BEURSKRONIEK. HAARLEM'S DAGBLAD Miss Hongarije triomfeert. Het Meisje uit de Stad VRIJDAG 8 FEBRUARI 1929 DERDE BLAD Over thee. Roemeensche leeningen. - Kunstzijde- markt. Emissies. De beurs. Amsterdam, 7 Februari. Af en toe zien we op de Amsterdamsche beurs een vrij geanimeerde beweging in de thee-afdeeling ontstaan. Dit vindt zijn oor zaak in de omstandigheid, dat de markt voor deze waarden zeer beperkt is, zoodat al een kleine vraag in staat is een beduidende koersverheffing teweeg te brengen. Nog on langs deed zich zulk een geval voor. Maar bovendien is daarbij van invloed de stem ming die voor het product bestaat. En uit de diverse gegevens blijkt, dat het theeverbruik toenemend is, wat natuurlijk op prijs en re sultaten der betrokken ondernemingen van invloed moet zijn. De Times vermeldde dezer dagen nog, dat de statistische positie van de thee aanmerkelijk verbeterd is. Terwijl in Maart de voorraad thee in entrepot een stij ging van 54 mill, pond (Eng.) toonde, verge leken met 1927, daalde dat cijfer aan het einde van 1928 tot slechts 1.750.000 pond. De export van Britsch-Indische thee bedroeg van 1 April 1928 tot 8 Jan. j.l. ca. 297 mill, pond of 1.754.000 pond minder, maar de ex port naarg Groot Brittannië daalde nog ster ker. Het schijnt, dat de directe verschepin gen naar diverse landen een aanzienlijke stijging vertoonen, hetgeen dus wijst op een toegenomen verbruik van thee. Want ook op Ceylon doet zich hetzelfde verschijnsel voor. Inderdaad dus omstandigheden, die een gun stige factor voor de betrokken waarden vor men en de goede stemming daarvoor gedeel telijk verklaren kunnen. Inzake de Roemeensche staatsleeningen, waaromtrent op 31 Mei van het vorige jaar een accoord tusschen de Roemeensche regee ring en de vertegenwoordigers der houders gesloten werd, wordt thans door de met de rente-betaling belaste banken medegedeeld, dat in afwachting van de vervanging van de afgestempelde obligaties door nieuwe stukkende intejest van den laatsten in 1928 verschenen eouponverval-datum af tot en met 31 December 1928 van ieder der betrok ken leeningen thans reeds betaalbaar is op basis van 40 pet. goud. De niet bijster opgewekte stemming voor kunstzijde-waarden waarvan wij al eerder melding maakten, wordt nog eens verklaard door de gegevens, die de Enka aan het Hbld. verstrekte naar aanleiding van eenige vra gen. Daaruit immers blijkt, dat speoiaal op de Europeesche markt de prijzen voor het gewone product beduidend gedaald zijn. Be moedigend voor Enka-houders was evenwel de mededeeling, dat veel geringer invloed van de prijsdaling werd ondervonden door de specialiteitsgarens, terwijl het percentage van de capaciteit der Enka, door deze spe cialiteitsgarens ingenomen, een voortduren de en snel stijgende lijn vertoont. De voorra den waarmeede Enka 1929 inging, waren ge ringer dan waarmee 1928 begonnen werd. De omvang der onuitgevoerde orders is nor maal en dekt de productie voor meerdere maanden. De onverwerkte voorraden liggen nu in hoofdzaak bij de producenten en de verwerkende industrieën bezitten nagenoeg geen voorraden. Het vorige jaar was de po sitie door de grootere stabiliteit in de prijzen en de lichte neiging tot hausse precies omge keerd. Niet alle concerns zijn in staat groote voorraden te financieren. Wanneer de we verij, die in 1928 achterbleef bij 1927, weer op leeft, bestaat de mogelijkheid, dat het