HAARLEM'S DAGBLAD EEN OVERDEKTE ZWEMINRICHTING IN 'T BRONGEBOUW? FEUILLETON Het Meisje uit de Stad Schoolgaande Kinderen PUROL BINNENLAND HET DRAMA TE GROOTEGAST. y De heer H. L. Warnier over deze grootsche plannen. ER ZIJN „ALLEEN" FIN ANCIEELE BEZWAREN. MAANDAG 21 JANUARI 1929 Naar het Engelsch van H. A. VACHELL. 16) Hazel keek toe hoe haar begeleider op steeg op de manier die in het veedistrict gebruikelijk was. Op dat moment dat zijn voet de stijgbeugel aanraakte, sprong de vos vooruit. George zwaaide zich op zijn gemak in het zadel. De vcs maakte een paar schert send bedoelde bokkesprongen. Nu volgde een mooi staaltje van rijkunst. George stoof er van door, oogenschijnlijk regelrecht op de schuur af. Hij bracht zijn paard tot staan oo een voet afstand van den muur, deed het dier oo de achteipooten omwenden, rende naar Ha^el terup en hield lachend in. O! riep Hazel uit. Samantha zei minachten^. Dit is nor n' 's. George, raap mijn za'-'doek eens op' Ze gooide haar zakdoek neer en stapte achteruit. George aarzelde of hij een voorstelling zou geven, zonder aanmoediging van Hazel. Zij glimlachte tegen hem met stralende oogen. Alstublieft, zei ze smeekend. Hij reed naar de omheining, keerde, en vuurde de vos aam Toen paard en ruiter DERDE BLAD de zakdoek naderden scheen d<* man hals over kop uit het zadel te schieten. Hazel deed verschrikt haar oogen dicht Toen ze ze weer opende, bood George Samantha den zakdoek aan. Daarop raakte hij den vos met zijn sporen aan. Hst kranige diër rende naar de omheining, stopte, keerde en rende terug. Zoowel op den heen- als op den terug weg sprong George op den grrnd en zwaaide zich weer in het zadel. Hazel was zeer onder den indruk van deze kunststukjes. Laten we er nu op uitgaan, zei George. Ze lieten hun paarden den heuvel opstap pen, tot zij bij het kleine kerkhof kwamen George hield zijn paard in, keerde zich terzijde in het zadel, terwijl hij naar de graven keek, bruine aardhsuveltjes. Vader ligt daar, zei George, drie zusjes en een broertje. e moeder heeft me over de diphtharitis verteld. Ja, vreeselijk hai-d voor moeder. Ze Is dol op kinderen. Dat zal wel zoo in den aard van de vrouw liggen. Niet altijd antwoordde Hazel rustig Wat zeg je? Hij sprak scherp, met eer. blik recht in haar oogen. Hazel haastte zich erbij te voegen: Ik bedoel dat er vrouwen zijn die niet om kinderen geven. Dan zijn het geen vrouwen, antwoord de George verachtelijk. Hazel zweeg. In het diepst van haar hart DE TTNANCTEFXE VERHOUDING TUS SCHEN RIJK EN GEMEENTE. Zonder Ingrijpende wijziging door de soc.-democraten onaan nemelijk geacht. De foren senbelasting moet worden ver beterd. Een onzer medewerkers schrijft: Gisteren werd in een der zalen van Hotel Krasnapolsky te Amsterdam een bijeenkomst gehouden van de Vereenlging voor soc.-dem. leden van Gemeenteraden en Provinciale Staten. De vergadering stond onder voor zitterschap van den heer Ed. Polak te Am sterdam. Door den heer P. M. Wibaut werd een uit voerig betoog gehouden over het door Mi nister de Geer ingediende wetsontwerp tot wijziging van de financieele verhouding tus- schen Rijk en Gemeente. Spr. betoogde, dat de soc.-democraten voor de taak gesteld zijn zich een oordeel te vormen over de beteekenis, die aanneming voor het wetsontwerp zou hebben voor het gemeentelijke leven. Spreker stelde voorop, dat de soc.