HAARLEM'S DAGBLAD BUITENLANDSCH OVERZICHT HABIB'S POSITIE IN HET ONGEREEDE? AMAN OELLAH IN DEN AANVAL. 4tiSwelkn £ST£n«°»WehelP ^or°ftiende: LETTEREN EN KUNST DE TUNNEL ONDER HET KANAAL. DONDERDAG 31 JANUARI 1929 VIERDE BLAD Muiterij onder zijn troepen. T BELANGRIJKSTE NIEUWS Is de wijziging die wij aankondigden, zich reeds aan het voltrekken? Een telegram uit Kowno doet het vermoe den: Naar uit Moskou gemeld wordt, eischen de troepen die Habib Oellah nog trouw zijn ge bleven betaling van hun soldij en plunderen de stad. De minister-president van Habib Oellah, en met hem het geheele kabinet is afgetreden. Habib Oellah stuit overal op te genstand. Dit is een kwaad ding. Revoluties zijn op minder belangrijke oorzaken dan muiterij gestrand Inmiddels had Aman Oellah geen beteren bondgenoot kunnen krijgen, dan de desor ganisatie in het kamp van Habib Oellah. De operette in Kandahar is vermakelijk, al moet men toegeven dat zij wel eens zeer doelmatig zou kunnen blijken te zijn. Ter wijl Habib Oellah met zijn ministerie in Ka boel overhoop ligt, richt Aman Oellah, de koning die abdiceerde en zijn abdicatie weer introk, een ministerie in. „Naar uit Kandahar gemeld wordt, heeft Aman Oellah den gewezen Afghaanschen gezant te Berlijn, Gulam Sadik Khan be noemd tot minister van buitenlandsche za ken in Kandahar. De verbinding van Aman Oellah en de buitenlandsche machten zal ever het Afghaansche gezantschap in Tur kije gaan, dat ook de machten op de hoogte zal houden van de gebertenissen in Afgha nistan. Volgens deze berichten zou er geen twijfel over bestaan, dat een verder verblijf van den Engelschen gezant onmogelijk zou zijn nadat Aman Oellah Kaboel weer her overd zal hebben. De strijd tusschen de troepen van Aman Oellah en Habib Oellah duurt voort, waarbij de eersten de aanvallenden zijn". Vooral de laatste zinsnede is belangrijk. Uit het kamp van Aman is duidelijk te berde gebracht dat men van meening. is dat tie Engelschen partij getrokken hebben te gen den onttroonden vorst. Hoe dit ook zij, Chamberlain heeft gisteren verklaard: De regeering is niet van plan te interve- nieeren in Afghaansche binnenlandsche aan gelegenheden door een der partijen, die op het oogenblik om de macht strijden bij te staan of te helpen. Zij wenscht vurig de in stelling van een krachtig centraal bestuur en zal bereid zijn, om, wanneer dit gevestigd is haar vriendschap voor het Afghaansche volk te toonen door het verleenen van bij stand voor zoo ver dit mogelijk is in den op bouw en ontwikkeling van het land. Aman Oellah heeft officieel zijn abdicatie aan de Engelsche regeering medegedeeld, zoodat deze zijn bestuur niet eerder als wet tig kan erkennen voordat blijkt, dat hij door het geheele Afghaansche volk als koning wordt beschouwd. Verder deelde Chamberlain nog mede, dat de verschillende partijen alle de onschend baarheid der Engelsche legatie hadden ge respecteerd, ofschoon aanzienlijke materieele schade was toegebracht aan gebouwen, die in de vuurlinie lagen in December van het vorig jaar. Ook de positie van den Britschen consul te Jallalabad scheen te zijn gerespec teerd door alle partijen, ofschoon er een niet bevestigd bericht was binnengekomen over toegebrachte schade. In de streek van het Britsche consulaat te Kandahar hadden geen woelingen plaats gehad. En lezers, gisteren heeft u vernomen -dat er een vierde mededinger is opgestaan. Hij heet, naar thans blijkt Nalik Ghausuddin, hij is het hoofd van den Ghilzai stam en hij bedreigt de koninklijke troepen in Gar- deez, terwijl hij de macht