HAARLEM'S DAGBLAD
BUITENLANDSCH OVERZICHT
HABIB'S POSITIE IN HET ONGEREEDE?
AMAN OELLAH IN DEN AANVAL.
4tiSwelkn
£ST£n«°»WehelP
^or°ftiende:
LETTEREN EN KUNST
DE TUNNEL ONDER HET KANAAL.
DONDERDAG 31 JANUARI 1929 VIERDE BLAD
Muiterij onder zijn troepen.
T BELANGRIJKSTE NIEUWS
Is de wijziging die wij aankondigden, zich
reeds aan het voltrekken?
Een telegram uit Kowno doet het vermoe
den:
Naar uit Moskou gemeld wordt, eischen de
troepen die Habib Oellah nog trouw zijn ge
bleven betaling van hun soldij en plunderen
de stad. De minister-president van Habib
Oellah, en met hem het geheele kabinet is
afgetreden. Habib Oellah stuit overal op te
genstand.
Dit is een kwaad ding. Revoluties zijn op
minder belangrijke oorzaken dan muiterij
gestrand
Inmiddels had Aman Oellah geen beteren
bondgenoot kunnen krijgen, dan de desor
ganisatie in het kamp van Habib Oellah.
De operette in Kandahar is vermakelijk,
al moet men toegeven dat zij wel eens zeer
doelmatig zou kunnen blijken te zijn. Ter
wijl Habib Oellah met zijn ministerie in Ka
boel overhoop ligt, richt Aman Oellah, de
koning die abdiceerde en zijn abdicatie weer
introk, een ministerie in.
„Naar uit Kandahar gemeld wordt, heeft
Aman Oellah den gewezen Afghaanschen
gezant te Berlijn, Gulam Sadik Khan be
noemd tot minister van buitenlandsche za
ken in Kandahar. De verbinding van Aman
Oellah en de buitenlandsche machten zal
ever het Afghaansche gezantschap in Tur
kije gaan, dat ook de machten op de hoogte
zal houden van de gebertenissen in Afgha
nistan. Volgens deze berichten zou er geen
twijfel over bestaan, dat een verder verblijf
van den Engelschen gezant onmogelijk zou
zijn nadat Aman Oellah Kaboel weer her
overd zal hebben.
De strijd tusschen de troepen van Aman
Oellah en Habib Oellah duurt voort, waarbij
de eersten de aanvallenden zijn".
Vooral de laatste zinsnede is belangrijk.
Uit het kamp van Aman is duidelijk te
berde gebracht dat men van meening. is dat
tie Engelschen partij getrokken hebben te
gen den onttroonden vorst. Hoe dit ook zij,
Chamberlain heeft gisteren verklaard:
De regeering is niet van plan te interve-
nieeren in Afghaansche binnenlandsche aan
gelegenheden door een der partijen, die op
het oogenblik om de macht strijden bij te
staan of te helpen. Zij wenscht vurig de in
stelling van een krachtig centraal bestuur
en zal bereid zijn, om, wanneer dit gevestigd
is haar vriendschap voor het Afghaansche
volk te toonen door het verleenen van bij
stand voor zoo ver dit mogelijk is in den op
bouw en ontwikkeling van het land.
Aman Oellah heeft officieel zijn abdicatie
aan de Engelsche regeering medegedeeld,
zoodat deze zijn bestuur niet eerder als wet
tig kan erkennen voordat blijkt, dat hij door
het geheele Afghaansche volk als koning
wordt beschouwd.
Verder deelde Chamberlain nog mede, dat
de verschillende partijen alle de onschend
baarheid der Engelsche legatie hadden ge
respecteerd, ofschoon aanzienlijke materieele
schade was toegebracht aan gebouwen, die
in de vuurlinie lagen in December van het
vorig jaar. Ook de positie van den Britschen
consul te Jallalabad scheen te zijn gerespec
teerd door alle partijen, ofschoon er een niet
bevestigd bericht was binnengekomen over
toegebrachte schade. In de streek van het
Britsche consulaat te Kandahar hadden
geen woelingen plaats gehad.