-dem. in de gemeente een levend organisme zien, dat tot taak heeft de ver zorging van de gemeenschap zoo volmaakt mogelijk te maken en dat daarom de ge meente de vriiheid moet hebben haar huis houding vrijelijk te kunnen bestleren. Door het Rijk worden den gemeenten steeds grootere lasten opgelegd, lasten die in feite ten koste zouden moeten komen aan de Rijkskas. Bij de installatie van de Staatscommissie tot bestudeering van het vraaestuk der fi nancieele verhouding is dit volledig door de regeering erkend. Er zijn er onder ons. zeide spreker, die de meening zijn toegedaan, dat alle uitgaven voor onderwijs, armenzorg, politie en werk- loozenzorg ten laste van het Riik moeten komen. De Staatscommissie is echter niet zoo ver gegaan, maar spr. meent, dat het raoport der commissie aanvaardbaar zou zijn geweest. De Regeering heeft echter thans zelfstandig een geheel ander ontwerp ingediend dan de Staatscommissie had mo gen verwachten. Uitvoerig critiseerde spre ker het Regeeringsvoorstel. Spr. betoogde dat een nieuw stelsel zou moeten voldoen aan de gebiedende voor waarden, dat het bestuur der gemeente in staat moet ziin door eigen belastingheffing in de vereischte uitgaven voor sociale za ken te voorzien. Spreker was van oordeel dat aan deze voorwaarde zelfs niet in oldoende mate zou worden voldaan dan den gemeenten volle dige vrijheid te geven tot het heffen van opcenten op de gemeentefondsbelasting, om dat daarbij niet. zooals bij een eigen inkom stenbelasting. verband kon worden gelegd met de economische structuur en de inkom- stenverdeeling der gemeente. De gemeenten moeten de bevoegdheid hebben in hare keuze gemeentelijke inkomstenbelasting of opcen ten oo het gemeentefonds te hebben. Spreker zeide nadrukkelijk, dat het wets ontwerp-de Geer niet bekeken ma. worden voor een bepaa'de gemeente, maar de wer king over de geheele linie moest worden na gegaan. Spreker betreurde het. dat door de Regeering niet meer gegevens waren be schikbaar gesteld. Het was spreker deson danks gelukt om de vergadering eenige cij fers te kunnen voorleggen die z.i. niet zullen afwijken van de door de regeering nog te verstrekken gegevens. Als zijn conclusie meende spreker te moe ten mededeelen. dat den genieenter de be voegdheid wordt gelaten, die de gemeente wet thans eeeft tot het heffen van een eisen inkomstenbelasting, ook naast de gemeente fondsbelasting. In de gemeentefondsbe lasting zal de progressie moeten wor den versterkt. De bestaande belasting op het personeel moet niet worden omgezet in een gemeentelijke verklaringsbelasting, doch moet blijven Rijksbe^sting. waarvan de ge heele opbrengst, hoofdsom en opcenten, aan de gemeenten moet worden uitgekeerd. Volgens spreker moet voor de toekenning van de opbrengst van rijksgrondbelasting op gebouwde en ongebouwde eigendommen aan de gemeenten een stelsel worden aanvaard, waarbij de plattelandsgemeenten niet in minder gunstige oositie komen dan de ste delijke gemeenten. De forensenbelasting. Voorts zal volgens spreker de thans gel dende forensenbelasting in ieder geval moe ten worden verbeterd, zoodat niemand als forens meer zal betalen dan hij als ingeze tene van woon- of werkgemeente verschul digd zou zijn, terwijl lagere inkomens, spre ker denkt zich b.v. een grens tot 2400 zul len moeten worden vrijgesteld. Spreker noodigt namens de vereeniging van Raads- en Statenleden de Kamerfrac tie uit alles in het werk te stellen om bij de behandeling de door hem noodig geachte wijzigingen aan te doen brengen. Aan de gedachtenwisseling werd o.m. deel genomen door de leden der Tweede Kamer, de heeren Schaper, J. ter Laan en Van den Tempel. De heer Schaper deelde mede, dat hem bekend was, dat min'ster de Geer het ont werp nog eens ernstig zou bestudeeren. Hij hoopte dat de minister dan ontvankelijk zou zijn om dc bezwaren der soc.