voor de Zuide lijke provincie Khost voor zich opeischt. Als dit alles abacadabra voor u is, stel u dan in zooverre gerust.... het is ons juist zoo duidelijk als u! F. A. Fransch-Joego-Slavisch handelsverdrag. PARIJS, 30 Jan, (V. D.l In Qual d'Orsay werd vandaag door Briand en den Minister van Handel van Joego-Slavië, Majoranitsj, een scheepvaart- en handelsverdrag tus schen Frankrijk en Joego-Slavië ondertee kend, alsmede een consulair- en immigratie verdrag. Beide conventies zullen gelijktijdig in werking treden. Voor eenige Fransche producten zal Joego-Slavië een verlaagd in voerrecht toepassen, terwijl het Fransche tarief echter onveranderd blijft; overigens geldt voor beide landen de meest-begunsti- gingsclausule. Guerra gearresteerd. LONDEN, 30 Jan. (V. D.) De Spaansche minister-president Primo de Rivera deelde heden mede, dat de vroegere minister-pre sident Guerra gearresteerd was en naar Va lencia was overgebracht, waar hij in de ba rakken van het 5de regiment artillerie zal worden vastgehouden tot nader orde. Zijn arrestatie staat in verband met de poging om Ook de artillerie te Valencia tot aansluiten bij de revolutionnaire beweging over te halen. De prins van Wales in de mijndistricten. LONDEN, 30 Jan. (V. D.l De prins van Wales vervolgde heden zijn tocht door de mijndistricten van Noord-Engeland en be zocht mijndorpen in Northumberland. Hij was zichtbaar onder den indruk van eenige teekenen van uiterste armoede, die hij op merkte. Zijn reis had ook thans een volko men informeel karakter. Na uit zijn wagen te zijn gestapt is hij door modder en vuil getrokken om onverwachte bezoeken te kun nen afleggen. Zelden wisten de bezochten nat hij de prins van Wales was, totdat het hun verteld werd. Soms wachte hij tot een volledige lijst der noodzakelijke behoeften opgemaakt was, voordat hij verder trok. Trotzky banneling Naar de „Rote Fahne" verneemt, kan de verbanning van Trotsky uit de Sovjet-Unie elk oogenblik verwacht worden. Het staat Trotsky vrij overal elders een verblijfplaats te kiezen, mits het maar buiten Rusland is- Trotky's verbanning, aldus het blad, kan wegens diens actie tegen de Sovjet-regee ring als een daad van zelfverdediging der Sovjet-autoriteiten worden beschouwd. Zal Drummond iftreden? LONDEN (V.D.l De „Daily Express" be- richt, dat in diplomatieke kringen als waar schijnlijke opvolger van den Britschen ge zant te Washington, Sir Esme Howard, de naam van Sir Eric Drummond, den secreta ris-generaal van den Volkenbond genoemd wordt. Men meent te weten dat Sir Eric Drummond een dergelijk aanbod waar schijnlijk niet zal afwijzen. De tegenwoordige Britsche gezant in de Vereenigde Staten zal met het oog op zijn gevorderden leeftijd zich spoedig na afloop van zijn huidige ambtsperiode uit den diplo- matieken dienst terugtrekken. Muiterij in Spanje geëindigd. Aan het einde van de zitting der Spaan- sche Nationale Vergadering verklaarde Pri mo de Rivera, dat generaal Orgaz aan het hoofd van drie bataljons naai- Ciudad Real Is vertrokken, om daar liet commando op zich te nemen. De muiterij is geëindigd zonder eenig bloed vergieten; te Ciudad Real heerscht volko men rust, aldus de Tel. Toen de troepen zich naar hun kazerne terugtrokken, vluchtten de schuldige offi cieren naar de Portugeesche grens. Twee der voornaamste leiders werden gearresteerd, toen zij in burgerkleeding Madrid per auto trachtten te bereiken. Primo deelde voorts mede, dat de minister van Financiën en hij geconfereerd hebben met den gouverneur van de Spaansche Bank en den voorzitter