En lezers, gisteren heeft u vernomen -dat
er een vierde mededinger is opgestaan. Hij
heet, naar thans blijkt Nalik Ghausuddin,
hij is het hoofd van den Ghilzai stam en
hij bedreigt de koninklijke troepen in Gar-
deez, terwijl hij de macht voor de Zuide
lijke provincie Khost voor zich opeischt. Als
dit alles abacadabra voor u is, stel u dan
in zooverre gerust.... het is ons juist zoo
duidelijk als u!
F. A.
Fransch-Joego-Slavisch
handelsverdrag.
PARIJS, 30 Jan, (V. D.l In Qual d'Orsay
werd vandaag door Briand en den Minister
van Handel van Joego-Slavië, Majoranitsj,
een scheepvaart- en handelsverdrag tus
schen Frankrijk en Joego-Slavië ondertee
kend, alsmede een consulair- en immigratie
verdrag. Beide conventies zullen gelijktijdig
in werking treden. Voor eenige Fransche
producten zal Joego-Slavië een verlaagd in
voerrecht toepassen, terwijl het Fransche
tarief echter onveranderd blijft; overigens
geldt voor beide landen de meest-begunsti-
gingsclausule.
Guerra gearresteerd.
LONDEN, 30 Jan. (V. D.) De Spaansche
minister-president Primo de Rivera deelde
heden mede, dat de vroegere minister-pre
sident Guerra gearresteerd was en naar Va
lencia was overgebracht, waar hij in de ba
rakken van het 5de regiment artillerie zal
worden vastgehouden tot nader orde. Zijn
arrestatie staat in verband met de poging om
Ook de artillerie te Valencia tot aansluiten
bij de revolutionnaire beweging over te
halen.
De prins van Wales in
de mijndistricten.
LONDEN, 30 Jan. (V. D.l De prins van
Wales vervolgde heden zijn tocht door de
mijndistricten van Noord-Engeland en be
zocht mijndorpen in Northumberland. Hij
was zichtbaar onder den indruk van eenige
teekenen van uiterste armoede, die hij op
merkte. Zijn reis had ook thans een volko
men informeel karakter. Na uit zijn wagen
te zijn gestapt is hij door modder en vuil
getrokken om onverwachte bezoeken te kun
nen afleggen. Zelden wisten de bezochten
nat hij de prins van Wales was, totdat het
hun verteld werd. Soms wachte hij tot een
volledige lijst der noodzakelijke behoeften
opgemaakt was, voordat hij verder trok.
Trotzky banneling
Naar de „Rote Fahne" verneemt, kan de
verbanning van Trotsky uit de Sovjet-Unie
elk oogenblik verwacht worden. Het staat
Trotsky vrij overal elders een verblijfplaats
te kiezen, mits het maar buiten Rusland is-
Trotky's verbanning, aldus het blad, kan
wegens diens actie tegen de Sovjet-regee
ring als een daad van zelfverdediging der
Sovjet-autoriteiten worden beschouwd.
Zal Drummond
iftreden?
LONDEN (V.D.l De „Daily Express" be-
richt, dat in diplomatieke kringen als waar
schijnlijke opvolger van den Britschen ge
zant te Washington, Sir Esme Howard, de
naam van Sir Eric Drummond, den secreta
ris-generaal van den Volkenbond genoemd
wordt. Men meent te weten dat Sir Eric
Drummond een dergelijk aanbod waar
schijnlijk niet zal afwijzen.
De tegenwoordige Britsche gezant in de
Vereenigde Staten zal met het oog op zijn
gevorderden leeftijd zich spoedig na afloop
van zijn huidige ambtsperiode uit den diplo-
matieken dienst terugtrekken.
Muiterij in Spanje
geëindigd.
Aan het einde van de zitting der Spaan-
sche Nationale Vergadering verklaarde Pri
mo de Rivera, dat generaal Orgaz aan het
hoofd van drie bataljons naai- Ciudad Real
Is vertrokken, om daar liet commando op
zich te nemen.
De muiterij is geëindigd zonder eenig bloed
vergieten; te Ciudad Real heerscht volko
men rust, aldus de Tel.
Toen de troepen zich naar hun kazerne
terugtrokken, vluchtten de schuldige offi
cieren naar de Portugeesche grens. Twee der
voornaamste leiders werden gearresteerd,
toen zij in burgerkleeding Madrid per auto
trachtten te bereiken.
