H. D. VERTELLINGEN
De Man mat dan Horrelvoet
HANDELSBLAD
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 11 JANUARI 1929
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
De Dichter
door
HANS DE LA RIVE BOX.
„Mijnheer?" klonk Thompson's vragende
stem, terwijl hij half in de deuropening van
het privékantoor van Samuel Villars ver
scheen; „Daar is mijnheer Sinclair weer!"
De dikke man achter het geweldige ma
honiehouten bureau ministre richtte zich met
een vermoeid gebaar op en loosde een diepen
zucht; „Zeg hem, William, dat ik belet
heb
„Dat heb ik al gezegd, mijnheer, maar hij
zei, dat hij dan zou wachten. Hij zei, dat
hij nu al voor de zevende maal gekomen is,
en dat hij erg nieuwsgierig is, of mijnheer
pardon, of u al een besluit hebt kunnen ne
men!"
„Zeg hem, William, dat ik belet heb!"
bulderde de bekende uitgever van sensatie
romans en hij tikte met zijn vulpen op het
bureaulaken. Een ronde blauwe inktvlek
maakte een parabolische beweging en kwam
tenslotte op het groene laken neer, waar zij
zich haastte uit te vloeien. Het is typisch,
dat een inktvlek steeds rond en groot is.
„Ezel!" mompelde mijnheer Villars, waar
schijnlijk op den bediende doelende, hoewel
dit wóórd op dit oogenblik dubbelzinnig
was.
Drie minuten later verscheen het kale
hoofd van mijnheer William weer.
„Mijnheer?" stotterde het hoofd; „Hm
hij wil niet weg. Wat moet ik doen?"
„Wil hij niet weg?" stoof de- uitgever op;
„Dat is brutaal. Zeg hem, dat hij dan in
vredesnaam maar binnen mpet komen!"
Het hoofd verdween en weer drie minuten
later werd er geklopt.
„Binnen!" mompelde mijnheer Villars. te
gelijk constateerende, dat* ook op zijn schoonc
manchet inkt was gekomen.
Een jongeman met een weelderige blonde
haardos, blauwe oogen en een gemoedelijk
gezicht trad binnen en bleef voor het bureau
staan.
„U bent mijnheer Sinclair?" beet de uit
gever hem toe.
„Om u te dienen, mijnheer; Harold Sin
clair!"
„Juist, het spijt mij, maar ik heb geen tijd
gehad, om eenige aandacht aan uw geval
te wijden. Ik zit dik in mijn werk en kan
geen minuut missen. Ik beloof u, dat ik u
de volgende week zal schrijven!"
De jongeman wreef langs zijn kin en in
zijn oogen kwam een bezorgde uitdrukking
Neemt u mij vooral niet kwalijk, mijnheer.."
begon hij langzaam; „Maar kunt u voor mij
geen uitzondering maken? De kwestie is,
hemdathm
„Ik heb geen tijd, mijnheer!" klonk het
onverbiddelijk; „Mag ilc u verzoeken te
gaan?"
„Twee minuutjes, mijnheer Villars. Ik wil
openhartig zijn. Ik heb op het oogenblik
geen penny meer op zak. Kunt u mij
een voorschot geven op de bundel gedichten,
welke ik u al vier maanden geleden deed
toekomen? Ik beloof u, dat ik...."
Twee kleine ronde oogen staarden hem in
de grootste verbazing aan.
„Maar miinheevrr-n^nkt, n sntne. dv
Ik geldschieter ben? U beleedigt mij. Ver
duveld, kan ik dan niet rustig meer werken
Ik zal u uw pak gedichten meteen terug
geven en u behoeft nooit meer terug te komen
Is dat een manier van doen?"
„Misschien niet. mijnheer Villars!" ant
woordde hij rustig; „U hebt mijn lot in uw
handenMijn vorige bundel heeft vee'
succes gehad, dat moet u tosgevenDeze
bundel zal ook een succes zijn en ik ben er
zeker van, dat u dit zult inzien. Waarom dan
niet een keer met de hand over het hart
gestreken? Ik zweer u, dat !k het geld noodig
heb. Ik leef uiterst zuinig, doch alles is tegen
mij. Mijn jonge vrouw is al weken ziek en
de doktersrekening is hoog. Toe, geeft u
mij een klein gedeelte vooruit
„Je bent een vervelende kerel, maar ik
wil iets doen, omdat jij het nu eenmaal
bent. Je bent a! een paar maal hier ge
weest hè, voor die bundel?"