van het beursbestuur over een eventueele interventie op de wisselmarkt wanneer het verloop der gebeurtenissen de ze noodzakelijk zou maken. HET „BAKVISCH"-KIESRECHT. Zooals men weet zullen bij de a.s. verkie zingen de vrouwen voor het eerst volgens de nieuwe kieswet stemmen, waarbij de kies gerechtigde leeftijd der vrouw van 30 tot 21 jaar werd teruggebracht. Volgens de bladen hebben de.nieuw onge stelde kiezerslijsten de mannen doen schrik ken. Want er. is. uit gebleken, dat het aantal vrouwelijke kiezers dat der mannelijke nóg meer zal overtreffen dan aanvankelijk werd gedacht. Toen in den afgeloopen zomer de z.g. Flapper Vote Act werd aangenomen, heette 't dat er 5.240.000 vrouwen tusschen de een-en-twintig en dertig jaar aan het kie zerscorps zouden worden toegevoegd, waar door de vrouwen een meerderheid van 2.200.000 stemmen op de mannen zouden er langen. Thans echter blijkt uit de registers, dat men de sterkte der vrouwen heeft onder schat, hetgeen volgens de vrouwen wel eens vaker gebeurt. In het kiesdistrict Hull is het verschil zelfs 30 pet., terwijl al.- leen reeds in Kensington 40,000 nieuwe vrouwelijke kiezers het kiezerscorps komen versterken. Tot dusver hadden in Kensing ton 84.930 vrouwen stemrecht, aldus het Hbld. De misrekening der autoriteiten is zelfs zoo groot geweest, dat b.v. in Wandsworth 5000 vrouwen meer zullen stemmen dan men had geschat. In de meeste plaatsen scheelt het duizenden stemmen. De tegenstanders van het kiesrecht voor „bakvisschen" lachen reeds schamper. Heb ben zij er niet voor gewaarschuwd? INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. VS dc rust! XP van lans® Het invoegen^ ,„t rust it» 7 er even doennade r anoeer heeft het ®®h nerlcl P«Den r.obemocilijWn? het denken - niet te U behoeft £oFjiEASP1- in staat. heW« boveo- HET TOONEEL. KINDER-MATINEE, TIJL UILENSPIEGEL. Bij een kindervoorstelling zijn de spelers in de zaa! dikwijls interessanter dan die op het tooneel. Dat was ook gisteren het geval bij de opvoering van Tijl Uilenspiegel in den schouwburg aan den Jansweg. Ik zat tusschen een groep kleuters jongens en meisjes die hevig medeleefden met wat daar op de planken gebeurde en het was aardig om te zien, hoe verschillend zij rea geerden. Toen Tijl zich achter een ton ver scholen had en Prik. de gierige schoenma ker. tevergeefs naar hem zocht, riep een klein meisje, zoo hard zij kon: „Hij zit achter de ton!" Maar o wee, daar begon het spektakel. „Houd je mond!" „Stil toch!" „Jo mag hem niet verraden!" En in koor riepen alle kleinen om mij heen blijkbaar doodsbang, dat Prik ach ter de ton zou gaan zoeken: „Niet waar! Zij jokt! Hij zit niet achter de ton!" De kleine verraadster zat met een bedrem meld, hoogrood gezichtje naar den grond te kijken. Het was duidelijk, dat het huilen haar nader stond dan het lachen. Eindelijk waagde zij het zacht tegen haar moeder te zeggen: „Zij jokken allemaal! Hij zit er toch achter!" Maar heel het kinderkoor herhaalde nog eens: „Tijl is weg!" en er was er blijkbaar geen één, die dit leugentje om bestwil een zonde vond. Ik weet niet, hoe de moeder dit moeilijk paedagogisch probleem heeft opge lost. Ik voor mij stond geheel aan den kant van het koor en als ik gedurfd had, zou ik ook hard op hebben meegeschreeuwd, dat Tijl niet achter de ton verscholen zat. Maar zoo iets doe je niet meer, wanneer je de vijf tig gepasseerd bent. Wanneer er zooveel contact is tusschen de spelers en de zaal, dan zou je als criticus moeten zwijgen. Want Tijl werd immers voor de kinderen en niet voor mij