WEILL ZOON
SCHAATSENRIJDEN.
'©PISiyflMlIMS
DE ELFSTEDENTOCHT DOOR FRIESLAND.
VOETBAL
UIT DE OMSTREKEN
DE BRAND IN „FLORA" TE AMSTERDAM
BARTEL JORISSTRAAT 26-28
FEUILLETON
Het Meisje uit de Stad
HAARLFM'S DAGBLAD
WOENSDAG 13 FEBRUARI 1929
SPORT EN SPEL
DE LEEUWARDER LEEMBURG OVERWINNAAR.
In aansluiting aan onze uitvoerige tele
fonische mededee.ingen uit de elf steden in
Friesland, waar dinsdag de groote schaats
tocht heeft plaats gehad, velgen hier nog
eenige bijzonderheden die we aan de N.R.C.
ontleenen:
Door Stavoren.
De doortocht te Stavoren geeft aan den
wedstrijd een zeer interessant beeld. Voor
op, maar alleen, gaat nog steeds Leemburg
doch deze wordt na drie minuten gevolgd
door twee rijders, te weten Westra en U.
Stienstra, die reeds één minuut op hem ge
wonnen hebben en vermoedenjk nu zij hem
op de meren op de rechte banen beter kunnen
zien, wel te pakken zullen krijgen.
Doch achter dit tweetal jaagt een groep
van 4 rijders, te weten Pronk Jongert, van
der Heide en Meyerink, die op een groep van
twee man, die voor hen liggen, negen mi
nuten verschillen. Zooals men weet gaat het
bij dezen Oostenwind van Stavoren naar
Leeuwarden recht tegen den wind in.
Er liggen nog ongeveer 75 kilometer voor
den boeg en begrijpelijkerwijze zullen Westra
en Stienstra telkens overnemen, terwijl het
viertal natuurlijk ook steeds zal wisselen en
tegen den wind in zonder op te leggen tel
kens een anderen vóórrijder hebben.
Te Sloten komt het bericht, dat de wed
strijd een totaal anderen stand heeft ge
kregen. Met uitzondering van Leemburg
een 30-jarige gardenier, die tevens een bouw
stoffen handel heeft in de nabijheid van
Leeuwarden en cie sedert jaren bekend is
als een buitengewoon kloek en stoer rijder,
doch geen hardrijder die de leiding en
een voorsprong van 14 minuten heeft. Groot
nieuws is dat Pronk bij de Galemadammen
tengevolge van de hevige koude is uitgeval
len. Hij heeft zich per autobus naar Sloten
begeven, waar hij als assistent van Jongert
optreedt. Jongert. die als tweede te Sloten
binnenkwam, wor.it hier door Pronk gemas
seerd. De twee Noord-Hollanders combi
neeren dus in dit opzicht voort, want de hulp
van Pronk aan Jongert bewijst, dat Pronk
er alles op zet om Jongert aan de overwin
ning te helpen.
Opgemerkt werd nog, dat Leemburg, zeer
frisch was.
In Leeuwarden, bij de finish, begint zich
reeds veel publiek te verzamelen. Het is de
vraag of Jongert, die op zijn beurt opge
dreven wordt door van der Heide, Leemburg
op het laatste stuk van 50 K.M. nog zal weten
te bereiken.
Een brandend kind het
leven gered.
Een der deelnemers aan den wedstrijd,
wiens naam op dit moment niet bekend is.
heeft tusschen Leeuwarden en Dokkum een
kind het leven gered. Een meisje, dat in
brand stond, vluchtte gillend uit een huis
en snelde in vlammen gehuld het ijs op. Geen
der dorpelingen wist wat hij moest doen doch
onze hardrijder spurtte naar het kind, trok
zijn buis uit en met dit buis en zijn rug
zak bluschte hij de vlammen om daarna zijn
rit te vervolgen.
Te Sneek.
De eerstaengakomene te Sneek was Leem
burg om 2 uur 55; tweede Jongert om 2 uur
58.
Uit Sneek wordt bericht, dat Leemburg
te 2.55 uit Sneek is vertrokken. Daar de af
stand SneekLeeuwarden ongeveer 25 K.M.
bedraagt wordt zijn aankomst te Leeuwarden
verwacht enkele minuten over vieren.
Jongert heeft eenige minuten op hem in-
geloopen. De strijd is dus zeer spannend en
het is nog dubieus of Leemburg winnen zal,
want in de 25 K.M. die nog moeten worden
afgelegd, kan Jongert nog inloopen en kan
er nog een en ar der gebeuren.
