f**; A HUISVLIJT POSTZEGELRUBRIEK RAADSELS RUILRUBRIEK PENNENBAK MET INKTPOT i l-.t r •jfe Ls."» 1 Een praktisch voorwerp voor de schrijftafel om van triplex te vervaar digen. We beginnen met het achterblad (Zie fig. 1), dat 25.5 c.M. lang en 7.5 c.M. hoog is. De maten zijn alle op de tee- kening aangegeven. De stippellijnen ge ven de plaats aan, waar ,-t bovenblad (I lig. 4) komt te zitten. We geven dit op 't hout ook even aan. daar dit bij 't in elkaar zetten van veel gemak is. De zij kanten zijn 17 c.M. lang en 4.5 cM, hoog (Zie fig. 2). Voor den bodem gebruiken we een plankje van 25.5 bij 16.5 c.M., dat van voren schuin wordt bijgevijld in de richting van 't schuine voorlijstje van de zijkanten, 't Bovenblad is een recht hoek van 25.5 bij 7.5 c.M. In 't "midden zagen we een rond gat, waarin de inkt pot past. We schaffen ons dus eerst een ONZE OUDE Als men van de naburige stad uit on geveer een half uur gewandeld heeft, ziet men op een klein heuveltje een ouden windmolen staan, het kenteeken van ons dorpje. Wijd en zijd in de ge- heele omgeving kan men hem zien en daardoor is het ook niet te verwonde ren dat hij als wegwijzer goede diensten verricht. Aan den voet van den heuvel kruist de straatweg zich juist met twee andere wegen en overal in den omtrek ontvangt iemand, die naar den goeden weg vraagt, ten antwoord: .Loopt U maar eerst tot bU den mo len, daar is een wegkruising en kunt uw weg verder ook gemakkelijk vindenI" De molen heeft een eigen geschiede nis, waarvan het. laatste deel niet zeer opwekkend is. Er woonde n.l, een oude inolenaar met ztia zoon, die daar lan- inktpot aan, vóór we dit zagen. Onder 't voorblad tusschen de zijkanten (zie n fig. 4) timmeren we een atrnniMe van 2 c.M. breed. Er op brengen we 't bakje aan, waarin de inktpot komt te staan. Dit bestaat uit 2 zijkantjes (zie in fig. 4) van 7 c.M. lang, terwijl de hoogte tegen den achterwand 4 c.M. en aan den voorkant 2.5 cM. is. Tegen den achter wand moeten deze de dikte van 't hout onder den bovenkant blijven. Aan Óen voorkant brengen we een stukje aan van 7.5 bij 2.5 c.M. (Zie IV fig. 4), dat schuin wordt bijgevijld in de schuine lijn van de zijkantjes. We timmeren deze drie plankje op 't bovenblad vóór dit zelf be vestigd wordt, daar we er anders niet meer bij kunnen. Het deksel is 7.5 bij 8 c.M. (zie fig. 3). Het wordt met een WINDMOLEN. gen tijd met harde arbeid een schra len kost verdiende. Vroeger had hij na tuurlijk wel betere tijden gekend, vooral in de dagen dat er nog geen stoommo- lens en- electrische malerijen bestonden. Toen kwamen alle bewoners van het dorp, die hun koren gemalen wilde heb ben, nadat het dorschen achter den rug was, naar den ouden windmolen. De molenaar verdiende nog veel en kon zich een aardig sommetje voor later verze keren. Maar toen eenmaal zijn vrouw, die hem altijd zoo trouw terzijde had ge staan, aan een ernstige ziekte gestorven was, scheen het wel of het geluk tevens uit den molen verdwenen was. De arme man bleef over met zijn toen pas negen- Jarigen zoon en kwam voor telkens groo- ter wordende moeilijkheden te staan. Er was een vreemde, rijke man in het klein scliarniertje aan den bovenrand bevestigd. Tegen de schuine kantjes aan de voorzijde brengen we een plankje aan (zie V fig. 4), dat onder en boven schuin is gezaagd of bijgevijld in de lijn van de zijkanten. Om het uitnemen uit den bak gemakkelijk te maken, wer ken we de holte onder het voorplankje weg, door een smal plankje er passend schuin voor te plaatsen (zie a fig. 4). Als alles netjes is geschuurd, zetten we 't geheel in een of andere kleur beits. Nu nog een beetje was