HAARLEM'S DAGBLAD
Ce M met den Slorielvoet
FLITSEN
LETTEREN EN KUNST
FEUILLETON.
BIOSCOOP
ZATERDAG 26 JANUARI 1929 VIERDE BLAD
MUZIEK.
WILLEM ANDRIESSEN.
Er ls een tijd geweest, waarin Beethovens
Hammerclaviersonate voornamelijk als een
soort van concours- of paradenummer op de
programma's verscheen, wijl men haar, en
speciaal de slotfuga als het non plus ultra
van technische moeilijkheid beschouwde.
Gaandeweg, naarmate nieuwe technische
problemen gesteld werden, en vele groote
klavierspelers de waardecring voor meer in
nerlijk doorleefde reproductie hadden we
ten af te dwingen verloor het Beethoven's
grootste en belangrijkste klaviersonate zijn
twijfelachtige beteekenls als tentoonstel
lingsobject, maar werd daarmee ook een
zeldzamer voorkomend programmanummer.
En dit is jammer, want daardoor wordt het
gros der hoorders nooit geheel vertrouwd
met de geheimen van dit diepzinnige werk.
Het is dus goed en loffelijk als klavierspelers,
onder het voorbijgaan van werken waarmee
gemakkelijker succes te behalen is, zich be
ijveren om door het geven van geregeld te-
rugkeerende goede reproducties, zoo niet het
werk populair te maken, dan toch bij het
publiek het inzicht er in, en daarmee de
bewondering voor Beethovens genie te ver-
grooten. En. wat er ook nadien mocht ge
schreven zijn, het goed oordragen c'er Ham
merclaviersonate blijft altijd nog een gewel
dige taak. die aan techniek en memorie,
maar vooral ook aan Inzicht, psychisch door
dringingsvermogen en geestelijke concen
tratie enorme elschen stelt.
We mogen het dus in Willem Andriessen
prijzen dat ook hij .zijn krachten in dienst
van den kolos heeft willen stellen; de wijze
waarop hij de zichzelf opgelegde taak vol
bracht verdient niet minder lof. Het is na
tuurlijk voor referent, die zelf zich in den
loop der jaren een scherp omlijnd beeld van
een werk gevormd heeft, moeilijk om afwij
kingen daarvan steeds en dadelijk te waardee
ren of-toe te juichen; ik wil evenwel gaarne
constateeren dat in Andriessen's vertolking
vèel moois en doordachts waar te nemen viel.
Het Scherzo werd zonder voorbehoud voor
treffelijk gespeeld; in het Adagio waren tal
van uitstekende stemmingsvolle momenten,
al lijken me sommige détails in zijn opvat
ting voor discussie vatbaar, als b.v. het laten
domineeren van de linkerhand partij in de
variatie op het thema, waar de discant dit
in onuitsprekelijk schoone figuraties brengt;
hier ligt m.i. het zwaartepunt van het es-
pressivo in de figuren zelve, evenals in
overeenkomstige gevallen in het Adagio der
9e Symphonie en dat van 't strijkkwartet op.
127. Een uitvoerige bespreking van derge
lijke verschilpunten zou echter buiten de
grenzen van een verslag voeren en het gros
der hoorders nauwelijks kunnen interessee
ren. Wat het Allegro en de Slotfuga betreft
kreeg ik den indruk dat Andriessen meer
analyseerend dan constructief te werk gaat.
Met dat al is en blijft zijn Vertolking een
respectabele praestatie.
Een climax na Beethovens on. 106 is moei
lijk te brengen, en zeker niet met eenige
werkjes van Chopiri.
Daarentegen zal voor Vele hoorders, die
snet het volgen der Sonate vóór de pauze
een inspannende taak hadden, het lichtere
en pianistisch dankbaarder tweede deel van
den avond welkom geweest zijn. Wat mij
betreft had ik aan eenige werkjes der'mo
derne school, waarvan Andriessen vroeger
meermalen uitstekende reproductiesten ge-
hoore bracht, de Voorkeur gegeven boven de
seer bekende nummers van Chopin. Daar hij
echter toont ook op deze werken hier en
daar een eigen kijk te hebben kan men ze
toch met belangstelling volgen. Zelfs het
Walsje in Ges op. 70 no. 1, dat ik ondanks
zijn geliefdheid (ik hoorde het o.a. van
Lamond en Schafer) maar niet mooi kan
vinden, wist hij me wat minder onsympa
thiek te maken, door het Trio minder lang
zaam te spelen dan de meesten gewoonlijk
doen.