Uit Sneek te Leeuwarden nader binnen
gekomen berichten geven aan. dat Jongert
slechts drie minuten na Leemburg uit Sneek
is vertrokken, zoodat hij op het traject
SlotenSneek elf minuten op Lpemburg is in-
•geloopen en het dus vermoedelijk Jongert
zal zijn, die op het laatste stuk wint. Zooals
reeds bericht, vertrok Leemburg om. 2.55 uit
Sneek, Jongert om 2.58, Westra om 3.16 en
van der Heiden cm 3.17.
Er valt op liet rijden van Leemburg niets
af te dingen, want het is buitengewoon ener
giek, maar hier komen berichten binnen,
dat Jongert en Prcnk hun kostbaren voor
sprong in de buurt van Menaldum dodr het
volgen van een verkeerde baan totaal heb
ben verloren. Daarin moet de verklaring
worden gezocht, dat zij die zoo'n grooten
voorsprong hadden, plotseling naar een
achterste plaats moesten verhuizen.
Algemeen wordt aangenomen, dat, het
Jongert zal zijn aie in de laatste tien kilo
meter Leemburg zal weten te bereiken. Het
is echter riskant, dit als zeker aan te nemen,
want het laatste gedeelte heeft zeer slecht
ijs, waarop de rijders niet dan langzaam
kunnen vorderen.
Leemburg wint.
Tenslotte wordt uit Leeuwarden gemeld.
Leemburg heeft gewonnen, hij arriveerde
te Leeuwarden 4.23, Jongert volgde op enkele
minuten, beiden waren zeer vermoeid.
De prijsuitreiking.
Omstreeks half elf had in „de Harmonie"
de prijsuitdeeling plaats, welke werd bijge
woond door den Commissaris der Koningin
in Friesland en cloor den burgemeester, die
's ochtends bij den start ook reeds van zijn
belangstelling had doen blijken.
De uitslag van den wedstrijd
Van den wedstrijd laten wij voorloopig deze
uitslagen volgen:
1. K. Leemburg, aankomst 4.27 uur; 2.
Jongert 4.35 u.; 3. G. Westra. 5.06 u.; 4. S.
v. d. Heide J&LO u.; 5. S. Dijkstra 5 56 u.;
6. W. MeijerinR 5.56 u.; 7. S. Kooistra, 6.05 u.;
8. v. d. Duin 6.10 u.; 9. U. Stienstra 6.15 u.;
10 C. Stienstra 6.15 u; 11. T. Draaisma 6.25
u.; 12. A. v. Beekum 6.38 u.; 13. E. Roelfse-
ma 6.52 u.; 14. U Kalsbeek 7.00 u.; 15. T.
Dijkstra 7.05 u.; 16. IJ. Veerland 7.06 u.:
17. M. Hoekstra 7.06 u.; 18. G. Wieberdink
7.13 u.
ZWALUWEN-ROODE DUIVELS.
Een 41 nederlaag der Neder
landers. Een wedstrijd bij 14
graden vorst.
(Van een bijzonderen verslaggever).
Brussel, 12 Febr.
Omstandigheden als waaronder heden de
wedstrijd tusschen Roode Duivels en Zwa
luwen is doorgegaan, hebben zich nog nooit
voorgedaan en we gelooven ock niet, dat die
zich nogmaals zullen voordoen Op een kei
hard terrein met 14 graden vorst is er een
wedstrijd op Vasten Dinsdag gespeeld. Zes
weken lang zijn er in Nederland geen wed
strijden gespeeld, maar nu het hier gold een
„internationale", kijk, nu mochten de Neder-
landsche spelers plotseling wel op hard be
vroren grond voetballen. Alsof dan het ge
vaar voorbij was.
De Zwaluwen hebben op deze reis veel
pech gehad door den ontwrichten treinen
loop als gevolg van de vorst. Maandagavond
uit Amsterdam en andere plaatsen vertrok
ken arriveerden de Nederlandsche spelers
eerst des nachts half vier te Brussel en den
volgenden dag om half drie reeds ipoesten ze
spelen tegen de Roode Duivels op het ter
rein van de Union St. Gilloise. Het gevolg
was dus, dat de jongens reeds om twaalf
uur uit de veeren moesten. Neem daarbij
het feit, dat ze in geen zes a zeven weken
gespeeld hadden, dan is het duidelijk, dat
van „goede conditie" niet veel sprake kon
zijn. Weliswaar had men het terrein van de
Union geheel met zand bestrooid, maar veel
minder hard werd het er niet door en na
den wedstrijd klaagden dan ook vele spelers
over schrammen en builen.