„Ja mijnheer, al zes maal".
„Nou, omdat je vrouw zoo naar is, zal ik
Je tien pond vooruit geven. Ga naar mijn
secretaris en schrijf een kwitantie. Volgen
de week zal ik je bundel lezen cn je verder
berichten, maar kom mij dan niet meer in
mijn werk storen, begrepen?"
„Ja mijnheer, dank u zeer, mijnheer. Die
deur door, mijnheer?"
De dikke uitgever belde, een bediende
verscheen en leidde den jongen man naar den
secretaris, die docr de huistelefoon uit het
privékantoor ingelicht werd.
Tien minuten later wandelde de jonge
dichter den gang door, terwijl hij het geld
in zijn binnenzak stopte. Bij de voordeur
ontmoette hij een jong meisje dat hem on
derzoekend aankeek. Hij groette beleefd en
verdween. Op straat keek hij nog even om.
doch zij had de deur al gesloten. Fluitend
liep hij naar een bus. stonte op en stapte
voor een groot café af. Hij verdween, met
een groet tegen den portier, naar binnen.
vanochtend in de hall zag?" vx-oeg het jonge
meisje, toen zij over haar vader aan de
koffietafel zat. De uitgever hield even op met
kauwen en haalde zijn neus op.
„Interesseert hij je, Gladijs?"
Zij bloosde even doch lachte uitdagend.
„Och nee, maar ik vraag het maar eens".
„Nou, hij is die Harold Sinclair, je weet
wel. In het voorjaar zond hij mij een bun
del gedichten, die ik uitgaf en die mij aai'dig
geld in het laadje brachten. Kort geleden
zond hij een tweede bundel, die ik volgende
week zal lezen en die ook wei goed zal zijn.
Vanochtend kwam hij om een voox-sehot vra
gen met een heel verhaal, Zijn jonge vrouw
schijnt ziek te zijn en hij 'had geen cent
meer. Het oude liedje, natuurlijk. Dat soort
menschen leeft van den hak op den tak.
Enfin, ik'zal er rekening mede houden met
zijn honorarium".
Zij knabbelde op een stukje brood en in
haar oogen verscheen iets peinzends. Doch
zij praatte niet verder over het geval.-
Haar vader bromde nog wat na en haalde
zijn schouders op.
Een week later werd hij midden in een
conferentie met zijn dnxkker gestoord door
een langen mageren man van een jaar of
vijftig, die in een prachtige auto was geko
men en de wagen voor het kantoor gereden
had.
„Hallo oude jongen!" zei hij joviaal, den
ander op zijn schouder slaande; „Een paar
minuten, hè? Ik kom je een nieuwtje vertel
len!"
„En dat is, mijnheer Levis?"
Een glimlach plooide zich om zijn dikke
lippen en onmiddellijk was hij in een goed
humeur. Aan dezen beroemden romanschrij
ver had hij al heel wat verdiend en binnen
kort zou een nieuwe „schlager" nieuwe pond
biljetten in zijn brandkast brengen.
„De kwestie is als volgt!", begon de lange
man lachend. „Ik heb mij nooit aan ge
dichten gewaagd, zooals Je weet, maar in het
voorjaar besloot ik eens een proef te nemen.
Ik maakte een heele bundel en zond ze....
jou, onder pseudoniem Hai'old Sinclair! Je
wist niet, dat ze van mij kwamen, maar je
gaf de bundel uit en je zond de chèque aan
het door mij opgegeven adres. Ilc wilde eerst
de kat eens uit den boom kijken, weet je?
En nou wil ik eens weten, of die tweede
bundel je bevalt. Heb je haar al doorgewor
steld?"
„Wat?" schreeuwde de dikke uitgever.
„Ben jij de man die die dingen gemaakt
heeft? En ik heb een zekeren Harold Sinclair
verleden week een voorschot van tien pond
gegeven, omdat Lij zes maal om geld heeft
gebedeldGroote hemelMaar het is
toch een grap, niet waar?"