Aan het slot der reeks (Etude op. 25 no. 7,
Mazurka op. 17 no. 1, Wals in Ges, Scherzo
op. 39 en Polonaise op. 53) speelde Andries
sen, genoopt door den langdurigen bijval,
als toegift het Moment Musical in f min. van
Schubert en de Etude op. 10 no. 5 van
Chopin*
KAREL DE JONG.
ZEVENDE GEMEENTEL'JKE ORGEL
CONCERT.
De herinnering aan de grootsche indrukken
van het vorige Orgelconcert was niet bij
machte om die van het zevende te overscha
duwen: dit was een waardige tegenhanger
van den avond waarop mevrouw Noordewier
haar onovertrefbare Bach-interpretaties gaf.
Zelfs mocht het zevende concert een nog
gaver geheel genoemd worden, wijl ook de
organist beter gedisponeerd scheen dan een
vorig maal en nu de volle maat van zijn
kunnen ontplooide.
Ook nu was Bach met belangrijke werken
vertegenwoordigd: het groote Preludium en
de Fuga (misschien in den grond meer een
fugatische fantasie dan een regelrechte fugai
in e mineur (De II no. 9), klaar en volkomen
beheerscht voorgedragen, leidden ons in de
Bach-sfeer binnen, maakten ons ontvanke-
EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN
DIENST.
Uit het Engelsch van
DOUGLAS VALENTINE.
24)
Ik vroeg om een adresboek van Berlijn. Ik
zocht de stratenlijst op en keek gretig de
kolommen door van de straten waarvan de
namen met een ,Abeginnen. Ik vond niet
wat ik zocht: nl. een Achillesstrasse, hetzij
dan met een of twee „L"s.
Toen probeerde ik het met „Eichenholz".
Er bleek een Eichenbaum-allee te bestaan
in een tuindorp in het Westen van Berlijn,
meer niet en een onderzoek naar een Blat
ter- of Blatt-Strasse had eveneens een ne
gatief resultaat.
Het was een ontmoedigend werk, maar ik
gaf het nog niet op. Ik keek weer naar mijn
papiertje en het eenige woord dat nog over
bleef ais mogelijk bestanddeel van een
straatnaam was „Zeit".
„Wie Achiles in dem Zelte".
Mistroostig sloeg ik de „Z" op.
En opeens staarde een straatnaam mij
aan: ,Jn den Zeiten",
lijk voor het meest grootsche viool-solowerk
van alle tijden: de Chaconne uit de vierde
Sonate. De reeks variaties op het acht-matige
thema hoe lang gerekt schijnen zij som
tijds, hoe boeiden zij nu van de eerste tot de
laatste noot! Magistraal was de uitbeelding
die onze stadgenoote, de voortreffelijke
violiste mevr. Sepha van BeinumJansen er
van gaf: groot vt.n opzet, strak van lijn,
gaaf van techniek, rijk van kleur. Impo
neerend was de klank der schoone Zanoli-
viool, die de groote ruimte geheel vulde;
geen noot, ook in het sprankelende passage-
werk, die minder duidelijk klonk, geen spoor
van onzuiverheid dat aan den samenklank
der vele gewichtige accoorden afbreuk kon
doen. Temperament, toon en techniek sloten
hier aaneen tot een geheel van groote vol
komenheid. Zóó behoort een werk als de
Chaconne gespeeld te worden, wil de hoor
der den draad tot het laatst toe vasthouden;
dan houdt, in verklaarbare wisselwerking, het
werk den hoorder vast tot hij aan het slot
in by val losbarst, zooals dan ook gisteravond
geschiedde.
