HAAW,EM'S DAGBLAD H. D, VERTE! UNGFN BLOEMENTOOI IN WINTERTIJD HET KERSTFEEST TE WEENEN. FEUILLETON. EEN HUISJAPON MAANDAG 24 DEC 1928 DERDE BLAD Hulst, Maretak en Sparrengroen. BLANK GEBLOEMT IN T WONDERLAND AALSMEER. Wilt© Kerstrozen-woelde in een Aalsmeersche ka». Is het wonder dat men Kersttijd mint? Staan niet blank de nauw-ontüoken Kerstrozen op tafel en sieren hulst en geurend dennegroen niet de kamers, waar kaarsen flakkeren en het werk terzij Is gelegd? Is dit niet het lichte gety in het donker seizoen, zijn dit niet dagen vol huiselijke intimiteit en inner- lijken vrede? Nu liggen ln grijzen droom gevangen de kale landen, trekken grauwe nevel slierten over de duinen, schijnt slechts by wijlen het zonnetje bleek over de we rgild en lijkt in het vrije veld alles «Soodsch en verstorven- Maar blije ver wachtingen wekken de wilgenkatjes in hun bruine schubben langs de sloot die vol brokken ijs ligt en de styve rolletjes aan de elzen tusschen de riet-gedekte tooHenlandjes, zullen over enkele weken weer losgaan en wiegen in den wind aan de kale taikken. Wie zwerft op deze korte dagen door de wilde achterhoekjes van Drente, Twente en de Graafschap vindt er de oude hulststruiken staan met hun stijve Wad en vele roode bessen, tusschen 't eiken hakhout en op de zandhorsten. De bloemenkoopers uit de stad zyn er ge weest en hebben rechte taikken wegge sneden, maar meest was de wilde hulst, moeizaam gegroeid, ineengedrongen en krom met zwaar hout en bleven de gril lig gevormde struiken staan mefc hun kleurige vruchten in het wintersche landschap. En in Normandië werden de maretak ken, de wondere parasieten met hun matzilveren bessen tusschen het bleeke groen van tak en blad uit de kromme ajppelboomen gesneden en per scheepsla ding tegelijk gezonden naar Engeland, waar méér dan hier te lande de hei- densch-heilige plant in Kersttyd de huizen siert en opgehangen aan kaar senkroon of deurpost do feestdagen nog gezelliger maakt. En dan zijn er in de week vóór Kerst mis de Kersbboamen die allerwegen in de stad op bruggen en pleinen gekocht, bekeken, verhandeld worden en die wat sterke geur van sparren brengen tus schen de grauwe huizen en straks sma keloos opgetuigd zullen worden met ka kelbonte ballen, glinsterende slingers en koude electrische lampjes, of, zinrijker als een mooi symbool op breede groene takken, slechts blanke kaarsen zullen dragen. In de laatste dagen vóór Kerstmis zijn WÜ gegaan met het puffende treintje door de Meer en hebben wij ©edlwaald door 't wcmdlerÜjke kweekei^dlonp Aals meer dat in zyn UTberwdg heit centrum wan do, over gansch de wereld bekende. HcilandScbe bloemen- en boamen&week heeft. Daiar waar de mist beTétto over den elzen-berijden tocht te zien naar d« riet- wiüJsrnfsseh van den Ws^etoctenplas en je miet een langen stok zelf hei bruggetje dicht m'oet trekken ails je bij iemand op bezoek wtiült, hoeft de heer Keessen van „Terra Nova", één uit een oud-kweekersgesïacht, eras" geleid langs modderige paadjes, langs een wondere weelde van struiken en plan ten, langs Vuurdoorns met massa's oran je bessen, groobe cotoneasters, honderden tcege'dekbe Rhododendrons to ik-weet- n iet-hoeve el variëteiten. En gaande door laantjes van vreemdgevormdte ibuxus- en taxus-struiken die reeds vele tiental len, soms wel meer dan honderd, jaren door va'der en grootvader en overgreot- vad!?x met. liefde geleid en gesnoeid wer den, vertelde hy met rechtmatigen trots over t oude vak. Daar, op een bed, wees h.y forsche pollen heide aan die midden dn December met rose Wtoeoraen ©verto gen was ctf