De Men met den Horrelveet H. D. VERTELLINGEN FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD Er was eens een ei, dat steeds in zijn nest heen en weer rolde. De kloek moest het tel kens en telkens weer terug duwen naar de plaats waar het hoorde,. Dat zal me een las tig potentaatje worden, daar binnenin, dacht ze. En zoodra het kleine kuiken zijn intree tn de wereld had gedaan en de kleine stukjes eierschaal uit haar oogen had gewreven, rekte ze zich eens flink uit, pruttelde een beetje en informeerde wat dit alles beteekende. De kloek klapte met haar vleugels, veront waardigd over zoo'n eigenwijze vraag, en keek het kleine ding nog eens goed aan om er zich van te overtuigen, dat het geen jong haantje was,. Maar ze hield een wakend oogje op het bijdehande kuiken dat kon ze niet laten en verwaarloosde er de rest van haar kinde ren voor,. Het kleine ding stapte parmantig overal rond, bleef zoo nu en dan eens even stilstaan, en trok een gezicht alsof het wilde zeggen: „Wel, heb ik ooit!" En als de kloek tegen zonsondergang de kuikens bij elkaar riep, mopperde het en bleef achter. Als dan de kloek terugholde en haar voor straf een paar flinke pikken gaf, begon het heftig pro- testeerend te piepen. Ze zag niet in, waarom ze altijd 's avonds naar bed moest. Waarom niet overdag? Zelfs al voordat ze behoorlijk had leeren kakelen, keek ze verontwaardigd en beleedigd naar de meid, die hen riep „kiep-kiep- kiep!" terwijl ze graankorrels en erwten strooide,. Alsof de kuikens allemaal op haar commando moesten komen aanhollen! En ze begreep ook heelemaal niet piep, piep, piep, waarom zij Jongeren moesten rond- loopen in geel dons, terwijl de anderen zwarte en bruine en zelfs gespikkelde veeren droegen,. En toen ze ouder werd, werd haar stem met den dag luider en helderder,. Waarvoor dien de het piep, piep, piep dat zij bijna blootshoofds moesten rondloopen, terwijl de haan met een roode kam mocht pronken en het hardste kraaide van het heele erf? En die kukelu opgeblazen jonge hanen, die zoo verwaand rondliepen, dat je bijna bang was dat ze barsten zouden, en die al begon nen te kraaien voordat ze ook nog maar iets hadden, dat op een kam leek je zou bijna beginnen te denken, dat zij het waren, die de eieren legden! We zullen eens net doen of we ze niet zien, kakelde ze strijdlustig tegen haar zusters. Elke kip, die een beetje zelfrespect had, moest het niet meer dan een staaltje van haar plicht vinden om demonstratief weg te loopen, zoo dra ze maar het topje van een hanekam zag,. Maar langzamerhand, toen haar zusters begonnen te merken dat hun negeeren van de heeren der schepping alleen leidde tot kna gende hartepijn en diepe liefdessmart, kwam er bij haar een gevoel van haat en wrok je gens het eigenwijze kuiken op,. Als ze haar snavel maar open deed om iets te zeggen, vlo gen ze op haar af en bepikten haar zoo, dat ze op het laatst bijna niet meer presentabel was en zich niet meer durfde vertooneh. Toen ging ze in een hoekje zitten mokken. En terwijl ze peinsde, ontdekte ze hier din gen, die niet in orde waren, en daar toe standen, die anders behoorden te wezen, en ze vroeg zich af, hoe toch eigenlijk die kringloop van eieren en kuikens en kippen in elkaar zat, Hoeveel eieren er ook gelegd werden en hoeveel kuikens er ook uitge broed werden, nooit kwamen er meer kui kens op het erf. Maar iederen morgen kwam de vrouw, en verzamelde eieren In haar 6chort en nam ze mee.. En dan liepen de arme beroofde kippen wanhopig in het rond, zoekend en zoekend en