FEMINA POEDER EN ROUGE. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 31 JAN. 1929 *EN MANTEU Deze elegante mantel is van donker Bor deaux rood fluweel met kraag en manchet ten van grijs bont. De vorm is recht, zonder Ingevoegde paneelen; daarvan onderscheidt zich alleen het voorpand waarvan de zoom even opgeheven is. De voering bestaat uit witte stof. NAMIDDAG-JAPON. Een eenvoudige middagjapon. Zij kan zoo wel gedragen worden in den namiddag als op een intiem dinertje. Als stof is uitslui tend zwart crêpe satin genomen. Rok en lijf je zijn door een zeer breeden heupband ge scheiden, die in den rug door een groote strik wordt beëindigd, en langs den onder rand verluchtigd is door een smal randje broderie van oud goud. MODE-GRIL. Ja, ze zijn er weer. De zoogenaamde „ro bes princesse" met het eigenaardige klok- model van het benedenstuk van den rok. Maar ik ga er u den lof niet van zingen. In tegendeelin plaats van u listiglijk ver lekkerd te maken op een of ander aardig japonnetje, dat ik snoezig vind, ga ik een ernstig woord tot u richten,en plechtig waar schuwen: géén „robes princesse" te nemen. Ten minste, wanneer u geen buitengewoon fraai figuur heeft. En tot afschrikwekkend voorbeeld zijn hiernevens twee van deze bij zondere modellen afgedrukt. Wat er eigen lijk tegen deze toch wel zeer elegante japon nen. en zeer exquise modellen is aan te voe- hen? Wel, in de eerste plaats dit: het zijn ééndagsvliegen. Onze vrouwenmode heeft toch al den naam, een zeer kortstondig le ven te hebben. Maar deze prinsessen-model len spannen daarbij de kroon. Ze zijn bin nen enkele weken.uit de mode. Om over een jaar of vijf of tien weer op te duiken. Als u daarop wachten wilt.En dan het figuur, dat ervoor noodig is. Probeer het maar niet, als ge slank zijt, en u nu niet bepaald in soe pele, welgevormde fïguurlijnen moogt ver heugen, om zulk een japon aan te trekken. Want heusch, u lijkt op een vulpotlood op zijn Zondagsch, in een smaakvol étui. Een mooi taille is absoluut vereischt, om dit soort japon goed te kunnen dragen. En kom daar eens om, in dezen tijd: waarin de z.g. slanke lijn voor fraai geldt! Zeker de mo dellen op de teekening zijn heel apart en de grootste van de twee, van zwarte velours de soie, met twee klokkende volants, en sjaal kraag, is heel fijn. en ietwat Russisch. Maar o wee, als u figuur niet aan de strengste eischen voldoet. Dan houdt men u voor een omgekeerde Aaronskelk. Zoodat... ge het natuurlijk zelf moet weten, of ge u door deze soms toch wel heel moo'e modegril wilt laten verleiden. Maar als het op een teleurstelling uitloopt, moet ge u niet komen beklagen bij haar, die zich teekent MADELEINE. VILTHOEDJE. Een groot aantal hoeden zijn dit seizoen met motieven van een ander materiaal inge legd. Zoo ook dit model van groen vilt. met als incrustatie groene panne. Ook het bandje om den bol is van vilt en eveneens met stukjes panne ingelegd. HOE MEN DE KLEUTERS BEZIG HOUDT. DE POPPENKAIVÏER. Verleden week heb ik u een paar model letjes der serpentinemeubeltjes laten zien. Het leek mij wel geschikt de poppenka- mer er bij te maken; de meubeltjes krijgen dan hun vaste plaatsje en het aankleeden der poppenkamer is een verbazend aardig werkje. Een werkje, waarbij ieder zich ver dienstelijk kan maken. Zelfs vader moet ook een handje meehelpen en de kleuter kan voor meubileering en versiering der kamer zorgen. We zullen de kamer nu eens echt gezellig gaan inrichten, maar wij gaan wel van het standpunt uit: „het mag maar héél, héél weinig