ST - LOVE# TWEEDE KAMER. DE INSTALUTIE VAN DEN BURGEMEESTER VAN HILLEGOM. KINADRUPPELS FEUILLETON Anthony Marston Dolende Ridder HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 21 NOV. 1928 DERDE BLAD Indrukwekkende plechtigheid in de raadszaal. ZANGHULDE DER HILLEGOMSCHE ZANGVEREENIG1NGEN. 20 November. De algemeene beschouwingen ten einde. Het inkomen der Kroon en der Kamerleden. De eenling L. de Visser. De Arbeidsbegrooting. Critiek op den minister. De nieuwbenoemde burgemeester en mevrouw Pont ryden het Hof van Hillegom op. ring, dat de Hillegomsche burgerij uw leven zoo aangenaam mogelijk zal ma ken. Ik hoop zelfs zóó aangenaam, dat gij er nooit aan zult denken om Hille gom te verlaten!" (Luide teekenen van instemming) De heer P. de Vreugd, tweede wet houder, sprak ook eenige woorden van welkom en gelukwensch, maar hij was helaas niet te verstaan, omdat de Har moniekapel buiten op het plein, plotse ling „Lang zal-ie leven!" begon te spe len. Het oudste raadslid de heer J. H. A. V o o r e n sprak den wensch uit, dat Mr. Pont de gemeente Hillegom tot welvaart mag brengen. .Dat Gods zegen in rijke mate uw arbeid moge bekronen", aldus eindigde spreker. De gemeente-secretaris, Mr. J. B. Sens, riep den nieuwen burgemeester namens de hoofdambtenaren, beambten en arbeiders, kortom namens het ge heels gemeentepersoneel, een hartelijk welkom toe. Daarop kreeg de pas-geïnstalleerde Burgemeester, Mr. D. F. Pont, het woord, om de verschillende sprekers te beantwoorden. „Mijn eerste woord in deze raadszaal", zei spreker, „moet zijn een woord van eerbiedigen dank aan H. M. de Koningin en Haar verant woordelijke raadsleden voor het in mij gestelde vertrouwen. En ook u zeg ik dank voor uw vertrouwen; ik hoop het niet te beschamen, ik heb den oprechten wil om hier iets goeds tot stand te bren gen en met de burgerij mee te leven; ik wil haar met raad en daad terzijde staan. Buitengewoon waardeer ik de woorden, die de heer Balvers aan de nagedachtenis van burgemeester Went- holt wijdde. Ik besef dan ook, dat de burgerij van mij verwacht, dat ik de voetsporen van mijn voorganger zal drukken. Hoewel ik ook veel van tradi tie houd, zal ik toch niet aarzelen om nieuwe wegen in te slaan, als ik meen dat het belang van de gemeente dit eischt. Er zullen natuurlijk wel eens moeilijkheden komen; die komen trou wens vanzelf. Maar laten wij die dan gezamenlijk overwinnen. Wanneer gij in mij een feilen partijganger verwacht, dan zult gij teleurgesteld worden, maar wel kunt gij er op rekenen, dat ik altijd de billijkheid en rechtvaardigheid zal .betrachten. Spreker dankte ook den gemeente-s« cretaris voor zijn betoonde sympathie en hield er zich van overtuigd, dat het ge meentepersoneel al zijn krachten zal geven. HU eindigde met den wensch uit te spreken, dat de bloei van Hillegom bestendigd mag blijven. Daarop volgde een zeer druk bezochte receptie in de raadszaal. Vele deputaties van vereenigingen maakten hun opwach ting. Voor den Hoftuin stond een eere poort, die 's avonds geïllumineerd was. De eerepoorten zijn uitgevoerd naar ontwerpen van den heer H. Kijne. Om 7 uur werd er in den Hoftuin ge zongen door acht zangvereenigingen. De tuin was met groote booglampen ver licht. Tusschen het optreden van twee zang vereenigingen werd telkens door de Harmoniekapel gespeeld. Er was veel belangstelling. De inhaling en installatie is, mede dank zij het prachtige weer, goed ge slaagd. Haarlem'j Dagblad in de Raadszaal. Juist bij het sluiten van de raadsver gadering waren we in de gelegenheid, een aantal exemplaren van Haarlem's Dagblad van Dinsdag, waarin reeds een uitvoerig geïllustreerd verslag van de feestelijkheden ter gelegenheid