Apropos. ROEIEN. DOOR DE INTERNATIONALE VOETBALWERELD Oscar Mathiesen. In de afgeloopen week hebben wij kort na elkaar twee simpele ijsberichtjes gehad, die echter belangrijker zijn dan menige lange beschouwing. Vandaar dat ik ze zoo zonder meer niet kan laten gaan. Het eerste was: Oscar Mathiesen verbeterde te Davos zijn eigen wereldrecord 1000 Meter schaatsenrij den en bracht het van 1 min. 31.8 sec. op 1 min. 31,1 sec. Het tweede luidde: Oscar Ma thiesen verbeterde te Davos het wereldrecord 500 Meter schaatsenrijden van Larsen 43.1 sec. door den afstand in 43 seconden te rij den. Oscar Mathiesen! De jongeren zullen zelfs Zijn naam niet kennen en dezen met eenige verwondering in de berichten hebben gele zen. Blijkbaar een nieuwe jonge ster zullen zij gedacht hebben een plotseling opgekomen komeet, die de Larsens en Thunbergs en Ol- sens en Skutabs plots de baas is. Maar de ouderen weten beter. Oscar Mathiesen is een glorieus veteraan, zoo wonderbaarlijk glo rieus dat hij er nu nog in slaagt, wereldre cords te verbeteren. Dit is verbazingwekkend. Schaatsenrijden is, althans wat de snelheid betreft, uiteraard een snort voor de jongeren en hier komt een nu 40-jarige Noor en laat dien jongen knapen zien. wat rijden is. Vroeger, voor den oorlog was deze Oscar de onbetwiste primus op de schaatsen. Nie mand kon het tegen hem bolwerken. In 1908 debuteerde Oscar, in navolging van zijn broer S. Mathiesen in snelheidswedstrijden en hij sleepte maar dadelijk het wereldkam pioenschap in de wacht. Toen was hij in derdaad de jeugdige plotseling verschijnen de komeet. Tot 1914 zagen alle rivalen zijn met ijzer beslagen hielen. Vijfmaal was hij wereld kampioen, viermaal Europeesch kampioen. En toen kwam de oorlog, die zijn land wel niet trof, maar de belangstelling in alle sport een geduchten knauw gaf. Mathie- sens naam werd zelden meer gehoord, ver drongen door belangrijker gebeurtenissen. Zijn records bleven echter bestaan en niet alleen gedurende den oorlog, maar nog tot tien jaar daarna. Eerst tijdens de jongste Olympische Winterspelen van 1928 maakten zijn drie landgenooten Larsen, Harold Strom en Carlsen zich respectievelijk van zijn re cords over 500, 5000 en 10.000 Meter meester. Mathiesen zelf was tijdens den oorlog in structeur geworden tegen betaling en had dus zijn amateurschap verloren. Hij was van de wereldkampioenschappen verder uitge sloten. Wij kregen Thunberg en de anderen, die ik reeds noemde. Oscar raakte voorgoed in het vergeetboek. Maar plotseling is hij weer opgedoken en heeft het wonderbaarlijk bewijs geleverd, dat hij ze nog allemaal aan kan, dat hij, zelfs nu nog, de snelste schaat senrijder is, dien de wereld ooit heeft ge kend, onzen vermaarden Jaap Eden niet uit gezonderd. Strikt genomen kunnen zijn re cords natuurlijk niet erkend worden, omdat ze niet door een amateur gevestigd zijn, maar hier volgt het lijstje van de snelste tijden, die in de wereld ooit op de schaatsen zijn gemaakt: 500 Meter, O. Mathiesen 43 sec. (1929). 1000 Meter, O. Mathiesen 1.31.1 (1929). 1500 Meter, O. Mathiesen 2.17.4 (1914). 5000 Meter, H. Strom 8.26.5 (1922). 10.000 Meter, Carlsen 17.17.4 (1928). Welk een glorie nietwaar voor een 40-jarig yeteraan. En nu ik het toch over deze records heb, dien ik nog te vermelden, dat ik een record prestatie vergeten heb. Er zijn de vorige week ook berichten uit Davos gekomen over het voornemen van verschillende internationale rijders om te trachten het uurrecord te ver beteren. Maar deze voornemens zijn niet uitgevoerd, omdat de rijders zich liever wil den snaren voor de kampioenschappen. Welnu, het uurrecord staat nog steeds op naam van onzen landgenoot, den Edammer C. J. J. de Koning, die ook reeds tweemaal den Frieschen Elfstedentocht won en in het uur den form'dabe^n