HAAW,EM'S DAGBLAD
H. D, VERTE! UNGFN
BLOEMENTOOI IN WINTERTIJD
HET KERSTFEEST TE WEENEN.
FEUILLETON.
EEN HUISJAPON
MAANDAG 24 DEC 1928
DERDE BLAD
Hulst, Maretak en Sparrengroen.
BLANK GEBLOEMT IN T WONDERLAND AALSMEER.
Wilt© Kerstrozen-woelde in een Aalsmeersche ka».
Is het wonder dat men Kersttijd mint?
Staan niet blank de nauw-ontüoken
Kerstrozen op tafel en sieren hulst en
geurend dennegroen niet de kamers,
waar kaarsen flakkeren en het werk
terzij Is gelegd? Is dit niet het lichte
gety in het donker seizoen, zijn dit niet
dagen vol huiselijke intimiteit en inner-
lijken vrede?
Nu liggen ln grijzen droom gevangen
de kale landen, trekken grauwe nevel
slierten over de duinen, schijnt slechts
by wijlen het zonnetje bleek over de we
rgild en lijkt in het vrije veld alles
«Soodsch en verstorven- Maar blije ver
wachtingen wekken de wilgenkatjes in
hun bruine schubben langs de sloot die
vol brokken ijs ligt en de styve rolletjes
aan de elzen tusschen de riet-gedekte
tooHenlandjes, zullen over enkele weken
weer losgaan en wiegen in den wind aan
de kale taikken.
Wie zwerft op deze korte dagen door
de wilde achterhoekjes van Drente,
Twente en de Graafschap vindt er de
oude hulststruiken staan met hun stijve
Wad en vele roode bessen, tusschen 't
eiken hakhout en op de zandhorsten. De
bloemenkoopers uit de stad zyn er ge
weest en hebben rechte taikken wegge
sneden, maar meest was de wilde hulst,
moeizaam gegroeid, ineengedrongen en
krom met zwaar hout en bleven de gril
lig gevormde struiken staan mefc hun
kleurige vruchten in het wintersche
landschap.
En in Normandië werden de maretak
ken, de wondere parasieten met hun
matzilveren bessen tusschen het bleeke
groen van tak en blad uit de kromme
ajppelboomen gesneden en per scheepsla
ding tegelijk gezonden naar Engeland,
waar méér dan hier te lande de hei-
densch-heilige plant in Kersttyd de
huizen siert en opgehangen aan kaar
senkroon of deurpost do feestdagen nog
gezelliger maakt.
En dan zijn er in de week vóór Kerst
mis de Kersbboamen die allerwegen in
de stad op bruggen en pleinen gekocht,
bekeken, verhandeld worden en die wat
sterke geur van sparren brengen tus
schen de grauwe huizen en straks sma
keloos opgetuigd zullen worden met ka
kelbonte ballen, glinsterende slingers en
koude electrische lampjes, of, zinrijker
als een mooi symbool op breede groene
takken, slechts blanke kaarsen zullen
dragen.
In de laatste dagen vóór Kerstmis zijn
WÜ gegaan met het puffende treintje
door de Meer en hebben wij ©edlwaald
door 't wcmdlerÜjke kweekei^dlonp Aals
meer dat in zyn UTberwdg heit centrum
wan do, over gansch de wereld bekende.
HcilandScbe bloemen- en boamen&week
heeft.
Daiar waar de mist beTétto over den
elzen-berijden tocht te zien naar d« riet-
wiüJsrnfsseh van den Ws^etoctenplas
en je miet een langen stok zelf hei
bruggetje dicht m'oet trekken ails je
bij iemand op bezoek wtiült, hoeft de
heer Keessen van „Terra Nova", één uit
een oud-kweekersgesïacht, eras" geleid
langs modderige paadjes, langs een
wondere weelde van struiken en plan
ten, langs Vuurdoorns met massa's oran je
bessen, groobe cotoneasters, honderden
tcege'dekbe Rhododendrons to ik-weet-
n iet-hoeve el variëteiten. En gaande door
laantjes van vreemdgevormdte ibuxus-
en taxus-struiken die reeds vele tiental
len, soms wel meer dan honderd, jaren
door va'der en grootvader en overgreot-
vad!?x met. liefde geleid en gesnoeid wer
den, vertelde hy met rechtmatigen trots
over t oude vak. Daar, op een bed, wees
h.y forsche pollen heide aan die midden
dn December met rose Wtoeoraen ©verto
gen was ctf waarvan het Wad een
mooie oranje-redde tint had aangeno
men. Daar waren Pernebtya's, kleine
struiken met groobe purperen bessen,
taliooze andere planten, dik to knop,
beJaenxf het zonnige voorjaar dat zy een
schat aan bloemen konden orpensprei-
den. Tooverhaselaars stonden er langs
den karet en het kromme mes smeed
er een tok vam af die in een vaas, na
weinige dagem reedis met mooie gele
bloemen prcn&ft
Kerstrozen zijn wel de mooiste bloemen
in wintertijd.
