M.B00D
FLITSEN
VICTOR IA'WATER
De Man met den Horrelvoet
SAN FRANCISCO.
STADSNIEUWS
fl
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1929
De Koningin van den Stillen Oceaan.
door GISELA SELDEN—GOTH.
(Dienst van de United Telegraph).
Aan een groene baai gingen een paar
visschershutten schuil tusschen heuvels met
wilden plantengroei. Hier en daar verspreid
enkele Spaansche landkolonies niet droome-
rige haciendas. En iederen morgen riepen
de klokken van het naburige klooster Do
lores voor de mis op. Dat waren de vredige
dagen van Yerba Buena, tachtig jaar gele
den.
Deze prachtige natuurlijke havens kenden
de Spaansche ontdekkingsreizigers al. in het
jaar 1775. Handelsschepen op weg naar de
Hawai-eilanden deden op de lange reis om
kaap Hoorn Yerba Buena aan. In 1846
heschen de eerste Noord-Amerlkaansche
avonturiers er hun vlag. Toen daarna ma
joor Sutter, een Zwitser, in de nabijheid
van zijn forten goud ontdekte, werd de eigen
lijke grondslag van de tegenwoordige metro
polis geJegd. Zoodra het gerucht tot de
avonturiers doordrong, toog de geheele stad
ongeveer zeshonderd man met schoppen en
houweeten per schip de baai in naar de
vindplaats van het goud. Alleen drie oude
vrouwen bleven achter. Sehepen uit Mexico,
Zuid-Amer'ika, Hawaï, Australië, China, uit de
geheele wereld liepen door de gouden poort.
Yerba Buena, later herdoopt in San Fran
cisco, werd het tooneel van een krankzinnigen
chaos. Tenten werden gespannen, schepen
liepen binnen met goederen van allerlei aard,
maar meer dan de helft met rum. Zelden
verliet een schip de baai, want de mannen
deserteerden en gingen op zoek naar goud.
Gemiddeld werden per maand voor drie
tot zes millioen dollar goud gewisseld. De
stad stikte bijna in het stofgoud. Alles flo
reerde, grondspecidatie, bouwbedrijf, bank
bedrijf, en handel, bars en speelholen. De
goudgravers betaalden hun glas rum door
uit) hun vestzak een prise stofgoud te laten
nemen. Diefstal en moord kwamen dage
lijks voor. Een bende Australische tuchthuis
boeven, de honden genaamd, terroriseerde de
bevolking en stak de stad in anderhalf jaar
zes maal in brand. Tenslotte hielpen de
burgers zichzelf, cmdat de huipelooze politie
faalde, stichtten een geheim veiligheids
comité en rechtten voor eigen rekening
gewoonlijk met de galg.
Twee jaren later was de bevolking tot
achttienduizend zielen gegroeid; de gewel
dige toeneming hield in versterkte mate aan.
De ontwikkeling van de stad kon de toe
neming nooit goed volgen. De dokken waren
altijd te kiein. In de baai ankerden hon
derden verlaten schepen, een woud van
masten. En telkens weer vloeide er goud
naar de stad, en daarmede rijkdom, ont
wikkeling, handel en vooruitgang een
vroolljk, uitgelaten leven.
Francisco, van goud verzadigd was een
werkelijk dorado. De moeilijke, gevaarlijke
tocht om Zuid-Amerika heen werd iederen
ondernemenden zeeman rijkelijk beloond
Het was niet alleen goud, dat Californië
in zijn schoot droeg. De landbouw bleek er
de meest lucratieve van geheel Amerika. In
geheel het land heette het: „Ga naar het
Westen, jongeman".
Het jaar 1869 leverde de spoorlijn op van
de Oostkust naar San Francisco. Daar lag
het gouden Westen aan ieders voeten. Aan
de ontwikkeling van Californië stond niets
meer in den weg. Automatisch groeide met
het land ook de stad. Van haar uit leidden
de wegen het land in en zijn producten kwa
men naar haar terug. San Francisco was de
sleutel van Californië. Het controleerde im
port en export langs de wegen en op het
water. Machines en gereedschappen, huis
houdelijke artikelen, kleeding, alles kwam van
het Oosten, daar in het Westen geen industrie
bestond. De uitvoer van graan was onmetelijk
en bracht nieuwen rijkdom in het land.
