De Man met den Horrelvoet
H. D. VERTELLINGEN
STADSNIEUWS
Aspirin-
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 30 JANUARI 1929
(N&druk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
De middagzon zond hare gouden stralen
door de tamarindeboomen. Kleine grauwe
eekhorentjes klauterden vlug op en neer de
knoestige boomstammen, terwijl de pape
gaaien hun heesche kreten van de takken
lieten hooren.
Op het warme pad in een Indischen tuin
zat de slangenbezweerder met gekruiste bee-
nen en speelde op zijn fluit. Soms klonken
tic tonen zacht en smachtend, als de koele
wind in de zwaaiende boomtoppen, maar dan
v/eer luidden ze hol en steunend als een
geest die tusschen de bloemen en struiken
rondzv/eeft zonder rust te kunnen vinden.
Dan, plotseling ging hij over in een beelde
rige melodie, terwijl zijn lichaam heen en
weer zwaaide, en zijn lenige vingers over de
bamboesfluit heenliepen.
Om zijn hoofd had hij een vuurrooden tur
ban en onder deze fladderden de pikzwarte
haren om zijn mager, bruin gezicht.
Twee ronde manden stonden vlak bij hem.
Eén er van stond half open en binnen in
de mand zag men een cobra die op zijn minst
zes voet lang was. Langzaamlangzaam
hief de slang haar hoofd op uit de mand en
luisterde naar de muziek en spoedig begon
zij heen en weer te zwaaien naar de maat
der muziek, terwijl zij haar spitse tong in
den open wreeden bek heen en weer be
woog.
Naast den slangenbezweerder stond zUn
vrouwzij had ook een vuurrooden tur
ban op haar pikzwart haar en uit haar
oogen schoten vurige stralen. Om haar ar
men en hals hingen lange rijen van ge
kleurde kralen en om haar enkels dikke
ringen van geciseleerd zilver.
Harry Marsh en zUn jonge vrouw zaten op
de veranda van hun Indischen bungalow en
keken naar den slangenbezweerder. Lok
kend en vleiend klonken nu de tonen van
zijn fluit, en de slang kronkelde zich lang
zaam uit de mand en gleed naar den Hindoe
t.oe. Met groote verschrikte oogen zag Eileen
Marsh hoè de slang al dichter en dichter
naar den man toekroop, totdat zij tenlaatste
op zijn armen kroop en zich om zijn hals
legde. Eileen huiverde toen zij dit zag, en
onwillekeurig sloot zij hare oogen, maar
opende ze spoedig weer toen zij een honend
lachen van de vrouw hoorde, die haar met
oogen vol haat aanstaarde.
„Ben je bang, lieveling?" vroeg Harry tee-
der, terwijl hü met bekommering zag hoe
bleek Eileen geworden v/as.
„Ja, Harry", antwoordde zij, „dat ben ik.
ik kan niet uitstaan om naar die slang of
naar die vreeselijke vrouw te kijkenIk
vind dat ze er zoo kwaadaardig en wreed
uitziet.
„Hi Chillo Jao!" riep Harry snel, terwijl hij
een zilveren muntstuk naar den Hindoe toe
wierp, „verdwijn oogenblikkelijk met je
vrouw en je slangen, we hebben er meer dan
genoeg van". Toen keerde hij zich naar zijn
vrouw toe en zeide: „Ik wou dat ik dien
slangenbezweerder nooit hier had laten ko
men, nu heeft hij je verschrikt. Kom, laten
we naar binnen gaan om wat muziek te ma
ken. Heb je daar geen lust in? Zou je den
ken dat je het accompagnement voor de
Berceuse kunt spelen, die we gisteren gekre
gen hebben, dan zal ik mijn fluit gaan ha
len, en dan vergeten we dien akellgen
slangenman".
„Nee, nee, Harry, speel geen fluit vandaag,
dat laat me zoo aan dien man denken. Kon
ik hem toch maar vergeten, en vooral zijn
kwaadaardige vrouw, die er uitzag alsof ze
mij met plezier vermoorden zou".