waarvan het Wad een mooie oranje-redde tint had aangeno men. Daar waren Pernebtya's, kleine struiken met groobe purperen bessen, taliooze andere planten, dik to knop, beJaenxf het zonnige voorjaar dat zy een schat aan bloemen konden orpensprei- den. Tooverhaselaars stonden er langs den karet en het kromme mes smeed er een tok vam af die in een vaas, na weinige dagem reedis met mooie gele bloemen prcn&ft Kerstrozen zijn wel de mooiste bloemen in wintertijd. Maar het mooist van al, lyk een stil geluk stonden blank boven den vochtig- donkeren grond honderden kerstrozen met hun witte, iets groen of ook wel rozig aangeloopen bloemen tusschen 't groote blad. Het zijn wel geen rozen, maar wat doet dat er tce, zijn het niet de mooiste bloemen in wintertyd? Ze' stonden daar zoo fier en sterk onder den grauwen hemel, gansch in de open lucht en de kweeker vertelde dat dit maar heel zelden voorkomt. Want voor den handel worden ze „ge trokken" in kassen, mét de Seringen, de freezia's, de trosnarcissen, de tulpen en wat al niet. Bloemen in den winter, er zijn er zoo vele, die fleur en kleur in de donkere huizen kunnen brengen, kyk in de win kels die vol staan met wit gebloemt of naar de, wel typisch Haarlemsche stal letjes op 't Verwulft. Oscar Wilde heeft in een cynische bui verkondigd, dat de „buttonhole" de bloem in 't knoopsgat, de eenige band tusschen natuur en mensch is, doch dit slaat alleen op zyn personages ln smoking. Want de men- 6chen die houden van de natuur plukken in 't voorjaar armen-vol goud gele dotters en in oogsttyd kleurige bossen korenbloemen en klaprozen. En nu in 't wintersche gety dragen we den blanken tooi van sering en kerstroos, het warme rood de tulpen of het stemmige groen van spar en hulst onze huizen binnen. Voor een uiterst gezellig Kerstfeest. C. G. B. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 Cts. per regel. GUNNING Het verbouwen van perceel Bakeness^r- gracht 27 dar Coöp. Diner Vereeniging is opgedragen, bij onderbandscbe Aan besteding door den Architect A. Zandstra, aan C. Hart, Dubbele Buurt 19, voor de som van f 2S50. 8 JUBILEUM TH, KIN*GALA 1 Januari hoopt de heer Th. King- ma. hoofd-inspec» teur van het Openbaar Slacht huis, den dag te herdenken waarop hy vóór 25 jaar in dienst der Ge meente Haarlem trad. Op 1 Januari 1904. ais onder keurmeester aan gesteld, trad de heer K. by de op; richting van het Openbaar Slachthuis in 1907 aldaar in dienst, eerst als hoofd-opzichter en sinds 1 Januari 192») als hoofd-inspecteur. De heer Kingma, die de sympathie ran directie, ambtenaren en personeel geniet, vervu".: zijn dikwyls zeer moeilyke taak nog met de meeste toewijding en opgewektheid. Het is den jubilaris vergund de functie, waaraan hij steeds zijn beste krachten heeft gewyd en die hem zco dierbaar is geworden, nog vele jaren te blijven ver- vervullen. 1IET N. O. G. Dezer dagen hield de afdeeling Haarlem van het Nederlandsch Onder- wyzers Genootschap een zeer geani meerde vergadering in de Nyverheid. Reeds bij ..ingekomen stukken" ontspon zich een levendig gesprek over het Open baar Onderwyscomité. Men meende, dat dit nu naast Volksonderwijs staat. Ge releveerd werd o.a. het gebrek aan pro pagandisten. De ontwerp-begrooting voor 1929 werd goedgekeurd. Daar men op geen honderd gulden na kan zeggen, wat de alg. vergadering zal kosten werd pro memorie alg. verg. 1 uitgetrok ken en onvoorzien op 60 gesteld. Gevraagd zal worden het instellen eener commissie voor aansluiting van 't Middelbaar en Lager Onderwys. Betreffende de Openbare Handels avondschool was de algemeene