OPRUIMING
HAARLEM'S DAGBLAD
WEILL ZOON
PUROL
HET PROV WATERLEIDINGBEDRIJF HEEFT EEN NIEUW
HUIS.
HET FINANCIEELE BELEID TE NIEUWER-AKSTEL.
ZATERDAG 12 JANUARI 1929 VIERDE BLAD
Maximum van doelmatigheid met minimum kosten.
DE OPENING DOOR DEN COMMISSARIS DER KONINGIN.
In tegenwoordigheid van een groot aantal 1
éenoodigden heeft Vrijdagmiddag de officiee-
le opening plaats gehad van het nieuwe ge
bouw van het Provinciaal Waterleidingbe
drijf in het Kinheimpark te Bloemendaal, Es-
schenlaan 10. In een der administratiezalen
waren saamgekomen de Commissaris der Ko
ningin in deze provincie, jhr. mr. dr. A. Röell,
leden van den Raad van Toezicht op de Pro
vinciale Bedrijven van Noord-Holland, waar
van voorzitter is de heer J. N. Hendrix, en
secretaris mr. M. W. Scheltema, leden van
het gemeentebestuur en den Raad van Bloe
mendaal, directeur en ambtenaren van het
P.E.N., van den Provincialen Waterstaat, de
griffier der Provinciale Staten mr. S. H. Ve
iling Meinesz en ambtenaren ter griffie, leden
van Gedeputeerde en Provinciale Staten,
vooraanstaande personen uit de gemeenten
Bloemendaal en Haarlem en alle ambtenaren
van het Provinciaal Waterleidingbedrijf
met hun directeur, Ir. J. van Oldenborgh en
echtgenoote.
I De directeur spreekt.
De directeur heette allen welkom en dank
te hen voor hun belangstelling. In het ver
volg van zijn rede sprak hij als zijn meening
uit, dat al luidt een Hoilandsch gezegde, dac
men naar den gevel van het huis niet mag
beoordeelen wat er binnen woont er in dit
geval toch wel parallelitiet bestaat tusschen
het huis en de welvaart van zijn bewoner.
Hij ging den ontwikkelingsgang na van 1 De
cember 1919 af, toen spr. in een eenvoudige
villa in het Kweekduinpark kwam, waar hij
de voorbereidingen moest treffen voor de
stichting van het provinciale bedrijf, op 1
Januari 1920. Precies op tijd kwam de nieuwe
spruit. Het was een fiksche jongen, hij had
ook al 35 jaar in een vorig leven doorge
bracht maar het niet royaal gehad. Het was
voor hem een geluk te kunnen komen bij een
goed voorziene moeder als de Provincie Noord-
Holland. Zijn voedsel bestond uit duingrond
een bankbiljetten. Na een jaar was hij zijn
hulsel al ontgroeid. Gastvrij heeft het Pro
vinciaal Electriciteitsbedrijf hem toen opge
nomen. De Bloemendaalsche jaren waren
voo spoedig en na 8 jaar moest al uitgezien
word- n naar een nieuw huis. Wij wilden zelfs
onzen ouderen broeder het P.E.N. er uitdrij
ven, maar onze bescheidenheid heeft ons ten
slotte een eigen nestje doen bouwen, en
nauwelijks in het tiende boekjaar zijn wij in
een definitief verblijf.
Omdat het bedrijf, hoewel het jong is, hoog
aangeslagen kan worden, durft spr. het goed
en verstandig noemen, dat dit gesticht is.
Van hier uit worden 400.000 menschen voor
zien van een eerste levensbehoefte, water, en
behalve die, nog tienduizenden stuks vee
Deze taak kan alleen goed worden vervuld,
wanneer het personeel daarbij geplaatst is in
goede omstandigheden. Licht, lucht, en ruim
te zijn onmisbare factoren en voor labora
torium-onderzoek broodnoodig. En dit bedrijf
kan zich zelf immers bedruipen. Er was een
tariefsverlaging in uitzicht gesteld, deze map-
naar spn's meening echter niet worden in
gevoerd, als het bedrijf technisch niet goed
gefundeerd is. Spr. weet wel, dat hij een re
putatie van groote zuinigheid heeft, maar
deze voert hij niet door dik en dun. Hij hoopt,
dat men op den duur zal erkennen, dat hij
goed gedaan heeft met te streven naar een
goede outillage.
