M.B00D FLITSEN VICTOR IA'WATER De Man met den Horrelvoet SAN FRANCISCO. STADSNIEUWS fl FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 9 FEBRUARI 1929 De Koningin van den Stillen Oceaan. door GISELA SELDEN—GOTH. (Dienst van de United Telegraph). Aan een groene baai gingen een paar visschershutten schuil tusschen heuvels met wilden plantengroei. Hier en daar verspreid enkele Spaansche landkolonies niet droome- rige haciendas. En iederen morgen riepen de klokken van het naburige klooster Do lores voor de mis op. Dat waren de vredige dagen van Yerba Buena, tachtig jaar gele den. Deze prachtige natuurlijke havens kenden de Spaansche ontdekkingsreizigers al. in het jaar 1775. Handelsschepen op weg naar de Hawai-eilanden deden op de lange reis om kaap Hoorn Yerba Buena aan. In 1846 heschen de eerste Noord-Amerlkaansche avonturiers er hun vlag. Toen daarna ma joor Sutter, een Zwitser, in de nabijheid van zijn forten goud ontdekte, werd de eigen lijke grondslag van de tegenwoordige metro polis geJegd. Zoodra het gerucht tot de avonturiers doordrong, toog de geheele stad ongeveer zeshonderd man met schoppen en houweeten per schip de baai in naar de vindplaats van het goud. Alleen drie oude vrouwen bleven achter. Sehepen uit Mexico, Zuid-Amer'ika, Hawaï, Australië, China, uit de geheele wereld liepen door de gouden poort. Yerba Buena, later herdoopt in San Fran cisco, werd het tooneel van een krankzinnigen chaos. Tenten werden gespannen, schepen liepen binnen met goederen van allerlei aard, maar meer dan de helft met rum. Zelden verliet een schip de baai, want de mannen deserteerden en gingen op zoek naar goud. Gemiddeld werden per maand voor drie tot zes millioen dollar goud gewisseld. De stad stikte bijna in het stofgoud. Alles flo reerde, grondspecidatie, bouwbedrijf, bank bedrijf, en handel, bars en speelholen. De goudgravers betaalden hun glas rum door uit) hun vestzak een prise stofgoud te laten nemen. Diefstal en moord kwamen dage lijks voor. Een bende Australische tuchthuis boeven, de honden genaamd, terroriseerde de bevolking en stak de stad in anderhalf jaar zes maal in brand. Tenslotte hielpen de burgers zichzelf, cmdat de huipelooze politie faalde, stichtten een geheim veiligheids comité en rechtten voor eigen rekening gewoonlijk met de galg. Twee jaren later was de bevolking tot achttienduizend zielen gegroeid; de gewel dige toeneming hield in versterkte mate aan. De ontwikkeling van de stad kon de toe neming nooit goed volgen. De dokken waren altijd te kiein. In de baai ankerden hon derden verlaten schepen, een woud van masten. En telkens weer vloeide er goud naar de stad, en daarmede rijkdom, ont wikkeling, handel en vooruitgang een vroolljk, uitgelaten leven. Francisco, van goud verzadigd was een werkelijk dorado. De moeilijke, gevaarlijke tocht om Zuid-Amerika heen werd iederen ondernemenden zeeman rijkelijk beloond Het was niet alleen goud, dat Californië in zijn schoot droeg. De landbouw bleek er de meest lucratieve van geheel Amerika. In geheel het land heette het: „Ga naar het Westen, jongeman". Het jaar 1869 leverde de spoorlijn op van de Oostkust naar San Francisco. Daar lag het gouden Westen aan ieders voeten. Aan de ontwikkeling van Californië stond niets meer in den weg. Automatisch groeide met het land ook de stad. Van haar uit leidden de wegen het land in en zijn producten kwa men naar haar terug. San Francisco was de sleutel van Californië. Het controleerde im port en export langs de wegen en op het water. Machines en gereedschappen, huis houdelijke artikelen, kleeding, alles kwam van het Oosten, daar in het Westen geen industrie bestond. De uitvoer van graan was onmetelijk en bracht nieuwen rijkdom in het land. De stichting van den eersten stuwdam en de bevloeiïng van het dal van San Joanuin bracht in het jaar 3885 een volkomen ver andering van den landbouw teweeg. San Francisco strooide nu millioenen dollars in het land uit voor de bevloeiïng van den grond. Vruchtboomen