Primo deelde voorts mede, dat de minister
van Financiën en hij geconfereerd hebben
met den gouverneur van de Spaansche Bank
en den voorzitter van het beursbestuur over
een eventueele interventie op de wisselmarkt
wanneer het verloop der gebeurtenissen de
ze noodzakelijk zou maken.
HET „BAKVISCH"-KIESRECHT.
Zooals men weet zullen bij de a.s. verkie
zingen de vrouwen voor het eerst volgens
de nieuwe kieswet stemmen, waarbij de kies
gerechtigde leeftijd der vrouw van 30 tot 21
jaar werd teruggebracht.
Volgens de bladen hebben de.nieuw onge
stelde kiezerslijsten de mannen doen schrik
ken. Want er. is. uit gebleken, dat het aantal
vrouwelijke kiezers dat der mannelijke nóg
meer zal overtreffen dan aanvankelijk werd
gedacht. Toen in den afgeloopen zomer de
z.g. Flapper Vote Act werd aangenomen,
heette 't dat er 5.240.000 vrouwen tusschen de
een-en-twintig en dertig jaar aan het kie
zerscorps zouden worden toegevoegd, waar
door de vrouwen een meerderheid van
2.200.000 stemmen op de mannen zouden er
langen. Thans echter blijkt uit de registers,
dat men de sterkte der vrouwen heeft onder
schat, hetgeen volgens de vrouwen
wel eens vaker gebeurt. In het kiesdistrict
Hull is het verschil zelfs 30 pet., terwijl al.-
leen reeds in Kensington 40,000 nieuwe
vrouwelijke kiezers het kiezerscorps komen
versterken. Tot dusver hadden in Kensing
ton 84.930 vrouwen stemrecht, aldus het
Hbld.
De misrekening der autoriteiten is zelfs
zoo groot geweest, dat b.v. in Wandsworth
5000 vrouwen meer zullen stemmen dan men
had geschat. In de meeste plaatsen scheelt
het duizenden stemmen.
De tegenstanders van het kiesrecht voor
„bakvisschen" lachen reeds schamper. Heb
ben zij er niet voor gewaarschuwd?
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts.
per regel.
VS dc
rust!
XP van lans®
Het invoegen^ ,„t
rust it» 7 er even
doennade r anoeer
heeft het ®®h nerlcl
P«Den r.obemocilijWn?
het denken - niet te
U behoeft £oFjiEASP1-
in staat. heW« boveo-
HET TOONEEL.
KINDER-MATINEE,
TIJL UILENSPIEGEL.
Bij een kindervoorstelling zijn de spelers
in de zaa! dikwijls interessanter dan die op
het tooneel. Dat was ook gisteren het geval
bij de opvoering van Tijl Uilenspiegel in
den schouwburg aan den Jansweg. Ik zat
tusschen een groep kleuters jongens en
meisjes die hevig medeleefden met wat
daar op de planken gebeurde en het was
aardig om te zien, hoe verschillend zij rea
geerden. Toen Tijl zich achter een ton ver
scholen had en Prik. de gierige schoenma
ker. tevergeefs naar hem zocht, riep een
klein meisje, zoo hard zij kon:
„Hij zit achter de ton!"
Maar o wee, daar begon het spektakel.
„Houd je mond!"
„Stil toch!"
„Jo mag hem niet verraden!"
En in koor riepen alle kleinen om mij
heen blijkbaar doodsbang, dat Prik ach
ter de ton zou gaan zoeken: „Niet waar! Zij
jokt! Hij zit niet achter de ton!"
De kleine verraadster zat met een bedrem
meld, hoogrood gezichtje naar den grond te
kijken. Het was duidelijk, dat het huilen
haar nader stond dan het lachen. Eindelijk
waagde zij het zacht tegen haar moeder te
zeggen: „Zij jokken allemaal! Hij zit er toch
achter!"
Maar heel het kinderkoor herhaalde nog
eens: „Tijl is weg!" en er was er blijkbaar
geen één, die dit leugentje om bestwil een
zonde vond. Ik weet niet, hoe de moeder dit
moeilijk paedagogisch probleem heeft opge
lost. Ik voor mij stond geheel aan den kant
van het koor en als ik gedurfd had, zou ik
ook hard op hebben meegeschreeuwd, dat
Tijl niet achter de ton verscholen zat. Maar
zoo iets doe je niet meer, wanneer je de vijf
tig gepasseerd bent.
