HARRY HOUDINI. BLONDIN OP HET „SLAPPE KOORD". De boeienkoning bij uitnemendheid. EEN ONOPGELOST RAADSEL. Bedrieger! Met dezen wilden kreet sprong vele jaren geleden een vreemdeling op het tooneel van het Alhamfora theater te Londen, terwyl een jonge „boeienko ning", uit Amerika naar het oude we relddeel overgekomen, zijn eerste voor stelling gaf. De jongeman leek door dien plotse - lingen aanval aanvankelijk verrast. Hij werd bleek en deed, of hij achter de coulissen wou vluchten. Toen herstelde hij zich echter en wendde zich tot zijn vrouw en helpster. Geef even de reuzen-boeien fluisterde hij. De vreemdeling had zich intusschen tot het publiek gewend cn zich voorge steld als „De Groote Cirnoc", de origi nele boeienkoning. Hij deelde, mede. dat de toeren, die men zoo juist van zijn jongen mededinger gezien had, onmoge lijk waren en dus op bedrog moesten berusten. Hij zei niet, dat zijn zonder ling optreden goed voor hem was uit reclame-oogpunt, maar verzekerde, dat hij voor de eer van het vak niet wilde, dat het publiek bedrogen werd. Intusschen was de vrouw van den jongen artiest teruggekomen en Harry Houdini, want zoo heette hij, daagde den Grooten Cirnoc uit op dat oogen- blik en op die plaats te bewijzen, dat hij de kunst beter verstond dan hij, Houdini zelf. Bovendien bood hij hem 1200 gulden aan als Cirnoc er in zou slagen, zich uit de boeien te bevrijden. Cirnoc moest met dit plan wel in stemmen, daar de zaal ten volle in dit onverwachte gebeuren meeleefde en zijn reputatie op het spel stond. Maar hy had reeds spijt van zijn overijlde daad, want de boeien zagen er formidabel uit, Het leek onmogelijk ze los te maken, zelfs wanneer de geboeide den sleutel er bij kreeg. En Cirnoc kreeg dien erbij. Maar hy slaagde er niet in zich te be vrijden en moest Houdini vragen, de boeien weer los te maken. Hierop liet de jonge Amerikaan zich boeien en binnen enkele seconden wist hij zich van de lastige armbanden te ontdoen, zonder behulp van den sleutel. Een paar jaar geleden is Harry Hou dini. Italiaansdh-Amerikaan gestorven aan een longontsteking, die hij zien tijdens een geboeide onderdompeling in dorr-Hudson op den hals had gehaald.En op zijn sterfdag verloor de wereld een der allermerkwaardigste variété-arties ten, die zij ooit gekend heeft. De Ame rikaan Kellock vertelt over hem in zij" pas verschenen boek: Houdini een onopgelost raadsel en zijn vertellin gen zijn de moeite waard. Het was kort voor zijn bovenvermeld optreden in Alhambra theater, dat' Hoüdini dén directeur van dit variété bezocht, en hem om een engagement vroeg. Hij vertelde wat hij zoo al kon en toen de directeur zich sceptisch toonde ten opzichte van de waarheid dezer verzekeringen, bood de jonge man zon der meer aan, zijn handen te bevrijden uit de beste boeien die Scotland Yard, het-hoofdkwartier der Londensche po litie hom kon voorleggen. i>e variétémagnaat beloofde hem een engagement als hij dit zou klaarspelen en hij meende reeds op een gemakke lijke wijze van den jongen fantast ver lost te zullen worden, want de „arm banden" van Scotland Yard waren be kend als de zekerste ter wereld. In het politie-hoofdkwartier werd Houdini rondweg uitgelachen. Een hoofdinspecteur leidde hem naar een püaar, vroeg hem daar zyn armen om- ineen te slaanlegde hem een vervaar lijk stel handboeien om en zei grinni kend: Zie zoo, wij gaan wat wandelen. Over een paar uur komen wij terug om je te verlossen. Hij liep met den variété-directeur naar de deur, toen Houdini riep: Wacht even, heeren, dan ga ik mee wandelen en tot stonune verbazing van beiden toonde hij de losse boeien, bengelend aan zijn vinger. Zoo werd Houdini's eerste Europee- sche tournee een triomftocht. Zijn roem ging hem overal vooruit, zijn honorarium groeide met den dag. Het hoogtepunt kwam in Rusland, toen Houdini zich tot de geheime politie wendde met