HAARLEM'S DAGBLAD Ce M met den Slorielvoet FLITSEN LETTEREN EN KUNST FEUILLETON. BIOSCOOP ZATERDAG 26 JANUARI 1929 VIERDE BLAD MUZIEK. WILLEM ANDRIESSEN. Er ls een tijd geweest, waarin Beethovens Hammerclaviersonate voornamelijk als een soort van concours- of paradenummer op de programma's verscheen, wijl men haar, en speciaal de slotfuga als het non plus ultra van technische moeilijkheid beschouwde. Gaandeweg, naarmate nieuwe technische problemen gesteld werden, en vele groote klavierspelers de waardecring voor meer in nerlijk doorleefde reproductie hadden we ten af te dwingen verloor het Beethoven's grootste en belangrijkste klaviersonate zijn twijfelachtige beteekenls als tentoonstel lingsobject, maar werd daarmee ook een zeldzamer voorkomend programmanummer. En dit is jammer, want daardoor wordt het gros der hoorders nooit geheel vertrouwd met de geheimen van dit diepzinnige werk. Het is dus goed en loffelijk als klavierspelers, onder het voorbijgaan van werken waarmee gemakkelijker succes te behalen is, zich be ijveren om door het geven van geregeld te- rugkeerende goede reproducties, zoo niet het werk populair te maken, dan toch bij het publiek het inzicht er in, en daarmee de bewondering voor Beethovens genie te ver- grooten. En. wat er ook nadien mocht ge schreven zijn, het goed oordragen c'er Ham merclaviersonate blijft altijd nog een gewel dige taak. die aan techniek en memorie, maar vooral ook aan Inzicht, psychisch door dringingsvermogen en geestelijke concen tratie enorme elschen stelt. We mogen het dus in Willem Andriessen prijzen dat ook hij .zijn krachten in dienst van den kolos heeft willen stellen; de wijze waarop hij de zichzelf opgelegde taak vol bracht verdient niet minder lof. Het is na tuurlijk voor referent, die zelf zich in den loop der jaren een scherp omlijnd beeld van een werk gevormd heeft, moeilijk om afwij kingen daarvan steeds en dadelijk te waardee ren of-toe te juichen; ik wil evenwel gaarne constateeren dat in Andriessen's vertolking vèel moois en doordachts waar te nemen viel. Het Scherzo werd zonder voorbehoud voor treffelijk gespeeld; in het Adagio waren tal van uitstekende stemmingsvolle momenten, al lijken me sommige détails in zijn opvat ting voor discussie vatbaar, als b.v. het laten domineeren van de linkerhand partij in de variatie op het thema, waar de discant dit in onuitsprekelijk schoone figuraties brengt; hier ligt m.i. het zwaartepunt van het es- pressivo in de figuren zelve, evenals in overeenkomstige gevallen in het Adagio der 9e Symphonie en dat van 't strijkkwartet op. 127. Een uitvoerige bespreking van derge lijke verschilpunten zou echter buiten de grenzen van een verslag voeren en het gros der hoorders nauwelijks kunnen interessee ren. Wat het Allegro en de Slotfuga betreft kreeg ik den indruk dat Andriessen meer analyseerend dan constructief te werk gaat. Met dat al is en blijft zijn Vertolking een respectabele praestatie. Een climax na Beethovens on. 106 is moei lijk te brengen, en zeker niet met eenige werkjes van Chopiri. Daarentegen zal voor Vele hoorders, die snet het volgen der Sonate vóór de pauze een inspannende taak hadden, het lichtere en pianistisch dankbaarder tweede deel van den avond welkom geweest zijn. Wat mij betreft had ik aan eenige werkjes der'mo derne school, waarvan Andriessen vroeger meermalen uitstekende reproductiesten ge- hoore