en 't voorwerp is klaar, 't Model ligt in de Tijdingzaal ter bezichtiging. Bloemhofstraat 29 rd. S. dorp komen wonen. Die had eerst een stuk land gekocht, waarop hij een mooi woonhuis liet bouwen en later.... een groote electrische malerij. Daar kon op elk uur van den dag het koren gemalen worden, want het was niet noodig, dat men zooals bij den ouden windmolen op een gunstigen wind moest wach ten. Deze aanslag op zijn rustig bestaan sneed den ouden molenaar diep in de ziel en met angst zag hij dagelijks zijn zorgen toenemen. Vroeger kwamen de mensehen uit het dorp bijna dagelijks bij hem en was zijn molen altijd vol van vroolijk gepraat, terwijl men op het malen wachtte. Maar sedert de malerij er was, slonk het aan tal klanten voortdurend. Eerst waren de menschen uit nieuwsgierigheid eens een pAar zakken naar de nieuwe zaak gaan brengen, maar toen men ontdekte, dat het koren daar veel eerder en beter klaar was. bleef men er vaste klant, En zoo bleef de een na den ander uit den ouden windmolen weg, totdat tenslotte alleen nog maar een paar heel oude getrouwen die zich te veel vriend van den mole naar gevoelden, overbleven. De eigenaar van de electrische malerij was geen onvriendelijk mensch en hij had dadelijk toen hij zijn zaak begon den ouden molenaar aangeboden om bij hem in betrekking te komen. Maar de arme man kon er niet toe besluiten zijn molen te verlaten. Het gevaarte was zijn eigendom en In zijn familie was het steeds van vader op zoon overgegaan en als soms de menschen uit het dorp hem trachtten te bewegen de betrekking aan té nemen schudde hij treurig het hoofd en zei: „Neen, neen! Een ouden boom kan men zoo maar niet overplanten. Ik wil in mijn molen sterven en nergens anders!" Daar was dus niets aan te doen en hoofdsahuddend zweeg men dan ook meestal. De zoon, die in tusschen een krachtige, sterke kerel geworden was, kon evenmin besluiten zijn vader te ver laten, want hij wist maar al te goed, dat de oude te zwak geworden was om zelfs het weinigje werk, dat zij nog hadden, alleen af te kunnen. En zoo was in zeker jaar November in het land gekomen. De storm spaarde niemand en woedde verschrikkelijk. Eens was hij met een ongekende kracht losgebarsten en had een ganschen nacht op verschrikkelijke wijze om zich heen gegrepen, alles wat hem hinderde ver woestend. Het was zoo erg, dat de men-! schen in het dorp dachten, dat de we reld zou vergaan, zoozeer had de regen tegen de ruiten gekletterd en waren de windvlagen over de hulzen gevlogen. En zie, toen men in het dórp den volgenden ochtend weer de deuren en vensters opende en de straat betrad, zag men dat de storm een der wieken van- den molen had afgerukt Het was een vreemd gezicht, om zoo den ouden molen met slechts drie wie ken te zien en het nieuws ging dan ook als een loopend vuurtje door het dorp. Het was alsof iedereen het besef had; dat iets dierbaars geschonden was en tenslotte maakten eenige mannen zich gereed om een bezoek aan den ouden molenaar te gaan brengen om te zien of zij hem njisschien met het een of ander behulpzaam konden zijn. Maar toen zij een half uurtje later de armelijke woonkamer van den ouden man betraden, werden zij door een treu- rigen aanblik getroffen. De molenaar lag op een sofa in den hoek van de ka mer uitgestrekt en beleefde zijn laatste oogenblikken. Zijn zoon lag naast hem neergeknield en streelde zijn handen Zwijgend traden de bezoekers naderbij De molenaar herkende hen en sprak glimlachend maar zeer moeilijk: „Nu ls het.... afgeloopenDe mo len heeft zijn.... doodsteek ont vangen.... en ik ook.... Ik heb mijn plicht gedaan en.nu.ga ik. Hij greep de