gegeven. En ik zag duidelijk dat de kinderen het prachtig vonden. Een meisje vlak voor mij zat geen oogenblik stil en sprong van louter vreugde al maar op en neer! Ik geloof dat zij wel mee had willen hollen achter Tijl aan, toen hij vlak langs haar heen draafde, dwars dooi de zaal, achtervolgd door Prik, den gendar me en den burgemeester van het dorp. Tijl is dan ook een snaak; waar je als kind wel ple zier om moet hebben!Wat een elementen in ïc- geschiedenis van Tijl voor een kinderkomedie! En een kind merkt het niet op, dat de koning er allersj of eitjes uitziet en op soldatentrap- pers rondloopt, dat het oude boschvrouwtje een mantel draagt, waarin als zij zich om keert de beenen tot de knieën zichtbaar komen, dat de baarden van Rinaldo Rinaldini en den burgemeester allerzonderlingst op de gezichten geplakt zyn, dat Tijl een vrij on handig tooneelspeelstertje is en heel dit ge zelschap van vijf zegge vijf leden met uitzondering van Prik een zeer matigen in druk maakt! Voor de kinderen is alles echt, omdat zij meer fantasie bezitten dan de nuchtere criticus! Ik zou Tijl Uilenspiegel wel eens willen zien van een troepje goede artisten! Wat zou het dan alleraardigst zijn! Maar de kinderen vonden het zoo al prachtig en de recensent legt zich op zoo'n matinee bij het kinder oordeel neer, omdat:;-zij ten slotte over het mooi en niet mooi te beslissen hebben. Toch wil ik in dit verslag er den nadruk op leggen voor de ouderen dat het gezelschap van Paula de Waard, hetwelk ook opvoerin gen van Tijl Uilenspiegel geeft, een geheel an der is, dan het troepje, dat gisteren in den schouwburg aan den Jansweg optrad. De Oostenrijksche regisseur Hans Brahm over Zeemans-Vrouwen. In ons blad van Dinsdag schreef ik een zeer enthousiast gestelde kritiek over de op voering van Zeemans-Vrouwen door het ge zelschap van Bouber in den Plantage- Schouwburg te Amsterdam. Een trouw lezer van mijn kritieken sprak mij vanmorgen daarover aan en ik merkte duidelijk, dat hij zich over dit enthousiasme in een verslag over de opvoering van een volksstuk in den Flantage-Schouwburg een weinig verbaasd had niet alleen, maar dat hij ook aan mijn critische onbevangenheid twijfelde. En zie. daar lees ik vanavond in het Algemeen Han delsblad, hoe Hans Brahm, de bekende re gisseur van het Wiener Hofburg Theater zich in een interview over de voorstelling van Zeemans-Vrouwen, die hij had bijgewoond, uitlaat. Ik vind dit oordeel van Brahm te merkwaardig om het hier niet weer te ge ven: „Hij dat is Brahm was verrukt. Den avond te voren had hij zich verveeld bij een gesubsidieerd gezelschap, dat hij liever niet wilde noemen, en hij kon maar niet begrij pen, dat het Amsterdamsche publiek 'de élite incluis) zulk ras-echt tooneel als dat van Bouber en Elsensohn niet veel meer waardeerde. ,.Ik wilde, dat ik dit troepje in Weenen kon brengen" herhaalde hij opgeto gen. „De taal zou volstrekt geen bezwaar zijn Zij spelen zoo goed, dat je alles meevoelt en begrijpt. Hoe levendig is ook hun eenvou dige ensceneering". Wij erkenden schrijft de interviewer dit alles volmondig, maar vroegen toch, of hij zulk een opvoering niet te veel ideali seerde, juist omdat hij den ietwat senti- menteelen tekst niet verstond. Maar daar wilde Brahm niet van hooren. „De Russen versta ik ook niet en als ik hen met dit Nederlandsch volkstooneel vergelijk, geef ik de voorkeur aan uw landgenootcn!" Nu ben ik overtuigd, dat mijn trouwe lezer niet meer twijfelt. En met hem vele andere landgenooten! Ik durf nu ook met nog meer' klem Carel van Hees