bracht, de Voorkeur gegeven boven de seer bekende nummers van Chopin. Daar hij echter toont ook op deze werken hier en daar een eigen kijk te hebben kan men ze toch met belangstelling volgen. Zelfs het Walsje in Ges op. 70 no. 1, dat ik ondanks zijn geliefdheid (ik hoorde het o.a. van Lamond en Schafer) maar niet mooi kan vinden, wist hij me wat minder onsympa thiek te maken, door het Trio minder lang zaam te spelen dan de meesten gewoonlijk doen. Aan het slot der reeks (Etude op. 25 no. 7, Mazurka op. 17 no. 1, Wals in Ges, Scherzo op. 39 en Polonaise op. 53) speelde Andries sen, genoopt door den langdurigen bijval, als toegift het Moment Musical in f min. van Schubert en de Etude op. 10 no. 5 van Chopin* KAREL DE JONG. ZEVENDE GEMEENTEL'JKE ORGEL CONCERT. De herinnering aan de grootsche indrukken van het vorige Orgelconcert was niet bij machte om die van het zevende te overscha duwen: dit was een waardige tegenhanger van den avond waarop mevrouw Noordewier haar onovertrefbare Bach-interpretaties gaf. Zelfs mocht het zevende concert een nog gaver geheel genoemd worden, wijl ook de organist beter gedisponeerd scheen dan een vorig maal en nu de volle maat van zijn kunnen ontplooide. Ook nu was Bach met belangrijke werken vertegenwoordigd: het groote Preludium en de Fuga (misschien in den grond meer een fugatische fantasie dan een regelrechte fugai in e mineur (De II no. 9), klaar en volkomen beheerscht voorgedragen, leidden ons in de Bach-sfeer binnen, maakten ons ontvanke- EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN DIENST. Uit het Engelsch van DOUGLAS VALENTINE. 24) Ik vroeg om een adresboek van Berlijn. Ik zocht de stratenlijst op en keek gretig de kolommen door van de straten waarvan de namen met een ,Abeginnen. Ik vond niet wat ik zocht: nl. een Achillesstrasse, hetzij dan met een of twee „L"s. Toen probeerde ik het met „Eichenholz". Er bleek een Eichenbaum-allee te bestaan in een tuindorp in het Westen van Berlijn, meer niet en een onderzoek naar een Blat ter- of Blatt-Strasse had eveneens een ne gatief resultaat. Het was een ontmoedigend werk, maar ik gaf het nog niet op. Ik keek weer naar mijn papiertje en het eenige woord dat nog over bleef ais mogelijk bestanddeel van een straatnaam was „Zeit". „Wie Achiles in dem Zelte". Mistroostig sloeg ik de „Z" op. En opeens staarde een straatnaam mij aan: ,Jn den Zeiten", lijk voor het meest grootsche viool-solowerk van alle tijden: de Chaconne uit de vierde Sonate. De reeks variaties op het acht-matige thema hoe lang gerekt schijnen zij som tijds, hoe boeiden zij nu van de eerste tot de laatste noot! Magistraal was de uitbeelding die onze stadgenoote, de voortreffelijke violiste mevr. Sepha van BeinumJansen er van gaf: groot vt.n opzet, strak van lijn, gaaf van techniek, rijk van kleur. Impo neerend was de klank der schoone Zanoli- viool, die de groote ruimte geheel vulde; geen noot, ook in het sprankelende passage- werk, die minder duidelijk klonk, geen spoor van onzuiverheid dat aan den samenklank der vele gewichtige accoorden afbreuk kon doen. Temperament, toon en techniek sloten hier aaneen tot een geheel van groote vol komenheid. Zóó behoort een werk als de Chaconne gespeeld te worden, wil de hoor der den draad tot het laatst toe vasthouden; dan houdt, in verklaarbare wisselwerking, het werk den hoorder vast tot hij aan het slot in by val