ZANDVOORTSCHE CAUSERIE.
MEEUWEN
FEUILLETON
Anthony Marston
Dolende Ridder
LETTEREN EN KUNST
MARKTNIEUWS.
HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 18 DEC. 1928
De 103.000. De gevolgen van de goedkeuring van
het raadsbesluit. De a.s. behandeling der begrooting.
Krachtige maatregel van den Burgemeester. De werk
loosheid en werkverschaffing. Jubileum O. S. S. Hoog
bezoek. Nogmaals de V. V. V.
(Van een bijzonderen medewerker).
(Vervolg)
Gedeputeerde Staten hebben het Raads
besluit om het tekort van 103.000 op
de belastingen te plaatsen op het dienst
jaar 1928 en niet zooals de Provinciale
Reken voorschriften voorschrijven op het
dienstjaar waarop het tekort is ont
staan, in dit geval 1927, goedgekeurd.
Dat beteekent, dat deze som op de be
grooting 1929 kon worden geschrapt, om
automatisch te worden opgenomen op
de begrooting 1930. Nu zullen er zijn.
die meenen, dat daardoor de l'inancieele
positie onzer gemeente zooveel beter zal
zijn geworden. Laten we deze illusie on
middellijk ontnemen, want al zou het
waar zijn, dat daardoor Zandvoort in
1929 wat ruimer in haar geldmiddelen
komt. en de belastingschroef dus wel
licht niet meer behoeft te worden aan
gedraaid. in 1930 moet dit tekort thans
ineens gedekt worden en onze Raad zal
reeds thans middelen tot dekking moe
ten beramen. D.w.z., dat omgezien dient
te worden naar nieuwe bronnen van in
komsten of te onderzoeken of sterke be
zuiniging kan worden doorgevoerd.
Nu wordt het mogelijk geacht dat in
dien aangenomen zou worden dat de
reserven van het gas- en waterleidings
bedrijf worden aangesproken en ook de
winsten dier bedrijven in de kas der ge
meente zullen worden gestort om voor-
1929 het percentage op de inkomsten
belasting iets terug te brengen. Een an
dere vraag is, of indien de straatbelas
ting wordt verworpen of zelfs wanneer
deze belasting zal worden teruggebracht
van 95000 tot 50.000, het dan nog
mogelijk zal zijn. zelfs by aanneming
van bedoelde voorstellen, de belasting te
verlagen, hetwelk toch de oorspronkelij
ke bedoeling is geweest van de voorstel
lers, de heeren Elffers en Forrer.
De openbare behandeling voor de be
grooting zal nu deze week beginnen en
zal ook beëindigd moeten worden. Al
thans dit schijnt de bedoeling van den
Burgemeester te zijn. die den Raad tegen
Woensdag en Donderdag heeft opgeroe
pen en daarbij bepaald heeft, dat indien
de heeren dan nog niet zouden zijn ge
reed gekomen ook Vrijdag vergaderd
moet worden, maar dan niet in den
avond, maar reeds des morgens om 9
uur.
Mogen we den wensch uitspreken, dat
de Raad ln zijn geheel bü de behande
ling der begrooting de belangen onzer
badplaats zal weten te dienen! Nu eens
geen vllegenafvangerij mijneheeren. maar
gezamclijk gezocht naar die maatregelen
die Zandvoort vooruit kunnen brengen.
Hot staat nu vrijwel vast. dat dezen
winter gebruik zal worden gemaakt van
subsidie van Rijk en Provincie voor de
werkloosheidsbestrijding. In de laatste
raadszitting heeft wethouder Padt mede
gedeeld. dat het de bedoeling is om on
middellijk in 1929 daarmede een aanvang
te maken. Welke werken er zullen wor
den uitgevoerd, naast de verbetering van
de Brederodestraat en het bouwen van
woningen op plan Noord, is nog niet
bekend. Natuurlijk zullen de Boulevards
weer opgeknapt worden. Hoewel deze
zaak ln handen van wethouder Padt
volkomen veilig is, zou het toch wel
aanbeveling verdienen indien aan den
Raad een plan van uitvoering werd voor
gelegd. Worden de posten van herbe
strating van de Haltestraat en de Zand-
voortschelaan goedgekeurd, dan zullen
ook deze werkzaamheden wel in de
plannen worden opgenomen. Maar waar
thans subsidie van R'ik en Provincie is
verkregen rijst toch de vraag of niet wat
meer aan wegenaanleg en verbetering
van bestaande wegen kon worden ge
daan.
Dat werkloozenprobleem is voor onze
badplaats telken jare een zeer moeilijke
kwestie en zal dat indien zich te Zand
voort geen industrie vestigt, die kans
heeft in den winter haar hoogconjunc
tuur te bereiken ook wel altijd blijven.
Tal van onze inwoners verdienen in
(het seizoen hun brood op het strand,
maar de inkomsten gedurende deze paar
maanden zijn in vele gevallen niet toe
reikend om het ook den geheelen winter
uit te zingen.