„Maar waarom zou ze daar plezier in heb
ben. dom kindje?" vroeg Harry glimlachend,
terwijl zij naar binnen in den bungalow
gingen.
De slangenbezweerder en zijn vrouw gin
gen samen den tuin uit. Hij droeg de twee
manden en zU een dikken stok, dien hij ge
bruikte als de slangen soms gestraft moes
ten worden.
„Witte vrouw houdt niet van slangen", zei
Rhylla tegen haar man. „Maar waarom niet,
waarom is zij bang voor de slangen?"
„Witte vrouw was bang, omdat zij gauw
een kindje verwacht", antwoordde Amza.
„maar daar weet jij niets van", voegde hij er
spottend aan toe, „jen, een kinderlooze, on
vruchtbare vrouw.... jij moet tevreden zijn
met de moeder van alle slangen te zijn".
„Kinderloos en onvruchtbaar, ja, dat ben
ik ook", schreeuwde Rhylla razend, „maar als
ik kinderloos ben, dan zal de witte vrouw dat
ook wordendat zweer ik".
Een bittere jaloezie had zich van haar
meester gemaakt, zoodra zij Eileen Marsh
gezien had, aan wie het duidelijk te zien was
dat zij spoedig een kind verwachtte. Haar
heele hart was vol haat en afgunst tegen
over de jonge vrouw die het geluk zou ken
nen een kind te krijgen, oen geluk dat Rhyl
la nooit gekend had. ofschoon zij er dag en
nacht God om bad, zoodat Amza haar niet
meer een onvruchtbare vrouw zou kunnen
De pikzwarte Indische nacht had zich als
een dik tapijt over den bungalow ver-
De moeder aller slangen
spreid. In haar slaapkamer lag Eileen in
haar bed, wel eenigszins bleek, maar toch in
nig gelukkig en droomend starende in de
Punkaken, die zachtjes over haar bed heen
en weer zwaaide om de lucht rondom haar
af te koelen.
Buiten hoorde men de stemmen van de
Indische bedienden, die de Punkaken trok
ken, en uit den tuin het gegons van duizen
den insecten. Een hond biafte in de verte
daarna werd alles stil.
„Mijn zoon, mijn kleine babyzoon", fluis
terde Eileen, „o, hoe goed is God dat hij
Harry en mij dien schat gegeven heeft.
De deur van de zitkamer werd geopend en
Harry kwam binnen. „Slaap je lieveling?"
vroeg hij zachtjes.
„Nee, ik slaap nietik lig te denken",
antwoordde zij, terwijl ze zijn hand greep.
„Ik denk er aan hoe goed God is, die ons
dien lieven kleinen jongen gegeven heeft
ben je daar nu ook echt blij om, Harry?"
„Blij? Ja, daar kan je zeker van zijn dat
ik ben", antwoordde Harry met een kus.
„Och, -Harry, wil je hem niet even gaan
halen", vroeg Eileen. „Ik zeide aan Ayah, dat
ze de wieg in de kleedkamer kon zetten als
zij zelf naar bed ging, dan konden we hem
later hier nemen, 's Nachts heb ik hem lie
ver hier dan bij Ayah".
Harry ging de deur uit om baby te halen.
Het was half donker in de kamer, en Harry
sloop op zijn teenen naar de wieg toe om
den kleinen jongen niet te wekken en hij
wilde juist het bundeltje kant opnemen, dat
daar zoo heerlijk lag te slapen, toen hij plot
seling, doodstil stond, lamgeslagen van de
schrik over wat hij zag.
Op de borst van het slapende kindje lag
een zwart, rond, slijmerig lichaam, en vlak
bij het rose wangetje zwaaide een drie
kante kop heen en weer, met een dunne,
lange tong tusschen twee stekende oogen.
Harry's voorhoofd werd bedekt door groo
te zweetdruppels! Groote Godeen cobra!
Wat in de wereld moest hij doen?
Als een slang niet verstoord wordt kan die
ongevaarlijk zijn., maar op 't zelfde oogen-
blik dat baby zijn handjes naar de slang
uitstak, zou die zonder twijfel bijtenen
het kind dooden.
