WEILL ZOON SCHAATSENRIJDEN. '©PISiyflMlIMS DE ELFSTEDENTOCHT DOOR FRIESLAND. VOETBAL UIT DE OMSTREKEN DE BRAND IN „FLORA" TE AMSTERDAM BARTEL JORISSTRAAT 26-28 FEUILLETON Het Meisje uit de Stad HAARLFM'S DAGBLAD WOENSDAG 13 FEBRUARI 1929 SPORT EN SPEL DE LEEUWARDER LEEMBURG OVERWINNAAR. In aansluiting aan onze uitvoerige tele fonische mededee.ingen uit de elf steden in Friesland, waar dinsdag de groote schaats tocht heeft plaats gehad, velgen hier nog eenige bijzonderheden die we aan de N.R.C. ontleenen: Door Stavoren. De doortocht te Stavoren geeft aan den wedstrijd een zeer interessant beeld. Voor op, maar alleen, gaat nog steeds Leemburg doch deze wordt na drie minuten gevolgd door twee rijders, te weten Westra en U. Stienstra, die reeds één minuut op hem ge wonnen hebben en vermoedenjk nu zij hem op de meren op de rechte banen beter kunnen zien, wel te pakken zullen krijgen. Doch achter dit tweetal jaagt een groep van 4 rijders, te weten Pronk Jongert, van der Heide en Meyerink, die op een groep van twee man, die voor hen liggen, negen mi nuten verschillen. Zooals men weet gaat het bij dezen Oostenwind van Stavoren naar Leeuwarden recht tegen den wind in. Er liggen nog ongeveer 75 kilometer voor den boeg en begrijpelijkerwijze zullen Westra en Stienstra telkens overnemen, terwijl het viertal natuurlijk ook steeds zal wisselen en tegen den wind in zonder op te leggen tel kens een anderen vóórrijder hebben. Te Sloten komt het bericht, dat de wed strijd een totaal anderen stand heeft ge kregen. Met uitzondering van Leemburg een 30-jarige gardenier, die tevens een bouw stoffen handel heeft in de nabijheid van Leeuwarden en cie sedert jaren bekend is als een buitengewoon kloek en stoer rijder, doch geen hardrijder die de leiding en een voorsprong van 14 minuten heeft. Groot nieuws is dat Pronk bij de Galemadammen tengevolge van de hevige koude is uitgeval len. Hij heeft zich per autobus naar Sloten begeven, waar hij als assistent van Jongert optreedt. Jongert. die als tweede te Sloten binnenkwam, wor.it hier door Pronk gemas seerd. De twee Noord-Hollanders combi neeren dus in dit opzicht voort, want de hulp van Pronk aan Jongert bewijst, dat Pronk er alles op zet om Jongert aan de overwin ning te helpen. Opgemerkt werd nog, dat Leemburg, zeer frisch was. In Leeuwarden, bij de finish, begint zich reeds veel publiek te verzamelen. Het is de vraag of Jongert, die op zijn beurt opge dreven wordt door van der Heide, Leemburg op het laatste stuk van 50 K.M. nog zal weten te bereiken. Een brandend kind het leven gered. Een der deelnemers aan den wedstrijd, wiens naam op dit moment niet bekend is. heeft tusschen Leeuwarden en Dokkum een kind het leven gered. Een meisje, dat in brand stond, vluchtte gillend uit een huis en snelde in vlammen gehuld het ijs op. Geen der dorpelingen wist wat hij moest doen doch onze hardrijder spurtte naar het kind, trok zijn buis uit en met dit buis en zijn rug zak bluschte hij de vlammen om daarna zijn rit te vervolgen. Te Sneek. De eerstaengakomene te Sneek was Leem burg om 2 uur 55; tweede Jongert om 2 uur 58. Uit Sneek wordt bericht, dat Leemburg te 2.55 uit Sneek is vertrokken. Daar de af stand SneekLeeuwarden ongeveer 25 K.M. bedraagt wordt zijn aankomst te Leeuwarden verwacht enkele minuten over vieren. Jongert heeft eenige minuten op hem in- geloopen. De strijd is dus zeer spannend en het is nog dubieus of Leemburg winnen zal, want in de 25 K.M. die nog moeten worden afgelegd, kan Jongert nog inloopen en kan er nog een en ar der