opinie dat den leerlingen der Lagere School met goed einddiploma daarheen de weg moet worden geopend zonder examen. Zij, die reeds van school zijn en examen doen. kunnen tot een voorbereidende klasse v/orden toegelaten. NEDERLAND EN HET KELLOGG-PACT. „DE TEKST DUBBELZINNIG". Blykens het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer, over het wetsontwerp tot goedkeuring van het voorbehoud tot toetreding van het verdrag van Parys van 27 Aug. 1928, tt uitbanning van den oorlog, juichten verscheidene leden de indiening van dit ontwerp toe. hoewel zij van oordeel waren, dat hef streven naar den vrede, dat in het verdrag to; uiting komt, eerst dan eenige practische beteekenis kan krygen, wanneer daarop volgt een voortgezette actie om tot ont wapening te geraken, meldt de Tel. Vele andere leden stonden wel is waar niet afwyzend tegenover het ontwerp, maar wezen toch op bezwaren daarvan. Zij dachten hierby aan de verschillende resedves. welke by de voorbereiding van het vedrag en by de ratificaties, welke tot dusver plaats hadden, zyn gemaakt en welke voor de werking der verdrags bepalingen van de grootste beteekenis zyn, wanneer de betrokken staat zich voor de vraag geplaatst ziet. of hij zyn belangen al dan niet met een grypen naar den oorlog zal steunen. Hi. had ln de Memorie van toelichting uitdrakke- lyk moeten zijn gewezen op het feit, dat elke sanctie op handelingen in strüd met de bepalingen van het verdrag ont breekt. Verscheidene dezer leden wezen er bo vendien op, dat de tekst van het ver drag nogal dubbelzinnig is. Men zou er zoowel uit kunnen lezen, dat de agres sieve oorlog tot regeling van internatio nale geschillen geoorloofd blyft, als dat eke oorlog, dus ook een defensieve, on- geooroofd is. Deze leden stonden op het standpunt, dat het recht tot het voeren van een verdedigingsoorlog niet mag worden prysgegeven. Uitgaande even wel van de veronderstelling, dat het niet de bedoeling is geweest het voeren van een defensieven oorlog te verbieden, zouden zy hun stem niet aan het ont werp onthouden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN i 60 cent» per regeL (Van onzen Weenschen correspondent) Het Kerstfeest der dooden op ,de kerkhoven. Kerstboomen en Karpers. - De zilveren en de gouden Zondag. Weenen, 22 December. De Weeners zyn druk bezig zich op het Kerstfeest voor te bereiden. Vóór zy zelf het feest in den eigen huise- lyken kring vieren het Kerstfeest is hét groote feest van het jaar! gaan zij eerst een bezoek aan het kerkhof brengen, waar lieve bloedverwanten: of goede vrien'dien, liggen begraven. Zy nemen kleine kerstboompjes mee naar buiten en zy steken de kaarsjes daarvan aan en laten de boompjes op het kerkhof aahter. Ook strooien zij voedsel voor de vogels op die graven neer, opdat de dooden dézen avond gezelschap krygen. Dan (gaan zy naar huis, waar de kerstboom reeds in al zyn glorie staat te wachten. De lichtjes worden aange stoken, men zingt, pleohtig het stemmige lied „Stille Nacht, Heilige Nacht", men geeft elkaar geschenken en men gaat rond den feestdisoh zitten waarvan het hoofdgerecht vanavond uit karper be sbaat. Duizenden en duizenden karpers komen to die laatste dagen vóór Kerst mis naar Weenen. Zij worden levend in groote bakken in het stroomende water van het Donaukanaal bewaard, tot zy verkocht worden en men hen doodslaak De vrouw des huizes neemt gedurende het feestmaal den blaas van den karper en werpt, deze naar boven, naar .het pla fond. Blijft deze karperblaas aan het plafond vastkleven, dan beteekent dit. dat men in het spoedig aanbrekende nieuwe