Een oogenblik stond hij radeloos toen
kreeg hij plotseling een gedachte die mis
schien zijn zoontje kon redden. I-Iij kon het
in ieder geval probeeren.
Hij sloop op zijn teenen naar de commode
toe, waar hij juist 's middags zijn fluit in had
gelegd, greep die en begdh nu langzaam te
spelenDe eene zachte melodieuse toon
lokte hij na de andere in doodsangst de
fluit lilt, terwijl hij tegelijkertijd de minste
beweging van de gladde, glinsterende slang
met de oogen volgde. En nu zag hij hoe het
hoofd van de slang heen en weer begon te
zwaaien, zooals de slang van den Hindoe ook
gedaan hadlangzaam begon zij zich te
ontrollen en heel langzaam kroop zij uit
de wieg op den grondHarry ging voort
met spelen, geen seconde moest hij ophou
denzacht, verleidend, lokkend klonken
de tonen der fluit en de slang volgde hem.
Voorzichtig ging Harry de kleedkamer uit
en in de badkamer, vanwaar men direct in
den tuin kon komen en daar vlak bij de deur
stond een groote hark met ijzeren tanden,
die de tuinman vergeten had in de schuur
te zetten.... Harry gooide zijn fluit op den
grond, greep met bevende hand de hark en
op hetzelfde oogenblik dat de slang van de
trap naar beneden gleed gaf Harry hem een
krachtigen slag met de hark, waarvan de
scherpe tanden zich in den kop van de slang
boordenEen paar stuipachtige trekkin
gen van het lange, slijmige lichaam en de
slang lag dood aan Harry's voetern
„Harry, Harry". Hij hoorde Eileen's stem
die angstig en verwonderd klonk. „Waar
blijf je toch, lieve man?"
„Nu kom ik, schattebout", riep hij terug en
liep haastig naar het kleedkamertje, nam
Baby uit de wieg om hem naar zijn moeder
te brengen. Hij drukte het warme bundeltje
aan zijn hart en zond een innig dankgebed
aan God die hen hun kleine schat had laten
behouden.
„Waarom bleef je toch zoo lang weg, Har
ry?" vroeg Eileen, toen hij haar het kind in
de armen legde. „En wat in de wereld bewoog
je om ineens fluit te gaan spelen?"
„O, ik vond dat 't goed voor baby was om
zich aan muziek te wennen", zei hij luchtig.
„Je weet de eerste en vroegste indrukken
zijn de voornaamste".
Maar buiten in den tuin stond de moeder
aller slangen met een doode cobra in haar
armen.
„O, Nagaswami, o, groote slangengod", riep
zij uit, „het kind van de witte vrouw stierf
niet. Luister nu naar het gebed van een
kinderlooze en onvruchtbare vrouwlaat
het kind van de witte vrouw stervenlaat
de kinderen van alle witte vrouwen ster
venmaar, o, Nagaswami, groote slangen
godlaat Rhylla een kind barenzoo
dat Amza haar niet meer verachten zal".
DE MARGARINE-FABRIEK AAN
DE LEIDSCHEVAART.
LAST VAN KOLENGRUIS.
Reeds meermalen hebben bewoners van de
Leidschevaart en de omgeving daarvan bij de
Prins Hendrikbrug geklaagd over den last,
dien zij' ondervinden van deMargarinefabriek
Cohen en v. d. Laan. Deze fabriek, die dag en
nacht doowerkt, verspreidt een hoogst on
aangename lucht, terwijl het gedeelte Leid
schevaart tusschen Oranjestraat en Rolland
straat voortdurend bijna versperd is door de
vrachtauto's die er laden en lossen en vaten
olie, die naar en van de schuiten gerold wor
den. Ook zijn er klachten over het kolengruis,
waarmee de omgeving besmeurd wordt. Een
bewoner van ae Oranjestraat noodigde ons
uit een kijkje te komen nemen. Hij liet ons
zijn glazen serredak zien. Het was bedekt
met een grove laag kolengruis.