aan te raden Zeemans-Vrouwen als volksvoorstelling te laten geven wanneer Bouber na dit oordeel van Brahm er-tenmin ste nog toe genegen is! Want het kon nu wel zijn, dat Bouber voor een volksvoor stelling bedankt! KANTTEEKENINGEN UIT DE PRAKTIJK. De Nationale Bond van tooneelschrijvers heeft Cor van der Lugt Melsert uit zijn tent gelokt en hem er toe gebracht een brochure het licht te doen zien. die hij getiteld heeft „Kantteekeningen uit de Praktijk". Want het is wel zeker, dat deze kantteekeningen van den directeur van het Vereenigd Rotter- damsch Hofstad-Toonel zijn gemaakt naar aanleiding van de kritiek van dezen Bond althans van eenige der meest militante leden van den Bond op de daden der verschil lende tooneeldirecties in ons land en Cor van der Lugt in het bijzonder. Wij. die met in Den Haag wonen, kunnen ons dat eigenlijk minder goed begrijpen, om dat wij de luidruchtige actie van dezen Bond met zijn vele adressen cn zijn aanvallen op Waf Le Troquer er over zei. Onze Parijsche correspondent schrijft ons: Natuurlijk volgt men in Frankrijk met de meeste aandacht de besprekingen welke in Engeland worden gehouden voor den even- tueelen aanleg van een tunnel onder het Kanaal. Immers, Frankrijk, waar het andere eind van den tunnel op de Fransche kusten zou eindigen is niet minder geïnteresseerd bij ae constructie en het tot stand komen van dat enorme, magnifieke werk. Niet alleen om dat de tunnel een nieuwe bron van inkomsten zou zijn voor een enorme catagorie die direct betrokken zouden zijn bij dat giganteske werk. maar ook omdat de economische gevol gen zich moeten doen gelden. In Engeland zijn natuurlijk tegenstanders van hot plan; in Frankrijk zijn er hoegenaamd niet. Iedere Franschman kan er niet anders dan belang bij hebben dat Engeland zoo op slechts enkele uren afstand van de Fransche hoofdstad zou komen. Het is daarom dat we ons tot een van de meest kundige Franschen, Mr. Yves Le Troquer, oud-minister van Openbare Werken die zich reeds lang voor.den oorlog met de bestudeering van het grootsche plan bezig hield, hebben gewend om hem eenige details te vragen, hoe men het zich va.i technische Fransche zijde voorstelt en welke voordeelen een Kanaal-tunnel voor Frankrijk zou mede brengen, en, zooals we wel verwachtten, Le Troquer's groote welwillendheid kennend, oogenblikkelijk heeft de minister ons met enthousiasme, gesproken over de mogelijke realisatie van een van zijn liefste plannen. Is het waar, meneer de minister, dat. u bent benoemd tot voorzitter van het Fransche comité, zoo wr.~ onze eerste vraag. Ja, die eer heeft men mij aangedaan, antwoordde hij lachend. Het is voornamelijk omdat ik me al zooveel jarenNheb bezig ge houden met de bestudeering an het plan. Want kijk, het is niet alleen de bestudeering van het werk zelf, ik bedoel de techniek welke zooveel studie en dus tijd vergt, maar ook de bestudeering van de voor- en nadeelen welke deze verbinding tusschen Engeland en Frankrijk met zich zou brengen. Ik hoef u dat natuurlijk niet alles tot in details te vertellen en dat zou ook van minder belang zijn. Zooals u weet is het Kanaal-plan niet van vandaag. Tusschen de jaren 1875 en '80, toei. de realisatie, welke voornamelijk van Enge land afhangt, mogelijk scheen, hebben talrijke Fransche geologen zich met de bestudeer! ug bezig gehouden en o.a. de Lapparent heeft ter plaatse, en op de Fransche kusten en in de zee boringen gedaan om de bodemgesteld heid te onderzoeken. Al die studies hebben ge leid tot de conclusie, dat een tuimel best mogelijk zou