De stichting van den eersten stuwdam en
de bevloeiïng van het dal van San Joanuin
bracht in het jaar 3885 een volkomen ver
andering van den landbouw teweeg. San
Francisco strooide nu millioenen dollars in
het land uit voor de bevloeiïng van den grond.
Vruchtboomen werden geteeld en daarmede
de belangrijkste industrie van Californië ge
sticht; de vervaardiging van fruitconser-
ven.
Twee en dertig scheepvaart- en exneditie-
ondernemlngen waren omstreeks 1890 niet
meer voldoende om het steeds toenemende
havenverkeer te beheerschen. San Francisco,
gewend aan het lawaai van de heimachine,
spitste bij haar nieuwe en krachtiger slagen
de oorën en zag aan den waterkant een
immens woud van palen, die in den zeebodem
werden gedreven. Nieuwe paden, magazijnen,
matrozenlogementen, kroegjes, speelhuizen,
markten een geheele stad verrees boven
het water, de typische, bonte chaos van een
haven. Dagelijks kwamen schepen van Hawa'
binnen, van de Zuidzee-eilanden, Australië.
China, Japan, met ladingen vreemde pro
ducten en met menschen van andere ras
sen. Des avonds hoorde men in de kroegjes
de fantastische verhalen van de zeelleden
over hun vreemde avonturen in de zeven
zeeën.
De woonhuizen klommen voortdurend hooger
tegen de heuvels op, iedere Europeesche of
Aziatische taal vormde een eigen wijk. Op
den Telegraafheuvel woonden de Latijnen,
daarnaast de Chineezen met hun beruchte
onderaardsche opiumholen, verder beneden
een boschje Filippijnen, dan kwam er een
straat met negers, in het Zuiden zaten de
Grieken, buiten in de missie de Duitsc'ners
en de Amerikanen tenslotte op den Nob-
heuvel.
Beneden" in de vlakte verhieven zich de
gebouwen van de zakenwijk, het financieele
centrum en dat der dagbladen. Aan den
anderen kant van de Marktstraat namen
onophoudelijk de marktplaatsen en fabrieks-
schoorsteenen toe.
Jaar in jaar uit zag men de stad groeien.
Telkens nieuwe ondernemingen brachten
iedereen succes. Begin 1906 kon San Fran
cisco als een paradijs op aarde worden be
schouwd.
Daar plotseling gromde het in haar inge
wanden, de heuvels schudden en de aarde
scheurde. Huizen stortten in. De paniek van
de groote aardbeving. Half naakte menschen
in de straten vluchtten naar de parken.
Gelukkig, wie er maar het leven afbracht;
aan have en goed viel niet meer te denken
Dan beneden in de zakenwijk een geweldige
rookzuil en een snel oplaaiende vlam. Brand!
De aardbeving had de gas- en waterleiding
gebroken de stangen van de electrische ge
leidingen geknakt. De vuurgloed laaide langs
de heuvels naar boven. Huizen werden met
dynamiet tot ontploffing gebracht, om de
vlammen tegen te houden. Vruchteloos. Een
week lang scheen de zon bleek in den Stil
len Oceaan onder te gaan.
Een stad lag in puin. Maar een nieuwe
geest bouwde haar- weer op, een geweldige
wil om te leven. De wereld bad San Fran
cisco noodig. De oude overblijfselen werden
grondig opgeruimd, eveneens de twijfelachti
ge wijken van ontucht en misdrijf. De
nieuwe gebouwen werden hygiënisch en prak
tisch.
Midden in den herbouw kwam er een
andere slag, economisch niet zoo ernstig
als de aardbeving, maar moraliter ernstiger.
De president van de stad, oorspronkelijk
een violist, de strooman van een politieken
avonturier, werd beschuldigd van groote om-
koopingen en verduisteringen. Dc veront
waardiging van de bevolking kende geen
grenzen; de eigenlijke inspirator van de af
faire redde zich door zelfmoord voor de
lynchjustitie, de violist kreeg vijftien jaren
gevangenisstraf.