het verzoek zijn vaardigheid te mogen be wijzen, Lebedeff, de chef dezer politie, antwoordde dat hij maar eens moest probeeren uit de „caTette" te ontsnap pen en zooals zoovelen voor hem gedaan hadden, voegde hij er aan toe: als u dat kunt De carette bleek te zijn een soort van brandkast op wielen. Er waren twee kleine openingen in voor luchfever- versching, elk van duimdikke roosters voorzien. Houdini werd volledig op in strumenten gefouilleerd en toen in de carette opgesloten. Ter geruststelling werd hem meegedeeld, dat de eenige sleutel van het vehikel in het bezit was van een hooggeplaatst ambtenaar, die op dat oogenblik ver weg in Siberië was op een dienstreis. Houdini exploreerde zyn gevangenis en vond geen andere naden dan de deur waardoor hij binnen was gekomen. Het slot bevond zich aan de buiten zijde en liep niet tot den binnenwand door. Alles was gl2d. en onvermurw baar bij aanraking met zijn handen. Een half uur lang zwoegde Houdini bin nen in den, wagen en een half uur lang lachten de politiemannen er buiten.hem uit, Toen rustte Houdini een paar mi nuten, ging weer aan het werk en drie kwartier na zyn opsluiting zwaaide de deur langzaam open en dachten de poli tiemannen dat zy een wonder aan schouwden. Niettegenstaande het bitter koude weer droop de uitgeputte Houdirü overal van het zweet. Dit was Houdini, een onoplosbaar raadsel inderdaad: Niemand heeft hem ooit kunnen evenaren tot hij in een kist, die met dik kabeltouw omwon den', zwaar geboeid in de Hudson pevdi. gegooid en ook uit deze benarde positie triomfantelijk ontsnapte. Maar deze laatste tour-de-force betaalde hij met zijn leven. CROESUS IN DE LUIERS. Hoe bekende millionnairs zijn begonnen. Bót is langzamerhand als vanzelf spre kend geworden, dat om liet leven van een Amerikaansoh multi-millionair een waas van romantiek hangt. Iedere dol lar-Croesus moet, volgens de populaire opvatting, begonnen zijn als kranten jongen of als bordenwassc-her en we hebben hiervan al zooveel verhalen ge hoord. dat je langzamerhand den indruk krijgt dat de koninklijke weg naar het millioenenbezit slechte betreden kan worden door bordenwasscliers en kran tenjongens. Zoo is het echter niet pre cies: Demipsey heeft zich tot millionnair gebokst, Lindbergh is met groote snel- lieid in het selecte gezelschap gevlogen en verder zijn er tal van rijkaards in de Vereenigde Staten die hun duiten nuch ter van pa of grootpapa meegekregen hebben. Maar dat er inderdaad nergens ter wereld zooveel ze'f-gemaakte mil lionnairs zijn als in Amerika, staat even eens vast. En er behoeft niet aan ge twijfeld te worden, dat deze lieden bui tengewoon hard hebben moeten zwoegen om hun rijkdommen te verwerven, oolc al hebben zij bij dat zwoegen dikwijls niet veel scrupules in acht genomen. Van den zwoegenden millionair i:; Henry Ford een typisoh voorbeeld. Er bestaat verschil van meening over de Traag of hy dan wel do meer dan 80- jarige John D. Rockefeller de rijkste man ter wereld is, maar wel staat vast dat Ford. met niets begonnen, nu een .waarde" heeft van, laten wc zeggen een paar duizend miliioen gulden. Op wat meer of minder komt het niet aan. Zeventig jaar geleden liep Rockefel ler in de korte broek achter een ploeg en verdiende zoowat een dubbeltje per uur met, deze nuttige, maar weinig winstgevende bezigheid. Zijn vader was een boertje, dat er krap bijzat en erge moeite had om rond te komen. Toen hij zestien was liep Jolm van de boerderij weg en werd klerk op een kantoor te Cleveland. In 1845. dus nog langer geleden, ver diende de Schot Andrew Carnegie, die over de gehcele wereld openbare biblio theken heeft gesticht en het Vredespa leis op zijn kosten liet bouwen, twee kwartjes per dag, toen hij 13 jaar was, was hy machinepoetser, later werd hij klerk op een telegraafkantoor en toen hij eenigc jr.ren geleden stierf had hij zooveel