden gehouden dat zij slechts kunnen optreden tegen hetgeen zij met zekerheid constateeren of met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk heid uit de sit.uat.le kunnen afleiden. Met de beste scheidsrechters, die res pect en ontzag bij de spelers zouden hebben, is de moeilijkheid dan ook nog maar voor een klein deel opgelost. Het veranderen van de spelregels is eveneens als maatregel aanbevolen Daar kan ik voor voelen: dit lijkt mij zelfs de eenige maatregel, die resultaten kan afwerpen in gunstlgen zin. Wan neer de reglementen zoodanig gewijzigd kunnen worden, dat er meer beweging in de spelers komt, dat het positie-spel tot de uitzonderingen gaat behooren. dan heeft men een belangrijke oorzaak, een hoofdfactor voor de onregelmatighe; den weggenomen. Ik zou er evenwel be zwaren tegen hebben de regels voor ons land alleen te herzien, omdat wij ons daarmede in een uitzonderingspositie plaatsen. Het streven tot intemationali- seering van de reglementen in alle tak ken van sport mag m i. niet worden aangetast. Dus Internationaal of niet! De geef echter grif toe. dat zoo'n offi- cieele herziening heel wat tiid kost, ge. stcld al, dat. men er toe zou willen over gaan. De drang daartoe zou dan nog heel wat sterkei- moeten worden, en niet alleen uit ons land moeten komen. En toch zie lk hierin den oenigen weg ter verbetering. Ten slotte iets over het opvoeden van do spelers in meer sportieve en edeler opvattingen. Ook dit geneesmiddel is genoemd, maar daar verwacht ik niets van. althans niet als snelwerkend mla- del. Opvoeden ls het gunstig beïnvloeden var. sujetten door menschen. zooal niet zelf geheel zonder fouten, maar dan toch van hooge levensopvatting, die door hun voorbeeld eerbied afdwingend, door middel van een veelvuldig en nauw contact. Wie staan er zoo tegenover de polospelers? De scheidsrechters niet en evenmin de leden der vereenlgingsbe- sturen of de trainers. Zij kunnen niet de intieme sfeer scheppen, die noodig is voor het móeiiyke werk der opvoeding, of liever, zij hebben daartoe de gele, genheid niet. Opvoeden is prachtig, het moet overal op aangename wijze wor den nagestreefd, maar in de vereent- gingen gaat dat niet. De polospelers moeten die opvoeding elders opdoen, en dan is het een kwestie van jaren en jaren. Zoo zie ik dan ook de eenige mogelijkheid in herziening van het spel- reglement, maar dan internationaal H. L. WARNIER, Bijschrift. De heer Warnier en ondergeteekende blijken vrijwel dezelfde inzichten over de zaak te hebben. Beiden zien wij het eenige afdoende middel in een herziening van de spelregels. Als hij zegt „maar dan internationaal" ben ik het ook met hem eens. Dat zou verreweg het beste zijn. Maar als dat niet lukken mocht, als het buitenland niet wil meewerken, wat dan? Moeten wij dan de bestaande verwor ding laten voortwoekeren, ten nadeele van het spel en tot anti-propaganda van de zwemsport, of moeten wij alleen han delen? Voor mij is de keus niet moeilijk: ik prefereer het laatste verre. Belangwekkend zijn vooral 's heeren Warnier's opmerkingen omtrent de on mogelijkheid van het opvoeden der spe lers tot sportiever opvattingen. Van