Voorts sprak ir. Van Oldenborgh zijn erken
telijkheid uit aan het provinciaal bestuur, in
de eerste plaats aan den commissaris der
Koningin en dan vooral aan den heer J. N
Hendrix, lid van Gedeputeerde Staten voor
zijn steun en beleid in deze, aan den gehee-
len Raad van Toezicht voor zijn gunstig ad
vies. maar in het bijzonder aan dr. ir. Th. v.
d. Waerden, gedelegeerd lid van dien Raad,
voor zijn grooten steun en hulp.
Dank bracht de directeur voorts aan
den hoofdingenieur ir. B. F. van Nievelt, die
het gebouw tot stand gebracht heeft, terwijl
hij diens vrouw bloemen aanbood voor de
veie opofferingen, die zij zich in den huise-
lijken kring uit den aard der zaak moest ge
troosten. In zijn dank betrok spr. verder
de technische ambtenaren J. M. Kroon, D. O.
van Damme, A. Gelein en P. Houtzager, ir.
K. Bakker, die bij den betonbouw adviseerde
den hoofd-aannemer J.Teitsma, de aannemers
der fundeering, Venhoven en Evers die van den
betonbouw, Jonker en Van Herwaarden, de
onderaannemers Stuurman en Maas, Sieme'is
Schuckert, Siemens en Halske, atelier „De
Vonk" en alle andere Haarlemsche firma's.
Met een woord van dank tot de adviseurs bij
den bouw, den „aftredenden huisbaas", het
P.E.N., vertegenwoordigd door den heer F. A.
Smit Kleine, directeur, eindigde spr., waarna
hij den heer RÖell verzocht de symbolische
opening te verrichten.
De openingsrede.
Alvorens dit te doen hield jhr. Röell een
openingsrede.
Na den heer Van Oldenborgh gedankt te
hebben voor het gesprokene noemde hij ook
de heeren Hendrix en Van der Waerden om
hun kracht en doorzettingsvermogen. Den
directeur sprak hij zijn waardeering uit voor
alles wat deze gedaan heeft, hij is de stuw
kracht van dit bedrijf, aan zijn initiatief is de
tot standkoming van het gebouw te danken.
De provincie mag trotsch op hem zijn. Spv.
herinnerde er aan, hoe in 1926 de Provinciale
Staten f 30.000 voteerden voor den grond er.
f 270.000 voor de stichting en inrichting van
het gebouw, hij noemde cijfers, die den groei
demonstreeren, zooals het aantal aansluitin
gen, dat in tien jaar van 18.000 op 74.000
kwam. Nu zijn er 47 ambtenaren tegen 12 in
den aanvang. Een verhuizing naar een eigen
woning is dus gerechtvaardigd, en lag volko
men voor de hand. Dit gebouw zal voor af-
zienbaren tijd voldoende zijn voor een goede
uitoefening van het bedrijf. Dit was ook de
wensch der Provincie. Met den wensch dat al
len hier hun veelomvattende, maar dankbare
taak met voldoening mogen vervullen, in het
bijsonder de directeur, en dat het provinciale
bedrijf een zege moge zijn voor de provincie,
en het nieuwe gebouw daartoe bijdragen, be
sloot de Commissaris.
Rede J. N. Hendrix.
Vo1gende spreker was de heer J. N. Hendrix.
die ook naméns dr. Van der Waerden dankte
voor de vriendelijke woorden en namens den
Raad van Toezicht den directeur hartelijk
chmk zegde voor wat hij voor het bedrijf ge
daan heeft. De bijzondere beteekenis van de
verhuizing ligt in de groote uitbreiding, die
het bedrijf gekregen heeft in een kox-te span
ne tijds. Alle gemeenten, met uitzondering
van het 497 inwoners tellende koppige War
der hebben zich aangesloten. Die ontzagge
lijke vooruitgang is te danken aan het orga
nisatorisch optreden van den heer Van Ol
denborgh, voor wiens aandrang om de distri
butie in het klein zelf ter hand te nemen en
niet meer aan de in het groot stroom betrek
kende gemeenten over te laten, het provin
ciaal bestuur gezwicht is, wat gelukkig bleen.