Hij plofte in een fauteuil en terwijl de
ander het geval begon te begrijpen en het
uitproestte van het lachen, wrong mijnheer
Villars de dikke handen en ki-eunde hij
„De oplichter.... Dat canalje Met zijn uit-
gesti-eken gezicht1"
Doch zijn dochter heeft hij het nimmer
durven vertellen.
.iMóii.ZOi\L)t.N XViiiDEDLELiNGEN a 60 tents
per regel.
Geeft uwe advertenties op
ter plaatsing in het
HET algemeene GROOTE
dagblad der beschaafde
kringen. ALLE soorten
advertenties worden zonder
prijs verhooging aangenomen
22 bij het
Bijkantoor Handelsblad
(Wensing's Alt». Advert.-Bureau)
TEMPELIERSSTR. 32
Telefoon 10209
m
Itng
pepermunt
is bereid uit echte
pepermur.toüe.vandaar
g j de'krachüse.lekkere smaa&$
Voor engro* bij: Fa C. H. S. HEILKER - Haarlem
Vader, wie was die jongeman dien ik
EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN
DIENST.
Uit het Engelseh van
DOUGLAS VALENTINE.
Jl)
HOOFDSTUK VL
Ik haal den Berlijnschen trein cn laat
iemand met een lichaamsgebrek op het
perron achter.
Ik was gevangen als een rat ln den val.
Ik kon niet terug langs den weg dien Ik ge
komen was cn de eenige opening in mijn
kerker was afgesloten. De deur cn het ven
ster waren de eenige mogelijkheden om van
het binnenplaatsje weg te komen. De eerste
was gesloten, het andere getralied. Het
eenige wat ik doen kon was geduldig af te
wachten tot mijn afwezigheid ontdekt zou
zijn en het gebroken koord mijn vervolgers
den weg zou wijzen naar mijn schuilplaats.
Dan zouden ze naar beneden komen. Ik zou
geconfronteerd worden met dien meneer
Stelzecn mijn kostje was gekookt!
Zoo geruischloos als maar mogelijk was
Stelde ik een volledig maar snel onderzoek
in naar de gesteldheid van het bixxnen-
plaatsje. Het was een bedompte, donkere
ruimte, alleen verlicht op de plekken waar
de lamp uit de bijkeuken haar schijnsel
wierp.
Er waren een paar nissen uitgespaard in
het metselwerk, de eene gevuld met hout
blokken. de ander met kapotte pakkisten,
leege flesschen en anderen rommel. Ik on
derzocht ze tot mi.in handen de stean°n aan
den achterkant voelden, maar zonder re
sultaat. Deur en raam bïevn de eenige afi
tochtwegén. Vier groote vuilnisemmers ston
den mast elkaar voor een van de niasen,
een viifde was weggestopt. onder de ijzeren
trap. Ze waren alle vijf vrijwel vol, dus
kwamen niet in aanmerking a's schuilplaats.
Bovendien was het wel een beetje beneden
mijn waardigheid en in ririjd met mijn ge
voel voor zlnde'iikheid om door het hotol-
nerson^el te worden ontdekt ln een vuilnis-
v.«!T! ji- was aan het eind van mijn Latijn!
Ik had zooveel op het spel gezet, alles was
4ot nu toe zoo verrass°nd goed gegaan, dat
het eenvoudig om te huilen was om nu te
moeten falen. mef. de vrijheid om zoo te zeg-
gm binnen handbereik.
Ik voelde me ziek van teleurstelling. Toen
hoorde ik voetstappen en mijn hoop leefde
weer wat op.
Ik trok me terug in de duisternis van de
binnenplaats, achter de vuilnisemmers die
voor de het dichtst bij de deur gelegen nis
Stonden.
Binnen in huis naderden voetstappen de
„DE LICHTHOEVE" TE
SANTPOORT.
COLLECTE IN VELSEN BRENGT
RUIM 1C00.OP.
De zusters van „De Lichthoeve" te Sant
poort deèlen ons tot haar groote blijdschap
mede, dat de collecte,» die ten behoeve van
haar mooie kinderwerk in de gemeente Vel-
sen door de zusters en de collectanten ge
heel belangeloos is gehouden, de som van
f 1020. 08 1/2 heeft opgebracht.
