DE ZATERDAGAVOND
«si iEattaflg&
WAAR DE CULTUURFILMS ONTSTAAN
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 12 JANUARI VIJFDE BLAD
Junghanns' ensemble, acteurs en actrices die geen schmink behoeven I Vraaggesprekken met belangrijke filmkunstenaars over belangrijke kwesties
Berlijn: Decejnber.
Eén der merkwaardigste bezienswaar
digheden van Neubabelsberg is de af-
deeling „cultuurfilm" waar Jung
hanns de baas is. Deze heer Junghanns be
hoort tot de merkwaardige lieden die altijd op
goeden voet staan met de dieren des velds.
Hanns Heinz Ewers zegt ergens: „Hij be
hoorde tot diegenen die menschen kwellen
maar een rups legde hij tusschen de strui
ken, opdat het gedierte niet doodgetrapt zou
worden."
De goede heer Junghanns behoort echter
niet tot die uitersten. Al leeft hij op zeer
vertrouwelijken voet met de rariteiten die
hem in koo'en en aquariums en herbera-
riums omgeven, hij ziet het kalm aan dat
de angstig fladderende musch, gehypnoty-
seerd door de Brazillaansche gifslang,
langzaam maar zeker getrokken wordt naar
den griezeligen opengesperden muil van het
kille monster. En zoolang het rilde lichaam
van het kruipend gedierte nog halverwege
een bobbel vertoont, ten teeken dat het zijn
honger juist gestild heeft, vliegt de musch
onbewust wellicht nog, van den vreeselijken
dood die hem wacht, nerveus tegen dc glazen
wanden van zijn kooi! Dit is geen prettig ge
sticht. Maar de heer Junghanns zegt: Mijn
gifslangetjes moeten toch ook leven? En
met dit woord, dat eigenlijk de heele wereld
in meerdere of mindere mate beheerscht,
schuift hij dit délicate vraagstuk glad van
de baan.
In één onzer eerste artlke'en liet ik u
een blik slaan door de vensters van dit
atelier. Als ik u nu bmnenleid dan moet ik
om de grootste stilte verzoeken. Jung
hanns en zijn operateur zijn bezig met een
rattenpaar! Op den grond heeft men een
hoek van een boerenerf geënsceneerd. Tegen
een houten schot staan een bezem, een hark,
een gieter. Op den grond slingert een hon
denketting. De grond wordt voorgesteld door
wat zand dat achte'oos op den cementen
vloer is gestrooid. En daaroverheen heeft
Junghanns weer wat hooitjes en strootjes
gespreid, zooclat het tafereel door den zoe
ker van de camera, bedriegelijk echt schijnt.
Dicht bij het houten schot staat dreigend
feen meta'en langwerpige rattenval, voorzien
van rde noodiee lokkende attributen. Stukjes
spek zwoerd. Een vette moederrat is voor de
verleiding bezweken. Zij zit in den val, het
luikje dat zij bij het binnenkruipen betrad
Is open geklaot en zoo tuimelde zij in den
ijzeren kooi. Maar Pa rat is verstandiger. Hij
zoekt hij snuffelt, hij speurt, hij draait om
ende bij de gevaarlijke poort, maar trekt op
het juiste moment zich telkens weer terug.
Junghanns vindt het beter dat ma rat even
verwijderd wordt. Maar 't is niet zoo gemak
kelijk om het gladde lichaam door de kleine
opening van den kooi te werken. ..Bitt' schim
kommen sie 'raus Gnadige Frau?" vleit de
regisseur. Maar ma rat voelt er niets voor.
Doch als Junghanns haar bij de staart te
pakken heeft moet onwil voor geweld wijken.
En ma rat verdwijnt met een zweefsprong
die haar door aandrang ter plaatse van de
Staart geïnspireerd wordt in haar loeïes. Nu
beginnen de opnemingen opnieuw. Men ver
wacht dat vader rat meer voor het snek-
zwoerd voelt als mama er niet bij is. Want
de verlokking moge groot zijn: zij weegt
niet op tegen het gezelschap dezer echt-
genoote.