losbarst, zooals dan ook gisteravond geschiedde. De beide andere vioolwerken. een „Air" van Locatelli en het bekende en beroemd gewor den „Praeludium et Allegro" van Pugnani— Kreisler, werden op dezelfde superieure wijze als de Chaconne van Bach vertolkt. In het geheel op de g-snaar gespeelde Air kwamen de uitnemende eigenschappen van het in strument nog eens bijzonder duidelijk naar voren. Mocht mevr Van BeinumJansen zich terecht in een zeer groot succes verheugen, George Robert kreeg ook zijn rechtmatig aan deel, verwierf na de „Siclliana" van Bossl zelfs buitengewonen by val. Het in ouden stijl geschreven fijn geregistreerde stukje impres- sioneerde als een Watteau met donkeren achtergrond; de voorafgegane „Canzona" van KargElert had minder liefelijke, maar toch geen onaangename indrukken achtergelaten. Besri eiden en in fraaie donkere kleur bleven de orgelbegeleidingen bij de vioolwerken. Maar in de „Sonata da Chiesa", waarmede het concert besloten werd, klonk een heel ander geluid: hier was de koene, doch kun dige harmonieus Hendrik Andriessen aan het woord, die In dit werk uit een kort doch sprekend thema eenige harmonisch kunstige en belangwekkende variaties van zeer ver schillend coloriet heeft opgebouwd om ze met een krachtig Allegro te besluiten. Mede dank zij de uitnemende voordracht van George Robert was het werk overal helder en zonder moeite te volgen; slechts was het jammer dat de telkens wisselende registree ring betrekkelijk lange generale pauzes tus- schen de variaties noodig maakte, waardoor de eenheid wat geschaad werd. Dit orgelconcert zal als een der beste die we hoorden in herinnering blijven. Op het volgende, 8 Feb. a.s., wacht ons een nieuw, en hier, voorzoover ik weet, nog ongekend genot- de beroemde Haagsche violoncellist Charles van Isterdael zal dan de Viola de Gamba, een in onbruik geraakt strijkinstrument be spelen. We hebben a"e reden dien avond met buitengewone belangstelling te gemoet te zien. KAREL DE JONG. HET TOONEEL. „ALBERDINGK THIJM". EEN PAARDENMIDDEL. Vrooüjlt spel in 3 bedrijven door Gerard Nielen. Het kost Gerard Nleien blij kt -, ar geen moeite om tooneelstukken te schrijven. Zoo heeft hy met zijn „Zenuwpatiënten", dat pas door Jacob van Lennep is gespeeld, vol tooid, of hy maakt er een „vroolyk spel" voor het „heerentoorieel" van. Niet alleen, dat hij er alle dames uitwerkt, maar hy ziet zelfs kans zijn klucht nog te verbeteren. Want „Een Paardenmiddel" zit als tooneelstuk steviger in elkaar dan Ze nuwpatiënten. Het blijft nog altijd een drie dubbel overgehaalde klucht, maar er zyn ee nige trekjes in zooals de herhaling van 't eerste tooneel van I in n en de verbazing van de twee pseudo-zenuwpatienten, wanneer zy tegenover elkaar komen te staan, zonder te weten, wie er komedie speelt die wat meer zyn dan gewone kluchtspel-effecten. Gerard Nielen heeft werkelijk de flair om voor 't dilet- tanten-tooneel te schrijven. Hy weet pre cies, waartoe zijn spelers in staat zijn en wat het publiek verlangt, hy schrijft een vlotten dialoog en hy weet in zijn kluchten voortdu rend den gang er in te houden. En in deze bewerkte klucht heeft hy een type gebracht den drogen, altyd even fiegmatieken Kriek die door zyn contrastwerking met al die zenuwlijders een werkelijk komisch ef fect maakt. Wat Nielen dezen boekhouder laat zeggen, is dikwijls raak en grappig en het ls een zeer dankbare