gebeuren. Uit Sneek te Leeuwarden nader binnen gekomen berichten geven aan. dat Jongert slechts drie minuten na Leemburg uit Sneek is vertrokken, zoodat hij op het traject SlotenSneek elf minuten op Lpemburg is in- •geloopen en het dus vermoedelijk Jongert zal zijn, die op het laatste stuk wint. Zooals reeds bericht, vertrok Leemburg om. 2.55 uit Sneek, Jongert om 2.58, Westra om 3.16 en van der Heiden cm 3.17. Er valt op liet rijden van Leemburg niets af te dingen, want het is buitengewoon ener giek, maar hier komen berichten binnen, dat Jongert en Prcnk hun kostbaren voor sprong in de buurt van Menaldum dodr het volgen van een verkeerde baan totaal heb ben verloren. Daarin moet de verklaring worden gezocht, dat zij die zoo'n grooten voorsprong hadden, plotseling naar een achterste plaats moesten verhuizen. Algemeen wordt aangenomen, dat, het Jongert zal zijn aie in de laatste tien kilo meter Leemburg zal weten te bereiken. Het is echter riskant, dit als zeker aan te nemen, want het laatste gedeelte heeft zeer slecht ijs, waarop de rijders niet dan langzaam kunnen vorderen. Leemburg wint. Tenslotte wordt uit Leeuwarden gemeld. Leemburg heeft gewonnen, hij arriveerde te Leeuwarden 4.23, Jongert volgde op enkele minuten, beiden waren zeer vermoeid. De prijsuitreiking. Omstreeks half elf had in „de Harmonie" de prijsuitdeeling plaats, welke werd bijge woond door den Commissaris der Koningin in Friesland en cloor den burgemeester, die 's ochtends bij den start ook reeds van zijn belangstelling had doen blijken. De uitslag van den wedstrijd Van den wedstrijd laten wij voorloopig deze uitslagen volgen: 1. K. Leemburg, aankomst 4.27 uur; 2. Jongert 4.35 u.; 3. G. Westra. 5.06 u.; 4. S. v. d. Heide J&LO u.; 5. S. Dijkstra 5 56 u.; 6. W. MeijerinR 5.56 u.; 7. S. Kooistra, 6.05 u.; 8. v. d. Duin 6.10 u.; 9. U. Stienstra 6.15 u.; 10 C. Stienstra 6.15 u; 11. T. Draaisma 6.25 u.; 12. A. v. Beekum 6.38 u.; 13. E. Roelfse- ma 6.52 u.; 14. U Kalsbeek 7.00 u.; 15. T. Dijkstra 7.05 u.; 16. IJ. Veerland 7.06 u.: 17. M. Hoekstra 7.06 u.; 18. G. Wieberdink 7.13 u. ZWALUWEN-ROODE DUIVELS. Een 41 nederlaag der Neder landers. Een wedstrijd bij 14 graden vorst. (Van een bijzonderen verslaggever). Brussel, 12 Febr. Omstandigheden als waaronder heden de wedstrijd tusschen Roode Duivels en Zwa luwen is doorgegaan, hebben zich nog nooit voorgedaan en we gelooven ock niet, dat die zich nogmaals zullen voordoen Op een kei hard terrein met 14 graden vorst is er een wedstrijd op Vasten Dinsdag gespeeld. Zes weken lang zijn er in Nederland geen wed strijden gespeeld, maar nu het hier gold een „internationale", kijk, nu mochten de Neder- landsche spelers plotseling wel op hard be vroren grond voetballen. Alsof dan het ge vaar voorbij was. De Zwaluwen hebben op deze reis veel pech gehad door den ontwrichten treinen loop als gevolg van de vorst. Maandagavond uit Amsterdam en andere plaatsen vertrok ken arriveerden de Nederlandsche spelers eerst des nachts half vier te Brussel en den volgenden dag om half drie reeds ipoesten ze spelen tegen de Roode Duivels op het ter rein van de Union St. Gilloise. Het gevolg was dus, dat de jongens reeds om twaalf uur uit de veeren moesten. Neem daarbij het feit, dat ze in geen zes a zeven weken gespeeld hadden, dan is het duidelijk, dat van „goede conditie" niet veel sprake kon zijn. Weliswaar had men het terrein van de Union geheel met zand bestrooid, maar veel minder hard werd het er niet door en na den wedstrijd klaagden dan ook vele spelers over schrammen en