Wanneer er zooveel contact is tusschen de
spelers en de zaal, dan zou je als criticus
moeten zwijgen. Want Tijl werd immers voor
de kinderen en niet voor mij gegeven. En ik
zag duidelijk dat de kinderen het prachtig
vonden. Een meisje vlak voor mij zat geen
oogenblik stil en sprong van louter vreugde
al maar op en neer! Ik geloof dat zij wel mee
had willen hollen achter Tijl aan, toen hij
vlak langs haar heen draafde, dwars dooi
de zaal, achtervolgd door Prik, den gendar
me en den burgemeester van het dorp. Tijl is
dan ook een snaak; waar je als kind wel ple
zier om moet hebben!Wat een elementen in ïc-
geschiedenis van Tijl voor een kinderkomedie!
En een kind merkt het niet op, dat de koning
er allersj of eitjes uitziet en op soldatentrap-
pers rondloopt, dat het oude boschvrouwtje
een mantel draagt, waarin als zij zich om
keert de beenen tot de knieën zichtbaar
komen, dat de baarden van Rinaldo Rinaldini
en den burgemeester allerzonderlingst op de
gezichten geplakt zyn, dat Tijl een vrij on
handig tooneelspeelstertje is en heel dit ge
zelschap van vijf zegge vijf leden met
uitzondering van Prik een zeer matigen in
druk maakt! Voor de kinderen is alles echt,
omdat zij meer fantasie bezitten dan de
nuchtere criticus!
Ik zou Tijl Uilenspiegel wel eens willen zien
van een troepje goede artisten! Wat zou het
dan alleraardigst zijn! Maar de kinderen
vonden het zoo al prachtig en de recensent
legt zich op zoo'n matinee bij het kinder
oordeel neer, omdat:;-zij ten slotte over het
mooi en niet mooi te beslissen hebben.
Toch wil ik in dit verslag er den nadruk
op leggen voor de ouderen dat het gezelschap
van Paula de Waard, hetwelk ook opvoerin
gen van Tijl Uilenspiegel geeft, een geheel an
der is, dan het troepje, dat gisteren in den
schouwburg aan den Jansweg optrad.
De Oostenrijksche regisseur Hans
Brahm over Zeemans-Vrouwen.
In ons blad van Dinsdag schreef ik een
zeer enthousiast gestelde kritiek over de op
voering van Zeemans-Vrouwen door het ge
zelschap van Bouber in den Plantage-
Schouwburg te Amsterdam. Een trouw lezer
van mijn kritieken sprak mij vanmorgen
daarover aan en ik merkte duidelijk, dat hij
zich over dit enthousiasme in een verslag
over de opvoering van een volksstuk in den
Flantage-Schouwburg een weinig verbaasd
had niet alleen, maar dat hij ook aan mijn
critische onbevangenheid twijfelde. En zie.
daar lees ik vanavond in het Algemeen Han
delsblad, hoe Hans Brahm, de bekende re
gisseur van het Wiener Hofburg Theater zich
in een interview over de voorstelling van
Zeemans-Vrouwen, die hij had bijgewoond,
uitlaat. Ik vind dit oordeel van Brahm te
merkwaardig om het hier niet weer te ge
ven:
„Hij dat is Brahm was verrukt. Den
avond te voren had hij zich verveeld bij een
gesubsidieerd gezelschap, dat hij liever niet
wilde noemen, en hij kon maar niet begrij
pen, dat het Amsterdamsche publiek 'de
élite incluis) zulk ras-echt tooneel als dat
van Bouber en Elsensohn niet veel meer
waardeerde. ,.Ik wilde, dat ik dit troepje in
Weenen kon brengen" herhaalde hij opgeto
gen. „De taal zou volstrekt geen bezwaar zijn
Zij spelen zoo goed, dat je alles meevoelt
en begrijpt. Hoe levendig is ook hun eenvou
dige ensceneering".
Wij erkenden schrijft de interviewer
dit alles volmondig, maar vroegen toch, of
hij zulk een opvoering niet te veel ideali
seerde, juist omdat hij den ietwat senti-
menteelen tekst niet verstond. Maar daar
wilde Brahm niet van hooren. „De Russen
versta ik ook niet en als ik hen met dit
Nederlandsch volkstooneel vergelijk, geef ik
de voorkeur aan uw landgenootcn!"