treurend. Maar zoodra ze de haan hoor den kraaien, vergaten ze alles weer. En als het morgen werd, zaten ze weer even hoop vol en gelukkig op haar nieuwe eieren. Het zou warempel geen kwaad kunnen om dat zaakje eens nader te onderzoeken en te zien wat toch eigenlijk de oplossing van dit alles was. Want het eenige wat de kippen tegen haar zeiden, was dat alles ging zooals de Natuur het geregeld had. Ze stapte voorzichtig naar de schutting en gluurde door de reten. Daar was een ge weldige berg van eierschalen, leege, gebro ken eierschalen! Het was een deprimeerend gezicht, en ze treurde er dagen en nachten lang over. Dus het resultaat van al dat ijve rige broeden en leggen en leggen en broeden was niets. Die leege schalen verbleekte skeletten dat was hun eenlg levensdoel. Al hun wenschen en verlangens, al haar teedere blikken en zacht-koerend gekakel, al die moedervreugde en moedertrots het leidde alleen maar tot een hoop leege schalen! Ze staarde en staarde naar de gebroken doppen, die op haar den Indruk maakten van even zooveel grafsteenen op een kerk hof. tot ze bijna versuft was. En ze verhief EEN GESCHIEDESTS VAN DEN GEHEIMEN DIENST. Uit het Engelsch van DOUGLAS VALENTINE. 9) Toen veranderde plotseling haar arrogan te. beleedigende houding. Zij werd beleefd. Ze keek me nieuwsgierig, haast eerbiedig aan en zei toen klokkend: Ach so! Ik begreep het niet. Meneer moet me excuseeren. En toen zei ze nog eens: So! Ik merkte dat haar oogen op mijn borst gericht waren en ik volgde haar blik. Haar oogen rustten op het zilveren insigne dat ik aan mijn bretels gestoken had. Ik begreep het en hield mij kalm. Zwijgen was het verstandigst tot ik wist waar ik aan toe was Toen begon ze weer te spreken. U heb ik verwacht, zei ze, maar die daar niet. Wie is dezen heer? Een Franschman, hè? Een Engelschman, zei ik kortaf. Haar oogen gingen van verbazing wijd open. Ei! Ei! HU is de eerste dien we gehad hebben, zei ze met iets van voldoening in WOENSDAG 9 JANUARI 1929 haar stem en hield een heftige redevoe ring over hun domheid en onwetendheid om nog vast te houden aan de oude conven tie van het eieren-leggen. Waarop de overigen nijdig mopperden en zeiden, dat ze niet begrepen, waar ze het over had. Wat wist zij van moedervreugde, zij, die nog nooit een ei had uitgebroed, die nog nooit de keeren had geteld, dat Ie zon nog zou moeten ondergaan, voordat haar kuikens te voorschijn zouden komen, zij, die nog nooit vol spanning had zitten bepein zen, hoeveel er wit, of gespikkeld, of zwart, of bruin zouden zijn, en hoeveel er haantjes zouden zijn en misschien op hun vader lijken? En als ze te voorschijn kwamen, geel en onhandig, grappig en dwaas en parmantig, en ze gaven hun moeder de handen vol werk dan hadden ze heusch wel wat anders te doen dan zich over te geven aan dergelijke fantastische ideeën! Iemand, die zijn na tuurlijke functie vervult, heeft geen tijd om zich bezig te houden met zulke nuttelooze overpeinzingen. En als er gevaar was, zooals een loerende kat of. een rondvliegende havik, dan was de haan er toch. Hij was toch hun natuurlijke beschermer. Maar zij, met haar hooge wijs heid en domme aanmatiging, hoe kon zij beseffen, hoe hun harten begonnen te klop pen als hun heer en meester zijn stem ver hief en zijn verleidelijk gekraai liet hooren? Toen gaf ze het op. Ze dachten en droom den en praatten ook over niets anders dan over hanen, eeuwig en altijd, dag en nacht! Maar er wachtten haar nog andere open baringen van de verborgen verschrikkingen van