zijn. Op den bodem van de ze? is een dikke kriitlaag die een dikte van 50 tot 60 meters heeft. Daarin zou men natuurlijk uitstekend een tunnel kunnen uitboren, te meer waar dit krijt niet poreus is, integen deel, elk doordringen van water totaal uit sluit. Hoe lang zou de tunnel zijn? Volgens het Fransche plan in totaal 61 kilometer, waarvan 53 onder de zee. Maar er zijn twee verschillende plannen. Het eerste: een gang met dubbel spoor. Een tweede van twee gangen met enkel spoor. Ik acht een dubbelen gang, hoewel veel duurder, te ver kiezen. Denkt u alleen maa' eens aan de ventilatie, welke in een dubbelen, breeden tunnel natuurlijk veel makkelijker zou zijn en waar ook het vlotte treinverkeer geregel- bare Werken, toen M. Claveiïie nog minister bare Werken,' toen Mr.Claveüe nog minister was, heeft uitvoerig het plan bestudeerd om eerst een soort nauw proeftunneltjc te gra ven teneinde het terrein te verkennen en later dan te gebruiken voor de afwatering, door het aanleggen van buizen welke in de zee zouden komen. Maar in 1918 heeft een knap ingenieur M Fougerolles doen opmer ken dat dit een gevaar zou kunnen opleveren voor hete verpulveren van den krijtlaag en hij stelde daarom voor pompen aan te bren gen welke alles zouden wegwerken in den eigenlijken bodem van de zee. En dat plan komt vrijwel overeen met het Engelsche. En wat zouden ongeveer de kosten zijn van het uitvoeren van dat plan? Wel, de Association Fran^aise was tot dc berekening van 800 millloen a 1 milliard gekomen. Maar dat was voor den oorlog. Met het systeem-Fougerolles zou 't op ongeveer 3 milliard komen. En hoe lang zou het werk duren? Wanneer er van beide kanten wordt ge» werkt op zes jaar. Welke economische resultaten zou de tunnel kunnen opleveren? Volgens de berekeningen welke de Conseil Superieur in 1919 heeft gemaakt, zou het altijd, zelfs al waren de kosten opgevoerd tot een maximum 5 a 6 procent opleveren. Momenteel vertegenwoordigt het aantal rei zigers tusschen Engeland en het vasteland slechts één procent terwijl het percentage der relaties tusschen België, Nederland, Dultsch- land en Frankrijk b.v. 4 procent is. Als, om maar eens een voorbeeld te noemen, een Engelschman dertig reizen oer jaar maakt, maakt hij maar een dertigste over het Ka naal. Voor het handelsverkeer tusschea Frankrijk en Engeland zien we in 1912 b.v. 3.6 tegen 9.8 Ln dat zelfde jaar tusschen Frankrijk en Duitschland. Ik vestig vooral den nadruk hierop, dat met een tunnel Londen op slechts vijf uur afstand van Parijs zou zijn en dat het twee maal overschepen of inschepen geheel zou vervallen. Iedereen kan nu wel uitrekenen welk een enorm voordeel dat moet opleve ren. Niet alleen wijl het zoo mogelijk wordt in één dag heen en weer te gaan. maar ook wijl de koopwaar daardoor goedkoopcr moet worden. Van Fransche zijde is thans alles klaar. Bij de wet van 2 Augustus 1875 reeds is aan de Association Fran?aise du Tunnel een con cessie voor negen jaar gegeven voor het voorbereidende werk. Dat is gedaan in het toegestane tijdperk. Zooals u weet werd er tegelijkertijd een protocol, een Fransch- Engelsch protocol opgemaakt hetwelk de In ternationale verhouding, welke zoozeer door den tunnel zou worden gewijzigd, regelt. Toen opperde men in Engeland bezwaren uit de fensie-oogpunt en daarop sprong alles af. Maar ditmaal schijnen onze Engelsche vrien den er anders over te denken en niet meer zooveel bezwaren te hebben Het eenige Is nu nog dat men ook in Engeland een maat schappij voor de exploitatie opricht. HENRY A. TH. LESTURGEON. Zooals