-democra ten tegemoet te komen. Spieker kon met de conclusie van den heer Wibaut medegaan, maar het zo.i hem moeilijk vallen te stem men voor handhaving der forensenbelasting. Spreker is er nie Gerust on dat de Kamer was zij ervan overtuigd, dat kinderen niet het allerhoogste in het leven van de Ietwat genot- en zelfzuchtige juffrouw Hazel Good rich waren. Ze hoorde George zeggen: Ik durf er wat onder verwedden dat jij dol op kinderen bent! Natuurlijk ben ik dat! Dat eenvoudige antwoord was hem genoeg Ze kon zijn gedachten lezen terwijl hij naar de kleine graven staarde. Toen bevreesd dat hij haar ten huwelijk zou vragen met de al lervreemdste, ouderwetsche formule: „Zal mijn gebeente bij het uwe begraven worden", zei ze vriendelijk: Dit is zoo'n droevig plekje. En het is zoo'n hemelsche morgen. Zullen we niet liever verder rijden? George knikte, terwijl hU vooruit reed, het struikgewas in, langs pen sma1 pad, omzoomd door manzanita en wilde seringen. Het pad kronkelde zich naar een topja. vanwaar men een prachtig uitzicht op de hoeve had. George stond st.il en keek op in de b'auwe lucht terwijl hij ziin oogen met zljD breede hand overschaduwde Waar kijk je naar? vroep Hazel. Aasgle-en! Een van mijn veulens is In een rreul gevaHen of er ligt een kalf op sterven Dat weten ze, ze zijn altijd bij de hand We moeten gaan kijken wat er aan de hand is. Het spijt me dat ik Je ritje moet bederven, maar misschien valt er een leven te redden. Ik wil graag helpen. Mijn oogen zijn Onze lezers weten, dat over het Bronge bouw geprocedeerd wordt tusschen het ge meentebestuur van Haarlem en de Maat schappij tot exploitatie van Slaalwaterbron- nen. Er Is evenwel in die rechtsmaatregelen stilstand gekomen, omdat de partijen aan het onderhandelen zijn, om tot een compro mis te komen. Haarlem wil een zekere som betalen om het Brongebouw in eigendom te krijgen. Over het bedrag zijn de heeren het nog niet eens, maar de verwachting is wel, dat de overeenstemming verkregen zal wor den. In den gemeenteraad is wel eens terloops ter sprake gekomen, wat de gemeente met het Brongebouw zal doen, maar een beslissing is daarover nog niet genomen. Omdat wij hoorden verluiden, dat gedacht is over de mogelijkheid om het Brongebouw te verbouwen tot een overdekte zweminrich ting, hebben wij den heer H. L. Warnier. In specteur van den dienst voor Lichamelijke opvoeding, naar zijn meennig gevraagd. De heer Warnier zei: Ik zou het schitte rend vinden. Het Brongebouw moet een be stemming hebben en het komt mij voor, dal het gebouw best in orde te maken is voor een overdekte zweminrichting. Maar.™ het zou geld kosten! Natuurlijk kan ik niet een-twee drie zeggen, hoeveel dat wel zou zijn. Het Brongebouw verkeert in niet te besten toe stand, zoodat er heel wat aan opgeknapt zal moeten worden. Misschien zou het mogelijk zijn om een plan te maken om het zwem bassin te maken tusschen de. gaanderij en den beganen grond. Dan zou er niet gegraven behoeven te worden voor een bassin. De gaan derij zou dan als begane grond genome-; moeten worden. Maar toch zouden groote be dragen noodig zijn voor de verbouwing, het maken van kleedkamertjes, douches, enzoo- voort. Er zouden norton-pompen geslagen moeten worden voor de levering van het wa ter en dat zou gedurende het geheele jaar ver warmd moeten worden. Volgens een ruwe schatting zou het misschien wel twee ton kosten voor van het Brongebouw een goede overdekte zweminrichting gemaakt zal zijn. Maar Stoop's bad heeft