beeld van de markt spoedig zal veranderen. Van de nieuwe emissies en introducties noemen wij: 200.000 nieuwe aand. Etablisse- ments Kühlmann van frs. 250 a frs. 725; 12.000 aand. A. der Soc. Comm. de l'Ouest Africain a 322 pet.: R. M. 2.900.0C0 7 pet. pandbr. Frankfurter Hyp. Bk. a 961/2 pet.; 20 j. 4 1/2 pet. conv.. deb. goldbonds Atch. Top. Santa Fé a 1211/2 pet; eert. v. 10 aand. Int. Nickel Cy of Canada, a S 68 p. aandeel. Zw. fr. 8 millioen 6 pet. hyp. obl. Schluchseewerk A.G. a 93 1/8 pet. Een branch van 3 millioen van de Roemeensche' stabilisatieleening zal hier worden uitge geven. De handel ter beurze was aanvankelijk stil, met belangstelling voor enkele speciale fondsen, als Margarine Unies, Aniems enz. Later kwam er meer levendigheid, doch de stemming werd meer verdeeld. Over het ge heel genomen kunnen we evenwel over de afgeloopen overzichtsperiode tevreden zijn, want niettegenstaande de stilte in verschil lende afdeelingen wisten de koersen zich aardig te handhaven. Zoo kwamen banken per saldo ongeveer op vorig niveau soms nog iets beter af. In de industrieele afdeeling waren Mar garine Unies bijzonder willig, op verschil lende opwekkende berichten, zoodat men hier voorbijgaand op belangrijke kooporders een veertig punten boven vorig peil steeg. Later brokkelde de koers weer wat af, toen de animo wat bedaarde. Aniems, gevolgd door Ned. Ind. Gas, werden ook op sommige momenten sterk uit de markt genomen, wat tot snel oploopende koersen leidde. Philips zonder buitengewone belangstelling, zoodat het slot hier een tiental beneden dat van vo rige keer kwam, wat voor een fonds van dit „gewicht" niets te beduiden heeft. Kunstzij dewaarden flauw en iets lager. Overigens was de industrieele afdeeling meerendeels vast van toon. Oliewaarden luier en aangeboden, trokken later weer wat aan, wat evenwel niet kon verhinderen, dat Koninklijke opnieuw een punt of 8 moest inboeten, zoodat men onder de 375 belandde. Rubbers aanvankelijk stil en lusteloos, trokken later wat meer belangstelling, al bleef de handel beperkt. De stemming swas evenwel verbeterd, zoodat men hier per slot van rekening nog meestal een paar puntjes boven vorig peil uitkwam. De voorraden te Londen nemen niet beduidend toe, niette genstaande de grootere uitvoeren uit Ma- lakka, hetgeen aanleiding geeft tot de ver onderstelling, dat de Amerikaansche fabri kanten belangrijke voorraden moeten heb ben gevormd. Doch men dient ook rekening te houden met het toegenomen verbruik, o.a. voor de automobielindustrie. Houtaankap- en Indische houthandelmaat schappijen lagen vast. Mijnwaarden kalm, met vasten toan. Scheepvaarten kalm en meestal een puntje lager per saldo, met uit zondering van Kon. Paket, die weer een punt of 5 kon monteeren, op geregelde waag. Suikers stil en daardoor eerder iets af brokkelend, zoodat men een punt of wat on der vorig peil afkwam. Tabakken aanvankelijk flauwer met ge ringe omzetten, konden later, in overeen stemming met de algemeene markttendenz wat verbeteren, zoodat het slot hier meestal een punt of wat boven vorig niveau kwam. BEURSMAN. LETTEREN EN KUNST MUZIEK. KAMERMÜZIEKAYOND VAN „TOONKUNST" De Sonatenavond van Zoltan Székely (viool) en Géza Frid (piano) zal waarschijnlijk bij de hoorders zeer verschillende indrukken hebben achtergelaten. Wie van de twee Hon garen stormachtige, de perken der conventie te buitengaande voordracht