Inneming van dit standpunt bracht mee door
voeren van de verplichte aansluiting. Een
tweede reden van vooruitgang was het propa
gandistisch optreden van den directeur, die
de raadsleden ging overtuigen van de voor-
deelen van de aansluiting. Nu hoort men
niet meer van bezwaren. En de derde reden
van vooruitgang was de goede commercieels
leiding.
Het bedrijf heeft door de voorzichtige lei
ding van den directeur kunnen ontkomen
aan het doormaken van een „Verlieskuil".
Voor diens soepel en tactvol optreden bracht
spr. den heer Van Oldenborgh hulde, hij
roemde de toewijding van de ambtenaren,
die haar voorbeeld vindt in ir. N. F. van Nie
velt, die met zijn groote kennis van de
bouwkunst het gebouw ontwierp, zoodat geen
architect noodig was. Er is hier geen luxe,
het is zuiver een utiliteitsgebouw. De ambte
naren hebben er zonder uitzondering een
maximum van doelmatigheid met een mi
nimum van kosten van willen maken. Spr.
hoopte, dat het tot heil van de provincie zal
zijn.
Namens het gemeentebestuur van Bloe
mendaal sprak bij ontstentenis van den bur
gemeester, wethouder J. C. Laan, die de tot
standkoming van het gebouw schetste, waar
voor verschillende faciliteiten moesten wor
den toegestaan. De provincie levert ons niet
alleen, zei hij, heerlijk water, maar ook goed
koop water.
Nadat de eerewijn rondgediend was ver
wijderde jhr Rösll in het hoofdportaal het
oranjekoord van de groote trap, waarmee het
gebouw geopend was. Er werd een rondgang
gemaakt door liet gebouw.
Geen luxe, maar sobere
schoonheid.
Ter weerszijden van de gangen in lederen
vleugel van het gebouw zijn kamers voor on
derscheidene hoofdambtenaren ,alle sober,
maar uiterst practisch met modern mate
riaal ingericht, houtgranieten vloeren, melk-
glazen lampen, en telefoon in iedere kamer.
Aan het eind van iedere gang bevindt zich
een ruimer lokaal, waarvan er op den be-
ganen grond een ingericht is voor de ad
ministratie van den waterverkoop, het an
dere voor de boekhouding. Er wordt gewerkt
met de nieuwste kantoormachines. Een bree-
de trap, aan het eind waarvan het gedenk
raam bet portaal siert, voert naar de eerste
verdieping, waar ter weer-szijden van de
gangen de kamers ziln van directie, hoofd
ingenieur en voor de Dagelijksche Commissie
uit den Raad van Toezicht. Aan het eind van
de gangen is te eener zijde de ruime, mo
dern ingerichte teekenkamer, aan den an
deren kant het geheel aan de hooge eischen
beantwoordende laboratorium, met daar
naast de lichtdrukinrichting, de fotografi
sche afdeeling en die, waar de blauwdruk
ken vervaardigd worden.
De zolderverdieping is bestemd voor de
typisten en als bergruimte. In het souster-
rain zijn de stookkelder, de fietsenbewaar-
plaats enz. ondergebracht. De concierge
woont in een eigen huis aan de achterzijde.
Het gebouw is opgetrokken van roode bak
steen, afgezet met banden van Noorsch gra
niet. De monumentale ingang met bordes
vormt een mooie afsluiting van de Plant
soenlaan. De heer Van Nievelt heeft alle eer
van zijn ontwerp en <mze omgeving, spe
ciaal het Kinheimpark heeft er zeer veel bij
gewonnen.
INGEZONDEN MEDEDEFLINGEN a 60 Csit
per reirel.