meer dan éen zijde is dit reeds bepleit. Ik ver wacht er ook niets van. Hoe wil men het doen? M.i. zal dat „opvoeden tot be ter mentaliteit" slechts een phrase kun nen blijven. Laten wij toch de practische werkelijkheid in het oog blijven houden, en niet schroomen om te erkennen dat. nu de toestand eenmaal mis is. alleen krachtige maatregelen tot verbetering kunnen leiden. Polo heeft behoefte aan „een nieuw leven". Ik begrijp wel dat men er niet dadelijk toe zal besluiten, dat er heel wat verzet zal zijn ook, maar tenslotte zal het toch wel gebeuren. Om dat het moet. R. P. MASSAKAMP D. E. S.HAARLEM- NOORD Vrijdagavond zijn de laatste partijen in dezen spannenden wedstrijd in het clublokaal van D. E. S. gespeeld. Het eerst traden in het strijdperk de matadors van beide vereenigingen, van Trigb (Haarlem-Noord) en de Foeljaegor (D. E. S.) Laatstgenoemde speelde we der een schitterende party. De volgen de series werden voor hem genoteerd: 60, 37, 32, 23, 20, 20, enz. De Haarlem- Noord-speler was geheel overmeesterd en bracht er weinig van terecht, waardoor hij stukken achter raakte. Toen de Foel- jaeger de partij van 300 caramboles uit maakte, stond zijn partner pas op 60 in 29 beurten, zoodat de oud-kampioen met een gemiddelde van 10.34 speelde (cadre) Daarna speelden Koopman Haarlem - Noord) en Ronde (D. E. S.) een span nende partij. In het begin liep Ronde wat uit en behield zijn voorsprong tot het einde. Toen hij de 110 punten bij een had, noteerde Koopman met voor gift 104 in 36 beurten. Ten slotte speelden nog Vader (Haar lem-Noord) en Tabbers (D. E. S.) Beiden speelden een goede party, die een zeer spannend verloop had. Aan het einde liep Tabbers wat uit. waardoor hy het eerst de 175 caramboles cadre vol had. Zijn tegenstander noteerde 171 in 41 beurten. Deze drie winstpartijen konden even wel niet verhoeden, dat Haarlem-Noord zegevierend uit dezen massakamp te voorschijn kwam. De algeheele stand was: D. E. S. 4684 caramboles. Haarlem Noord 4943. Alzoo een verschil van 259 caramboles. Door dezen uitslag kreeg Haarlem- Noord den kostbaren Kenau-beker voor een jaar in bezit. De beker voor de verliezende club, ge schonken door den heer Bosch, biljart fabrikant hier ter stede, werd nu eigen dom van D. E. S. De moyennepryzen werden gewonnen door H. Kuiper (D. E. S.) en K. Mur (Haarlem-Noord) de seriepryzen door Lubbers (D. E. S.) en Broertjes (Haar lem Noord). Door de voorzitters van beide vereeni gingen werden korte, toepasselijke toe spraken gehouden. JUBILEUMWEDSTRIJDEN D. E. S. In deze zeer belangrijke tournooi zul len bij de opening op a.s. Dinsdagavond tegen elkaar spelen in Hotel „Hof van Holland" aan de Groote Markt de bil- jartvereenging „Benoord enhet IJ" uit Amsterdam met de spelers: H. de Goede F. W. J. Wickenhagen, J. J. Gerstel, J. Veffer, A. Nieweg en A. Polak, de bil- jartvereeniging D. E. S. met D. A. de Foeljaeger, A. G. Lubbers, P. Mienis, A. Brauckman, A. Tabbers en P. A. Huy- boom. (Van onzen medewerker.) Haarl. Kaderlandstorm- vereeniging „Kennemerland". Op Zaterdag 10 November zal de Haarlemsche Kaderlandstormvereeni- ging Kennemerland haar jaarlykschen feestavond