geld verdiend met staalfabricage dat hij na Rockefeller de rijkste man ter aarde was. Oharles A. Schwab was r.og geen 40 jaar. toon hij reeds twee miliioen gulden per jaar salaris verdiende, maar hij was ook als boeren-arbeider begonnen, daar na koetsier geweest en had een tijdlang suiker, meel. thee enz. afgewogen als bediende in een kleine kruidenierszaak. W. S. Stratton, bijgenaamd „de goud- konïr.g van Colorado" begon als tim- merrnansleerling, werd daama winkel bediende en dwaalde eindelijk naar de stad Colorado Springs, waar hij ten einde raad gouddelver werd. Na 20 jaar vergeefs/ h zoeken stiet hij op een rijken goudader en spoedig ontving hij een kwart miliioen per maand. Maar die 20 jaar had hij er intusschen opzitten. Pames J. HiU verdiende vele millioe- nen met spoorweg-exploitatie na jaren lang winkelbediende te zijn geweest., C. B. Rouss had een soortgelijke functie voor hy schatrijk werd en deze Rouss was bovendien reeds van zijn prille jeugd af blind. "Wij moeten van de voorbeschikt- heïü der krantenjongens overgaan naar de winkelbedienden, want naast de serie die wij al gehad hebben is daar ook nog James Doyle, die kortgeleden een aan bieding van 120 miliioen gulden voor een van zijn goudmijnen afsloeg, maar vroeger in een drogisterij werkte voor een karig loon. En F. C. Frick. bekend als de Cokes-koning en vroeger kan toorjongen by een lid van het althans in Amerika, nu uitgestorven ras van destillateurs. Thomas Al va Edison, de beroemdste van allen, is natuurlijk krantenjongen geweest, dat weet iedereen en Sir Hiram Maxim, uitvinder van het machinege weer en helaas daardoor millionair ge worden, was de zoon van een molenaar en trad voor het eerst in het arbeidsza- me leven op als 14-jarig leerling van een rijtuigbouwer. Alfred Jones, de „man die Jamaica maakte" begon als kantoonjongen op een scheepvaartmaatschappij. Tenslotte was Sir Thomas Lipton, die thans de halve wereld van thee voor ziet als jongen werkzaam in een boek winkel te Glasgow. ZIJDERUPSEN ENGELAND. IN Engeland is een van de grootste oen tra voor de kunstzijde-industrie, maar tot nu toe is men er in dat land nog niet in geslaagd echte zijde te fabrïcee- ren. Die komt meestal uit Japan. Een nieuwe poging is echter onlangs gewaagd: een aantal zijderupsen zijn overgebracht naai- Battersea Park, in Londen. Zal de proef slagen? Ongeveer 300 jaar geleden heeft Koning James I ge tracht zijderupsen in Engeland in te voeren en moerbeiboomen werden ge plant om de „immigranten" te voeden. Maar de zijderupsen bleken riet be stand tegen het Britsche klimaat en stierven; de moerbeiboomen bleven staan en leverden lekkernijen voor de duiven. Vier bunders grond, beplant met moerbeiboomen, bij St. James's Pa lace. vormden later een bekende wandel, plaats. Deze vroegere zijderupsenkv.ee- kery maakt, nu deel uit van de 'oy Buckingham Palace, het paleis van tfen Koning van Engeland in. Londen, be-' hooiende terreinen, -• Hotelportier (tot scTioenenjongen, die de week te voren ontslagen is): - Zoo, kom je eens kijken of je je oude baantje terug kunt krygen? Jongen: Kun je begrijpen. Ik kwam alleen maar eens kijken of het botel nog bestaat. (Passing Show.) Hoe hij over de Niagara liep. Onlangs heeft weer een mensch ge triomfeerd over den Niagara Waterval. Het was de 34-jarige Jean Albert Lussier een Franschman, die in een grooten rubber-bal beschermd door een dunne laag staal, zich van 'n hoogte van 154 voet in de kokende wateren liet vallen. Het avontuur liep goed af: Lussier kwam glimlachend uit den bal te voorschijn en had slechts eenige lichte kneuzingen opgei oopen. Velen hebben zich door de geheimzin nige tooverkracht van de Niagara aan getrokken gevoeld en zijn door dien wa terval geïnspireerd tot vermetele daden, maar geen was vermeteler dan de be faamde Franschman Blondih. Hij was een man van buitengewonen