BARTELJORISSTRAAT 26-28
BONTMANTELS
VOSSEN
MANTELS
AUTOMATISCHE KOPPELING.
BIJ SPOOR EN TRAM.
Door het personeel der Spoor- en Tram
wegen wordt sinds zeer geruimen tijd ijverig
gewerkt om invoering te verkrijgen van ae
automatische koppeling. Het aan- en afkop
pelen van spoor- en tramwagens vraagt lel-
kenjare slachtoffers. En het werk dat de
rangeerder heeft is allesbehalve gevaarloos.
Reeds heeft de Internationale Federatie
van Transportarbeiders dit vraagstuk doen
bespreken bij de vergadering van het ar
beidsbureau te Genève, terwijl op aandrang
van het personeel b.v. verschillende Fran-
sche maatschappijen de automatische kop
peling hebben ingevoerd. Ook bij de N. Z. II.
T. M. is voor een belangrijk deel deze kop
peling sinds eenige jaren in gebruik.
Teneinde meer bekendheid te geven aan
dit streven beleggen de Ned. Vereenlging
van Spoor- en Tramwegpersoneel en öe
Bord van Ambtenaren der Ned. Spoorwegen
op 1 Februari a.s. een bijeenkomst, waar de
heer N. Nathans, secretaris van de I. T. F.
zal spreken over de noodzakelijkheid ven in
voering der automatische koppeling, waarbij
het gesprokene zal worden verduidelij kt door
de vertooning eener film.
De bijeenkomst wordt gehouden ir ge
bouw Caecllia, Jansstraat en is voor alle be
langstellenden toegankelijk.
MUZIEK.
ZESDE GEMEENTELIJK ORGELCONCERT.
Den Haag heeft eergisteren der Koningin-
Moeder hulde gebracht, en in de Groote
Kerk aldaar heeft een andere Vorstin, een
die haar kroon uit de handen der Muzen
ontving, de Landsmoeder toegezongen. En
het was of een naglimp van het Haagsche
feest op ons afstraalde, toen gisteravond de
Koningin onzer zangeressen op het podium
der gemeentelijke concertzaal verscheen, als
gast op het zesde gemeentelijke orgelconcert,
dat zij door haar tegenwoordigheid en me
dewerking tot een buitengewoon concert ver
hief.
Te schrijven dat de zaal meer dan vol was,
zoodat zelfs stoelen op het podium geplaatst
moesten worden waartoe dingen te ver
melden, die vanzelfsprekend zijn? „Mevrouw
A. NoordewierReddinglus, zang": de ver
melding was als een tooverformule, die de
zaal had doen volstroomen: en daar zaten
aPen, eerbiedig luisterend naar den konink
lijken zang, die nog steeds in gouden luister
straalt, maar die ook troosten en verheffen
kan.
Bach heeft zij ons vertolkt, zooals zij al
leen het vermag, schatten van schoonheid
schenkend; weemoed en hoopvolle verwach
ting in de koraalbewerkingen ..So giebst du
nun, mein Jesu" en „Jesu. Jesu, du bist
mein", die nog meer indruk maakten dan de
beide andere Bach-zangen. Later heeft zij
haar kunst aan werken ran landgenooten
gewijd. Niet aan de zangeres lag het dat de
„Abendmahlshymne" van Diepenbrock mij
spoorloos voorbij ging; het verband tusschen
de muziek en den ook op zich zelf vrij zon
derlingen tekst, die meer aan het Hoog
lied dan aan het Avondmaal doet
denken, bleef mij volkomen verborgen, en
als absolute muziek is Diepenbrock's hymne
ook weinig genietbaar. Een geheel andere
sfeer kwam met de beide liederen van B.
v. d. Sigtenhorst Meyer, op teksten van Jan
Luyken. De simpele begeleiding van „Oneyn-
dig goed" mocht wat leeg schijnen zij
werkte weldadig na de voorafgegane schier
eindelooze accoordtransformaties met hun
zwoele chromatiek; en in het lied „De nare
Schaduw" brengt de componist een zich
schoon en logisch ontwikkelende climax die
in schittering met de vertolking door me
vrouw Noordewier wedijverde. Toen dit lied
ten einde was stonden allen op om haar
voor het geschonkene dank te brengen.