kosten, liefst heelemaal geen onkos ten", wat ook wel degelijk kan gebeuren. Bij den kruidenier of den groenteboer vragen wij een klein houten kistje; een sun-maidkistje of stijfselkistje zijn beide zeer geschikt. De grootte der kamer laat ik aan u over. De één ziet liever groote, de ander weer kleine afmetingen. De deksel wordt van het kistje afgenomen en doét geen dienst; ook wordt één der lange zijden verwijderd. Het kistje wordt nu aan alle kanten heel goed nagekeken; alle overtollige spijkertjes wor den er uit gehaald. Het is niet gewenscht het kistje glad te schuren, opdat het beter be pakt kan worden. In de achterwand worden twee vierkant jes uitgezaagd, die de raampjes moeten voorstellen. Glas hoeft in deze raampjes niet ingebracht. Is het kistje dus keurig In orde, dan gaan wij ons kamertje opbouwen en beginnen wij met den buitenkant. Onze huizen zijn uit steenen opgetrokken, dus wordt de muur van ons kamertje met Imitatie steentjes beplakt. Dit steentjes pa pier is in den handel. Wilt u geen onkosten maken, dan neemt u een aardig grijs of bruin papiertje, dat voor buitenmuur dienst kan doen. Ook kunt u natuurlijk den muur schilderen. Voor de binnenbeplakking krij gen vader of moeder de functie van behan ger. Zoekt u eens op.zolder, ik wil wedden, dat daar nog wel een oud behangselpapiertje ligt. Wel moet u er op letten papier te ne men met een heel klein patroontje. Het netste wordt geplakt doo rde korte zijkan ten 1 c.M. langer te nemen dan de afmeting van het hout, er wordt dus 1 c.M. overheen geplakt, terwijl voor de achterwant dezelfde afmeting als van het hout neemt. Nu volgt de vloerbedekking. Een vel bruin kaftpapier komt het meest met echt zeil overeen. Het is het goedkoopst en geeft toch een aardig effect. Behangselpapier is ook voor de vloerbedekking te gebruiken. De overgebleven randjes der kamer kun nen nog met een zwart randje afgewerkt worden. Nu wordt met het stoffeeren een begin ge maakt. Voor de raampjes komen aardige kleine gordijntjes te hangen. Het tapijt moet door de kleuter vervaar digd worden. Kan het kleine ding al matjes vlechten? Welnu, een gevlochten matje met hoofdkleur de kleur der meubeltjes, is een beelderige versiering der kamer. Het tapijt kan natuurlijk ook uit andere grondstoffen vervaardigd worden. Vandaag zullen wij niet verder gaan met deze inrichting: de volgende week gaan wij dus met meubileering en versiering door. Het kamertje is, zoover als wij nu geko men zijn in de Tijdingzaal van ons blad te bezichtigen. W. R. RECEPT. HAZENPEPER. Op 1 haas neemt men 1 afgestreken eet lepel zout, Wï ons tarwebloem, 1 ons boter, 8 gewone theekopjes bouilon (van 3 maggi- blokjes) 1 theekopje azijn, 2 afgestreken eetlepels suiker, stukje Spransche peper, 2 uien, 4 kruidnagelen, 2 laurierbladeren. Den in stukken verdeelden haas wascht men, wrijft hem in met peper en zout en braadt de stukken in een ijzeren potje met de boter rondom bruin (1 uur). De stukken neemt men uit de pan, laat in de overblijvende bo ter de bloem en de fijn gesnipperde uien bruin worden, waarna men er langzamer hand den bouillon door roert. Het mengsel blijven roeren, tot het iets gebonden is. De gebraden stukken haas doet men nu in de saus, voegt azijn, suiker, en verschillende kruiden bij. dekt de pan dicht en laat alles samen stoven, tot de haas door en door gaar is: minstens 1 uur.. Stukken op een warme schotel doen, saus zeven en over den haas doen. KINDERPYJAMA'S. Wij zien hier twee pyjama's voor meisjes van 10 tot 15 jaar. De