De beide andere vioolwerken. een „Air" van
Locatelli en het bekende en beroemd gewor
den „Praeludium et Allegro" van Pugnani—
Kreisler, werden op dezelfde superieure wijze
als de Chaconne van Bach vertolkt. In het
geheel op de g-snaar gespeelde Air kwamen
de uitnemende eigenschappen van het in
strument nog eens bijzonder duidelijk naar
voren.
Mocht mevr Van BeinumJansen zich
terecht in een zeer groot succes verheugen,
George Robert kreeg ook zijn rechtmatig aan
deel, verwierf na de „Siclliana" van Bossl
zelfs buitengewonen by val. Het in ouden stijl
geschreven fijn geregistreerde stukje impres-
sioneerde als een Watteau met donkeren
achtergrond; de voorafgegane „Canzona" van
KargElert had minder liefelijke, maar toch
geen onaangename indrukken achtergelaten.
Besri eiden en in fraaie donkere kleur bleven
de orgelbegeleidingen bij de vioolwerken.
Maar in de „Sonata da Chiesa", waarmede
het concert besloten werd, klonk een heel
ander geluid: hier was de koene, doch kun
dige harmonieus Hendrik Andriessen aan het
woord, die In dit werk uit een kort doch
sprekend thema eenige harmonisch kunstige
en belangwekkende variaties van zeer ver
schillend coloriet heeft opgebouwd om ze
met een krachtig Allegro te besluiten. Mede
dank zij de uitnemende voordracht van
George Robert was het werk overal helder
en zonder moeite te volgen; slechts was het
jammer dat de telkens wisselende registree
ring betrekkelijk lange generale pauzes tus-
schen de variaties noodig maakte, waardoor
de eenheid wat geschaad werd.
Dit orgelconcert zal als een der beste die
we hoorden in herinnering blijven. Op het
volgende, 8 Feb. a.s., wacht ons een nieuw, en
hier, voorzoover ik weet, nog ongekend genot-
de beroemde Haagsche violoncellist Charles
van Isterdael zal dan de Viola de Gamba,
een in onbruik geraakt strijkinstrument be
spelen. We hebben a"e reden dien avond met
buitengewone belangstelling te gemoet te
zien.
KAREL DE JONG.
HET TOONEEL.
„ALBERDINGK THIJM".
EEN PAARDENMIDDEL.
Vrooüjlt spel in 3 bedrijven
door Gerard Nielen.
Het kost Gerard Nleien blij kt -, ar geen
moeite om tooneelstukken te schrijven. Zoo
heeft hy met zijn „Zenuwpatiënten", dat pas
door Jacob van Lennep is gespeeld, vol
tooid, of hy maakt er een „vroolyk spel"
voor het „heerentoorieel" van.
Niet alleen, dat hij er alle dames uitwerkt,
maar hy ziet zelfs kans zijn klucht nog te
verbeteren. Want „Een Paardenmiddel" zit
als tooneelstuk steviger in elkaar dan Ze
nuwpatiënten. Het blijft nog altijd een drie
dubbel overgehaalde klucht, maar er zyn ee
nige trekjes in zooals de herhaling van 't
eerste tooneel van I in n en de verbazing van
de twee pseudo-zenuwpatienten, wanneer zy
tegenover elkaar komen te staan, zonder te
weten, wie er komedie speelt die wat meer
zyn dan gewone kluchtspel-effecten. Gerard
Nielen heeft werkelijk de flair om voor 't dilet-
tanten-tooneel te schrijven. Hy weet pre
cies, waartoe zijn spelers in staat zijn en wat
het publiek verlangt, hy schrijft een vlotten
dialoog en hy weet in zijn kluchten voortdu
rend den gang er in te houden. En in deze
bewerkte klucht heeft hy een type gebracht
den drogen, altyd even fiegmatieken Kriek
die door zyn contrastwerking met al die
zenuwlijders een werkelijk komisch ef
fect maakt. Wat Nielen dezen boekhouder
laat zeggen, is dikwijls raak en grappig en
het ls een zeer dankbare blijspelfiguur! Een
zoo aardige figuur misten wy in Zenuwpatiën
ten en 'hy heeft dan ook niet weinig tot het
daverend lachsucces van „EenPaardenmiddel"
bygedragen.