Niets kon echter den vooruitgang tegen
houden; herbouw, industrie en handel gingen
voorwaarts. VTat San Francisco vermocht,
bewijst het acht jaren na de aardbeving, toen
het er om ging, van Washington toestem
ming te verkrijgen voor het houden van een
Panamakanaal-tentoonstelling in San Fran
cisco. De koopmanschap teekende in twee
uren in voor een bedrag van vier millioen
dollar voor het tentoonstellingsfonds. De ge
heele wereld was verbaasd te zien wat er
uit den puinhoop was gegroeid. Comfortabele
hotels, een indrukwekkende zakenwijk,
smaakvolle winkels en warenhuizen, goed on
derhouden straten met geregeld verkeer, een
moderne haven, de blauwe baai, de roman
tische heuvels en menschen vol charme. En
geen verhoogde prijzen.
Thans is de stad een rijpen menschenleef-
tijd oud. Ondanks haar wisselvallig verleden
wordt zij de koningin van den Stillen Oceaan
genoemd. Twee en vijftig moderne dokken
maken van haar op een na de grootste
haven van Amerika. De belangrijkste scheeps
werf van de Westkust ligt in de golf van San
Francisco. Hier gaan negentig procent van
den Amerikaanschen import en export met
de Zuidzeelanden, China, Japan en Australië
door; van hier uit bestaat een direct scheep
vaartverkeer met Europa, Afrika en Indië.
San Francisco is het centrum van de Cali-
fornische fruitconservenindustriehet absor
beert ook de suiker- en ananasproductie van
Hawai. Montgomerystreet is de Wallstreet
van het Westen; het heeft een toonaange
vende productenbeurs.
Het panorama der stad Is een der won
deren van deze wereld. Zeven heuvels zijn
met wolkenkrabbers gekroond waarin de mo
dernste woningen liggen. Langs de steile
hellingen een bont mengsel van groote en
kleine woonhuizen, die echter allengs worden
verdrongen door het moderne, indrukwek
kende apartment-house. De straten van de
zakenwijk zijn ravijnen. De dokken, in een
halven cirkel aangelegd, steken in het water
uit als geweldige tanden. Het geheel groeit
als een arm in de zee uit. maar aan den
anderen kant van de golf wenken lichte,
groene bergen.
San Francisco is een doortastende, zelf
bewuste stad met voldoende geest om niet
arrogant te zijn. Het is buitengewoon gast
vrij, zonder voordeel jegens de vreemde
lingen en ze maakt het hun gemakkelijk,
zich er thuis te voelen.
Een soort attentie jegens vreemdelingen
en bevolking zijn de wekelijks veranderde
plakaten in de tramwagens. Daar leest men
b.v.: „Ieder kwartier vaart er een schip door
de gouden poort". „San Francisco heeft een
bebouwde oppervlakte van 42 vierkante
mijlen", ,,'t Vermogen van San Francisco be
draagt 2800 per hoofd der bevolking". „San
Francisco bouwde in 1927 gebouwen ter
waarde van 47 millioen dollar". „Boeken zijn
vrienden; San Francisco heeft 39 openbare
bibliotheken". „San Francisco heeft 32 open-
bax-e parken en 175 speelterreinen". „San
Francisco heeft het gezondste klimaat van
de Vereenigde Staten" of tenslotte; „In het.
Golden Gate-Park rijden de kinderen gratis
op olifanten".
Het cosmopolitische karakter van de stad
komt het meest in de restaurants tot uiting.
Naast de Amerikaansche cafetaria's zijn er
Fransche. Italiaansche, Duitsebe, Zweedsche.
Weensche, Joodsche, Hongaarsche, Grieksche,
Russische, Chineesche, Japansche en Filip-
pijnsche restaurants., plaatsen, waar iedere
gourmand zijn vexlangens kan bevredigen.