blijspelfiguur! Een zoo aardige figuur misten wy in Zenuwpatiën ten en 'hy heeft dan ook niet weinig tot het daverend lachsucces van „EenPaardenmiddel" bygedragen. Nu dient dadelijk gezegd, dat deze rol ook kosteiyk werd gespeeld. De heer Jacques van Elten een der beste krachten van Alber- dlngk Thijm vond ln dezen boekhouder een koiije naar zyn hand. Ziua.e roden liggen den heer Van Ellen uitstekend en gisteren was hij wel bijzonder goed op dreef! Hy speelde dezen flegmaticus met een drogen humor, die on weerstaanbaar komisch werkte! En daaibij zei hy zyn zinnetjes, telkens zoo langs zyn neus weg dat het grappige effect, dat Nielen er mee bedoeld heelt, voiKomen tot zyn recht kwam. Trouwens heel de opvoering voldcxl aan de eischen, welke men aan het dilettanten-too- neel mag stellen. Nielen heeft èn als schry- ver èn als acteur-regisseur plezier van zijn werk gehad. Het was nauwelijks te merken, dat de vereeniging door de plotselinge ziekte van een der hoofdrollen zwaar gehandicapt werd. De heer Vreeswijk, die voor den heer Van Dijk was ingevanen, sioeg zich kra nig door de moenij kneden heen en wanneer de voorzitter het met voor den aanvang der opvoering had gezegd, zouden weinigen in de zaal hebben gemold dat Berius van Buuren door een invaller werd vertolkt. Gerard Nielen had voor zich zelf de rol van den „zenuwpatiënt", die door het paarden middel genezen moet worden, gekozen en liy speelde die rol met de routine, welke wij van hem kennen. Hy wist zich voor al te veel over- dry ven te hoeden en had aardige nuances in zyn spel, vooral in het tooneel in IH, toen hy den zenuwlijder „speelde" en hy in zijn tel kens wisselende gelaatsmimiek werkelyk iets heel goeds gaf. Ook als regisseur heeft Nielen flink werk gegeven! Er zat schot en gang in de voorstel ling. De heeren Hoogeboom en Jacob Henne- man voldeden beiden zeer goed in deze klucht en het "was wel een der grappigste en best gespeelde tooneelen, toen Bertus en zyn neef Piet tegenover elkander stonden, niet wetend of zy met een werkelijke zenuwcrisis te doen hadden of niet! En de jonge Toontje Switser verdient een afzonderlijk compliment voor de wijze waarop hy Nol speelde! Dat was werke lyk een jongen, die het door zyn zenuwen te kwaad kreeg. Alberaingk Thym kan van deze klucht van Nielen nog veel pleizier beleven! Het publiek, dat de tooneelzaal van de sociëteit St. Bavo by na geheel vulde, was gisteren in één voort durende lachstuip en het succes was voor de spelers dan ook zoo groot, als zy zich maar wenschen konden. Nielen is in zijn Paarden middel niet huiverig om met „paardenmidde len" te werken, als hij zyn menschen aan het lachen wil brengen. Het resultaat hebben wy gisteren by deze eerste opvoering gezien: het werd een daverend lachsucces. Nielen's vroo lyk spel zal een repertoire-stuk voor het hee- rentooneel worden; dat durven we hem na dezen avond wel voorspellen. J. B. SCHUIL. LUXOR-THEATER „Het Lunapark van New York met Lois Wilson en „De dooaen- de kus", tendenzfihn in 7 acicn. Allereerst brengen we een bezoek op onze Duitsche reisjes aan Würzburg, waar weer heel veel schoons te genieten valt. ,Het Lunapark van New York" is een dra matisch filmwerk in 6 acten. Ook in deze film is weer sprake van sympathieke en on sympathieke menschen en dan rekenen we Jim Burke en Lois. Wilson tot de eerste, cate gory en: Cooper c.s: tót "de laatste. We' zién