Maar het mooist van al, lyk een stil
geluk stonden blank boven den vochtig-
donkeren grond honderden kerstrozen
met hun witte, iets groen of ook wel
rozig aangeloopen bloemen tusschen 't
groote blad. Het zijn wel geen rozen,
maar wat doet dat er tce, zijn het niet
de mooiste bloemen in wintertyd? Ze'
stonden daar zoo fier en sterk onder
den grauwen hemel, gansch in de open
lucht en de kweeker vertelde dat dit
maar heel zelden voorkomt.
Want voor den handel worden ze „ge
trokken" in kassen, mét de Seringen,
de freezia's, de trosnarcissen, de tulpen
en wat al niet.
Bloemen in den winter, er zijn er zoo
vele, die fleur en kleur in de donkere
huizen kunnen brengen, kyk in de win
kels die vol staan met wit gebloemt of
naar de, wel typisch Haarlemsche stal
letjes op 't Verwulft. Oscar Wilde heeft
in een cynische bui verkondigd, dat de
„buttonhole" de bloem in 't knoopsgat,
de eenige band tusschen natuur en
mensch is, doch dit slaat alleen op zyn
personages ln smoking. Want de men-
6chen die houden van de natuur
plukken in 't voorjaar armen-vol goud
gele dotters en in oogsttyd kleurige
bossen korenbloemen en klaprozen.
En nu in 't wintersche gety dragen
we den blanken tooi van sering en
kerstroos, het warme rood de tulpen of
het stemmige groen van spar en hulst
onze huizen binnen.
Voor een uiterst gezellig Kerstfeest.
C. G. B.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN
a 60 Cts. per regel.
GUNNING
Het verbouwen van perceel Bakeness^r-
gracht 27 dar Coöp. Diner Vereeniging
is opgedragen, bij onderbandscbe Aan
besteding door den Architect A. Zandstra,
aan C. Hart, Dubbele Buurt 19, voor
de som van f 2S50. 8
JUBILEUM TH, KIN*GALA
1 Januari hoopt
de heer Th. King-
ma. hoofd-inspec»
teur van het
Openbaar Slacht
huis, den dag te
herdenken waarop
hy vóór 25 jaar
in dienst der Ge
meente Haarlem
trad.
Op 1 Januari
1904. ais onder
keurmeester aan
gesteld, trad de
heer K. by de op;
richting van het Openbaar Slachthuis
in 1907 aldaar in dienst, eerst als
hoofd-opzichter en sinds 1 Januari
192») als hoofd-inspecteur. De heer
Kingma, die de sympathie ran directie,
ambtenaren en personeel geniet, vervu".:
zijn dikwyls zeer moeilyke taak nog met
de meeste toewijding en opgewektheid.
Het is den jubilaris vergund de functie,
waaraan hij steeds zijn beste krachten
heeft gewyd en die hem zco dierbaar is
geworden, nog vele jaren te blijven ver-
vervullen.
1IET N. O. G.
Dezer dagen hield de afdeeling
Haarlem van het Nederlandsch Onder-
wyzers Genootschap een zeer geani
meerde vergadering in de Nyverheid.
Reeds bij ..ingekomen stukken" ontspon
zich een levendig gesprek over het Open
baar Onderwyscomité. Men meende, dat
dit nu naast Volksonderwijs staat. Ge
releveerd werd o.a. het gebrek aan pro
pagandisten. De ontwerp-begrooting
voor 1929 werd goedgekeurd. Daar men
op geen honderd gulden na kan zeggen,
wat de alg. vergadering zal kosten werd
pro memorie alg. verg. 1 uitgetrok
ken en onvoorzien op 60 gesteld.
Gevraagd zal worden het instellen
eener commissie voor aansluiting van 't
Middelbaar en Lager Onderwys.