meer dan 3 1/2 ton gekost, wat dus nog een groot verschil maakt. Maar er is dan zoo vervolgde de heer Warnier nog meer met het Brongebouw te doen. In den tuin zou een groote zwem vijver gemaakt kunnen worden voor den zo mer. Rondom dezen zwemvijver blijft dan nog voldoende grond over voor 't scheppen van een gelegenheid voor zonnebaden. Dat alles zou evenwel zóo gemaakt moeten worden, dat het aan het oog van de bewoners va-x bereid zou zijn een bepaalde grens te stel len. De heer J. ter Laan keerde zich hoofdza kelijk tegen de verter ngsbeiasting. die hij voor de soc.-democratcn onaanvaardbaar achtte. Zou de Regeerlng wijziging afwijzen en ook de Kamer daarcoe n4et bereid zijn. dan zal de fractie zich ernstig moeten beraden of zij zich niet scherp tegen de wet te weer moet stellen. De heer J. van den Tempel critiseerde de houding der Regeering ten opzichte van de Staatscommissie. Spreker's oordeel over de voorgestelde wet was, dat het een meerdere ontlasting zou brengen voor de kapitaal krachtigen, waartegenover de arbeiders ge dupeerd zullen worden. Spreker wenschte een warm woord van hulde te brengen aan den heer Wibaut, voor de groote kennis van zaken en de diepgaande studie welke deze van het vraagstuk gemaakt had. Ook deze spreker was van meening, dat zonder diep gaande wijziging de wet niet tot stand zal moaen komen. Nadat de heer Wibaut de sprekers beant woord had werd met algemeene stemmen de reeds eerder door ons gepubliceerde mo tie aangenomen. DOOR GAS BEDWELMD. DRIE PERSONEN BEWUSTELOOS. Waarschijnlijk ten gevolge van den'dooi is Zaterdagochtend een lek ontstaan in de gasleiding van perceel Rochussenstraat 159 te 's-Gravenhage. waar de familie De B. woont. Buren roken gaslucht en waar schuwden den Geneeskundigen Dienst, die ter plaatse gekomen, een onderzoek instelde. Men vond mej. De B. en twee kinderen van 7 en 5 jaar bedwelmd. Gelukkig konden alle drie smedig worden bijgebracht, meldt de N. R. Ct. WORDT C. WO"T)EVBFHr- SECRETARIS DER S. D. A. P.? Congrcsvoorste! van het Partijbestuur. Naar wij vernemen zal door het Partijbe stuur der S.D.A.P. op 't eerstkomende congres worden voorgesteld tot secretaris, in de vaca ture-Werkhoven, te benoemen den heer C. Woudenberg, secretaris van den Alg. Ned. Bond van Meubelmakers te Amsterdam. heel goed. antwoordde Hazel beminnelijk. Ze tuurde naar beneden in de vallei, die doorkloofd was met spleten door zware regens uitgespoeld. Maar George hield de gieren in de gaten. Hij zag er drie. Daarginds is de narigheid. Hij wees naar een rotsspleet, ongeveer een halve mfjl weg. Wil je hier wachten? vroeg hij. Kan ik niet meegaan? Het zal een moeilijke tocht zijn Iets in zijn oogen wekte baar aandacht Beschouwde hü haar alleen maar als een speelkameraad die enkel plezier zocht langs den gemakkelljksten weg? Ik wou graag meel Goed! Hij drong dichter In het kreupelhout Hazel volgde. De taaie manzanita-takken sloegen haar tegen de wangen. Haar paard struikelde en slipte langs de steile helling De hitte was ontzettend. Wat mooll riep ze toen ze uit het kreupelhout in een verrukkelijk laantje kwa men. Een srroo*e winterharde eik snreMde ziin rensachtige takken over het nog groene gras Een bron ontsprong uit den. heuvel en vloeide In en over een paar troggen Iets lager wac een weitje, waar vee graasde Verschillende boomsoorten teekenden zich af te<7en den grijsgroenen achtergrond der heuvels. Hij stak de open plek over, gevolgd door Hazel Ze had graag wat gerust bij de bron, maar ze merkte dat George wou doorzetten, het Frederikspark en van