houden in de bovenzalen van café Brinkmann, aan de Groote Markt. Begonnen zal worden met de opvoe ring van een vroolijken twee-acter: „Een nieuwe manier van poffen", van D. B. van Heuven. ingestudeerd onder leiding van den heer J- van Domme len. Muziek en dans zullen natuurlijk een groot deel van den avond in beslag nemen, terwijl enkele attracties nog na der in het programma worden vermeld. G. A. BROEKMAN KL. HOUTWEG 5 llllll TELEFOON 12225 KLEERMAKER De laatste ronde. 1 Wij komen nog even terug op de langst aangebleven party uit de laatste ronde, namelijk die tusschen onzen landgenoot Herman de Jongh en den Franschman Marcel Bonnard. In ver band met de huldiging van den we reldkampioen, welke na afloop van de laatste partij zou plaats vinden, was de toeloop van het publiek zeer groot. De militiezaal was tot in de uiterste hoeken gevuld met een enthousiaste menschen- menigte; zelfs op stoelen en tafels ston den de belangstellenden geduldig het einde van deze laatste partij af te wach ten. Onder deze omstandigheden werd de titanenstrijd uitgestreden. Vooral deze party vormde een waardig slot van dit mooie tournooi, want in den ge- heelen wedstrijd hebben wü niet zoo vinnig om de overwinning zien strijden als tusschen deze beide meesters. Bo vendien schiep het feit dat Bonnard door te winnen definitief den 2en prijs zou behalen en Herin, de Jongh door een overwinning den 2en prijs zou dee- len met den Franschen dokter Moli- mard, een zenuwachtige stemming in de zaal. Zou Holland er ook in slagen de 2de plaats te bezetten (zy het dan ook gelyk met Dr. Molimard)? Het was een imposant gezicht deze beide meesters achter het bord te zien strijden. Herman de Jongh geheel voor overgebogen met de beide duimen in zijn ooren, om toch maar vooral rustig te kunnen denken en de Fransch man zenuwachtig heen en weer schui felende op zijn stoel, met fonkelende oogjes en een kleur van opgewonden heid. De spanning was groot. Wel had de Hollander een betere stelling, doch zou het voordeel wel voldoende zijn om te winnen? Lang duurde het eer de Hollander ge zet had; de spanning steeg met de mi nuut. Toen De Jongh na een reeks mooie zetten de winststelling geformeerd had, was het nog slechts een kwestie van tijd om de Hollandsche overwinning tot een feit te maken. Het was toen echter reeds 11 uur en de vele damliefhebbers uit de provincie werden zenuwachtig, omdat zy, alvorens hun laatste trein verbinding te nemen, toch nog zoo gaai ne deel zouden nemen aan de huldiging van den held van dit tournooi, den nieu wen wereldkampioen! Bonnard was aan zet en zat reeds een kwartier te den ken! Tot plotseling de Franschman Hei-man de Jongh de hand reikte en de party opgaf. Het hierop volgende applaus was oor- verdoovend; de Hollander had van alle zijden gelukwenschen in ontvangst te nemen. De Jongh deelde hierdoor den 2den prijs met Dr. Alfred Molimard en heeft in het geheele tournooi slechts één par- tij verloren. De huldiging. Na afloop dezer party verzamelden het bestuur van den Ned. Dam-bond en de juryleden zich op het podium, terwijl de spelers en hun dames voor het po dium plaats namen. De president van den