George Robert, die als altijd de zangnum
mers begeleidde, encadreerde deze door een
viertal orgelwerken, die wij meerendeels
reeds vroeger van hem hoorden. Vooreerst de
Chaconne in d kl. t. van Joh. Pachelbel
("16531706L den beroemden voorlooper van
Joh. Seb. Bach; het werk heeft veel ver
wantschap met Bachs Passacaglia. Dan de
„Toccata, Adagio en Fuga" in C gr. t. van
den grooten cantor zeiven, waarin de sneler
zoomin wat tempokeuze als registrering en
technische uitvoering betreft, gelukkig was;
voorts het welluidende en mooi gespeelde
„Cantabile" en tot slot de „Passacaglia. Ko
raal en Fuga" van onzen landgenoot C. de
Wolf, een door en door degelijk en belangrijk
orgelwerk, dat een in menig opzicht ver
dienstelijke vertolking genoot.
KAREL DE JONG.
ROTH KWARTET.
Het mocht in hooge mate bevreemding
wekken, dat nog niet het vierde deel van
't ledental van den Haarlemschen Kunst
kring gebruik maakte van de gelegenheid
die het lidmaatschap bood, om een kwartet
ensemble te hooren, dat aan allerhoogste
eischen beantwoordt. Wij zullen de oorzaken
niet nagaan die dit verzuim bewerkten, maar
volstaan met te bemerken dat de wegblij
vers een gemis leden dat zij zoo licht niet
zullen herstellen.
Het was de eerste maal dat deze jonge
Hongaren naar Holland kwamen. Zij waren
niet onkundig van de successen die de Capets,
de Bohemers, de Budapesters Chaillot e.a.
hier lange jaren oogstten. Evenwel: zij waren
gewanend en als 't niet zoo soldatesk klonk
zou ik er bijvoegen: tot de tanden! Laat-
ik liefelijker beeld gebruiken: het eert
gespeelde stuk roept dit in herinnering:
Beethovens eerste strijkkwartet. Zóó opende
de onvergetelijke Luclen Capet het grootsche
werk de serie Beethovenkwartetten. waarvan
hij ons altijd weer de jonge schoonheid
gaf.
Nu zaten daar de Jonge kunstenaars uit
Hongarije. van wie Ferie Roth de primarius
is. En het mag als maatstaf gelden voor
het artistiek vermogen van dit viertal, dat
het ons van de Caoets van htt beste In her
innering riep. Wel'swaar zon men kunnen
zeggen dat Lucien Capet c.s. hen hier. vooral
in 't heerlijk adagio, „tüchtig vorgearbeitet"
hebben, om zóó naar den geest de sfeer der
muziek te geven, die door Ludwig Nohl zoo
treffend wordt gekarakteriseerd als „die
Todesklage der Liebe gleich der Grabscene
in Romeo und Julie". Maar dan is het voor
dit jonge ensemble een maatstaf voor hun
geestelijk kunnen, dat zij deze herinnering
wakker roepen.
Maar ook hun technisch vermogen grenst
aan het wonderbaarlijke. Zoo gaven zij het
slotrondo niet alleen in eer. verbluffend
tempo, maar bleven tot in alle onderdeelen
geven een klankschoonheid die In één woord
ideaal mocht heeten. Die klankschoonheid
men zou geneigd zijn haar te zoeken in kost
bare instrumenten. Maar als ik u zeg. dat
Ferie Roth een instrument bespeelt, dat eerst
kortgeleden uit de hand van den vioolbouwer
overging in die van den bespeler, en zoo ge
de wonderlijke overeenkomst in uiterlijk be
merkt met een schoone Stradivariusviool
(het roodlak-type)veel meer nog: zoo ge
hoort hoe schoon Roth dit Instrument doet
klinken, dan gelooft ge uzelf niet, en mij
evenmin. Kostbaar in pecuniair opzicht is
alzoo deze viool niet. Zij Is het allermeest
naar het wonderbare werk dat zij verricht
in het ensemble der vier instrumenten.