Dan kloppen deze nienschen -ij de
gemeente om steun aan. hetwelk telken-
jare weer beduidende offers vraagt.
Reeds heeft de Raad een speciale com
missie benoemd om dit vraagstuk te on
derzoeken, maar zijn we wel ingelicht dan
heeft deze commissie, die tusschen twee
haakjes de laatste maanden nimmer
voor een vergadering is opgeroepen, nog
geen enkel positief resultaat bereikt.
Wel zijn allerlei plannen besproken,
maar telkens als een onderzoek naar
een der geopperde denkbeelden werd in-
(Een verhaal uit den tijd van den
Spaanschen Successie-Oorlog.)
Naar het Engclsch van
MORICE GEKARD.
32)
HOOFDSTUK XXVUI.
In veilige haven!
Gedurende hun terugtocht naar het
Kasteel Hansau kwam er een nieuwe ge
dachte lu Anthony op; de oorzaak was
de groote bos sleutels, die aan zijn za
delknop hing aan een stalen ketting.
Hij had het fort verlaten nadat het leeg
was, de hoofdpoort was gesloten. Een
paar hutten van herders en arbeiders
stonden buiten tegen den muur var.
het hoofdgebouw; ln een er van huisde
de Jongen, die hun den weg door de
vesting gewezen had.
Hy vroeg zich af aan wien de burcht
toebehoorde. Zelfs gedurende diens le
ven was het geen uitgemaakte zaai:
geweest, dat hij het eigendom van Signor
Salvlo was. Dat had men hem tenmin
ste verteld.
gesteld was het resultaat, dat het voor
Zandvoort onbruikbaar was en in geen
geval uitkomst voor de winter-werk-
loosheid kon brengen.
Dat werkloozenvraagstuk is een der
ergste uitwassen van onze badplaats en
het is een schrale troost, dat ook an
dere seizoenplaatsen onder dit euvel
lijden.
De Gymnastiekvereeniging O. S. S.
bestaat in Maart a.s. 25 jaar.
Reeds heeft zich een commissie ge
vormd. waarvan het dagelijksch bestuur
bestaat uit de heeren W. Rauoh, van
Raalte en Brokmeijer, teneinde een
waardige feestelijke herdenking mogelijk
te maken. O. S. S. en haar kranige di
recteur, de heer Dreyer, heeft dat ten
volle verdiend. Niet alleen, dat zij ge
durende dit tijdperk het lichaam van
tal van ingezetenen krachtig heeft doen
ontwikkelen en daardoor mede de ge
zondheid heeft bevorderd, maar ook om
dat haar succesvol optreden, tot ver over
onze grenzen, een uitstekende propa
ganda is geweest voor onze mooie bad
plaats.
O. S. S. kan er van verzekerd zün, dat
Zandvoort haar een waardig feest zal
weten te bereiden.
Zondag 8 December heeft Z. K. H.
Prins Hendrik een bezoek gebracht aan
onze plaats, om zich persoonlijk te doen
inlichten omtrent de plaats gevonden
scheepsrampen. Dat hy daarbij een be
zoek gebracht heeft aan Hotel Zomer-
Iust en den hotelhouder Stein zijn hulde
en dank betuigd heeft voor de wijze
waarop deze zich over de schipbreuke
lingen ontfermd heeft, doet ons allen
goed. Het spreekt wel vanzelf, dat Z.K.H.
ook met groote waardeering gesproken
heeft over de moedige redders.
Tot ons genoegen zijn ook in den
Raad woorden van dank gesproker aan
het adres van de Z. R. B. Het was een
goede gedachte van den heer Siegers
het College van B. er W. uit te noodigen
het initiatief te nemen om in overleg
met alle andere kustplaatsen er by de
Regeering aan te dringen, om indien
noodig, tot verbetering te komen van de
reddingsmiddelen. De heer Forrer sloot
zich daarbij aan, maar meende, dat in
afwachting van de resultaten van dit
overleg het gemeentebestuur een flinke
subsidie moest geven aan onze reddings
brigade. Dit raadslid vestigde nog eens
scherp de aandacht op den misstand,
dat indien bij redding een der redders
om het leven kwam. zijn nagelaten be
trekkingen geheel onverzorgd achterblij
ven. Ook daarvoor te zorgen en een re
geling te treffen achtte hij een gemeen
schapsplicht.
In de Zandvoortsche kranten komt
een der leden van de V V. V. mededee-
len, dat hij onze causerie inzake de
V.V.V. met groote belangstelling heelt
gelezen, maar betuigt hij zijn spijt, dat
we daarin niet alle narigheden, ter ver
gadering tot uitdrukking gebracht,
hebben besproken.