werden geteeld en daarmede de belangrijkste industrie van Californië ge sticht; de vervaardiging van fruitconser- ven. Twee en dertig scheepvaart- en exneditie- ondernemlngen waren omstreeks 1890 niet meer voldoende om het steeds toenemende havenverkeer te beheerschen. San Francisco, gewend aan het lawaai van de heimachine, spitste bij haar nieuwe en krachtiger slagen de oorën en zag aan den waterkant een immens woud van palen, die in den zeebodem werden gedreven. Nieuwe paden, magazijnen, matrozenlogementen, kroegjes, speelhuizen, markten een geheele stad verrees boven het water, de typische, bonte chaos van een haven. Dagelijks kwamen schepen van Hawa' binnen, van de Zuidzee-eilanden, Australië. China, Japan, met ladingen vreemde pro ducten en met menschen van andere ras sen. Des avonds hoorde men in de kroegjes de fantastische verhalen van de zeelleden over hun vreemde avonturen in de zeven zeeën. De woonhuizen klommen voortdurend hooger tegen de heuvels op, iedere Europeesche of Aziatische taal vormde een eigen wijk. Op den Telegraafheuvel woonden de Latijnen, daarnaast de Chineezen met hun beruchte onderaardsche opiumholen, verder beneden een boschje Filippijnen, dan kwam er een straat met negers, in het Zuiden zaten de Grieken, buiten in de missie de Duitsc'ners en de Amerikanen tenslotte op den Nob- heuvel. Beneden" in de vlakte verhieven zich de gebouwen van de zakenwijk, het financieele centrum en dat der dagbladen. Aan den anderen kant van de Marktstraat namen onophoudelijk de marktplaatsen en fabrieks- schoorsteenen toe. Jaar in jaar uit zag men de stad groeien. Telkens nieuwe ondernemingen brachten iedereen succes. Begin 1906 kon San Fran cisco als een paradijs op aarde worden be schouwd. Daar plotseling gromde het in haar inge wanden, de heuvels schudden en de aarde scheurde. Huizen stortten in. De paniek van de groote aardbeving. Half naakte menschen in de straten vluchtten naar de parken. Gelukkig, wie er maar het leven afbracht; aan have en goed viel niet meer te denken Dan beneden in de zakenwijk een geweldige rookzuil en een snel oplaaiende vlam. Brand! De aardbeving had de gas- en waterleiding gebroken de stangen van de electrische ge leidingen geknakt. De vuurgloed laaide langs de heuvels naar boven. Huizen werden met dynamiet tot ontploffing gebracht, om de vlammen tegen te houden. Vruchteloos. Een week lang scheen de zon bleek in den Stil len Oceaan onder te gaan. Een stad lag in puin. Maar een nieuwe geest bouwde haar- weer op, een geweldige wil om te leven. De wereld bad San Fran cisco noodig. De oude overblijfselen werden grondig opgeruimd, eveneens de twijfelachti ge wijken van ontucht en misdrijf. De nieuwe gebouwen werden hygiënisch en prak tisch. Midden in den herbouw kwam er een andere slag, economisch niet zoo ernstig als de aardbeving, maar moraliter ernstiger. De president van de stad, oorspronkelijk een violist, de strooman van een politieken avonturier, werd beschuldigd van groote om- koopingen en verduisteringen. Dc veront waardiging van de bevolking kende geen grenzen; de eigenlijke inspirator van de af faire redde zich door zelfmoord voor de lynchjustitie, de violist kreeg vijftien jaren gevangenisstraf. Niets kon echter den vooruitgang tegen houden; herbouw, industrie en handel gingen voorwaarts. VTat San Francisco vermocht, bewijst het acht jaren na de aardbeving, toen het er om ging, van Washington toestem ming te verkrijgen voor het houden van een Panamakanaal-tentoonstelling in San Fran cisco. De koopmanschap teekende in twee uren in voor een bedrag van vier millioen dollar voor het tentoonstellingsfonds. De ge heele wereld was verbaasd te zien wat er uit den puinhoop was gegroeid. Comfortabele hotels, een indrukwekkende zakenwijk, smaakvolle winkels en warenhuizen, goed on derhouden straten met geregeld verkeer, een moderne haven, de blauwe baai, de roman tische heuvels en menschen vol charme. En geen verhoogde prijzen. Thans is de stad een