het leven. Op een dag was ze op het dak van de kippenren gevlogen en stond uit te kijken over de schutting. En daar zag ze de keukenmeid op de stoep staan, met een mes in haar hand, terwijl ze de ééne kip na de andere onthoofdde, en de arme slacht offers links en rechts van haar op den grond vielen. Zoo, dat was dus het Leven..... Ze deed haar snavel open om iets te zeg gen: maar haar stem weigerde den dienst. Daarvoor leefden ze dus, daarvoor zaten ze dus dag in, dag uit te broeden op een nest eieren, daarvoor werden ze mager en zagen vol verwachting uit naar het eerste „piep-piep" van de kuikens, daarvoor zoch ten ze graankorrels bij elkaar en leerden hen hun eigen voedsel zoeken, en wat bood de toekomst? Ze voedden ze alleen maar op om geslacht en gegeten te worden een bebloed mes was al wat hun wachtte! Ze peinsde en dacht, tot haar hoofd pijn deed bij de gedachte aan de geweldige ver antwoordelijkheid, die eieren leggen met zich medebrengt. Ze stelde zich de bittere teleurstelling van de kloek voor, als haar eieren worden weggehaald. En het afschu welijke einde, als de eieren uitgebroed wer den en de kleine kuikens vroolijk en ver trouwend het leven Ingegaan zijn ze dorst er niet aan denken. Het eenige dat ze doen kon, was hen in onwètendheid laten over hun lot en ze hun illusies over het leven laten. En ze zag plotseling in, hoeveel on waars en valsch er zoo in de moederliefde binnen sloop, die juist het allerzuiverste ge voel ter wereld had moeten zijn, en ze ver boor het bewustzijn en viel van het dak af. Er was maar één oplossing: het heele kip- pendom moest weigeren eieren te leggen. Toen ze weer bijkwam, sloeg ze in wanhoop een poot voor haar oogen en besloot, dat het haar roeping was om haar ervaringen neer te schrijven en zoo het komende geslacht al deze namelooze ellende te besparen. Vervuld van sombere gedachten zonderde ze zich af in de schaduw van de struiken aan het uiteinde van den tufn. Daar zocht ze vrede en troost voor de teleurstellingen en ellende van het leven. Op een nacht, nadat ze vruchteloos ge- "ipoogd had om in te slapen, stond ze lang voor zonsopgang op en liep eenzaam en al leen door den tuin op en neer. Zoo nu en dan trachtte ze haar bonzend hoofd wat te verkoelen in het bedauwde gras of tusschen de vochtige struiken. Toen ze zich door de nauwe opening in de schutting wrong en aan den anderen kant te voorschijn kwam, vielen net de eerste stralen van de morgenzon in har oogen. En daar, boven op den stapel eierschalen, stond een jonge haan. met uitgestrekten hals en hij kraaide vroolijk en helder de opgaan de zon tegemoet. Voordat ze goed besefte wat er gebeurde, en wat ze deed, stond ze naast hem. Bewe gingloos staarde ze hem aan, zijn prachtige, rechte en forse lïe gestalte, zijn schitterende veerendos. zijn glanzende groene slagpennen, zijn sierlijk gebogen staart. Hij stapte koninklijk op en neer met af gemeten "tred en hoog opgeheven pooten. Zijn haar stem. U hebt hem hier gebracht, hè? Maar waarom hier boven? Of heeft Stelze hem gestuurd? In één adem deed zij mij al die vTagen en zonder antwoord af te wachten ver volgde ze: Ik was uit. maar Karl heeft het mij verteld Er kwam ook nog een ander; dien had Franz gestuurd. Dat is deze, zei ik. Ik snapte hem toen hij mijn kamer aan het nasnuffelen was en hij stierf. Ach! riep ze, dus die meneer kwam in uw kamer en stierf. So! So! Maar we moeten Franz waarschuwen. Hij drinkt te veel en is haast altijd dronken. Hij maakt fouten, dat gaat niet. Ik zal Zegt u maar