Het spreekt wel van zelf, dat we dat
opzettelijk hebben nagelaten. Het be
lang onzer gemeente en ook van de
V.V.V. wordt niet gediend met teveel naar
buiten brengen van deze innerlijke ver
deeldheid. Deze onderlinge verdeeldheid
is reeds oorzaak geweest, dat Burge
meester van Alphen zich uit het bestuur
heeft teruggetrokken en thans de heer
Klein als voorzitter meent heen te moe
ten gaan. Het belang van de gemeente
en van de V.V.V. kon o.i. slechts gediend
worden, indien in hare leiding komen
krachtige mannen, die den roep van den
tijd verstaan en onder de snel wisse
lende omstandigheden zich in het be
lang onzer badplaats aan deze wisselen
de omstandigheden weten aan te passen.
Weet de V.V.V. zich deze leiding niet te
kiezen, schrikken voor de consequentie
voor het aanvaarden van een verant
woordelijken post de. daartoe meest ge
schikte personen terug, dan heeft de ge
meente tot plicht de taak van de V.V.V.
over te nemen en zich de hulp van goed
willende personen te assumeeren.
Aan het onderling gekrakeel dient
echter ten spoedigste een einde te wor
den gemaakt.
Er wordt in onze badplaats zooveel
gepraat. Laten alle personen van
goeden wille zich samenvoegen, om eens
wat te doen,!
Krachtig aanpakken, eventueel door
tasten om misstanden op te heffen, zij
slechts het parool. Dat men dat in onze
badplaats begrype!
Zeg Karl, jy hebt hier al heel wat
jaren gewoond, is 't niet? vroeg hij aan
den gryzen boschwachter.
Ja. meneer sedert ik een kleine jon
gen was. Al een jaar of vijftig; ik ben
gebouren op het landgoed van Baron
Julius von Eyck, den vader van den ar
men heer, die door de „Roode Vos" ge
dood is.
Marston knikte. Kun jy je den tijd
herinneren voor dat Salvio deze streek
onveilig maakte?
Ja. meneer.
Aan wien behoorde de burcht toen?
Och meneer, die vraag is moeilijk
te beantwoorden; ik heb daarover zoo
veel verhalen gehoord. Zelfs mijn vader
heeft zich niet kunnen herinneren dat
er iemand gewoond heeft. Toen ik een
jongen was, was het een ruïne. In de
vorige eeuw moet het aan een Graaf.
Hermann von Kleiner hebben behoord,
die bij een berenjacht gedood is. Hii
was de laatste van zyn geslacht, want,
niemand eischte den burcht op, tot Sal
vio het vond.
Zoo kwam Anthony tot de conclusie
dat. als de burcht geen eigenaar had.
hij hem toebehoorde, omdat hy hem ver
overd had. De Markgraaf van Baden
kende hem persooniyk; deze zou zonder
twijfel zyn aanspraken op 't grimmige ge
bouw en het daarby behoorende kale en
woeste terrein steunen.
In groote spanning had men op het
kasteel de terugkomst van de bevrijders
tegemoet gezien. De ophaalbrug was
MUZIEK.
LIEFDADIGHEIDSCONCERT
Hot mannenkoor „Proza en Poëzie"
onder directie van Jan Booda, mejuf
frouw Maria de Petit, sopraanzangeres
en den heer Jan Hoeben, violist, hebben
gisteravond hun krachten in dienst der
philantropie. gesteld. De Verbands-
commissie „Nazorg", die zich met de
opleiding en verzorging van onvolwaar
dige arbeidskrachten bemoeit, en wel
ker voorzitter vóór de pauze het doel der
vereeniging uiteenzette, mocht de vruch
ten van de artistieke krachtsontplooiing
plukken, en de omstandigheid, dat de
zaal zoo goed als uitverkocht was, al
waren dan niet alle plaatsblljethouders
opgekomen, geeft ons reden te veronder,
stellen dat de kas van „Nazorg" er wél
by gevaren is.
„Proza en Foëzie" zong twee koren
van Roeske: „Bede" en „Gebed voor den
Tempel", verder „Dilexi quoniam exau-
diet" van van Nieuwenhoven, „Boeren
feest" van Dresden en ,,'n Kermiscave
lier" van Alph. Vrancken. In den aan
vang lieten zuiverheid en klankgehalte
iets te wenschen over; later werden blij
ken van reeds goede technische ontwik
keling gegeven (vooral in het veel-
eischende „Boerenfeest", hoewel ook dit
nog klaarder kan weergegeven worden;
en in alle werken werd keurig „op toon"
geëindigd. Booda zorgt door pittige
directie voor rhythmische levendigheid
en kleur en wanneer de klank nog wat
fijner, beschaafder en soepeler zal ge
worden zijn, zal „Proza en Poëzie" tot
de zeer goede mannenkoren te rekenen
zyn.
De sopraanstem van mej. Maria de Pe
tit blykt zich in de goede richting te
ontwikkelen. In de vertolking der aria
uit „Rigoletto" was een niet geringe
technische bekwaamheid te constatee-
ren; ook het lied van Zweers klonk
goed: daarentegen vraagt Schubert meer
zeggingskracht, Handel meer klankvo
lume dan de zangeres vooralsnog gaf.