rijpen menschenleef- tijd oud. Ondanks haar wisselvallig verleden wordt zij de koningin van den Stillen Oceaan genoemd. Twee en vijftig moderne dokken maken van haar op een na de grootste haven van Amerika. De belangrijkste scheeps werf van de Westkust ligt in de golf van San Francisco. Hier gaan negentig procent van den Amerikaanschen import en export met de Zuidzeelanden, China, Japan en Australië door; van hier uit bestaat een direct scheep vaartverkeer met Europa, Afrika en Indië. San Francisco is het centrum van de Cali- fornische fruitconservenindustriehet absor beert ook de suiker- en ananasproductie van Hawai. Montgomerystreet is de Wallstreet van het Westen; het heeft een toonaange vende productenbeurs. Het panorama der stad Is een der won deren van deze wereld. Zeven heuvels zijn met wolkenkrabbers gekroond waarin de mo dernste woningen liggen. Langs de steile hellingen een bont mengsel van groote en kleine woonhuizen, die echter allengs worden verdrongen door het moderne, indrukwek kende apartment-house. De straten van de zakenwijk zijn ravijnen. De dokken, in een halven cirkel aangelegd, steken in het water uit als geweldige tanden. Het geheel groeit als een arm in de zee uit. maar aan den anderen kant van de golf wenken lichte, groene bergen. San Francisco is een doortastende, zelf bewuste stad met voldoende geest om niet arrogant te zijn. Het is buitengewoon gast vrij, zonder voordeel jegens de vreemde lingen en ze maakt het hun gemakkelijk, zich er thuis te voelen. Een soort attentie jegens vreemdelingen en bevolking zijn de wekelijks veranderde plakaten in de tramwagens. Daar leest men b.v.: „Ieder kwartier vaart er een schip door de gouden poort". „San Francisco heeft een bebouwde oppervlakte van 42 vierkante mijlen", ,,'t Vermogen van San Francisco be draagt 2800 per hoofd der bevolking". „San Francisco bouwde in 1927 gebouwen ter waarde van 47 millioen dollar". „Boeken zijn vrienden; San Francisco heeft 39 openbare bibliotheken". „San Francisco heeft 32 open- bax-e parken en 175 speelterreinen". „San Francisco heeft het gezondste klimaat van de Vereenigde Staten" of tenslotte; „In het. Golden Gate-Park rijden de kinderen gratis op olifanten". Het cosmopolitische karakter van de stad komt het meest in de restaurants tot uiting. Naast de Amerikaansche cafetaria's zijn er Fransche. Italiaansche, Duitsebe, Zweedsche. Weensche, Joodsche, Hongaarsche, Grieksche, Russische, Chineesche, Japansche en Filip- pijnsche restaurants., plaatsen, waar iedere gourmand zijn vexlangens kan bevredigen. De bediening in de winkels is bijzonder op merkzaam, aan de telefoon wordt men zeer beleefd verbonden, zelfs de tramconduc teurs zijn voorkomend. De menschen zijn zeer zakelijk, zonder daarbij echter hun vriende lijkheid te verliezen. Zij trappen elkaar niet op de teenen zonder excuus te vragen. De dames, meerendeels van groote slankheid, zijn zeer charmant en uiterst elegant. Geen wonder, dat hier de avonden vol plezier zijn. Ondanks de px-ohxbition drinkt men zelfs een paar flesschen wijn, zonder daarom het verstand of de góede manieren te verliezen. (Nadruk verboden). DE VISSCHERIJ TE IJMUIDEN. Een goed jaar voor de reeders DE VISCHHANDELAARS ZIJN MINDER TEVREDEN. Aan het jaarverslag van de IJmuider Visch- handelvereeniging over den vischhandel te IJmuiden in 1928, is het volgende ontleend: De omzet in de Rijksvischhallen bedroeg in 1928 f 15.464.426.22 tegen f 34.066.923.64 in 1927, dxxs een vooruitgang van f 1.397.502.58. Deze vooruitgang in omzet is hoofdzake lijk te danken aan de meerdere opbrengst van de visch, aangevoerd door Hollandsche stoomtrawlers van de Noordzee. In 1928 brachten 4571 IJmuider stoom trawlers hun vangsten van de Noordzee te IJmuiden aan de markt tegen 4292 in 1927. Het aantal stoomtrawlers vermeerderde met 8 in 1928; de geheele vloot bestond op 31 December 1928 uit 168 stoomtrawlers, 4 motorloggers, 23 zeilloggers en 36 kustvis- schers. De gemiddelde vangst per reisdag