niets tegen Franz, zei ik. Die Engelschman sprak vloeiend Duitsch: dat zal Karl u ook wel vertellen. Zooals meneer wil, was het onderda nige antwoord van de vrouw en ik kreeg op eens grooten lust haar bij de keel te pak ken. Hier zijn zijn paspoort en zijn andere papleren, zei ik, terwijl ik ze uit den zak van den dooden man nam. Hij was Engelsch officier, ziet u? En ik opende het kleine zwarte boekje dat met het Koninklijke Wa pen gestempeld was. Toen hield ik het paspoort en de verlof pas boven de vlam van de kaars. Maar die bewaren wij altijd, riep de eigenares van het hotel Het paspoort moet met den man ver dwijnen, antwoordde ik op vasten toon. Hij moet niet ontdekt worden. Ik wil niet dat er kam was vlammend rood en zijn bek wijd open, en hij schetterde zijn strijdkreet zoo fier, alsof hij eiken vijand van het kippenge- slacht uitdaagde. En iederen keer keek hij even zijdelings neer op haar, tot ze tenslotte, duizelig en hulpeloos, besefte, dat ze zelfs haar leven voor hem zou willen geven. Hij naderde haar steeds meer, hij stapte haar voorbij en de eierschalen kraakten on der zijn pooten, en de hartstocht in zijn stem werd vuriger bij ieder gekraai. Zijn lokkend kukeleku klonk luid over he£ erf, tot ze zich met een diepe blos en in zoete verwarring te gen hem aan drukte en de heele wereld met al zijn ellende vergat „GELOOF EN WETENSCHAP". OTTO VAN TUSSENBROEK OVER VINCENT VAN GOGH. In den schouwburg aan den Jansweg hield onze vroegere stadgenoot, de heer Otto van Tussenbroek, Dinsdagavond voor de leden der Vereeniging „Geloof en Wetenschap" een voordracht met lichtbeelden over Vincent van Gogh. Vóórdat de heer van Tussenbroek het woord kreeg, werd een korte, algemeene Jaarver gadering gehouden, waarin dr? Jaarverslagen van den secretaris, den heer F. M. S. Donders en van den penningmeester, den heer G. H. F. Pastoor, werden goedgekeurd. In plaats van den heer Donders, die aan de beurt was voor periodieke aftreding en bovendien de stad gaat verlaten, werd als secretaresse gekozen mej. Thea Th. G. A. M. Coelen. De voorzitter, Mr. F. Vorstman, sprak hartelijke woorden van dank en waardeering tot den heer Donders, die zich in zijn functie van secretaris een man van toewijding, werk lust, durf en initiatief heeft getoond en aan wien de vereeniging zeer veel te danken heeft. Een nieuwe regeling voor plaatsbespreking werd aangenomen, waarna het woord was aan den spreker van den avond die op de hem eigen, boeiende en poëtische wijze de fi guur van den gelukkigen ongelukkige, den armen rijke die Vincent van Gogh was, voor de aanwezigen deed leven. Daar het werk van Van Gogh in onver brekelijk verband staat met zijn leven schets- ste spr. in groote trekken den levensloop van den 'thans beroemden schilder. Wij hoorden van zijn godsdienstzin, zijn mislukte po ging om hulpprediker te worden in een Engelsch dorpje, zijn eveneens mislukte po ging om voor het staatsexamen te studeeren, zijn afkeer van den kunsthandel die hem tenslotte zijn „baantje" kostte Daarna kwam zijn worsteling als schilder met de materie, zijn leven en werken in Montmartre, in de Borinage te Brussel (waar hij samenwerkte met Jhr. Van Rappard), in Brabant, in Den Haag (waar hij Korten tijd leerling was van Mauve). Zijn teekening „Sorrow" dateert uit zijn Haagschen, de groote schilderij van het Brabantsche boerengezin om den dampen den aardappelschotel gezeten uit zijn Bra- bantschen tijd. Vervolgens gaat van Gogh naar Antwerpen en daarna naar Frankrijk, naar Parijs, 's Zomers