hand van zijn zoon en streelde hem over het haar. Kort daarop verliet het leven hem.... Stil en diep geschokt stonden de mannen in het kamertje. Niemand waag de het iets te zeggen, totdat eindelijk de zoon opstond en de mannen een hand reikte en hen wenkte hem te volgen. Buiten gekomen liet hij hen zien, hoe vreeselijk dien nacht de storm geweest was en hoe zwaar beschadigd, de molen was. Het was verschrikkelijk en allen begrepen zij wel, dat er niets meer te herstellen viel. Eindelijk vermande iemand zich en wendde zich tot den zoon om hem te vragen wat hij dacht te gaan doen. „Dat zal ik U zeggen," antwoordde de jonge man, „ik ga eerst de molen en het weinigje land dat er bij behoort ver- koopen en dan ga lk naar de electrische malerij om te vragen of ik de betrek king misschien kan krijgen...." „Dat ls het beste en verstandigste wat je doen kunt, jongen," zeide de an dere mannen, terwijl zij hem hartelijk de hand drukten. Een week later werd de oude wind molen onder groote belangstelling en deelname van de dorpsbewoners ver kocht. Het gemeentebestuur kwam er echter aan te pas en kocht de molen met het land erbij. Het land werd verpacht aan een arm boertje en den molen werd weer wat opgeknapt en bleef voor altijd op zijn plaats behoudenwant het dorp wilde hem toch niet missen. En zoo is hij dus een kenteeken voor ons dorp gebleven en een goeden weg wijzer, die nog eiken dag zijn taak ver richt en al malen zijn wieken thans geen graan meer, het blijft toch een mooi ge zicht ze nu en dan te zien draaien. KNIPPEN EN ZOEKEN. Deze zwarte stukjes moeten jullie nu weer eens netjes uitknippen en opplak ken en daarna aan elkaar passen, net zoo lang tot jé het geheel gevonden hebt Het plaatje stelt een klein meisje voor, dat op een hert zit en klaarblijkelijk op weg ls naar sprookjesland, althans aan de verwachtingsvolle uitdrukking op haar gezichtje te zien, zou je dit wel zeggen. EEN MOEILIJK WERKJE. Het plaatje van de vorige week had als fout een boom, die zoo onmoozel ge- teekend was, dat men door den stam de wolken zag schijnen. Ook was er nog een weg op de teekening, waarvan de lij nen dwars door den boom gingen Nu plaatsen wij een plaatje, dat let terlijk van fouten krioelt. Het zal ge zellig zijn om des avonds nu het bui ten zoo guur wordt de teekening voor zich te nemen en net zoo lang te zoeken tot men alle fouten gevonden heeft. Dit zal zeker niet meevallen want als men denkt alles te hebben, zitten er beslist nog een paar in. Het is ondoenlijk om alle fouten op te noemen, dus de volgende week komen wij er niet meer op terug. Maar jullie hebt nu genoeg ervaring om zelf te weten wat er goed en wat verkeerd is in tee- kenwerk. Mocht dan in de toekomst het een of andere geïllustreerde tijdschrift nog eens een prijsvraag uitschrijven met hetzelfde onderwerp, zooals al een paar mailen gebeurd is dan kun je gerust ook eens een kansje wagen. GRAAF ZEPPELIN. Het luchtschip de „Graf Zeppelin'' Brengen wij gaarne onzen groet! Voor dappre mannen die daarin Ons toonden hunnen moed! Met Eckener als commandant Heeft het dwars over d'Oceaan, In storm en regen, ver van 't land, Zijn eerste vlucht gedaan! Heil, duizendmaal, het trotsche schip, En zijne dappre mannen, ZIJ toonden ons een goed begrip Van werk'Ujkheid en plannen l CURA9AO. /JJ/S /ic. yc V0C /lie yyc ld j>y* 30C y#c. zie IQIO7- In 1915 verscheen een nieuwe serie portzegels in het bekende type, doch in één klem'; ook het waardecijfer is even als de rest van de zegel groen gekleurd. Uitgegeven werden 21/2, 10, 121/2, 15 20, 25, 30, 40 en 50 cent. Grootte van de vakjes 2.8 bij 2,3 C.M. In 1918 krijgen