hier heel veel vermaak dat ons aan de oude kèrmissen doet-denken. De-geschiedenis die hier gegeven wordt ls heel natuurlyk en lo gisch. Cooper, de éïgenaar van dë cabarets in New York. wil ook het Lunapark van Jim Burke in bezit hebben en schuwt niet- om zich ven allerlei slechte middelen te bedie nen. Voor Jim Eurke ls het een zware tyd, want Cooper heeft geld. Dan komt daar nog bij dat een ander het op zijn meisie voor zien heeft. Het verhaal zou niet volledig zijn als de toeleg niet mislukte en Jim Burke en 't bewuste meisje een gelukkig paar werden. Maar ook Bob en Joy vinden eikaar. Telkens wordt hartelijk gelachen om de pitteige ge zegden van Joy. Een goede flim. „De Doodende Kus" ls als opzet uitstekend en als daar niet dat vreeselijke was byge- komen zou alles heel natuurlyk ge weest zijn. De liefde tusschen het visschers- meïsje en de visscher die dienst neemt by de marine en dan op het laatst voor de ver leiding bezwijkt. Vreeselijk zijn de visioenen. M°er hiervan te zeggen is onnoodig. Heel goed opgenomen is „In het land der Vennen" en hier constateerden we voor de zooveelste maal hoe mooi ons eigen land is en hoe weinig we er eigenlijk van weten. De omstreken van Oisierwiik zijn schitterend met bosch en waterpartijen en het moet een genot ween daar zijn vacantie door te bren gen. Dit is mede een van de mooiste gedeel ten van het programma. VNA HAARLFM'S DAGBLAD No «390 DE I ANGE NA CUT INGEZONDEN MEDEDEELINGEN M Cu Voor Allen die Sukkelen met Vers'opping of moeilijken, tragen en onregelmatigen S'.oelgang zijn Mijnhardt's Laxeertabletten onmisoaar. Werken vlug zonder kramp of pijn B j Apothekeis en Drogisten. Doos 60 c'. Wordt wakker en vraagt zich af of het nog geen morgen ls hoort, moeder en vader naar boven kemen en be seft dat de nacht nauwe lijks begonnen is ls er zeker van dat hU geen cog meer zal kunnen dicht deen en valt in slaap wordt wakker alle grut jes. het is nog steeds pik donker spiedt ln de duisternis om te zkn cf er niet iets ls. waarmee hy zich vermaken kan besluit dat hy tot 5000 zal tellen en dan zal 't wel morgen zyn telt tot 62. kan de span ning niet langer verdragen, dcet zyn ocgen \v:er open. ziet dat het n:g donker is en sluit ze weer opent ze bUna onnvddellijk en haast zich om een nieu- aaarna weer en zie, het is plotseling he'der daglicht wen dag te beginnen. (Nadruk verboden). REMBRANDT-THEATER. Harry Liedtke in „Vriend Harry". Dat Harry Liedtke een der vele lievelings- filmhelden is, biykt wel daaruit, dat zyn por tret door den portier van Rembrandt aan de bezoekers uitgedeeld wordt en dat iedereen dat portret een veilig plaatsje in zak of tasch geeft. In „Vriend Harry", de nieuwste Aafa- film kan hij zich weer van zijn beste zijde la ten bewonueren. Een onvedenegbaar feit is. dat hy- onder de filmartisten tot de allereer- slen hoort, die in hun geheele verschijning op-en-top „heer" zyn. Daarbij komt dat hij ook first-rate sportman en waaghals is, en de galante man van de wereld en zyn rollen meestal die van een ridderlijken „humoris- tischen, koelbloedigen redder, op wien de filmsterretjes zich altyd verlieven. Alles werkt dus mee om Harry deze bevoorrechte plaats aan de filmsterrenhemel te doen inne men en te doen behouden. In „Vriend Harry" heeft hij als partner Maria Paudler, een knap actricetje, dat evenals Harry haar rol levend weet te maken. Wat het kijken naar