afstand van 32 K.M. 370 wist af te leggen. Nanwehiks was het bovengaande geschre ven of uit Davos wordt gemeld dat Thumberg de 500 Meter heeft gewonnen in 42.8 sec. en Ballangrud de 5000 Meter in 8 min. 24.2 sec. Dat zijn dus weer twee nieuwe wereld records. Deze tijden doen echter aan de merkwaardigheid van Mathiesen's prestaties niets af. Honkbal in Japan. Het Amerikaansche base-ball, ginds de na tionale sport bij uitnemendheid, heeft nooit een groot succes weten te behalen in andere landen. Er zijn nog landen, en niet van de minste, waar het practisch in het geheel niet gespeeld wordt, hetgeen wel merkwaar dig is voor de eerste sport uit een rijk, dat in vele andere opzichten aardig toonaangevend begint te worden. Wij hebben in ons land een honkbalcompetitie maar deze steunt toch slechts op een kleine groep en al het enthousiasme dezer enkelingen heeft er nog geen algemeene populariteit aan kunnen geven. Japan echter is voor de base-ball sport veroverd. Daar worden nu reeds wedstrijden gespeeld voor 40.000 tot 50.000 toeschouwers en een der beste Amerikaansche scheids rechters vertoeft thans in Japan, om den weg aan te geven tot vorming van het zoo noodzakelijke corps goede arbiters. Leipziger „Zesdaagsche". Het moest tenslotte wel eens spaak loopen met al die zesdaagsche wedstrijden. Het pu bliek geloofde door de vele schandaaltjes, die er bij voorvielen al niet meer aan de zuiverheid van de uitslagen, er kwamen er teveel, waardoor nauwelijks van de eene zes daagsche uitgeruste renners alweer in de andere aan den start moesten verschijnen, het werd teveel louter een geldzaakje, dat met sport weinig of niets meer uitstaande had. Het moest eens grondig scheef gaan. De zesdaagsche te Nice werd een fiasco, die te Florence volgde als mislukking en de juist geëindigde tragi-komische vertooning te Leipzig heeft de deur dicht gedaan. In de Saksische hoofdstad hadden de renners klaarblijkelijk één groote en hechte combine gevormd met de afspraak, dat alle strijd achterwege zou blijven. En aan deze afspraak hebben zij zich van het startschot tot aan het eindsignaal met een toewijding, een veel betere zaak waardig, gehouden. Zes dagen lang hebben zij op de verve lendst denkbare wijze over het kleine baan tje rond gereden, aanvankelijk tot verwon dering, daarna tot verontwaardiging, ein delijk tot hoog oplaaiende woede van het publiek. Op den vijfden dag nog werden er premies uitgeloofd, maar noch aeze aanspo- rirg, noch de telkens weerkeerende klasse menten vermochten de renners aan te spo ren tot eenige extra krachtsinspanning. Ze bleven maar rondcirkelen, eindeloos en ver velend en wie er bij een premie of een klas sement toevallig vooropreed, had gewonnen. Het publiek schreeuwde en tierde ten slotte en de renners grijnsden maar wat te rug. Het werd zoo erg, dat men met allerlei projectielen begon te smijten, zooals proppen papier, vruchten e.d. Dit is een gevaarlijk vermaak en dus greep de politie krachtig in en wees den oproerkraaiers de deur. En de renners draaiden verder. Zoo iets is in een wielerwedstrijd nog nooit voorgekomen. Men weet nog niet met zeker heid wat den renners tot dit hoogst zonder ling ontreden heeft bewogen, maar er zal wel een streng onderzoek volgen en er is reeds bekend gemaakt, dat de startgelden niet ten volle zullen worden uitbetaald. Maar deze geschiedenis bewijst weer eens te meer, dat dergelijke vertooningen niet in de sport thuis hooren. Misschien komt men er nu langzamerhand toe om dat heele zes daagsche gedoe af te schaffen. Dergelijke gebeurtenissen zullen tenminste stellig an dere imnresarios van wielerbanen niet aan moedigen. OxfordCambridge. De studenten van Oxford en Cambridge bekampen elkaar jaarlijks in zoo ongeveer lederen tak van soort onder de zon, maar als