der klassieke meesterwerken aLs Brahms' op. 108 en Beet- hovens Kreutzersonate mocht hebben ver wacht zal met eenige verwondering hun sober en strak spel hebben gehoord, dat wel voor zeer vlugge tempi niet terugdeinst (het „Poco" presto en de finale van Brahms' sonate en het slotdeel der Kreutzersonate), maar dat nergens tot excessen leidt. Des violisten intonatie is rein, zijn techniek zeker, zijn toonvorming beschaafd en welluidend, doch niet warm cf verwarmend; het iets te sterke vibrato ih het Adagio van Brahms kon niet bij mij de suggestie wekken dat de speler zijn ziel uitzong. Er was een zekere objectiviteit in de voordracht, die ook in de variaties van Beethovens werk koel liet. In het spel van den pianist interesseerde mij in de eerste plaats een buitengewone en be wonderenswaardige soberheid in het pedaal- gebruik, gepaard met een groote nauw keurigheid in articulatie en phraseering; een respecteering van het notenbeeld, zooals men ze niet vaak hoort; de rhythmiek was door gaans zeer zuiver; week alleen op le laatste bladzijde van het Poco presto van Brahms van het voorschrift af, doordat de speler de 16den tot triolenfiguren maakte. Toch klonk dit deel in zijn nagenoeg pedaallooze uitvoering zeer fijn en vluchtig. Daarentegen viel in de eerste variatie in de Kreutzer sonate (de staccato-triolen) juist een teveel aan pedaal te constateeren. Tn de finale dier sonate was het samenspel der beide uitvoe renden niet zoo goed als tot dusver: de tempo-opdrijving leidde tot kleine schomme lingen. Waarom de violist in de finale van Bramhs beide malen de kleine doch thema- tisch-belangrijke viool-phrase, die zich in de lange solo-expositie van het zangthema door de piano mengt, wegliet, is mij niet duide lijk. In deze beide bekende werken konden de spelers natuurlijk wéinig nieuwe gezichts punten openen, en was er dus van zelf aan leiding om onze aandacht hoofdzakelijk tot de wijze van uitvoering te bepalen. Doch Szekely en Frid hebben ook den prijzens- waardigen moed om als pleitbezorgers van nieuwe werken op te treden. De vioolsonate van Maurice Ravel, in 1927 verschenen, was, voor zoover we weten, hier nog nooit uitgevoerd. Of het werk na de auditie van gisteravond terstond een grooten lering van bewonderaars verworven heeft, moet ik betwijfelen: de gelaatsuitdrukking van het meerendeel der hoorders wees, voor al bij het tweede gedeelte, dp ,31ues", eer op spotzin dan op bewondering Er werd ge lachen, er werd, na dit gedeplte gemompeld, gepraat. Het is waar, de klanken die de geniale Franschman ons brer.gt zijn vreemd, soms rauw, de rhythmen wild maar als we de laatste smartelijke vioolphrase die de „Blues" besluit, hooren, klinkt die dan niet als de klacht van een gewonde ziel en zijn we dan niet geneigd het voorafgaande als een scherpe satire op te vatten? Ravel heeft ons in vroegere werken zoo talloozë momenten van zeer uitzonderlijke eigen schoonheid ge schonken, dat we niet zonder meer zijn bekeering tot de Jazz mogen aannemen. In het eerste deel der Sonate, het Allegretto wisselen oogenblikken van klassieke wellui dendheid met zeei gedurfde samenklanken; toch is het geheel van een zeer persoonlijke frischheld; het slotdeel, het Terpetuum mo bile, deed vooralsnog hoofdzakelijk de tech niek van componist en uitvoerders bewonde ren. Inderdaad, wat Ravel in dit werk weer aan nieuwe instrumentale effecten doet