moed, kalm op oogenblikken waarop ieder ander zijn zelfbeheersching zou verloren hebben. Ontelbare malen liep hij op het .gespan- ;nèri'kÖbrd"ovër'déri waterval en'Hij 'légde' zich daarbij nog allerlei hindernissen óp: hy liet zich blinddoeken, liep op stelten, of liet zijn voeten in manden vastbin den; hü liep ook wel achteruit of droeg zijn impressario, Harry Colcord, op den rug. In 1859 verscheen Blonöin op Let too neel. Hij was vergezeld van Harry Col cord. De acrobaat liet bekend maken dat hij van den Amerikaanschen naar den Ca- nadeeschen kant op het gespannen koord over de Niagara zou loopen. De eerste poging deed hij op 30 .Juni. om 5 uur 's middags. Toen hy een eind geloopen had begon hy verschillende toeren te doen en hij hield dat vol tot hy de overzyde had bereikt. Hij ging op het koord zitten en op zijn rug liggen; hy danste of stond op één voet en bracht zoo de groote menigte toeschou wers in een staat van geweldige opwin ding. Toen hij halfweg was voer een boot, vol passagiers, onder hem door, Blondin liet een touw waarvan hij het eene eind vasthield, met het andere uiteinde op het dek vallen en haalde een flesch op die er op de boot aan vastgebonden was. Toen dronk hij uit de flesch, zittend op het koord en wierp haar daarna in de diepte beneden hem. Toen hij de flesch wegwierp sprong hij meteen uit zijn zit tende houding op zonder het koord met de handen aan te raken en vervolgde zijn weg. Hij deed den overtocht in 18 minuten. Aan den Canadeeschen kant rustte hij een half uur en wandelde toen kalm terug. Over den terugtocht deed hij 7 minuten. Den tweeden overtocht deed hij op den 4en Juli met een zak over zijn hoofd en lichaam, Tien dagen later deed hij dit nog eens. Op zijn terugreis had hij zich vermomd als aap en reed hij een krui wagen voor zich uit. In Augustus ging hij op zyn hoofd staan op het heen en weer zwaaiende koord. Zyn vermetelste prestaties moesten evenwel nog komen. De twee volgende overtochten waren de sensationeelste omdat zU beide keeren byna op tragi sche wijze geëindigd waren, Colcord heeft zelfs later beweerd dat geweten- looze wedders, die om een belangrijke som geld gewed hadden dat de acrobaat den overtocht niet zou volbrengen, een aanslag op diens leven hadden gedaan, terwijl hij op Blondin's rug zat. Maar vóór deze gedenkwaardige ge beurtenis besloot Blondin een nieuwe sensatie aan zijn optreden toe te voegen. Al zijn vorige tochten had hij bij dag gedaan. Bij wijze van climax liet hij nu bekend maken dat hij een overtocht zou wagen bij nacht. In den nacht van den 31en Augustus bevestigde hij ge kleurde, brandende lantaarns aan de beide uiteinden van zijn balanceerstok, en ging op weg. Sterke zoeklichten aan elk der beide oevers verlichtten de uit einden van het koord, maar dan ook al leen de uiteinden. Evenals bij vorige gelegenheden ston den duizenden toeschouwers zoowel aan den Amerikaanschen als den Canadee schen kant. Zij die aan laatstgenoemde zijde stonden zagen de op en neer gaan de lichten van den- balanceerstok den Amerikaanschen oever verlaten en lang zamerhand grooter worden naarmate Blondin naderde en de toeschouwers aan den tegenovergestelden kant zagen ze steeds verminderen tot'zij kleine stipjes geworden waren. Plotseling gingen de lantaarns uit en angstgekreun werd aan beide zijden van den afgrond gehoord. Slechts aoor hun handen op een uiteinde van het koord te plaatsen en de trillingen te voelen kon den eenige toeschouwers zich overtuigen dat de waaghals niet door het bruisende water daar beneden, verzwolgen was. Minuten gingen voorbij. De trillingen van het koord hielden niet op. Daar op grooten afstand in de duisternis ging de Franschman voorzichtig voort, stap voor stap, op het heen en weer zwaaiende koord. De felle zoeklichten aan den Ca nadeeschen kant .verblindden hem! Hij Lón daarniet zien. Alleen