builen. Ondanks groote koude waren nog zeker zeven duizend toeschouwers aanwezig toen scheidsrechter Baert affloot en we twee keeren drie kwartier pogingen deden de notities op papier te zetten. Alle factoren waren tegen de Zwaluwen (die geen zomer hebben gemaakt al waren ze met hun elven) en het is dus vrij logisch dat de Roode Duivels, die steeds op. bevroren gronden zijn blijven spelen er.goede nachtrust hebben genoten het beste deel van het spel hebben gehad. Als team klopte het onze, (bestaande uit: doel: Halle; achter: v. d. Zalm en Horsten; midden: Scheffers, Halle en Breitner en vóór: v.Gelder, Jansen,Bakhuijs, Sinke, en de Natris) geheel niet,'omdat de samenhang miste en de tegenpartij veel beter was en het beetje samenspel door goed ingrijpen om hals bracht. In de voorhoede beging Jansen vaak de fout te veel achter te blijven, waardoor van Gelder z'n binnenspeler te veel miste. Bovendien hebben we van Jansen slechts weinig goede schoten gezien. Hij ging daarin niet veel den weg uit voor Bakhuijs, die eveneens geen enkel gevaarlijk schot heeft gelost en vrijwel niets bijzonders heeft ge daan. Sinke kreeg vooral in de tweede helft toen de Roode Duivels waarlijk nog veel meer meerderheid demonstreerden dan voor de rust, eenige goede kansen, doch hij kon slechts één keer door een kopbal uit een voorzet van Van Gelder scoren. De Natris heeft den gcheelen wed- strijd op zijn lauweren gerust, daar, zoo als nij later vertelde, de griep hem te pak ken had. Van de middenlinie kan met lof worden gesproken, daar deze bard heeft ge werkt, zij 't niet a.tijd even soepel. Scheffers en Breitner zijn harde werkers, maar de fijne puntjes ma?jkeeren. Tenslotte de ver dediging: Horsten en v. d. Zalm hadden geen slechte Belgische voorhoede tegenover zich en ze werden nogal eens gepasseerd. Niettemin hebben ze goed gewerkt. Van der Zalm beter dan Horsten. Maar typisch: beiden hebben een doelpunt voor de Roode Duivels gemaakt, hetgeen als fouten moet aange rekend worden. Halle verdedigde z'n doel uitstekend. Hij heeft geen schuld aan de doelpunten. De Belgen beschikten over een goede ploeg. Ze waren steeds in de meerderheid en het in dividueel spel stond hooger dan dat der onzen Toch mankeerde er veel aan de schotvaar digheid der voorhoede, want de rust ging slechts in met een 10 voordeel der Rood 2 Duivels en dat eene doelpunt maakte v. d. Zalm. Vandenbouwhede scoorde zes minuten na rust het tweede doelpunt en toen kopte Sinke den bal langs Somers. Nadat eenigen tijd verloopen was maakte Noeth, de Belg. middenvoor aio. 3 en daarop bracht Horsten den stand op 41. De Belgen hebben verdiend gewonnen, maar zoo'n zware nederlaag heeft 't niet behoeven te worden. Tenslotte kwam er nog een terugreis met veel ellende naar Amster dam, waar uw verslaggever 2 1/2 uur te laat arriveerde, koud, koud, koudl DAMMEN. JUBILEUMWEDSTRIJDEN DAMCLUB HAARLEM. Woensdagavond zal in café Roodenberg aan de Spekstraat de ned^rlaagwedstrijd plaats vinden tusschen de eerste tientallen der Damclub „Haarlem" en de Damvereeni- ging „Gezellig Samenzijn" uit Amsterdam, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan der Damclub Haarlem. VELSEN'S KLACHTENBOEK „Spaar de vogels". Schrijver dezer regelen had het genoegen, z'n jongensjaren door te brengen in een Friesch stadje aan de zee In „ouderwetsche" winters scheerden hongerige meeuwen langs den zeedijk, op zoek naar een vischje of een mossel, of naar afval van de kust- of stad bewoners. De vogels waren zoo mak als lam metjes. Gevolg van den honger natuurlijk. De