der stoomtrawlers bedroeg in 1928 853 K.G. tegen 878 K.G. in 1927. De gemiddelde visch prijzen van alle aan gevoerde Noordzee-treilvisch waren in 1928 33.6 cent per K.G, tegen 29.0 cent per K.G. in 1927. Het aantal ingeschreven kooplieden be droeg einde van dit jaar 243 tegen 228 in 1927. Als afnemers van versche visch, per spoor verzonden, kwamen in aanmerking: 1928 1927 Nederland 40.0% tegen 43.1% België 22.4 21.2 Frankrijk 118 9.8 Engeland 14.1 14.0 Duitschland 10 6 11-4 Zwitserland 1.1 n 0.5 Met genoegen wordt vastgesteld, dat het optimisme hetwelk in het vorig jaarverslae werkelijkheid is geworden en dat, wat de reederijen betreft het jaar 1928 tot de gun- stiee kan gex-ekend worden. Helaas kan zixlks -niet van den vischhandel worden gezegd. Tengevolge der groote onderlinge concur rentie en die der buttenlandsche visscherij- havexis had de vischhandel over het alge meen sléchts een matig bestaan. De algemeene onkosten en de extra on kosten vex-bonden aan de nlaatsing van het. artikel, vooral in het buitenland, waar de afnemers vooraf telefonische en uitvoerige telegrafische offerten verlangen, zijn zoo groot, dat per saldo slechts een geringe winstmarge voor den vischhandelara over blijft. De resultaten der gecombineerde Ijsfa brieken worden bevredigend genoemd. Het reductietarief werd gewijzigd in een meer rationeel schaaltarief. De ijsprijs wordt desondanks nog steeds te hoog geacht. Het bevriezen van visch volgens het sy steem „Ottesen" nam belangrijk toe, evenals het koelen van visch. Van bet laatste zou meer gebruik worden gemaakt, indien het tarief er voor werd verlaagd VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1396 DE MINUUT DIE EEUW LIJKT Als vader op speciaal verzoefc van moeder den banketbakker opbelt, waarom te drommel hy de taart voor het dessert nog niet heeft bezorgd, (Nadruk verboden.) DE STADS-BIBLIOTHEEK. EEN FILIAAL IN HAARLEM-NOORD. In ons vorig nummer deelden wij mede, dat uit de Statistische gegevens der gemeen te Haarlem bleek, dat het bezoek aan onze Stadsbibliotheek en Openbare Leeszaal in 1928, vergeleken bij 1927, niet voor- maar achteruitgegaan is. Het aantal bezoeken aan de couranten leeszaal was in 1928 52021 tegen 53180 in 1927. Een vermindering dxxs van 1159. Bezoeken aan de bor-xen- en tijdschriften zaal in 1928 17350 tegen 18437 in 1927. Dus 1087 minder. Er werden in 1928 91564 boeken uitgeleend, tegen 91738 in 1927. Dus 166 minder. De vermindering is procents-gewijze klein. Toch moet de vraag onder oogen gezien worden, wat gedaan kan worden om het be zoek en het uitleenen der boeken te doen toenemen, opdat steeds meer Haarlemmers profijt trekken van deze mooie en kostbare verzameling. Indertijd hadden wij een onderhoud met den directeur van de bibliotheek en leeszaal, den heer J. D. Rutgers van der Loeff, die daarbij aandrong op het stichten van filia len in de buitenwijken. De afstand die de menschen bijvoorbeeld uit Haarlem-Noord naar het Prinsenhof moeten afleggen is te ver. Zoo'n filiaal moet een bibliotheek en openbare leeszaal in het klein zijn. Er moet een leeszaal zijn niet alleen voor boekexx, maar ook voor couranten en tijdschriften. De voorraad boeken moet voldoende zijn om de menschen aan lectuur te helpen. Natuur lijk kunnen de bijzondere werken niet in het filiaal aanwezig zijn. Die moeten dan aan de hoofdbibliotheek worden aangevraagd. De voorraad boeken is wel voldoende om een gedeelte af t.e staan aan de filialen. Tot zoover wat de directeur ons indertijd vertelde. Ongetwijfeld zou door het stichten van zulke filialen het bezoek en het leenen van boeken toenemen. Wij kunnen hieraan toevoegen, dat thans plannen worden uitgewerkt om een filiaal in Haarlem-Noord te vestigen. Binnenkort zullen daartoe wel voorstellen aan den ge- meentex-aad gedaan worden. DE MANéGE TE AERDENHOUT PROTEST AAN DEN RAAD. Aan den Raad der gemeente Bloemendaa! is door bewoners van het villapark „Ooster duin" te Aerdenhout een brief gezonden, waarin