Nu dient dadelijk gezegd, dat deze rol ook
kosteiyk werd gespeeld. De heer Jacques van
Elten een der beste krachten van Alber-
dlngk Thijm vond ln dezen boekhouder een
koiije naar zyn hand. Ziua.e roden liggen den
heer Van Ellen uitstekend en gisteren was hij
wel bijzonder goed op dreef! Hy speelde dezen
flegmaticus met een drogen humor, die on
weerstaanbaar komisch werkte! En daaibij
zei hy zyn zinnetjes, telkens zoo langs zyn
neus weg dat het grappige effect, dat Nielen
er mee bedoeld heelt, voiKomen tot zyn recht
kwam.
Trouwens heel de opvoering voldcxl aan de
eischen, welke men aan het dilettanten-too-
neel mag stellen. Nielen heeft èn als schry-
ver èn als acteur-regisseur plezier van zijn
werk gehad. Het was nauwelijks te merken,
dat de vereeniging door de plotselinge ziekte
van een der hoofdrollen zwaar gehandicapt
werd. De heer Vreeswijk, die voor den
heer Van Dijk was ingevanen, sioeg zich kra
nig door de moenij kneden heen en wanneer
de voorzitter het met voor den aanvang der
opvoering had gezegd, zouden weinigen in de
zaal hebben gemold dat Berius van Buuren
door een invaller werd vertolkt.
Gerard Nielen had voor zich zelf de rol van
den „zenuwpatiënt", die door het paarden
middel genezen moet worden, gekozen en liy
speelde die rol met de routine, welke wij van
hem kennen. Hy wist zich voor al te veel over-
dry ven te hoeden en had aardige nuances in
zyn spel, vooral in het tooneel in IH, toen hy
den zenuwlijder „speelde" en hy in zijn tel
kens wisselende gelaatsmimiek werkelyk iets
heel goeds gaf.
Ook als regisseur heeft Nielen flink werk
gegeven! Er zat schot en gang in de voorstel
ling. De heeren Hoogeboom en Jacob Henne-
man voldeden beiden zeer goed in deze klucht
en het "was wel een der grappigste en best
gespeelde tooneelen, toen Bertus en zyn neef
Piet tegenover elkander stonden, niet wetend
of zy met een werkelijke zenuwcrisis te doen
hadden of niet! En de jonge Toontje Switser
verdient een afzonderlijk compliment voor de
wijze waarop hy Nol speelde! Dat was werke
lyk een jongen, die het door zyn zenuwen te
kwaad kreeg.
Alberaingk Thym kan van deze klucht van
Nielen nog veel pleizier beleven! Het publiek,
dat de tooneelzaal van de sociëteit St. Bavo
by na geheel vulde, was gisteren in één voort
durende lachstuip en het succes was voor de
spelers dan ook zoo groot, als zy zich maar
wenschen konden. Nielen is in zijn Paarden
middel niet huiverig om met „paardenmidde
len" te werken, als hij zyn menschen aan het
lachen wil brengen. Het resultaat hebben wy
gisteren by deze eerste opvoering gezien: het
werd een daverend lachsucces. Nielen's vroo
lyk spel zal een repertoire-stuk voor het hee-
rentooneel worden; dat durven we hem na
dezen avond wel voorspellen.
J. B. SCHUIL.
LUXOR-THEATER
„Het Lunapark van New York
met Lois Wilson en „De dooaen-
de kus", tendenzfihn in 7 acicn.
Allereerst brengen we een bezoek op onze
Duitsche reisjes aan Würzburg, waar weer
heel veel schoons te genieten valt.