jeugd maakte daar aan den zeedijk dikwijls op een wreede manier misbruik van den honger van deze vogels. Het werd een soort wintersport, de uitgehongerde dieren te vangen met een aan een eind touw be vestigden vischhoek met aas. Ze werden dan wreedaardig doodgeslagen.en wegge worpen. We dachten dat dit wreede spel uit den tijd was. Er is in de opvoeding van het jonge geslacht sedert onze jeugd veel veranderd. We kenden toen nog niet de bordjes: „Spaar de vogels, behandel de dieren met zacht heid". En de schoonheid der natuur, het le ven der dieren was voor velen onzer een ge sloten boek. „Andere tijden, andere zeden" zegt het spreekwoord. Andere tijden zijn gekomen Maar heden ten dage, vernamen wij, wordt dit wreede1 spel nog vertoond welis waar niet meer zoo openlijk, maar thans meer op afgelegen plaatsen, in de omgeving van den sluisbouw. Dierenvrienden hebben de jongens over dezen vogelmoord ernstig gekapitteld. Hiermede is het spel natuurlijk niet uit. De jongens zullen er, zoodra ze de kans schoon zien, mee voortgaan. En nog menige argelooze vogel, die z'n gulzigheid wil bot vieren aan 't verraderlijk stukje aas zal die gulzigheid met een wreeden dood moeten bekoopen. Ouders en onderwijzers, helpt mede, dit wreede spel uit de wereld te krijgen. Voor nu en voor altijd! S. B. De bewaker kreeg een bekeuring Groot is de verwoesting door den brand aangericht in het welbekende Amsterdam- sche theater „Flora". Mochten brandscherm en regengordijn het tooneel al beschermen, in de zaal bleef niets dan verkoold hout over, gedekt door een dikke ijskorst van bevroren bluschwater. Omstreeks één uur kon de brandweer het blusschen staken, maai' nog bijna een uur had men noodig, vóór de be vroren brandslangen zoo ver waren opge ruimd, dat het tramverkeer weer plaats kon hebben. Toen kort na het ontdekken van den brand een inspecteur van politie en een agent een der deuren hadden opengebroken vonden zij den slapenden bewaker. De man was geheel versuft. Aanvankelijk kon de politie geeu woord uit hem krijgen, later vertelde hij, dat hij om één uur en drie uur nog de ronde had gedaan. In de Tel. lezen wij, dat de nachtwaker bekeurd is wegens nalatigheid. Volgens het blad zou Maandag-nacht een werkman met een kaars een bevroren leiding ontdooid hebben. Dit zal nader onderzocht worden. BLOEMENDAAL BLOEMENDAALSCHE MONTESSORI SCHOOL. Voor bovengenoemde vereeniglng spreekt a.s. Donderdag in het gebouw der Bloemen- daalsche Schoolvereeniging de heer S. de Vries, directeur van de Wilhelmina Catha- rina School te Amsterdam voor leden en be langstellenden over: de Montessori-methode. IJMUIDEN. DESERTEUR AANGEHOUDEN Aan boord van het te IJmuiden binnenge komen stoomschip „Karimata" is door de gemeentepolitie op verzoek van de Kon. Marine gearresteerd één der opvarenden, J. V. genaamd, wegens desertie uit het Ned. Indische leger. V. had voor zes jaar get.ee- gend en was na twee jaar dienst te hebben gedaan, gedeserteerd. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. van Bontmantels, Mantels met bcit gevoerd, Vossen, Moffen, Costumes en Mantels. ■bmibiiiiii iiniiiiiiiinnininiiiniiniiinininiiiiiiiiiniiniiiiiiuiimmflinmHifl!» mmm PERSONALIA Ds. H. Holtrop te IJmuiden-Oost Is beroe pen voor predikant bij de Gereformeerde Kerk te Brussel. DE SEINEN DER SEMAPHORE ONVOL- DOENDE Voor den Raad voor de scheepvaart werd dezer dagen behandeld de zaak van de aan- baring tusschen de stoomschepen Rijnland en Karnak voor de sluit te IJmuiden op 29. November 1928. De hoofdinspecteur voor de