schildert hij in het Zuiden van dat land; te Arles begint in 1§88 zijn Fransen e'tijd en daar komt zijn eigenlijk talent van nieuwlichter aan den dag. Hij wendt zich tot het licht; het wordt een driftig en direct neerzetten van toets pa toets, een bijna stenografisch schilderen en hij krijgt een schildertrant die nog nooit geweest is, hij dóét dingen die vóór hem nooit gedaan zijn. In Arles schildert hij de prachtige glooiende velden en de portretten (denk aan den postbode), zijn zonnebloemen: een svmphonie in goud. Het groote wonder van zijn werk was ten slotte het werken In twee dimensies. Als hij 37 jaar is kan hij niet langer weerstand bieden aan de kwaal die hem al lang bedreigde: krankzinnigheid en hij slaat de hand aan zichzelf. Zijn laatste woorden zijn: ,JLa tristesse durera toujours!" Zes maanden later sterft zijn broer Theo. die hem zoo vaak tot steun was en die geheel met hem medeleefde. Beiden vonden hun laatste rustplaats op het kerkhof te Arles. „De molen staat niet meer, maar de wind is er nog"; de werken van Van Gogh zijn er nog. bij duizenden, want deze kunstenaar was van een enorme productiviteit. Het groot aantal fraaie lichtbeelden dat de heer van Tussenbroek vertoonde, gaf een uit stekend beeld van de ontwikkeling van Van Gogh's genie. Mr. Vorstman sprak een hartelijk woord van dank tot den inleider. UITGAAN. MERÏJNTJE GIJZEN'S JEUGD. Zaterdag a.s. geeft het Ver. Rotterdamsch- Hofstad-Tooneel (directeur Cor van der Lugt. Melsert) in den Stadsschouwburg te Haar lem wederom een voorstelling van A. M. de Jong's tooneelbewerking van „Merijntje Gij- zen's Jeugd" (Het Verraad). Dit is de 77e opvoering sedert de première op 2 October jongstleden. De hoofdrollen worden wederom vervuld door Nap de la Mar, Siska Krem'er, Henriette van Kv.yk, Charles Gilhuys, Pierre Balledux, Louis van Gasteren, Jacques Reule en Louis Gimberg. onderzoek naar gedaan wordt, begrijpt u. Daaromen ik gooide het brandende pa pier in den haard. Goed, goed, zei de vrouw en zette haar lamp op tafel. Er is een telefonische bood schap voor u geweest, voegde ze er aan toe, dat Stelze morgenochtend om acht uur komen zal om in ontvangst te nemen wat u meegebracht hebt. Drommels, daar begon het al! Wie was Stelze? O. komt hij om acht? uur? zei ik om maar iets te zeggen. Jawohl! antwoordde Frau Schratt. Vanmorgen was hij ook al hier. Hij was vree- selijk zenuwachtig en dacht dat u er al was. Hij wacht al twee dagen om verder te gaan? Zoo, 2el ik, hij neemthet dus mee, nietwaar? (Ik begreep best waar hij heenging; Irj ging naar Üuitschland, hij moest dat document veilig en wel over de grens brengen!) Er was een spottende klank in haar stem toen ze het over Stelze had. Ik dacht dat Ik daar wel profijt van zou kunnen trekken. Dus trachtte ik haar uit haar tent te lok ken. Zoo, dus Stelze is vandaag hier geweest en heeft u zijn order gegeven? zei ik, hij heeft de leiding in handen, hè? —Ach! zei ze, Stelze is nu eenmaal Stelze. Hij heeft macht hij heeft invloed; hU kan de menschen maken en breken. Maar ik.... ik kon in mijn tijd een heel ander soort menschen maken en breken en toch durft hij me te vei tellen dat Anna Schratt.... dat.... das.