Betreffende de Openbare Handels
avondschool was de algemeene opinie
dat den leerlingen der Lagere School met
goed einddiploma daarheen de weg moet
worden geopend zonder examen. Zij, die
reeds van school zijn en examen doen.
kunnen tot een voorbereidende klasse
v/orden toegelaten.
NEDERLAND EN HET
KELLOGG-PACT.
„DE TEKST DUBBELZINNIG".
Blykens het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer, over het wetsontwerp
tot goedkeuring van het voorbehoud tot
toetreding van het verdrag van Parys
van 27 Aug. 1928, tt uitbanning van den
oorlog, juichten verscheidene leden de
indiening van dit ontwerp toe. hoewel
zij van oordeel waren, dat hef streven
naar den vrede, dat in het verdrag to;
uiting komt, eerst dan eenige practische
beteekenis kan krygen, wanneer daarop
volgt een voortgezette actie om tot ont
wapening te geraken, meldt de Tel.
Vele andere leden stonden wel is waar
niet afwyzend tegenover het ontwerp,
maar wezen toch op bezwaren daarvan.
Zij dachten hierby aan de verschillende
resedves. welke by de voorbereiding van
het vedrag en by de ratificaties, welke
tot dusver plaats hadden, zyn gemaakt
en welke voor de werking der verdrags
bepalingen van de grootste beteekenis
zyn, wanneer de betrokken staat zich
voor de vraag geplaatst ziet. of hij zyn
belangen al dan niet met een grypen
naar den oorlog zal steunen. Hi. had ln
de Memorie van toelichting uitdrakke-
lyk moeten zijn gewezen op het feit, dat
elke sanctie op handelingen in strüd
met de bepalingen van het verdrag ont
breekt.
Verscheidene dezer leden wezen er bo
vendien op, dat de tekst van het ver
drag nogal dubbelzinnig is. Men zou er
zoowel uit kunnen lezen, dat de agres
sieve oorlog tot regeling van internatio
nale geschillen geoorloofd blyft, als dat
eke oorlog, dus ook een defensieve, on-
geooroofd is. Deze leden stonden op het
standpunt, dat het recht tot het voeren
van een verdedigingsoorlog niet mag
worden prysgegeven. Uitgaande even
wel van de veronderstelling, dat het niet
de bedoeling is geweest het voeren van
een defensieven oorlog te verbieden,
zouden zy hun stem niet aan het ont
werp onthouden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
i 60 cent» per regeL
(Van onzen Weenschen correspondent)
Het Kerstfeest der dooden op ,de kerkhoven.
Kerstboomen en Karpers. - De zilveren en de gouden
Zondag.
Weenen, 22 December.
De Weeners zyn druk bezig zich op
het Kerstfeest voor te bereiden. Vóór
zy zelf het feest in den eigen huise-
lyken kring vieren het Kerstfeest is
hét groote feest van het jaar! gaan
zij eerst een bezoek aan het kerkhof
brengen, waar lieve bloedverwanten: of
goede vrien'dien,
liggen begraven. Zy nemen
kleine kerstboompjes mee naar buiten
en zy steken de kaarsjes daarvan aan
en laten de boompjes op het kerkhof
aahter. Ook strooien zij voedsel voor de
vogels op die graven neer, opdat de
dooden dézen avond gezelschap krygen.
Dan (gaan zy naar huis, waar de
kerstboom reeds in al zyn glorie staat
te wachten. De lichtjes worden aange
stoken, men zingt, pleohtig het stemmige
lied „Stille Nacht, Heilige Nacht", men
geeft elkaar geschenken en men gaat
rond den feestdisoh zitten waarvan het
hoofdgerecht vanavond uit karper be
sbaat. Duizenden en duizenden karpers
komen to die laatste dagen vóór Kerst
mis naar Weenen. Zij worden levend in
groote bakken in het stroomende water
van het Donaukanaal bewaard, tot zy
verkocht worden en men hen doodslaak
De vrouw des huizes neemt gedurende
het feestmaal den blaas van den karper
en werpt, deze naar boven, naar .het pla
fond. Blijft deze karperblaas aan het
plafond vastkleven, dan beteekent dit.
dat men in het spoedig aanbrekende
nieuwe jaar zee:- veel geluk zal hebben!