scheepvaart, vice-admiraal Fock, merkt op, dat z. i. de aanvaring te wijten is aan het feit, dat de seinen, die te IJmuiden voor de in- en uit varende schepen gegeven worden, onvol doende zijn. Volgens hem worden de roode seinen van de semaphore getoond op 't oogenblik dat een uitgaand schip buiten de sluizen is. Dit zou eerder moeten geschieden. HAARLEMMERMEER DE WINTERTARWE De vrees wordt gekoesterd, dat sommige stukken van de in den Haariemmermeerpol- der uitgezaaid wintertarwe niet goed door den winter zuilen heenkomen, niet zoo zeer als een gevolg van de strenge koude maar van de enkele weken geleden telkens zoo kort op elkander ingetreden verandering van de weersgesteldheid, waardoor het land met voor een goeden uitgroei van het gewas te korte tusschenpoozen telkens nat werd en dan weder bevroor, zoodat het water geen voldoende gelegenheid had om weg te zak ken en daardoor op sommige plaatsen het uitgezaaide graan de kans loopt niet tot wasdom te zullen komen. In hoeverre de ge koesterde vrees al dan niet gegrind zal blij ken te zijn, zal wel niet eerder met zekerheid geconstateerd kunnen worden, dan bij intre de van het voorjaar. NIET DOORGEGAAN Wegens ongesteldheid van den heer George Robert te Haarlem, kon het orgelconcert, dat door hem in de nieuwe Gereformeerde k?rk te Hoofddorp zou worden gegeven, niet doorgaan. Naar het Engelsch van H. A. VACHELL. 37) IV. Hazel's schreeuw wekte Samantlia die het eerste moment dacht dat ze een nachtmerrie had. Ze kwam overeind in bed om te luiste ren. De deur var. George's kamer sloeg toe. Toen hoorde ze een zachten, doffen bons. Daarna niets meer. Haar eerste gedachte was dat George zijn vetten bok geschoten had. Waarschijnlijk had hij de bouten naar huis gedragen. Dat had hij wel eens meer gedaan. Het lag voor de hand dat hij zijn buks in een hoek zou zetten en het wild met een bons op den grond zou laten vallen Niettemin joeg het kille zwijgen dat volgde Samantha angst aan. Ze kwam uit bed. steeds gespannen luisterend. Ze deed de deur open. Het lampje t randde nog op den over loop. Ze zag dat Hazel's deur open was en een moment later ontdekte ze dat de logeer kamer leeg was. De stilte werd benauwend. N'i werkten haar gedachten met koortsige snelheid. Zc stelde vast dat George nog niet terug was. Die gil moest dus van Hazel gekomen zijn. Ze was beneden alleen. Maar wat deed ze in George's kamer, die kamer waar nooit een vrouw binnenkwam, die kamer van Blauwbaard, die reeds zoo veel nieuwsgierige vragen had uitgelokt? Plotseling raadde ze de waarheid of ten minste een deel ervan. Haar instinct verried het haar in een verblindenden flits. Hazel, die wist dat George de heuvels was inge gaan, had haar nieuwsgierigheid willen be vredigen en er moest iets ontzettends ge beurd zijn. Wat? Ze dacht dadelijk aan de slangen de eenige bron van gevaar. Voor zoover zij wist kon den er twee of arie in de reisdoos zijn. Als Hazel het deksel opgelicht had zou een slang die zich daarin bevona. onmiddellijk probeeren te ontsnappen. Dikwijls genoeg had ze George met de dieren zien omspringen, dan drukte hij het deksel neet op een kron kelenden kop, die dan dadelijk teruggetrok ken werd. Ze veronderstelde dat Hazel zeker in de groene doos gekeken had; toen had zich een slang vertoond; ze had geprobeerd het deksel te sluiten en was gebeten. Toen had ze gegild. Wat kon er daarna gebeurd zijn? Zij was dan natuurlijk uit de kamer gevlucht, en had de deur achter zich dicht geslagen. Toen ze eenmaal veilig buiten de kamer was, was de reactie niet