hooren, geeft evenzeer aanleiding tot ver bazing en bewondering, als dc wijze waarop Szekely en Frid over alle moeilijkheden spelenderwijze zegevierden. Het algemeen applaus na Ravels sonate zal dan ook wel in de eerste plaats de uitvoerders gegolden hebben. De vertolking van het „Poême" van Lucien Capet was een hulde aan de nagedachtenis van den grooten violist en onovertroffen kwartetleider, die in dezelfde zaal zoovele malen met zijn medekunstenaars triomfen gevierd en de heerlijkste herinneringen na gelaten heeft. Zijn compositie heeft niet den indruk kunnen wekken, dat in Capet de schepper den herschepper evenaarde. Bij den laatste hebben onze gedachten een oogen - blik verwijld en ik had liever gezien dat de hoorders, het voorbeeld van een bejaard en in muziekkringen zeer geziene figuur vol gend, na de auditie in stilte waren opgestaan om den grooten ontslapene te herdenken, dan nu een deel van hen door een beleefdheids- applaus de herinnering verstoorde. Requiescat in pace. En met een „Requiem" eindig ik dus het verslag van een avond vol levendige indruk ken KAREL DE JONG. H. O. V. LEDENCONCERT. Zondert men Beethovens vioolconcert uit, dan was het programma geheel gewijd aan Fransche meesters. Ver genoeg uiteen lig gend (het waren Berlioz, Debussy, Bizet) vormden zij toch zeer opvallend een groote eenheid. Dit lag evenwel minder in den volksaard dan wel in de knappe directie, die den afstand tusschen reen Berlioz en een Debussy overbrugde dermate, dat onmiddel lijk na een „Carnaval"-ouverture een willig luisteren was voor „Prélude a. l'aprcs-midi d'un faune". De prachtige twee-eenheid tusschen leider en orkest, die bij Berlioz de verrukkelijke pianissimo's bewerkte naast de heftige forte- uitvallen, moest noodwendig lelden tot een zeer gevoelig musiceeren, dat een „Prélude" van Debussy mogelijk maakte. Maar meer nog dan deze uiterlijke saamhoorigheid er vaart men de innerlijke, zonder welke im mers van een eigenlijk musiceeren geen sprake kan zijn. Die innerlijkheid nam ook ons gevangen in den schoonen weeken toon der fluit, die zooals terecht de programma redactie bemerkt, aan het geheel dat oor spronkelijk karakter van mclodlek geeft, dat zijns gelijke in de orkestmuziek niet kent. Zeer treffend noemt zij ook „meester lijk beheerscht de realisatie der fantasie". Het is mij dan ook ten eenenmale vreemd, hoe musici hier nog kunnen spreken van vormloosheid. Men denkt eenvoudig niet aan den vorm, men ondergaat het geheel als „sublieme muzikale zelfstandigheid". In thematische eenheid, als bij den klassieken vorm. is evenwel die zelfstandigheid niet te vinden. Van Beinum zoekt haar dan ook niet daar, maar veeleer in het zuivere stem mingsbeeld, geïnspireerd door Mallarmé's poême, „tastbaar" gewerden in klankkleuren van subtiele schoonheid. Men bracht terecht den fluitist Spies een hulde; zij mocht gel den voor heel het blazerskorps, dat hier werk gaf van bijzondere kwaliteit. De hobo geden kend, herinneren we nog aan de alt-hobo in 't eerst gespeelde werk. En op deze plaats gaat onze wensch uit naar die andere ouver ture van Berlioz, .3envenuto Cellini", die om de verdeelde trompetpartij, de 3 pauken, meer nog om de ophicléide tot heden niet tot uitvoering mocht komen. Zou het altijd een vrome wensch blijven, beide ouvertures die zoo nauw bijeenhooren, nog eens naast elkaar te hooren uitvoeren? Verheugenis gaven ook de „Jeux d'enfants" MEJ. KOOPMAN VIERDE. De schoonste: Miss Hongarije. Daarnaast van links naar rechts vo'gens de officieuse mede- deelingen nummer 2 Miss Polen, 3. Miss Frankrijk, en op de vierde plaats mej. Koopman. PARIJS. 