De bediening in de winkels is bijzonder op
merkzaam, aan de telefoon wordt men zeer
beleefd verbonden, zelfs de tramconduc
teurs zijn voorkomend. De menschen zijn zeer
zakelijk, zonder daarbij echter hun vriende
lijkheid te verliezen. Zij trappen elkaar niet
op de teenen zonder excuus te vragen. De
dames, meerendeels van groote slankheid,
zijn zeer charmant en uiterst elegant.
Geen wonder, dat hier de avonden vol
plezier zijn. Ondanks de px-ohxbition drinkt
men zelfs een paar flesschen wijn, zonder
daarom het verstand of de góede manieren
te verliezen.
(Nadruk verboden).
DE VISSCHERIJ TE IJMUIDEN.
Een goed jaar voor de reeders
DE VISCHHANDELAARS ZIJN
MINDER TEVREDEN.
Aan het jaarverslag van de IJmuider Visch-
handelvereeniging over den vischhandel te
IJmuiden in 1928, is het volgende ontleend:
De omzet in de Rijksvischhallen bedroeg in
1928 f 15.464.426.22 tegen f 34.066.923.64 in
1927, dxxs een vooruitgang van f 1.397.502.58.
Deze vooruitgang in omzet is hoofdzake
lijk te danken aan de meerdere opbrengst
van de visch, aangevoerd door Hollandsche
stoomtrawlers van de Noordzee.
In 1928 brachten 4571 IJmuider stoom
trawlers hun vangsten van de Noordzee te
IJmuiden aan de markt tegen 4292 in 1927.
Het aantal stoomtrawlers vermeerderde
met 8 in 1928; de geheele vloot bestond op
31 December 1928 uit 168 stoomtrawlers, 4
motorloggers, 23 zeilloggers en 36 kustvis-
schers.
De gemiddelde vangst per reisdag der
stoomtrawlers bedroeg in 1928 853 K.G. tegen
878 K.G. in 1927.
De gemiddelde visch prijzen van alle aan
gevoerde Noordzee-treilvisch waren in 1928
33.6 cent per K.G, tegen 29.0 cent per K.G. in
1927.
Het aantal ingeschreven kooplieden be
droeg einde van dit jaar 243 tegen 228
in 1927.
Als afnemers van versche visch, per spoor
verzonden, kwamen in aanmerking:
1928
1927
Nederland
40.0%
tegen
43.1%
België
22.4
21.2
Frankrijk
118
9.8
Engeland
14.1
14.0
Duitschland
10 6
11-4
Zwitserland
1.1
n
0.5
Met genoegen wordt vastgesteld, dat het
optimisme hetwelk in het vorig jaarverslae
werkelijkheid is geworden en dat, wat de
reederijen betreft het jaar 1928 tot de gun-
stiee kan gex-ekend worden.
Helaas kan zixlks -niet van den vischhandel
worden gezegd.
Tengevolge der groote onderlinge concur
rentie en die der buttenlandsche visscherij-
havexis had de vischhandel over het alge
meen sléchts een matig bestaan.
De algemeene onkosten en de extra on
kosten vex-bonden aan de nlaatsing van het.
artikel, vooral in het buitenland, waar de
afnemers vooraf telefonische en uitvoerige
telegrafische offerten verlangen, zijn zoo
groot, dat per saldo slechts een geringe
winstmarge voor den vischhandelara over
blijft.
De resultaten der gecombineerde Ijsfa
brieken worden bevredigend genoemd.
Het reductietarief werd gewijzigd in een
meer rationeel schaaltarief.
De ijsprijs wordt desondanks nog steeds
te hoog geacht.
Het bevriezen van visch volgens het sy
steem „Ottesen" nam belangrijk toe, evenals
het koelen van visch. Van bet laatste zou
meer gebruik worden gemaakt, indien het
tarief er voor werd verlaagd
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1396
DE MINUUT DIE EEUW LIJKT
Als vader op speciaal verzoefc van
moeder den banketbakker opbelt,
waarom te drommel hy de taart voor
het dessert nog niet heeft bezorgd,
(Nadruk verboden.)
DE STADS-BIBLIOTHEEK.