jaar zee:- veel geluk zal hebben! Alle Weeners willen mekaar met Kerstmis een genoegen doen. Zy geven elkaar geschenken en het is hen vaak heel moeilyk gevallen het geld voor deze cadeaux uit te kunnen geven, zy sparen dan ook gedurende de heele maand December en het is opvallend, hoe veel leeger de cafés en de restaurants to deze maand zijn dan in de elf ander* maanden van het jaar. Elke schilling wordt een paar keer omgedraaid vóór men het besluit neemt dit geldstuk uit te geven. Het overgroote deel van de Weeners moet gedurende bijna de geheele week weiken. hebben dus weinig tyd om de étalages ran de winkels in de stad to gaan bekijken welke in den „Wei'n- nachts"-tyd byzonder feestelyk versierd zyn. Doch ook des Zondags hebben de lieden daartoe gelegenheid, want men heeft den zoogenaamden „Zilveren Zon dag" en den „Gouden Zondag", dat zyn de Zondagen een week vóór en vlak vóór Kerstmis Dan zyn de meeste winkels byna den geheelen dag open en kan het publiek alles in de uitstalkasten bewonderen en kan men naar binnen gaan om te koopen, wat men wil. Dat zyn de beste zakendagen voor de winke liers! De straten in de binnenstad zyn dan zwart van de menschcn en de lieden verdringen zich voor de spiegel ruiten van de groote en voorname za ken. In haast elk gezin wordt op den „Hei ligen Abend" een Kerstboom aangesto ken. Alle cafés en restaurants worden reeds zeer vroeg gesloten en in geen schouwburg, operettentheater of bios coop worden voorstellingen gegeven. Duizenden kerstbompjes worden in de weken, die voor het Kerstfeest vallen, uit het Wienerwald naar Weenen ge sleept en Op pleinen en ronde* kerken worden zij in het opbenbaar verkocht, Voor twee schillingen, ai. ongeveer vijf enzeventig cents, kan men al een heel aardigen Kerstboom hebben. De boomen worden, net als by ons, met zilveren slinegrs versierd, met bran, dende kaarsjes en met allerhand aardige kleinigheden, welke in zilve- en goud papier worden gerold. De lekkernijen, die aan den boem hangen, worden meestal zoo spoedig mogelyk door de kinderen opgegeten, maai- de boomen blyven tot na Nieuwjaar, meestal tot Driekoningen, in de kamers staan. Dan worden zy geheel afgetakeld, de slingers, en de versieringen worden in kartonnen doozen gestopt om het volgende jaar wederom dienst te doen en de boomen worden in stukjes gehakt om als brand- ho ut in den kachel te verdwynen. W. M. BEKAAR. (Nidnik verboden; aut©ur»recbt voorboboud®n.) door HANS DE LA RIVE BOX. (Een Kerstverhaal). Rijke Armoede Tom Burkins duwde de keukendeur van zyn klein huisje voorzichtig open en luisterde in spanning. Uit de eetka mer kwamen vage geluiden. De ver- moeicto took op zyn gezicht trok weg en even -achten zijn blauwe jongensoogen glunder. Hy sloep de trap op en haalde het pakje gauw van onder de-kis', op het vlierinkje. Hy stopte het veilig weg in zyn bin nenzak en verliet het huisje haastig en ongemerkt. Corrie was ongetwijfeld druk aan den gang. in het minst niet vermoe dend, dat hij in verband met de Kerst dagen dezen middag om drie uur al vry had gekregen. HU had nu prachtig den tyd om het lang verbeide cadeau te kcopen en terwyl hij zich over de modderige straatkeien van de armoe dige wyk naai- het stadscentrum spoedde, waar de lokkende lichtrecla- men hem van verre reeds schenen toe te roepen, genoot hy by voorbaat van haar verrassing morgen Weken lang was het plannetje in zyn hoofd ge-,veest en hy wist, dat zy geen oogenblik aan de mogelijkheid had gedacht, het mooie manteltje eens van hem present te krygen. ZUn salaris was heel matig en beiden moesten zoo