7 Februari (VD.) In den heden gehouden schoonheidswedstrijd der Euro peesche landen tot het afvaardigen van een „Miss Europa" om zich te meten met haar Amerikaansche rivalen te Galveston (Texas) werd uitverkoren de vertegenwoordigster van Hongarije. De schoonheidskoningin van Holland werd vierde in dit tournooL Het Hbld. teekent hierbij aan: Heel den dag is het gebouw van het „Journal", waar de verkiezing van de schoonste Europeesche zou plaats hebben, het centrum van de alge meene belangstelling geweest. Toen tegen 3 uur de Jury bijeenkwam en de internationale schoonheden verwacht werden, was de me nigte van, vooral mannelijke, belangstellen den zóó groot, dat de politie een geduchte afzetting moest handhaven en de gelukkige Invité's zich slechts met moeite een weg naat binnen konden banen. Een bijzonder strenge controle zorgde er vervolgens nog eens voor, dat geen onbevoegden binnendrongen. Het onderzoek van de verschillende can- didaten door de jury. waarvan 14 leden wa ren opgekomen, duurde geruimen tijd. In strijd met hetgeen oorspronkelijk verklaard was, is het resultaat toch nog vóór het ban ket geproclameerd. Om half acht kwam col lega de Walleffe uit de zaal van de jury naar buiten met de uitverkorene aan zijn arm. Het was de Hongaarsche, die van de 13 stem men er acht op zich vereenigd had. In te genwoordigheid van eenige journalisten van haar land, die haar omringden, zeide zij en kele vriendelijke woorden tot de wachten den. die haar een ovatie brachten, en besloot met een „vive la France"! „Miss Hungary", die hiermee den titel van „la plus belle Européenne" verworven heeft, is een slanke blondine van 19 jaar. Ze is de dochter van een medicus en van goede, aristocratische familie. Zij heeft een fijn- gedistingeerd gelaat met regelmatige trek ken. zonder een In het oog vallende schoon heid te ziin. en is eenvoudig en zonder eeni ge aanstellerij in haar houding en bewegin gen. Haar naam is Elisabeth Simons. Naar het schijnt is de keuze van de jury het gevolg van een voorafgaande onderlinge bespreking der Juryleden, waarbij men het er spoedig over eens werd, dat men hot meisje zou kiezen, dat men als het meest karakte ristieke type beschouwde van de moderne jonge vrouw Dit sloot uit den aard der zaak de meer romantische schoonheden als de Spaansche of de Poolsche. en het zuiver- klassieke type, waarvan bijv. de Roemeen sche met haar madonna-kapsel een goed specimen vormde, uit. Overeenkomstig de gemaakte afspraak werd na de aanwijzing van de prijswinster geen verdere classifica tie gepubliceerd. Maandag worden de 17 candidate» in de gelegenheid gesteld, een reis naar Nice te maken, waar ze Zaterdag en Zondag de gasten zullen zijn van het gemeentebestuur. Maandag aanvaarden ze dan de terugreis naar haar diverse landen. door Blzet geïnstrumenteerd. Of heeft hij ze instrumentaal gedacht en met bijvoeging van 7 andere later voor klavier gezet? De orkestpolyfonie is zóó opmerkelijk, en zóó oneindig fijn geciseleerd, dat deze gedachte bij me opkwam bij 't aanhooren van deze zeer gelukkig uitgevoerde muziek. Merkt men hoe technisch lastig de trompetpartij in 't eerste stuk is? Dat is een