EEN FILIAAL IN HAARLEM-NOORD.
In ons vorig nummer deelden wij mede,
dat uit de Statistische gegevens der gemeen
te Haarlem bleek, dat het bezoek aan onze
Stadsbibliotheek en Openbare Leeszaal in
1928, vergeleken bij 1927, niet voor- maar
achteruitgegaan is.
Het aantal bezoeken aan de couranten
leeszaal was in 1928 52021 tegen 53180 in
1927. Een vermindering dxxs van 1159.
Bezoeken aan de bor-xen- en tijdschriften
zaal in 1928 17350 tegen 18437 in 1927. Dus
1087 minder.
Er werden in 1928 91564 boeken uitgeleend,
tegen 91738 in 1927. Dus 166 minder.
De vermindering is procents-gewijze klein.
Toch moet de vraag onder oogen gezien
worden, wat gedaan kan worden om het be
zoek en het uitleenen der boeken te doen
toenemen, opdat steeds meer Haarlemmers
profijt trekken van deze mooie en kostbare
verzameling.
Indertijd hadden wij een onderhoud met
den directeur van de bibliotheek en leeszaal,
den heer J. D. Rutgers van der Loeff, die
daarbij aandrong op het stichten van filia
len in de buitenwijken. De afstand die de
menschen bijvoorbeeld uit Haarlem-Noord
naar het Prinsenhof moeten afleggen is te
ver. Zoo'n filiaal moet een bibliotheek en
openbare leeszaal in het klein zijn. Er moet
een leeszaal zijn niet alleen voor boekexx,
maar ook voor couranten en tijdschriften.
De voorraad boeken moet voldoende zijn om
de menschen aan lectuur te helpen. Natuur
lijk kunnen de bijzondere werken niet in het
filiaal aanwezig zijn. Die moeten dan aan de
hoofdbibliotheek worden aangevraagd. De
voorraad boeken is wel voldoende om een
gedeelte af t.e staan aan de filialen.
Tot zoover wat de directeur ons indertijd
vertelde.
Ongetwijfeld zou door het stichten van
zulke filialen het bezoek en het leenen van
boeken toenemen.
Wij kunnen hieraan toevoegen, dat thans
plannen worden uitgewerkt om een filiaal
in Haarlem-Noord te vestigen. Binnenkort
zullen daartoe wel voorstellen aan den ge-
meentex-aad gedaan worden.
DE MANéGE TE AERDENHOUT
PROTEST AAN DEN RAAD.
Aan den Raad der gemeente Bloemendaa!
is door bewoners van het villapark „Ooster
duin" te Aerdenhout een brief gezonden,
waarin zij o.a. mededeelen, dat het hun ter
oore gekomen is, dat plannen beraamd wor
den tot net bouwen van een manége in ge
noemd villapark, In verband hiermede ver-
1NGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu.
por regel.
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJOR1SSTRAA7 16
TELEF. No. 10756 5
Apex Kfop-Veeg-Stofzuiger*.f 175.
Koopt geen
rommel". t Is
niet noodig!"
Wij hebben een
enorme sortee
ring stoffen en
zijn goedkooper
dan anderen.
GR. HOUTSTRAAT 50
zoeken zij gjeen afwijking te willen verleenen
van het fessluit, genomen in de openbare
raadsvergadering vaxx 17 Augustus 1911,
waar bepaald wordt, dat op de gronden ge
naamd „Qosterduin" „slechts enkele of
dubbele woningen gebouwd (zullen) wor
den".
De adressanten zijn van oordeel, dat het
afwijken van deze bepaling de waarde zal
vex-minderen van de perceelen in hun be
zit, doordat aangetast zou worden het ka-
rakter, door die bepaling aan het terrein
gegeven, nl. dat van villapark. Voorts vesti
gen zij de aandacht op het servituut, rus
tende op de terreinen, door hen gekocht vaxi
de N.V. „Nederlandsche Maatschappij tot
Exploitatie van Roerende exx Onroerende Za
ken", waarbij o.a. wordt bepaald:
„dat op het perceel niet mag worden uit
geoefend eenige nering of bedrijf, terwijl
daarop niet aanwezig mogen zijn stallen of
remises, hebbende het terrein de bestem
ming van villaterrein, welke bestemming het
steeds zal moeten behouden".