Ned. Dambond, Mr. Simon de Jong. nam het woord om den nieuwen wereldkampioen in welge kozen bewoordingen te huldigen. Steeds meer bloemen werden aangedragen en teen tenslotte den wereldkampioen een groote lauwerkrans om den hals gehan gen werd, stonden allen als één man overeind; aan het applaus scheen schier geen einde te komen. Het was voor de aanwezigen een on vergetelijk moment. Na de huldiging van den wereldkam pioen werden ook de overige deelne mers door Mr. de Jong toegesproken (de Fransche deelnemers in 't Fransch). Marcel Bonnard dankte namens de Fransche deelnemers voor de gebrachte hulde. Naar „American". Het was ruim 12 uur toen de spelers, bestuursleden en juryleden zich met hun dames naar buiten begaven om met een tiental taxi's naar het American-hotel gebracht te worden, waar het tournooi op waardige wijze gesloten zou worden. De feestelyk versierde zaal in het American-hotel bood een mooien in druk! De groote tafel was rykelyk met bloemen versierd, terwijl in het midden van de tafel een groote taart was op gesteld in den vorm van een dambord met daarop den eindstand: uit de par ty Springer-Bonnard (de partij waarin Springer den titel behaalde). Deze at tentie van de directie van het Ameri can-hotel werd door den wereldkam pioen op hoogen prijs gesteld. Mr. Simon de Jong presideerde de ta- feL Aanwezig waren alle spelers, het volledige bestuur van den Nederl. Dam bond, en de juryleden. Een souper, afgewisseld door muziek en mysterieuze toeren van een gooche laar. hield de aanwezigen tot het aan breken van den dag bijeen. Natuurlijk werden vele speeches gehouden, waar bij de Fransche meesters Bonnard er Belard blyk gaven, behalve de dam- kunst ook de kunst der welsprekendheid te verstaan. De stemming was heel prettig; onder algemcene hilariteit vroeg Weiss verlof om enkele goocheltoeren te mogen ver richten. Natuurlyb werd dit onder luid applaus toegestaan; wy moeten eerlyk bekennen dat wy met verbazing heb ben toegekeken hoe Weiss met kurken, kaarten en geldstukken allerlei goo cheltoeren verrichtte. Een schenking voor Weiss. Groot enthousiasme verwekte de me- dedeeling van Mr. Simon de Jong, dat een onbekend Nederlandsch damspeler hem een bedrag van 100 had ter hand gesteld om dit te overhandigen aa.n den veteraan Isidore Weiss, als blijk van bewondering voor diens spel In het af- geloopen tournooi. Weiss was hierdoor zichtbaar aangedaan. Het deed hem goed, dat hy zelfs hier in Holland be wonderaars telt en hij verzocht dan ook aan Mr. de Jong. zyn dank aan den onbekenden schenker te willen over brengen. Ter afwisseling van het souper maak ten de aanwezigen een dansje. Dr. Moli- mard was bijzonder in zyn schik dat hy er toch nog in geslaagd was den tweeden prys met Herman de Jongh te deelen; zoo ernstig als hy gedurende het geheele tournooi had zitten spelen, zoo vrooUjk was hij thans aan 't feest vieren. Een sportieve daad van Dr. Molimard. De tafelpresident deed mededeeling. dat Dr. Molimard een bedrag had be schikbaar gesteld om hiervan medailles te laten vervaardigen voor alle deelne mers, die geen prijs gewonnen hadden. Een onbedaarlijk applaus bewees, dat deze