zui nig mogeiyk zUn. zy waren nu byna een half jaar getrouwd en hadden geen oogenblik spUt gehad, hun huwelyk niet te hebben uitgesteld, tot den dag. dat zyn salaris verhoogd zou worden. Hun liefde deed hun alle zorgen lachend ter- zyde zetten en zy hadden elkaar pleohtig geloofd geen penny onnoodig uit te ge ven. Hy wist dat zyn jong vrouwtje dweepte met een der manteltjes die by Compton Co. in dc etalage lagen, doch de prjis was steeds een bezwaar ge weest. Door het rooken een paar maan den te staken en met andere kleine ge makken zoo zuinig mogeiyk te zyn, had hy het heele bedrag over kunnen spa ren. In den winkel was het vol en be nauwd. doch hy werd eindelyk gehol pen door een jongmensch met eenige allures. Gelukkig is dit scort bedien den zeldzaam. Hij was namelijk onge duldig en scheen zich achter de toon bank niet op zyn plaats te voelen. Misschien was hij ook vermoeid, doch het was nog niet laat in den middag. Tom vroeg beleefd hot bedoelde man teltje eens te mogen zien en met een stug gezicht ging het jongmensch het halen. Hy kwakte een zestal mantels op het vlakke mahoniehout van de tafel en dreunde de pryzen op. „Ik kan u dit speciaal aanbevelen!" zei hy automatisch; !rhet kost maar zes pond." Tom Burkins glimlachte een beetje ge- sclirokken. Het was niet zijn dagelUksch werk manteltjes te koopen en hy voelde zlcb tegenover den bediende niet op zyn gemak. „Mijn bedoeling was een pond of vier uit te geven....." stamelde hy; „Mag ik een dergelijk manteltje eens zien?" „Ohzeker", antwoordde de ander doch er was plotseling Iets minachtends in zyn stem gekomen. Hy liet het be wuste manteltje zien en Tom bevoelde aarzelend de stof. Het gryze bontje leek hem een weelde. „Ik geloofbegon hU; van plan dit manteltje te nemen, doch hy schrok op door een zware stem achter zich. Een heer in een zwarte bontjas duwde hem, tenger ventje, eenvoudig terzyde en riohtte het woord tot den bediende. Deze monsterde den klant even en liet Tom eenvoudig wachten. Hy boog voor den rijk uitzienden heer en in zijn oogen kwam iets onderdanigs. Iets zoets vond de verontwaardigde Tom- De illusie van den gewlchtigen aankoop was al lang verdwenen en hy voelde zyn blU- heid wegsmelten. Het leek wel of <ie bediende beleedigd was. dat hy een manteltje van vier pond had uitgezocht! Vier pond, een kapitaal. Gedwee schikte hy zich in den toestand en bestu deerde den heer naast zich. Deze schoof op zUn gemak zyn witte glacé's ran zyn har.den. stopte hen achteloos in zUn jaszak en commandeerde me: een officiensstem: „Ik wensoh een mantel te zien. voor een dame. Wat heb je voor keus?" „Ruim keus. mynheer!" fleemde de bediende, opnieuw buigend: ..Kijk, hier liggen juist diverse manteltjes vóór u. Deze Zyn hand rustte op het manteltje van vier por.d sterling, doch de heer greep een beetje nijdig in het zachte, warme goed en duwde het manteltje verachte lijk op zy, een heel eind van Tom af. „Voor een dame, waarde heer!" zei hy ruw; „Geen rommel, laat iets xien In bont-uitvoering, begrepen?" „Zeker, zeker, mynheer!" kwam de bediende, een beetje geschrokken door de bevelende stem en hy gtog bont- Jassen halen. Tom was bleek geworden en hU voelde het bloed in zyn polsen kloppen. Wat verbeeldde die vent zich? En het optre den van den bediende! „MOnheerrrr!" zei hij woedend; ,Dat manteltje liad ik uitgezocht, wüt u het even teruggeven?" Dc heer wendde zioh geïrriteerd om. zei niets maar schoof het manteltje inl een vaart naar Tom toe. Deze legde er beschermend zyn handen op. Ai zUn moed en zUn blijdschap was weg.