In zijn tuin was het witte sneeuwkleed met
eenzelfde dikke zwarte laag bedekt. Van bloe
men kan je hier geen plezier hebben, want
die worden pikzwart verzekerde ons de bewo -
ner, de ramen kunnen 's zomers niet open
gezet worden, want dan waait het gruis bin
nen. Inderdaad zagen wij op een kozijn van
een slaapkamerraam, dat even open gestaan
had, een dikke laag. De gang en de loopers
zijn in deze huizen niet schoon te houden,
want het gruis, dat op straat neerslaat, wordt
lngeloopen, bij regen vormt het een zwarte
modder. Het kolengruis is afkomstig uit de
hoogen fabrieksschoorsteen, die zich aan de
zijde van de Oranjestraat verheft. Het is gro
ver dan roet, en slaat daardoor meer neer op
de onmiddellijke omgeving. Al naar de
windrichting is,hebben de omliggende buurten
er last van. Het is voor de bewoners bijzonder
onplezierig.
Thans circuleert een adres aan den Raad
ter teekening bij de bewoners, met een ver
zoek om maatregelen te nemen tegen de ver
ontreiniging. Er is reeds op electrificatie bij
de directie aangedrongen, maar deze is er tot
nog toe niet toe overgegaan. De bewoners ver
wachten echter reeds resultaten van verbete
ring van het stookmateriaaL
BOEKDRUKKERSBEDRJJF.
Het district Haarlem van de Federatie der
Werkgcversorganisaticn in liet bockdrijlckcrsbedrijf
vergaderde onder voorzitterschap van den heer
J. Th- Fuijgrolc.
Tot leden voor de Leerlingen Commissie vcor dit
district werden herbenoemd de hceren B. F.
Enschedé, F. W. Peereboom, C. van Vclthuysen,
D. van Boekhoven, terwijl'deze Commissie werd
aangevuld door de benoeming van de heeren C.
Huyzer en P. Knuttel.
Een ingekomen schrijven van de afdeeling
Haarlem van den Alg. Ned. Typografen Bond-en
den R.-K. Grafischen Bond werd, na ampele be
spreking, voer kennisgeving aangenomen-
Door den heer J. C. Peereboom werd een finan
cieel verslag over het afgeloopen jaar uitgebracht.
EXAMENS.
Bij de examens vanwege de vereeniging Het
Nederlandsche Handels-Instituut slaagden
van Haarlem en omstreken de volgende can
didates Boekhouden: J. G. de Vries, Over-
veen; Engelsch: H. Munsterman, Haarlem; J.
Hessels, Haarlem: Duitsch: L. J. Heems, Mej.
A. M. van 't Wout Mej. E. A. Lindeman mej.
J. J. Weijers. mej. M. Gonlag, J. de Groot,
mej. H. M. Balma, J. N. de Jong, allen te
Haarlem; Jonkheer J. vah Doorn, Heemste
de; H. Kwak Hzn., Aerdenhout, G. van Enge
len, Ilillegom.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Haarlemsche rechtbank zijn in
staat van faillissement verklaard:
1. B. Th. van Graas, boekhandelaar te
Haarlem-Noord, Rijksstraatweg 49; curator
Mr. J. van der Vegt, alhier
2. W. Benjamin, wed. D. Eyssen, hotelhoud
ster te Haarlem, Groote Markt 29; curator
Mr. A. Bruch, alhier
3. Th. Hoogduin, kruidenier te Haarlem,
Linschotenstraat 51; curator Mr. W. de Rijke,
alhier.
Rechter-Commissarls Mr. H. Haga.
Opgeheven werden de faillissementen van:
1. C. Bakker, te Wijk aan Zee en Duin, cu
rator Mr. F. J. D. Theyse alhier;
2. J. S. Rykes, wonende te Zaandam; cura
tor Mr. M. A. van Eek, alhier.
3. E. van Leeuwen te Lisse; curator Mr. P.
Tideman alhier.
ADVOCATEN.
Mr. A. Beets alhier werd voor de Haar
lemsche rechtbank beëedigd als advocaat en
procureur te Haarlem.
Mej. E. A. Wagemaker alhier werd afge
schreven als zoodanig;.