eerste, model A is van een gestreept linnenweefsel in rose, wit en geel. De kraag, ceintuur, manchetten en ein den der broekspijpen zijn van dezelfde stof in effen geel. Op de schouders en onder aan de pantalon zijn eenige rijen fronsjes aange bracht. Model B is uit twee verschillende stoffen gemaakt: bleek blauwe crêpe Javanais voor de pantalon en het bijna beroemd geworden „Dialikasha" met de gouden olijf motieven, voor het jasje, eveneens in een zelfde bleek blauw als de pantalon. Deze laatste is geheel geplisseerd. terwijl het jasje slechts gegar neerd is met strooken langs voorpanden, hals opening en mouwen, van de effen crêpe Ja vanais. Model C. Is dit nu ook 'n pyjama? Eigenlijk niet, want bij een pyjama behoort 'n jasje en dat is aan dit model zoek. We kunnen dit pakje zeer gemoedelijk een hansop noemen. Welnu dan, deze hansop voor kleuters is van toile de soie, wit en blauw gestreept en gegar neerd met dezelfde stof in effen blauw. D, ons laatste modelletje, is inderdaad weer een pyjama. Als stof is hier een fijne wollen molton gekozen in een zacht roode kleur. Het heele pakje is gevoerd met wit en beige ge streepte toile de soie, die tevens diende voor de kraag, manchetten, zakkleppen en broek omslagen. AVONDSCHOENEN. Is er op 't oogenblik een bepaalde mode in avondschoenen? mode in dien zin te verstaan, dat één genre de bijna algemeene aandacht heeft? We durven het aan, die vraag ontkennend te beantwoorden. Nog niet zoo lang geleden was goud- en zilverbrocaat het toppunt van chic en liepen vrouwen van de meest uiteenloopende maatschappelijke kringen des avonds in brocaatschoentjes. Maar plotseling was dat afgeloopen en kwamen hagedis- en sian- genleer op den voorgrond, zonder echter dat het een algemeene manie werd en dat was juist het aardige ervan, want niets is zoo onsympathiek als uniformiteit in de mode. En nu, wat nu? Wat kwam er voor het slangen- en hagedisleer in de plaats? Aller lei. We zien op 't oogenblik schoenen van zeer verschillende materialen. Veel profi teert men van 't effect van twee contrastee- rende stoffen, zooals aan 't schoentje hierbij afgebeeld, waarvan het voorstuk zwart satijn is en de rest goudbrocaat een com binatie die bijzonder goed staat bij de mo dieuze zwarte avondtoiletten. Niet minder wordt ook bij deze zwarte avondjaponnen de geheel zwart satijnen schoen, waarvan gesp. en hak in strass zijn uitgevoerd, gedragen. Een nieuwtje is de gekleurde satijnen of fluwee'en schoen, die eveneens bij zwart ge zien wordt. Bij gekleurde janonnen van kant. fluweel of zijde, worden schoenen in de zelfde tint gedragen, effen of met een eenvoudig pa troon. Ook kan een combinatie met brocaat zeer fraai zijn. Een interessant nieuwtje zijn de gelakte houten en met kunstig geschilderd dessin voorziene sanda'en. die men in Parijs tracht in te voeren als avondschoeisel. De modellen zijn sterk geïnspireerd op oude Perzische voorbeelden. OOK EEN ENSEMBLE. Er zijn zeer verwende vrouwen die akelig precies zijn in de keuze harer kleeren en wat daar zoo bij hoort. Ze rooken sigaretten en drinken graag cocktails. Zij zorgen ook angst vallig, dat alles bij elkaar past: de hoed bij den mantel, de schoenen bij de kousen, de sigarettenkoker bij de tasch en de kleur van de cocktail bij haar teint.Daarom is het geen wonder, dat een genlaal(l) man dit hierbij afgebeeld ensemble voor de verwoeae sigarettenrookster bedacht: een sigaretten koker met pijpje en aansteker. Alle drie zijn uitgevoerd in oud rood gekrakeleerde emaillelak op