van installatie stond, onder de aanwezigen te verspreiden. Tot ons genoegen werd deze vlugge verspreiding ten zeerste ge waardeerd. m ons vorig nummer gaven wij reeds een uitvoerig verslag van de ontvangst en installatie van den nieuwen burge meester van Hillegom Mr. D. F. Pont. Over de raadsvergadering is nog ter aanvulling mede te deelen: De heer J. H. M. Balvers, waarnemend burgemeester, noemde het een hooge eer den nieuw-benoemden burgemeester en zijn echtgenoote namens de burgerij en inzonderheid namens den raad een har telijk welkom te mogen toeroepen. Hij hoopte, dat er een voortdurende en nauwe band tusschen den nieuwen bur gemeester en de burgerij zou blijven be staan. ,Het is", zei spreker, „zoowel voor u als voor de gemeente een groote en ernstige dag, nu gij gereed staat om Hillegom als burgemeester te besturen. De burgerij heeft getoond, dat deze dag ook voor haar groot is, door haar over- vloedigen vlaggentooi. Het is alsof die vlaggen u toeroepen: ,iom binnen; zijt welkom in Hillegom!" Onwillekeurig denk ik op dit oogen- hlifc aan het verleden. Enkele weken ge leden stond ik ook hier op deze plaats en eveneens in een buitengewone raads zitting. Dit was echter niet voor het verkondigen van een blijde mare, zooals nu, maar voor een droeve mededeeling, namelijk dat onze hooggeachte burge meester Wentholt was overleden. Ik voel mij verplicht, een dankbaren blik te slaan op het 33-jarig burgemeesterschap van uw voorganger. En dit doe ik niet om de vreugde van dezen dag te tempe ren, maar om u het bewijs te leveren, dat wij een goeden burgemeester ook na Zijn dood weten te eeren". De heer Balvers richtte zioh hierop tot mevrouw Pont. „Gij zijt niet recht streeks geroepen om de belangen van Hillegom te behartigen", zei hij, „maar wél zijdelings. En vertrouw dat u dit ook zult doen. Ik wensch u hier een ge lukkig leven toe en geef u de verzeke- FAILLISSEMENTEN. Door de Baaxlemsche rechtbank zijn in staat van faillissement verklaard: 1. G. Ettema, schildersbaas, wanende fce Beverwijk, Kerkstraat 102; curator Mr. Dir. A. F. H. Schxeurs te Haar lem. 2 H. F. Boelé, rijwielhandelaar te Nieuw Vennep; curator Jhr Mr. L. U, Rengers Hora Siccama alhier 3. Schuurman, meubelmaker te Edam, Voorhaven 187; curator Mr. H. H. Riepma aldaar; 4. W. C. van Pelt, caféhouder te Be verwijk, Breestraat 158; curator Mr. W. G. J. Veenhoven alhier. 5. A. van der Schaaff. instrument maker Over tons tra-at 49 alhier; curator Mr. Dr. A. F. H. Schxeurs alhier. Opgeheven werden de faillissemen ten van: 1. P. J. van Eek, te Haarlem; curator Mr. B. Bouman alhier; 2. S. Appel, te Beverwijk, curator Mr. K. Westerling te IJmuiden; 3. H. J. Abbenhuës te Zandvoort; cu rator Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink, alhier; Geëindigd zijn de faillissementen door het verbindend worden der uitdeelings- lijst van: 1. J. M. Breemer, vroeger te Over- veen, thans te Rotterdam; curator Mr. J. Deen Ik alhier. 2. W. A. F. Augustinus, stoffeerder te Haarlem; curator Mr. W. G. J. Veen- hoven, alhier. BURGERLIJK ARMBESTUUR De waarnemend secretaris-boekhou der van het Burgerlijk Armbestuur, de heer Weyland, heeft deze functie neer gelegd. Zij wordt thans waargenomen door den heer Tijsseling. VERKEERSONGEVALLEN Dinsdagnamiddag half zes stak de 59-jarige M. H. in de ■I'"'straat plot seling den rijweg over i^.der op het verkeer te letten. Juist naderde een auto. die den man omver reed, waardoor hij aan het hoofd gewond werd. Na door leden van den Ongevallendienst voot- loopig verbonden te zijn, werd hij per ziekenauto naar het Sint Elisabeths Gasthuis vervoerd. EEN OPLICHTER Een dentist E. v. B. huurde kamers bij bewoners van den