sportieve daad van den sympathie ken Franschman naar waarde werd ge schat. Toen het daglicht reeds kwam. had eindelyk het afscheid plaats. Vooral de Franschen waren verrukt over de groo te hartelykheid van hun Hollandsche sportvrienden. Allen verklaarden zij dat zoowel de ontvangst als de organisatie van het tournooi perfect was geweest en het afscheid bij hen een onvergete- lyken indruk had achtergelaten. Vrijdagmiddag 2 uur vertrokken de Franschen weder naar hun vaderland Op het perron waren vele officieele per sonen uit de damwereld aanwezig om nog een laatst vaarwel toe te roepen; onder luid gejuich vertrokken zij. Weg zijn zij. deze sympathieke zonen van het Fransche volk. die zich gedu rende hun veertiendaagsch verblijf eei groot aantal vrienden hebben gemaakt onder de Hollandsche damspelers. DE NIEUWE WERELDKAMPIOEN. De nieuwe wereldkampioen B. Springer werd geboren te Amsterdam op 19 Juni 1897 en is dus thans 32 jaren oud. Reeds op 16-jarigen leeftyd begon hy het damspel serieus te beoefenen; hy werd in 1913 lid van de Amsterdamsche Damvereeniging ,D- O. S." en speelde in deze vereeniging reeds zeer spoedig aan een der eerste borden van het eer ste tiental. ,D. O. S" speelde toen in de hoofdklasse van den Ned. Dambond. Vyf jaar later behaalde hij op 21-jari- gen leeftijd den meestertitel met 15 pun ten uit 9 partyen. Zijn spel stak toen reeds ver boven dat van. zijn concurren ten uit. In 1919 kwam hy als No. 4 aan in den wedstrijd om het kampioenschap van Ne derland. Hierin speelden o.m. mede de geduchte meesters Herman Hoogland Jr. (toen wereldkampioen) en Jac. de Haas. In 1920 behaalde Springer het kam pioenschap van Amsterdam en in 1921 vertrok hij naar Frankryk en vestigde zich te Parijs. Zyn successen tegen de sterkste Fran sche spelers waren enorm. Hij begon met Giroux in een match van 10 partijen te slaan met 119, niet tegenstaande hij den Franschman 4 pun ten voorgaf. Tegen den kampioen van Marseille, J. Garoute, zou hij een match van 10 par tijen spelen, maar bij de 7de partij was de stand reeds 113 voor Springer, zoo dat verder spelen overbodig was. In December 1922 kwam Springer voor korten tyd naar Holland en speelde toen mede in het Kersttournooi van het Ver- eenigd Amsterdamsch Damgenootschap. Hij behaalde toen den len prijs vóór Vos, Damme. Haije e.a. Het glanspunt van zyn loopbaan bereikte hy toen hij Ma- rius Fabre, den ex-wereldkampioen, in een match met 117 sloeg. Men dacht toen in Frankrijk algemeen, ook Fabre. dat de Fransche kampioen zou winnen. In Marseille speelde Springer op Maart 1923 zijn eerste blindparty tegen Rabatter, welke party remise werd. Matches won hij nog van Marcel Bon nard (92) en Ricou, kampioen van Marseille. Een gemengde match „Canadeesch- Poolsch" werd door hem gespeeld tegen den Canadeeschen kampioen Willy Beau regard te Montreal in 1925. Deze match werd door hem verloren, In 1926 won Springer het kampioen schap van Parys vóór Bizot en Herman de Jongh. In 1927 bezette hij in 't Mees- tertournooi te Parys de vierde plaats achter Bizot. Weiss en Fabre. In 't voor jaar van 1928 behaalde Springer den len prijs in het Tournooi International de maitres te Marseille, vóór Bonnard, bre, Weiss en Belard. En nu tot slot op 1 November 1928 den titel van wereld kampioen. Dtmrcdacteur: J. W. Tan Dartelen. Raadhuisstraat 61. Heemstede. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men t« zenden naar bovengenoemd adrca- UIT DEN WEDSTRIJD OM HET WERELDKAMPIOENSCHAP. De partij waarin onze landgenoot Springer Jr. den titel van wereldkam pioen won. Wit: Marcel Bonnard. Zwart: Benedictus Springer Jr. speeld op 31 October 1928. Negentiende ronde. 1. 32—28 18-23 2. 33—29 23 32; 37 28 20—25; 4. 41—37 17—21; 5. 39—33 1—26; 6. 37—32 26 37; 7. 32 41 14—20; 8. 42—37 20—24; 9. 29 20 25 14; 10. 44—39 12—18; 11. 50—44 19—23; 28 :19 14 :23; 13. 33—28 23 :32; 37 28 10—14; 15. 41—37 5—10; 16. 39—33 7—12; 17. 47—42 11—17; 18. 44—39 1- 19. 38—32 16—21; 20. 43—38 21—26; 21. 49-43 7—11; 22. 37—31 26 37 23. 32 41 Wit: C. Carls (Bremen). 18—23; 24. 28:19 14 23 25. 34—29 23 34; 26. 39 30 10—14; 27. 41—37 14—19; 28. 37—32 12—18; 29. 30—25 17—21; 30. 35—30 21—26; 31. 30—24 19 30 32. 25 34 11—17; 33. 46—41 17—21; 34. 41—37 21—27; 35. 32 26:17; 36. 34—30 6—11; 37. 40—34 18—23; 38. 37—32 11—16; 39. 45—40 18—19; 40. 38—29 9—14; 41. 29 18 8—13 42. 18 20 15 44 43. 43—39 44 38 29 2—8; 45. 34—30 8—13; 46. 32—28 13—18; 47. 29—24 18—22 48. 2411 22 :33; 49. 48—43 16—21: 50. 36—31 17—22; 51. 30—24 21—27; 52. 31—20 22—28; 53. 24—20 3—9; 54. 43—38 9 18; 1 55, 3S 29 28—32; 56 20—14 18—22; 5? V 29—23 32—37; 58. 42 31 27 36; 59. 23—18 22 13; 60. 14—9. Remise. De party waarmede Dr. Molimard on zen landgenoot van de tweede plaats verdrong. Wit: W. Rustenburg. Zwart: Dr. Alfred Molimard. Gespeeld op 31 October 1928. Negen tiende ronde. Stand na den 26sten zet van Wit: Zwart 15 schijven op: 3, 6, 8, 9, 11/20 en 24. Wit 15 schijven op: 27/29, 31/33, 35/39, 42, 43, 45 en 48. In deze stelling heeft Wit nadeel om dat deze zich thans zal moeten uitspre ken en noodwendig veld 22 zal moeten gaan bezetten. 20—25; 27. 29 20 15 24 28. 27—22 18 27; 29. 31 22 24—30; 30. 35 :24 19 30; 31. 39—34 30 :.39; 32. 43 34 14—20 33. 33—29 16—21; 34. 45—40 12—13; 35. 29—24 20 29 (ge dwongen); 36. 34 12 11—16; 37. 22 11 16 18; 38. 40—34 18—23 (Zwart's aan val wordt voor Wit onhoudbaar); 39. 28 19 13 24 (De sterkste verdediging was nog 48—43. Op 32—28 volgt 24—29 en 2530, waarna de doorbraak naar dam voltooid is);40. 3833 21271; 41 32 21 24—30; 42. 42—38 30 28; 43. 48—43 25—30; 44. 43—39 9—14. Wit geeft op. Hoe Springer In de laatste ronde van Bizot won. Wit: B. Springer Jr. Zwart: Stanislas Bizot. Stand na den 43sten zet van Zwart: Zwart: 9 schyven op 12/14, 16, 18, 19. 23/25. Wit: 9 schijven op: 26, 27, 32, 33, 34. 38. 45, 48 en 49. 44. 3328 (Zwart verlokkende tot 24—29) 24—29; 45. 4540 29—33 (Juist waar Wit op speelde)46. 28 39 2329 47. 34 23 19 37; 48. 4842! 37 48; 49. 3934! 48:30; 50. 40—34! 30:21; 51. 26 10. 18—23; 52. 10—5 23—29; 53. 5—19 16—21; 54. 19—13 21—26; 55. 49—43. Zwart geeft op! Hoe Dr. Molimard in de laatste ronde onzen landgenoot Vos verschalkte. Zwart: J. H. Vos. Wit: Dr. Alfred Molimard. Stand in cyfers na den 23sten zet van Zwart; Zwart: 15 schijven op: 2/5, 8, 9, 12/14, 16/20 en 23. Wit: 15 schyven op: 27, 33/40, 42/45, 47 en 48. 