de wandelaars ont< trokken wordt. Maar dat zou geen onoverko melijk bezwaar zijn. Met die Inrichting van den tuin zou ook gauw een ton gemoeid zijn. Bovendien ls wel aan te nemen, dat ook de exploitatie zich zelf niet zou kunnen bedrui pen. hoewel daarop het te kort niet groot zal behoeven te zijn. Haarlem zou trotsch kunnen zijn op zoo'n moderne inrichting, die prachtig in het centrum der stad gelegen is en met dc tram gemakkelijk te bereiken is. Maar zoo ver volgde de heer Warnier er zou pas aan ge dacht kunnen worden, als onze stad eerst goede zweminrichtigen in de buitenwijken heeft. Aan het plan voor de zweminrichting in het Amsterdamsche kwartier wordt ge werkt.. maar het gemeentebestuur heeft aan den raad medegedeeld, dat van de uitvoering van dat. plan in 1929 nog niets kan komen. Het hopen is nu op het volgend Jaar Zou het (zoo vroegen wij) niet moge lijk zijn om het Brongebouw-plan uit te voe ren voor het plan van de zweminrichting in het Amsterdamsche kwartier, omdat dan toch ook in het Brongebouw een zwemvijver zou komen? De beer Warnier antwoordde: Practisch zou daartegen niet veel zijn in te brengen, want de afstand van het Amsterdamsche kwartier naar het Brongebouw is niet zoo groot. De Amsterdammer lie wil gaan zwem men. ziet niet tegen zoo'n eindje loopen, fietsen of trammen op. Het schijnt evenw:l, dat de Haarlemmers vreeselijk zwaartillend zijn als het over afstanden gaat. Maar dc verbouwing van het Brongebouw zou, als de plannen flink opgezet worden, veel meer kosten dan een zweminricht lngin het Am sterdamsche kwartier. Het zal de waag zijn, of het gemeentebestuur en ook de gemeente raad daarvoor zoo'n groot bedrag zal over hebben, gezien den tegenwoordigen toestand van onze financiën. Want een overdekte zweminrichting blijft toch altijd iets luxe. Dc menschen kunnen den zomer ook al zijn onze zomersche dagen te tellen zwemmen leeren in de open inrichtingen. Daarmede kan een gemeentebestuur dus volstaan. Sr zijn ook slechts weinig ijsdagen in onze te genwoordige winters en toch kan elk Neder lander schaatsen rijden! Maar natuurlijk ls het voor een stad van beteekenis als het eea overdekte zweminrichting heeft. Ook voor de hygiëne, zoodat het aanbeveling ver dient om eens nader studie te maken vaa het Brongebouw-plan. FORENSEN-BELASTING. EN HET WETSONTWERP-DE GEER. Een commissie, bestaande uit de heeren dr. G. H. Hintzen, prof. Mr. C. W. de Vries en Prof. Mr. Dr. J. H.PM. van der Grinten, die door den ..Alg. Bond van Forensen" was uit- genoodigd advies uit te brengen ovor dc fo rensenbelasting, maar voor zij gereed was met haar werk verrast werd door minister De Geer's ontwerp, ls door het bestuur van den Bond geraadpleegd over den tegenwoor- digen stand van het vraagstuk van de wette lijke regeling eener afzonderlijke belasting, van de zoogenaamde .forensen" te neffen, meldt de TeL Vooral ln verband met het feit, dat niet tegenstaande de voorstellen van de heeren ministers De Geer en Kan, toch weer hier en daar plannen in overweging schijnen een soort forensenbelasting te heffen. Afschaffing der forensen belast lng aldus de commissie is inhaerent aan het systeem van het regeeringsplan tot regeling van de financieele verhouding van Rijk en gemeenten. Door middel van de bijdragen der landsburgerlj en aan het gemeentefonds en door middel van de verdeeling van den inhoud van dit fonds telken Jare. draagt de landsburgerlj mede aan gemeentelijke kos ten. die niet zijn die van de gemeenten van inwoning. Omvang en wijze van twee bij dragen zijn ln de wet geregeld. Over de waarde dier bepalingen kan men van mee ning verschillen, maar niet hierover, dat de ze bepalingen als zoodanig een afzonderlijke forentenbelasting uitsluiten. Haar conclusie ligt voor de hand. Met handhaving van het regeerlngssysteem ls een forensenbelasting onvereenlgbaar. Dc commissie is van oordeel, dat bij den tegen- woordigen stand van het vraagstuk var. de wettelijke regeling van de financieele ver houding tusschen Rijk en gemeenten een afzonderlijke forensenbelasting niet loglscli kan worden ingelascht. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. fsr resel. 'lebben met guur weder vaak last van ruwe en springende huid van handen gelaat cn lippen. Dit s dadelijk te verzachten en spoedig te genezen niet Het dier ls bijna dood. Er zijn nu vijf gieren! zei hij. Ze gingen opnieuw door het kreupelhout, gleden nieuwe hellingen af en kwamen ein delijk op den bodem van do geul, een oud- rivierbed nu ieeg, op de cactusplanten na, bezaaid met rotsblokken. George vloekte woedend. Stijf tegen den rotsmuur, nog op de pooten, maar klaarblijkelijk worstelend met den dood stond een veulen Voor een moment heken- de Hazel het niet als zoodanig, want do kop van het dier was tot monsterlijke af metingen opgezwollen. Het zaï eruit als een pony met den kop van een nijlpaard. Wat mankeert dat beest? vroeg Hazel. Slangebeet! Houd mijn paard vast. Hij gloed uit het zadel en ging naar het veulen toe. terwijl hij het met zachte stem toesprak. Het arme dier deed gccu poging om zich te bewegen. George klopte het op den nek en aaide het langs de trillende zijden. Toen kwam hij terug bij Hazel. IUJ is gebeten door een ratelslang. Ik kan hem misschien redden, maar het zal er om gaan. Stap eens af. Ze gleed ln zijn armen. H!J bond de belde naai-den vast en nam een lasso van zijn zadeL Ga daar ln de schaduw van de rotsen zitten, beval hij. ("Wordt vervolgd^ ledereen was bang voor „Lutje Yje" WIJKSTRA'S TOCHT NAAR GRONINGEN. Uit een relaas in het Nieuwsblad v. h. Noorden nemen wij nog het volgende over: Wükstra liep altijd gewapend rond en wist, wanneer hem een wapen door de po litie was afgenomen, telkens een nieuw te krijgen. Ook had hij heel veel munitie in voorraad. Oogenschijnlijk was W. niet zoo gevaar lijk. Hij is betrekkelijk klein (men noemde hem „Lutje IJje") en geeft niet den indruk van groote lichaamskracht. Steeds verkon digde W. communistische theorieën en hü stak zijn haat tegen een ieder, die politie man was, niet onder stoelen of banken. Zoo zei hij o.a., dat als hij eerst eens een stuk of wat van die kerels (veldwachters) had neer geschoten, hij ook gerust zou sterven. 't Is een zonderlinge man, van wien je alles verwachten kon, vertelde ons iemand van christelijke beginselen. Zoo nu en dan kwam hij eens met mij praten. Hü kon uit stekend redeneeren en zijn verstand was goed, want hij wist je alles wat hij las, pre cies weer te vertellen. Als hij zoo bij mü zat, kon hij plotseling zeggen: „Eigenlijk moest ik iemand met jouw beginselen, zooals je daar achter de kachel zit, neerschieten. En ik zou er ook geen berouw van hebben als ik het deed, maar 'fc zou me plezier doen. Maar ik zal 't niet doen, omdat ik je te goed ken". Ook liet hij me zien, dat hij in een geheimvestzak je een browning bij zich droeg, zoo'n klein dingetje. Ik heb dit aan de politie verteld en haar nog kort geleden voor den man gewaarschuwd. Doch ze lachten er wat om en zeiden: „Heb je ooit daden van Lutje IJje gezien?" Nu had hü eigenlijk ook nooit iets van ernstigen aard gedaan, doch iedereen was bang 'voor