Alle Weeners willen mekaar met
Kerstmis een genoegen doen. Zy geven
elkaar geschenken en het is hen vaak
heel moeilyk gevallen het geld voor deze
cadeaux uit te kunnen geven, zy sparen
dan ook gedurende de heele maand
December en het is opvallend, hoe veel
leeger de cafés en de restaurants to
deze maand zijn dan in de elf ander*
maanden van het jaar. Elke schilling
wordt een paar keer omgedraaid vóór
men het besluit neemt dit geldstuk uit
te geven.
Het overgroote deel van de Weeners
moet gedurende bijna de geheele week
weiken. hebben dus weinig tyd
om de étalages ran de winkels in de stad
to gaan bekijken welke in den „Wei'n-
nachts"-tyd byzonder feestelyk versierd
zyn. Doch ook des Zondags hebben de
lieden daartoe gelegenheid, want men
heeft den zoogenaamden „Zilveren Zon
dag" en den „Gouden Zondag", dat
zyn de Zondagen een week vóór en
vlak vóór Kerstmis Dan zyn de meeste
winkels byna den geheelen dag open en
kan het publiek alles in de uitstalkasten
bewonderen en kan men naar binnen
gaan om te koopen, wat men wil. Dat
zyn de beste zakendagen voor de winke
liers! De straten in de binnenstad zyn
dan zwart van de menschcn en de
lieden verdringen zich voor de spiegel
ruiten van de groote en voorname za
ken.
In haast elk gezin wordt op den „Hei
ligen Abend" een Kerstboom aangesto
ken. Alle cafés en restaurants worden
reeds zeer vroeg gesloten en in geen
schouwburg, operettentheater of bios
coop worden voorstellingen gegeven.
Duizenden kerstbompjes worden in de
weken, die voor het Kerstfeest vallen,
uit het Wienerwald naar Weenen ge
sleept en Op pleinen en ronde* kerken
worden zij in het opbenbaar verkocht,
Voor twee schillingen, ai. ongeveer vijf
enzeventig cents, kan men al een heel
aardigen Kerstboom hebben.
De boomen worden, net als by ons,
met zilveren slinegrs versierd, met bran,
dende kaarsjes en met allerhand aardige
kleinigheden, welke in zilve- en goud
papier worden gerold. De lekkernijen,
die aan den boem hangen, worden
meestal zoo spoedig mogelyk door de
kinderen opgegeten, maai- de boomen
blyven tot na Nieuwjaar, meestal tot
Driekoningen, in de kamers staan. Dan
worden zy geheel afgetakeld, de slingers,
en de versieringen worden in kartonnen
doozen gestopt om het volgende jaar
wederom dienst te doen en de boomen
worden in stukjes gehakt om als brand-
ho ut in den kachel te verdwynen.
W. M. BEKAAR.
(Nidnik verboden; aut©ur»recbt voorboboud®n.)
door
HANS DE LA RIVE BOX.
(Een Kerstverhaal).
Rijke Armoede
Tom Burkins duwde de keukendeur
van zyn klein huisje voorzichtig open
en luisterde in spanning. Uit de eetka
mer kwamen vage geluiden. De ver-
moeicto took op zyn gezicht trok weg en
even -achten zijn blauwe jongensoogen
glunder. Hy sloep de trap op en haalde
het pakje gauw van onder de-kis', op het
vlierinkje.
Hy stopte het veilig weg in zyn bin
nenzak en verliet het huisje haastig en
ongemerkt. Corrie was ongetwijfeld druk
aan den gang. in het minst niet vermoe
dend, dat hij in verband met de Kerst
dagen dezen middag om drie uur al
vry had gekregen. HU had nu prachtig
den tyd om het lang verbeide cadeau
te kcopen en terwyl hij zich over de
modderige straatkeien van de armoe
dige wyk naai- het stadscentrum
spoedde, waar de lokkende lichtrecla-
men hem van verre reeds schenen toe te
roepen, genoot hy by voorbaat van haar
verrassing morgen
Weken lang was het plannetje in
zyn hoofd ge-,veest en hy wist, dat zy
geen oogenblik aan de mogelijkheid had
gedacht, het mooie manteltje eens van
hem present te krygen. ZUn salaris was
heel matig en beiden moesten zoo zui
nig mogeiyk zUn. zy waren nu byna
een half jaar getrouwd en hadden geen
oogenblik spUt gehad, hun huwelyk niet
te hebben uitgesteld, tot den dag. dat
zyn salaris verhoogd zou worden. Hun
liefde deed hun alle zorgen lachend ter-
zyde zetten en zy hadden elkaar pleohtig
geloofd geen penny onnoodig uit te ge
ven.