24, 3832 (Zwart verlokkende tot het nemen van een dam zet) 1621?: 27 16 23—28; 26. 33 11 12—17; 11:22 18:49; 28. 37—31! 13—18 (komt te laat); 29. 31—27 49:21; 30. 16:27 9—13; 31. 42—38 8—12; 32. 39—33 5—10; 33, 47_42 4—9; 34. 44—39 19—23; 35. 38—32 20—24; 36. 33—28 14—19; 37. 27—22 18 47; 38. 48—43 23 32; 39- 39—33 47 29; 40. 34 5* Zwart geeft op! Carls geeft de voorkeur aan bet antwoord e7eó. In aanmerking komt 1. Pf6, gevolgd door gó en Lg7, om een druk op het zwakke punt c4 uit te oefenen. Pbl—c3 2 PgS—fó Pgl f3 3 Pb8—có g2 g3 4 Deze door Carls geliefde zet beant woordt meer aan het doel der opening (beheersching van het punt dó) dan het in den laatsten tijd veel gespeelde d2—d4. c4Xd5 Lfl-g2 Pf3-g5 Meer belooft d2—d3. 4 5 6 7 O-O, Door Onthouding Vereenigd. Bovengenoemd college hield Zondat een ouderlingen wedstrijd op baars in de Ringvaart tusschen Heemstede en Bennebroek. Totaal werden 26 stuks baars gevangen. De eerste pry's werd gewonnen door J. Schell; 2e prijs W. G overs. De uitreiking van de prijzen heeft plaats in het clubgebouw Wolstraat Bekerwedstrijd. De Bond van Hengelsportliefhebbers Haarlem en omstreken hield Zondag een bekerwedstrijd. Des morgens 6 urn- ver trok men naar de Leidschevaart te Hil- legom en Lisse. Aan dezen wedstryd werd deelgeno men door de volgende vereenigingen: De Grundel, De Ruischvoorn, De Dage raad, De Vereenigde Visschers, Avon tuur en De Brasem. In het geheel werden 98 stuks baars gevangen. Een lid van D.V.V. had het voorrecht, een snoek te vangen. De uitslag was als volgt: le prys, De Grundel. de Larson-beker; 2" De Ruischvoorn, 3 'De Dageraad na loting met De Vereenigde Visschers, wel. ke nu den 4en prijs ontving; 5 Avontuur, 6 De Brasem. De „held van den dag" was D. Meys van De Grundel. De tweede draagme- daille behaalde C. v. d. Wouwen van De Ruitschvoorn. Na afloop begaf men zich naar het. lokaal van den heer J. Trautig, waar de prijzen door den Bondsvoorzitter werden uitgereikt. Oplossingen, Vragen enz. te zenden aan den Schaakredacteur van Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 93, Haarlem PROBLEEM No. 437 K. FLATT (Zürich). Mat in drie zetten. Stand der stukken: Wit: Kb7, Ta4, Lf5, Lhó, Pb8, Pd3, c5, eó, f2, f3. Zwart: Kd5, Dhl, Tel, Lh2, Pbl, PgS, 82. S-L PARTIJ No. 501 Gespeeld te Hamburg, 26 Februari 1928, in den wedstrijd Niederelbien—Dene marken. Zwart: Dr. H. Krause (Kopenhagen). BREMER PARTIJ c2-c4 1 Reeds sedert 1906 door Carls syste matisch gespeeld en sedert jaren zonder uitzondering. Alleen één keer Oeynhausen 1922 zou hij bijna afge weken zijn, omdat men zijn c-pion had vastgelijmd. Pc3Xd5 8 Pd5—c3 d7 d5 Pf6Xd5 LcS eó gevolgd door DdSXg5! Dg5- d8 DdSd7! Zwart staat nu minstens zoo goed als Wit en dreigt (na korte rochade van Wit) met Lh3 en h5 aan te vallen. Ddl—a4 10 Leó—h3 Dit aanvalsplan van Zwarl heeft, zooals achterna blijkt, geen gevolg; beter is 10Pd4 b.v.: 11. DdTf, Ld7:; 12. Lb7:, Tb8; 13. Le4, f5; 14. Lbl. g5; 15. d3, g4. Ook wanneer Wit anders speelt, zij het reeds op den lOen zet of later, heeft Zwart, door de open d-lijn, een voorsprong in dc ontwikkeling en door den middenpion e5 een vrij en kansrijk spel, terwijl Wit iets daartegenover moet zoeken. Lg2Xh3 11 Dd7Xh3 d2-d3 12 Lf8—c5 MM. Lel—e3l 13 Lc5Xe3 f2Xe3 14 Wit is nu weer de voornaamste moeilijk heden te boven, daar hij een pion als steunpunt voor het Paard in het centrum kan plaatsen, zonder d3 te verzwakken. 