„„ Toen hy eindelyk betaald had en de leege portefeuille nerveus bU zich stopte en liet pak onder zUn arm nam. baande hy zich bedroefd een weg door de me nigte. Op straat lieten de versierde eta lages. de uitgedoste Kerstmannetjes en de Kers;boomen met hun versierselen- pracht hem koud. Eén gedachte hing to zyn vermoeid hoofd! Dat het man teltje ongetwijfeld riet veel bijzonders moest zyn en dat Corrie liet cadeautje vast niet op prUs zou stellen. Misschien zou zy hom nog vragen hoeveel het ding gekost haden zou zy hem een verwij tenden blik toewerpen. Hoeveel andere dingen hadden zU riet kunnen koopen voor die vier pond sterling? Met looden voeten sjokte hU door do modderige sneeuw naar het huisje. In de voofkomer brandde licht, HU had het manteltje heimelUk willen verstoppen tot den volgenden dag. doch alle aardig heid was er nu van af. Steeds zag hij voor zich liet minachtende gezicht ran den heer in bontjas en den bediende. „Stommert!" schold hij zich uit. toen hy naar binnen ging; „Waar om heb ie niet iets anders gekocht?" „Tom!" klonk een blyde uitroep, de kamerdeur zwaaide open en het volgen de oogenblik rustte zyn mooi vrouwtje in zyn armen. Een glimlach van geluk verhelderde zUn somber gezicht. „Vrouwtjefluisterde hy innig en kuste haar. Zy hiep hem met zijn jas en deed of zij het pak niet zag. To:u voelde nieuwe energie in zich en ver stopte het pak toch nog in het schuur tje. Tydens hun eenvoudig avondmaal viel het Corrie echter op hoe stil en bleek hy was. ZU kroop bij hem op schoot en slaagde cr in eindelyk de re den te vernemen. •tol de aardigheid is er af!" zei hU, flauwtjes; „Het spUt my heel erg, lief ste!" .Maar wat spyt je dan?", glimlachte zU en haar zachte stem ver warmde zijn gemoed. „Ik had een Kerstcadeautje voor Je opgespaard CorrieIk kocht het van middag, maar ik ben dom geweest. Ze hebben mU wat in mUn handen gestopt, rommelIk vrees, dat ik het niet kan rullen I „Iets.... voor mU?" hijgde zy ontroerd, wetend hoe veel opofferingen hU zich had meten getroosten als hy iets moois had gefceht. „Iets voor jou. lieveling, maar..." „Och Tom.... moet ik tot morgen wachten? Ik brand van verlangen. „Als je wütdan mag je het nu heb ben!" zei lry, „Maar denk niet dat het iets moois is! Je weet, hoe zuinig wc moeten zyn!" Samen gingen zij naar het schuurtje en met kcortsachtigen haast sneed zij de touwtjes los. In angstige spanning bleef hy tockUken. Het papier ritselde uit elkaaren een kreet van blUd- schap ontsnapte aan haar lippen. „Torn.... Tom!! Ohwat een pracht! Oh lieve, goeie TommieJubelde zy, hem om den hals vallend. Hij weid bleek ran ontroering. „Dus het is geen ordinaire....?" hak kelde hy verward. „Maar toch. jongen, toch!" Zy spreid de dei mantel uit, bekeek en betastte hem en trok hem toen aan. HU was geknipt voor haar slank figuurtje en plotseling begreep hU. dat hy zich voor niets angstig had gemaakt. Uit het warme bontje kwam haar stralend ge zichtje te voorschUn met oogen, zonnig en lachend. Opnieuw fluisterde zy zyn naam, ontroerd en zy vloog hom als een dolle om den hals. .Dus.... je wilt het houden?" vroeg hij eindelyk; „Ben je blU?" „Of ik biy ben?" fluisterde zy dicht aan zyn oor; „Het Is het mooiste Kerst cadeau. dat ik ooit gehad heb!" Eu Tom dacht dien nacht, in de plech tige stilte vóór den Kerstdag, dat hU misschien nog gelukkiger was. dan zyi Innig gelukkig om haar geluk! door fi SOPHIE KERR. Vertaald door CHRISTINE KAMP. 5) Lilian en Eva gingen den winkel uit, zij waren vernietigd,, ten minste gedeel telijk, want al waren zij in een opzicht teleurgesteld, dat beteekende niet, dat