FILMS UIT HET OOSTEN
Haarlemmer Halletjes
H.D.VERTELLING
Sprookjes uit 1001-nacht verfilmd.
Javanen als regisseurs en opera
teurs. Samenwerking van Himansu
Rai en British Instructional Films Ltd.
Himansu Rai.
Laten wij vooraf even vaststellen, dat
Oostersche filnis ons het Oosten dus
alles tusschen Port-Sald, Australië en
Alaska niet doen zien zooals het is
De Baliër beitelt onmiskenbaar een Ford
en een Fokker in zijn tempelreliefs, bo
ven 't land van Aman Oelah kruisen
bommenwerpers, en het aantal biosco
pen dat In het bruine en gele werelddeel
oude films afdraait voor een immer
dankbaar publiek is niet te bepalen.
Maar wanneer de regisseur en de fa
brikant zeker willen syn van een zoet
winstje en voorloopig genoeg hebben van
vlieg-, brandweer-, oorlogs, en misdadl-
gersfilms, dan zoeken ze in de leeszaai
in de 1001-nacht-vertelsels een sprookje
op, doen uit de overige duizend ge
schiedenissen er nog wat franje bij en
draaien een prachtig scenario in elkaar
voor een Oostersche film die echtei
soms bitter weinig Oostersch heeft.
Paleizen en tempels kunnen van kar
ton en latjes natuur-getrouw nagemaakt
J>e architectuur leent rich goed voor
mooie opnemingen.
worden, de grimeurs verstrekken zooveel
bruine menschen als er figuranten noo-
dig zijn, de Rijn of een betonnen bak
met water kan dè" rol van de heilige
Ganges vervullen en de Jupiters zorgen
voor tropenzon. Zoo ontstaan wange
drochten voor een smakeloos publiek dat
uit het tippelen van een dozijn kamee-
len over een zandheuveltje op het witte
doek de echtheid van de film consta
teert. Zeker er zijn uitzonderingen: De
dief van Bagdad met Fairbanks was
meesteriyk, een Duitsche film van Dr
Wolkoff met Kolin en Dita Parlo moet
volgens de Berlijnsche filmpers even
sterk zijn in het verbeelden van een
Oostersch sprookje, doch daarmee zijn
de eenige ons bekende Westerse he
Oostersche films genoemd.
Anders wordt het, wanneer het Oosten
zélf gaat werken, wanneer een bruine
hand de camera richt. Dan ontstaan
merkwaardige rolprenten: Japansche,
waarin iets is van de fijnheid der fletse
aquarels uit het land der rijzende zon,
Chlneesche er is nota-bene een knap
pe Chineesche regisseuse Indische;
films die als kunstuiting misschien zon
der belang zijn, maar die wel als curio
siteit waard zijn bekeken te worden. In
ons Indië werd twee jaar geleden een
Javaansche legende verfilmd door in-
Jandsche regisseurs en operateurs en
spelers, een werk dat hier te lande wel
eens vertoond mocht worden. En Miss
Riboet, de ster van de „Opera Stam
boel". het interessante inlandsche
tooneelgezelschap dat Westersche stuk
ken zooals „Toewan Paust" en „Toskan
grobak Henschel" op merkwaardige en
vermakelijke wijze speelt en mishan-
UK ZATIBDAGAVONDPRAATJ*
„Hoe is het?" geef je haast?" zei Wou.
ters brommige stem en ik haastte me om
mijn plicht te doen, ieder tien kaarten
en niet zóó maar, twee, drie, vijf, of 2
maal 4 en dan 2 en ook niet 3 maal 3 en
dan nog een, en ook geen enkele andere
manier, maar tienmaal één kaart en niet
anders. Overtreding van dit gebod, een
maal door den uitvinder van whist vast
gesteld en uitgevaardigd zou geloof ik
den dood tengevolge gehad hebben of
een verkoudheid of een eksteroog weet
ik het! In ieder geval: het moest zoo!
Tien kaarten afzonderlijk en wannec:
je ze zooals Emma Hopma met een ele
gant gebaar over de tafel wist te
strooien, net alsof je zaaide, dan was dat
bewonderenswaardig en je had meteen
gelegenheid, je - keurig gemanicuurde
vingers te laten waardeeren en den
moo'en ring met de briljant, dien ze
verleden Jaar gekregen had toen Hopma
eens een besten slag geslagen had
wat dat voor een slag was. weet ik niet
en ook niet op wiens hoofd hij was neer
gekomen. In elk geval niet op dat van
Hopma. Die had blijkbaar, laten we
maar zeggen, iets te duur verkocht aan
of te goedkoop ingekocht van zijn me-
demenschen en om dat heugelijke feit
te herdenken zijn vrouw een duren ring
vereerd. Dat is nu eenmaal handel, zeg
gen ze. Goed, laat het zoo wezen, ik weet
daar zoo niet van af en beoordeel het
dus verder niet. Evenmin zou ik u kun-
nefo vertellen wat de ring gekost heeft.