Verder deelen de zusters mede, dat de fi-
nancieele toestand in 1928 veel verbeterd is;
de schulden zijn belangrijk verminderd. Op
het gebouw is een eerste hypotheek gekomen
van de Rotterdamse!)e Hypotheekbank tot
een bedrag van f 12.000. De zusters koes
teren nu de verwachting, door de eerste fi-
nancieele crisis heen te zijn. Het bestuur
heeft het voornemen om een maandblaadje
uit te geven.
De directrice van „De Lichthoeve", Zuster
Jacqueline Kuyck, hec-ft weer in een fraai ge-
illusteerd boekje belangrijke mededeelingen
over het kinderwerk in haar huis geschreven.
De heer Max J, Schreuder uit Rotterdam
schrift een vriendelijk voorwoord.
Aan het boekje ontleenen we het volgende:
„Sinas de vorige brochure over het werk
van „De Lichthoeve" geschreven werd, ver
liepen reeds twee en een half jaar; veel is er
in dien tijd geschied. Door een gift van vijf
tien duizend gulden werden wij in staat ge
steld, een nieuw kinderhuis te bouwen, dat
door een gang verbonden is aan het oude
huis. Op 24 Mei 1S27 werd dit huis geopend;
het werk is daardoor aanzienlijk uitgebreid.
Het verslag over 1925 maakt melding van
vijf-en-vijftig kinderen met 2575 verpleegda-
gen; in 1927 boekten wij honderd-acht-en-
vijftig kinderen met 14283 verpleegdagen. Vijf
kinderen, die reeds, toen wij de vorige bro
chure schreven, op „De Lichthoeve" waren,
zijn nog in ons midden en van de plus minus
zestig kinderen, die op het oogenblik ons
huis bevolken, is het meerendeel reeds lan
ger dan een half jaar, en zijn velen langer
dan een jaar hier aanwezig. Het aantal aan
vragen was altijd grooter dan waaraan met
mogelijkheid voldaan kon worden. Om het
steeds groeiende werk beter te kunnen be-
heeren, maakten wij in December 1926 van
onze particuliere onderneming een vereeni-
ging, waarvan de statuten 15 Januari 1927
Koninklijk goedgekeurd werden. Het eer
ste bestuur had geen gemakkelijke taak. Het
kwam in een tijd, toen door het openen van
het nieuwe kindertehuis het werk plotseling
zoo snel groeide, dat het niet altijd goed
overzien kon worden en ons wel eens voor
verrassingen stelde.
Na een jaar traden twee van de bestuursle
den af, nl. jhr. mr. H. E. H. Teding van Berk
hout en mevrouw C. Kaiserde Graeff. Dok
ter A. de Groot Lzn. stelde zich niet her
kiesbaar bij zijn periodiek aftreden in Januari
1928, maar werd, op eigen verzoek, in plaats
van bestuurslid, medisch adviseur.
Eenige maanden bleef het bestuur onaan-
gevuld, tot in Juli 1928 de heeren Max J.
Schreuder, G. M. Gieseler en K. Rozendal zich
beschikbaar stelden, om de open plaatsen in
te nemen. De nieuwe bestuursleden hebben
van het eerste oogenblik af alles aangewend,
om ook den financieeien toestand van do
vereenigixxg in gezonde banen te brengen.
Het ligt in de bedoeling, om door het sluiten
eener obligatieleening, de mogelijkheid te
openen, nog enkele noodzakelijke verbete
ringen aan te brengen.
Door de afdeeling rustbehoevende vrouwe
lijke patiënten over te-brengen naar ,,'t Huis
te Velsen", Hagelingerweg, te Santpoort, kwa
men een zaaltje en een kamer vrij. Het eerste
werd eet- en speelzaal, terwijl in de kamer
onze Fröbelkinderen bezig gehouden worden
door een inwonend onderwijzeres, die ook op
het schoolwerk der grootere kinderen toezicht
houdt.
Maar er staan op ons verlanglijstje nog
verbeteringen, die werkelijk heel noodig zijn,
b.v. rioleering. Wij werken met ons gezin vair
tachtig zielen nog altijd met stapelputten en
vooral op baddagen hebben we soms een heele
overstrooming. Zelcer, wij hebben toestem
ming tot aanleg van een riool, aansluitende
op de naastbij zijnde beek, maar.... voor eigen
rekening en de beek is minstens honderd en
twintig meter van ons kinderhuis verwij
derd. Dan staat er nog op ons verlanglijstje
een isoleerhuisje, al zou het maar een houten
gebouwtje zijn, met drie kamertjes, waar wij
nieuw aangekomen kindei-en, gedurende de
eerste weken," isoleeren kunnen, opdat zij
geestelijk noch lichamelijk onze andere kin
deren besmetten. Ik zou ook zoo graag mijn
helpsters het leven wat vergemakkelijken.