Adressanten achten het van belang, dat
deze bepaling, die in den geest is van het
raadsbesluit van 17 Augustus 1911, niet zal
worden afgeweken. Tenslotte wijzen zij op
andere bezwaren, die een manege noodza
kelijk met zich brengt en wel op hygiënisch
gebied. Het is toch bekend, schrijven zij, dat
stallen en daarbij behoorende mestputten
een hinderlijke lucht verspreiden en dat zij
bovendien een kweekplaats vormen voor
vliegen, muggen, ratten en ander onge
dierte.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. PER REGEL.
By geregeld gebruik
.ÖBE R|. AH NStEjH
digestie bevorderend 1
EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN
DIENST.
Uit hot Engelsch van
DOUGLAS VALENTINE.
36)
Toen zei hij:
Boonekamp!
Boonekamp? echo-de ik.
Dat is het woord, grinnikte de kleine
man die om de verbaasde uitdrukking op
mijn gezicht moest lachen. En als ix mij
eerlijk vraagt dan snap ik er evenmin wat
van als u.
MaarBoonekamp, herhaalde ik.
Is dat dc naam van iemand of van een huis?
Het klinkt Hollandsch. Hebt u geen idee?
Komik wil immers toch betalen!
Misschien, begon hij.
Wat? Misschien wat? riep ik ongedul
dig.
Mogelijk
Vooruit man, zeg wat je bedoelt.
Als ik meneer den dienst bewees dien
ik zijn broer bewezen heb, zkl ik misschien
meer licht
Wat voor dienst heb je mijn broer be
wezen? vroeg ik haastig. Ik tast in het
du-lster.
Heeft meneer geen moeilijkeden?
met zijn militairen dienst, met zijn papie
ren? Meneer is jong en sterkis hij aan
het front geweest? Was het er niet naar zijn
zin en verlangde hij naar huis? Heeft hij
nooit degenen benijd die afgekeurd zijn voor
den dienst te velde? Bijvoorbeeld de rijke-
lul's zoontjes, met slimme vaders, die weten
wat ze met hun geld doen kunnen?
Zijn kraaloogjes boorden zich diep in de
mijne.
Ik begon hem te begrijpen.
En als dat zoo was?
Dan is alles wat ik zeggen kan, dat
meneer op de rechte plaats is terechtgeko
men, net als zijn broer. Hoe kunnen we me
neer van dienst zijn? Wat verlangt meneer?
Het is een moeilijke, gevaarlijke zaak. Het
kost geld, veel geld, maar ik kan meneer hel
penik kan meneer helpen.
Maar als u voor mij doet wat u voor
mijn broer hebt gedaan, zie ik nog niet in
hoe dat woord verklaard moet worden. De
sleutel tot zijn adresI
Mijn beste man, dat woord is even
duister voor mij als voor u. Maar ik kan u
dit vertellen, door mijn tusschcnkomst be
vindt uw broer zich in een situatie waarin
dat woord wel beteekenls kan hebben. En
als we meneer zouden helpen zooals we zijn
broer geholpen hebben, kan dat woord mis
schien ook beteekenis krijgen.
Hou toch op met uw raadsels! riep ik
wanhopig. En antwoord op mijn vragen.
Wat hebt u voor mijn broer gedaan?
Uw broer is van het front gedeserteerd
dat zijn voor ons de moeilijkste gevallen,
we hebben hem een verlofpas voor vijftien
dagen verschaft en een betrekking op een
veilige plaats, waar geen onderzoek naar
hem gedaan wordt.
En verder? riep ik trillend van nieuws
gierigheid.
De man haalde zijn schouders op en zwaai
de met zijn handen heen en weer.
Toen verdween hij. Een paar dagen voor
hij wegging, heb ik hem nog gezien en hij
gaf me de instructies die ik u meegedeeld
heb.
- En vertelde hij niet waar hij heenging?