DE VRIJHEIDSBOND.
De afdeciing Haarlem van den Vrijheidsbond vers
gadert Dinsdag 5 Februari in De Nijverheid. De
agenda vermeldt o.a. het uitbrengen der jaarversla
gen en de verkiezing van een bestuurslid wegens
het bedanken van den heer J. van Helden.
DE STADS-AUTOBUSSEN.
EEN ACTIE VAN CHAUFFEURS?
In het orgaan van den Centralen bond
van transportarbeiders wordt geschreven,
dat er vele klachten ontvangen worden van
personeel in dienst der Brockway. Het be
stuur van den bond heeft den indruk, alsof
de directie der Brockway naar een conflict
wil drijven. Op. brieven van de organisatie
wordt geen acht geslagen.
De thans geldende arbeidsovereenkomst
loopt eind Februari af. Spoedig zal met het
college van B. en W. een bespreking gehou
den worden over de vernieuwing. Het college
is door den bond reeds met verschillende
klachten in kennis gesteld. Bovendien
wordt aangedrongen op betere arbeidsvoor
waarden.
NOG ALTIJD GEEN MAXIMUM
SNELHEID!
HET WACHTEN BLIJFT OP DE
BORDEN.
Onze lezers weten, dat wij het in Haarlem
nu al sinds 1 November 1927 zonder geldende
bepalingen inzake de maximum-snelheid
doen.
De gemeenteraad heeft de bepalingen wel
vastgesteld, maar nu is het wachten nog al
tijd op de borden die maximum-snelheid
aangeven. Eerst dan kan de politie daaraan
de hand houden en eventueel bekeuringen
maken. Deborden-leverantie hangt nu al
maanden en maanden. Een deel der borden
is geplaatst, maar dat helpt niet; er moeten
op alle punten van de stad de verplichte
aanwijzingen gegeven worden.
Aan Openbare Werken is nu opdracht ge
geven om maatregelen te treffen, dat de nog
ontbrekende borden zoo spoedig mogelijk ge
plaatst zullen worden, zoodat thans ver
wacht kan worden, dat in Haarlem bin
nenkort de maximumsnelheidsbepalingen
kunnen worden toegepast.
Die zijn 20 K.M. in de binnenstad.
30 K.M. in de buitenwijken. Voor enkele
wegen die buiten de bebouwde kom vallen
geldt geen beperking.
DE BEGRAFENIS VAN DEN HEER
P. VAN OOY.
De bijzetting- van het stoffelijk overschot
van den heer P. van Ooy zou hedenmiddag
half drie plaatshebben in het Mausoleum op
de Algemeene Begraafplaats aan de Klever-
laan. De stoet zou trekken langs het ge
bouw van het Mannenkoor „Caecilia", waar
van de heer Van Ooy eere-voorzitter was,
en daar zou een krans aan de koets worden
gehecht. De leden van het koor zouden zich
dan bij den stoet aansluiten en op de be
graafplaats hun eere-voorzitter een laatste
hulde brengen door het zingen van het
„Graflied" van den directeur, den heer Nico
Hoogerwerf op woorden van den heer G.
Neumann. Ook zouden verschillende bestuurs
leden spreken.
LEERLINGEN-AVOND J. C. TUYN.
Zaterdagavond 2 Februari zal in den
Schouwburg Jansweg een voordracht-oefe
ning plaats vinden van vioolleerlingen van
den heer J. C. Tuyn.
Uitgevoerd worden o.a.: Concert in G-moll
van Max Bruch en Symphonie Espagnolevan
E. Lalo, terwijl de leerlingen der orkestklas
se zullen voordragen: Eine kleine Nachtmu-
sik van W. A. Mozart.
VEREENIGING „OOST EN WEST".
De afd. Haarlem en Omstreken van de Vereeni
ging „Oost en West" geeft Dinsdag 5 Februari a.s.
een filmavond in den Schouwburg aan den Jansweg.
Vertoond zal worden de groote film van het
Amsterdamsch Tabaksbnreau„De tabakscultuur
op Dcli". Deze film is welwillend door genoemd
bureau afgestaan.