Ondanks groote koude waren nog zeker
zeven duizend toeschouwers aanwezig toen
scheidsrechter Baert affloot en we twee
keeren drie kwartier pogingen deden de
notities op papier te zetten.
Alle factoren waren tegen de Zwaluwen
(die geen zomer hebben gemaakt al waren
ze met hun elven) en het is dus vrij logisch
dat de Roode Duivels, die steeds op. bevroren
gronden zijn blijven spelen er.goede
nachtrust hebben genoten het beste deel van
het spel hebben gehad.
Als team klopte het onze, (bestaande uit:
doel: Halle; achter: v. d. Zalm en Horsten;
midden: Scheffers, Halle en Breitner en vóór:
v.Gelder, Jansen,Bakhuijs, Sinke, en de Natris)
geheel niet,'omdat de samenhang miste en
de tegenpartij veel beter was en het beetje
samenspel door goed ingrijpen om hals
bracht.
In de voorhoede beging Jansen vaak de
fout te veel achter te blijven, waardoor van
Gelder z'n binnenspeler te veel miste.
Bovendien hebben we van Jansen slechts
weinig goede schoten gezien. Hij ging daarin
niet veel den weg uit voor Bakhuijs, die
eveneens geen enkel gevaarlijk schot heeft
gelost en vrijwel niets bijzonders heeft ge
daan. Sinke kreeg vooral in de tweede helft
toen de Roode Duivels waarlijk nog veel meer
meerderheid demonstreerden dan voor de
rust, eenige goede kansen, doch hij kon
slechts één keer door een kopbal uit een
voorzet van Van Gelder scoren.
De Natris heeft den gcheelen wed-
strijd op zijn lauweren gerust, daar, zoo
als nij later vertelde, de griep hem te pak
ken had. Van de middenlinie kan met lof
worden gesproken, daar deze bard heeft ge
werkt, zij 't niet a.tijd even soepel. Scheffers
en Breitner zijn harde werkers, maar de
fijne puntjes ma?jkeeren. Tenslotte de ver
dediging: Horsten en v. d. Zalm hadden
geen slechte Belgische voorhoede tegenover
zich en ze werden nogal eens gepasseerd.
Niettemin hebben ze goed gewerkt. Van der
Zalm beter dan Horsten. Maar typisch: beiden
hebben een doelpunt voor de Roode Duivels
gemaakt, hetgeen als fouten moet aange
rekend worden. Halle verdedigde z'n doel
uitstekend. Hij heeft geen schuld aan de
doelpunten.
De Belgen beschikten over een goede ploeg.
Ze waren steeds in de meerderheid en het in
dividueel spel stond hooger dan dat der onzen
Toch mankeerde er veel aan de schotvaar
digheid der voorhoede, want de rust ging
slechts in met een 10 voordeel der Rood 2
Duivels en dat eene doelpunt maakte v. d.
Zalm.
Vandenbouwhede scoorde zes minuten na
rust het tweede doelpunt en toen kopte
Sinke den bal langs Somers. Nadat eenigen
tijd verloopen was maakte Noeth, de Belg.
middenvoor aio. 3 en daarop bracht Horsten
den stand op 41.
De Belgen hebben verdiend gewonnen,
maar zoo'n zware nederlaag heeft 't niet
behoeven te worden. Tenslotte kwam er nog
een terugreis met veel ellende naar Amster
dam, waar uw verslaggever 2 1/2 uur te laat
arriveerde, koud, koud, koudl
DAMMEN.
JUBILEUMWEDSTRIJDEN DAMCLUB
HAARLEM.
Woensdagavond zal in café Roodenberg
aan de Spekstraat de ned^rlaagwedstrijd
plaats vinden tusschen de eerste tientallen
der Damclub „Haarlem" en de Damvereeni-
ging „Gezellig Samenzijn" uit Amsterdam,
ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan der
Damclub Haarlem.
VELSEN'S KLACHTENBOEK
„Spaar de vogels".