het spel van Liedtke. zoo interessant maakt, is het op merken van al die bijna ondefinieerbare kleinigheidjes,'die van zijn "créaties het too- neelmatige wegnemen. „Vriend Harry" Is een gezellige film, waaraan de de avontuurlijke spanning niet ontbreekt. Het Rembrandt-Nleuws ls als gewoonlijk zeer belangwekkend, evenals het Polygoons. Hollands Nieuws, dat onder anderen de in drukwekkende plechtigheid gaf van de be grafenis der vier zeehelden van de Prins dei- Nederlanden en van de vier veldwachters van Grootegast.. Eén bijzonder woord van waardeering voor de vtjze van samenstelling en van uitvoering van de Fantasie van Opera-fragmenten, die samengesteld werd door den kapelmeester N. Snoeck. Het Russische danspaar, Gladiwa Gorewa en Ivan Kiruff van het voormalig keizerlijk Maria Theater te St.-Petersburg, hadden al le belangstelling van het publiek, en werden hartelijk toegejuicht. CINEMA PALACE. Een zotte film en een roe rende: Vrijspraak. In Cinema Palace ls deze week een dol vermakelijke geschiedenis te beleven van drie babies, waarmee meer gesold wordt dan het consultatiebureau voor zuigelingen zorg in normale omstandigheden zou tole- reeren. Het is aan ook een abnormaal geval, vreeselyk dwaas, gelukkig net dwaas genoeg om niemand in de veronderstelling te laten, dat er een greintje ernst bij is. Daarom kun nen wij zelfs even lachen als de grappig heid soms met niet fijne middelen bereikt wordt, bijvoorbeeld als de filmleiding mis bruik maakt van de misvormdheid van een lilliputter. Dat ls meer Circus-effect, maar komt zoo allerdwaast te pas, dat. ieder toch glimlacht om den onzin. Karl Dane en George K. Arthur speelden deze Metro Gold- wyn-comedie knap, met twee hunner waar dige film-koninginnen. In dezen tijd van „Mary Dugan" zijn zij, die niet alleen bioscopen bezoeken geneigd vergelijkingen te trekken tusschen Bayart Keiller's tooneelspel en „Vrijspraak" een Pa ramount-film met Pola Negri vervaardigd door Mauritz Stiller. Ook Julle Morland komt voor een jury en ook zij onthult gelijk met haar levensloop de beweegredenen, die haar dreven tot een misdaad. Verder gaat echter de gelijkenis niet, dit ls geen detective-roman, en Julie ls wel schuldig aan moord, zij het om ver schoonbare redenen. Zooa:s Frantlsjek Lan ger het in zijn .Pérlphérie" bepleit zullen die redenen de eenige maatstaf voor de ge rechtigheid zijn, en omdat deze ln dit geval zijn: medelijden en moederliefde, valt de vrijspraak best in den smaak bij het publiek. Bovendien ziet het Po'.a Negri graag en krijgt daar gelegenheid te over toe, terwijl het einde overgelukkig is. Het journaal bracht door foto's van de begrafenissen te Hoek van Holland en Groo- tegast ontroering in de zaal, en voorts ac tualiteiten van den dag. De muziek speelde bij de droeve gebeur tenissen gelukkig geen treurmarschen. maar zweeg vol piëteit. Later kwam zij zelfs tot een gesyncopeerde ouverture Tannhauser. STANDAARD-THEATER. Cowboys en Weduwen; drie aardige films. Als vaste'klant van „Standaard" viel het ons gisteravond op, dat de heer De Kort, die bij 't begin van het seizoen directeur van deze bioscoop werd, thans deze functie niet meer vervult. Een nieuwe directeur ls er nog niet, en Intuschen wordt het theater geëxploiteerd door de eigenaresse, een N.V. uit den Haag. Het voltallige orkest deed moeite de zaal met haar geluiden te vullen, meer publiek hadden de vertoonde films zeker wel ver diend. Want Hoot Gibson, zoo'n stevige comboy speelt weer. zooals wij het al jaren geleden van hem gewoon waren: prettig en flink, en rijden kan hij dat zijn zwarte ros als een schim over het witte doek vliegt. Hoeveel Wild-Wcst-films men ook niet. 