,Het Lunapark van New York" is een dra
matisch filmwerk in 6 acten. Ook in deze
film is weer sprake van sympathieke en on
sympathieke menschen en dan rekenen we
Jim Burke en Lois. Wilson tot de eerste, cate
gory en: Cooper c.s: tót "de laatste. We' zién
hier heel veel vermaak dat ons aan de oude
kèrmissen doet-denken. De-geschiedenis die
hier gegeven wordt ls heel natuurlyk en lo
gisch. Cooper, de éïgenaar van dë cabarets
in New York. wil ook het Lunapark van Jim
Burke in bezit hebben en schuwt niet- om
zich ven allerlei slechte middelen te bedie
nen. Voor Jim Eurke ls het een zware tyd,
want Cooper heeft geld. Dan komt daar nog
bij dat een ander het op zijn meisie voor
zien heeft. Het verhaal zou niet volledig zijn
als de toeleg niet mislukte en Jim Burke en
't bewuste meisje een gelukkig paar werden.
Maar ook Bob en Joy vinden eikaar. Telkens
wordt hartelijk gelachen om de pitteige ge
zegden van Joy.
Een goede flim.
„De Doodende Kus" ls als opzet uitstekend
en als daar niet dat vreeselijke was byge-
komen zou alles heel natuurlyk ge
weest zijn. De liefde tusschen het visschers-
meïsje en de visscher die dienst neemt by
de marine en dan op het laatst voor de ver
leiding bezwijkt. Vreeselijk zijn de visioenen.
M°er hiervan te zeggen is onnoodig.
Heel goed opgenomen is „In het land der
Vennen" en hier constateerden we voor de
zooveelste maal hoe mooi ons eigen land is
en hoe weinig we er eigenlijk van weten. De
omstreken van Oisierwiik zijn schitterend
met bosch en waterpartijen en het moet een
genot ween daar zijn vacantie door te bren
gen. Dit is mede een van de mooiste gedeel
ten van het programma.
VNA HAARLFM'S DAGBLAD No «390
DE I ANGE NA CUT
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN M Cu
Voor Allen die Sukkelen
met Vers'opping of moeilijken, tragen en
onregelmatigen S'.oelgang zijn
Mijnhardt's Laxeertabletten
onmisoaar. Werken vlug zonder kramp of pijn
B j Apothekeis en Drogisten. Doos 60 c'.
Wordt wakker en vraagt
zich af of het nog geen
morgen ls
hoort, moeder en vader
naar boven kemen en be
seft dat de nacht nauwe
lijks begonnen is
ls er zeker van dat hU geen
cog meer zal kunnen dicht
deen en valt in slaap
wordt wakker alle grut
jes. het is nog steeds pik
donker
spiedt ln de duisternis om
te zkn cf er niet iets ls.
waarmee hy zich vermaken
kan
besluit dat hy tot 5000 zal
tellen en dan zal 't wel
morgen zyn
telt tot 62. kan de span
ning niet langer verdragen,
dcet zyn ocgen \v:er open.
ziet dat het n:g donker is
en sluit ze weer
opent ze bUna onnvddellijk en haast zich om een nieu-
aaarna weer en zie, het is
plotseling he'der daglicht
wen dag te beginnen.
(Nadruk verboden).
REMBRANDT-THEATER.
Harry Liedtke in „Vriend Harry".
Dat Harry Liedtke een der vele lievelings-
filmhelden is, biykt wel daaruit, dat zyn por
tret door den portier van Rembrandt aan de
bezoekers uitgedeeld wordt en dat iedereen
dat portret een veilig plaatsje in zak of tasch
geeft. In „Vriend Harry", de nieuwste Aafa-
film kan hij zich weer van zijn beste zijde la
ten bewonueren. Een onvedenegbaar feit is.
dat hy- onder de filmartisten tot de allereer-
slen hoort, die in hun geheele verschijning
op-en-top „heer" zyn. Daarbij komt dat hij
ook first-rate sportman en waaghals is, en
de galante man van de wereld en zyn rollen
meestal die van een ridderlijken „humoris-
tischen, koelbloedigen redder, op wien de
filmsterretjes zich altyd verlieven. Alles
werkt dus mee om Harry deze bevoorrechte
plaats aan de filmsterrenhemel te doen inne
men en te doen behouden. In „Vriend Harry"
heeft hij als partner Maria Paudler, een knap
actricetje, dat evenals Harry haar rol levend
weet te maken. Wat het kijken naar het spel
van Liedtke. zoo interessant maakt, is het op
merken van al die bijna ondefinieerbare
kleinigheidjes,'die van zijn "créaties het too-
neelmatige wegnemen. „Vriend Harry" Is een
gezellige film, waaraan de de avontuurlijke
spanning niet ontbreekt.