Schrijver dezer regelen had het genoegen,
z'n jongensjaren door te brengen in een
Friesch stadje aan de zee In „ouderwetsche"
winters scheerden hongerige meeuwen langs
den zeedijk, op zoek naar een vischje of een
mossel, of naar afval van de kust- of stad
bewoners. De vogels waren zoo mak als lam
metjes. Gevolg van den honger natuurlijk.
De jeugd maakte daar aan den zeedijk
dikwijls op een wreede manier misbruik van
den honger van deze vogels. Het werd een
soort wintersport, de uitgehongerde dieren
te vangen met een aan een eind touw be
vestigden vischhoek met aas. Ze werden dan
wreedaardig doodgeslagen.en wegge
worpen.
We dachten dat dit wreede spel uit den
tijd was. Er is in de opvoeding van het jonge
geslacht sedert onze jeugd veel veranderd.
We kenden toen nog niet de bordjes: „Spaar
de vogels, behandel de dieren met zacht
heid". En de schoonheid der natuur, het le
ven der dieren was voor velen onzer een ge
sloten boek.
„Andere tijden, andere zeden" zegt het
spreekwoord. Andere tijden zijn gekomen
Maar heden ten dage, vernamen wij,
wordt dit wreede1 spel nog vertoond welis
waar niet meer zoo openlijk, maar thans
meer op afgelegen plaatsen, in de omgeving
van den sluisbouw. Dierenvrienden hebben
de jongens over dezen vogelmoord ernstig
gekapitteld.
Hiermede is het spel natuurlijk niet uit.
De jongens zullen er, zoodra ze de kans
schoon zien, mee voortgaan. En nog menige
argelooze vogel, die z'n gulzigheid wil bot
vieren aan 't verraderlijk stukje aas zal die
gulzigheid met een wreeden dood moeten
bekoopen.
Ouders en onderwijzers, helpt mede, dit
wreede spel uit de wereld te krijgen. Voor nu
en voor altijd!
S. B.
De bewaker kreeg een bekeuring
Groot is de verwoesting door den brand
aangericht in het welbekende Amsterdam-
sche theater „Flora". Mochten brandscherm
en regengordijn het tooneel al beschermen,
in de zaal bleef niets dan verkoold hout over,
gedekt door een dikke ijskorst van bevroren
bluschwater. Omstreeks één uur kon de
brandweer het blusschen staken, maai' nog
bijna een uur had men noodig, vóór de be
vroren brandslangen zoo ver waren opge
ruimd, dat het tramverkeer weer plaats kon
hebben.
Toen kort na het ontdekken van den brand
een inspecteur van politie en een agent een
der deuren hadden opengebroken vonden zij
den slapenden bewaker. De man was geheel
versuft. Aanvankelijk kon de politie geeu
woord uit hem krijgen, later vertelde hij,
dat hij om één uur en drie uur nog de ronde
had gedaan. In de Tel. lezen wij, dat de
nachtwaker bekeurd is wegens nalatigheid.
Volgens het blad zou Maandag-nacht een
werkman met een kaars een bevroren leiding
ontdooid hebben. Dit zal nader onderzocht
worden.
BLOEMENDAAL
BLOEMENDAALSCHE MONTESSORI
SCHOOL.
Voor bovengenoemde vereeniglng spreekt
a.s. Donderdag in het gebouw der Bloemen-
daalsche Schoolvereeniging de heer S. de
Vries, directeur van de Wilhelmina Catha-
rina School te Amsterdam voor leden en be
langstellenden over: de Montessori-methode.
IJMUIDEN.
DESERTEUR AANGEHOUDEN
Aan boord van het te IJmuiden binnenge
komen stoomschip „Karimata" is door de
gemeentepolitie op verzoek van de Kon.
Marine gearresteerd één der opvarenden, J.
V. genaamd, wegens desertie uit het Ned.
Indische leger. V. had voor zes jaar get.ee-
gend en was na twee jaar dienst te hebben
gedaan, gedeserteerd.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.
van Bontmantels, Mantels met bcit
gevoerd, Vossen, Moffen, Costumes
en Mantels. ■bmibiiiiii
iiniiiiiiiinnininiiiniiniiinininiiiiiiiiiniiniiiiiiuiimmflinmHifl!»
mmm
PERSONALIA
Ds. H. Holtrop te IJmuiden-Oost Is beroe
pen voor predikant bij de Gereformeerde
Kerk te Brussel.