Een indruk van degeiyke en beschaafde
muzikaliteit maakte het spel van den
jongen violist Jan Hoeben. Van tyd tot
tijd klinkt zyn voordracht nog wat
schoolsch en voelt men de wenschelyk-
heid van een vrijere ontplooiing der
eigen persoonlykheid, doch dit zal den-
keiyk op den duur wel beter worden.
Van de Sonate van VivaldiRespighl
was de inleiding heel goed; het Allegro
scheen my wat langzaam ingezet, het
Adagia een beetje stijf, de gigue-achtige
finale slaagde best. Zeer verdiensteiyk
speelde Hoeben de overbekende Ro
mance van Svendsen en het Praeludium
en Allegro van Pugnani in Kreislers be
werking, hoewel het Praeludium bij
grooter toon productie nog meer indruk
maken kan. Dat Jan Booda de solisten
op uitstekende wijze aan den vleugel
begeleidde behoeft nauwelijks opzette
lijke vermelding. Alles bijeengenomen
is dus op dit concert zeer veel goeds ge-
praesteerd; waren de gekozen koor
nummers alle van hoog muzikaal ger
halte geweest, dan zou dit nog meer
verblijd hebben. Maar onder de poëzie
dier muziek school nog al wat concours-
proza enfin „Proza en Poëzie" is het
geheele leven, en het behoort zeker tot
de momenten van poëzie in het bestaan
van den muziekbeoefenaar, wanneer hy
de resultaten van. zyn oefening ten
dienste van behoeftige of misdeelde
medemenschen productief kan maken.
KAREL DE JONG.
NEDERL. VEREEN. VAN
HUISVROUWEN.
HET SPROOKJES-MARIO
NETTENTHEATER VAN
MEJ. VAN DE VELDE.
DE TOOVERFEE IN HET SPROOK
JESLAND.
Een zaal vol kinderen heeft altijd
weer dezelfde charme voor iemand, die
van kinderen houdt. Zelfs wanneer,
wat er op het toonecl vertoond wordt,
slechts onze halve belangstelling heeft,
dan is er toch steeds om ie heen die
vroolijke, bewegelijke jeugd, die wel
voor de „actie" zorgt en je het hart
verkwikt.
Ook Zaterdagmiddag, toen dc Nc=
derlandsche Vereeniging van Huisvrou*
wen de kinderen in den Schouwburg
aan den Jansweg had genoodigd om
dc Toovcrfcc in het Sprookjesland te
komen zien. was er in dc zaal die
luidruchtige, prettige stemming van
„Vol verwachting klopt mijn hart",
die ja, ik kan het niet helpen, maar
neergelaten, de poorten waren wijd open.
in het midden stond Barones Auguste;
achter haar de Gravin, die de hand van
de jonge Barones von Eyck in de hare
hield.
Sir Anthony was met één sprong van
zyn paard en deed een knieval voor de
bevallige chètelaine.
Anna von Eyck rende naar voren en
wierp zich in de armen van haar broei',
terwijl Barones Auguste de hand van
Sir Anthony nam en hem uit zijn knie
lende houding oprichtte.
Een oogenblik stond het heele gezel
schap te kyken naar de broer en zuster,
die weer by elkaar terug waren. De
vrouwen weenden, de mannen voelden
een brok in hun keel.
We kunnen ze het best alleen laten,
zei Marston tegen de Barones; als u
'net goed vindt, zullen wy het kasteel
binnengaan.
Hy nam haar hand, die hij in de zijne
voelde trillen terwijl zy naast hem liep,
maar ze zei geen woord.
In deze enkele oogenblikken had
Auguste het wilde kloppen van haar hart
begrepen; als een openbaring kwam het
tot haar. dat al haar denken en voelen
een antwoord was op de innigste ver
langens en reinste ridder-idealen van
den dapperen man. die haar geleidde
naar den hoofdingang van haar kasteel.
Sir Anthony was onbewust van wat
op dat oogenblik in haar omging; maai
er was toch een ondefinieerbaar „iets"
dat hem zei: dat ze wel heel veel nader
tot elkaar waxen gekomen.
ik hel> nu eenmaal 'n heel jeugdig ge«
moed dadelijk op ons, oudere kin»
deren, overslaat. En jc gaat er voor
zitten, heel anders dan bij een deftige
avondvoorstelling. Alles» wat maar iets
nog aan den officieelcn criticus herin*
nert, valt zóó van je af! Jc bent op
eens dc groote broer op dc kinder--
visite!