Het Rembrandt-Nleuws ls als gewoonlijk
zeer belangwekkend, evenals het Polygoons.
Hollands Nieuws, dat onder anderen de in
drukwekkende plechtigheid gaf van de be
grafenis der vier zeehelden van de Prins dei-
Nederlanden en van de vier veldwachters van
Grootegast..
Eén bijzonder woord van waardeering voor
de vtjze van samenstelling en van uitvoering
van de Fantasie van Opera-fragmenten, die
samengesteld werd door den kapelmeester N.
Snoeck.
Het Russische danspaar, Gladiwa Gorewa
en Ivan Kiruff van het voormalig keizerlijk
Maria Theater te St.-Petersburg, hadden al
le belangstelling van het publiek, en werden
hartelijk toegejuicht.
CINEMA PALACE.
Een zotte film en een roe
rende: Vrijspraak.
In Cinema Palace ls deze week een dol
vermakelijke geschiedenis te beleven van
drie babies, waarmee meer gesold wordt
dan het consultatiebureau voor zuigelingen
zorg in normale omstandigheden zou tole-
reeren. Het is aan ook een abnormaal geval,
vreeselyk dwaas, gelukkig net dwaas genoeg
om niemand in de veronderstelling te laten,
dat er een greintje ernst bij is. Daarom kun
nen wij zelfs even lachen als de grappig
heid soms met niet fijne middelen bereikt
wordt, bijvoorbeeld als de filmleiding mis
bruik maakt van de misvormdheid van een
lilliputter. Dat ls meer Circus-effect, maar
komt zoo allerdwaast te pas, dat. ieder toch
glimlacht om den onzin. Karl Dane en
George K. Arthur speelden deze Metro Gold-
wyn-comedie knap, met twee hunner waar
dige film-koninginnen.
In dezen tijd van „Mary Dugan" zijn zij,
die niet alleen bioscopen bezoeken geneigd
vergelijkingen te trekken tusschen Bayart
Keiller's tooneelspel en „Vrijspraak" een Pa
ramount-film met Pola Negri vervaardigd
door Mauritz Stiller.
Ook Julle Morland komt voor een jury en
ook zij onthult gelijk met haar levensloop
de beweegredenen, die haar dreven tot een
misdaad. Verder gaat echter de gelijkenis
niet, dit ls geen detective-roman, en Julie ls
wel schuldig aan moord, zij het om ver
schoonbare redenen. Zooa:s Frantlsjek Lan
ger het in zijn .Pérlphérie" bepleit zullen
die redenen de eenige maatstaf voor de ge
rechtigheid zijn, en omdat deze ln dit geval
zijn: medelijden en moederliefde, valt de
vrijspraak best in den smaak bij het publiek.
Bovendien ziet het Po'.a Negri graag en
krijgt daar gelegenheid te over toe, terwijl
het einde overgelukkig is.
Het journaal bracht door foto's van de
begrafenissen te Hoek van Holland en Groo-
tegast ontroering in de zaal, en voorts ac
tualiteiten van den dag.
De muziek speelde bij de droeve gebeur
tenissen gelukkig geen treurmarschen. maar
zweeg vol piëteit. Later kwam zij zelfs tot
een gesyncopeerde ouverture Tannhauser.
STANDAARD-THEATER.
Cowboys en Weduwen; drie
aardige films.
Als vaste'klant van „Standaard" viel het
ons gisteravond op, dat de heer De Kort,
die bij 't begin van het seizoen directeur
van deze bioscoop werd, thans deze functie
niet meer vervult. Een nieuwe directeur ls
er nog niet, en Intuschen wordt het theater
geëxploiteerd door de eigenaresse, een N.V. uit
den Haag.
Het voltallige orkest deed moeite de zaal
met haar geluiden te vullen, meer publiek
hadden de vertoonde films zeker wel ver
diend.