Hy wist dat zyn jong vrouwtje
dweepte met een der manteltjes die by
Compton Co. in dc etalage lagen,
doch de prjis was steeds een bezwaar ge
weest. Door het rooken een paar maan
den te staken en met andere kleine ge
makken zoo zuinig mogeiyk te zyn, had
hy het heele bedrag over kunnen spa
ren.
In den winkel was het vol en be
nauwd. doch hy werd eindelyk gehol
pen door een jongmensch met eenige
allures. Gelukkig is dit scort bedien
den zeldzaam. Hij was namelijk onge
duldig en scheen zich achter de toon
bank niet op zyn plaats te voelen.
Misschien was hij ook vermoeid, doch
het was nog niet laat in den middag.
Tom vroeg beleefd hot bedoelde man
teltje eens te mogen zien en met een
stug gezicht ging het jongmensch het
halen.
Hy kwakte een zestal mantels op het
vlakke mahoniehout van de tafel en
dreunde de pryzen op.
„Ik kan u dit speciaal aanbevelen!"
zei hy automatisch; !rhet kost maar zes
pond."
Tom Burkins glimlachte een beetje ge-
sclirokken. Het was niet zijn dagelUksch
werk manteltjes te koopen en hy voelde
zlcb tegenover den bediende niet op zyn
gemak.
„Mijn bedoeling was een pond of vier
uit te geven....." stamelde hy; „Mag ik
een dergelijk manteltje eens zien?"
„Ohzeker", antwoordde de ander
doch er was plotseling Iets minachtends
in zyn stem gekomen. Hy liet het be
wuste manteltje zien en Tom bevoelde
aarzelend de stof. Het gryze bontje leek
hem een weelde.
„Ik geloofbegon hU; van plan
dit manteltje te nemen, doch hy schrok
op door een zware stem achter zich.
Een heer in een zwarte bontjas duwde
hem, tenger ventje, eenvoudig terzyde
en riohtte het woord tot den bediende.
Deze monsterde den klant even en liet
Tom eenvoudig wachten. Hy boog voor
den rijk uitzienden heer en in zijn oogen
kwam iets onderdanigs. Iets zoets vond
de verontwaardigde Tom- De illusie
van den gewlchtigen aankoop was al
lang verdwenen en hy voelde zyn blU-
heid wegsmelten. Het leek wel of <ie
bediende beleedigd was. dat hy een
manteltje van vier pond had uitgezocht!
Vier pond, een kapitaal. Gedwee schikte
hy zich in den toestand en bestu
deerde den heer naast zich. Deze
schoof op zUn gemak zyn witte glacé's
ran zyn har.den. stopte hen achteloos
in zUn jaszak en commandeerde me:
een officiensstem: „Ik wensoh een
mantel te zien. voor een dame. Wat heb
je voor keus?"
„Ruim keus. mynheer!" fleemde de
bediende, opnieuw buigend: ..Kijk, hier
liggen juist diverse manteltjes vóór u.
Deze
Zyn hand rustte op het manteltje van
vier por.d sterling, doch de heer greep
een beetje nijdig in het zachte, warme
goed en duwde het manteltje verachte
lijk op zy, een heel eind van Tom af.
„Voor een dame, waarde heer!" zei hy
ruw; „Geen rommel, laat iets xien In
bont-uitvoering, begrepen?"
„Zeker, zeker, mynheer!" kwam de
bediende, een beetje geschrokken door
de bevelende stem en hy gtog bont-
Jassen halen.
Tom was bleek geworden en hU voelde
het bloed in zyn polsen kloppen. Wat
verbeeldde die vent zich? En het optre
den van den bediende!
„MOnheerrrr!" zei hij woedend; ,Dat
manteltje liad ik uitgezocht, wüt u het
even teruggeven?"
Dc heer wendde zioh geïrriteerd om.
zei niets maar schoof het manteltje inl
een vaart naar Tom toe. Deze legde er
beschermend zyn handen op. Ai zUn
moed en zUn blijdschap was weg.„„
Toen hy eindelyk betaald had en de
leege portefeuille nerveus bU zich stopte
en liet pak onder zUn arm nam. baande
hy zich bedroefd een weg door de me
nigte. Op straat lieten de versierde eta
lages. de uitgedoste Kerstmannetjes en
de Kers;boomen met hun versierselen-
pracht hem koud. Eén gedachte hing
to zyn vermoeid hoofd! Dat het man
teltje ongetwijfeld riet veel bijzonders
moest zyn en dat Corrie liet cadeautje
vast niet op prUs zou stellen. Misschien
zou zy hom nog vragen hoeveel het ding
gekost haden zou zy hem een verwij
tenden blik toewerpen. Hoeveel andere
dingen hadden zU riet kunnen koopen
voor die vier pond sterling?