wij al eerder betoogd hebben, ver wachten wij weinig of geen resultaten van de in Engeland gevoerde actie voor den Kanaaltunnel, die te zeer in strijd is met de steeds overwegende „insulaire" politiek een van Engelsch standpunt beschouwd zeer begrijpelijk eigenbelang. Red. de tooneeldirecties, waarmee ze tot nu tee nog niets bereikt hebben nooit geheel „au sérieux" hebben genomen, maar Van der Lugt Melsert denkt, daar blijkens deze bro chure eenigszins anders over. Hij acht de ui tingen van deze heeren belangrijk genoeg om er op te reageerea en zijn brochure is er het gevolg van. Van der Lugt's betoog gaat vooral tegen den eisch van dn Bond om de gesubsidi eerde gezelschapen te dwingen voornamelijk Hollandsche tooneelwerken te spelen. Hij toont en zeker niet ten onrechte aan, dat bij een jaarlijksche subsidie van 50.000 gulden op een budget van een half millioen deze eisch op zijn zwakst gezegd Van der Lugt drukt zich veel sterker uit wel wat indiscreet is en hij verdedigt zich krachtig tegen het verwijt, dat de tooneeldïrecteuren geen Nederlandsche werken zouden willen spelen, een verwijt, dat trouwens tegenover Van der Lugt Melsert, die meer oorspronke lijke stukken liet opvoeren dan éen andere tooneeldirecteur al heel ongegrond is. Dit gedeelte van zijn brochure lijkt mij ook voor het gewone publiek het interessantste toe. De bewering, dat een tooneeldirecteur geen Nederlandsch werk zou willen spelen, noemt Van der Lugt ongerijmd. Welke too neeldirecteur zou een werk vraagt hij niet willen spelen, omdat de schrijver tot zijn eigen natie behoort? Om die reden zou ik willen antwoor den zeer zeker geen enkele, maar er zijn tooneelairecteuren in ons land ik behoef hier slechts den naam van Eduard Verkade te noemen die voor de goede kwaliteiten van Hollandsen werk totaal blind zijn en om die reden van alle bekende en geslaagde Hollandsche tooneelstukken geen enkele op het repetoir hebben gebracht. Een tooneeldirecteur zoo schrijft Van der Lugt verder zoekt naar goede stuk ken. Dat Is zijn eenige eisch! Er bestaat bij geen enkele tooneeldirectle een parti-prls te gen Hollandsche stukken en Van der Lugt wijst op de vele door hem gespeelde oor spronkelijke werken. Maar in doorsnee zijn dé Hollandsche stukken volgens hem niet de groote Schlagers. Is dat laatste wel heelemaal juist? Cor van der Lugt noemt zelf als uit zonderingen Heijermans, Fabricius, Van Rossum, Veterman-Timmermans, Brusse hij had Jaap van der Poll daarbij behooren te noemen mevrouw SimonsMees. Dit zijn namen waarbij wij eerlijkheidshalve ook die van A. M. de Jong, Schürmènn, Van Riemsdijk, Van Wermeskerken en mevrouw Ranucci-Beckman mogen noemen die wel 'n 35 Schlagers en duizenden tooneelavon- den vertegenwoordigen en die met hun stuk ken verschillende tooneeldirecties in den loop der jaren het bestaan mogelijk hebben gemaakt, ja soms zelfs van een financieel debacle hebben gered. Wanneer men dc fi- nancieele ik spreek hier niet over de ar tistieke resultaten van de Hollandsche Schlagers der laatste 25 jaar eens naast die der buitenlandsche plaatste ik behoef den schrijver der brochure enkel maar de goudmijn Boefje te noemen dan zou de vergelijking waarschijnlijk niet in het nadeel der Hollandsche tooneelschrijvers uitvallen. Maar tegen deze auteurs, wier talent om voor het tooneel te schrijven zelfs een Van der Lugt Melsert wel nooit zal hebben ontkend gaat 't betoog van den directeur van net Rotteraamsch Hofstad Tooneel niet. Het is duidelijk, dat hij het heeft tegen de Neder landsche auteurs, die