Nu, mooi vonden wij het nlle--
maal, wij. groote en kleine kinderen,
dc geschiedenis van Jaapje en zijn zus»
jc Hannie of misschien heetten zc
ook anders, dat herinner ik mij niet
meer die. dank zij den kabouter
Durfal in het Sprookjesbosch kwamen
en daar toen op hoog bevel van dc
tooverfee moesten blijven net zoolang
tot zc weer braaf en niet meer onge»
hoorzaam waren. Het was wel een echt
sprookjesland! Jaapje cn Hannie reis:
den er heen op den rug van een kva»
kende eend en de koning van dc ka»
bouters kwam er in een koets, getrok»
ken door een hert, op bezoek bij An»
nekc Tanneke Tooverheks. Eerst wa»
ren wij wel wat benauwd, toen we naar
de hut van Anneke Tanneke Toover»
heks toe moesten, maar zoodra wij
Anneke Tanneke zagen, was alle angst
op eens weg. Dat was geen heks als
die van Hans en Grietje, die kinderen
zoo maar in een oven wil stoppen,
maar 'n heel lief oud vrouwtje, dat
van Jaapje en Hannie hield. En wc
hadden allemaal te doen met dien klei»
nen kabouter Durfal, die door de too»
verfee in een blatende geit werd ver*
anderd en heel blij, toen de geit weer
Durfal werd.
Het was een lief en heel eenvoudig
sprookje, waarin de kinderen geheel
meeleefden. Het werd ook aardig cn
levendig verteld meer dan vertoond,
want de marionetten waren wel wat
erg primitief en ook cn dat bleek
voor deze zaal zelfs een bezwaar -
wat te klein. Toch waren cr niet on
aardige vondsten, zooals die door „va
der cn moeder" voortgeduwde hand»
kar, de door het hert getrokken koets
van den Kabouterkoning cn al de bees«
ten, die vrienden van de menschen
bleken te zijn. En mej. Van de Velde
wist de verschillende stemmen zoo te
intoneeren en de beesten»geluiden
zoodanig te imiteeren, dat de kinderen
er in gingen gelooven en dat is toch
hoofdzaak. Toen ik een ukkepuk van
8 jaar na afloop vroeg, hoe hij het ge=
vonden had. antwoordde hij met schit»
terende oogen: „Prachtig, meneer!" en
bij die kinderkritiek houd ik mij. want
bet was immers een matinee voor kin»
deren.
J. B. SCHUIL.
VEREENTGING VAN JONGE
LIBERALEN.
De Vereeniging van Jonge Liberalen
hield Zaterdag in .De Kroon" haar
jaarlykschen festavond Het aantal deel
nemers bedroeg ongeveer 50.
De avond werd geopend door den
voorzitter, den heer A. J. Tom, die o.a.
de vertegenwoordigers der afdeelingen
Amsterdam, Utrecht en Alkmaar wel
kom heette. Vervolgens werd door alle
aanwezigen het clublied gezongen.
Mej. E. de Haan zong daarna voortref
felijk een aantal liedere-i en mej. J.
Zondervan declameerde op gevoelvolle
wijze eenige gedichten.
De voorzitter overhandigde aan beide
dames een klein geschenk, onder in
stemming der aanwezigen.
De voorzitter hield hierna een toe
spraak over het onderwerp: „Zijn wij
conservatief?"
Spr. schetste den geestelyken inhoud
van het liberalisme. Dit heeft in Neder
land de politieke democratie tot stand
gebracht en den stoot gegeven tot het
ter hand nemen der sociale wetgeving.
Volgens spr. wordt de economische
politiek der liberalen gericht op eer-
lyke samenwerking der volksgroepen op
rechtvaardige basis in onderling vertrou
wen en waardeeren. Op ethische gronden
verwerpen de liberalen den klassenstrijd.
Zij stellen het beginsel der economisch*
vryheid voorop.
Ook op internationaal gebied voeren
de liberalen den stryd om het recht. De
buitenlandsche politiek der liberalen
staat in dienst van het pacifisme en
versterking van den invloed van den
Volkenbond. Daar Nederland lid is van
den Volkenbond is eenzijdige ontwape
ning ongeoorloofd. Een ontwapend Ne
derland zou den vrede geen dienst be
wijzen.
Spr. concludeerde dac de liberalen
krachtens hun grondbeginselen de by
uitstek vooruitstrevenden zyn.
Na deze toespraak bleef men nog
lang in opgewekte stemming byeen. Er
werd gedanst en een geanimeerd souper
besloot den feestavond.
De White-Star-Band, onder uitste
kende leiding van den heer Rodrigues
Pereira verleende zyn medewerking.
HOOFDSTUK XQIX.
Op de Tinne.
De maaltyd verliep kalm; deze werd
met die statige waardigheid opgediend,
die geheel by de eigenares van het kas
teel en by.de hooge eetzaal paste.