't is merk waardig dat de forografie in negen van de tien gevallen schitterend ls en vaak veel beter dan bij de in ateliers opgenomen speelfilms. En dezè film: „De prairie-speur der" heeft ook nog de goede hoedanigheid dat de inhoud totaal anders dan anders ls, en dat wil bij een cowboy-film heel veel zeggen. Snookums, de baby met de opgewipte, stijf- gcplakte haralok een jong. dat nu al vijf of zes Jaar voor de film speelt en altijd nog drie jaar oud lijkt ln de filmwereld is alles mogelijk Snookums dan, zien we in een niet onverdienstelijke klucht die enkele goede moppen inhoudt. En als derde film: „Pas op voor weduw- vrouwtjes!" Van een genre dat bij het pu bliek nogal ln de smaak valt, met vele ja- loersche menschen, heftige scènes, leuke voorvallen en Laura la Plante ln de hoofd rol. Een onderhoudend en af wisselend pro gramma dus. Ik had eindeiijk het spoor gevonden. Den naam „In den Zeiten" (in de tenten) ervoer ik uit de stratenlijst, dankte deze straat aan het feit dat in vroeger dagen zich daar aan den kant tegenover de Noordzijde van de Thiergarten een aantal openlucnt- drlnkgelegenheden voor dorstige bierliefheb bers haduen bevonden. Het was geen lange straat. De stratenlijst gaf maar 65 huizen aan, waarvan enke.e zeifs thans nog bier- tuinen waren. Maar overigens scheen het een voorname straat geworden te zijn; de meesten van de bewoners, dus leerde mij het adresboek, waren menschen met klin kende namen. Het interesseerde mij te zien dat no. 3 nog in het boek vermeld stond als het Berlijnsche kantoor van „The Times". Ik was nu ten volle overtuigd dat de laatste zin betrekking had op het nummer van de woning. Twee was zoo goed als zeker het huisnummer, want dat ging vooraf, drie moest dan het nummer van de étage zijn. Wat „Achiles" betreft, dat gaf ik voorloo- pig maar op. Ik keek op mijn horloge. Het was tien minuten voor half twaalf; te laat om nu nog mijn onderzoek te beginnen. En tege lijkertijd drong het tot me door hoe volsla gen uitgeput ilc was na twee slapelooze nach ten en een reeks van schokkende gebeur tenissen, die echter tot op dit oogenblik iedere gedachte aan moeheid verre van mij hadden gehouden. Maar nu kwam de reac tie en ik voelde een onweerstaanbare be hoefte aan een warm bad en een gemakke lijk bed. Evenwel op dit uur van den avond naar een hotel te gaan, zonder bagage en met een Amerikaanscbe pas die niet in orde was, was niets anders dan de kwade geesten verzoeken. Het zag er naar uit alsof ik tot den morgen zou moeten rondhangen in café's en nachtlokalen, dan haastig mijn onder zoek instellen in de straat met den vreemd- soortigen naam ..In den Zeiten" en ver volgens maken dat ik uit Berlijn wegkwam. Maar ik knikkebolde van vermoeidheid-en had de grootste moeite om niet in slaap te vallen. Ik dacht dat wat zwarte koffie me goed zou doen en ik keek rond naar een kellner. En terwijl ik rondkeek, zag ik plot seling de elegante figuur en het bleeke ge zicht van den eenarmïgen officier, die ik in het Casino van het grensplaat^"e ont moet hadden jongen luitenant, dien ik Schmalz had hooren noemen. Hij was