DE SEINEN DER SEMAPHORE ONVOL-
DOENDE
Voor den Raad voor de scheepvaart werd
dezer dagen behandeld de zaak van de aan-
baring tusschen de stoomschepen Rijnland
en Karnak voor de sluit te IJmuiden op 29.
November 1928.
De hoofdinspecteur voor de scheepvaart,
vice-admiraal Fock, merkt op, dat z. i. de
aanvaring te wijten is aan het feit, dat de
seinen, die te IJmuiden voor de in- en uit
varende schepen gegeven worden, onvol
doende zijn. Volgens hem worden de roode
seinen van de semaphore getoond op 't
oogenblik dat een uitgaand schip buiten de
sluizen is. Dit zou eerder moeten geschieden.
HAARLEMMERMEER
DE WINTERTARWE
De vrees wordt gekoesterd, dat sommige
stukken van de in den Haariemmermeerpol-
der uitgezaaid wintertarwe niet goed door
den winter zuilen heenkomen, niet zoo zeer
als een gevolg van de strenge koude maar
van de enkele weken geleden telkens zoo
kort op elkander ingetreden verandering van
de weersgesteldheid, waardoor het land met
voor een goeden uitgroei van het gewas te
korte tusschenpoozen telkens nat werd en
dan weder bevroor, zoodat het water geen
voldoende gelegenheid had om weg te zak
ken en daardoor op sommige plaatsen het
uitgezaaide graan de kans loopt niet tot
wasdom te zullen komen. In hoeverre de ge
koesterde vrees al dan niet gegrind zal blij
ken te zijn, zal wel niet eerder met zekerheid
geconstateerd kunnen worden, dan bij intre
de van het voorjaar.
NIET DOORGEGAAN
Wegens ongesteldheid van den heer George
Robert te Haarlem, kon het orgelconcert, dat
door hem in de nieuwe Gereformeerde k?rk
te Hoofddorp zou worden gegeven, niet
doorgaan.
Naar het Engelsch van
H. A. VACHELL.
37)
IV.
Hazel's schreeuw wekte Samantlia die het
eerste moment dacht dat ze een nachtmerrie
had. Ze kwam overeind in bed om te luiste
ren. De deur var. George's kamer sloeg toe.
Toen hoorde ze een zachten, doffen bons.
Daarna niets meer.
Haar eerste gedachte was dat George zijn
vetten bok geschoten had. Waarschijnlijk had
hij de bouten naar huis gedragen.
Dat had hij wel eens meer gedaan. Het
lag voor de hand dat hij zijn buks in een
hoek zou zetten en het wild met een bons
op den grond zou laten vallen
Niettemin joeg het kille zwijgen dat volgde
Samantha angst aan. Ze kwam uit bed.
steeds gespannen luisterend. Ze deed de deur
open. Het lampje t randde nog op den over
loop. Ze zag dat Hazel's deur open was en
een moment later ontdekte ze dat de logeer
kamer leeg was.
De stilte werd benauwend. N'i werkten haar
gedachten met koortsige snelheid. Zc stelde
vast dat George nog niet terug was. Die gil
moest dus van Hazel gekomen zijn. Ze was
beneden alleen.
Maar wat deed ze in George's kamer, die
kamer waar nooit een vrouw binnenkwam,
die kamer van Blauwbaard, die reeds zoo
veel nieuwsgierige vragen had uitgelokt?
Plotseling raadde ze de waarheid of ten
minste een deel ervan. Haar instinct verried
het haar in een verblindenden flits. Hazel,
die wist dat George de heuvels was inge
gaan, had haar nieuwsgierigheid willen be
vredigen en er moest iets ontzettends ge
beurd zijn.
Wat?
Ze dacht dadelijk aan de slangen de eenige
bron van gevaar. Voor zoover zij wist kon
den er twee of arie in de reisdoos zijn. Als
Hazel het deksel opgelicht had zou een
slang die zich daarin bevona. onmiddellijk
probeeren te ontsnappen. Dikwijls genoeg had
ze George met de dieren zien omspringen,
dan drukte hij het deksel neet op een kron
kelenden kop, die dan dadelijk teruggetrok
ken werd. Ze veronderstelde dat Hazel zeker
in de groene doos gekeken had; toen had
zich een slang vertoond; ze had geprobeerd
het deksel te sluiten en was gebeten. Toen
had ze gegild. Wat kon er daarna gebeurd
zijn? Zij was dan natuurlijk uit de kamer
gevlucht, en had de deur achter zich dicht
geslagen. Toen ze eenmaal veilig buiten de
kamer was, was de reactie niet uitgebleven.