Wagenweg. Toen bestelde hij aan een winkel een stofzui ger van f 165. Dadelijk nadat hij die ont vangen had. verdween hü- Natuurlijk zonder betalen. De kamerverhuurster moet nog haar geld hebben, evenzoo de verkooper van den stofzuiger. De politie zoekt v. B. Hü moet zich ook schuldig gemaakt hebben aan oplichting te Venlo. Vjtndaag zijn de algemeene beschou- wL^pk-n over de Staatsbegroo'.ing ge ëindigd. Minister de Geer wendde zich aller eerst tot den heer Braat. Deze had van de regeering een uitspraak gewenscht. dat zij nooit meer bij een nationale ramp een beroep zou laten doen op de publieke liefdadigheid, maar de uit de ramp voortvloeiende onkosten geheel zou doen dragen door den Staat Den heer Braat wees op een uitspraak van Mus solini. Minister de Geer antwoordde, dat wanneer men van Mussolir.i zou eischep te doen als men hier gewend is, staatsman ongetwijfeld zou antwoorden: ..Wij zijn hier :n Italië er niet in Nederland!" Hetzelfde antwoord wilde de minister-president geven aan den heer Braat. maar dan omgekeerd De heeren Albarda en Marchant had den den minister-president voorgehouden (toen zij spraken over een herstel de: coalitie), dat hü in een verkiezingsrede in Rotterdam had opgemerkt, dat bü de -echtsche samenwerking de specifiek Roomsche belangen nooit op den voor- rrond kunnen komen. De mintsfcer- resident ontkende dat niet. Hij aeide zelfs, een soortgelijke uiting te hebber neergeschreven reeds in 1891. Hij hield haar nog vol. Maar nooit heeft hij be doeld te zeggen, dat de coalitie tot stand kwam. met het alleeniee doel: de Room sche belangen n3ar den achtergrond te dringen. Dr. de Visser had in eerste instantie betoogd, dat het aantal ongelukjes tijdens het huidig kabinet grooter was dan tijdens parlementaire kabinetten In zijn repliek weersprak de minister president ook dit. Hij vergeleek zün kabinet met dat van Pierson-Borgesius van 1897—1901, een zuiver en krachtig parlementair kabinet. En toch ook toer. ging het niet alles van een leien dakje! Er gingen zelfs twee ministehs tusschen tüds ..overboord". Bij elk ministerie, zelf? bij het meest werkkrachtige, was „het meeste" der werkzaamheid aldus de heer de Geer .moeite en verdriet" De minister-president wees er voorts op. dat. welke oplossing men ook zocht voor de regeling van de fina-ncieele ver houding van Ryk en gemeenten, de zijne of die der bekende Staatscommissie, de KameT toch steeds een belangrijk be drag uit de Rükskas aan de gemeen ten zal ten goede doen komen. Nog een? ook betoogde de minister de wensche- lükheid var. het verminderen van 's Rijk? schuld met de overschotten op de reke ningen der verschillende dienstjaren. De nieuwe salarisrekening. De heer de Geer was het volkomen eens met die heeren, die betoogden dat de regeer ine zoowel voor het eindresultaat als voor de onderlinge salarisverhoudingen zoo als vastgesteld door de Centrale Com missie voor Georganiseerd .Overleg, vol komen verantwoordelijk blijft. Hü merkte nog op. dat het beschikbare bedrag niet van den aanvang af heef* vastgestaan, ook op dit punt is de re geering voor overleg en dus voo- verhooging van het eindbedrag vat baar gebleken. De minister-president blijft vertrouwen dat de geest, waarin het advies der C. C voor G. O. is tot stand gekomen, her Georg. Overleg heeft versterkt. Voor een wijziging in één richting is de ministe- niet te vinden: dat zou niet goed zijn omdat dan de organisaties terecht reder, tot verontwaardiging zouden hebben. De wensch der heeren L. de Visser- en Arts. aan de ambtenaren één maand salaris uit te keeren. kon niet vervuld worden; één maand salaris aan alle ambtenaren kost 20 millioen, berekende de minister-president. Tot