-.., LIEBERMANN NAAR RIGA Wie krijgt de belooning? MR. H. P. MARCHANT IS NIET DE VERDEDIGER. Liebermann zou heden naar Riga worden getransporteerd ten einde aldaar geconfron teerd te worden met eenige personen, die er van verdacht worden door hem financieel te zijn gesteund Vandaar zal men na enkele uren oponthoud direct naar Amsterdam ver trekken, waarheen Liebermann's Finsche verdediger dr. Friedman reeds is vertrok ken. Nu de uitlevering van Liebermann bijkans een feit is, komt aan de orde de vraag, aan wien de belooning van 2500, indertijd door de Nederlandsche justitie uitgeloofd, zal worden uitgkeerd. Naar verluidt, zou de rechercheur Lind- gren, van de Helsingforsche politie, er al leen aanspraak op kunnen maken, daar hij Liebermann in Helsingfors gearresteerd heeft. Zooals hierboven reeds gemeld werd, zal de reis van Liebermann naar ons land via Riga gaan. Dit geschiedt in onderling over leg tusschen de regeeringen van Nederland en Letland. In Riga zijn verschillende arres taties geschied, o.m. van enkele politle-men- schen, die er van verdacht worden er kennis van gehad te hebben, dat Liebermann zich bijna 8 maanden in Riga hegft opgehouden. Hij zou daar waarschijnlijk in een synagoge verborgen zijn gehouden en van Riga per vliegtuig naar Helsingfors zijn vertrokken. Voorts is hij door eenige personen gechan teerd, van welk feit de politie ook niet on kundig geweest zou zijn. In verband met een en ander wenschte de justitie Liebermann in deze zaak als getuige te hooren. Van Riga zal de reis gedeeltelijk over zee geschieden tot een Duitsche haven, vanwaar de Duitsche politie hem verder transpor teert, met medewerking van de belde Ne derlandsche inspecteurs, tot aan onze gren zen. Gedurende het transport zullen bijzon dere maatregelen genomen worden. Niet al leen zou een eventueele ontvluchting van den arrestant opnieuw internationale kwes ties in het leven roepen, maar ook dient ge waakt te worden voor de veiligheid van Lie bermann. Reeds enkele malen heeft hij ge poogd zelfmoord te plegen. In verband met een en ander zal slechts overdag gereisd worden. De nachten zal Lie bermann telkens in een huis van bewaring of politiebureau moeten doorbrengen. Mr. Marchant en Liebermann. Naar aanleiding van geruchten, als zou mr. Marchant optreden als raadsman van Liebermann, heeft het Ned. correspondentie bureau in Den Haag zich tot eerstgenoemde om inlichtingen gewend. Toen de heer Liebermann te Riga was, heeft hij, in April 1928, geschreven aan mr. Marchant, dat hij zich in staat gevoelde om aan den Nederlandschen rechter, in wien hij vertrouwen had, te bewijzen, dat hij niets strafbaars had gedaan. Hij verlangde hiertoe in de gelegenheid te worden gesteld. Hij wilde vrijwillig naar Nederland komen, doch hij wilde niet preventief worden gedeti neerd. Wel wilde hij zich onder het geëischte toezicht stellen en de noodige waarborgen geven tegen vlucht enz. Zijn correspondentie kon worden gecensureerd. Mr. Marchant heeft dit medegedeeld aan den minister van justitie Er bleek bezwaar te bestaan tegen het buiten toepassing laten van voorloopige hechtenis, omdat dit tegen over de andere verdachten ongelijkheid zou scheppen. De minister gaf echter mr. Mar chant in overweging, aan de Amsterdam- sche rechtbank te vragen, dat de uitvoering van het bevel tot aanhouding zou worden opgeschort. Dit verzoek heeft mr. Marchant ingediend. Daarvoor was noodzakelijk dat deze aan de griffie dier rechtbank schriftelijk kennis gaf, dat hij als raadsman, voor dit doel, voor den heer Liebermann optrad. Dit is geschied. De rechtbank heeft ten slotte het verzoek afgewezen. Van deze beschikking stond geen beroep open. Mr. Marchant is toen in beroep gekomen van het bevel tot aanhouding zelf. Het ge rechtshof heeft het bevel vernietigd, omdat de voorschriften der wet niet waren in acht genomen, doch