INSPECTRICE VAN POLITIE TE
GRONINGEN BENOEMD.
Met ingang van 1 Maart is benoemd tot ïnspec-
trice vati politie, tweede klasse, bij de gemeente
politic tc Groningen mej. M. A. Prins, candidaat-
notaris, thans tc Amsterdam.
ALG. VEREENIGING VAN GEMEENTE»
AMBTENAREN.
Tn de vergadering van het hoofdbestuur van de
Alg. Vereeniging van Gemcente<Ambtenaren is de
heer L. A. van Doorn, secretaris der afd. Haarlem,
aangewezen als bondssecretaris. De zetel van het
hoofdbestuur blijft te Rotterdam.
BOUWVAKARBEIDERS.
Uit het jaarverslag van de afd. Haarlem van den
Alg. Ned. Bouwvakarbeidersbond blijkt, dat het
ledental steeg van 410 tot 442.
Aan werkloozensteun werd dit jaar 13.450-75
uitgekeerd en aan ziekengeld 736.80.
In de jaarvergadering van 30 Januari zal een be»
stuursverkiezing gehouden worden.
INGEZONDEN MEDEDÊELINGEN a 60 peoU
per regel.
Huiveringen
en een algemeen gevoel van
onwel zijn wijzen er met zekerheid
op, dat een ernstige
verkoudheid
In aantocht is.
Neemt U dadelijk eenlge
tabletten.
Daardoor beschermt gij Uw orga
nisme het best tegen ernstiger
ziekten.
Men welgere a!Ia namaak en
eische steeds de origlneele ver
pakking kenbaar aan den
oranje band met het Bayerkruis.
Ook lette men erop,
datelketablethetwoord f B
"BAYER" draagt
Prijs 75 ets.
STOF ZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJORISSTRAAT 16
Telefoon No. 10756
APEX ELECTR1SCHE WASCHMACHINES f275
PERSONALIA.
De heer D. Beek, straatmaker bij de ge
meente Haarlem, zal op 2 Februari zijn 25-
jarig jubileum vieren.
DE MINISTER EN DE AANNEMERS.
Dc overheid mag zich niet laten
dwingen,
De minister van Waterstaat heeft uitvoe
rig geantwoord op de schriftelijke vragen
van het Tweede-Kamerlid Krijger, in ver
band met het zich onthouden door een
aantal Nederlandsche aannemers, na 1
Januari jX, van inschrijving naar de uit
voering van Rijkswerken.
De minister deelt daarin o.m. mede, dat
de Ned. Aannemersbond en de Ned. R. K.
Bond van Bouwpatroons in de laatste jaren
herhaaldelijk hebben aangedrongen op af
schaffing van borgtocht en het toestaan van
arbitrage voor alle geschillen hij de uitvoe
ring van werken. Er is toen tvn briefwisse
ling en bespreking met de bonden gevolgd.
Wat de kwestie van de borgstelling betreft,
is een ook voor.de bonden aannemelijke op
lossing bereikt. Ten aanzien van de be
slechting van geschillen is aan de bonden
een voorloopig ontwerp toegezonden, waar
omtrent tevens advies is gevraagd aan ver
schillende bij de zaak belanghebbende in
stellingen. Men was het over verschillende
punten blijkbaar eens en met groote ver
wondering ontving de minister dan ook de
mededeeling van de besturen der bonden,
dat de onthouding van inschrijving, die al
eenigen tijd van kracht was, ten opzichte
van andere overheidslichamen, van 1 Jan. af
ook ten opzichte van het Rijk zou worden
toegepast.
De minister meent, dat dit optreden van
de bonden onbehoorlijk en onverantwoor
delijk mag worden genoemd en dat door een
dergelijk optreden de overheid zich niet mag
laten dwingen: hij stelt zich voor,, het onder
houd met de andere instellingen onafhanke
lijk daarvan voort te zetten.
BETALING TAN BELASTING OP
POSTKANTOREN,
De plannen gehandhaafd.