er zonder meer gebroken wordt van OxfordCambn'dee denkt iedereen aan den roeiwedstrijd die te'ken jare in de April maand oo het tradit'on^e^e Thampc-traie"* wordt gestreden en die met den eindstrijd nm den voefba1beker en de Derbv te En*om de drie groote snortevenementen van het jaar in Engeland vormt. De ploegen, of althans de roeiers die vonr- loomg zijn gekomen, zn'n reeJ<s eeni«">n tijd weer in geregelde training. Wat er in deze maanden van de universitaire studie terecht komt is een tweede, de roeisport is het be langrijkst.. Z°'fs in de dagen van strenge vorst, die ook Engeland heeft meegemaakt, werden de oefeningen niet geschorst, voor zoover het water bevaarbaar was. De voorbereidingen zijn ditmaal bijzonder consciëntieus, omdat in de geschiedenis van de race nog nooit zulk een naiiver is ge weest als juist in dit Jaar. De wedstrijd vond voor de eerste maal plaats in 1829 en Oxford- Cambridge bestaat dus in April honderd jaar. Daar komt nog iets bij. Oxford heeft tot- nutoe 40 maal gewonnen, Cambridge 39 keer. eenmaal eindigde de strijd in een dead-heat. (In den eersten tijd en tijdens den oorlog werden de wedstrijden niet geregeld elk jaar gehouden, vandaar het verschil tusschen aantal en bestaansjaren). Wanneer dus straks Cambridge wint, zal de statistiek na 100 jaar precies gelijk zijn en daarom oefent Cambridge hard. Wint Oxford, dan is de balans na een eeuw in haar voordeel, ook voldoende reden om er een schepje extra op te gooien. Bovendien is Oxford, dat voor den oorlog een reeks overwinningen behaalde, na den wapenstilstand erg afgezakt. Van de tien races sedert 1919 won Oxford slechts eenmaal en Cambridge de rest. De donker- blauwen zetten er dus alles op om hun voor sprong, die nu zoo klein mogelijk is gewor den, te handhaven, de lichtblauwen hopen nu eindelijk gelijk te komen en in de toe komst den achterstand in een voorsprong om te zetten. Het publiek dat straks weer ln honderd duizenden de oevers van de Theems zal be volken om de race te volgen, vaart er wel bij. 4 AutO'snelheidsrecord. Het is bekend dat Major Segrave en Major Campbell vroeeere Engelsche houders van het wereld-snelheidsrecord in automobielen het niet kunnen verkroppen dat de Ameri kaan Ray Keech thans recordhouder is. Ze sraan dus beiden een nieuwe poging wagen. Twee enorme renwagens zijn weer in elkaar gezet, beide van bijzonder snel, windbre kend model,♦beiden met ettelijke cylinders en een ongeloofelijk aantal paardekrachten. Theoretisch is de zaak natuurlijk voor elkaar, want beide wagens kunnen sneller dan de White Special van Ray Keech. Het is nu nog maar de vraag of een zwakke plek in een der banden of een steen tje op het recordtraject de zaak niet in de war stuurt en den roekeloozen coureur doodt. Ik blijf zoo'n heele onderneming dwaasheid vinden, een nutteloos spelen met den dood. Maar daar wou ik het niet over hebben. Segrave is nog aan het construeeren, maar Campbell zit reeds on de boot naar Zuid- Afrika om daar op een stuk strand het re cord aan te vallen met zijn Blue Bird. Het zal den lezer in dit verband wellicht Inte resseeren dat Campbell zich bij het zoeken naar een geschikt traject eenigen tijd gele den ook gewend heeft tot de Kon. Neder- landsche Automobiel Club met de vraag of in ons land „aan den voet der blonde duinen" niet een geschikt stuk te vinden was. een 10 K:M. recht vlak hard strand. Men heeft hem, naar ik meen. geantwoord, dat men eerst weieens nadere gegevens wilde hebben over afmeting en gewicht van zijn „bolide". En toen is er verdér niet van gekomen. Wij behoeven er, dunkt my, niet rouwig om te zijn, dat de Engelsche majoor zijn nek niet on ons strand waagt, ook al zouden on getwijfeld velen wel eens een auto in actie willen zien, die den afstand HaarlemAm sterdam zou kunnen