Mevrouw Hopma zinspeelde bij gelegen
heid op zoo iets als om en bij duizend
gulden, de vriendinnen dachten dus van
zoowat vijfhonderd, Hopma en de leve
rancier die het 't beste weten kenden,
lieten zich er niet over uit laat ons
dus aannemen tweehonderd vijftig en
den was het nog een heel mooi cadeau.
Vcoral omdat Emma, als haar man eens
een slechten slag geslagen had (wat ook
wel voo-gekomen zal zijn) er geen
oogenblik over dacht, hem eens een
attentie te bewijzen bij wijze top. troost.
Hoe dat ook zij, toen ik eenmaal op
Wouters grimmige manier tot ce orde
geroepen was, haastte ik mij de kaarten
rond te deelen, natuurlijk naar het klss-
delt, die Miss Riboet dan, vond dat zc
toch ook film-actrice moest worden,
zoodat ze zelf een filmmaatschappij op
richtte.
In Britsch-Indië is het geval door
Europeanen aangepakt, en ontstonden
de Himansu Rai-films van het te Cal
cutta gevestigde filiaal der British In
structional Films Ltd.. zooals „Boeddha"
en ,De slavin van Bagdad". Himansu
Ra':, een telg uit een vorstelijk geslacht
heeft er den stoot toe gegeven, hij ver
vulde de hoofdrollen, hij wist door zijn
persoonlijken invloed dingen gedaan te
krijgen, waartoe Europeanen voorals
nog nimmer in staat zouden zijn. En de
samenwerking tusschen de Oostersche
kunstenaars en de Westersche vaklui
zooals Franz Oosten en Victor Pears als
regisseurs en Emil Schlinemann en II.
Harris als operateurs leidde in laatstge
noemde film tot een gelukkig resultaat
Het is geen eerste vereischte voor een
film, dat men er de realiteit in tracht
te benaderen, aan den anderen kant zou
het echter dwaas zijn, waar het mogelijk
is een Oostersche film ter plaatse en
met Oosterlingen als spelers te maken,
d-t niet te doen. Technische vaardigheid,
en „filmische" kijk krijgt men pas door
ervaring en deze mogen wij bij de
Britsch-Indiërs nog niet verwachten.
Samenwerking op ruime basis is dus
goed en dit blijkt wel uit „De slavin van
Bagdad", waarin Schünemann tafereel
tjes heeft gewerkt, die heel mooi zijn
Zoo zijn er foto's van een weg door een
klapperbosch, waarin het gezeefde zon
licht tusschen de ranke stammen sche
mert, zoo zijn er de tuinen, het palels.
gefilmd op een wijze die lof verdient. En
dit, dus dat wat sfeer schept, hadden
waarschijnlijk onbedreven inlanders niet
kunnen maken, hoewel deze bruine hee-
ren wat artistieke opvatting van hun
werk betreft, je soms wonderlijke ver
rassingen kunnen bereiden.
Vooral valt in deze film de massale
opzet te bewonderen. Wij hebben dat
vaker gezien, bij een Oostersche film be
hoort iets groots, iets machtigs. Mis
schien herinnert men zich nog „De
Koningin der Aarde", een zeven-week-
sche serie-film met Mia May in de
hoofdrol, een dier geweldige producten
van jaren geleden, een film té breed uit
gesponnen, maar bij gedeelten zoo sterk
als later nog maar zelden in een derge
lijk werk te genieten viel. De techniek
was wat bekrompen, er mankeerde aanv
opname en beeldverdeeling nog heel'
wat, maar toch schiep Joe May schitte
rende gedeelten, zooais hij ook deed in
„De Indische graftempel". En de massa
regie bereikte in de Koningin der Aarde
een ongekende hoogte.
sieke voorschrift en de wet van Perzen
en Meden, tienmaal één en elk afzon
derlijk. Daar gingen ze dan weer voor
niks, de vier azen, de vier heer en, ce
vier vrouwen en de vier boeren, telkens
weer in een andere groepeering en dan
begon je maar weer met die prentjes te
ruilen en ze Op hoopjes te gooien; daar
na zei er iemand: „ae manche is uit' of
„de robber is uit". Dat was de man die
de lei hield, ik bedoel de punten aan-
teekende, want dat was altijd een man,
nooit een vrouw omdat we bij stilzwij
gende afspraak uitgemaakt hadden dat
die, als behoorende tot het zwakke ge
slacht, daar veel te zwak voor was.