Naar het Hbld, verneemt, is het bericht in
een der dagbladen, volgens hetwelk de plan
nen tot het openen van gelegenheid voor het
betalen van belasting op alle postkantoren
in Nederland geen voortgang zouden hebben,
van eiken grond ontbloot. In deze plannen
is geen enkele wijziging gekomen. Op het
departement van Financiën wordt gewerkt
aan een wetsontwerp, waarmee de goed
keuring der Kamers op deze reorganisatie in
de wijze van belastingbetaling zou worden
aangevraagd.
Het afzien van de plannen ware ook uiter
mate onwaarschijnlijk, omdat er juist zoo
ontzaglijk veel te doen is geweest om ze in
de partementale kringen aangenomen te
krijgen.
FEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN
DIENST.
Uit het Engelsch van
DOUGLAS VALENTINE.
27)
Integendeel Herr Doktor, antwoordde
ik. -- u bent een model van tact en diplo
matie.
Wilt u nog een glas wijn? ging hij
bloemzoet voort. U kunt het wel wagen,
het is een heel mak wijntje. Wel. Herr Dok
tor. u hebt zoo geduldig naar me geluisterd,
dat ik verder zal gaan. Ik heb u gezegd, toen
ik u vanavond zag, dat het me heel veel ge
noegen deed u te ontmoeten. Dat was de
zuivere waarheid. Want ziet u. de omstan
digheden in aanmerking genomen, ben ik
juist de persoon voor wlen het goed voor u
is in aanraking te komen. Daar mij de eer
ontzegd was die me van rechtswege toe
kwam, nl. om alléén deze zending uit te
voeren, vind ik dat u mij wel In staat kon
stellen de zending althans tot een succesvol
einde tc brengen, terwijl Ik van mijn kant
instaat en bereid ben u voor uw diensten op
een heel andere manier te beloonen. dan
volgens den maatstaf van den ambassadeur.
Dus om kort te gaan, Herr Doktor.hoe
veel?
Hij eindigde zoo abrupt, dat ik er van
schrok. De man keek mij, niettegenstaande
zijn schijnbare onverschilligheid zoo scherp
aan, dat ik voelde dat ik buitengewoon op
mijn hoede moest zijn. Als ik maar kan pei
len hoeveel hij wist? Twee dingen wist ik
tenminste: de man geloofde dat Ik Semlin
was en verkeerde In de meening dat ik mijn
helft van het document bezat. Ik moest tijd
zien te winnen. En moest ik probeeren ge
waar te worden of hij wei'kelijk de andere
helft had en indien dat zoo was, waar hij
die bewaarde.
Hij verbrak het stilzwijgen.
Wel, Herr Doktor, zei hij, moet ik
beginnen te bieden? U hoeft niet bang te
zijn om met een voorstel te komen. Ik ben
niet zuinig!
Ik leunde voorover in mijn stoel.
U hebt met bewonder in gswaardige eer
lijkheid gesproken. Herr Doktor, zei ik,
en ik zal even eerlijk zijn, maar kort. In de
eerste plaats wensch ik te weten cf u wer
kelijk de man bent die u voorgeeft te zijn
u moet niet vergeten dat ik tot dusverre
alleen maar afgegaan ben op de verklaring
van onzen opgewonden jongen vriend.
Uw voorzichtigheid is prijzenswaardig,
zei de ander, maar ik geloof wel dat mijn
naam op mijn schoen geschreven staat. En
hij lichtte zijn leelijken, misvormden voet op.
Dat is amper voldoende waarborg, ant
woordde ik, in een zaak van zooveel ge
wicht. Zoo iet-s kan misschien wel nage
maakt worden.
Mijn penning, en de man haalde uit zijn
vestzakje een zilveren ster, zooals ik op mijn
bretel gehecht had, alleen stond de letter
„G" boven de inscriptie „Abt. VII".
Dat is, zei ik, evenmin voldoende.
Horrelvoet was op zijn hoede; hij dacht
na en vouwde de handen over zijn dikke
buik.
Waarom niet? vroeg hij terwijl hij plot
seling de hand uitstrekte om zijn sigaren
koker te grijpen die naast hem op tafel lag.