afleggen in drie minu ten, wanneer de banden het zoo lang kon den uithouden. De levensduur van de spe ciaal geconstrueerde banden wordt nu slechts voor anderhalve minuut door de fa briek gegarandeerd. De doelnet-uitvinder. De Engelschen hebben een nationalen held ontdekt, namelijk de uitvinder van de voetbal-doelnetten. Vele jaren geleden speel de men ook in Engeland zonder deze nuttige voorwerpen en het gevolg was dat er vaak twist ontstond tusschen de spelers onderling eri met den scheidsrechter over de vraag of een schot wel binnen den paal was doorge vlogen of er net buiten, wel onder de lat of er juist over. Soms gaf dit aanleiding tot de heftigste ruzie en een scheidsrechter uit die dagen Lythgoe genaamd beklaasde zich hierover jegens een vriend, die Brodie heet te. Waarop deze vriend met een geniale in geving de doelnetten uitvond, die thans nog in precies denzelfden vorm worden gebruikt over de geheele wereld waar voetbal wordt gespeeld. De uitvinder is er, zooals dat meer gaat, niet rijk van geworden, maar als hij zoo wijs was geweest, om een percentage van e'k verkocht doelnet te elschen, zou hij nu miljonair zijn. Een eenvoudige gedachte lijkt het, nietwaar, maar toch heeft men vele iaren gevoetbald en onder moei1ij ke kwesties gezucht, zonder dat iemand op deze een voudige gedachte kwam. Met hoeveel uitvindingen is het niet zoo gegaan. DE NIEUWE ACHT VAN HET SPAARNE. BIJ DOSSUNET. Dit jaar zal de R. Z. V. Het Spaarne voor het eerst in haar historie, op de roei- wedstrijden uitkomen ln de acht. Een jaai geleden was daar nog geen sprake van. maar de groote successen, die de vereeniging in het vorige seizoen behaalde leidden er toe dat een inschrijving onder de leden werd geopend om een achtriemsgiek te kunnen koopen, en dat het geld bij elkaar kwam. Het Spaarne beschikt over een ook naai verhouding tot het aantal van vierhonderd leden groote vloot van toerbooten. d-w.z. wherries, overnaadsche skiffs en overnaad sche gieken. Het racemateriaal, ofschoon van uitstekende qualiteit, is in omvang nog zeer beperkt. In den ouden tijd heeft de ver- eeniging wel eens een heel oude achtriems giek bezeten, maar die was ver boven den leeftijd om er nog in te kunnen racen en moest weldra wegens te erge ouderdoms zwakte definitief worden afgedankt. Deze nieuwe boot zal dus de eerste wedstrijd-acht van de vereeniging zijn. De nieuwe giek heeft een lengte van acht tien meter (vierriemsgieken zijn ongeveer dertien meter lang) en is, over de boorden gemeten, 68 c-M. breed. De boot weegt niet meer dan ongeveer 100 K.G. Ondanks haai lengte zal zij gemakkelijk geborgen kunnen worden in de bootenloods van het clubge bouw, die 24 M. diep is. Ofschoon het bestuur gaarne de opdracht aan een Hollandsehen bootbouwer gegeven zou hebben, heeft het dit niet kunnen doen door de nog steeds bestaande aanzienlijke prijsverschillen met de Fransche industrie. Dientengevolge is deze acht besteld bij den constructeur Dossunet te St. Maur-des- Fossés, een plaatsje aan de Marne, dicht bij Parijs. Van Dossunet zijn ook de race-vier en de race-twee van Het Spaarne, waarmee de vereeniging de beste ervaringen heeft opgedaan, zoodat men bij voorbaat vertrou wen heeft in de qualiteit van deze acht. Dos- sunet's gieken zijn ietwat breeder en liggen stabieler dan de Engelsche racegieken, ter wijl in de practük gebleken is dat zij min stens even snel zijn. Verder onderscheiden zij zich, zooals de meeste producten van de Fransche industrie, door de buitengewoon sierlijke en zorgvuldige afwerking. Aan het vernissen b.v. wordt bijzonder veel zorg be steed, en de tafbekleedlng van vóór- en ach tersteven krijgt niet mir.der dan zeven lagen vernis. Ik heb onlangs de nieuwe Spaarne- giek te St. Maur gezien zij wordt tegelük afgeleverd met een