En dus, meter voor meter doet de opera
teur weer de gevoelige filmstrook verschui
ven. Een man die met een emmer met
vleesch onaangediend binnentreedt krijgt
een hevigen uitbrander omdat hij de rat af
leidt.
Eindelijk, na veel marteken, na kwartieren-
lang tobben, na herhaaldelijk veranderen
van décor, (want de rat schijnt telkens iets
op zijn weg naar den val, te ontmoeten wat
hem hindert) is het tafereel van den rat die,
in den val loopt verfilmd.
Ik mag nu weer vrijelijk ademhalen, en
mij rustig bewegen. De Jupiterlamnen wor
den gedoofd, en de acteur verdwijnt in zijn
hok. De acteur, die nu eens geen schmink
noodig had!
De UFA is buitengewoon goed r°outilleerd
op 't geb'ed van de cultuurfilm. Wij bevinden
ons hier in het „kalttieratelier" doch een
honderd meter verderop ligt een vebouw dat
ingericht is tot warmtier atelier. Hier
groe'en varen*. nalmen en zeldzame cacte-
een. In dit milieu, dat de tropen verbeeldt,
ontstaan vele merkwaardige exotische na-
tuurfi'ms, waarvan men zou zweren dat zij
aan de oevers van eeuwen oude moerassen
zijn gemaakt.
De Brazii'aansche gifslang is één der ver
dienstelijkste acteurs van Junghanns' en
semble. „Ik heb veel met hem gewerkt"
merkt de laatste tevreden op. En ik zelf heb
gezien, hoe. in het alles onthullende licht
van den jupiter dit kleine Braziliaansche
monster kroop langs den oever van een mi
niatuur vijver (1 Meter bij 2 Meter) en zich
meester maakte van een goudvisch die het
ondiepe gedeelte bij den kant van de plas
opgedreven werd. Ratten, muizen, schild
padden, stekelvarkens, de slangenvreter
Mungo en dienst toekomstige vrouw, bij al
len wist de heer Junahanns iets interessants
te vertel'en. Voor allen had hij een naam,
een toespraakje.
Daar is de geheimzinnige „Ojas*en«tach-
ler" het dier dat in ho'en leeft, en met de
staart, waaraan een ratel zit, een vreemd
geluid maakt. Hij stampt als wij zijn hok
naderen nijdig met één der achterpooten op
den grond. En zoo doet de Paka. die boven
dien als hij zeer vertoornd is spuugt! En
berg u dan! „Hé du Böse" roept Junghanns
hem toe.
Met al de'e d'eren werkt de regisseur
met onuitputtelijk geduld. Ziln glimmende
stekende oogjes achter de brillenglazen zijn
ingesteld, op het zien en op het herkenden
van de betekenis van iedere geste dezer
beesten. Hij weet precies wanneer de opera
teur draa'en moet, en wanneer riet. En be
veelt dan ook met korte teener r draalen,
niet draaien, draa'en! En telkenmale ver
springt dan de gevoelige filmstrook eenige
Meters. En zoo ontstaan na arbeid van uur
na uur, van dag na dag, in onuitputtelijk ge
duld de belangrijke cultuurfilms der UFA.
Beneden ons, onder de steigers, onder de
Eenige foto's van mooie vlekjes in Neubabels berg en onderaan een overzichtklek van het land van schijn".
Tot zoover deze sene interviews.
In ons nummer van gisteren hebben wij
een verslag gegeven van de lezing die de be
roemde Russische filmregisseur Pudowkin in
Amsterdam hield.
Pudowkin spreekt zich daarin uit als een
\i orstander van de geluidsfilm, als het ge
luld tenmnste contrapuntisch op de film
wordt toegepast. Ik breng in herinnering
dat Ruttmann zich in den zelfden geest
uitte toen ik hem in de studio's op Tempel
hof ontmoette: „Het geluid mag niet paral
lel aan het scenario, de film illustreeren. In
tegendeel men moet een contrastwerking te
voorschijn roepen."