Met looden voeten sjokte hU door do
modderige sneeuw naar het huisje. In de
voofkomer brandde licht, HU had het
manteltje heimelUk willen verstoppen
tot den volgenden dag. doch alle aardig
heid was er nu van af. Steeds zag hij
voor zich liet minachtende gezicht ran
den heer in bontjas en den bediende.
„Stommert!" schold hij zich uit. toen
hy naar binnen ging; „Waar om heb ie
niet iets anders gekocht?"
„Tom!" klonk een blyde uitroep, de
kamerdeur zwaaide open en het volgen
de oogenblik rustte zyn mooi vrouwtje
in zyn armen. Een glimlach van geluk
verhelderde zUn somber gezicht.
„Vrouwtjefluisterde hy innig en
kuste haar. Zy hiep hem met zijn jas
en deed of zij het pak niet zag. To:u
voelde nieuwe energie in zich en ver
stopte het pak toch nog in het schuur
tje.
Tydens hun eenvoudig avondmaal
viel het Corrie echter op hoe stil en
bleek hy was. ZU kroop bij hem op
schoot en slaagde cr in eindelyk de re
den te vernemen.
•tol de aardigheid is er af!" zei hU,
flauwtjes; „Het spUt my heel erg, lief
ste!"
.Maar wat spyt je dan?",
glimlachte zU en haar zachte stem ver
warmde zijn gemoed.
„Ik had een Kerstcadeautje voor Je
opgespaard CorrieIk kocht het van
middag, maar ik ben dom geweest. Ze
hebben mU wat in mUn handen gestopt,
rommelIk vrees, dat ik het niet kan
rullen I
„Iets.... voor mU?" hijgde zy ontroerd,
wetend hoe veel opofferingen hU zich
had meten getroosten als hy iets moois
had gefceht.
„Iets voor jou. lieveling, maar..."
„Och Tom.... moet ik tot morgen
wachten? Ik brand van verlangen.
„Als je wütdan mag je het nu heb
ben!" zei lry, „Maar denk niet dat het
iets moois is! Je weet, hoe zuinig wc
moeten zyn!"
Samen gingen zij naar het schuurtje
en met kcortsachtigen haast sneed zij
de touwtjes los. In angstige spanning
bleef hy tockUken. Het papier ritselde
uit elkaaren een kreet van blUd-
schap ontsnapte aan haar lippen.
„Torn.... Tom!! Ohwat een pracht!
Oh lieve, goeie TommieJubelde
zy, hem om den hals vallend. Hij weid
bleek ran ontroering.
„Dus het is geen ordinaire....?" hak
kelde hy verward.
„Maar toch. jongen, toch!" Zy spreid
de dei mantel uit, bekeek en betastte
hem en trok hem toen aan. HU was
geknipt voor haar slank figuurtje en
plotseling begreep hU. dat hy zich voor
niets angstig had gemaakt. Uit het
warme bontje kwam haar stralend ge
zichtje te voorschUn met oogen, zonnig
en lachend. Opnieuw fluisterde zy zyn
naam, ontroerd en zy vloog hom als
een dolle om den hals.
.Dus.... je wilt het houden?" vroeg hij
eindelyk; „Ben je blU?"
„Of ik biy ben?" fluisterde zy dicht
aan zyn oor; „Het Is het mooiste Kerst
cadeau. dat ik ooit gehad heb!"
Eu Tom dacht dien nacht, in de plech
tige stilte vóór den Kerstdag, dat hU
misschien nog gelukkiger was. dan zyi
Innig gelukkig om haar geluk!
door
fi SOPHIE KERR.
Vertaald door CHRISTINE KAMP.
5)
Lilian en Eva gingen den winkel uit,
zij waren vernietigd,, ten minste gedeel
telijk, want al waren zij in een opzicht
teleurgesteld, dat beteekende niet, dat zy
het ook in een ander opeioht zouden
zUn. Herbert was en bleef een begeer-
lyke party.