Daarna telde deze man de punten op,
een werk waar blijkbaar heelwat spier
kracht voor noodig was en dan sprak
hij eindelijk het vonnis: „jij wint zooveel
en jij verliest zooveel". Die wonnen ke
ken dan rond met een gezicht van „hoe
vin je me wel!" en die verloren trokken
hun portemonnaie of diepten uit hun
vestzak een kwartje, een dubbeltje of
een paar centen op, want natuurlijk be
taalden de vrouwen nooit, dat lieten ze
aan de mannen over, daar waren zij ook
te zwak voor en de mannen net sterk
genoeg, Ik heb dat altijd mal gevonden.
Waarom zouden de huisvrouwen, die den
bakker, den slager, den melkboer en zoo
veel betalen, ook niet opdraaien voor
haar eigen speelschulden? Een zwager
van Hupstra, die op een avond met zijn
vrouw in de krans te gast was, heeft ons
verteld dat dit een overblijfsel was uit
den oertijd, toen de man met een stee-
nen bijl en achter een schild, de vrouw
beschermde tegen de aanvallen van
leeuwen, beren en tijgers. .Precies zoo-,
als hy nu voor haar betaalt in de
tram", zei de zwager er bij en Ik was
blij. dat er geen conducteur van de tram
in de buurt was. Hij zou de vergelijking
niet aardig hebben gevonden.
„Wat zit je vanavond te soezen", zei
de vriendelijke Wouter. Daar antwoord
je maar niet op. Kon ik in gezelschap
ronduit zeggen, dat het kaartspel me
schrikkelijk begon te vervelen? Nu
Jantje de hartenaas en Pietje de kla
vervrouw en dan weer precies anders
om: Jantje de klavervrouw en Pietje
de hartenaas, maar je kon ze nooit ont
gaan: "nartenaas en klavervrouw waren
er altijd in en wanneer ze ontbroken
hadden was het ook weer niet goed; dan,
NOG EEN REKEN-
KUNSTJE.
Een belangstellend abonné schrijft
ons.
Naar aanleiding van uw rekenkunst je
voorkomende in het Zaterdagavondnum.
nier van uw veel gelezen blad van
22 December, betreffende het ra
den, wanneer iemand geboren is, kan Ik
u een ander middel aan de hand doen.
dat eenvoudiger is en minder aanleiding
geeft tot het maken van fouten.
Men vraagt Iemand om den datum
van zijn geboortedag met 10 te verme
nigvuldigen en daarbij op te tellen het
getal der maand waarin hij geboren is,
dan is van de uitkomst die men ver
krijgt, het laatste cijfer de maand en
het voorste cijfer (of cijfers) de dag der
geboorte.
Bijvoorbeeld:
Iemand is geboren op 25 Juni.
25 x 10 250, hierbij opgeteld het ge
tal der maand 250-f 6 256. Het laat
ste getal 6 is het cijfer der maand, de
voorste cijfers de dag der geboorte. Dit
geldt voor de eerste negen maanden van
het jaar. Voor de laatste 3 maanden
moet men er ook 9 aftrekken.
Bijvoorbeeld: Iemand is geboren op 28
December 28 x 10 280. 280-}-12 292;
hiervan af 9 283. 3 is de maand 28 de
geboortedag.
Terwijl in een voorstad van Londen
^en jury van mannen In een schoon-
heidswedstrijd voor vrouwen him beoor
deeling maakten, kozen de deelneem
sters tegelijkertijd het lid der jury met
het. naar hun oordeel, knapste uiterlijk.
De man die het best een uitdrukking
van diepe bewondering wist te handha
ven, won met glans.
In een Duiischen dierentuin is een
man gearresteerd, die met kiezelsteenen
naar de ooievaar gooide.
Volgens de geruchten is hij de geluk
kige vader van drie tweelingen.
Dit nu vindt men in ,De slavin van
Bagdad", die Op een zelfde motief a's
„De Indische Graftempel" is geïnspi
reerd, terug, volgens de reclame werkten
er 70.000 menschen aan mee en al heeft
de reclame-chef een nulletje te veel ge
schreven, dan nog is het een respectabel
aantal.
Het zal belangwekkend zijn. volgende
films, ontstaan uit de samenwerking van
British Instructional Films Ltd. en Hi-'
mansu Rai, te zien. Want als See Da
Devi, Charu Roy en Enakshi Rama—Ran
meer ingespeeld raken, meer vaardig
heid krijgen, kunnen belangrijke rolpren
ten uit het Oosten tot ons ofcmen, eens
iets andes tconen dan de geijkte ge
schiedenissen, ons in de ver-beelde sagen
en sprookjes nader brengen tot de won
dere oriëntale schoonheid.