Er is dus een merkwaardige overeenkomst
in de Dultsche en de Russische opvatting.
Dit nog terloops over de ge'uidsfllm, die men
zoo gaarne verwijt dat zijniet stom is,
hetgeen de waarde de klacht is, van de film
zooals wij die kennen. Maar vergist gij u
hier n'et eenigszlns, vurige adept der stom
me film. die het begrip kunst ver van zich
werpt, als er sprake is van geluidsfilm?
Wantwas het opzet dat de film stom zou
zijn ofon den keper beschouwd.on
volkomenheid?
F. A,
De Zeppelin-Hall in Staaken, als jiVm-atéllcr;
daarnaast, de rat gefilmd op het punt dat hij
zich door het hout heeft geknaagd.
plaats omdat de Staat haar machtigen be
schermheer is. In de tweede plaats omdat
het materiaal: het volk en het rijk, onuit
puttelijk is. Dit zijn middelen, die geen an
dere filmindustrie ter beschikking heeft!
Heel merkwaardig is hiertegenover Zeiss-
Ier's opinie. Zooals men zich uit vorige arti
kelen herinnert is hij één der belangrijkste
figuren der UFA. Zijn geloof in de Russische
film is niet zoo hecht als dat van Thea T»on
Harbau: „Het is mogelijk dat de Russische
firn zich zal handhaven, ik ben echter bang
dat dit niet het geval zal zijn. Naar mijn
meening overheerscht te veel de Idee der
Proletkult. En daarom juist ben ik bang dat
de Russische melodie wel eens te eentonig
zou kunnen worden, dat de stof waarmee dc
filmkunstenaars in Rusland bouwen, wel
eens gauw uitgeput zou kunnen zijn.
Eens zal men misschien ontdekken, en wie
weet hoe dicht dat tijdstip bij ons ligtt dat
de Russische fl'm waarover men thans
spreekt, het onmiddellijk gevolg is geweest
van de hevige emotie der revolutie die een
soort van scheppingsdrang tot gevolg heeft
gehad. Als d'e emotie geheel vervlakt, ver
effend is. zuben er dan nog films als Potem-
kin, a's de Moeder, als „Werkstaking" ont
staan?
Joe May, de wereldberoemde regisseur die
juist de laatste hand gelegd heeft aan
„Asnhalt" bevindt zich in het kleine studio,
waar proef eedraaid wordt. Hier beoordeelt
hij de duizenden meters f"m, hier schilt,
oordee't en veroordeelt hij opdat eindelijk
het def'nitieve oroduct de wereld ingestuurd
kan worden. Bij hem is M<a Mav. zijn vrouw
die w'e herinnert bet zich nog? in dien
goeden oiu'en tijd, toen men het nog in
de lengte 7n°.ht. de hoofdrol spee'de in dc
..Koningin der aarde" een fUm die 7 weken
in 7 vervoVen draaide. Het eerste groote
werk van May! Mav die In ziin jongen rijken
tijd bezitter van een renstal was, als Mr.
Cook zelfs 7ljn paarden bereed, vliegenier
was bij Latham en de halve wereld rond
reisde tot "iin geM op was. heeft een athlc-
tlsche. w 'erzorede gestalte. Zijn opinie
over den smaak van het publiek, is wat
Europa b°treft. gunstig. Men raakt beu van
de fMms der Amerikanen die maar geen af
stand kunnen doen van het „hanpy end" die
als zij dan al een krampachtige poging
doen om kunstzinnig te'zijn, halverwege
het goede pad weer terugkeeren tot de tra
nen der verzoening, het reddende toeval, cn
de glimlach der gelukzaligheid. Naar mijn
meening zul'en drie factoren de stomme
film van de toekomst beheerschen: Dc zucht
om zich eens goed te kunnen uitlachen, de
zucht tot reizen, en de zucht naar ontleding.