14 f7-f5 Meer in overeenstemming met de positie lijkt h7 -h5—h4, terwijl de tekstzet het doel van Wit bevordert. 0-0-0 15 Dh3- hó Kcl-bl 16 O 1 O 1 O e3—e4 17 f5-f4 Pc3d5 18 f4Xg3 h2Xg3 19 Dhó—eö Tdl-cl 20 Wit staat beter en dreigt een sterken Koningsaanval. De afweermaatregelen van Zwart maken Wit de bezetting der f-lijn mogeiijk, hetgeen het witte voordeel vergroot. 20 Kc8—b8 Tel—c3 21 Td8—dó Thl-fl! 22 Th8—c8 Da4—dl 23 Pcó—e7 Pd5-e3 24 Tdó-d8 Tfl -f3 25 Pe7—có Zwart moest Tf8 spelen, om een Toren te ruilen; hoe minder figuren, des te veiliger de Koningsstelling, des te grooter de eindspelkansen (g7, h7 tegen g3). Ddl—fl 26 Pcó—d4 Tf3—f2 27 Deó—g8 Pe3 - f5 28 Td8-f8 Pf5Xd4 29 e5Xd4 Tc3 - c4 30 c7—c5 Tf2f5 31 Waarom niet Tc4Xc5? (Tf2:; 32.Tc8f, DcS:; 33. Df2:). Meer dan een pion zal Wit, ook door een andere voortzetting met het beste tegenspel, niet kunnen bereiken. Afgezien daarvan is tactisch gelet op den aard van den wedstrijd en op de verantwoording van eiken speler aan te bevelen, zich een materieel plus te verschaffen, voor zoover zulks de veiligheid van de stelling toelaat. 31 g7—gó Dfl—f4f 32 Kb8-a8 Tf5Xf8 33 TcSXf8 Df4 - dó 34 b7 bó a2—a4 35 Tf8-c8 Tc4—cl 36 Dg8 dS Ddó—eó 37 Dd8-e8 Deó—c4 38 DeS—gS Dc4-b5 39 Dg8 f7 Beter was DeS, b.v. 40. Dc4, DgS; 41. Daó, TfS; 42. Db5, Deó; 43. a5, DeS enz. Wit staat weliswaar beter, echter nog niet met beslissend voordeel. a4—a5 40 Df7—c7 Tel—fl 41 b6Xa5 Db5 - c4 42 Dc7-b7 Tfl-f7 43 Tc8 c7 Tf7-fSf 44 Tc7—c8 Dc4Xc5 45 T c8Xf8 Dc5XfSf 46 Db7b8 Df8f3 47 Db8-b4 e4 - e5f 48 KaS-bS D13-d5 49 a5 a4 Dd5-g8f 50 Kb8—c7 Dg8Xh7f 51 Kc7c8 Dh7—gSf 52 KcS - b7 Dg8-f7+ 53 Kb7—cS Df7-c4f 54 Db4Xc4 d3Xc4 55 Kc8-d7 c4—c5 56 Kd7- eó c5—có 57 Opgegeven e7—e5 (Kagan's Neueste Schachnachrichten, Sept.—Oct. '28). OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No. 115 Stand der stukken; Wit: Kh7, Lf4, b5, có, d5, f5. Zwart: Kf7, Lc7, bó, dó, fó. De winst kan alleen hierdoor worden afgedwongen, dat de witte Koning zijn vrij-pion ondersteunt; daar hij echter nergens direct kan indringen, moet zulks via de Se lijn geschieden, en daartoe biedt het Looperoffer op fó, waarna de zwarte Koning moet terugnemen, de eenige mogelijkheid.Derhalve: l.Lf4—e3, Lc7—dS; 2. Le3-d4, LdS—c7; 3. Ld4Xfó, Kf7Xfó; 4. Kh7 gS, enz. Natuurlijk is nu juist 1. Le3 niet noodzakelijk, ook 1. Lel, 2. Lb2, enz. gaan op. Het komt hier alleen aan op de wijze, welke tot winst leidt, zooals die zich bij gelegenheid ook in de practische partij wellicht kan voordoen. Goed uitgewerkt door: J. J. H. Bauer, te Haarlem; K. Siegerist, te San tpoort. Voorts was Probleem No. 433 alsnog goed opgelost door J. Hoogeveen, te Haarlem. CORRESPONDENTIE De uitslag van de zesde prijsopgave hopen wij in dc volgende rubriek op te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 8