Nu ben ik overtuigd, dat mijn trouwe lezer
niet meer twijfelt. En met hem vele andere
landgenooten!
Ik durf nu ook met nog meer' klem Carel
van Hees aan te raden Zeemans-Vrouwen als
volksvoorstelling te laten geven wanneer
Bouber na dit oordeel van Brahm er-tenmin
ste nog toe genegen is! Want het kon nu
wel zijn, dat Bouber voor een volksvoor
stelling bedankt!
KANTTEEKENINGEN UIT DE
PRAKTIJK.
De Nationale Bond van tooneelschrijvers
heeft Cor van der Lugt Melsert uit zijn tent
gelokt en hem er toe gebracht een brochure
het licht te doen zien. die hij getiteld heeft
„Kantteekeningen uit de Praktijk". Want het
is wel zeker, dat deze kantteekeningen van
den directeur van het Vereenigd Rotter-
damsch Hofstad-Toonel zijn gemaakt naar
aanleiding van de kritiek van dezen Bond
althans van eenige der meest militante leden
van den Bond op de daden der verschil
lende tooneeldirecties in ons land en Cor van
der Lugt in het bijzonder.
Wij. die met in Den Haag wonen, kunnen
ons dat eigenlijk minder goed begrijpen, om
dat wij de luidruchtige actie van dezen Bond
met zijn vele adressen cn zijn aanvallen op
Waf Le Troquer er over zei.
Onze Parijsche correspondent schrijft ons:
Natuurlijk volgt men in Frankrijk met de
meeste aandacht de besprekingen welke in
Engeland worden gehouden voor den even-
tueelen aanleg van een tunnel onder het
Kanaal. Immers, Frankrijk, waar het andere
eind van den tunnel op de Fransche kusten
zou eindigen is niet minder geïnteresseerd bij
ae constructie en het tot stand komen van
dat enorme, magnifieke werk. Niet alleen om
dat de tunnel een nieuwe bron van inkomsten
zou zijn voor een enorme catagorie die direct
betrokken zouden zijn bij dat giganteske
werk. maar ook omdat de economische gevol
gen zich moeten doen gelden. In Engeland
zijn natuurlijk tegenstanders van hot plan;
in Frankrijk zijn er hoegenaamd niet. Iedere
Franschman kan er niet anders dan belang
bij hebben dat Engeland zoo op slechts enkele
uren afstand van de Fransche hoofdstad zou
komen. Het is daarom dat we ons tot een van
de meest kundige Franschen, Mr. Yves Le
Troquer, oud-minister van Openbare Werken
die zich reeds lang voor.den oorlog met de
bestudeering van het grootsche plan bezig
hield, hebben gewend om hem eenige details
te vragen, hoe men het zich va.i technische
Fransche zijde voorstelt en welke voordeelen
een Kanaal-tunnel voor Frankrijk zou mede
brengen, en, zooals we wel verwachtten, Le
Troquer's groote welwillendheid kennend,
oogenblikkelijk heeft de minister ons met
enthousiasme, gesproken over de mogelijke
realisatie van een van zijn liefste plannen.
Is het waar, meneer de minister, dat. u
bent benoemd tot voorzitter van het Fransche
comité, zoo wr.~ onze eerste vraag.
Ja, die eer heeft men mij aangedaan,
antwoordde hij lachend. Het is voornamelijk
omdat ik me al zooveel jarenNheb bezig ge
houden met de bestudeering an het plan.
Want kijk, het is niet alleen de bestudeering
van het werk zelf, ik bedoel de techniek
welke zooveel studie en dus tijd vergt, maar
ook de bestudeering van de voor- en nadeelen
welke deze verbinding tusschen Engeland en
Frankrijk met zich zou brengen. Ik hoef u dat
natuurlijk niet alles tot in details te vertellen
en dat zou ook van minder belang zijn.