uitgebleven. Een meisje als Hazel was natuurlijk flauw gevallen, niet door den beet, maar van angst en door den zenuwschok. Samantha's vlugge verbeelding had een ander feit gegrepen. Ze was er zeker van dat Hazel bewusteloos beneden in den gang lag. En daar zou ze blijven liggen, terwijl een doodelijk vergif door haar aderen sloop. Als ze niet meer dan één beet had gekregen, bijvoorbeeld in de hand, dan zou ze gered kunnen worden als er vlug ingegrepen werd. De eerste hulp was eenvoudig. Fr moest een knellend ver band gelegd worden boven den beet. De ge beten plek moest worden adergelaten en ver volgens moest de wond uitgezogen worden. Als dat gebeurd was, lag de uitkomst bij den dokter en bij God. Samantha begon te tril len. Ze had zoo juist iets verscheurends be leefd, dat haar in wanhoop had achterge laten. Ze had den man dien ze liefhad, ge zien in de armen van het meisje dat ze haatte. De verleiding besloop haar, evenals ze Hazel beslopen had, maar met veel grooter kracht. Ze zei wanhopig tegen zichzelf dat ze toch immers niet wist wat er beneden eigenlijk gebeurd was. Hazel was uit eigen vrijen wil iii George's kamer gaan snuffelen. Nu moest ze de straf ook maar dragen. Ze deed een paar stappen terug in de richting van haar kamer. Toen stond ze weer stil. Ze was te eerlijk om zichzelf wat wijs te maken. Als ze weer naar bed ging, dan ging ze met de vaststaande bedoeling om Hazel te laten omkomen. Ze zag de dingen eerlijk onder de oogen En toch was er maar heel weinig tijd verloopen. Er was misschien niet meer dan een halve minuut voorbij gegaan, sinds Samantha was wakker geworden. Laat ze maar doodgaan! fluisterde Samantha. Het geluid van haar eigen stem, die kalm een doodvonnis uitsprak, bracht haar tot zichzelf. Ze holde de trap af. In het zilveren maanlicht lag een ge kreukelde massa, van wat glinsterende zijde bleek te zijn. HOOFDSTUK XIV. Samantha. Samantha tilde het bewustelooze meisje half op en liet haar in zittende houding tegen den muur leunen. Onder Samantha's onzachte bewegingen kwam Hazel weer bij Ze opende de oogen en zuchtte. Toen, ziende dat Samantha haar onderzoekend aankeek, begon ze over a; haar leden te beven. Wat is er gebeurd? O! Die slangen! Ik ben gebeten, ik ben gebeten! Waar? Hazel stak haar voet uit. Op de mooi ge welfde wreef hing een druppel bloed, die de spelde-prik kleine gaatjes verborg. Samantha haalde diep adem. Dus het was waar! Als dit domme stadsmeisje stierf, zou misschien George voor haar niet verloren zijn! Zij was sterk genoeg, aantrekkelijk ge noeg en bovendien was haar liefde zoo groot! Zij zou hem zeker wel terug winnen! Wel, die mooie pop moest dan maar doodgaan, de sterkste moest zegevieren! Ze staarde naar dien druppel bloed, die donker afstak. Als de kleur warm rood, als het slagaderlijk bloed was geweest, dan had niets ter wereld Hazel kunnen redden, dat wist Samantha. Haar tweede strijd was even sooedig uit gestreden, als de eerste. Samantha nam een punt van haar stevige nachtjapon en scheur de er een reep stof af. Zit stil! commandeerde zij. Heel vlug wikkelde ze den !ap om het been boven den fijnen enkel. Toen vloog ze naar de keuken en Kwam met eert ijzeren pen terug. Ze haalde nu het verband zoo vast aan, dat Hazel begon te protest eeren. Hou op. me' dat geblèr' snauwde Sa mantha. Je zult nog wel anders piepen, voor we klaar zijn! Opnieuw vloog ze naar de keuken. Hazel sloot de oogen, iot ze den schijn van een kaars onder haar oogleden voelde dringen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 12