Een meisje als Hazel was natuurlijk flauw
gevallen, niet door den beet, maar van angst
en door den zenuwschok. Samantha's vlugge
verbeelding had een ander feit gegrepen.
Ze was er zeker van dat Hazel bewusteloos
beneden in den gang lag. En daar zou ze
blijven liggen, terwijl een doodelijk vergif
door haar aderen sloop. Als ze niet meer dan
één beet had gekregen, bijvoorbeeld in de
hand, dan zou ze gered kunnen worden als
er vlug ingegrepen werd. De eerste hulp
was eenvoudig. Fr moest een knellend ver
band gelegd worden boven den beet. De ge
beten plek moest worden adergelaten en ver
volgens moest de wond uitgezogen worden.
Als dat gebeurd was, lag de uitkomst bij den
dokter en bij God. Samantha begon te tril
len.
Ze had zoo juist iets verscheurends be
leefd, dat haar in wanhoop had achterge
laten. Ze had den man dien ze liefhad, ge
zien in de armen van het meisje dat ze
haatte. De verleiding besloop haar, evenals
ze Hazel beslopen had, maar met veel grooter
kracht.
Ze zei wanhopig tegen zichzelf dat ze toch
immers niet wist wat er beneden eigenlijk
gebeurd was. Hazel was uit eigen vrijen wil
iii George's kamer gaan snuffelen. Nu moest
ze de straf ook maar dragen.
Ze deed een paar stappen terug in de
richting van haar kamer. Toen stond ze weer
stil. Ze was te eerlijk om zichzelf wat wijs
te maken. Als ze weer naar bed ging, dan ging
ze met de vaststaande bedoeling om Hazel te
laten omkomen.
Ze zag de dingen eerlijk onder de oogen
En toch was er maar heel weinig tijd
verloopen.
Er was misschien niet meer dan een halve
minuut voorbij gegaan, sinds Samantha was
wakker geworden.
Laat ze maar doodgaan! fluisterde
Samantha.
Het geluid van haar eigen stem, die kalm
een doodvonnis uitsprak, bracht haar tot
zichzelf. Ze holde de trap af.
In het zilveren maanlicht lag een ge
kreukelde massa, van wat glinsterende zijde
bleek te zijn.
HOOFDSTUK XIV.
Samantha.
Samantha tilde het bewustelooze meisje
half op en liet haar in zittende houding
tegen den muur leunen. Onder Samantha's
onzachte bewegingen kwam Hazel weer bij
Ze opende de oogen en zuchtte. Toen, ziende
dat Samantha haar onderzoekend aankeek,
begon ze over a; haar leden te beven.
Wat is er gebeurd?
O! Die slangen! Ik ben gebeten, ik ben
gebeten!
Waar?
Hazel stak haar voet uit. Op de mooi ge
welfde wreef hing een druppel bloed, die de
spelde-prik kleine gaatjes verborg.
Samantha haalde diep adem. Dus het was
waar! Als dit domme stadsmeisje stierf, zou
misschien George voor haar niet verloren
zijn! Zij was sterk genoeg, aantrekkelijk ge
noeg en bovendien was haar liefde zoo groot!
Zij zou hem zeker wel terug winnen! Wel,
die mooie pop moest dan maar doodgaan,
de sterkste moest zegevieren!
Ze staarde naar dien druppel bloed, die
donker afstak. Als de kleur warm rood, als
het slagaderlijk bloed was geweest, dan had
niets ter wereld Hazel kunnen redden, dat
wist Samantha.
Haar tweede strijd was even sooedig uit
gestreden, als de eerste. Samantha nam een
punt van haar stevige nachtjapon en scheur
de er een reep stof af.
Zit stil! commandeerde zij.
Heel vlug wikkelde ze den !ap om het been
boven den fijnen enkel. Toen vloog ze naar
de keuken en Kwam met eert ijzeren pen
terug. Ze haalde nu het verband zoo vast
aan, dat Hazel begon te protest eeren.
Hou op. me' dat geblèr' snauwde Sa
mantha. Je zult nog wel anders piepen, voor
we klaar zijn!
Opnieuw vloog ze naar de keuken. Hazel
sloot de oogen, iot ze den schijn van een
kaars onder haar oogleden voelde dringen.
(Wordt vervolgd.)