metaal. NIEUWE SJAALS. Een Fransche fabriek van artistieke klee- dingstoffen maakt niet alleen kashaweef- sels voor mantels en japonnen, maar begeeft zich met het grootste succes ook op oogen- schijnlijk minder belangrijk gebied en komt dan voor den dag met heel bijzondere sjaals en schouderdoeken. Wij zien er op bijgaande afbeelding twee voorbeelden van; men kan er tevens uit zien op welke wijze ze gedragen of omgeslagen worden. Voor heel jonge meisjes. Een niet-frissche huid. Een aantrekkelijk uiterlijk. Allicht zult ge wel denken bij het lezen van den titel boven dit artikeltje: als je daarover schrijven wilt. kun je wel aan het werk blijven, daaraan komt nooit een eind. Ieder heeft daar zoo zijn eigen, meestal zeer besliste, meening over en als je die allemaal wilt gaan behandelen, kun je wel dag en nacht doorschrijven. Daarom zullen wij ons dan ook bij een enkel o- leel bepalen en wel bij de kwestie van he gebruik van poe der, lippenstift en dergelijke voor heel jonge mni"jes, voor bakvisschcn. Er wordt altijd geleerd dat het Engelsche woord voor bak- visch „flapper" is: tegenwoordig wordt er echter aan dat woord een veel ruimer betee- kenis toegekend; waren het vroeger de zes- t"en- en zeventien jarigen die daaronder vie len. tegenwoordig noemt elk meisje onder de dertig, dat zelfstandig haar b'-ood kan ver dienen. zich een „flapper". Wij hebben in onze taal hiervoor geen speciaal woord, en dus moet men niet denken dat hier. wan neer van bakvisschen sprake is. de moderne* „flapner" ten tooneele zou komen: er wordt wei degelijk enkel en alleen het heel jonge mn!sje mee bedoeld. Het schijnt voldoende te zijn om op de vraag: mocen onze heel jonge meisjes poe der. enz. gebruiken, kortweg te antwoorden: neen. Maar van de meisjes zelf zullen er dan allicht stemmen opgaan die ervoor pleiten en die ook haar redenen daarvoor hebben. In het algemeen moet het dus zeker zeer afgeraden worden, dat jonge meisjes die kunstmiddeltjes gebruiken zouden. Het jeugdige, frissche van de huid. wat een der grootste schoonheden van de jeugd is, wordt er niet alleen zeer mee geschaad, maar het geeft ook aanleiding tot een over dreven vervuld zijn van het uiterlijk die bij volwassenen al hinderlijk is, maar die voor meisjes welke nauwelijks den kinderleeftijd ontgroeid zijn, bepaald storend en belache lijk aandoet. Een dame zat in een spoorwegcoupé te genover een moeder met een dochtertje van een jaar of zeven. Tegen den tijd dat zij de coupé zouden verlaten, deed het kind een miniatuur handtaschje ooen, bekeek zich in een volkomen denkbeeldig spiegeltje, en poederde haar toetje met een denkbeeldig donsje. Een allerkomiekste vertooning. om dat het kind volkomen onbewust een bewe ging der moeder naaapte blijkbaar. Maar als we zoo'ets zien van een bakvisch. en dan in de werkelijkheid, stuit het ons toch. Op dien leeftijd mag een meisje natuurlijk wel wat om haar uiterlijk geven, zoodat zij er fleurig en jong gekleed uitziet! En zelfs al helpt moeder dan nog weieens met de keuze der kleeding, het dochtertje kan haar eigen smaak zeker al wel volgen, mits zij het juiste gevoel heeft voor haar leeftijd, en wat daarbij wel en niet past. En wat haar niet past, dat is poeder en lippenstift, mede omdat het de frlschheid der jeugdige huid bederft, zoodat het typi sche van zoo'n zestien- of zeventienjarige er af gaat. Maar nu komen de protesten: we hebben niet allemaal een frissche, blanke huid. En dat is volkomen waar, zelfs zijn er veel meis jes van dien leeftijd die een allesbehalve