Het is billijk dat ik de namen noem der be
spelers. Jenö Antal is de zeer volgzame se-
dundo, Ference Molnar de altviolist, terwijl
de violoncelpartij in handen is van een
musicus die stamt uit ons land, Albert van
Doorn. Een enkele maal besloop ons bij het
hooren der altviool het heimwee naar het
wonderland dat bij de Capets de heerlijke
Stradivarius-altviool ons tooverde onder de
handen van Henri Benoit. Maar 't is al
licht beter, de herinnering aan dit Orplid te
onderdrukken: het was te schoon en mocht
niet altijd duren.
Maar erkentelijk mogen wij zijn, die na-
herinnering te zien gerealiseerd in het werk
van deze jonge, viriele kunstenaars, die al
reeds enorm moeten hebben gearbeid om
werk te geven dat op zóó hoog artistiek peil
st«at.
H"n vertolk'ng var» Ravel's kwartet was er
getuige van. In deze muziek die naar het
notenbeeld zoo eenvoudig schijnt, maar in
waarheid allerhoogste eischen stelt aan het
ensemblespel, gaven zij in één woord supe
rieur spel. Klankschoon. met prachtige
stuwingen van het Groot rythme, e* alzoo
ineesleepend altijd door, en alles in een sa-
Eer overzichtsfoto van de 19de tentoonstelling der R. A.
De kwestie tusschen secretaris en wethouder
Medio December Lebben wij op gezag van
de Telegraaf een en ander medegedeeld over
hét financieele beleid te Nieuwer-Amstel,
waar een mandaat vervalscht zou zijr, ten
einde Gedeputeerde Staten en de Provinciale
Griffie onkundig te laten van sommige uit
gaven. Men weet, dat intusschen twee amb
tenaren der provinciale griffie een onder
zoek hebben ingesteld.
Thans publiceert het Volk een uitvoerig
relaas over deze kwestie. Hieruit blijkt, dat
door den sterk rechtschen gemeenteraad een
linksch raadslid, de heer Houtman (SJD.AP.)
tot wethouder werd gekozen. Deze heer werd
bij de verkiezingen in 1927 weer als wethou
der aangewezen.
Reeds lang was de heer Houtman name
lijk ontevreden over het werk van secreta
ris en secretariepersoneel.
In deze gemeente bestond vroeger, volgens
t blad, de gewoonte, bij de aanstelling van
ambtenaren minder te letten op capacitei
ten dan wel rekening te houden met de sa
menstelling van de bevolking naar kleur en
richting Vooral de a.-r. burgemeester Colijn
had de gewoonte, gereformeerde volontairs
aan te stellen, die dan na eenigen tijd in
vasten dienst kwamen.
De bom barstte, toen de heer Houtman de
lnsturctie van den gemeentesecretaris gewij
zigd wilde hebben. Aan de den secretaris ge
geven opdracht een nieuwe instructie te ont
werpen, voldeed deze niet. een ander ambte
naar werd toen voor dit werk aangewezen,
maar tenslotte werden de belangrijkste wij
zigingen die de heer Houtman aangebracht
wilde hebben toch weer geschrapt Toen dit
ontwerp in den raad *.verd gebracht sprong
wethouder Houtman op, om daartegen be
zwaar te maken, waarbij hij ook met zijn
overige grieven te voorschijn kwam. Nie
mand trachtte hem tc weerhouden: daar
voor was de aanval te onverwacht. Het was
echter onmogelijk, op dat oogenbllk na te
gaan. of de verschillende beschuldigingen
i35 in getal» juist waren en daarom werd
een commissie benoemd, bestaande uit ver
tegenwoordigers van alle in den raad verte
genwoordigde politieke partije
Vervolgens geeft het Volk enkele bijzon
derheden over den administrateur van de
begraafplaats over deze kwestie hebben wij
indertijd reeds een en ander medegedeeld.