C. G. B.
zou al gauw Iemand geroepen hebben:
„mal donné" en zijn kaarten op tafel
open gegooid hebben, vooral wanneer hij
geen matadors gekregen had. terwij:
toch mevrouw Hupstra, die onder om-
gezegd en gebleven met kaartspelen al
tijd zoowat zit te klungelen, de klaver
vrouw alleen maar had laten vallen, die
dan ook gewoon bij de poot van het
speeltafeltje teruggevonden werd. Maar
ja, zoodra iemand zijn spel opengelegd
en mal donné geroepen had, moest er
wel overgegeven worden, al klaagde dan
ook een ander: „ik had net zoo'n mooien
sans atout.".
Latenwij mekaar goed begrijpen. Ik
ben niet te groot om een spelletje kaart
te spelen en lieelemaal niet te knap en
ook niet, hoop ik te dom. Maar af en
toe krijg Je er wel eens genoeg van, als
mevrouw Hupstra voor den tienden keer
vraagt „wie moet geven?" of „wie zit
er voor?" of voor de verandering „wat
is ook weer troef?" Als je kaartspelen
wilt. goed, maar doe cr dan je best ook
voor. „Mijn zoon", zei indertijd de De-
roemde veldheer Julius Caesar al tot zijn
pleegzoon Brutus, „als Je moeder je
heeft opgedragen om talhouten te hak
ken, voor - de centrale verwarming, doe
het dan ook zoo goed mogelijk," want de
jongen stond er letterlijk bij te slapen.
HU wist natuurlijk nog niet, dat in la
tere eeuwen beroemde mannen zooals
de Iersche staatsman Gladstone en.
andere mannen zooals keizer Wilhelm
het in de kunst van talhout splijt m
zoover brengen zouden. En om tot het
kaartspel terug te keeren, ik ben zoo
vrij er niets van te gelooven, dat de
cene mensch het zooveel fijner speelt
dan de andere, 't Is maar wie de kaarten
krijgt. Als je op een oogenblik de schop
pen aas noodig hebt om te winnen cn
Je hebt die niet in je hand, wat doe je
dan? Laat van Stuiteren, die zich op
zijn kaartspelkunst nogal wat laat voor
staan. die vraag eens eerlijk beant-
woo-den. Ik zeg: „dan verliest hij het
spel". Zooveel verschilt de knapheid
van den een niet by het talent van den
ander. Als Je de kaarten niet krUgt. dan
doe je niets! Maar mevrouw Hupstra
zonder ik uit. Die weet het mooiste spel
van de wereld nog met succes te ver
liezen. Daarom speelt iedereen in de
krans graag tegen haar. maar wil nie
mand haar maat wezen. We loten daar-
De Misdaad zonder
fouten.
Oorspronkeiyke novelle
door
HANS DE LA RIVE BOX.
Het was eigenaardig, dat John Per
•ins, misschien niet dé beste, dan in
rder geval de jongste speurder van
Scotland Yard, het vermaarde Landen-
che hoofdbureau van de Centrale re
cherche, tot drie maal toe juist vco:
bet begin van zijn korte zoroervacantie
Jij zijn superieuren was geroepen voor
een ernstig politiegeval. In den zome:
"an '25 moest hy. den avond voor zyn
••ertrek naar de badplaats .waar hij twee
weken wenschte uit te rusten, voor eer.
:mokkelaffaire naar Liverpool; in *2o
noest hy naar Calais, waar een hoog
geplaatst Engelsch officier vermoord
vas gevonden en in Augustus '27 werd
iy. toen hy juist in den trein naar
Ddinburg stapte, waar hU een week bij
zyn ouders zou gaan doorbrengen, door
een collega op aen schouder geklopt en
noest hij onmiddellyk terug voor een
dien avond gepleegden err.st.lgen bank.
roof
Toen hy dan ook 23 Juli 1928 na een
vermoei end en dag naar zyn kosthuis
eed met het vooruitzicht den volgenden
lag vacantie te hebben, was hij niet
erg optimistisch gestemd Het was alscf
en voorgevoel hem vertelde, dat ook
ditmaal zyn vacantie verschoven zou
moeten worden. Het zou hem geweldig
ipijten omdat hy sedert een maand
verloofd was met het liefste meisje da!
-r volgens hem in Londen woonde en
aampjes zouden zU tien daagjes gaan
genieten op een stil plaatsje aan
iuidkust.
Het telefoontje dat hem dien nacht
:m half twee uit zyn bod trommelde
leed hem dan ook angstig rimpels in
rijn voorhoofd trekken. Hij stapte in
-Ün sloffen, wandelde in zyn rose pya-
na naar de andere kamer en luisterde
aan het toestel.
„Het spyt me voor je vacantie. Per.