zy het ook in een ander opeioht zouden zUn. Herbert was en bleef een begeer- lyke party. „Hoe is het mogeiyk. dat wij nooit vermoed hebben, dat Ei Ia zoo trouweloos was! Zoo lief in ons gezucht en steeds voorgevend van ons te houden en aoo valsoh achter onzen rug! Ik vind het verschrikkeiyk!" „Het zal tooh wel waar zyn. Je hebt toch gezien, hoe verlegen Herbert was om het ons te vertellen. Hy is toch ze ker wel te vertrouwen." „Hij was te goed voor haar, dat zeg ik. Dank er maar eens aan, wat hy met haar heeft uitgestaan." „En altyd zoo edelmoedig en onder danig. Hij was een uitstekende man voor haar, maar zy verdiende hem niet." „Wij mo:t:h zorgen met, hem in con tact te blyven en hem te deen gevoe len, dat wij hem waardeeren. Ik zal hem Zondagavond te soupeeren vragen", be sloot Lilian,zoo onder ons, wy, öe kinderen en jij natuurlijk. Dan zal hy je wel thuis brengen." ,Jk zal nooit vergeten wat je voor mij doet, lieve Lilian." En even zéker, alsof het zwart op wit stond, was het tusschen de zusters stil zwijgend besloten, dat als Eva to he; bezit kwam van Ella's huishouding, zy zich zou herinneren, dat Lilian zoon zin had in de lakens met open zoomen, hei donzen overbed, het ontbijtstel van Spode en de koperen koffiekan. Maar inwendig was het toch Eva's idee om liet ontbijtstel te houden, want Spode's por selein was kostbaar. Intussohen was Herbert bly er zoo goed afgekomen te zyn; hij had geen onwaarheid gezegd en voor heigeen zij dachten, was hij niet verantwoor delijk. Hy bleef in zUn zaak werkzaam, hoe wel zUn onderbewustzijn zich bezig hield met zuster Greeley. Eddie Paine en Bob Taylor kwamen met elkaar overeen dat de baas erg dapper was en veel bater zyn verlies droeg, dan zij het verwacht had den En thuis begon Janie Terrace een grondige schoonmaak, onderwijl erover nadenkend, wélke lekkernijen zy op tafel zou brengen om te maken, dat mijnheer Mallet haar levenslang als huishoudster zou houden. Woensdag en Donderdag bleef mijnheer Mallet wei felen of hij thuis zou zun als miss Gree ley kwam of niet. Hy kon maar geen besluit nemen. Het leek hem byna jam mer, dat die arme Ella er niet meer was cm te zeggen, wat hy doen moest, maar ja, zy zou hem geen permissie gegeven hebben. Behalve voor zyn zaak, had hy zoo weinig initiatief; dat was zoo gron dig in hem uitgeroeid, dat het eigenlyk jammer was. Maar hoe dan ook. de kwestie loste zichzelf op. Vrijdagochtend schreef hy een briefje naar Lilian dat hU de invitatie voor Zondagavond niet kon aannemen, daar liy zich daartoe niet in staat voelde. Door die daad ge sterkt, hoorde hij zichzelf tot Eddie Paine zeggen, dat hy thuis iets te doen had en dat hy misschien een uurtje zou wegblijven. D3arna zette hij zijn hoed op en ging heen. Hij gevoelde een Innig verlangen om dien glimlach weer ie zien. Janie Ten-ace had een schoone boeze laar voorgedaan om zuster Greeley te ontvangen en was gereed om van zoo'n heerlijk bezoek te genieten, waarby zy eens zou vertellen, wie haar meesteres was geweest en wel aan iemand, die haar niet gekend had. zy was dus on aangenaam verrast, toen ha3~ mijnheer verscheen. Maar ja. hy was er en zij kon hem moeilyk weg sturen. Miss Greeley verloor echter geen tyd. Al was zy verwonderd over de aanwezig heid ran mijnheer Mallet, zij toonde dit niet, maar zy glimlachte hem ook niet toe.... tenminste niet dadelyk. Maar toen zij naar boven gingen en zy de sombere slaapkamer, de styve, leelyke kleeren, het dikke ondergoed, de schoenen me*, platte, lage hakken en lompe neuzen en de zwarte katoenen kousen zag. werd zU heel vriendelijk