precies-gelijke boot voor de bekende Société du Sport Nautique de Gand en het is een prachtig „schip", dat de Spaarne-vloot rijker wordt. M. Dossunet, die een lange loopbaan als bootbouwer achter den rug heeft, en heel wat gieken aan Hollandsche vereenigingen heeft afgeleverd, zoodat hij alle leidende menschen in onze roeisport kent en hun na men met virtuositeit uitspreekt, heeft een gansclie internationale cliëntèle. Pas had hij een „zee-giek" voor Marokko gebouwd van een type dat wij nog nooit in Holland gezien en er trouwens ook niet noodig hebben. De Marokkanen houden roeiwedstrijden op 2-ze in deze gevaarten, die op een Hollandschen roeier den indruk van Ware fregatten maken. De nieuwe achtriemsgiek voor Marokko, zestien meter lang en natuurlijk niet glad maar overnaadsch, met de dollen op de boorden en de slidings sterk-excentrisch ge plaatst, was niet minder dan 1 M. 30 breed en leek wel wat op een buitengewoon groote ofschoon ook bizonder sierlijke sloep. „Luxe galei" is misschien de typeerendste benaming Goedkoop is dit gevaarte niet; het kost den Marokkanen 19000 francs, hetgeen bij de lage koers toch nog overeenkomt met een kleine tweeduizend gulden. Voor Egypte bouwt Dossunet hetgeen hij noemt „canoés", die met de Canadeesclir canoes alleen den naam gemeen hebben. Dit zijn breede korte bootjes voor één roeier, zonder stuurstoel, voorzien van sliding en met scherpen vóór- en achtersteven, die evenals bij de Canadeesche canoes van bo ven dicht zijn. Het model is merkwaardig. D: bodem met een stalen vin, die evenwel niet noodzakelijk is voor de stabiliteit, er. dus ook afgenomen kan worden is mid scheeps vrUwel plat en doet denken aan die van een glijboot. Zco'n canoé is onbegrijpe lijk licht, gezien haar afmetingen zy weegt maar 25 K.G. Misschien zullen wij deze bootjes nog we1 eens in Holland zien. Zij lijken ideaal voor roeien op ruw water, dus op de meren en de rivieren, en er is nog wat bergruimte in ook zoodat zü prachtig geschikt zouden zijn voo; groote tochten. De herleving van de Rond- VAN HOCKEY OP HET IJS. Bandy en ijshockey. Hoe bandy in ons land kwam. Willem Muiier en zijn mannetjes. Er is in de laatste weken, voor het ging dooien eilacie. nog aleens wat bandy, of liever gezegd ijshockey in ons onberekenbaar ijs- landje gespeeld. Ja, bandy of ijshockey. Dit Is een sport waartegenover wij telken Jare weer zoo onvoorbereid staan, dat de mees ten onzer niet eens weten of ze met bandy dan wel met ijshockey te maken hebben. Want dit is heelemaal niet netzelfde. neen, laten wij beginnen dat nogal verbreide mis verstand weg te nemen. Bandy, dat vroeger beoefend werd is iets heel anders dan ijshockey, dat het moderne spel is en dat u de vorige week nog van Belgen en Nederlan ders op onze ijsbaan heeft kunnen genieten. Laat ons er niet al te ver op Ingaan, maar bandy werd gespeeld door elftallen en met een bal, ijshockey door zestallen op een kleiner terrein en met een schijf. Het model van de stokken is ook nogal verschillend. Maar wij wilden het nu meer hebben over de introductie van het bandy-spel in Ne derland, want aan Haarlem is indertijd de eer te beurt gevallen, dit spel voor de eerste maal ten ijstooneele te brengen en de man die er achter zat was de altijd frisch spor tieve Willem Muller, eerevoorzitter van H. F. C. nu en eerelid van den Nederlandschcn Voetbal Bond en den Nederlandschen Hockey Bond. De heer Muller vertelt zelf van de eerste kennismaking met bandy in Het Groote Sportboek voor Jongens, dat door Henri van Booven samengesteld, het vorig jaar bij Kluitman te Alkmaar verscheen. In den winter van 1890'91 had Muller'3 Engelsche vriend Tebbutt geschreven dat hij met een demonstratie-elftal zou komen. Een paar dagen later waren ze er al. De schrijver vertelt hoe hy op