opgaaf, waarvan wel haast niemand zich feilloos zal kwijten, wil hij althans het karakter van het stuk geen geweld aandoen. Een schoone voortzetting vond het Intens musiceeren van het orkest bij Beethovens vioolconcert, ditmaal door Ferd. Helman voorgedragen. Het spel van den violist kenmerkte zich door een zeer zuiver stijlgevoel, waarmee jammer genoeg het ge halte der cadensen, vooral die van 't hoofd deel, weinig strookte. Hier wordt b.v. Beet hovens schoone zangthema tot caricatuur gemaakt. Al had het spel ook hier violistisch waarde, we zouden de vrijheid die de com ponist ons laat, hier een toevoegsel ln te lasschen, toch nooit willen misbruikt zien. Beethovens muziek is hier bovendien zóó veeleischenö. dat zij alleen reeds hoog res pect afdwingt voor een voordracht zooals die door Helman werd gegeven. Gehuld in den verrukkelijken klank der Stradivariusviool en bij het meesterlijk be heerscht spel van den violist werd dit schoonste der vioolconcerten den hoorder van zóó bijzondere waarde, dat hij aan Ferd. Helman warme hulde bracht, waarin de violist zeer terecht dirigent en orkest op gulle wijze liet deelen, G. J. KALT. CHR. NATIONALE WERKMANS BOND. JAARFEEST Voor de feestelijke samenkomst ter her denking van het 31 tjarig bestaan van de afdeeling Haarlem van den Chr. Nationalen Werkmansbond Donderdagavond gehouden, werd groote belangstelling betoond. Niet al leen waren de leden der afdeeling met hun hulsgenooten in grooten getale opgekomen, maar ook waren vertegenwoordigd het Hoofdbestuur van den Bond, het Provinciaal Comité Noord-Holland van den Bond, als mede de Bondsafdeellngen te Amsterdam, Bloemendaal en Beverwijk, de afdeeling Haarlem van Patrimonium en de Haarlem- sche Chr. Besturenbond. Al dezen verwelkomde de voorzitter der afdeeling. de heer J. van Daaie in zijn ope ningswoord. Spr. deed verder eenige mede- deelingen aangaande het leven der afdeeling. De afdeeling, zeide spr., heeft een goed jaar gehad, ze is er aardig op vooruitgegaan. Al leen het bezoek ter vergadering valt niet mede. Viermaal per jaar Iaat de afdeeling een spreker voor haar optreden. Van de 350 leden die de afdeeling telt. komen dan ge middeld 70 a 80 leden op de vergadering, de gewone ledenvergaderingen worden door ge middeld 30 a 40 leden bijgewoond. De afdeeling heeft de leden wel eens door een commissie laten bezoeken, om te maken, dat de leden getrouwer ter vergadering kwamen, maar ook dat hielp niet. Voor het. overige heeft de afdeeling geen reden tot klagen, verzekerde spr. Het ledental der af deeling is stijgende en de fondsen staan er goed voor. Spr. memoreerde voorts het ju bileum van de wonlngbouwveroenlglng „De Voorzorg" en zeide dat het juist tien jaar ge leden was, dat de vereenig'ng werd opgericht Met den wonlngbouv heeft de afdeeling een mooi stuk werk verricht, getuigde spr. Spr. eindigde met een krachtige opwekking tot de leden te richten om meer mede te leven om als Christenwerkman kracht en steun bij elkaar te gaan zoeken. Na het openingswoord werd met dc afwer king van het programma begonnen. Mei. Gu van Vliet zong twee liederen .Xes Rameaux" en ..Elegie", daarbij begeleid door mcj. Rlc Bergisch op de piano en mej. Rle Möhrin- ger op de viool. Heerlijk was de samenhang tusschen zang en piano en vioolspel. Daarna volgde nog pianospel en het optreden van den heer J. de Bmijn, die met zijn vroolijkc liedjes de goede