"rins!" klonk de stem van een der col
lega's van het hoofdbureau, „maar je
moet dadelijk komen. In Cromwell-
"reet is een tandarts vermoord gevon-
5en en het* is juist jouw wijk!"
„Stuur den wagen even!" antwoord,
de de jonge man glimlachend. „Mijn
meisje zal Je wel uitfoeteren, amice!"
„Misschien is het zaakje morgen al
Jpgelost!" klonk het luchtig. Enfin, ik
tal je dadelük laten halen!"
Natuuriyk was het een van de meest
:eheimzinnige gevallen. Toen John
anderhalf uur later met de situatie op
de hoogte was en met styve knieën
naast het ïyk van den vermoorde op
rees, wist hij heel zeker, dat hy de
eerste week niet vry zou zyn. Iiy drong
zjjn wrevel we®, toen hy naar de ern
stige gezichten van den politiedokter
en de drie agenten keek.
Om elf uur dien avond had liet
dienstmeisje van den tandarts een agent
in de Cromweilstreet gewaarschuwd, dat
er iets niet in orde was in het huis waar
zy diende, zy was met haar verloofde
naar een bioscoop geweest en daar er
maar één huissleutel was, zou de tand
arts haar zelf binnenlaten zy had ech
ter vergeefs gebeld. In het huis bleef
'net stil.
De agent had hulp gehaald en toen
men de deur geforceerd had, vond men
het lijk van den bewoner uitgestrekt op
den rug in de spreekkamer liggen. E;
brandde licht en niets wees op een
worsteling of zoo. De tandarts was on.
getrouwd en leefde alleen in het oude
huis. Hy scheen een bemind mensch te
zyn geweest met vele vrienden. HfJ was
juist dertig jaar oud.
De dokter had spoedig geconstateerd,
dat hier zelfmoord gepleegd was. He
chaam vertoonde geen wonden, doch
op de witte lippen waren sporen vau
veronal. Door omstandigheden moest de
jonge man zich vergiftigd hebben.
Doch Jchn Perkins verwierp de zelf
moordhypothese onvoorwaardelijk en
snuffelde een half uur lang dcor het
heele huis Vooral de operatieimmer. die
'ac de spreekkamer grensde, kreet; zr-
om. hoe de part yen zullen zijn samen
gesteld.
„Slaap je, Fidelio?" vroeg Wouter,
toen ik niet gauw genoeg naai- zyn zin
uitkwam. Natuuriyk was die aantygir.g
ongepast. Ik sliep heelemaal niet, ïnear
zat met verwondering te staren naar
ruitenvrouw, waarmee ik hoopte ae te-
genparty in 't nauw te dryven, want het
was de hoogste ruiten en de vijanden
hadden nog maar één troef. Als ze die
gebruikten om myn ruitenvrouw te ver
slaan, dan moesten ze wel uitkomen in
harten of schoppen en daarvan had ik de
hoogsten in de hand. Was dat niet lis
tig verzonnen? Maar daarom keek ik
ruitenvrouw niet verwonderd aan. Dat
deed ik omdat die dame zoo heelemaal
ten achter is bij de mode. Niet zoozeer
omdat ze een beetje wezenloos zit te ky-
ken naar een ruit en naar de letter
D die DAME beteekent, maar omdat
haar toilet totaal te kort schiet by de
moderne begrippen. Een ouderwelsche
coiffure (misschien houdt anders het
kroontje op haar achterhoofd niet?) en
een i*ose lint om het achterhaar, dat. in
krullen in haar hals valt. De dracht van
onze grootmoeders. Waarom hobben de
speelkaartenfabrikanten, die toch ma
ken kunnen wat ze willen, heur haren
niet geshingeld of gebobd? Men moet
toch met zyn (ot haar) tyd meegaan.
En van de slanke iyn is geen sprake.
Ruitenvrouw in het kaartspel is een
weelderige schoone met een neus, die
recht uit haar voorhoofd komt neerda
len, met een dikken linkerarm, (den
rechter zie je niet) en een ik moet zeggen
sierlyk gebogen rechterhandje, met een
bloem er in. Wie draagt er nu nog een
bloem in haar hand! Die draag je op je
schouder, een nagemaakte natuuriyk,
vooral geen echte. Maar in je hand!
Die heeft de Natuur de vrouw toch ge
geven voor haar taschje!
Van.de Japon van Ruitenvrouw zal ik
maar niet eens spreken. Die is zeker
tien modes ten achter of, in jaren uit
gerekend. vyf Jaar of, daar omtrent.