Een groot deel van hun vrijen tijd gaat nu
heen aan verstellen en nog eens verstellen
van de wel eens wat te vlug slijtende kleer
tjes, terwijl de beurs geen nieuw koopen toe
laat.
Met groote dankbaarheid gedenk ik hen, die
ons hielpen in het kleed en van ons zestigtal,
door het zenden van bedragen of nieuwe
kleeren.
Ook gedenk ik met blijdschap hen, die door
hun geldelijke gaven ons in staat stelden, zoo
vele malen te helpen in gevallen, waar de
volle vijf gulden verpleeggeld niet betaald kon
worden.
Ook op andere manier werden wij geholpen
en ik kan niet laten hier den naam te
noemen van dr. A. de Groot Lzn., die van het
eerste oogenblik af, dat wij kinderen opna
men, ons geheel belangeloos ter zijde stond.
Over het algemeen laat de gezondheidstoe
stand in huis niets te wenschen over. Maar
bijkeuken. Ik hoorde een deur opengaan en
het gezang van een mannenstem. Een weeke
bariton vertolkte het Duitsche lied:
„Das haben die Madchcn zoo gerne
Die im Stübchen and die im Salon"
Een geratel als van een of ander metalen
voorwerp in een leege bus begeleidde het ge
zang.
Een vroolijke jongen, zei ik bij mezelf.
Als ik maar had kunnen zien wie het
was! Maar ik durfde mij niet in den kring
van gelig licht te begeven en daar zonder
was het niet mogelijk om een blik in de bij
keuken te werpen.
Het gezang hie'd op. Weer hoorde ik een
deur open gaan. Ging de zanger weg? Toen
zag ik een schemering van licht onder de
deur die naar het binnenplaatsje voerde.
Het volgend oogenblik werd deze openge
gooid en Karl, de kellner kwam te voorschijn
nog steeds met zijn blauwe boezelaar voor
en een emmer aan iedere hand.
Hij liep op de vuilnisbakken toe.
De raad van mijn oude vrienden schoot
mij te binnen: als je kwaad bent tel dan
tot vier. Ik was niet kwaad, maar geschrok
ken, vreeselijk geschrokken, zoo erg dat ik
het wilde kloppen van mijn hart kon hoo-
ren. Maar toch volgde ik bovenstaand
advies: ik telde in mij zelf: een-twee-drie-
vier; terwijl ik me met bijna bovenmensche-
lijke inspanning dwong om kalm te blijven.
Ik bleef daar maar onbewegelijk gehurkt 1
hoe blij waren wij, dat dr. de Groot dag aan
dag onze raadsman was, toen in Maart 1928
de mazelen zoo erg heerschten en wij dagen
hadden van vijf-en-dertig zieken. Drie van
onze kleintjes moesten wij door den dood
verliezen.
Bij onwil van betalen (niet bij onmacht,
maar bij onwil), worden de kinderen terug
gegeven aan hun natuurlijke verzorgsters.
Op het oogenblik is onze jongste vijf weken
oud, ons oudste meisje dertien jaar, onze
oudste jongen tien jaar.
Wij verheugen er ons over, dat zoovelcn
ons door hun financieeien steun hielpen in
dit mooie werk, dat wij anders zeker niet kon
den volhouden. In 1927 ontvingen wij aan
giften f 3019,welke alle verantwoord wer
den in Haarlem's Dagblad. Maar veel is er
ook noodig, als ge denkt, dat aan verpleeggel-
den tekoi-t werd ontvangen over deze periode
de somma van f 3146.
Wij hopen den ook, dat u verder het sup
pletiefonds zult blijven gedenken".
Tot zoover Zuster Kuyck.
De balans per 31 December 1927 sluit met
een eindbedrag van f 39.433.01 HZ..
SLOOPEN EN BOUWEN VAN DE
M.1NEGEBRDG.