hem. Bij den dokter. Dr. Huininga, te Tolbert, bij wien de moor denaar zich aanmeldde om te worden ver bonden, dééd aan een verslaggever van de TeL het volgende verhaal: „Omstreeks kwart voor elven 's morgens meldden twee mannen zich bij mij aan. Ons dienstmeisje, mej. J. Turksma, deed open en liet de mannen in de wachtkamer. Xk was niet thuis, doch het meisje zeide, dat zij maar moesten wachten. De dokter zou ieder oogenblik thuis kunnen komen. Terwül bei den plaats namen, zag de gewonde het meis je aan, dat deelnemend vroeg naar den aard van het ongeluk, dat hem was overkomen. Wat hem er toen toe gebracht heeft om de volle waarheid te zeggen en het verschrikte meisje de lugubere bijzonderheden niet te besparen, valt natuurlijk niet te zeggen", pieende de dokter. i „Ontstelde het meisje hevig?" vroegen wij. „Jazeker, maar toch hield zij zich dapper, hoewel het voor het niets kwaads vermoe dende meisje een schier verpletterende we tenschap was hier te staan voor een man, die een uur geleden vier menschen had doodgeschoten. Toen de dader dan ook vertrokken was, brak zij in tranen uit. U begrijpt dat het ge- yal ons allen ontzettend heeft aangegrepen", i „Hoe bevond uw dienstmeisje den dader". „Hij was erg onrustig. Er vlamde een. vuur Sn sün oogen, toen hij het meisje koelbloedig geide: als er hier nog politie mocht komen, dan schiet ik die ook nog dood. Wijkstra droeg een met scherp geladen revolver bij zich .zooals later bij onderzoek is gebleken. Toen ik thuis kwam, besloot de dokter, heb ik direct naar Groningen getelefoneerd en de politie medegedeeld, dat de moordenaar van Lukaswolde per auto naar het R-K. zieken huis aldaar was gebracht". Ontmoeting met een marechaussee. Daarna had de verslaggever een onder houd met den chauffeur, den heer W. Wil- lems te Tolbert, die den dader met zijn auto naar Groningen heeft gereden. „Ik werd opgebeld door Dr. Huininga, aldus de heer Willems, die mij verzocht, den ge wonde per auto naar Groningen te vervoe ren. Onmiddellijk reed ik weg en nam mijn passagiers op. Onderweg vertelde de gewon de wat hü dien dag had gedaan, welk relaas werd aangevuld door mededeelingen van zijn kameraad. Het was ontzettend te vernemen, welk een gevaarlijk mensch ik in den wagen had en hoewel ik alle aandacht bij het stuur moest houden, nam ik de gruwelijke bijzon derheden toch goed in mij op. In de verte zag ik een marechaussée te paard mij tege moet komen. Onwillekeurig dacht ik, nu zal ik nog wat beleven. Wat ik hoopte en tegelijk vreesde, geschiedde. De man stak zijn hand op ten teeken dat hij mij iets wenschte te vragen. Ik stopte onmiddellijk en toen vroeg mij de marechaussee of ik soms ook iets wist van den dader van den viervoudigen moord te Lukaswolde, die was ontkomen. Ik wendde mij tot de passagiers en zeide, wijzend op Wijkstra: Ik kan u alleen zeggen, dat ik een persoon vervoer, die een schotwond heeft aan zijn hand. Hierop wendde de marechaussee zich tot Wijkstra. Deze was merkwaardig kalm en wat ik vreesde, n.l. dat hij ook op dezen dienaar van het gezag zou gaan schieten, gebeurde tot mijn groote geruststelling niet. Met weinige woorden bekende hij aan den marechaussée dat hij 's ochtends vier veld wachters had neergelegd. Doch wat ik ver wacht had, dat stellig gebeuren zou, vervolg de de heer Willems zijn relaas, namelijk dat de marechaussee zijn paard in den steek zou laten om tot arrestatie van den dader over te gaan. dat gebeurde niet. Ik heb ge merkt, dat deze onverwachte wending die het geval voor den marechaussee nam, ook hem overrompelde, zoodat