zijn gevoelszin moest hem redden van een verschrikkelijken dood op de pun tige rotsen daar beneden. Eindelijk klonk een luid gejuich aan den Canadeeschen oever. Blondin's ge stalte was zichtbaar geworden in den lichtbundel en binnen een paar minuten was hij nu op vasten grond, het middel punt van een geestdriftige ovatie. Nog veel sensationeeler was de volgende tocht, waarbij Blondin Colcord op den rug droeg. Colcord heeft hiervan het volgende verhaal gedaan. „Het koord," zoo vertelde Colcord. „was betrekkelijk strak en vast totdat wij by het midden kwamen waar geen zijlijnen het in de goede richting hielden. Wij hadden ongeveer een zesde van dit moeilijkste gedeelte afgelegd, toen Blon din's stap plotseling minder vast werd; de balanceerstok ging heftig op en neer: hij had zyn evenwicht verloren. Niet in staat om zijn evenwicht te herstellen, liep hij hard over het koord tot wij de eerste zylijn aan den New- Yorkschen kant bereikt hadden. Op de ze lyn bleef hij stilstaan, waarop zij on middellijk bral: en het koord uit de rich ting werd getrokken door de correspon- deerende zylijn aan den anderen kant. Met zijn verwonderlijke handigheid en vlugheid herstelde hij zich juist op tijd en had toen voldoende zijn evenwicht herkregen om naar het volgend stel zij lijnen te loopen, waar hij weer stilstond. „Ga vlug van myn rug af!" zei hij en ik gehoorzaamde. Ky was als een stuk marmer, elke spier was gespannen en hard; groote droppels zweet druppellen langs zyn hoofd. Door geen woord of teeken liet hij merken be grepen te hebben dat er door eenige ge- wetenlooze wedders een pogincr ge_ daan om ons te aooden, omdat het hun belang was dat Blondin de overzyde niet zou bereiken. Ik ging weer op zyn rug zitten en langzaam aan gingen wy moeizaam over het laatste gedeelte van het koord naar den Amerikaanschen oever, waar tal van gezichten vol intense belangstelling en vele met ontzetting, naar ons staarden. Eenigen hielden de handen voor de oogen uit vrees ons te zien vallen, an deren strekten de armen uit alsof zy' ons wilden grypen om ons voor vallen te behoeden. Een muziekcorps trachtte te spelen maar de muzikanten hadden het zco met him zenuwen te kwaad, dat him nstrumer.ten slechts onharmonische ge luiden uitstootten. „Pas op. Blondin," zei ik. „Nu dreigt een nieuw gevaar. Die menschen zullen op ons af komen stormen en ons in den afgrond duwen." „Wat zal ik doen?" vroeg hy. „Storm er zelf op in en baan je een weg door de menigte heen!" Dit deed hy en met succes. Het tooneel dat volgde was onbeschrij felijk. De vreugdekreten overstemden het raise hen van den waterval en de men- ichen leken krankzinnig van blijdschap. Voor den tocht, die mjj een eeuw leek geduurd te hebben, hadden wij zes en veertig minuten noodig gehad." EEN DINER IN VROEGEREN TIJD. Op het oogenblik. waar het houden van tentoonstellingen van „De gedekte tafel" aan de orde van den dag is, is het wel eens eigenaardig te weten, wat er behalve dat dekken, voor onze overgroot ouders vast zat aan het geven van een groot diner. Dit ging met heel wat meer ceremo- niëel gepaard dan tegenwoordig. Nu be hoeft de gastheer b.v. op de kant en klaar gedrukte uitnoodigingskaarten slechte de namen in te vullen en ze in de dichstbij zijnde brievenbus te werpen. Twee eeuwen geleden ging dat anders. Toen werd reeds drie wéken vóór der. grooten dag een bediende rondgezonden met schriftelijke uitnoodigingen en op dat ook niemand den maaltyd in het drukke dagelyksche leven zou vergeten, liet de heer des huizes drie dagen van te voren nogmaals door den bediende aan de uitnoodlging herinneren. Stond ten slotte het aantal vast van hen die kwamen, dan begon de gast heer met zijn zwaren taak van de tafel schikking. Heden ten dage is die moeite klein te noemen in vergelijking met dien tijd. Weliswaar werd er geen „bonte rij' gevormd, zoodat