Zooals u weet is het Kanaal-plan niet van
vandaag. Tusschen de jaren 1875 en '80, toei.
de realisatie, welke voornamelijk van Enge
land afhangt, mogelijk scheen, hebben talrijke
Fransche geologen zich met de bestudeer! ug
bezig gehouden en o.a. de Lapparent heeft
ter plaatse, en op de Fransche kusten en in
de zee boringen gedaan om de bodemgesteld
heid te onderzoeken. Al die studies hebben ge
leid tot de conclusie, dat een tuimel best
mogelijk zou zijn. Op den bodem van de ze?
is een dikke kriitlaag die een dikte van 50 tot
60 meters heeft. Daarin zou men natuurlijk
uitstekend een tunnel kunnen uitboren, te
meer waar dit krijt niet poreus is, integen
deel, elk doordringen van water totaal uit
sluit.
Hoe lang zou de tunnel zijn?
Volgens het Fransche plan in totaal 61
kilometer, waarvan 53 onder de zee. Maar er
zijn twee verschillende plannen. Het eerste:
een gang met dubbel spoor. Een tweede van
twee gangen met enkel spoor. Ik acht een
dubbelen gang, hoewel veel duurder, te ver
kiezen. Denkt u alleen maa' eens aan de
ventilatie, welke in een dubbelen, breeden
tunnel natuurlijk veel makkelijker zou zijn
en waar ook het vlotte treinverkeer geregel-
bare Werken, toen M. Claveiïie nog minister
bare Werken,' toen Mr.Claveüe nog minister
was, heeft uitvoerig het plan bestudeerd om
eerst een soort nauw proeftunneltjc te gra
ven teneinde het terrein te verkennen en
later dan te gebruiken voor de afwatering,
door het aanleggen van buizen welke in de
zee zouden komen. Maar in 1918 heeft een
knap ingenieur M Fougerolles doen opmer
ken dat dit een gevaar zou kunnen opleveren
voor hete verpulveren van den krijtlaag en
hij stelde daarom voor pompen aan te bren
gen welke alles zouden wegwerken in den
eigenlijken bodem van de zee. En dat plan
komt vrijwel overeen met het Engelsche.
En wat zouden ongeveer de kosten zijn
van het uitvoeren van dat plan?
Wel, de Association Fran^aise was tot
dc berekening van 800 millloen a 1 milliard
gekomen. Maar dat was voor den oorlog. Met
het systeem-Fougerolles zou 't op ongeveer
3 milliard komen.
En hoe lang zou het werk duren?
Wanneer er van beide kanten wordt ge»
werkt op zes jaar.
Welke economische resultaten zou de
tunnel kunnen opleveren?
Volgens de berekeningen welke de
Conseil Superieur in 1919 heeft gemaakt, zou
het altijd, zelfs al waren de kosten opgevoerd
tot een maximum 5 a 6 procent opleveren.
Momenteel vertegenwoordigt het aantal rei
zigers tusschen Engeland en het vasteland
slechts één procent terwijl het percentage der
relaties tusschen België, Nederland, Dultsch-
land en Frankrijk b.v. 4 procent is. Als, om
maar eens een voorbeeld te noemen, een
Engelschman dertig reizen oer jaar maakt,
maakt hij maar een dertigste over het Ka
naal. Voor het handelsverkeer tusschea
Frankrijk en Engeland zien we in 1912 b.v.
3.6 tegen 9.8 Ln dat zelfde jaar tusschen
Frankrijk en Duitschland.
Ik vestig vooral den nadruk hierop, dat
met een tunnel Londen op slechts vijf uur
afstand van Parijs zou zijn en dat het twee
maal overschepen of inschepen geheel zou
vervallen. Iedereen kan nu wel uitrekenen
welk een enorm voordeel dat moet opleve
ren. Niet alleen wijl het zoo mogelijk wordt
in één dag heen en weer te gaan. maar ook
wijl de koopwaar daardoor goedkoopcr moet
worden.
Van Fransche zijde is thans alles klaar.
Bij de wet van 2 Augustus 1875 reeds is aan
de Association Fran?aise du Tunnel een con
cessie voor negen jaar gegeven voor het
voorbereidende werk. Dat is gedaan in het
toegestane tijdperk. Zooals u weet werd er
tegelijkertijd een protocol, een Fransch-
Engelsch protocol opgemaakt hetwelk de In
ternationale verhouding, welke zoozeer door
den tunnel zou worden gewijzigd, regelt. Toen
opperde men in Engeland bezwaren uit de
fensie-oogpunt en daarop sprong alles af.