slot wenschte de minister een verkeerden indruk weg te nemen, die zün rede aan allen kant had gemaakt. Immers ieder moest wel den indruk hebben, dat minister de Geer zich in eerste instantie door het doen neer knetteren van argument op argument op het arme hoofd van dr. de Visser dien afgevaardigde- zeer agressief was tegemoet getreden. Dien indruk wilde mr. de Geer wegnemen hü nam haar ook weg zijn bedoeling was 't alleen zich te verdedigen tegen gezichtsbedrog rond om zijn eigen kabinet. Toen waren de algemeene beschouwin gen definitief ten einde. Worden anders de hoofdstukken I (Koninklijk Huls). H (Hooge College van Staat). VII A (Nationale Schuld^ XII (onvoorzien) en de Wet op de Middelen, door gehamerd, ditmaal gaf Communist de Visser „acte de pré- ser.ee". Hü torr.de op tegen de hooge bedra gen. die aan het Koninklijk gezin worden uitgekeerd. De communist zorgde, zeer nauwlettend, niet in strüö te komen met het reglement van orde. Ministei de Geer antwoordde r.iet anders, dan dat de Koningin, de Ko ningin-Moeder en Prinses Juilana. even als vorige jaren ÏO^- van haar inkomen in de Schatkist hebben teruggestort. De communis; tornde ook op tegen de schadeloosstelling die de Kamer leden krijgen toebedeeld. Hü noemde wy begrijpen niet da: de voorzitter hem hier niet „op de vingers tikte" bü noemde 't schaamteloos, dat de Kamerleden voor zich zelf zulke hooge bedragen blijven innen, terwijl zü den mond vol hadden over de ellende dei- ambtenaren Dat de Grondwet de be dragen voor de Kamerleden vastlegde, kon den heer de Visser niets „bom men". „Heeft 't" zoo zei hy „de regeering iets kunnen bommen toen ar: 40 werd ingetrokken?" Heel scherp werd hü toen hü der. heer Marchant verweet maar toer. kreeg hü met den presidialen hamer '.e maken te zün gaan staan aan de zijde .der rechtsverkrachters". die ..wet telijke maatregelen tot scheurpapier maken" De hoofdelijke stemming over hoofd stuk II deed de Kamer tot een vroolük- heids-explosie komen toen communist de Visser bü vergissing „vóór" stemd<- Hü had nog één medestander, de hee- Braat. Geen medestander bü Hoofdstuk (dit werd aangenomen met 661 stem' noch bü ae beide moties-de Visser waar van de bedoeling was aan de bekende motie-Suring uitvoering ie geven en volkomen herstel der oude salaris- rechten. Hier blüft bü volkomen alléén staan De heer v. d Tempel verklaarde namen: zün fractie tegen de moties te zullen stemmen, wijl dat nieuwe salarisbeslui' berust op Georganiseerd Overleg. In de middagvergadering kwam de be- greoting van Arbeid aan de orde. De heei Drop zei dat de minlste: in heel veel in gebreke gebleven was Wat moet er al niet nog geregeld worden, om het bestaanspeil der ar beiders op te voeren? Hij wees op de vacantie voor arbeiders in loondienst en p den arbeid voor onvolwaardiger.. Beide punten zoo werd medegedeeld zullen in den komenden strijd by ver kiezingen en bü debatten over ós ar beidsbegrooting. in het midden der be langstelling staan .van s.d.-zUde. De heer Drop herinnerde aan al wat in 1918. toen revolutie dreigde, be loofd was geworden. Hij stelde daar tegenover wat achterwege gebleven is. Het slot was een motie die op een nader te bepalen dag in behandeling komen zal waarin gevraagd wordt een wettelijke regeling der vacantie voor allen, die in loondienst zyn. De R.K heer Kuiper roemde des ministers Ijver en toewüding. hü her innerde ook aan alles wat door den minister was ingedienc. maar had toch gaarne gezien, dat des ministers werkzaamheid meer den geest van den tyd geademd had, meer in over eenstemming geweest was met mo derne eischen. En hü brak dan een lans voor de wettelijke regeling van de medezeggenschap, voor een wet, die