de moeilykheid verviel om een dame naast den gastheer te kie zen, maar daarentegen moest er uiterst streng op den rang van de verschillende gasten gelet worden. Aan den linkerkant zaten de dames, aan den rechter de heeren der schep ping. De getrouwde vrouwen wei-den aan het boveneinde geplaatst en wel precies gerangschikt volgens den da tum van hear huweiyk; daarna volgden de ongehuwden volgens hun leeftijd. Aan den kant van de heeren zat eerst natuurlijk, indien hy aanwezig was, de burgemeester, daarna volgden de dokters (volgens den dag van hun promotie) daarna de leden van den raad, enz., tot eindelijk de „gewone" stervelingen kwa men, die gèèn titel hadden. Men ziet dus wel, dat zonder nauwkeurige genealogi sche en biographische aanteekeningen zoo'n tafelregeling onniogelylc was. Was de groote dag gekomen en zaten de gasten om den disch, dan begon een belachelijke comedie. Ieder was n.l. zoo genaamd te bescheiden om de hem oi haar aangeboden plaats aan te nemen en wilde, daar hy zich daar „niet waar dig genoeg toe bevond" deze aan een lager geplaatsten gast afstaan. Natuur- lyk bleef alles toch bij het oude, maar aan den vorm was tenminste voldaan. Dus kon het maal beginnen. Gewoonlijk bestond dit uit drie hoofd- gangen, waarvan ieder weer uit ontel baar vele kleinere gerechten was samen gesteld, die echter tegelykertijd opge diend weraen. Zoodra het eerste gerecht op tafel kwam, moest de gastheer zich niette genstaande den grooten overvloed, we gens het eenvoudig maal verontschuldi gen en breedvoerig uiteenzetten, hoe het zijn vrouw, niettegenstaande alle moeite niet gelukt was, iets goeds te be machtigen. De huisheer zelf kwaan niet toteten, want hy had verder nog gedurende den geheelen maaltyd de verplichting te toasten op de gezondheid van zyn gas ten en hun familie, van het stadsbe stuur en zelfs van vele binnen- en bul- tenlandsche. vorstelijke personen. Men zïet.'t het was alles nog heei wat omslachtiger dan tegenwoordig. En daarby ihcet men dan nog bedenken, dat alles thuis moest worden klaargemaakt en men geen diner of zelfs een schotel „maar even kon bestellen!" Er loopt een gerucht, dat de senti menteel aangelegde dame, die om een straaltje licht vroeg in haar donker be staan, hierop een reflectant kreeg, die zich ontpopte als een vertegenwoordi ger van de lichtfabrieken. De man die op zyn waardigheid staat, wordt hier geen centimeter langer door. Je moet één ding toegeven over Italië. Alle goede voornemens voor het nieuwe jaar kunnen gevoegelijk aan Mussolini worden overgelaten. Hoevele moderne jonge meisjes heb ben ooit een zonsopgang gezien waagt een criticus. Weinige, want hoewel ze soms groote vrijheid genieten, komen zij toch nooit zoo laat thuis. De grootste eieren dié ooit bestaan hebben werden gelegd door een vogel soort die nu uitgestorven is. Zij hadden een inhoud van ongeveer 1 Liter. Som mige acteurs zijn zeer verheugd dat de bedoelde vogelsoort nu uitgestorven is. Zeer modern schilder: Die meneer, wiens portret je hier ziet, heeft me ge= vraagd, om zijn neus nog wat te vers anderen. Vriend: En ben je daar zoo wans hopig over? Z. m. s.: lk kan me niet meer her; inneren, waar ik zijn neus geschilderd heb. -(Buen Humor.). BIOGRAPHIEEN IN EEN NOTEDOP PIET HEIN. Zijn bynaam „De Zeeschrick van Delfshaven" vertelt ons, waar Piet Pie terszoon Heyn nu juist 350 jaar geleden geboren werd. Zoo eenvoudig "als zyn naam was zyn afkomst. Door eigen kracht is hy geworden een der groote admiralen, die de gouden eeuw oplever de. Bekend is hoe Piet, die al vroeg va ren ging, in zyn jeugd door de Span jaarden gevangen genomen, en op de galeien gezet werd. Door uitwisseling herkreeg de jongen zijn vrijheid en van 1608 tot 1617 veer hij ter koopvaardij. Zijn moed en beleid bleven niet onbe loond, want in 1621 kon hij het bij de oprichting der West Inc. ..ohe