juist het café binnengekomen en stond bij de deur om zich heen kijkend. Ik voelde me opeens onbehage'ijk toen ik hem zag, ik moest denken aan het kruisverhoor v/aPTP-n hij mij in het Casino onderworpen had. Maar ik kan niet ont°nannen voor ik met den kelner had afgerekend en boven dien c^e jonge officier venster de den weg. Hij maakte een eind aan miin aarzeling en aan mijn vrees door linea recta op mij toe te stanpen. Goedenavond Herr Doktor, zei hij in het Duitsch, met een allerinnemendsten glimlach. Dat ls inderdaad een onver wacht genoegen. U komt zeker eens kijken hoe wij, arme Duitschers, ons in oorlogstijd vermaken? U permitteert? Zonder mijn antwoord af te wachten, nam hij plaats aan mijn tafeltje en bestelde een glas bier. Het is Jammer dat u niet eerder gekomen is, zei ik zoo vriendelijk als ik maar kon, want ik was juist van plan weg te gaan. Ik heb een lange en vermoeiende reis achter den rug en ik verlang naar een hotel. De woorden waren nog niet uit mijn mond of ik begreep dat Ik een blunder gemaakt had. U hebt nog geen hotel? zei Schmalz, wel, dat is grappig: ik ook niet. Maar om dat u een vreemdeling is in Berlijn moet u mij toestaan dat Ik dienst doe als uw gids. Laten we samen een hotel zoeken, vindt u niet? Ik had graag ..neen" gezegd, maar het was niet gemakkelijk om een aannemelijk excuus te vinden. Bovendien was zijn manier van doen zoo vriendelijk, zijn aanbod klonk zoo oprecht-gemeend, dat het moeilijk viel het af te wijzen. Hij was een charmeerende persoonlijkheid, deze flinke, vlotte knappe jonaen. En ik was zoo moe als een hond. Hij zag mijn aarzeling. We kunnen gaan waar u wilt, zei hij opgewekt. Maar jullie Amerikanen zijn verwend op het punt van luxueuse hotels. U zult echter zien dat u ons hier ln Berlijn niet veel meer te leeren hebt. We kunnen naar hotel Esplanade gaan dat ls schitte rend, een onderneming van de Hamburg Amerikalijn. Ik ben daar uitstekend bekend, kind aan huis, om zoo te zeggen. Een oom van mij is gezagvoerder geweest op ver schillende passagiersschepen van de maat schappij. We zullen het er best hebben: ik krijg er altijd een kleine „suite": slaapka mer, zitkamer en badkamer, alles wat een mensch maar verlangen kan en lk zal zor gen dat u dat ook krijgt. Ik heb naderhand dikwijls gedacht dat lk, als ik minder vermoeid was geweest liever hard weggeloopen zou zijn, dan op dit krank zinnige voorstel ln te gaan. Maar ik was dronken van den slaap en ik snakte naar een kans om een behoorlijke nachtrust te krijgen; ik was er bovendien van overtuigd dat ik. onder geleide van dezen"Jongen offi cier tot morgenochtend van alle pas-moei lijkheden ln het hotel af zou zijn. En tegen dat puntje bij paaltje kwam, nam lk mij voor, zou lk alweer uit het hotel weg zfjn. en op weg om mijn onderzoek ln te stellen. Dus, ik nam Schmalz voorstel aan. A propos, zei ik, ik heb «reen bagage. Mijn tasch ls aan het station blijven liggen en ik voel er niets voor om er nu nog ach teraan te gaan. Hindert n'.ét, was het Jovla'a antwoord, Ik zal u wel alles bezorgen, wat u noodig hebt, tot een pyjama toe van Amsrlkaansch model. Ik heb u gezegd dat ik daar hecle- maal thuis ben. Tusschen haakjes. 11: vond het beter om Duitsch te spreken: Engelsch is niet bepaald in trek in Berlijn in de tegen woordige omstandigheden. v" - .(Word* vervolgd). t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 11