Nadat de Barones opgestaan was,
dankte de kapelaan, Marston liep naar
voren en wilde haar zijn arm aanbieden
om haar naar de hal beneden te gelei
den, zooals hy steeds deed als de Baro
nes haar middagmaal niet op haar eigen
kamers gebruikte. Doch Baron von Eyk,
die ditmaal de eereplaats naast de gast
vrouw had gehad en in stand haar ge-
lyke was, bood ook zyn arm om haar
deze beleefdheid te bewyzen. Zij aarzel
de een oogenblik. keek Sir Anthony aan
en bloosde. Een moment daarna had zy
von Eyck's aangeboden arm genomen
en met een bevallige buiging naar het
gezelschap ging zy de zaal uit.
Sir Anthony deed een paar schreden
achteruit, tex-wijl hy zich op zyn lip
beet; hij beheerschte zich echter en
leidde Gravin von Ardleim naar de hal
Doch het eerste paar was al verdwenen
in de richting van de apartementen van
de Barones vóór Sir Anthony en de Gra
vin de hal bereikt hadden, zy zei hem
goeden nacht en nam den arm van een
van haar kamermeisjes.
Marston bracht de volgende uren al
leen door; hy was plotseling begonnen
te twijfelen en Baron von Eyck was de
En nu. geachte lezer, wenscht ge iets
te vernemen omtrent de meeuwen in
den natuurstaat. Ti Zal u thans (begin
Juni) by hen brengen, mits ge beschikt
over een paar goede „onderdanen" en
liefst ook over een dito kijker. En dan
maar op marsch!
MiddelerwUl deel ik u nog een „kwa
jongensstreek" van Kwakkie mede. Die
zou ik u eigenlijk beter nog kunnen
vertellen, dan dat ik er over schrijf in
de krant.
Ons stadsmeeuwtje ging zich. geloof
ik, na zyn bezoek aan den photograaf,
een beetje voelen. U oordeels.
Een paar dagen na deze voor hem
zoo 'oelangryke gebeurtenis bezocht een
boerin, die reeds eenige uren van
huis was. een winkel in Alkmaar.
Na haar inkoopen te hebben gedaan,
gevoelde ze behoefte een kort bezoek te
brengen aan het kleinste appartement
hetwelk by de woning behoorde en zich
buiten, aan het einde van het plaatsje
bevond. Nauwelijks had Kwakkie, die
op het dak op den uitkyk zat, haar op
gemerkt. of hy posteerde zich vóór de
deur. waarachter de boerenvrouw zich
bevond. Niet zoodra ging de deur open
of hy spreidde zyn vleugels wyd uit
opende zyn bek zoo ver als hem maar
mogelijk was en liet dreigend zyn
„p-r-r-r-è!" hooren. De boerin werd ban?
en trok zich haastig terug. Daar zat zc
nu opgesloten, omdat Kwakkie op zyn
post bleef en toen ze na een kwartier
nog niet terug was. werd men in huis
ongerust en ging eens kyken. Er werd
zeer hartelijk gelachen om het geval,
behalve door één.
Nu op onzen tocht! Wy volgen den
Munnikenweg. die van den Schoori-
schen straatweg af de duinen in leidt
en het verlengde er van tot het Water-
boschje. Hoe schilderachtig is hier het
duinlandschap! De bekoring, die er van
uitgaat, is wel groot en we krygen lust
hier eenigen tyd te verwijlen. Deson
danks vervolgen we onzen weg: het
doel van den tocht is nog geenszins
bereikt.
Hoor! „Kók-kók-kók!"
We slaan den blik omhoog en ont
waren boven ons een paar zilvermeeuwen
Hoe schoon teekenen zy zich af tegen het
heldere blauw van den hemel. Weer
klinkt het: „Kók-kók-kók!"
Een vriendelijke begroeting? Aller
minst! De meeuwen zyn allesbehalve
ingenomen met ons bezoek. We naderen
toch hun broedplaats, die zich aan de
zeezijde van het Klein Ganzenveld be
vindt. Daar voegen meer meeuwen
zich by de eerste. Het gezelschap groeit
steeds aan en dreigend en luide klink t
rondom en boven ons hun „kók-kók
kók-kók!" afgewisseld met een herhaald
„kliAnl"
Wat wil die daar? Terwyl hy, ever
als de anderen, aanvankelijk een 25
30 M. hoog boven ons Tondvloog. komt
hij in een prachtige glijvlucht op ons
toeschieten. Het voorbeeld vindt navol
ging, en vrees bekruipt u. Ge wilt terug.
Doe dat niet, want tot een werkelijken
aanval komt het niet; hoogsteu-, krijgt
ge een tik met den vleugel op het hoofd
Het zou ook zonde sljr thans temg te
gaan. aangezien we de kolonie gen3derc
zijn. Weldra zyn we er midden in en
het spectakel in de lucht is thans op zijn
hevigst.
Let daar evenwel maar niet te vee
meer op en kyk voor u, rondom u. op den
grond.
Daar, op dat ruggetje, tamelijk goed
verborgen door wat helmplanten, is een
nest. Er liggen drie eieren in: twee er
van zyn donkergrys. het derde blauw-
gry's, alle met koffiebruine vlekken.