zelf een juist bevel tot aan houding gegeven. Hiermee was de taak van mr. Marchant afgeloopen. Hij heeft de kennisgeving aan den griffier herroepen. Hij heeft van den aanvang af verklaard, dat hij met de verdedi ging van Liebermann zich niet zou kunnen belasten en daarbij is het gebleven. Wie wel Liebermann als raadsman zal bijstaan is hem niet bekend. EXAMENS. HANDENARBEID. Haarlem 7 en 8 Ja nuari: Voor diploma B zijn geslaagd de da mes G. van Reenen. E. van Hazelen, E. J Teuwen, M. J. F. Bakker, A. van Wijk, C. E J. van Baaien, A. P. Groot, E. Kieft, Joh. B. Terbeke, S Conneman, P. A. C. van Zuijnen J. B. van Duijen, Joh. Aderëe. E. D. M. Cui- pers, J. M. A. Mohr, G. de Haas, T. B. Eou- werdink, D. Rouwer. Ze sprak op opgewonden toon, maar brak haar zin plotseling af. Ik merkte dat ze vond dat ze te veel had gezegd Maar hij zai dat spel niet lang met mij kunnen spelen, zei ik op mijn beurt. Kracht en vastberadenheid zijn eigenschappen die iederen Duitscher imponeeren.Mijn veiligheid lag hierin dat ik die Stelze een hoogge plaatste spion waarschijnlijk goed liet merken dat ik van niemand bevelen af hoor de te wachten. U weet hoe hij is, ging ik tegen de vrouw voort. Men draagt het ri sico en dcet het vuile werk, heeft succes en dan gaat hij met de lauweren strijken. Neen, ik ben niet van plan op hem te wachten. De hotelhoudster sprong op, een uitdruk king van groote angst kwam op haar ver welkt gezicht. Dat durft u niet, zei ze. En óf, gaf ik ten antwoord. Ik heb mijn werk gedaan en zal aan het hoofd kwartier mijn rapport uitbrengen en aan niemand anders! Mijn blik viel op het li chaam aan mijn voeten. Wat zullen we met hem doen? vroeg ik U moet me helpen, Frau Schratt. Dit is gevaarlijk; hij moet hier niet ge vonden worden. Ze keek me verbaasd aan. Die? zei ze minachtend. O, daar zal Frau Schratt wel voor zorgen. Hij moet hier niet gevonden worden (zij bootste mijn stem na) hij zal hier niet gevonden worden, jonge man! En ze zette de handen in de zij en grin nikte. U bedoelt? vroeg Ut INTERNATIONALE WEER BERICHTEN. Van 1 Januari af worden door Amerika eiken dag meteorologische berichten uitge zonden, bestemd voor de overige landen der wereld. Zoodoende kan men elders verge lijkingen met de temperatuur en den baro meterstand in Amerika maken en op deze wijze kan vaak voorspeld worden, hoe het weer in de toekomst in die andere landen zal zijn. De berichten worden door Arlington (NAA) uitgezonden om 4.20 A.T. Zij worden ver schaft door de „United States Coast and Geodetic Survey" te zamen met het „United States Weather Bureau" en den meteorolo- gischen dienst van de marine. Ook voor de zeevarenden zijn deze be richten ongetwijfeld van veel belang. Door den Eiffeltoren worden de berich ten om 6.40 doorgegeven. Men zal gebruik maken van het internationale of Strassbourg code. NIEUWE ZENDTIJDEN VAN WEAF. Het New-Yorksche kortegolf station WEAF zendt in de toekomst eiken dag zonder on derbrekingen van 7 uur 's morgens A. T. tot middernacht uit. AANTAL INGESCHREVEN ENGELSCHE LUISTERAARS. Gedurende de maand November is het aantal ingeschreven luisteraars in Engeland met 34.706 toegenomen, zoodat het totale aantal thans 2.564.516 is. In 1927 was de aanwas gedurende November 18.000. PLANNEN VOOR EEN ITALIAAN. SCHEN KORTEGOLFZENDER. Terwijl het thans vast staat, dat in den herfst van dit jaar een 50 K.W. omroepsta- tion in Rome in gebruik zal worden geno men, heeft men thans ook het plan een krachtigen kortegolfzender te bouwen met het oogmerk de