Zoo Is de bovenhelft van de kaart, de
andere helft is precies zoo. Ik kan maar
niet begrijpen, dat de speelkaarten
industrie op haar jaariyirscli congres
niet besluit de figuren eens wat te rr.o-
demiseoren. In de eerste plaats vind ik
het mal, dat er op één kaart tweemaal
volle aandacht Tot z'Jn spijt vond hij
echter niet die gegevens ö'-c hy dcor eer.
.nsïinct inderdaad aanwezig achtte
Tenslotte moest hy zich by den zcll-
noord neerleggen
Het geval verwekte nogal opzien, doel:
veel verder kwam men de volgende da
gen niet. John Perkins ontdekte den
,-iercen dag echter, dat een belangrijk
bedrag aan geld. dat verborgen was ge
weest in een stalen kistje, vc. dweneti
was. De broer van het slachtoffer wis:
positief, dat een bedrag ran zeven
honderd- pond op den moordavend in
het bezit van het slachtoffer was ge
weest. Het feit, dat de tandarts abso
luut geen berichtje of iets dergelijks
had achtergelaten, staafde John's mee
ning, dat hier wel degelijk van moord
sprake was geweest.
Hii spande al zUn krachten ln en
snuffelde verder in de vreemdste hoe
ken. Twee dagen na de teraardsbestel.
iing van het stoffeiyk overschot begreep
hU. dat de dader een goede bekende in
bet huis moest zyn. Het gestolen kistje
had nameiyk in een kastje in de huis
kamer op de eerste verdieping gestaan
Toen dit vertrek en het bewuste kastje
ook niets aan sporen of bewijsmateriaal
opleverde kreeg hU plotseling een tip"
en hy had een lang onderhoud met de
buren, cie aan den linkerkant van hel
huis woonden. Ook dit bezoek had geen
resultaat, doch by de buren aan de an-
dere zyde voelde hy langzamerhand, da;
hy op het goede spoor was Wanneer
hy slechts kon bewijzen, dat hier van
moord sprake was, zou de rest wel in
orde komen.
Deze buren waren een vader, een
moeder en drie Jongens. Gefortuneerde,
kalme menschen met twee auto's cn eer.
massa personeel. De vader was een ten
ger mannetje, die naast ziin kolossale
jchtgenoote het pantofïetheldfiguuv
sloeg, doch hy verschafte Perkins, zon
der het zelf te weten, een massa be,
■.'.ijsmateriaal. Zeker, hU kende den
vermoorde heel gced en een enkelen
keer kwamen zy wel eens by elkaar. Dc
tandarts was een zeer beschaafd en
vriendelijk mensch geweest, mat een
goede praktijk, een prettig humeur en
oen zwak voor een spelletje schaak. Dat
hadden zy beiden dan ook wel eens
.oms by den een, dan weer bU den an
der thuis gespeeld. Oh, Ja, hy speelde
heel goed.
Het gesprek kwam op andere liefheb-
bery'en van het slachtoffgf. Hy speelde
-•eed viool en hield veel van muziek. Hy
had een grondigen afkeer van radio en
had nimmer by zyn buurman naar
diens prachtige toestel willen komen
luisteren. Een scort van idéé fixe, zco
hebben er meer!
Perkins ging op dit thema door, speu
rend als een hond die geon enkel plekj:
overslaat Had mynheer Crawford den
bewusten, avond zyn radio laten wer
ken? Het" antwoord was de eerste scha.,
kei van de keten, die Perkins daarna
aaneenklonk.
„Neen!" zei zyn gastheer. „We had
den dikwijls last van de boormachine,
die ontzaggelijk veel storing veroor
zaakte. Ongeveer acht uur had hU Da-
ventry „ingeschakeld", doch het geraas
had zyn vrouw doen opmerken: ..Het is
weer mis. vader, laten we een half uur
tje wachten. Hy is weer met late pa*
ilënten bezig!" Die „hy" was de
tandarts. „Om half negen werkte de
boormachine nog en toon heb ik het
opgegeven!" vertelde mynheer Craw
ford vorder; „wc gingen vroeg naar bed
en het zal even over half elf zyn ge
weest toen ik ontdekte dat de storing
nog steeds aanhield. Natuuriyk werkt
die boor niet aanhoudend doch de tus-
sclienpoozen zyn maar kort cn hy had
dikwijls 's avonds veel patiënten",
.Dus om half elf werd er nog ge
boord?" vroeg Perkins natdrukkclijk.
„Ja, dat weet ik zeker, om half eli
-noest er nog iemand „onder handen"
;yn!"