Niettegenstaande het vriesweer van de
laatste week kan men nog altijd doorgaan
met het sioopen van de oude en het heiwerk
voor de nieuwe Manegebrug. De zware steen
klompen der beide landhoofden blijken wei
nig minder hecht en sterk clan die van dc
oude Kennemerbrug waren. Met het sioopen
van deze muren zijn nog altijd eenige werk
lieden bezig. Twee stukken muur zijn blijven
staan, waarop de tramrails rusten. En ter
wijl men aan de zijde van den Kinderhuis
singel nog altijd met dat sloopingswerk voort
gaat, worden aan de andere zijde de lange
heipalen in den grond geslagen voor de nieu
we brugfundeeringen. Ais de vorst niet
strenger optreedt dan tot nu, zullen deze
werkzaamheden nog kunnen worden volge
houden, zoodat de werklieden aan den gang
kunnen blijven.
BEMALING VAN DE HAARLEMMERMEER.
Vergrooting van öe Leeghwater. De
Cruquius moet behouden blijven.
Verschillende hangende quaesties in de
Haarlemmermeer zijn nader tot oplossing ge
komen, door het verschenen rapport inzake
de bemaling.
Eenparig wordt geadviseerd om het gemaal
Leeghwater te vergrooten, door bijplaatsing
van een tweede, door een Dieselmotor aange
dreven centrifugaalpomp. De Cruquius nabij
Heemstede zou dan als bemalingswerktuig
kunnen vervallen, maar de grootst mogelijke
meerderheid van de commissie wil dit gemaal
als monument behouden zien.
Wordt een nieuwe machine aan de Leegh
water opgesteld en vervalt cle Cruquius dan
kan de Kruisvaart belangrijk vei-smald en
ten deele voor een verbreeding van den Kruis
weg gebruikt worden.
Dit rapport werd uitgebracht door een com
missie ingesteld door hoofd-ingelanden op 15
Juni 1927, de commissie bestond uit de hee
ren ir. L. L. Graaf van Randwijck, voorz.; ir.
J. G. Bijl, ir. P. J. Ott de Vries, J. H. J. v.d.Tor-
ren, G. A. Knaap, N. T. Geertsema, C. M.
Verkuyl, leden en jhr. mr. L. U. Rengers Hora
Siccama, secretaris.
VERKEERSONGELUKKEN.
Te Spaamdam.
's Avonds omstreeks negen uur reed een
chauffeur van de autogarage V. aan de Ju-
lianalaan te Haarlem met een auto in de
richting Santpoort. Even buiten het dorp
vloog de portier open. De chauffeur wilde
dit onder het rijden dicht trekken, waardoor
hij cle macht over zijn stuur verloor, met het
gevolg dat de auto in flinke vaart van den
Hoogedijk afreed het weiland en eenige
slooten over tufte, om tenslotte tegen den
steilen kant van den Kadïjk die naar fort
Noord loopt op te vliegen en aan de andere
zijde in de sloot terecht te komen.
De chauffeur was bij het afrijden van den
dijk uit de auto gesprongen, zoodat bij dit
ongeval geen persoonlijke ongelukken voor
kwamen.
EEN WINTERKERMIS.
De ontspanningsvereniging „Ons Genoe
gen" geeft Zaterdagavond 12 Jan. een winter
kermis in de zalen van Gebouw Olympia. Be
halve een aparte gelegenheid voor de dans-
lustigen, zijn er -verscheidene andere attrac
ties, o.a.: touwtrekken, sjoelen, visschen, rad
van avontuur, schiettent, enz.
Een goed orkest zal deze kermis met muziek
opluisteren.
UITGAAN.
SCHOUWBURG JANSWEG
De vermaarde telepaath Maloitz, hier ter
stede wel bekend door zijn succesvol ontreden
het vorige jaar, zal Zondag 13, Donderdag 17
en Vrijdag 18 Januari wederom drie telepathi
sche seances geven in bovengenoemden
schouwburg en dan tevens het nieuwste op
het gebied, namelijk zingende telepathie, de-
monstreeren.
Te Rotterdam waar de heer Maloitz nu op
treedt heeft hij met deze rieuwe vinding
avond aan avond het grootste succes.
achter de twee vuilnisbakken zitten die het
dichtst bij de deur waren.
De kellner neuriede de melodie die ik hem
daar net luidkeels bad hooren zingen terwijl
hij een oogenblik bij de deur bleef stilstaan.