Wat zyn ze lekker warm! Zie, een er
van is reeds aangepikt. Voor de ope
ning zien we de kleine eitand van de
bovenkaak, die straks weer als een mi-
niatuur-bamer dienst zal doen, totdat
de opening zoo groot is, dat het jonge
kuikentje er uit kan kruipen. Morgen
zitten er drie jonge meeuwtjes in dit
nest, een eenvoudig kuiltje in het zand
Lang zullen ze er echter niet in ver
wijten, hoogstens een paar dagen, om
daarna verstoppertje te spelen in de
omgeving er van. trouw bewaakt en
verzorgd odor vader en moeder.
We gaan verder en vinden tal van
andere nesten; (in deze kolonie zyn er
eenige honderden soms 2 a 3 op een
oppervlakte als van een kamer).. Vele
er van zyn gelegen op steile zuid
hellingen, meest in helmbosjes met flink
uitzicht, terwyl op eenigen afstand een
uitkykpost is. waar, terwyl de eene
meeuw op het nest zit, de andere de
wacht houdt. Zoo komt het, dat onraad
of wat de meeuwen er voor houden, zoo
gauw door hen wordt bemerkt.
Kyk by dezen uitkykpost, die pl.m.
10 M. van het nest verwyderd is, eens
rond. De grond ziet hier blauw van de
kalk, fyne stukjes mosselschelp, en ver
der ziet ge een groot aantal ballen, zoo
groot als krielkipeieren en blauw van
kleur. Ge meent.... nu, vooruit maar
(castis omnia casta!), ge meent, dat
oorzaak van dien twyfeL Deze verschil
de zoo weinig in leeftyd met de Baro
nes, de families hadden al zoo lang
vriendschappelijk met elkaax- omgegaan,
hun bezittingen gTensden aan elkaar.
Wat zou natuuriyker zyn dan dat deze
twee jonge menschen den band tusschen
de twee huizen nog nauwer toehaalden?
Deze gedachte kwelde hem zoo, dat
hy niet besluiten kon naar bed te gaan.
Eindelijk ging hy toch maar naar zij:,
kamer en toen hy zich op zyn bed ge
worpen had, werd hy door naargeestige
droomen gekweld, zoodat hy den volgen,
den morgen onverkwikt wakker werd.
Maar hij had een besluit genomen en
zond Mark met een boodschap naar de
Barones, dat hij haar wenschte te spre
ken. Zy had ook een onrustigen nacht
doorgebracht en vroeg in den morgen
was zy opgestaan en had de kleine to
rentrap beklommen die van haar ka
mers naar een plat dak van een der
kasteeltorens leidde. Toen zy in een
bonten mantel gehuld langs de kanteelen
liep. ontving zij de boodschap van Sir
Anthony.
Zy' zond den boodschapper terug met
cie mededeeling dat zij hem terstond hier
wilde ontvangen.
Sir Anthony stapte uit de smalle deur
opening; hij moest zich bukken om het
hoofd niet te stooten. In zijn hand hield
hij zyn bepluimden hced; hy ha.', een
costuum van donker fluweel aan met
oude kant aan de hals, die ook zyn mou
wen versierde; kousenbanden en groo
te zilveren gespen op zyn schoenen vol-
het de uitwerpselen van de meeuweR
zyn. Mis. die zijn lichtgekleurd en al
lerminst vast. De zaak is heel anders,
tegelijk zeer belangwekkend. Echter
vertel ik u thans niet. hoe de vork in
den steel zit. ge moet geduld hebben
tot het slotartikel: ge hebt voor 't mo
ment wel wat anders te doen.
Viy u hier neer. praat niet en houd
den kyker gereed. Niet lang duurt het
of de rust en de stilte, die wy zoo raee-
doogenloos verstoord hebben, keert
weder: de meeuwen zoeken hun nesten
weer op en verscheidene uitkykposten
worden weder bezet. Enkele meeuwen
zyn ons zelfs tot op zeer korten af
stand genaderd. Nu is de gelegenheid
guntsig om ze goed waar te nemen.
Wat prachtige vogels zyn het! En flink
groot: lengte ongeveer 58 cM. Hoe wel
bewust en fier is die houding, hoe rein-
wit zyn de veeren. Op de vleugels een
zacht-blauwgetinte zilverglans. Snavel en
pooten zyn geel. Bekyk de oogen goed!
Ziet ge dien brutalen. nydigen blik?
Intusschen wordt het tijd om weer
verder te gaan. Opnieuw hevige opschud
ding in de vogelenwereld en met alle
denkbare en ondenkbare verwenschin-
gen wordt ons door het escorte in de
lucht uitgeleide gedaan. Langs een
grooten omweg door het Groot Ganzen
veld, waar we een aantal meeuwen
nesten in de hei vinden, gaan we thans
naar de Nielsblink. Dat hadt ge stellig
niet verwacht. Hier bevinden de
meeuwennesten zich op den gTond tus
schen 10 a 15-jarige dennen. Nog een
week of drie en hier zyn reeds ver
scheidene vrij groote jongen, die. ter
wyl ze daar voortwaggelen tusschen de
jonge dennen, een onvergetelijken in
druk by den toeschouwer achterlaten.