De verdenking viel op een vroegeren
huisknecht vau den vermoorde. De
'onge detective arresteerde hem op het
hiverpoolstaUon, toen hy juist in den
■rein naar het Noorden wilde stappen
Je man was zco ontdaan, dat hü bijno
dadelijk dcor de mand viel. Hy had
chulden gemaakt en reeds voor oneer,
ykheld door den tandarts- vroeger om
lagen, besloot hij een slag te slaan
Dm kwart over tien had hy zjjn vroege-
;u heer letterlijk gesmeekt om no?
hetzelfde beeld moet staan, net als op
leesvoorbeelden voor kleine kindei en:
als die het eene letterbeeld niet in 't oog
krijgen, dan allicht het. ?- 'ere. Maar
wy volwassenen hoeven toch niet twee
maar op één prentje te zien wat ruiten
vrouw is. Dat is zelfs voor mevrouw
Hupstra niet noodig.
Ofschoon zy was dezen avond bui
tengewoon, laat ik maar zeggen onfor-
tu'fniyk. Wouter had alweer een Xaart
te weinig. Mal donné. Wie heeft er elf?
Niemand had er meer dan tien. Waar
was de ontbrekende? Nergens te vinder..
Niet op tafel, niet onder tafel. Er plakte
er niet een. Je kunt dat anders by room-
gebakjes wel eens hebben. Toen moc.it
gezocht worden, welke kaart ontbrak.
Harten negen. Geen belangrijke kaart,
maar in het spel onmisbaar. Toen begon
een algemeene jacht op harten negen.
Niet te vinden. Eindclyk en ten laatste
werd ze opgespoord by den schoorsteen
mantel. Mevrouw Hupstra moet in haar
onschuld by het geven aan harten ne
gen een zeilende beweging hebben gege
ven, zooals de kinderen doen als ze met
kaarten spelen. En dat nog wel zonder
het te merken. Neen, op mijn woord, zij
leert het nooit!
Intusschen had ik van de opschud
ding gebruik gemaakt om de andere
poppen in het kaartspel ook eens cri-
tlsch aan te kyken: klavervrouw met
een waaiertje in haar hand, een snoer
paarlen en een kanten kraagje van het
jaar nul om haar hals. Schoppenvrouw,
de gevaarlijke. die volgens alle waarzeg
sters „uw pad komt kruisen, „met een
roos achter haar oor, een schat van
bijouterieën om en een tulp in
haar hand. Een tulp!" En harter.-
vrouw met een weemoedige uitdruk
king op het gezicht, waarschijnlijk van
wege de harteiykheid en een blauwe
sjerp over haar schouder. Van de japon
nen'spreek ik maar weer niet. Geen da
me uit de krans zou zoo gekleed ovt..*
straat durven gaan.
De heeren zijn er niet veel beter afge
komen. Dat zij met den letter K van
KONING worden aangeduid in onzen
aan koningen armen tyd laat ik daar
zooals het feit dat, zij voorzien zijn van
den Rijksstaf en den Rijksappel, maar
waarom was het noodig, hen nu nog uit
te dossen met volle grijze krullende
wen geholpen te worden, dr.ar hy ver-
-;ng van de kiespijn De arts had me-
i.iykeu getoond en zijn moordenaar
jinr.cn la:tn komen. Toen hy zich even
ud omgedraaid overviel de ander hem
on door een dosis veronal had hij zijn
'achtoffer gedood Of beter gtzrgd. hU
jad hem als een beest geworgd, ronder
sporen achter te laten en daarna ra*
cnal op dc- lippen gesprenkeld, zoodat
aen aan zelfmoord zou gelooven. Daar
iy bekend was in het huis. had hy zoa-
f*r moeite mei een van de s'-outels het
castje open gemaakt en or het kistje uit
gestolen.... Het lyk had hij in de
preekkamer gesleept cn daar het licht
aten branden. Vervolgens was hij, na de
leur achter zich gesloten te hebben, do
Jtad Ingegaan. Het lijk werd opgegra
ven en nu pas rand men flauwe teeke
nen ln den hals. die op worging wezen.
?erkir.s kreeg een complimentje cn kon
not een week „vertraging" van zijn va
kantie gaan genieten.
DE GALJOENEN VAN
KEIZER CALIGULA.
SCHATGRAVING IN HET
NEMI MEER.
Tweeduizend jaar geleden, toen keizer
Caligula over het Romelnsche RUk re
geerde, was het Neml-meer, 25 K.M.
van Rome gelegen, het geliefkoosde ont
spanningsoord van de hooggeplaatste ea
ryke Romeinen. Een llefiyk klein meer
tje. in een uitgedoofden krater, hoog ln
de bergen. Keizer Caligula liet voor zijn
porsooniyk amusement een paar prach
tige slerschepen bouwen, die bü fees'e-
lUke gelegenheden ln vollen praal op
het meer dreven met de gasten des kei
zers aan boord.