mooie en frissche huid hebben, en bleeke lippen. Poeder en rouge helpen daartegen echter in het geheel niet: wanneer zulke meisjes ouder worden, en zij raken het slun gelachtige kwijt, dan zal bij menigeen onder haar ook de tint frisscher worden en de lip pen rooder. Poederen zij zich echter al zoo vroeg, dan zal de huid niet zoo vrijuit kun nen ademhalen, waardoor ze er zeker op den duur niet blanker en frisscher zal gaan uit zien. Last van kleine puistjes, zooals ook nog wel eens voorkomt bij heel jónge meisjes, wordt niet weggenomen door poeder: deze laatste bedekt ze niet eens. en het afsluiten de poederlaagje staat hun verdwijning nog eer in den weg ook. Daarbij komt echter nog iets, dat van meer belang is: kleine onvolkomenheden verleenen vaak het typische aan een gezicht. Een tandarts had eens een meisje onder be handeling, wier eene snijtand een ietsje langer was dan de andere. In een ijdele bui vroeg zij hem, of dit niet veranderd kon worden, omdat het leelijk was. De tandarts kon het wel doen, maar wilde niet, omdat deze verandering het persoonlijke uit het ge zicht zou wegnemen. En toch was het een onvolmaaktheid in dat gebit. Een bleeke teint, een moedervlekje, dunne lippen, een groote mond, dit alles kan het typische aan een gezicht verleenen. dat op slag verdwenen is, wanneer een meisje zich poedert en schminkt zooals onder veel vrouwen mooi gevonden wordt: een mooi fijn kleurtje, roode lippen, die zoo geteekend zijn dat het mondje klein is met een kort bovenlip je, en verder alle oneffenheden weg- gepoederd. Dan lijken alle vrouwen op el kaar, alleen de vorm van het gezicht en de oogen verschillen, maar daar de oogen van die heel jonge meisjes meestal nog vlakke kinderoogen zijn, geven die ook niets per soonlijks aan het gezicht. Een meisje dat aantrekkelijk is, behoeft geen schoonheid te zijn, als zij maar gezond is, en verder opgewekt van humeur, wat haar niet zoo zwaar zal vallen omdat zij meestal nog geen ernstige zorgen heeft te dragen. Let maar eens on: een bakvisch die u aantrekt door haar uiterlijk alleen, kan strikt genomen heel goed leelijk zijn, maar haar ieugd en haar vroolijk-Heid mav-en haar uiterlijk zóó, dat ge de leelijke trekken niet ziet. En als haar karakter dan daarmee in overeenstemming is. heeft zij noch voor dat uiterlijk, noch voor het innerlijk poeder en rouge, oftewel een bedekkend laagje, noodig. MENU. Rolpens Appelmoes Aardappelen Soufflée van griesmeel. De rolpens wordt op de bekende wijze ge bakken: de jus ervan is echter niet zoo smakelijk, daarom willen wij hier een recept geven van een bruine pikante saus. In het vet of de boter waarin de rolpens gebakken is, wordt wat bloem en een gesnipperd uitje gefruit, hierbij worden een stukje Spaansche peper een laurierblad en een kruidnagel ge voegd en de saus met bouillon of verdund mager van jus afgemaakt. Als dit mengsel gaar is wordt het door een zeef gegoten en afgemaakt met soja of een pikant vletsch- nat en deegewenscht met wat roode wijn. Voor de soufflée van griesmeel nemen wij: 1/2 ons griesmeel, 1 L. melk, citroenschil, 1/2 ons suiker, 2 eieren, wat zout. Op de gewone wijze wordt van melk. zout, citroenschil en griesmeel een griesmc^nao gekookt. Als het gaar is. wordt de boter erbij gedaan, de eidooiers die met de suiker ge roerd zijn en het laatst het stijfgeklopte eiwit. De griesmeel wordt dan in een vuur vast schoteltje gedaan en gedurende een kwartier in den oven gezet. E. E. J.—P.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 14