jegens mUnheer Mal let. Hoewél miss Greeley gekleed was in het donkere, eenvoudige verpleegsters- costuum, dat z:j moest dragen als zy to dienst was, was dat heelemaal niet haar smaak wat toilet betreft. De meu belen en kleeren van die arme Ella vond zij afschuwelijk. Bovendien was de zuster heelemaal niet van opinie, dat men aan de armen alleen nuttige kleeren moest geven en het er niet op aan kwam hoe zij eruit zagen. Zij voelde dat. schoonheid en sierlykheid soms even wenschelyk wa ren als warmte en duurzaamheid. Had zy het kunnen doen. dan zou zy een voudig dien heelen rommel geweigerd hebben. „Het is genoeg", dacht zy. „om de her stellenden weer te doen instorten, als men hun zulke vreeselijke kleeren gaf". Toen zU ce zwart-grijze huisjapon in handen kreeg huiverde zy van afschuw, maar onderdrukte dat gevoel. „Dat is heerlijk warm", zei zy kortaf. Dan bekeek zij de rest haastig, zender er iets van te zeggen. Ten laatste zei zij: „Ik ben hier met mUn kleine auto en ik kan de kleeren meenemen, als u dat goed vindt. U wilt dan een officieels dankbetuiging van het bestuur ont vangen, maar ik wensch u myn eigen waardeertog ran uw goedheid uit te drukken. Er zyn zoo weinig menschen in onze stad. die beseffen wat de armen te lUden hebben en hoe men ze te hulp kan komen. Wy moeten soms als het ware op onze knieën smeeken om de jaariykschc contributie te krygen en die is meestal onvoldoende. Ja. ik mag u wel verklaren, dat zulk een gift als de uwe ons veel vergoedt en dat wy daardoor beseffen, dat er nog goede en bezorgde menschen zyn. die aan ande ren denken, zelfs op die oogen blikken, waarop men zou verwachten, dat zy enkel aan zich zelf zouden denken". Zij legde het er een beetje dik op. omdat zy zqo'n medelijden had me; mynheer Mallet. Haar werk vereischte zooveel menschenkennis; hy boezemde haar belang in. Zy raadde de waarheid... dat hij onderdrukt en beheerscht was geworden door een vrouw, die niet het minste idee of besef had van schoon heid en bevalligheid, terwyi hUzelf die zoozeer liefhad. Daardoor zei zU meer dan zy bedoelde en ten laatste schonk zij hem haar heerlijken glimlach. klaar Herbert was niet op do hoogte vsr» de wetenschap, hoe men de men schen kan bestudeeren en hun verborgen karakter raden. Ondanks dien stralen- den glimlach was hy teleurgesteld. Die eenvoudige hoed en óof-'-er costuum de den haar ge'.Uken op hetgeen zü zou geweest zijn als zU de kleeren. die hy juist weggaf, had aangedaan en toen zy zoo bly scheen met de gave, meende hU, dat zy de leelykheid daan-an niet inzag. Indien zy gezegd had: Mynheer Mallet, ik zou geen vrouw, die zichzelf respecteert, willen beleedigen door haar te vragen zulke afschuweiyke dingen aan te doen", zou hU tevreden en bly zyn geweest. Ieder woord van lof. dat miss Greeley sprak en vooral haar waardeertog ran de grUszwarte huisjapon maakte hem afkeerig van haar. 't Is waar, haar ocgen en stem waren er nog,... en dan die lief tallige glimlach. Had zy hem niet toege lachen, dan zou mUnheer Mallet nooit meer aan haar gedacht hebben, behalve een enkelen keer als aan een van die liefelyke wezens, die een oogenblik het leven veraangenamen en dan voorbij gaan. Maar die glimlach maakt, dat hU meer zei. dat hy bedoelde. „Als u mij wilt laten weten, wat ik voor u kan doen in speciale gevallen, waar hulp noodig is. zou ik biy zUn u van dienst te zyn. Ofschoon tk bang ben. dat ik in dat soort van liefdadigheid weinig be dreven ben", voegde hij er tenslotte by, om een excuus by de hand te houden. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9