mogelijk zou maken de Collectieve Ar beidsovereenkomst bindend te verkla ren. Met den heer Smeenk hoopte hü op een behandeling van de Ziektewet. Dt laatste hoopte op meer. Op behandeling van de wü2igingen in de Ouderdomswet en de Invaliditeitswet van de Ziektewet en van de wet op de Winkelsluiting. Dan zou des heeren Smeenks waar deering voor het werk van minister Siotemaker nog toenemen. De heer Braat, voor vanmiddag de laatste spieker, voerde als elk jaar. het pleit voor een premievrü staatspensioen voor alle staatsburgers boven de 65 jaren. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN h 60 cent» per regel. Dr H.NANNINcTs EETLUST-OPWEKKEHD. 1.30 p fl. AVONDVERGADER ING. Binncnlandsohe Zaken. De burgerwachten. Noodltidende gemeenten. Het burgerwacht-artikel en h^j Land storm-artikel werden verdedigd door de heer A Duymaer van Twist en J. J. C. van Dük Zy betoogden, dat beide in stituten alleen het wettig gezag willen steunen er de orde handhaven, wanneer anderen tegen een normale politieke ontwikkeling zullen ingaan. De heer Arts zag in de beide artikelen twijfel aan den trouw van het actieve leger en versterking van de militaire ge dachte. De heer L. o» Visser noemde burgerwacht en landstorm „poppen kaste: U"Dc minister van Binncnland- sche Zaken kenschetste ter verdediging van de posten, de bu~gerwachten en de landstorm als een achterban van de politie ir. moeilijke dagen. Morgen wordt over de belde posten gestemd. De noodlijdende gemeenten werden ter sprake gebrach. door de heeren Ebels, Leenslra, Heemskerk, Bakker en Weitkamp ieder voor een andere ge meente. werd geklaagd over de lang zame behandeling van zaken, wanneer een gemeente zegt noodlüdend te zyn. De minister wees op de noodzakelijk heid ran een deugdelijk onderzoek, door een regeeringsaccour.tan; aller eerst. Er zün onze lezers weten dat enkele gevallen voorgekomen van men- schen, die onrechtmatig in een krankzin nigen gesticht worden opgesloten De ge vallen. „die zich niet herhalen mogen" Wat is tegen een dergelük onrechtma tig vasthouden op medisch advies te doen? De minister van Binnenlandsche Za ken overweegt een wetswijziging, welke een behoorlük beroep mogelijk maakt. In de Kamer waren het de heeren v. d. Heide en van Sasse van IJsselt. die ju ridische waarborgen wilden, de doctoren Vos en de Vries-Brulns wilden beroep mogelijk maken op een geneeskundig college. Heeft misschien de minister 't by' het rechte eind. wanneer hU medi sche en juridische wenschen tot een heid wil brengen door samenvoeging van beide goede elementen. Dr. Vos hield zün maidenspeech Dr. Vos ls een prettige aangename figuur, die logisch spreekt en zyn rode logisch voordraagt met een heldere klankrüke stem. Dr. Vos nu bepleitte een algeheele om werking van de Krankzinnigenwet, met inachtneming van de nieuwere Inzichten der psychiatrie. Hü wil de krankzinni gengestichten maken tot ziekenhuizen, met bepaalde afdoelingen voor gedwon gen verblijven. Want vele van degenen, waarvoor thans de medewerking der art sen wordt gevraagd voor gedwongen ver- blüf. hebben die wettelijke medewerking niet r.oodig. Het aantal eigenlijke krank zinnigen wordt dus verminderd. Hij wees voorts on de beteekenis van de nazorg en van de toepassing der arbeldsthera- pie. De minister wil dit alles ernstig over wegen. Verschillende afgevaardigden. Dr. Vos en de heeren Sme—tk en Lantrmnn. be spraken de Armenwet, die in herziening is. De minister liet zich daarover niet uit de Armenwet is in technische her ziening. Verschillende afgevaardigden. Dr. Vos. L. de Visser en Gerhard deden allerlei vragen over blinden- en doofstommen- zorg. maar de minister verwees deze vragen naar den