Hij haalde er drie stukken papier uit, die
bedekt waren met dat onvergetelijke wijd-
loopende handschrift en met een deel van
den vergulden helmkam er boven kortom
de andere helft van het document dat ik
in Semlin's tasch gevonden had! Horrelvoet
hield ze waaiervormig voor zich uit, maar
buiten mijn bereik en hij bedekte met een
dikken breeden duim op het eerste velletje
de plaats waar het adres moest staan.
Nu bent u zeker wel overtuigd, Hert-
Doktor. zei hij glimlachend en nadat hij
de velletjes papier opgevouwen had. deed hij
ze weer in zijn sigarenkoker die hij in zijn
zak stak.
Ik moest het terrein verier verkennen.
Hebt u er wel aan gedacht. Hen- Doktor,
vroeg ik. dat we eigenlijk weinig tijd heb
ben? De persoon, die we dienen, zal wel
angstig wachten....
Horrelvoet lachte en schudde het hoofd.
Ik verlang wel erg naar die andere
helft van den brief zei hij, maar zoo'n
geweldige haast »s er niet bij. Daarom vrees
ik dat u.aan dat argument niet veel hebt.
Dc persoon over wien u spreekt, is niet in
Berlijn.
Ik had wel gehoord dat de keizer de ge
woonte er op na hield plotseling op reis te
gaan in dezen oorlogstijd, zonder dat
iemand het wist, maar ik had niet gedacht
dat een trouw dienaar als Grundt niet op
de hoogte zou zijn van de verblijfplaats van
zijn meester. Klaarblijkelijk wist hij niets
van mijn bezoek aan het Paleis dien avond
en één oogenblik wenschte ik wel dat ik
mijn helft van het document maar in mijn
zak had om het aan Horrelvoet te geven om
daarmee van verdere gevaren af te zijn. Het
was heel onvaderlandslievend van me, maar
toch wel erg menschelijk!
Duizend dollar, zei Horrelvoet.
Ik bleef zwijgen.
Twee, Drie? Vier duizend? Man, wat
ben je begeerig. Wel, ik zal er vijf van ma
kentwintig duizend mark
Herr Doktor, zei ik, ik verlang uw
geld niet. Ik wil eerlijk tegen u zijn. Als de
persoon om u stuurt, zuüen wij samen
gaan. Dan kunt u vertellen hoe groot het
aandeel ls dat u in de zaak hebt gehad. Ik
verlang alleen erkenning voor wat ik gedaan
heb. meer niet
Er werd aan de deur geklopt. De portier
kwam binnen.
Een telegram voor Herr Doctor, zei hij
terwijl hij Horrelvoet op een blad een tele
gram aanbood.
Ergens in de nabijheid speelde een or
kestje een van die opwindende heer
lijke Weensche walsen. Er scheen een bal te
zijn, want door de open deur hoorde ik door
de muziek heen het geluid van dansende
voeten en stemmengegons. Toen werd de
deur weer gesloten.
U veroorlooft mij? zei Grundt kort ter
wijl hij het telegram opende.
Ik stond op en liep naar het venster waar
ik tegen den warmen radiator leunde.
Wel? zei een stem uit den armstoel.
Wel? echo-de ik.
Ik heb mijn voorstel gedaan, Herr Dok
tor, u het uwe. Het is onmogelijk het uwe
aan te nemen. Ik heb u met groote openhar
tigheid verteld, waarom het noodig is dat ik
uw aandeel van het document in handen
krijg en de som die ik bereid ben er voor te
betalen. Ik heb gezegd vijfduizend dollar. Ik
zal u het geld hier en nu betalen, in goede
Duitsche bankbiljetten in ruil voor die stuk
jes papier.
De vriendelijkheid van den man was nu
verdwenen; zUn stem klonk hard en koud.
Zijn oogen schitterden onder zijn harige
wenkbrauwen terwijl hij me aankeek. Als 'ik
zelf minder opgewonden was geweest zou ik
dit als een soort voorteeken van een nade
renden storm hebben opgevat, evenals het
zenuwachtig bewegen van zijn aapachtige
handen die met het telegram speelden.
CWordt vervolgd)