we eenige merkwaar digheden. Door den wereldoorlog was de verbinding met onze koloniën verbro ken; zoodoende ontstond op Curasao gebrek aan postzegels, daar die in ons land worden gedrukt. De 1 cent was op en om in de behoef te te voorzien Werden de 2 cent (bruin) en 21/2 cent (groen) schuin over de hoeken gehalveerd. Elke halve zegel Werd voor 1 cent verkocht Deze gehalveerde zegels hebben natuur lijk alleen waarde, wanneer ze, gestem peld op een briefstuk voorkomen. Groot te' van de vakjes pl.m. G.3 bij 3.3 oM. De halve raakten echter ook uitver kocht, zoodat de postdirecteur zegels van 1 cent liet drukken. Deze noodzegels zijn geelachtige stukjes papier, waarop staat vermeld „Curasao— 1 cent" en de handteekening „Harv." Groote van 't vakje 2.8 bij 2.8 c.M. In 1919 Verscheen een opdruk n.l. 5 cent op 121/2 cent (blauw). Grootte van 't vakje 2.8 bij 2.3 cM. Zie voor de In deeling 't schetsje. Nieuwe deelnemer: 303. Marinus van Dalen, Schoterveen- straat 25. Bloemhofstraat 29 rd. VOOR POSTZEGELVERZAMELAARS In Polen bestaan postzegels met het beeld van den beroemden schrijver Sien- kiewicz, wiens roman „Quo Vadis?" wel bijna over de geheele wereld gelezen is en den laats ten tijd ook nog door de film bekend geworden is. Deze Sienklewicz- postzegel is blauw; de waarde bedraagt 15 Groschen. De naam Sienklewicz staat er niet op vermeld. In den bovenrand leest men de woorden „Poczta-Polska". (Deze raadsels zijn ingezonden door Jongens en Meisjes die Onze Jeugd lezen.)- Iedei^ maand worden onder de beste oplossers vier boeken verloot. AFDEELING I (Leeftijd 16 jaar en ouder,) 1. (Ingez. door Huishen) a. Wat doet To Bodpes? b. Wat doet Ab Kerk? c. Wat doet Okke Hathur? 2. (Ingez. door Condor.) Mijn geheel is de titel van een boek, dat in „Onze Bibliotheek" aanwezig is en bestaat uit 12 letters. 2 8 6 is een lichaamsdeel. 4 11 3 is een boom. 12 5 7 is een veiligheidsmiddel, 1 8 3 is een hemillichaam. 10 9 is een lidwoord. 3. (Ingez. door Roefrkopje.) Een woord van 15 letters noemt een Rubriekertjesna am 1 2 3 is niet dichtbij. 7 6 12 is voor de kippen. 4 9 13 is een huisdier. 9 10 11 12 13 zorgt voor de veiligheid. 14 15 13 is een meisjesnaam, 13 9 12 is een jongensnaam. 4 9 3 is een vervoermiddel. 4 3 9 9 11 is in onze keuken. 11 11 12 is een lidwoord. 5 6 7 is een soort trots 8 9 10 11 is een soort sprookje. 4. (Ingez. dóór Hagenaar.) Ik ben een spreekwoord van 19 letters. 1 2 3 4 is een zwemvogel. 9 12 3 4 1 3 hebben we in den mond. 10 11 12 5 9 2 3 is een jongensnaam. 15 16 5 13 2 3 is een eiland. 18 3 2 1 is niet terug. 12 3 3 6 is een meisjesnaam. 6 5 3 8 2 10 is een plaats 4 5 6 7 8 9 is kleeding. 14 16 15 is mak. 3 16 17 18 19 volgt, op dag. 6. (Ingez. door Appeltje.) Kruisraadsel. X X X X X X X een medeklinker een Noord-Europeaan, een woord. een land van Europa. de naam van een vorst een gewicht. een medeklinker De kruisjes noemen hetzelfde land, 6. (Ingezonden door Appelmootje een familielid, de wereld. verleden tijd van een werkwoord. verborgen bijvoegelyk naamwoord. een natuurverschijnsel. Horizontaal en. verticaal moeten dezelfde woorden gelezen worden. AFDEELING U (Leeftijd 8 Jaar en jongtrj. 1. (Ingez. door Zwemstertje.) a. Welk beroep oefent Geert Loido uit? b. En Ai-ent Wabach? c. En Kees Trant mar? 2. (Ingez. door Goudhartje.) Mijn lste en 2de is een onmisbaar meubel. Mijn derde is een vloerbedekking. Mijn geheel is in onze hulskamer. 3. Strikvragen. a. (Ingez. door Appeltje.) Waar heeft de rook zijn begin en 't vuur zijn einde? b. Welke kop behoort aan mensch noch dier? c. Wat heeft een neus, maar geen mond? d. Wat wordt schoon geboren en ver drinkt in de modder? e. Waarom leggen kippen eieren? f. Welke schuiten worden niet beva ren? g. Wat is een meervoudsvorm van stuivertje? h. Waar zijn rivieren zonder water? 