Maar ditmaal schijnen onze Engelsche vrien
den er anders over te denken en niet meer
zooveel bezwaren te hebben Het eenige Is
nu nog dat men ook in Engeland een maat
schappij voor de exploitatie opricht.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
Zooals wij al eerder betoogd hebben, ver
wachten wij weinig of geen resultaten van
de in Engeland gevoerde actie voor den
Kanaaltunnel, die te zeer in strijd is met de
steeds overwegende „insulaire" politiek
een van Engelsch standpunt beschouwd zeer
begrijpelijk eigenbelang. Red.
de tooneeldirecties, waarmee ze tot nu tee
nog niets bereikt hebben nooit geheel „au
sérieux" hebben genomen, maar Van der
Lugt Melsert denkt, daar blijkens deze bro
chure eenigszins anders over. Hij acht de ui
tingen van deze heeren belangrijk genoeg
om er op te reageerea en zijn brochure is er
het gevolg van.
Van der Lugt's betoog gaat vooral tegen
den eisch van dn Bond om de gesubsidi
eerde gezelschapen te dwingen voornamelijk
Hollandsche tooneelwerken te spelen. Hij
toont en zeker niet ten onrechte aan,
dat bij een jaarlijksche subsidie van 50.000
gulden op een budget van een half millioen
deze eisch op zijn zwakst gezegd Van der
Lugt drukt zich veel sterker uit wel wat
indiscreet is en hij verdedigt zich krachtig
tegen het verwijt, dat de tooneeldïrecteuren
geen Nederlandsche werken zouden willen
spelen, een verwijt, dat trouwens tegenover
Van der Lugt Melsert, die meer oorspronke
lijke stukken liet opvoeren dan éen andere
tooneeldirecteur al heel ongegrond is.
Dit gedeelte van zijn brochure lijkt mij ook
voor het gewone publiek het interessantste
toe. De bewering, dat een tooneeldirecteur
geen Nederlandsch werk zou willen spelen,
noemt Van der Lugt ongerijmd. Welke too
neeldirecteur zou een werk vraagt hij
niet willen spelen, omdat de schrijver tot
zijn eigen natie behoort?
Om die reden zou ik willen antwoor
den zeer zeker geen enkele, maar er zijn
tooneelairecteuren in ons land ik behoef
hier slechts den naam van Eduard Verkade te
noemen die voor de goede kwaliteiten van
Hollandsen werk totaal blind zijn en om
die reden van alle bekende en geslaagde
Hollandsche tooneelstukken geen enkele op
het repetoir hebben gebracht.
Een tooneeldirecteur zoo schrijft Van
der Lugt verder zoekt naar goede stuk
ken. Dat Is zijn eenige eisch! Er bestaat bij
geen enkele tooneeldirectle een parti-prls te
gen Hollandsche stukken en Van der Lugt
wijst op de vele door hem gespeelde oor
spronkelijke werken. Maar in doorsnee zijn
dé Hollandsche stukken volgens hem niet de
groote Schlagers. Is dat laatste wel heelemaal
juist? Cor van der Lugt noemt zelf als uit
zonderingen Heijermans, Fabricius, Van
Rossum, Veterman-Timmermans, Brusse
hij had Jaap van der Poll daarbij behooren
te noemen mevrouw SimonsMees. Dit
zijn namen waarbij wij eerlijkheidshalve
ook die van A. M. de Jong, Schürmènn, Van
Riemsdijk, Van Wermeskerken en mevrouw
Ranucci-Beckman mogen noemen die wel
'n 35 Schlagers en duizenden tooneelavon-
den vertegenwoordigen en die met hun stuk
ken verschillende tooneeldirecties in den
loop der jaren het bestaan mogelijk hebben
gemaakt, ja soms zelfs van een financieel
debacle hebben gered. Wanneer men dc fi-
nancieele ik spreek hier niet over de ar
tistieke resultaten van de Hollandsche
Schlagers der laatste 25 jaar eens naast die
der buitenlandsche plaatste ik behoef
den schrijver der brochure enkel maar de
goudmijn Boefje te noemen dan zou de
vergelijking waarschijnlijk niet in het nadeel
der Hollandsche tooneelschrijvers uitvallen.