Want Hoot Gibson, zoo'n stevige comboy
speelt weer. zooals wij het al jaren geleden
van hem gewoon waren: prettig en flink, en
rijden kan hij dat zijn zwarte ros als een
schim over het witte doek vliegt. Hoeveel
Wild-Wcst-films men ook niet. 't is merk
waardig dat de forografie in negen van de
tien gevallen schitterend ls en vaak veel
beter dan bij de in ateliers opgenomen
speelfilms. En dezè film: „De prairie-speur
der" heeft ook nog de goede hoedanigheid
dat de inhoud totaal anders dan anders ls,
en dat wil bij een cowboy-film heel veel
zeggen.
Snookums, de baby met de opgewipte, stijf-
gcplakte haralok een jong. dat nu al vijf
of zes Jaar voor de film speelt en altijd nog
drie jaar oud lijkt ln de filmwereld is alles
mogelijk Snookums dan, zien we in een
niet onverdienstelijke klucht die enkele goede
moppen inhoudt.
En als derde film: „Pas op voor weduw-
vrouwtjes!" Van een genre dat bij het pu
bliek nogal ln de smaak valt, met vele ja-
loersche menschen, heftige scènes, leuke
voorvallen en Laura la Plante ln de hoofd
rol.
Een onderhoudend en af wisselend pro
gramma dus.
Ik had eindeiijk het spoor gevonden.
Den naam „In den Zeiten" (in de tenten)
ervoer ik uit de stratenlijst, dankte deze
straat aan het feit dat in vroeger dagen zich
daar aan den kant tegenover de Noordzijde
van de Thiergarten een aantal openlucnt-
drlnkgelegenheden voor dorstige bierliefheb
bers haduen bevonden. Het was geen lange
straat. De stratenlijst gaf maar 65 huizen
aan, waarvan enke.e zeifs thans nog bier-
tuinen waren. Maar overigens scheen het
een voorname straat geworden te zijn; de
meesten van de bewoners, dus leerde mij
het adresboek, waren menschen met klin
kende namen. Het interesseerde mij te zien
dat no. 3 nog in het boek vermeld stond als
het Berlijnsche kantoor van „The Times".
Ik was nu ten volle overtuigd dat de
laatste zin betrekking had op het nummer
van de woning. Twee was zoo goed als zeker
het huisnummer, want dat ging vooraf, drie
moest dan het nummer van de étage zijn.
Wat „Achiles" betreft, dat gaf ik voorloo-
pig maar op.
Ik keek op mijn horloge. Het was tien
minuten voor half twaalf; te laat om nu
nog mijn onderzoek te beginnen. En tege
lijkertijd drong het tot me door hoe volsla
gen uitgeput ilc was na twee slapelooze nach
ten en een reeks van schokkende gebeur
tenissen, die echter tot op dit oogenblik
iedere gedachte aan moeheid verre van mij
hadden gehouden. Maar nu kwam de reac
tie en ik voelde een onweerstaanbare be
hoefte aan een warm bad en een gemakke
lijk bed. Evenwel op dit uur van den avond
naar een hotel te gaan, zonder bagage en
met een Amerikaanscbe pas die niet in orde
was, was niets anders dan de kwade geesten
verzoeken. Het zag er naar uit alsof ik tot
den morgen zou moeten rondhangen in café's
en nachtlokalen, dan haastig mijn onder
zoek instellen in de straat met den vreemd-
soortigen naam ..In den Zeiten" en ver
volgens maken dat ik uit Berlijn wegkwam.
Maar ik knikkebolde van vermoeidheid-en
had de grootste moeite om niet in slaap te
vallen. Ik dacht dat wat zwarte koffie me
goed zou doen en ik keek rond naar een
kellner. En terwijl ik rondkeek, zag ik plot
seling de elegante figuur en het bleeke ge
zicht van den eenarmïgen officier, die ik
in het Casino van het grensplaat^"e ont
moet hadden jongen luitenant, dien ik
Schmalz had hooren noemen.