Dien'engevo'ge zullen (en zijn er thans al)
in hoofdzaak 3 soorten films zijn: de zuiver
humoristische, de milieu film (die den toe
schouwers verre reizen naar vreemde mi
lieus doet maken) en de zuiver psychologi
sche film, waarin de allereenvoudigste din
gen, laat ik nu maar eens bijvoorbeeld
noemen, het leven van een dienstmeisje, be
handeld wordt. De nadruk wordt natuurlijk
op de laatste groep gelegd, daar de film op
dit eebied mldde'en tot haar beschikking
heeft die in geen andere kunstuiting gebe
zigd kunnen worden. Men denke maar eens
aan het psychologische détail?
hooge houten trappen, waar weer een ander
décor is opgesteld, dat van een Weensch re
staurant, kweelt de Jazzband Ramona (na-
turuüjk Ramona!) Voor ons ligt het moder
ne portaal van een groote chique woning. De
toegang daartoe wordt verleend door een
enorme bronskleurige deur, die uit ziet op
een sneeuwwitten breeden trap, die met
een boog sierlijk naar beneden zweeft.
De fijngevoelige, te vroeg gestorven M
Oostenrijkschen dichter. Rainer
Maria Rilke heeft de bekoring
van een statigen trap bezongen.
Inderdaad. De breede, zich bui
gende, neigende trap heeft iets
voornaams, iets rustigs. Dit wit
te architectonische wonder, dat
met breede treden verglijdt tus
schen blanke stille muren,
schijnt een ziet te hebben. Daar
boven, half bedolven onder do-
cumenten,
zii? Thea
von Harbau.
Een slanke
ernstig uitziende
vrouw, zooals ik
al zeide in haar
lange grauwe werk
jas heet zij meer van
de directerice van een
ziekeninrichting dan van
een gevierde romancière en
filmkunstenaresse. Zij staat
mij vriendelijk te woord en be
gint met haar bewondering uit
te spreken voor één der helpers
van haar man, de timmerman
Zyii naam is mij helaas ont
schoten. Deze verricht na
melijk wonderen in hout.
Het hout schijnt in zijn
handen leem te zijn.
Deze man is om
een gemeen
plaats te ge
bruiken, in
derdaad
voor de
UFA, zijn
gewicht in
goud waard
Hij is op t
oogenblik
bezig met
het model- j
leeren van
het Maan-
schip,waar
mee het
heele gezel
schap uit
Thea von Har-
bau's scenario
der film „Die
Frau im Mond"
de oneindigheid in
zal varen. Mijn
eerste vraag:
welke Is uw opinie
over den smaak
van het publiek
beantwoordt
Thea von
Harbau als
volgt: Het
publiek is
geluk-
kig niet
meer
passief. Het laat
zich vooral in
Duitschland, en in
het bijzonder in Ber
lijn niet grove sma
keloosheid opdringen. Er
is een eisch uit het publiek
gekomen. De eisch dat film
meer zij dan humbug, dan al
te naïve sensatie. En dit is
vooral belangrijk: het heeft
de film lief gekregen! Een
film première staat hier in
Berlijn reeds op één lijn
met een première op het
tooneel: zij wordt hevig
besproken, hevig becriti-
seerd, en „het" publiek Is
er bij tegenwoordig!
De tweede vraag, en het
antwoord daarop, haar
meening over de spre
kende film heb ik
reeds eerder weerge
geven. Dan een ander
belangrijk punt: de
Russische film. De
filmwereld ziet met
stomme verbazing
op tegen de Russi
sche productie, die
uit een oogpunt
van artisticiteit
alle records slaat.
En dat bij een
bijna totale afwe
zigheid van school!
Thea von Har
bau zegt dat zij
ir van over
tuigd is dat
de Russische
film zich zul
weten te
handha
ven. In de
eerste