zijn karretje sprong om zijn mannetjes te vertellen, dat er overmorgen een kudde levensgroote Engelschen zou komen, om hun bandy te leeren. Ze kwamen, de gasten en liepen doop Haarlem met veelkleurige petjes op. Ze had den veel bekijks en imponeerden geweldig. Intusschen bereidden Mulier's mannetjes zich voor op een wedstrijd In een tak van sport, die zij nog heelemaal niet kenden. Dc „mannetjes" Harry Westerveld, drie gebroeders Eldering. sterke felle rijders. Bert Koolhoven, Karei Pies, Klaas Pander, de snelste Hol landsche rijder na Jaap Eden, Tromp de Haas, Jhr. W. Schorer en Willem Muiier zelf. En ze kregen voor hun pantalon, met 14—1 liefst. Maar den volgenden dag ging het al heel wat beter. De mannetjes van Muiier leerden gauw aan en het werd maar 6—0. Er kwam nog een derde ontmoeting en toen geschiedde het wonder. Met de tanden op elkaar, fel vechtend, wisten die Holland sche knapen niet alleen de formidabele gas ten in toom te houden, maar hen te klop pen met de, in de omstandigheden ver bijsterende score van 8—1. Intusschen was er hechte vriendschap ont staan tusschen gasten en gastheeren en Muiier en C. J. Posthuma, de cricketer, ver gezelden de Engelsche ploeg naar Friesland, dat zij met alle geweld moester» aanschouwen als het schaatsen-Walhalla van Nederland. Zoo was de introductie van het bandy-spel in de lage landen aan de zee. vaart door Nederland zal ze misschien ln ons land brengen. De firma Dossunet levert tegenwoordig ook aan Japan, waar men zooals wij op de Olympische Spelen gemerkt hebben de roeisport sinds enkele jaren heeft inge voerd, in denzelfden vorm en met dezelfde racebooten als wy gebruiken. „Een goed ding voor mij", zei de Fransche bootbouwer. „Cela marche fort bien. De Japansche markt wordt een mooi afzetgebied" R. P. Een onsportieve bepaling. Knoeierijenaport in Frankrijk De wedstrijden om den Engelschen Cap. Ruim 888000 toeschouwers by de eerste ronde. Een totale recette van ruim 575000.— De wedstrijden om het wereldkampioenschap. In een vroegeren brief schreef ik reeds over de pech van de Fransche kampioenclub de Red Star, die kans liep den bekerwedstrijd te gen de Stella uit Cherbourg, welken de Red Star gemakkelijk had gewonnen, door een vergeetachtigheid van den secretaris te ver liezen. Dat is inderdaad gebeurd. De zaak heeft intusschen nog al wat stof opgeworpen, waarschijnlijk juist doordat het hier de Fran sche kampioenen betrof. De kwestie op zich zelf is voor ons van heel weinig belang, ik maak er dan ook alleen nog verder melding van om te doen zien, dat, waar de leiders zelf zulke weinig sportieve be palingen in het leven roepen, men eigenlijk van de clubs niet meer sportiviteit kan ver wachten. De leiders streven er zoogenaamd naar om de sport hoog te houden doch door het mogelijk te maken, dat een op het veld behaalde overwinning, door een onwillekeurig begaan verzuim, in een nederlaag kan worden omgezet, doet men meer nadeel aan de sport dan het verkapt beroepsspel, het ronselen van spelers en wat dies meer zij. De bepaling is in het leven geroepen om geknoei met spelers te voorkomen, doch daar in het onderhavig geval de speler Diaz reeds een viertal seizoenen voor de Red Star heeft gespeeld en er niet in het minst aan denkt van club te veranderen, is het duidelijk, dat men hier niet met geknoei doch met een ver zuim te doen heeft, dat op z'n hoogst met een paar gulden boete gestraft had mogen worden. Onbegrijpelijk is het dan ook, dat toen op de algemeene vergadering van den Fran schen Voetbal Bond de vraag werd gedaan of men er mede accoord ging, dat de wedstrijd zou worden overgespeeld, men vrijwel alge meen verklaarde, dat de bepaling nu eenmaal be^nö. en dat ze derhalve ook gehandhaafd moest worden. Blijkbaar waren de meeste af gevaardigden