zij o.a. mededeelen, dat het hun ter oore gekomen is, dat plannen beraamd wor den tot net bouwen van een manége in ge noemd villapark, In verband hiermede ver- 1NGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. por regel. STOFZUIGERHUIS MAERTENS BARTELJOR1SSTRAA7 16 TELEF. No. 10756 5 Apex Kfop-Veeg-Stofzuiger*.f 175. Koopt geen rommel". t Is niet noodig!" Wij hebben een enorme sortee ring stoffen en zijn goedkooper dan anderen. GR. HOUTSTRAAT 50 zoeken zij gjeen afwijking te willen verleenen van het fessluit, genomen in de openbare raadsvergadering vaxx 17 Augustus 1911, waar bepaald wordt, dat op de gronden ge naamd „Qosterduin" „slechts enkele of dubbele woningen gebouwd (zullen) wor den". De adressanten zijn van oordeel, dat het afwijken van deze bepaling de waarde zal vex-minderen van de perceelen in hun be zit, doordat aangetast zou worden het ka- rakter, door die bepaling aan het terrein gegeven, nl. dat van villapark. Voorts vesti gen zij de aandacht op het servituut, rus tende op de terreinen, door hen gekocht vaxi de N.V. „Nederlandsche Maatschappij tot Exploitatie van Roerende exx Onroerende Za ken", waarbij o.a. wordt bepaald: „dat op het perceel niet mag worden uit geoefend eenige nering of bedrijf, terwijl daarop niet aanwezig mogen zijn stallen of remises, hebbende het terrein de bestem ming van villaterrein, welke bestemming het steeds zal moeten behouden". Adressanten achten het van belang, dat deze bepaling, die in den geest is van het raadsbesluit van 17 Augustus 1911, niet zal worden afgeweken. Tenslotte wijzen zij op andere bezwaren, die een manege noodza kelijk met zich brengt en wel op hygiënisch gebied. Het is toch bekend, schrijven zij, dat stallen en daarbij behoorende mestputten een hinderlijke lucht verspreiden en dat zij bovendien een kweekplaats vormen voor vliegen, muggen, ratten en ander onge dierte. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. PER REGEL. By geregeld gebruik .ÖBE R|. AH NStEjH digestie bevorderend 1 EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN DIENST. Uit hot Engelsch van DOUGLAS VALENTINE. 36) Toen zei hij: Boonekamp! Boonekamp? echo-de ik. Dat is het woord, grinnikte de kleine man die om de verbaasde uitdrukking op mijn gezicht moest lachen. En als ix mij eerlijk vraagt dan snap ik er evenmin wat van als u. MaarBoonekamp, herhaalde ik. Is dat dc naam van iemand of van een huis? Het klinkt Hollandsch. Hebt u geen idee? Komik wil immers toch betalen! Misschien, begon hij. Wat? Misschien wat? riep ik ongedul dig. Mogelijk Vooruit man, zeg wat je bedoelt. Als ik meneer den dienst bewees dien ik zijn broer bewezen heb, zkl ik misschien meer licht Wat voor dienst heb je mijn broer be wezen? vroeg ik haastig. Ik tast in het du-lster. Heeft meneer geen moeilijkeden? met zijn militairen dienst, met zijn papie ren? Meneer is jong en sterkis hij aan het front geweest? Was het er niet naar zijn zin en verlangde hij naar huis? Heeft hij nooit degenen benijd die afgekeurd zijn voor den dienst te velde? Bijvoorbeeld de rijke- lul's zoontjes, met slimme vaders, die weten wat ze met hun geld doen kunnen? Zijn kraaloogjes boorden zich diep in de mijne. Ik begon hem te begrijpen. En als dat zoo was? Dan is alles wat ik zeggen kan, dat meneer op de rechte plaats is terechtgeko men, net als zijn broer. Hoe kunnen we me neer van dienst zijn? Wat verlangt meneer? Het is een moeilijke, gevaarlijke zaak. Het kost geld, veel geld, maar ik kan meneer hel penik kan meneer helpen. Maar als u voor mij doet wat u voor mijn broer hebt gedaan, zie ik nog niet in hoe dat woord verklaard moet worden. De sleutel tot zijn adresI Mijn beste man, dat woord is even duister voor mij als voor u. Maar ik kan u dit vertellen, door mijn tusschcnkomst be vindt uw broer zich in een situatie waarin dat woord wel beteekenls kan hebben. En als we meneer zouden helpen zooals we zijn broer geholpen hebben, kan dat woord mis schien ook beteekenis krijgen. Hou toch