Compag- niet tot tweeden bewindhebber voor Rot terdam brengen. In 1623 tot viee-admi- raal der Compagnie bevorderd onder scheidde hy zich op verschillende rei zen. Zoo veroverde hij op 'een zijner tochten naar Brazilië op 3 Mei 1624 San Salvador. De laatste vyf jaar van zyn leven zouden hem zyn grootsten roem bren gen. In 1626 voer hy weer naar Brazilië, nu als Admiraal der Compagnie en liep op 8 Mei de Allerheiligenbaai binnen met 13 schepen. Hij nam 26 Spaansche schepen, die onder het 40-ponas geschut van het Portugeesehe kasteel St. An tonio lagen, dat hun echter meer kwaad dan goed deed. Vijf schepen verbrand-, den, 21 nam hy mee. Zelf verloor hij slechts twee vaartuigen. De buit bestond uit 2565 kisten suiker, tabak, katoen, huiden, verfhout. De verovering van de Zilvervloot heeft Piet Hein's naam voor Holland onsterfc- lyk gemaakt. Die Zilvervloot bracht jaariyks de schatten aan edele metalen en edelsteenen dei* nieuwe wereld van Cuba naar Spanje. In Mei 1628 koos Piet Hein's vloot van 31 schepen met 4000 -soldaten en matrozen zee. In Augustus werd bij Havana de voorhoede en 9 Sep tember 1628 in de baai van Matanzas de heele Zilvervloot genomen. De schepen waren in de baad gedreven en vastge- loopen,. na twee schoten gaf de vloot zich over. Piet Hein heeft ach dan ook dikwijls geërgerd, dat men hem voor de' verovering zooveel lof bracht, die men bij grooter daden vergeten had. Er were,, toen de vloot in Januari 1629 op Texel aankwam, een plechtige dankdag gehou den. men ontstak vreugdevuren en zong ontelbare liedekens op Piet Hein. In tusschen kreeg hij van de 11.509.524 gulden, die de schatten opleverden er maar 7000, en het scheepsvolk 18 maanden gage of soldij. De Compagnie keerde echter aan haar aandeeUiouiters een dubbel dividend uit, dat 50 pet, be liep. Er werden twee gedenkpenningen geslagen en de vlootvoogd zelf kreeg een medaille met gouden keten. Piet Hein dacht rustig te Delft zijn vermogen te kunnen opteren, maar 's lands dienst eischte hem Op voor een expeditie tegen de Duinkerker-kapers, als luitenant- admiraal van Holland nu. De zeeheld kreeg een kogel in den schouder en stierf 20 Juni 1629, bijna 300 jaar gele den dus. De vloot kwam zegepralend naar huis, maar het land was in rouw gedompeld. De reorganisaties, die Piet Hein op de vloot ingevoerd had bereid den den weg voor Witte de With, Tromp en De Ruyter. In de Oude Kerk te Delft is zijn beel tenis levensgroot in een marmeren graf tombe uitgehouwen. Te Delfshaven staat zijn standbeeld. Uit de school geklapt: Onderwijzer: Noem eens vier din gen, die melk bevatten. Leerling: e-boter-en-e-e-drie koelen. Mussolini heeft verklaard, dat het verboden is om critiek uit te oefenen op het fascisme, maar men is vry in oritierc op zyn persoon, zooals bijv. dat hij niet gc-ed viool speelt. Italianen, die zich de geschiedenis van Nero he:inneren, vermijden echter ook dit. Wanneer je vroeger opstaat dan je buurman en harder werkt en degelyker leeft en 's avonds later opblijft om plan nen te maken hoe je meer geld kunt verdienen dan je buurman, zul je niet alleen meer nalaten wanneer je komt te sterven, maar je zult het ook veel gau wer nalaten. Er worden nu regenjassen gemaakt van een melkpreparaat. Dit wil echter nog niet zeggen, dat alle melk waterproof is. ANECDOTE VAN TRISTAN BERNARD Aan den Parijsclien tooneelschryver en journalist Tristan Bernard worden talryke anecdoten toegeschreven. Hier is de laatste: Bernard had een nieuwen secretaris noodig en er bood zich o.a. een jongeman aan met schit terende getuigschriften. Nou meneer zei Bemand laten we het dan maar eens probeeren. Maar hoe is uw naam ook weer? D-d-d-d-du-du-dupont stot terde de sollicitant. Kolossaal meneer zei Bernard zou u het me kwalijk nenien, als ik u maar by afkorting Dupont noem?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 16