blij, dat ze op die manier van een lastigen tegenstander in de wedstrijden om den Franschen beker waren ontdaan! Het handhaven van den letter van de wet is wel gemakkelijk, doch kan tot groote onbil lijkheden leiden. Intusschen vraagt men zich ln Parijs met belangstelling af, wie toch wel zoo vriende lijk ls geweest de Stella op de hoogte te stei- len van het feit, dat op de pas van Diaz het bondsstempel ontbrak. Overigens is het in Frankrijk een sport op zich zelf geworden om te trachten nederlagen om .te zetten in overwinningen, door overtre dingen der tegenpartij. Men heeft zelfs ad vocaten, die blijkbaar een speciale studie van de reglementen gemaakt hebben, die de clubs daarbij een handje helpen. Ook het ontdui ken van de bepalingen omtrent het overgaan van spelers naar een andere club, mag zich in de algemeene belangstelling verheugen. Hierin staat men blijkbaar voor niets. Er zijn gevallen bekend, dat men niet alleen met val- sche handteekeningen gewerkt heeft, doch zelfs met geheel gefingeerde brieven. In de meeste gevallen is het niet de spor tieve eer waar het om gaat, doch het geld. Onwillekeurig vraagt men zich af, waarom men dan niet tot invoering van beroepsspel overgaat, waardoor de toestanden toch veel zuiverder zouden worden. Op de laatste ver gadering van den Franschen Voetbal Bond ls wel het besluit genomen om een commissie te benoemen, welke omtrent invoering van be roepsspel in Frankrijk zal hebben te advisee- ren, doch over het algemeen is men van oor deel, dat de publieke belangstelling voor voet bal in Frankrijk niet voldoende is om be roepsspel mogelijk te maken. De wedstrijden om de Engelsche Cup mo gen zich toch nog maar steeds in de alge meene belangstelling verheugen. Niet alleen het Engelsche publiek, doch sportliefhebbers over de geheele wereld, stellen in deze wed strijden belang. De resultaten worden dan ook onmiddellijk over de geheele wereld rc.id- geseind of draadloos bekend gemaakt. De groote belangstelling van het Engelsche publiek voor deze wedstrijden zal wel zijn toe te schrijven aan het feit, dat de wedstrijden juist belangrijk worden op het oogenblik, dat de algemeene belangstelling voor de League wedstrijden wat begint te verminderen, door dat zeker de helft van de clubs geen kans meer heeft op het kampioenschap en veilig is voor degradatie. Clubs, die haar kansen op het kamoioen- schap hebben verspeeld, kunnen dan nog een poging doen om zich te herstellen door succes in de wedstrijden om de Cuo. zoodat die wed strijden niet alleen een prikkel zijn voor het publiek doch ook voor hernieuwde activiteit van de spelers. De verleden week gespeelde ronde voor de Cup, de derde, was de eerste waarin de groote Leagueclubs van de party waren. Deze clubs zijn nL van de voorwedstrijden vrijgesteld, welke eer ook aan de Corinthians te beurt valt. Vier en zestig clubs hebben elkaar het recht om in de volgende ronde te komen, betwist. Groote verrassingen heeft deze ronde niet opgeleverd daar over het algemeen de sterkere clubs van de eerste divisie van de League de overwinning behaalden.Merkwaar dig is echter de groote overwinning van de Corinthians op Norwich City. Vrijwel alge meen nam men aan, dat de groote amateur club niet meer dezelfde sterke ploegen van vroeger in het veld kon brengen, doch de wedstrijd In Norwich heeft het tegendeel be wezen. In het verslag van den wedstrijd in Athletic News lees ik tenminste, dat de ploeg van de Corinthians maar heel weinig behoeft onder te doen voor het sterkste elftal dat vroeger ooit door de Corinthians in het veld is gebracht. Vooral in A. G. Bower, den vete raan achterspeler, heeft de club een grooten steun. Men beschouwt hem ook thans nog als een der beste achterspelers in Engeland en dat wil heel wat zeggen. De Corinthians ko