Toen met Caligula de praal van zyn
bewind verdwenen was, moesten de
schepen wel in het meer blijven tot zU
zonken. En tot den huldigen dag hebben
zy op den bodem van het meer gelegen,
schatten uit een oud tijdperk vol schit
tering.
In den loop der eeuwen zijn hcrhaal-
delUk pogingen aangewend om deze
schepen geheel of gedeeltelijk aan de
oppervlakte te brengen, maar de moei
lijkheden waren groot cn het succes
bleef daardoor zeer gering. Aan de re
geering van Mussolini komt de eer toe,
het eenige afdoende middel ie hebben
aangepakt om deze kostbaarheden weer
op het droge te brengen. Men heeft na
meiyk het vorig Jaar kort en goed be
sloten om het Nemi-meer eenvoudig ge
heel droog te leggen. Nu Is het welis
waar een klein meer. maar het bevat
toch altyd nog duizend mlllloen ku
bieke voot water en aangezien het zoo
laag gelegen is. dat men het slechts
door pompen kan droogmaken, is er
alle reden om te spreken van een zeer
omvangrijk werk. Reeds sinds geruimen
tyd zijn dag en nacht vier enorme
pomp'nstallaties in bedrUf, dio net
niveau van het meer per dag 5 c.M.
lager brengen. Er is becijferd dat men op
deze wilze tot half Maart onafgebroken
zal moeten pompen voor de voorsteven
van het eerste schip droog ligt. Reeds nu
echter kunnen scherpe oogen de flauwe
omtrekken der beide schepen by helder
weer vaag onde-schelden en dezer da
gen is bericht dat men ook de over-
biyselen van steen en muren cn een'go
marmeren zuilen heeft meenen te zien.
Wie weet, welke histo-ische merkwaar
digheden er na beëindiging van dit in
teressante werk nog aan het Lcht zullen
komen.
Men heeft by deze moderne schatgxa-
ving althans het enorme voordeel, dat
men weet, dat de schatten nog boven op
den harden rotsachticen bodem moeten
liggen en niet in zand kunnen zijn weg
gezogen zooals zoo d'kwerf met kostbavo
ladingen van scheepswrakken het ge
val te.
Een dokter heeft beweerd dat de
menschen tegenwoordig minder vol
hardend zyn dan vroeger.
Hy heelt zeker nog nooit bezoek ge
had van iemand die een demonstratie
met een stofzuiger wilde geven.
baarden en op hun kraag vallende lok
kenpracht. terwijl er byna geen be
haarde bovenlippen meer bestaan en kalo
hoofden om een hier zeer passende uit
drukking te gebruiken, voor mannen van
toch minstens boven de 50 jaar, troef
zyn.
Maar het ergste is het met dc boer»n
gesteld. Op mUn speelkaarten staat B
BOER, Probeert u eens, als u een boer
tegenkomt om tegen hem te zeggen:
„dag beer!" hy slaat u van dc sokken
of dient minstens een klacht wegens be-
leediging tegen u ln. Je kunt enn boer
zyn. Je wilt het daarom nog niet heeten.
Een boer is in onze dagen ook een beer
en daar twee soorten van heeren ln het
kaartspel maar verwarring zouden ver
oorzaken (echte heeren en boerenhee-
en) had de fabrikant den B BOER beter
L LANDMAN kunnen noemen.
En dan hun costuum! De Schoppen
boer draagt een vollen baard, 'een lig
gend jongensboord en een soort van
slagzwaard, dat hü met de linkerhand
omvat-, hartenboer een soort van Schil
lerkraag en een dolk, waar mee hy een
gat Jn de lucht prikt, en evenals ruiten-
boer een sieriyken knevel met oen kin
baardje, vroeger Imperiale geheetcn. Rui-
tenboer is daarby gewapend met een
kanten kraag en een soort van speer.
Klaverboer heeft uit coquetterle aan
zün snor twee punten gedraald. die een
vreemd contrast maken met een ruche
om zyn hals, zooals dames vroeger
droegen en houdt in de hand een spiets.
Het heele viertal heeft als hoofddek
sel een soort van studentenbaret.
„Zullen wij een volgenden kcc. eens
niet kaartspelen?" vroeg lk by dc af
rekening.
Maar daar was Wouter natuurlijk
weer. die insinueerde: „je verliest zeker."
Dat was waar. Dr.e centen. Want onze
krans speelt niet grof.
,.En dan geen revanche geven?" vroeg
hy hatelUk.
Dezen keer ging myn vlieger dus n'ct
op. Als lk den volgenden keer twe en
een halven cent aan Wouter verlies. Is er
kans. Want de innige bUval van me
vrouw Hupstra: ;,och ja, niet meer kaart
spolen", hielp natuuriyk niemendal. Eij-
val van dien kant is eerder schadelijk.
FIDELIO,