minister van Arbeid, die een commissie zal instellen over de vraag der onvolwaardige arbeids krachten. De heeren Ebels. Sannes, Weitkamp, Bakker en Van Voorst tot Voorst, spraken over de werkverschaffing van den minister door den werkloozen ont ginningswerkzaamheden te laten doen. Hulde brachten zü hem voor zün vele werk. Maar zü hadden desiderata t.a.v. de credietverlecning. het tempo der ont ginningen, het achterstellen ran de plattelandsbevolking, over het Z. O. van Friesland, en over de ontvening van Drente's oosthoek. Om half een werd de samenkomst ge sloten. INTIMUS INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 Cts. PER REGEL. CIGARETTES W Mixed Turkish Virginia Thans in 3 smaken! Allen zonder bijmenging van genr-aanbrengende mengsel». Zuiver en onschadelijk (Een verhaal uit den tyd van den Spaanschen Successie-Oorlog.) Naar het Engelschvan MORICE GERARD. 9) Marston en Hellebrand gingen pre cies onder de plek staan, waar de man hing en ze stonden er nauwelijks of het lichaam viel in hun armen. Zü legden het op het mos neer; Hans knielde en maakte de lus om den hals van den man los. Een diepe snik kwam uit de hijgende borst en de toegeknepen keel omhoog. Mark had zich weer omlaag laten glü- den. nam een flesch opwekkende» drank uit zijn zak. duwde Hans opzü en goot een paar druppels tusschen de zwarte, gezwollen lippen. Een cliepe zucht; toen nog een. Mark gaf den man nog iets van het vocht. Een schreeuw, die half op een rilling leek. Het is in orde. Herr Müller. n bent bij vrienden, stelde Hans hem gerust. Na een paar minuten was het slacht offer in staat om te zitten en te ver tellen wat er gebeurd was. De Voor zienigheid had hen naar die plek ge bracht. welhaast onmiddellijk nadat de wreede daad bedreven was door den Ba ron en zün trawanten. Terwijl zy naar zyn verhaal luisterden, scheurde een eenzame kreet de stilte van het bosch, het was de kreet van een vrouw in doodsangst of pyn; het geluid kwam uit de richting van den toren. De mannen sprongen op. Vlug, vlug, riep Anthony. De hofmeester werd door Hans on dersteund. Is er behalve de groote poort nog een andere manier om binnen te ko men, vroeg Marston haastig. Müller hield zyn hand voor zijn voor hoofd, terwül de anderen ongeduldig het antwoord wachtten. Eindelyk zei hü: Er is er nog een, maar daar durft niemand heen. Hier zün mannen die aUes durven, verzekerde Marston hem. Vooruit, man, vertel op. Wij mogen niet langer talmen. Dan moet u de rivier doorwaden, die onder het kasteel doorloopt. Meestal is die te diep om er doorheen te gaan. maar de stroom is op het oogenblik niet sterk door de droge lente; een groote man kan er wel doorheen. De hof meester rilde. Het is een verschrikke lijke doorgang, stikdonker; ik zou het niet durven en de hemel is mijn ge tuige, dat ik geen lafaard ben. Van ons durven er wel een paar, wat zeg jü. Hellebrand? Ik blijf bü u! U beiden bent groot genoeg, Hans ook we); maar dit kereltje moet maar achter blij ran, zei Müller, met een blik op Mark. Dit kereltje gaat mee op de schou ders van Hans, wat zeg jü. Hans? Jou stierennek draagt er wel twee van myn gewicht. Hans knikte: hü zei niet veel. hü ""as veel te verlangend om weg te komen. De hofmeester haalde een sleutel ran de bos. die hij aan zijn gordel droeg. Deze sleutel, zei hij, geeft toegang tot den kerker van het kasteel, het is de sleutel van de waterpoort. Mark hield hem In zün lange, dunne vingers vast. Hans en ik gaan voor aan, zei hü. Zü gingen onmiddellük terug en na een half uur vlug geloopen te hebben kwamen zü bü de mannen, die zü ach tergelaten hadden. Allen waren even verlangend om mee te gaan. maar dc grootsten werden uit gekozen; de rest