„Hoe is het mogeiyk. dat wij nooit
vermoed hebben, dat Ei Ia zoo trouweloos
was! Zoo lief in ons gezucht en steeds
voorgevend van ons te houden en aoo
valsoh achter onzen rug! Ik vind het
verschrikkeiyk!"
„Het zal tooh wel waar zyn. Je hebt
toch gezien, hoe verlegen Herbert was
om het ons te vertellen. Hy is toch ze
ker wel te vertrouwen."
„Hij was te goed voor haar, dat zeg
ik. Dank er maar eens aan, wat hy met
haar heeft uitgestaan."
„En altyd zoo edelmoedig en onder
danig. Hij was een uitstekende man voor
haar, maar zy verdiende hem niet."
„Wij mo:t:h zorgen met, hem in con
tact te blyven en hem te deen gevoe
len, dat wij hem waardeeren. Ik zal hem
Zondagavond te soupeeren vragen", be
sloot Lilian,zoo onder ons, wy, öe kinderen
en jij natuurlijk. Dan zal hy je wel thuis
brengen."
,Jk zal nooit vergeten wat je voor mij
doet, lieve Lilian."
En even zéker, alsof het zwart op wit
stond, was het tusschen de zusters stil
zwijgend besloten, dat als Eva to he;
bezit kwam van Ella's huishouding, zy
zich zou herinneren, dat Lilian zoon zin
had in de lakens met open zoomen, hei
donzen overbed, het ontbijtstel van
Spode en de koperen koffiekan. Maar
inwendig was het toch Eva's idee om liet
ontbijtstel te houden, want Spode's por
selein was kostbaar.
Intussohen was Herbert bly er
zoo goed afgekomen te zyn; hij had
geen onwaarheid gezegd en voor heigeen
zij dachten, was hij niet verantwoor
delijk.
Hy bleef in zUn zaak werkzaam, hoe
wel zUn onderbewustzijn zich bezig hield
met zuster Greeley. Eddie Paine en Bob
Taylor kwamen met elkaar overeen dat de
baas erg dapper was en veel bater zyn
verlies droeg, dan zij het verwacht had
den En thuis begon Janie Terrace een
grondige schoonmaak, onderwijl erover
nadenkend, wélke lekkernijen zy op
tafel zou brengen om te maken, dat
mijnheer Mallet haar levenslang als
huishoudster zou houden. Woensdag en
Donderdag bleef mijnheer Mallet wei
felen of hij thuis zou zun als miss Gree
ley kwam of niet. Hy kon maar geen
besluit nemen. Het leek hem byna jam
mer, dat die arme Ella er niet meer was
cm te zeggen, wat hy doen moest, maar
ja, zy zou hem geen permissie gegeven
hebben. Behalve voor zyn zaak, had hy
zoo weinig initiatief; dat was zoo gron
dig in hem uitgeroeid, dat het eigenlyk
jammer was. Maar hoe dan ook. de
kwestie loste zichzelf op. Vrijdagochtend
schreef hy een briefje naar Lilian dat
hU de invitatie voor Zondagavond niet
kon aannemen, daar liy zich daartoe
niet in staat voelde. Door die daad ge
sterkt, hoorde hij zichzelf tot Eddie
Paine zeggen, dat hy thuis iets te doen
had en dat hy misschien een uurtje zou
wegblijven. D3arna zette hij zijn hoed
op en ging heen. Hij gevoelde een Innig
verlangen om dien glimlach weer ie
zien.
Janie Ten-ace had een schoone boeze
laar voorgedaan om zuster Greeley te
ontvangen en was gereed om van zoo'n
heerlijk bezoek te genieten, waarby zy
eens zou vertellen, wie haar meesteres
was geweest en wel aan iemand, die
haar niet gekend had. zy was dus on
aangenaam verrast, toen ha3~ mijnheer
verscheen. Maar ja. hy was er en zij
kon hem moeilyk weg sturen.
Miss Greeley verloor echter geen tyd.
Al was zy verwonderd over de aanwezig
heid ran mijnheer Mallet, zij toonde dit
niet, maar zy glimlachte hem ook niet
toe.... tenminste niet dadelyk. Maar toen
zij naar boven gingen en zy de sombere
slaapkamer, de styve, leelyke kleeren,
het dikke ondergoed, de schoenen me*,
platte, lage hakken en lompe neuzen en
de zwarte katoenen kousen zag. werd
zU heel vriendelijk jegens mUnheer Mal
let. Hoewél miss Greeley gekleed was in
het donkere, eenvoudige verpleegsters-
costuum, dat z:j moest dragen als zy
to dienst was, was dat heelemaal niet
haar smaak wat toilet betreft. De meu
belen en kleeren van die arme Ella vond
zij afschuwelijk.