Toen liep hij langzaam de binnenplaats op.
Zou hij blijven staan bij de vuilnisbakken
waarachter ik verscholen zat? Neen, hij
ging voorbij.
De derde? De vierde?
Neen.
Hij richtte ziin schreden naar de bak on
der de ij-eren trao.
Inwendig zegende ik het Duitsche organi
satie-besef dat ze'fs bij bet wegwerpen van
vuilnis methodisch te werk gaat.
De man had ziin rug naar de deur gekeerd.
Ik had een kansnu of nooit!
Ik sloon van achter de beschermende,
vuilnisbakken te voorschijn, glipte op mijn
teenen naar de deur en stapte zacht het
buis binnen Op hetzelfde oogenblik hoorde
ik het rammelen van metaal, Karl deed de
deksel op den bak.
Een donkere gang strekte zich voor mij
uit. Direct aan mijn rechterhand stond dè
deur van de bijkeuken wijd onen. Maar dezr-
ruimte moest ik in elk geval mijden. Karl
bleef daar misschien nog en ik kon niet ris-
ceeren dat hij mij voor zich uit zou drij
ven naar den hoofdingang van het hotel.
Met uitgestrekte handen zocht ik mijn weg
door de gang. Op een gegeven moment tast
ten zij een deurknop. Ik draalde dien om,
de deur draaide naar binnen open, in een
INGEZONDEN IÖEDEDEELINGEN a 60 Cents
KANTONGERECHT.
UITSPRAKEN
D. M. het op den openbaren weg voetbal
spelen fl subs, l dag hechtenis. L. G. H. het te
Haarlem als bestuurder van een voertuig op
den openbaren weg bij het bereiken van een
uit twee parallel liggende deelen bestaand
weggedeelte niet het voor hem rechts liggen
de deel van dien weg houden f 1 subs. 1 week
tuchtschoolstraf. M. van G. idem idem. A. K.
het op Zondag openbaren arbeid verrichten
f 3 subs. 3 dagen hechtenis. B. J. M. openbare
dronkenschap 6 subs. 6 dagen hechtenis. A.
J. S. het te Haarlem als bestuurder van een
voertuig op een brug een door hem ingehaald
voertuig voorbij rijden f 3 subs. 3 dagen hech
tenis. G. M. V. een voertuig onbeheerd op den
openbaren weg laten staan f 1 subs. 1 dag
hechtenis. J. J. K. K. overtreding der veror
dening van politie van Haarlem f 1 subs. 1
dag hechtenis. M. v. S. het als bestuurder van
een rijwiel daarmed over een weg rijden, ter
wijl niet is voldaan aan art. 59 van het Mo
tor- en Rijwielreglement f 2 subs. 2 dagen
hechtenis. M. J. K. idem f 3 subs. 3 dagen
hechtenis. C. R. idem f 1 subs. 1 dag hechte
nis. Th. L. M. W. x'dem en opgeven van val-
schen naam f 5 subs. 5 dagen hechtenis f 20
subs. 20 dagen hechtenis W. Ch. v. d. K. het
het wettelijk als getuige opgeroepen weder
rechtelijk wegblijven, zonder toepassing van
eenige straf. J. D., J. D., A. DW. C. v. d. G.
overtreding der Woningwet ieder f 3 subs. 3
dagen hechtenis. M. K. overtreding van het
reglement op het algemeen vervoer en opge
ven van een valschen naam f 5 subs. 5 dagen
hechtenis en f 15 subs. 15 dagen hechtenis.
J. v. d. P. overtreding der Arbeidswet 3 dagen
hechtenis.
DIENSTPLICHTIGE VAN 80 JAAR..
Een Hagenaar, de heer J. Toorenburg, heeft
in behoorlijken "erm een oproep ontvangen
om zich Dinsdag 15 Januari te laten in
schrijven voor de nationale militie, schrijft
de Tel.
Er ontbreekt niets aan de kaart en niets
aan het adres. Plet is toegerust met de
strenge waardigheid, die al onze officieel?
paperassen pleegt te sieren.
Deze officieele deftigheid zou dit papier
volstrekt niet tot een merkwaardigheid stem
men.
En toch is het merkwaardig.