hij niet schijnt te hebben geweten wat vanaf dit oogenblik zijn plicht was. Na eenig beraad gelastte hij mij. met den dader naar Groningen door te rijden en hem aan het ziekenhuis af te le veren. Daarna gaf hij zijn paard de sporen en toen vervolgden ook wij onze reis. Bij het ziekenhuis te Groningen aangeko men liet ik de mannen uitstappen. Ik zag den dader nog juist verdwijnen achter de deuren. Toen ben ik naar huis teruggereden. Later vernam ik, dat men Wijkstra had gear resteerd". Worsteling met een der veld wachters Wijkstra, de moordenaar van de vier agenten te Grootegast, heeft, naar men ons seint, een volledige bekentenis afgelegd. Uit het verhoor is nog komen vast te staan, dat drie der veldwachters gedood zijn door den kogel. De vierde, de veldwachter Meyer, werd niet doodgeschoten, doch slechts ernstig wond. Wijlcstra heeft toen dezen agent ge dood door hem den hals af te snijden. Meyer heeft zich hierbij verweerd en bij de wor steling zijn tegenstander aan de hand ge wond. De moordenaar heeft zijn schoten met dum-dum-kogels'' gelost. De begrafenis. De begrafenis der veldwachters Hoving en Werkman zal Dinsdag 11.30 uur van Café Harms, hoek Kerklaan uit, te Groningen plaats vinden. De gemeenteveldwachter van der Molen zal aldaar Woensdag om 3 uur, en de veldwachter Meyer dien dag om 12 uur te Groninger Opende ter aarde worden besteld BEROOVING VAN 15.000 OP EEN WEG BIJ DEVENTER. DE „BEROOFDE" OPGEPAKT. Op klaarlichten dag heeft te Deventer een zeer brutale beroovlng van een kantoorbe diende der firma Stegeman en Co., plaats gevonden, waarbij een bedrag van f 15.000 is gestolen. De TeL verneemt hieromtrent de volgende bijzonderheden: Omstreeks half tien werd de 19-jarige k toorbediende S. van de firma Stegeman per fiets uitgezonden om een bedrag van f 15.000 te innen bij de Nederlandsche Bank op den Brink. Hij had opdracht het geïnde bedrag te wisselen bij de Geldersche Credietvereeniging. Nadat hij aan de opdracht had voldaan, is hij direct per rijwiel in de richting van het kan toor gereden over den Diepenveenscheweg Hij moest daartoe den grooten verkeersweg naar Diepenveen volgen. Toen hij tér hoogte van het nieuwe plant soen nabij de vleeschwarenfabriek van de firma Hunink was gekomen, op een punt waar de weg een vrij scherpe bocht maakt, zag hij, volgens zijn zeggen, bij een boom een persoon staan van naar schatting 1.80 meter lengte met een donker costuum aan eh een donkeren hoed op. Nauwelijks was deze onbekende man ge passeerd, of hij gevoelde een hevigen slag op het achterhoofd, waarna bij bewusteloos werd. Toen hij weder bij bewustzijn kwam bemerkte hij tot zijn ontsteltenis, dat hij vastgebonden was aan een boom en zich zelf niet vrij kon maken. Toen het ongeveer half twaalf was, kwa men twee werklieden der stadsreiniging de plaats van de aanranding voorbij en hoorden geroep: „Help mij, help mij". Dachten de werklieden aanvankelijk nog, dat het een loos alarm was, ten slotte hebben zij een on derzoek ingesteld, met het gevolg, dat zij S. in zeer benarden toestand aantroffen. Nadat zij hem hadden vrijgemaakt vertelde S. hun wat hem overkomen was. Daarna is de poli tie onder leiding van commissaris A. P. van Twist, onmiddellijk een onderzoek naar het gebeurde gaan instellen. Per auto is de politie naar de plek van de aanranding gegaan en heeft met S. een onderzoek ingesteld. Alles moet snel in zijn werk zijn gegaan. S. is thans aangehouden omdat de politie vermoedt, dat hij de beroovlng ln scène gezet heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9