4. (Ingez. door Hagenaar.) Neem uit onderstaande plaatsen telkens één letter, zoodat ge een plaats in Zuid-Holland krijgt. Haarlem, Gro ningen, den Helder, Llsse, Ede, Goes, Olst, Maastricht. 5. (Ingez.. door Arretje Noff.) Ik ben een schuilnaam van 10 letters. 7 8 9 10 is een lichaamsdeel. 1 6 9 10 is een wortel. 5 6 2 4 is een groot gebouw. 1 9 6 2 is een vrucht. 7 3 9 2 is een drank. 2 3 9 4 ls een meisjesnaam. 4 3 4 5 6 2 leeft in sloot en plas. 6. (Ingez. door Roetkopje.) Met b behoor ik by een man. Met h verwarm ik. Met p ben ik een viervoeter. Met w ben ik een herbergier. Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDEELING I 1. Daan Hoeksema. 2. Arretje Noff. 3. Hasselaersplein. 4. Schaar, draad, naald, vingerhoed. 5. Knagehjntje. 6. Automobielmonteur, Persfotograaf, Brugwachter. AFDEELING II 1. Wenda. 2. Bert, Lena, Jan, Anna, Emma. 3. Boter bij de visch. 4. Karnemelk. 5. Winterswijk. 6. a. Eendracht, b. Tweedracht, c. Zout d. Waar geen vleesch zit. f. Als 't be vroren ls. g. Traplooper. Goede raadseloplossingen ontvangen vanEen naamlooze 6 Goudlokje 6 Pink sterbloemetje 4 Sultan el Khebir 4 Roet kopje 6 Bloze Kriekske 6 Koolmees 6 Hagenaar 6 Het Naaistertje 6 Bloemen meisje 5 Rompelsteeltje 5 Onze Jong ste 4 Bloemenelfje 4 Timmerman 6 Een naamlooze 6 Jaantje Vergers 4 Harold Lloyd 5 Zwemstertje 6 Libra 6 Robbe does 6 Capricornus 6 Krielkip 6 Zeemeer min 6 De Schipperin 6 Flapoorlje 3 Puckie 5 Eekhoorntje 5 Berliner Eol 6 De kleine Violist 6 De kleine Vogel vriend 6 Draaitol 6 Turnstertje 6 Alba 6 Theeroosje 5, Wilgenroosje 6 Arretje Noff 6 Bloemenfee 2 Wit- staarte 3 Bart zonder barst 6 Hansje Teddybeer 6 Kleine Bakker 6 Hebatje G Heliante 6 Jopie van Leuven 4 Annie v. Leuven 4 Lena Spiering 4 Wenda 6 Tramstudent 6 Sarina 6 Krullebol Steil- haar 6 Brillantster 6 Repelsteeltje 6 Aboe Do 6 Kaatsballetje 6 Sneeuwklokje 5 Jupiter 6 Denappeltje 6 Enrico 6 Pink sterbloemetje 6 Monteur 6 Obione 6 Zevenster 6 Monteur 6 Verkeersagentje 6 Don Frederik 6 Roodwangetje G Til- burgertje 6 GToenling 5 Juffertje Scinijfgraag 4 Koekoek 6 Roodborstje 6 Korstjesknager 4 Juffertje Ongeduld 6 Attalanta 6 Papavertje 6 Huishen 6 Pop- penmoedertje 6 Kleine Gymnast 6 Prik- kebeen 6 Snibbelaartje 6 De kleine Met - selaar 6 Breeroo 6 Boschelfje 5 De kleine Slager 5 Boterbloempje 5 Sultan Elbra- him 5 Tooneelspeelstertje 5 Mannetje 5 Zangvogeltje 4 Amico 4 Dennetakje 6 Vaders Hulp 6 Zilverklokje 6 Het groen tje 5 Appelsnoetje 5 Goudlokje 6 Rijste- pikkertje 5 Mignon 6 Krullemie 5 Goud- sprietje 5 Borduurstertje 5 Sering 6 Li bra 6 Robbedoes 6 Capricornus 6 Kna- gelijntje 5 De kleine Lord 5 TURNSTERTJE, Djambistraat 4 heeft Miss Blanche bonnen en vraagt Am- stelpenningen 2 tegen 1. ANNIE v. d. BRINK, Rampenlaan 125 Overveen heeft 41 Miss Blanche oon- nen, 2 Hilles bonnen 3 Verkades Bloe men in onzen Tuin. 3 Verkades Mijn Aquarium. Dit alles wil zij graag ruilen voor Verkades Kamerplanten 1 tegen 1, Ruiltijd van 45 uur. JOHAN HARTMAN, Voor tings tl*. 11 vraagt Duifjes. Hij geeft ervoor terug Roodbandpl. Ruiltijd alle dagen van half 7 tot half 8 behalve Dinsdags. Oolc 's middags van 12.201.20. RUBRIEKERTJES-LIJST. 612. Kees Fortgens, oud 10 jaar, Tem- peliersstraat 52. 613. Sjouke Duinker, oud 10 jaar, Joh. de Breukstraat 37. 614. Miep Oosterbaan, oud 12 jaar. Paus Leostraat 14z. 615. Tillle Jagt, oud 12 jaar, Kapper* straat 17.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 28