Hij was juist het café binnengekomen en
stond bij de deur om zich heen kijkend. Ik
voelde me opeens onbehage'ijk toen ik hem
zag, ik moest denken aan het kruisverhoor
v/aPTP-n hij mij in het Casino onderworpen
had. Maar ik kan niet ont°nannen voor ik
met den kelner had afgerekend en boven
dien c^e jonge officier venster de den weg.
Hij maakte een eind aan miin aarzeling en
aan mijn vrees door linea recta op mij toe
te stanpen.
Goedenavond Herr Doktor, zei hij in
het Duitsch, met een allerinnemendsten
glimlach. Dat ls inderdaad een onver
wacht genoegen. U komt zeker eens kijken
hoe wij, arme Duitschers, ons in oorlogstijd
vermaken? U permitteert?
Zonder mijn antwoord af te wachten, nam
hij plaats aan mijn tafeltje en bestelde een
glas bier.
Het is Jammer dat u niet eerder gekomen
is, zei ik zoo vriendelijk als ik maar kon,
want ik was juist van plan weg te gaan. Ik
heb een lange en vermoeiende reis achter
den rug en ik verlang naar een hotel.
De woorden waren nog niet uit mijn mond
of ik begreep dat Ik een blunder gemaakt
had.
U hebt nog geen hotel? zei Schmalz,
wel, dat is grappig: ik ook niet. Maar om
dat u een vreemdeling is in Berlijn moet u
mij toestaan dat Ik dienst doe als uw gids.
Laten we samen een hotel zoeken, vindt u
niet? Ik had graag ..neen" gezegd, maar het
was niet gemakkelijk om een aannemelijk
excuus te vinden. Bovendien was zijn manier
van doen zoo vriendelijk, zijn aanbod klonk
zoo oprecht-gemeend, dat het moeilijk viel
het af te wijzen. Hij was een charmeerende
persoonlijkheid, deze flinke, vlotte knappe
jonaen. En ik was zoo moe als een hond.
Hij zag mijn aarzeling.
We kunnen gaan waar u wilt, zei hij
opgewekt. Maar jullie Amerikanen zijn
verwend op het punt van luxueuse hotels.
U zult echter zien dat u ons hier ln Berlijn
niet veel meer te leeren hebt. We kunnen
naar hotel Esplanade gaan dat ls schitte
rend, een onderneming van de Hamburg
Amerikalijn. Ik ben daar uitstekend bekend,
kind aan huis, om zoo te zeggen. Een oom
van mij is gezagvoerder geweest op ver
schillende passagiersschepen van de maat
schappij. We zullen het er best hebben: ik
krijg er altijd een kleine „suite": slaapka
mer, zitkamer en badkamer, alles wat een
mensch maar verlangen kan en lk zal zor
gen dat u dat ook krijgt.
Ik heb naderhand dikwijls gedacht dat lk,
als ik minder vermoeid was geweest liever
hard weggeloopen zou zijn, dan op dit krank
zinnige voorstel ln te gaan. Maar ik was
dronken van den slaap en ik snakte naar
een kans om een behoorlijke nachtrust te
krijgen; ik was er bovendien van overtuigd
dat ik. onder geleide van dezen"Jongen offi
cier tot morgenochtend van alle pas-moei
lijkheden ln het hotel af zou zijn. En tegen
dat puntje bij paaltje kwam, nam lk mij
voor, zou lk alweer uit het hotel weg zfjn.
en op weg om mijn onderzoek ln te stellen.
Dus, ik nam Schmalz voorstel aan.
A propos, zei ik, ik heb «reen bagage.
Mijn tasch ls aan het station blijven liggen
en ik voel er niets voor om er nu nog ach
teraan te gaan.
Hindert n'.ét, was het Jovla'a antwoord,
Ik zal u wel alles bezorgen, wat u noodig
hebt, tot een pyjama toe van Amsrlkaansch
model. Ik heb u gezegd dat ik daar hecle-
maal thuis ben. Tusschen haakjes. 11: vond
het beter om Duitsch te spreken: Engelsch is
niet bepaald in trek in Berlijn in de tegen
woordige omstandigheden.
v" - .(Word* vervolgd). t