moest de wacht houden aan den rand van het bosch en gereed zyn om door de hoofdpoort naar binnen te stormen als Marston en zyn mannen slaagden deze te openen. Een veertiental kwamen voor den tocht in aanmerking. Hun pistolen moesten zy achterlaten, die werden on der een rotsblok verborgen; zü waren alleen gewapend met jachtmessen en dolken; de eersben hielden zy omhoog boven het water. Deze voorbereidingen werden getrof fen onder toezicht van Marston zelf. HOOFDSTUK VII. De Waterpoort. Anthony Marston had in zyn bewogen leven veel en velerlei meegemaakt, maar niets dat leek op de gebeurtenissen dien nacht by' het kasteel H&nsau. De onverschrokken kleine strydmacht stapte in de smalle bedding van den stroom op eenigen afstand van de plaats waar deze den onderbouw van het kas teel binnenstroomde. De oever vanwaar zü te water gingen was stül, het üskoude water had zooveel kracht dat zü moeite hadden om op de been te blüran. Ze liepen met drieën naast elkaar: in de voorste rü Marston in het midden n.et kapitein Hellebrand aan zijn eenen en Hans aan zijn anderen kant; de kleine Mark Fagan, die niet in staat was als al deze krijgslieden dezen tocht te voet te wagen, zat ineengehurkt als een aap op de sterke schouders van den boer. De andere trio's volgden met een tussohenruimte van telkens eenige me ters. Ze hadden hun dolken aan hun hals hangen en hun ontblootte zwaar den en jachtmessen hielden zü boven hun hoofd. Een poos konden zü den donkeren he melkoepel boven zich zien met hier en daar het flauwe licht van een ster... Een kwartier ging voorbü; de rivier bedding werösmaüer; het water kwam tot aan hun oksels. Vóór hen was de sombere dreiging van een zwaren stee- nen toegangspoort. Ze konden de voet stappen op de binnenplaatsen achter de wallen hoeren, het regelmatig heen en weer loopen van de schildwachten. De leiders van den tocht dachten aan de woorden van den hofmeester en moes ten de waarheid er van erkennen: als de stroom op zün diepst was geweest, zou geen levende ziel ooit weer uit de&e geul te voorschün zün gekomen. De mannen die de bulten züden van de rotten-van-drie vormden, tastten hun weg langs de wanden van dit riool en de midden-man hield zich aan de handen van de twee buitensten vast Zoo gingen ze voort door de inktzwarte duisternis: de lugubere omgeving was niet in 't minst in staat om oók maar eenige afbreuk ie doen aan hun vast besloten moed. Geen geluid van buiten bereikte hun ooren meer; ze waren zich nauwelijks meer bewust van eikaars aan wezigheid; ieder van hen had evengoed alléén kunnen zyn in de ingewanden der aarde. Hoe lang deze tocht duurde, kon geen van hen zeggen. Met üskoude ledematen en pünlüke spieren door hun worsteling met het machtige water met hügende adem baanden zü zich verder hun weg en Mas ton was vol -stomme verbazing over Hans. dien hü stevig vasthield. Hans verzaakte geen oogenblik zün plicht als gids; hü struikelde niet noch aarzelde; liefde voor zün Jonge meeste res. haat tegen hun gemeenschappelü- ken vijand en verdrukker, had in dit onbehouwen lichaam een machtigen geest gewekt! Een glimp van licht! Waar kwam het vandaan? De vraag was spoedig beant woord. Ze kwamen aan een punt waar het gewelf tot een grooter hoogte rees en een soort koepel vormde; opzü- ter hoogte van hun hoofden, waar het wa ter niet ver van af was; bevond zich een sterke, steenen drempel; daarboven een door tralies gevormde Uzeren deur, die niet overmatig sterk leek. De Uraren sta ven die de deur vormden waren zoo ver van elkaar dat een man er gemakkelük twee vingers tusschen zou kunnen ste ken. Door dit traliewerk viel de licht schijn. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9