Voldaan over onze heerlijke excursie
keeren we thans via Mos- en Klimweg
terug, om by het afdalen achter de
boschwachterswoning ten volle te ge
nieten van het heerlijk panorama.
Daar zyn we al weer op den straat
weg. Tal van auto's snorren ons voorby
en het geklingel der fietsbelletjes is niet
van de lucht. Maar welk gering percen
tage der talloos velen, die hier vandaag
passeeren, geniet inderdaad van de mooie
plantsoenen en vlakten in de duinen?
Voor de meeuwen en andere vogels is
dit evenwel uitstekend: die kunnen nu
des te rustiger broeden.
Wy gaan intusschen. om ons wat te
verfrisschen. naar het schoolhuis of zoo
ge de rollen liever wilt omkeeren even
goede vrienden! naar het te goeder
naam en faam bekend staande Bonds-
hotel „De Roode Leeuw".
Onzen meeuwen wacht thans een zeer
drukke tyd. Ze hebben maar druk werk
met- af- en aanvliegen naar het strand,
vanwaar ze telkens terugkeeren met
zeesterren en jonge mosselen, die ze in
de krop meedragen en in de nabyheid
van het nest weer uitbraken, "k Heb
nesten gevonden, met wel een twintig
tal hoopjes kleine mosselen er rond
om.
De jongen hebben het meer dan goed.
Ze groeien dan ook, de kleine schrokken,
zeer snel en na verloop van een week
of 6 a 7 zyn het al vogels, wien het
bruine pakje, dat ze dragen, niet on
aardig staat. Tot dien ty'd laten we ze
met rust. om ze dan weer te ontmoeten
op den „IJsbeer", een prachtigen blinker
in de boschwachterij van. den heer
Greup.
S. BOON.
AUTO TE WATER.
Door de gladheid van den weg is de
vrachtauto van den heer van Haastert
by het uitwyken voor kinderen op de
Beeklaan, van den weg in de Beek
gegleden. De chauffeur moest de cabine
stuk slaan, om zich te redden. De wagen
was met zand geladen.
BEVERWIJK.
Marktbericht van 17 December
Andijvie 100 str. f 56.
Ko"'.rapen, per H.L. f 1.1C1.30.
W j-telen, 100 bos f 20—25,
Bieten per zak f 1,25.
Aardappelen, klei, per H. L. f 3-»
f 3.50.
Idem. zand, per H.L. f 4.506.—
Spruitjes per K.G. f 0.14—0.30.
Boerenkool per struik f 0.02—f 0.05.
Roode kool per 100 f 712.
Witte kool per 100 f 10—12.
Savoye kool per 100 f 812.
Bloemkool per 100 f 2535.
Uien per K.G. f 0.07.
Pieterselie, per bos f 0.040.07.
Sla per 100 krop f 1820.
Prei per bos f 0.080.18.
Selderie per bos f 0.040.10.
Appelen per K.G. f 0.200.30.
Peren per K.G. f 0.19—0.28.
Druiven per K.G f 1.251.40.
Brusselsch lof per K.G. f 0.22—0.32.
tooiden zy'n toilet.
De Barones keek met bewondering
naar zyn heroïsche gestalte. En al deed
zij, ook nog zooveel moeite, zy kon haar
bewondering niet geheel verbergen.
Marston was van plan een heeleboel te
zeggen: hy had het vanmorgen woord
voor woord bedacht. Hy had zich voor
gesteld hoe en wat zy antwoorden zou;
hy had zichzelf al als een trieste fi
guur van het kasteel zien weg ryden!
Maar de woorden, die hy wilde zeggen,
bleven, ongesproken, zy'n vragen kwa
men niet over zyn lippen, want toen hy
voor haar knielde en haar smalle han
den in de zyne nam, had hij geen woor
den meer noodig.
Haar oogen gaven voldoende antwoord
op zijn on-gezegde vraag. Hy nam de
Barones in zyn armen en kuste haar
jongen, frisschen mond.
Zy stonden, zyn arm om haar heen.
uit te kyken van de tinnen af; het was
een witte wereld; de sneeuw lag dik over
de landen, op bosch en heuvelen. De
zon liet het landschap glinsteren alsof
het met diamanten bezaaid was.
Auguste wuifde met haar hand. Zie
wat de zon doet. zei zy. wat maakt zy'
de aarde mooi! Zoo maakt de liefde het
leven mooi; wat is het prachtig!
Ja en hoe prachtig ben jyi riep
Marston, terwyl zyn oogen diep in de
hare keken om in de uiterste uithoeken
van haar ziel te lezen.
EINDE.