Hij vertelde me niet eens dat hij heen
ging. Hij verdween, dat is alles.
Wanneer?
Het zal in de eerste week van Juli ge
weest zijn, de week voordat het slechte
nieuws uit Frankrijk kwam.
Ik herinnerde mij dat de boodschap op
den eersten Juli gedateerd was.
Ik heb goede Zweedsche papieren ver
volgde de man. van een soliden houtkoo-
per; daarmee kunt u gerust in de beste ho
tels logeeren zonder dat iemand er iets van
zeggen kan. Of Hongaarsche, van een par
tijtje afgekeurdendaarmee bent u ook
heel veilig, maar misschien spreekt meneer
geen Hongaarsch, Dat is dan natuurlijk noo
dig.
Ik verkeer in hetzelfde geval als mijn
broer, zei ik ik moet verdwijnen.
Deserteur, meneer? vroeg hij met een
sluw knipoogje.
Wel ja. waarom niet.
Ik durf dat zaakje haast niet meer te
doen meneer, heusch ik durf het niet. Het
is té gevaarlijk!
KomKomzei ik, u pochte daar net
dat u alle moeilijkheden uit den weg kon
mimen, u kunt me toch wel een of apder
behoorlijk paspoort bezorgen?
Paspoort? Geen sprake van, mijn beste
man. Een keer moet het maar misgaan en
dan ben ik er bij. O neen, geen paspoort als
het een deserteur betreft. In het begin van
den oorlog, toen was het anders! De politie
zit er te veel achter. Neen! Daarbij zou het
u ook te veel geld kosten! Ik dacht dat het
dien ellendeling er om te doen was om nog
meer geld uit me te halen, maar ik had het
mis. Hij was werkelijk bang. Toen probeer
de ik hem over te halen door hem het geld
voor te houden. Hij aarzelde maar na veel
tegenstribbelen ging hij toch de kamer uit en
keerde even later terug met een hand vol
smerige papieren.
Ik moest het niet doen, ik weet dat ik
er spijt van zal hebben, maar u hebt mij
overgehaald en ik mocht meneer Elchcnholz
graag, een aardige jongeman en goedgeefsch
....kijk. hier zijn de papieren van Julius
Zimmerman, voor de Landwehr opgeroepen
maar afgekeurd, militair zakboekje en ver
lofpas voor vijftien dagen Die papieren zijn
alleen noodig als de politie er naar vraagt.
Er zal u niets worden gevraagd daar waar ik
u heen zal sturen.
Maar waar moet ik na die vijftien da
gen heen? vroeg ia.
Laat dat maar aan mij over, zei Kore
sluw. Dan zal ik het voor u vernieuwen.
Dat komt in orde!
Maar ondertusschenwierp ik te
gen.
Ik zal u een betrekking als kellner be
zorgen bij een vriend van me, die even vrien
delijk voor arme menschen is als u bent.
Uw broer was ook bij hem.
Maar ik wil mij vrij bewegen.
Onmogelijk, antwoordde de man op
stelligen toon. U moet uw rol spelen en
afgezonderd leven tot het onderzoek naar u
gestaakt wordt. Dan zullen we zien wat er
verder gedaan moet worden. Dus hier hebt
u een mooi stelletje papleren en een makke
lijk leventje ligt voor u, ver van de loop
graven, knus en veiligtien duizend
Mark!
Ik slaakte een zucht van verlichting. Ik
wist dat ik de papieren in handen zou krij
gen; alleen zou Ik nog moeten pingelen. Met
Semlin's geld er bij bezat ik ongeveer 550
pd.st. maar ik had geen zin zoo maar 550
pd.st. daarvoor neer te tellen. Na eenig lo
ven en bieden kwam ik in het bezit van de
papieren voor 180 pd.st.
Maar toen ik hem bet geld betaald had,
was ik nog niet klaar met hem. Hij was nog
niet tevreden.
Die kleeren die u aan hebt zijn volko
men ongeschikt, zei hij, dat mooie pak zou
maar achterdocht opwekken. We zullen u
andere bezorgen.
Hij belde.
(Wordt vervolgd.)