Het bleek tenslotte dat bij deze administra
tie een tekort was van 3000.
De commissie was voorts van meening.
dat het voorgelegde ontwerp-instructie voor
den gemeentesecretaris niet op normale wijze
in den Raad was gebracht. In haar rapport
schreef zij. dat de secretaris niet het recht
had, die instructie aan den Raad te zenden.
De secretaris (die deze conclusie aanvaard
de), diende zijn huidige opvattingen omtrent
zijn ambt in 't algemeen en ten aanzien van
het financieel beheer der gemeente in het
bijzonder, grondig te herzien, wilde hij zijn
functie kunnen blijven waarnemen; ook
diende hij te erkennen, dat zijn weerlegging
van de beschuldigingen een onjuist beeld
gaf en dat hij in zijn poging, om zich te
rechtvaardigen, te ver was gegaan.
Overigens meende de commissie, dat er,
ondanks alle fouten van den secretaris, geen
dringende reden was. hem te ontslaan, medo
omdat dit door Gedeputeerde Staten wel
licht niet zou worden goedgekeurd.
Tot slot geeft het blad nog mededeelingen
over de kwestie van het vervalschte mandaat
van f 6000 waarover wij reeds uitvoerig
schreven.
menspel dat men niet moe wordt te bewon
deren.
Hoe Haydn een tweede jeugd beleefde door
onze beroemde Kwarte+gezelsehannen, weet
ieder die de gelegenheid niet voorbij liet gaan
ze te hooren. Het Roth-kwartet te hooren
is: de groote waarde van Haydn andermaal
te ontwaren enhaar innig en diep te
genieten.
Aan de Haarlemsche Kunstkring oprechten
dank!
G. J. KALT.
MALOITZ AAN 'T WERK.
TELEPATHISCH EXPERIMENT IN
DEN SCHOUWBURG JANSWEG.
In de holle tooneelruimte waar décors al"
groote lappen in de donkere hoogte hingen
en tal van reo.uisieten kleurloos en wanorde
lijk dooreen stonden, in de zaal van der
schouwburg aan den Jansweg die kil en
leeg was. heeft de telepaath Maloitz, hier ter-
stede wél bekend, een experiment volbracht
voor een heterogeen publiek van tooneel-
knechts, werkvrortwen, persmenschen en en
kele anderen.
De opdracht die Maloitz zou uitvoeren was
vrij ingewikkeld; een jongmensch trommel
de een Tango del rose uit de piano en Ma
loitz begon te zingen, terwijl wij hem bij
den pols pakten en onze gedachten concen
treerden. Even werd achter in de zaal heen
en weer geloopen, dan schoot Kaloitz tus
schen de achterste rijen stoelen door, éér
keer. twee keer, even weifelend, dan resoluut
nog twee maal.
Een hoed die op den rand van een loge
lag werd naar de andere zijde van de zaai
gebracht en weggelegd en steeds zong Ma
loitz met krachtige stem de Tango del rose.
We werden meegetrokken het tooneel op.
achter de schermen, waar tusschen den
rommel een opgeschoten kabeltouw hing. We
dachten, zeiden ln ons zelf: oppakken, op
pakken, oppakken en een onzichtbaar fluïde
stroomde door den greep van hand en pols
naar den immer zingenden telepaath die dc
gedachte opving en uitvoerde. Het werd
moeilijk, het touw kwam op het tooneel te
liggen, werd weggeslingerd, opgenomen, een
knoop werd gelegd; verkeer, verkeerd, fout.
ging het sein der gedachten. En eindelijk,
toen een ander het leiden even overnam,
kwam het touw goed te liggen op een bundel,
de uiteinden met drie knoopen saamgebon
den.
Snel ging het nu naar een donkeren hoek
waar een cigaret verborgen lag. welke den
heer Kaart werd gepresenteerd. Uit een
vestjeszakje werd een sigarenaansteker
een „peut-étre" opgevischt ende ci
garet niet aangestoken, zooals in de op
dracht bepaald was. In vlot tempo werden
uit enkele stapels kommen er twee uitge
zocht. naar ee anderen hoek gebracht, op
een tafel gezet en op bijzondere wijze, juist
zooals van te voren bepaald was, opge
stapeld.