Maar tegen deze auteurs, wier talent om
voor het tooneel te schrijven zelfs een Van
der Lugt Melsert wel nooit zal hebben ontkend
gaat 't betoog van den directeur van net
Rotteraamsch Hofstad Tooneel niet. Het is
duidelijk, dat hij het heeft tegen de Neder
landsche auteurs, die óf nooit ofmisschien
een heel enkele maal en dan zonder suc
ces gespeeld werden cn die het meeste la
waai maken in den Nationalen Bond van
tooneelschrijvers. Want zij zijn het. die tel
kens weer soms op de meest onoordeel
kundige manier op bevoorrechting van de
Nederlandsche tooneelschrijvers aandringen.
Wanneer Van der Lugt Melsert dan ook
schrijft: „De zaak is echter, dat de pro-
testeerende Nederlandsche auteurs geen van
allen voor minder dan corypheeën willen
doorgaan", voelt men dadelijk tegen wie hij
het heeft.
Dat Van der Lugt voor een tooneeldirec
teur met of zonder subsidie algeheele
vrijheid bij de keuze der stukken opeischt,
lijkt mij alleszins billijk. De tooneeldirecteur
toch draagt ook tegenover zijn gezelschap de
volle finannleee verantwoordelijkheid cn hij
alleen moet en kan beslissen, wat voor zijn
gezelschap geschikt ls en niet geschikt. En
nu moge het voor de Nederlandsche auteurs
wel eens onaangenaam zijn, dat de toonecl-
directeurs bij hun keuze meer vertouwen in
de buitenlandsche producten hebben dan in
de binnenlandsche, dat wordt zooals Van
der Lugt in zijn brochure terecht opmerkt
alleszins verklaard, wanneer men be
denkt, dat van vele dier stukken in het bui
tenland de speelbaarheid door hun succes
reeds is bewezen, wat het risico voor den
tooneeldirecteur belangrijk vermindert, ter
wijl bij het aanvaarden van een middelmatig
Nederlandsch stuk het risico volle 100 pro
cent bedraagt. Dit moge alles nu wel wat
„Kaufmannisch" lijken, een tooneeldirecteur
heeft nu eenmaal zooals ook Heijermans
toegaf, toen hij aan het hoofd van een too-
neelgezelschap stond met dc cassa tc
maken.
Het groote publiek heeft weinig begrip van
het enorra-vele werk. dat een tooneeldirec
teur heeft te verrichten. Van der Lugt Mei-'
sert geeft er ons eenig inzicht in, als hij in
zijn brochure vertelt, dat hij om een reper
toire van twaalf stukken samen te stellen,
ongeveer 300 stukken moet lezen, want vol
gens hem is slechts ongeveer 4 pet van de
stukken bruikbaar. Dat percentage komt
merkwaardig overeen met de ondervinding,
die ik verleden jaar als lid van de jury in
een prijsvraag voor tooneelstukken heb op
gedaan. In het geheel waren 104 stukken
binnengekomen en van al deze stukken wa
ren cr zeker niet meer dan vijf, welke ik ter
opvoering aan een nederlandsch gezelschap
zou hebben durven aanbevelen. Maar teleur
stellend is het wel, dat zelfs van die vijf
stukken er nog geen enkele voor zoover
mij bekend door een onzer gezelschappen
is aangenomen. Zijn de directies onzer too-
neelgezelschappen niet wat al te huiverig
voor het risico van een opvoering van oor
spronkelijke tooneelstukken?
Zonder ooit aan zijn vrijheid in de stuk-
kenkeuze te willen raken, zou men toch hl
het belang van onze tooneellittcratuur mo
gen wenschen, dat Van der Lugt Melsert
iets van het vertrouwen in de Nederlandsche
tooneelschrijvers. dat hij in de eerste jaren
van zijn directeurschap zoo ruimschoots
heeft getoond, terug kreeg. Is het zijn on
dervinding als tooneeldirecteur, cue nem
thans zoo afzijdig doet staan van de Neder
landsche tooneelschrilfkunst of is het mis
schien ook een weihlg ergernis over het ge
schreeuw en geschetter van de nlet-gespeel-
de en teleurgestelde tooneelschrijvers te Den
Haag? Hecht de heer Van der Lugt Melsert
niet wat te veel waarde aan hetgeen deze
heeren, die toch werkelijk niet de Nederland
sche tooneelschrijvers vertegenwoordigen,
zeggen en doen? Zijn brochure zou het bijna
doen vermoeden.
J. B. SCHUIL»