op met uw raadsels! riep ik wanhopig. En antwoord op mijn vragen. Wat hebt u voor mijn broer gedaan? Uw broer is van het front gedeserteerd dat zijn voor ons de moeilijkste gevallen, we hebben hem een verlofpas voor vijftien dagen verschaft en een betrekking op een veilige plaats, waar geen onderzoek naar hem gedaan wordt. En verder? riep ik trillend van nieuws gierigheid. De man haalde zijn schouders op en zwaai de met zijn handen heen en weer. Toen verdween hij. Een paar dagen voor hij wegging, heb ik hem nog gezien en hij gaf me de instructies die ik u meegedeeld heb. - En vertelde hij niet waar hij heenging? Hij vertelde me niet eens dat hij heen ging. Hij verdween, dat is alles. Wanneer? Het zal in de eerste week van Juli ge weest zijn, de week voordat het slechte nieuws uit Frankrijk kwam. Ik herinnerde mij dat de boodschap op den eersten Juli gedateerd was. Ik heb goede Zweedsche papieren ver volgde de man. van een soliden houtkoo- per; daarmee kunt u gerust in de beste ho tels logeeren zonder dat iemand er iets van zeggen kan. Of Hongaarsche, van een par tijtje afgekeurdendaarmee bent u ook heel veilig, maar misschien spreekt meneer geen Hongaarsch, Dat is dan natuurlijk noo dig. Ik verkeer in hetzelfde geval als mijn broer, zei ik ik moet verdwijnen. Deserteur, meneer? vroeg hij met een sluw knipoogje. Wel ja. waarom niet. Ik durf dat zaakje haast niet meer te doen meneer, heusch ik durf het niet. Het is té gevaarlijk! KomKomzei ik, u pochte daar net dat u alle moeilijkheden uit den weg kon mimen, u kunt me toch wel een of apder behoorlijk paspoort bezorgen? Paspoort? Geen sprake van, mijn beste man. Een keer moet het maar misgaan en dan ben ik er bij. O neen, geen paspoort als het een deserteur betreft. In het begin van den oorlog, toen was het anders! De politie zit er te veel achter. Neen! Daarbij zou het u ook te veel geld kosten! Ik dacht dat het dien ellendeling er om te doen was om nog meer geld uit me te halen, maar ik had het mis. Hij was werkelijk bang. Toen probeer de ik hem over te halen door hem het geld voor te houden. Hij aarzelde maar na veel tegenstribbelen ging hij toch de kamer uit en keerde even later terug met een hand vol smerige papieren. Ik moest het niet doen, ik weet dat ik er spijt van zal hebben, maar u hebt mij overgehaald en ik mocht meneer Elchcnholz graag, een aardige jongeman en goedgeefsch ....kijk. hier zijn de papieren van Julius Zimmerman, voor de Landwehr opgeroepen maar afgekeurd, militair zakboekje en ver lofpas voor vijftien dagen Die papieren zijn alleen noodig als de politie er naar vraagt. Er zal u niets worden gevraagd daar waar ik u heen zal sturen. Maar waar moet ik na die vijftien da gen heen? vroeg ia. Laat dat maar aan mij over, zei Kore sluw. Dan zal ik het voor u vernieuwen. Dat komt in orde! Maar ondertusschenwierp ik te gen. Ik zal u een betrekking als kellner be zorgen bij een vriend van me, die even vrien delijk voor arme menschen is als u bent. Uw broer was ook bij hem. Maar ik wil mij vrij bewegen. Onmogelijk, antwoordde de man op stelligen toon. U moet uw rol spelen en afgezonderd leven tot het onderzoek naar u gestaakt wordt. Dan zullen we zien wat er verder gedaan moet worden. Dus hier hebt u een mooi stelletje papleren en een makke lijk leventje ligt voor u, ver van de loop graven, knus en veiligtien duizend Mark! Ik slaakte een zucht van verlichting. Ik wist dat ik de papieren in handen zou krij gen; alleen zou Ik nog moeten pingelen. Met Semlin's geld er bij bezat ik ongeveer 550 pd.st. maar ik had geen zin zoo maar 550 pd.st. daarvoor neer te tellen. Na eenig lo ven en bieden kwam ik in het bezit van de papieren voor 180 pd.st. Maar toen ik hem bet geld betaald had, was ik nog niet klaar met hem. Hij was nog niet tevreden. Die kleeren die u aan hebt zijn volko men ongeschikt, zei hij, dat mooie pak zou maar achterdocht opwekken. We zullen u andere bezorgen. Hij belde. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6