De jonge man n.l. tot wien dezen oproep
is gericht, heeft den aanvalligen leeftijd
van 80 jaar bereikt.
De zonderlinge vergissing is te verklaren
uit het feit dat de oproep was bedoeld voor
den zoon, die ook den naam J. Toorenburg
droeg, maar.... reeds negen jaar dood is.
De oude man zal zich correct den vijftien
dien naar de Lauriergracht begeven. Met
belangstelling mag men afwachten bij welk
wapen hij zal worden ingedeeld.
In elk geval is hij van plan om, wanneer
hij voor „de hooge heeren" verschijnt, naar
het wapen, waarbij hij zal worden ingedeeld
zeer instantelij k te informeeren.
VREEMD BANKBEDRIJF.
Orders wel in rekening gebracht,
doch niet uitgevoerd. Directeur
en procuratiehouder verduisterden
f 9600.
In het begin van April van het vorige
jaar is een te Rotterdam gevestigde kleine
bankinstelling in staat van faillissement ver
klaard. Tot curator werd mr. L. J. R. Kuhn'
benoemd, die het bedrijf stilzette. Uit een
voorloopig onderzoek van de boeken bleek al
dadelijk, dat er een en ander niet heelemaal
in den haak was, een accountant had vele
maanden noodig de zaak uit te zoeken. Ge
bleken is, volgens de N.R.Ct., dat de direc
teur v. d. S., en de procuratiehouder zich aan
verduistering hebben schuldig gemaakt. Het
deficit blijkt f 92.338 te zijn, het aandeelen
kapitaal groot f 51.500 zal volgens het blad
waarschijnlijk verdwenen zijn. De crediteuren,
zijn meest kleine luyden, die met hun spaar
duitjes een kansje waagden, zij zullen mis
schien slechts een klein deel terug krijgen.
Gebleken is dat men in verschillende geval
len orders wel in rekexxing bracht, doch niet
uitvoerde.
Vandaar dat op den dag van het faillisse
ment vele fondsen, die er hadden moeten zijn,
er in werkelijkheid niet waren. Maar daar
kwam nog iets bij.
De bank had op grond van de overeenkomst
waarop zij prolongatie-rekeningen met haar
klanten opende, het recht fondsen in her-be
leening te geven aan haar correspondenten.
Deze hadden op hun beurt weer het recht,
om deze fondsen te gelde te maken, als de
bank bij hen niet voldoende gedekt was. Dit
is inderdaad meerdere malen gebeurd.
Verschillende boeken zijn niet te vinden,
de directeur en de procuratiehouder, die elk
een salaris van f 150 per maand hadden, heb
ben bekend respectievelijk f 3800 en f 5800
te hebben verduisterd.
nauwe duisternis en ik stapte moedig er in.
Toen ik de deur zoo zacht mogelijk achter
mij dichtdeed, hoorde ik Karl's zwaren voet
stap en het omdraaien van een sleutel waar
mee hij de deur naar het binnenplaatsje
sloot.
Ik stond in het pikdonker in een soort
kast en durfde nauwelijks ademhalen.
Weer hoorde ik den Duitse*er het lied aan
heffen dat blilkbaar zi.in lijf deun was. Ik
durfde uit mijn sohui'u'a'>«-s n'et naar bui
ten g'uren want de stern k'oufc zoo d'chtbij
r'at ik vreesde dat hij 5n de gang was.
Dus bleef ik onbewegelijk staan en wachtte.
Ik moet daar meer dan een uur in het
donker hebben ges'aan. Ik hoorde den kell
ner naar de bijkeuken heen en weer loopen,
luisterde naar zijn zware voetstanpen. naar
het niet onhoudende gedrein van zijn lijf
lied. naar het gerammel van vaatwerk ter
wijl hij met zijn awbeid voortg'ng. Iedere
seconde van dien tijd werd ik ge-ijrugd door
de vrees dat hij iets uit de gangkast waarin
ik mij verstout had. zou moeten hebben.
Het was kil in deze vochtige sousterrein-
ruimte. De kast was ruim genoeg, dus be
sloot ik de overjas, die ik met de tasch en
den hoed in de haast nog had meegepakt,
aan te trekken. Toen ik mijn arm uitstrekte,'
stootte ik met mijn hand tegen een of an
deren uitstekenden haak in den muur ach
ter mij.
(Wordt vervolgd.),