óf nooit ofmisschien een heel enkele maal en dan zonder suc ces gespeeld werden cn die het meeste la waai maken in den Nationalen Bond van tooneelschrijvers. Want zij zijn het. die tel kens weer soms op de meest onoordeel kundige manier op bevoorrechting van de Nederlandsche tooneelschrijvers aandringen. Wanneer Van der Lugt Melsert dan ook schrijft: „De zaak is echter, dat de pro- testeerende Nederlandsche auteurs geen van allen voor minder dan corypheeën willen doorgaan", voelt men dadelijk tegen wie hij het heeft. Dat Van der Lugt voor een tooneeldirec teur met of zonder subsidie algeheele vrijheid bij de keuze der stukken opeischt, lijkt mij alleszins billijk. De tooneeldirecteur toch draagt ook tegenover zijn gezelschap de volle finannleee verantwoordelijkheid cn hij alleen moet en kan beslissen, wat voor zijn gezelschap geschikt ls en niet geschikt. En nu moge het voor de Nederlandsche auteurs wel eens onaangenaam zijn, dat de toonecl- directeurs bij hun keuze meer vertouwen in de buitenlandsche producten hebben dan in de binnenlandsche, dat wordt zooals Van der Lugt in zijn brochure terecht opmerkt alleszins verklaard, wanneer men be denkt, dat van vele dier stukken in het bui tenland de speelbaarheid door hun succes reeds is bewezen, wat het risico voor den tooneeldirecteur belangrijk vermindert, ter wijl bij het aanvaarden van een middelmatig Nederlandsch stuk het risico volle 100 pro cent bedraagt. Dit moge alles nu wel wat „Kaufmannisch" lijken, een tooneeldirecteur heeft nu eenmaal zooals ook Heijermans toegaf, toen hij aan het hoofd van een too- neelgezelschap stond met dc cassa tc maken. Het groote publiek heeft weinig begrip van het enorra-vele werk. dat een tooneeldirec teur heeft te verrichten. Van der Lugt Mei-' sert geeft er ons eenig inzicht in, als hij in zijn brochure vertelt, dat hij om een reper toire van twaalf stukken samen te stellen, ongeveer 300 stukken moet lezen, want vol gens hem is slechts ongeveer 4 pet van de stukken bruikbaar. Dat percentage komt merkwaardig overeen met de ondervinding, die ik verleden jaar als lid van de jury in een prijsvraag voor tooneelstukken heb op gedaan. In het geheel waren 104 stukken binnengekomen en van al deze stukken wa ren cr zeker niet meer dan vijf, welke ik ter opvoering aan een nederlandsch gezelschap zou hebben durven aanbevelen. Maar teleur stellend is het wel, dat zelfs van die vijf stukken er nog geen enkele voor zoover mij bekend door een onzer gezelschappen is aangenomen. Zijn de directies onzer too- neelgezelschappen niet wat al te huiverig voor het risico van een opvoering van oor spronkelijke tooneelstukken? Zonder ooit aan zijn vrijheid in de stuk- kenkeuze te willen raken, zou men toch hl het belang van onze tooneellittcratuur mo gen wenschen, dat Van der Lugt Melsert iets van het vertrouwen in de Nederlandsche tooneelschrijvers. dat hij in de eerste jaren van zijn directeurschap zoo ruimschoots heeft getoond, terug kreeg. Is het zijn on dervinding als tooneeldirecteur, cue nem thans zoo afzijdig doet staan van de Neder landsche tooneelschrilfkunst of is het mis schien ook een weihlg ergernis over het ge schreeuw en geschetter van de nlet-gespeel- de en teleurgestelde tooneelschrijvers te Den Haag? Hecht de heer Van der Lugt Melsert niet wat te veel waarde aan hetgeen deze heeren, die toch werkelijk niet de Nederland sche tooneelschrijvers vertegenwoordigen, zeggen en doen? Zijn brochure zou het bijna doen vermoeden. J. B. SCHUIL»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 13