programma's naar de Ita- liaansche koloniën en Amerika door te geven Meer en meer maken de Europeesche lan den, die koloniën bezitten, plannen tot het in bedrijf nemen van een kortegolfzender, welke tót in de verst verwijderde deelea van het Rijk beluisterd kan worden. Vodr ons Nederlanders mag het een voldoening zijn, dat ons land ook op dit gebied alle andere Europeesche landen vooruit is. Moge er waarheid schuilen in de woorden „Britannia rules the waves", met evenveel recht mag men zeggen „Holland rules the aether- waves 1" PERSONALIA. Onze stadgenoote mej. W. M. van Omme ren is geslaagd voor het praktijk-examen Duitsche Handelscorrespondentie van de Vereen, van leeraren in talen en handels correspondentie. LANGS EEN OMWEG. De radio-operateur van een dagblad to New-York wenschte zijn vriend, die een tiental mijlen van hem verwijderd woonde een boodschap over te brengen. Deze vriend was niet in het bezit van een telefoon, zoo dat hij langs dezen weg niet bereikt kon worden. De radio-operateur .wist, dat zijn vriend naar de uitzendingen van de Byrd' expeditie luisterde. Hij zocht en vond ver binding met het expeditieschip „Eleanor Bolling". De marconist van dit schip was bereid de boodschap over te seinen naar het schip „Tire City of New-York". Als pers telegram werd het bericht toen naar New- York overgezonden. Op deze omslachtige wijze bereikte de boodschap haar bestem ming. DE TRAM. VERKEERSCIJFERS. Uit een overzicht van de vervoersop- brengsten gedurende December 1928/1927 van de N. Z. H. T. M. blijkt dat de opbrengst was op de lijn Leiden—Heemstede f 11.704 (in 1927 f 9.061)lijn AmsterdamZand- voort f112.173 (in 1927 f 104.638); stadslij- nen te Haarlem f77.122 (in 1927 f75.125); op alle lijnen was dus een vermeerdering te constateeren. ZANDVOORT VEREENIGING VAN ARBEIDERS RADIO AMATEURS. Op Donderdag 17 Januari a.s. wordt in Zomerlust een vergadering gehouden tot op richting van een afdeeling van de VA.RA. De heer Zalm uit Velsen zal het onderwerp behandelen: De ontwikkeling van den Ne derlandschen radio-omroep. Ik bedoel wat ik bedoel, jonge man en wat u bedoelt, antwoordde ze. Als er moeilijkheden zijn of de zaak heel erg in gewikkeld is, als er iets onaangenaams is... zooals ditdan is „pientere Anna" er nog, zooals se me vroeger noemden en het is „gnadige Frau" voor en „gnadige Frau" na en een diamanten armband of een ring met parels als Anna ze uit den brand wil hel pen. Maar als alles vlot loopt dan ben ik „die oude Schratt", dat „oude wijf" en dan heb ik mijn orders zonder meer in ontvangst te nemen.... ba! Toen voegde ze er met haar harde stem aan toe: over hem be hoeft u zich niet bezorgd te maken! Laat hem maar aan mij over! Dat is mijn vak! Bij die woorden, die wie-weet-wat inhiel den, bekroop mij de gedachte dat als ik nog terug kon krabbelen, ik het gaarne zou doen Maar daarvoor was het nu te laat. De teerling was g.eworpen en ik moest alles aan vaarden wat mij mijn persoonsverwisseling deed toekomen. De Duitsche draaide zich om. Dus Stelze is hier om acht uur zei ze. Voor dien tijd wil meneer zeker koffie hebben? Ik zal er niet meer zijn. zei ik. u kunt uw vriend vertellen dat ik weg ben. Ze keerde zich met een ruk naar mij toe. Met harde stem riep ze: Neen! U blijft hier! Ik denk er niet aan. antwoordde ik re soluut, ik doe het niet. .(Wordt vervolgd.)! J" (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) De Geschiedenis van een Kuiken uit het Noorsch door JONAS LIE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6