HUISVLIJT BIJVOEGSEL! No. 110 AAN ALLEN! 'k Ben blij, dat ik uit jullie brief jes heb vernomen, dat jullie in den sneeuwtijd 200 goed gezorgd hebt voor de vogeltjes. Een jongen schreef me: „die nare musschen pikken al tijd 't duivenvoer op en 't zijn im mers toch ook schadelijke dieren." Ik zou hierop willen antwoorden: „Als jij lekker mais buiten strooit, weten die musschen dan, dat 't voor de duiven bestemd is? Misschien denken ze wel: Wat is die Jan toch een lieve jongen om zoo'n fijn hapje yoor ons klaar te leggen." Hoe kom je er bij, dat musschen schadelijk zijn? Ze zijn, vooral wan neer ze jongen hebben, heel nuttig. Dan verdelgen ze een onnoemelijk aantal insecten. - Een vorigen keer heb ik jullie al eens verteld, dat er eigenlijk geen enkele vogel is, die absoluut schade lijk genoemd kan worden. Ze heb ben, evenals wij him cjLugden en on deugden. 't Hangt er maar van af met welken kant van hun karakter we kennis maken. Ook al weer net als in de menschenwereld. Je moe der vindt je een besten jongen of een hef meisje, omdat je b.v. zon der mopperen een boodschap wilt doen, maar je buurman vind je een ondeugend kind, omdat je dikwijls ïbij hem aan de bel trekt. Een visscher scheldt op eiken rei ger, omdat deze de visschen voor zijn neus wegkaapt. Maar dit ls eigenlijk dom van dien visscher, want dezelfde reiger voedt zich ook met kikvorschen. En die kikvorschen eten de kleine vischjes weer op. Ook eet de reiger onze schadelijke knaag dieren, zooals ratten en muizen op. De landbouwer verdelgt vaak de spreeuw. Spreeuwen worden vernie lers genoemd van het graan. In ker sen- en bessenboomgaarden brengen se ook vaak groote schade aan. Dat is allemaal waar, maar 't is ook waar, dat de spreeuwen meteen jacht maken op schadelijk gedierte. 't Zijn zulke vroolijke, levenslus tige snaken die spreeuwen. Hoe goed zorgen ze voor hun altijd hongerige jongen. Massa's slakken, wormen en larven worden naar de nesten ge bracht. Waar spreeuwen zijn, be hoeft men niet bang te zijn voor een insectenplaag. 't Is voorgekomen, dat een bosch geplaagd werd door dennenrupsen. Een spreeuwenzwerm maakte in heel korten tijd een eind aan déze ramp. Lijsters staan soms ook in kwaden reuk. Ze kunnen heel wat besjes op eten, maar voor de afwisseling hap pen ze ook naar menig insect. En dan wie zou de lijster, een onzer meest geliefde zangvogels leed kun nen doen? Een groot geleerde heeft eens be rekend, hoe groot de waarde was van een lijsternest. Hij vond het vol gende: Stel, dat een nestje 5 jongen bevat.. Ieder der jongen verorbert dagelijks gemiddeld 50 rupsen of an dere insecten, dat is samen per dag 250 stuks. Dat is per maand 7500 stuks. Iedere rups eet per dag zijn gewicht aan bladeren en bloesems. 1 rups eet per dag b.v. één bloesem op, die 7500 eten in een maand 225.000 bloesems op. W. B.—Z. Rustenburgerlaan 23. S, LUCIFERSAUTOMAATJE We maken nu een aardig bakje aan den wand om volle lucifers doosjes in te bewaren. We maken het van triplex van ongeveer 5 m.M. dik te en beginnen met den achterwand van 't bakje. Dit is een plankje van 22 bij 6.5 cM., waarbij de dikte van 't hout op 5 mJM. gerekend wordt en de lengte van een lucifersdoosje op 5.3 c.M. 't Bakje binnenwerks wordt dan 5.5 c.M. breed (Zie fig. 1). De zijwanden (zie fig. 2 gearceerde gedeelte) hebben dezelfde breedte als die van 't doosje, met een paar m.M. speling, dus 4 c.M. en een lengte van 19 c.M. aan de voorzijde en 20 cM. aan den achterkant. Van onderen zagen we een hoekje van 2 bij 1 c.M. weg. Het voorblad (zie fig. 2a) is 17 bij 6.5 cM., terwijl de bovenkant in de schuine richting van den zijwand wordt bijgevijld. Voor den bodem ne men we een plankje van 7.5 bi] 6.5 c.M. (Zie fig. 2b en 3). De hoekjes aan de voorzijde wor den 11/2 c.M, uit den kant afge zaagd. We kunnen nu ons bakje in elkaar zetten. Den achter- en voor wand timmeren we op de zij plank jes, terwijl we den bodem er onder timmeren. Vullen we nu ons bakje met doosjes (10 stuks), dan kunnen we er van onderen een afnemen; de andere zakken dan weer naai- be neden. Nu rest ons nog een dekseltje op 't bakje te maken. Dit heeft de grootte van de schuine bovenzijde van 't bakje, dus 6.5 bij 4.6 cil.; doch 't wordt 5 c.M. lang genomen, daar aan weerszijden 2 m.M. schuin wordt bijgevijld om 't pasklaar te maken (Zie fig. 4). We kunnen dit dekseltje met een scharnlertje aan den achterwand bevestigen, doch ge makkelijker is misschien het er los op te leggen, door onder het plankje een tweede te timmeren, dat precies In de opening past (Zie fig. 4 gear ceerd). Op 't voorblad brengen we een versiering aan door de vlam (fig. 5) van dun triplex uit te zagen, deze hel rood en geel te verven en met houtlijm er op te plakken. Om de vlam mooi te doen uitkomen beit sen we het bakje zwart (waterbeits). In 't midden van don achterwand brengen we een haakje aan. Met blanke lak wordt 't geheel afgewerkt, 't Model ligt in de Tijdingzaal ter bezichtiging.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 19