stemming er in bracht. Voorts bracht de Zangvereeniging „Zang- lust" onder direcle van den heer A. C. Fort- gens met veel succes eenige liederen ten ge- hoore. Vóór de pauze was daarna gelegenheid voor afgevaardigden hun gelukwenschen over te brengen. Daarvan maakten gebruik; de heer J. Visser, namens het Hoofdbestuur van den Bond. die er nadruk op le_vie. dat de afdeeling Haarlem een der beste afdee lingen van den Bond is. waarin hel goed gaat; de heer J. C. Heerbant, die sprak na mens het Provinciaal Comité en namens de aanwezige afdeelingen van den Bond. die over 't werk van den Bond uitweidde en den leden opwekte het bestuur alle medewerking te verleenen; de heer W. F. Beeremans, die na mens Patrimonium sprak en die uiteenzette hoe én de Werkmansbond èn Patrimonium éénzelfde doel najagen en de heer C. Over- beek, die de gelukwenschen van den Haarl. Chr. Besturenbond overbrrcht. Na de pauze nogmaals zang. muziek en voordracht. De goed geslaavde samenkomst werd op de gebruikelijke wijze gesloten. BAL-MASQUé HAARL. TOONF.EL- ENSEMBLE. De tooneelvereenlglng „Haarlem's Toonee! Ensemble" houdt een groot bal-masque Za terdag 9 Februari ln Bloemhof. Er werken twee orkesten mee. FEUILLETON Naar het Engelsch van H. A. VACHELL. S3) Hazel zag dat George versteend stond van verbazing en dat hij zeer onder den indruk was. Misschien ging haar een licht op om trent den band. di/ er tusschen deze menshen bestond, toen ze ln het onthutste gezicht van haar minnaar keek. Vnor het oogen- blik had hij haar vergeten. Zijn oogen ver slonden zijn moeder, zijn uitgestrekte handen drukten duidelijk het protest uit, dat hij klaarblijkelijk niet onder woorden kon bren gen. Uit elkaar gaan? riep hij uit. Dat is niet mogelijk moeder! En tochmoet het! Hij viel in een stoel neer en verborg het gezicht in de handen. Hazel ging opnieuw naar het open raam en tuurde naar buiten. Vcor het oogenblii; scheen de toekomst, tege lijk met het verleden, uitgewischt. Alleen het tegenwoordige bleef over, donker en ge heimzinnig. Juffrouw Soragge veraweer. in de keuken en liet het meisje en den man aileen. m. Ze raakte schuchter zijn arm aan en hij hief het hoofd op Zij zag zijn oogen vol tranen en zijn ge laatstrekken verwrongen door aandoening. Zeg nu maar liever niets!, fluisterde zij. Ik begrijp best, wat je moet voe len! Haar stem was zacht en vleiend, over vloeiend van meeleven. George stond gegeneerd op, en wreef zich met den achterkant van zijn hand de tranen uit de oogen. Ik kon er niets aan doen! Wel, ik heb je er des te liever om! Laten we naar buiten gaan! zei hij. Ze aarzelde, want ze was bang voor de duisternis, maar ze begreep ook, dat in de kamer hun gesprek door juffrouw Spragga zou kunnen worden gestoord Het eetgerei moest nog worden opgeruimd en alles aan kant gemaakt. Ze volgde hem over de waranda, het trapje af naar het bankje waar ze met Wilbur had gezeten. De sterren schenen met een wazigen gloed; de hemel gezien door een aardschen sluier. Toen ze bij de bank kwamen, keerde hij zich snel om en nam haar opeens in zijn armen. Onstuimig kuste hij haar haren, haar oogen en haar lippen. Ze beantwoordde zijn kussen nog niet, maar ze gaf er zich zonder verzet aan over. Een betooverend gevoel van voldoening vervulde haar, een üemelsche matheid, een zalig zich-laten-gaan van moe de, overspannen zenuwen en spieren. Zij sloot de oogen. O, jou schat! mompelde