Dan weer dat soms even weifelende zoeken,
even loopen in verkeerde richting, rennen,
omdraaien, voortgaan, zeker van zich zelf.
Het trapje af. 't middenpad door. de zaal uit.
Nee, nee, fout, dachten we. Terug liep Ma
loitz, de deuren werden gesloten, dan greep
de hand naar een 'antaren van de noodver
lichting, die werd open gemaakt, er lag een
papiertje ln. Even dacht Maloitz na, dar.
werd het open gevouwen, er stond op: einde
van het experiment.
„Griezelig" bromde een werkvrouw- tegen
een vakgenoote. ..Knap" constateerden de
persmenschen. „Doe 't Zondag en de andere
dagen oók zoo", zei de heer Kaart, die glun
derde bij de gedachte aan volle zalen.
INGEZONDEN MEDEDEFLINGEN n 60 Cl».
j Ruwe Huid
bchrale Lippen
Doos J0-Ó0 cd 90 c». Tube 50 cl B.j Apoth. co DrOflUi
BEWAAKTE OVERWEGEN.
DE BOOMEN ROOD-WIT?
Sedert eenigen tijd overweegt de Union In
ternationale des Chemis der fer het vraag
stuk van de beschildering van de overweg-
boomen uit een Dogpunt van beveiliging van
het verkeer. De cedoeling ls een internatio
nale regeling te '.rtffen en evenals dit reeds
in Duitschland het geval is. de overweg-
boomen enz. langs de spoorwegen rood-wit
te schilderen.
In verband hiermede verneemt het Hbld.
dat de directie oer Nederlandsche Spoorwe
gen ernstig overweegt, om dien maatregel
voor de overwegen in ons land toe te pas
sen, ook al zou de Union Internationale niet
tot een beslissing in deze kemen.
JACOP VAN LENNEP
De Kon. Erk. Tooneelverceniging Jacob van
Lennep zal het tweede half Jaar van het sei
zoen openen met een cabaretavond op Dins
dag 15 Januari a.s. in het gebouw „Modern",
hetwelk uitsluitend voor dien avond voor le
den van Jacob van Lennep is beschikbaar
gesteld.
Dien avond zullen voor de vereenlging op
treden de artisten de heer Albert Klein,
gentleman humorist. Miss Daisy, fantasie-
danseres, Alberti, de beroemde zanger en Rc-
nati". conferencier en stemmingszanger (lied
jes bij de luit) en nog een tweetal extra num.
mers door artisten die des avonds zullen wor
den bekend gemaakt. Het orkest staat onder
de bekende leidng vlan Tom van der Spek. Na
afloop van het cabaret is op twee dansvloeren
gelegenheid tot dansen. Daar de eerste caba
retavond een groot succes was zullen onge
twijfeld ook voor dezen tweeden cabaret
avond de leden ln grooten getale opkomen
GEEN VT.O^KVFRBOD T~ HA*R*EM.
Het voorstel van B en W. om n'et tot het
invoeren van een vloekverbodsbenaling te
Haarlem over te gaan is door den Raad aan
genomen met algeneene stemmen op één na,
die van den heer Castricum.
DE HOOFDAGENTEN VAN POMTïE.
De Raad besloot in de zitting van Vrijdag
avond het voorstel van den heer Keesen tot
verhooging van het salaris van de Hoofd
agenten van politie te stellen in handen van
B. en W. om praeadvies.
DE WERKLOOSHEID.
Door de vorst.
Tn verhand met de vorst de w°n-if»os-
heid t>-ans van buitengewone grno'en om
vang. Too poed als a'le bouwwerken lV^n
stil en wordt er met de h-nrat^'n" werk
zaamheden gewacht tot de dooi zijn Intrede
zal doen.
Bij vorst wordt er niet zooals bij rceen-
verzuim eenige vergoeding aan de werkne
mers uitgekeerd, zoodat de verdienste in
zijn geheel stop staan.