men nu in de volgende ronde tegen West Ham, zoodat er een kleine kans is, dat ze dit maal voor de eerste maal ook de volgende ronde zullen overleven. Hun wedstrijd wordt in elk geval de clou van de volgende ronde, zoodat het veld van West Kam wel niet in staat zal blijken te zijn, alle liefhebbers, die den wedstrijd willen bijwonen te bergen. De belangstelling voor de Cupwedstrijden wordt weer duidelijk gedemonstreerd door het aantal toeschouwers en de ontvangsten. Niettegenstaande vele wedstrijden ln zeer on gunstig weer gespeeld moesten worden, trok ken de 32 matches in totaal 888.672 toeschou wers. Verleden jaar trokken de 35 voor deze ronde gespeelde matches 3 wedstrijden bleven aanvankelijk onbeslist 826.000 kij kers. De 8 herspeelde wedstrijden voor deze ronde zullen het totaal aantal toeschouwers zeker nog aanzienlijk vermeerderen en ook wel zorgen, dat de recette, die verleden jaar f 672.000 bedroeg dit jaar dat bedrag nog wel zal overtreffen. De 32 wedstrijden van verle den week, brachten reeds ruim f 575.000 in het laadje. Voor het eerst sedert den oorlog, is deze recette, na aftrek van de belasting, ge heel voor de betrokken clubs, daar de Engel sche Voetbal Bond afstand heeft gedaan van de 5 pet., die het in den laatsten tyd op de bekerwedstrijden had gelegd. Die heffing heeft zooveel geld in het laadje gebracht, dat de Engelsche V. B. op het oogenblik financieel een der krachtigste sportbonden van de ge heele wereld is. Verleden week heeft het be stuur zich dan ook de weelde veroorloofd, een som van liefst f 12.000 te storten in het fonds voor noodlijdende mijnwerkers. Daar de clubs zelf op het oogenblik het geld hard noodig hebben, heeft men gemeend van de verdere heffing afstand te moeten doen. Gelukkig is men in ons land tegenwoordig ook niet erg kieskeurig bij het keuren van voetbalterreinen, zoodat hier ook vaak op zeer slechte velden wordt gespeeld. Maar de aller slechtste terreinen ln ons land zijn ideaalvel- den wrgeleken bij de gronden, waarop het meerendeel der bekerwedstrijden verleden week gespeeld werd. Op sommige velden kon den de spelers zich tenminste slechts met moeite voortbewegen, ze moeten wel goed ge oefend geweest zijn, om bet op zoo'n terrein anderhalf uur vol te houden. De plannen voor het organiseeren van een wereldkampioenschap door de F. I. F. A. be ginnen steeds vaster vorm aan te nemen. Op het oogenblik, dat lk dit schrijf, is de door de F. I. F. A. benoemde commissie tot bestu deering van dit vraagstuk, voor dc tweede maal in Gcnève bijeen. Men heeft destijds het plan reeds ln groote lijnen vastgelegd, het gaat thans slechts om de flnancleele zijde van de zaak te regelen. In beginsel is men het er wel over eens, dat de bonden niet zelf alle kosten aan de uitzending van een elftal ver bonden, zullen hebben te dragen. Door een aandeel ln de recettes van de door hen ge speelde wedstrijden, zullen ze niet all' sa schadeloos gesteld kunnen worden doch dan zullen ook de meest succesvolle landen nog winst maken. Iets dergelijks derhalve als bij de wereldkampioenschappen wielrennen. Evenals bij het wielrennen, zal hier de lei dende bond ook de organisatie opdragen aan een der toegetreden landen, welke land dan ook het risico van de geheele organisatie heeft te dragen. in Zweden voelt men er veel voor de eer ste wereldkampioenschappen te organiseeren. Men heeft daar reeds een commissie van voorbereiding aangewezen, zoodat men op het congres in Madrid, dat over de zaak zal be slissen, met nauwkeurig uitgewerkte voorstel len kan komen. In alle geval is men thans reeds zoover, dat een plan, dat een jaar geleden nog een uropio leek, op het punt staat verwezenlijkt te worden. C. J. GROOTHOFF. Bilthoven, 19 Jan. 1929.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 7