hij. Hij ging zitten en drukte haar tegen zich aan. Volkomen meegesleept door zijn verrukking, bijna bewusteloos van emotie, kuste Hazel hem terug. George hoorde haar hijgen, hij voelde haar zachte armen om zijn hals, hij geloofde de verliefde dwaas dat zij zich onvoorwaardelijk aan hem overgegeven had. Dit is pas, wat ik diep ademhalen noem! riep hij triomfantelijk uit. Zij antwoordde niet, haar lippen hadden maar één wensch: de zijne te ontmoeten, maar Gp het moment dat hem de hare reiken wilde, deed het dichtslaan van een raam boven de waranda, het raam van Sa- mantha's kamer. Hazel een tuimeling maken van den hemel naar de aarde terug. Sa mantha had voor het raam gezeten, toen de beide jongelui het huis waren uitgegaan Sommige van George's hartstochtelijke woorden waren tot haar doorgedrongen. Toen in een aanstormend gevoel van schaamte, had ze geprobeerd, het raam te sluiten. Ze had bedoeld, dat geruischloos te deen. maar het oude. scheeve raam had geweigerd, en met een kraehtigen ruk had ze zichzelf verra den. Dat was Samantha's raam! zei George. Hazel hoorde aan de klank van zijn stem, dat hij er ellendig zeker van was, dat Sa- mantha hen gehoord had en ook, dat hij begreep, hoe Samantha het te kwaad moest hebben. Hazel slipte uit George's armen. Hij deed geen poging, om haar vast te houden. Zij ging naast hem zitten. Haar vrouwelijk in stinct vertelde haar. dat zij George in haar macht had, dat hij haar zou toegeven, wat zij hem ook mocht vragen. Zij bracht haar lippen dichtbij zijn oor: Samantha hcudt van je, George! Zijn gesteun gaf duidelijker antwoord, dan welk gesproken antwoord ook had kunnen doen. Dat maakt alles anders! zei Hazel vast. Alles anders? hoezoo? Zij nam zijn hand en hield die teeder vast. Het spijt me zoo, dat ik je verdriet moet doen! Mij verdriet doen? Jij? Ik moet je verdriet doen. Je moeder heeft je zoo pas ook verdriet moeten doen. Zij zal altijd de baas willen zijn in haar eigen huis. En jij zult toch ook willen, dat ik dat in het mijne net zoo goed was. Dat weet ik niet, hoor. Daar heb ik me tot vanavond nooit rekenschap van gege ven. Maar nu moet je je er rekenschap van geven Dat kan wel zijn. Ja zijn toon werd hoopvoller. Wij kunnen lagerop een niéuw huis bouwen. Het zal niet noodig zijn om het land en het vee te verdeelen. De boel zal heel goed terecht komen. Dat zou kunnen, zei Hazel, als het niet om Samantha was. Het zou wreed zijn, om haar te vragen bij je moeder vandaan te gaan! Maar zeg nu eens zelf, is er in de vallei plaats voor haar en mij? Je zult mij toch niet willen voorstellen, er van door te gaan? Is dat eigenlijk niet je plicht, beste jongen? Zeker niet! Wacht eens even. Ik zai je eens wat vertellen. Wilbur Stocker, die hier vandaag was, wil met me trouwen. Zooiets had ik wel gedacht! Ik kan het hem niet kwalijk nemen. Zou Je het prettig vinden, als hij een halve mijl bij ons vandaan woonde, op goe den voet met ons was, in en uit liep als jij van huis was cn me verwende, als 11: me eens wat vervelend voelde? Zou je dat leuk vinden? Ik zou hem zijn nek omdraaien! Dat denk ik ook! Nu, op die manier zou ik me tegenover Samantha voelen cn zij, de arme ziel zou net zoo tegenover mij staan! Ik ga nooit van Spragge's Hoeve weg, nooit! Maar als het nu eens echt in je voor deel was Dat is het nlett CWordt TCrvolgd j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9