Bovendien was de zuster heelemaal
niet van opinie, dat men aan de armen
alleen nuttige kleeren moest geven en
het er niet op aan kwam hoe zij eruit
zagen. Zij voelde dat. schoonheid en
sierlykheid soms even wenschelyk wa
ren als warmte en duurzaamheid. Had
zy het kunnen doen. dan zou zy een
voudig dien heelen rommel geweigerd
hebben.
„Het is genoeg", dacht zy. „om de her
stellenden weer te doen instorten, als
men hun zulke vreeselijke kleeren gaf".
Toen zU ce zwart-grijze huisjapon in
handen kreeg huiverde zy van afschuw,
maar onderdrukte dat gevoel.
„Dat is heerlijk warm", zei zy kortaf.
Dan bekeek zij de rest haastig, zender er
iets van te zeggen. Ten laatste zei zij:
„Ik ben hier met mUn kleine auto en
ik kan de kleeren meenemen, als u dat
goed vindt. U wilt dan een officieels
dankbetuiging van het bestuur ont
vangen, maar ik wensch u myn eigen
waardeertog ran uw goedheid uit te
drukken. Er zyn zoo weinig menschen
in onze stad. die beseffen wat de armen
te lUden hebben en hoe men ze te hulp
kan komen. Wy moeten soms als het
ware op onze knieën smeeken om de
jaariykschc contributie te krygen en
die is meestal onvoldoende. Ja. ik mag
u wel verklaren, dat zulk een gift als de
uwe ons veel vergoedt en dat wy
daardoor beseffen, dat er nog goede en
bezorgde menschen zyn. die aan ande
ren denken, zelfs op die oogen blikken,
waarop men zou verwachten, dat zy
enkel aan zich zelf zouden denken".
Zij legde het er een beetje dik op.
omdat zy zqo'n medelijden had me;
mynheer Mallet. Haar werk vereischte
zooveel menschenkennis; hy boezemde
haar belang in. Zy raadde de waarheid...
dat hij onderdrukt en beheerscht was
geworden door een vrouw, die niet het
minste idee of besef had van schoon
heid en bevalligheid, terwyi hUzelf die
zoozeer liefhad. Daardoor zei zU meer
dan zy bedoelde en ten laatste schonk
zij hem haar heerlijken glimlach.
klaar Herbert was niet op do hoogte
vsr» de wetenschap, hoe men de men
schen kan bestudeeren en hun verborgen
karakter raden. Ondanks dien stralen-
den glimlach was hy teleurgesteld. Die
eenvoudige hoed en óof-'-er costuum de
den haar ge'.Uken op hetgeen zü zou
geweest zijn als zU de kleeren. die hy
juist weggaf, had aangedaan en toen zy
zoo bly scheen met de gave, meende
hU, dat zy de leelykheid daan-an niet
inzag. Indien zy gezegd had: Mynheer
Mallet, ik zou geen vrouw, die zichzelf
respecteert, willen beleedigen door haar
te vragen zulke afschuweiyke dingen
aan te doen", zou hU tevreden en bly
zyn geweest.
Ieder woord van lof. dat miss Greeley
sprak en vooral haar waardeertog ran
de grUszwarte huisjapon maakte hem
afkeerig van haar. 't Is waar, haar ocgen
en stem waren er nog,... en dan die lief
tallige glimlach. Had zy hem niet toege
lachen, dan zou mUnheer Mallet nooit
meer aan haar gedacht hebben, behalve
een enkelen keer als aan een van die
liefelyke wezens, die een oogenblik het
leven veraangenamen en dan voorbij
gaan.
Maar die glimlach maakt, dat hU
meer zei. dat hy bedoelde. „Als u mij
wilt laten weten, wat ik voor u kan
doen in speciale gevallen, waar hulp
noodig is. zou ik biy zUn u van dienst
te zyn. Ofschoon tk bang ben. dat ik in
dat soort van liefdadigheid weinig be
dreven ben", voegde hij er tenslotte by,
om een excuus by de hand te houden.
(Wordt vervolgd.).