AAN ONZE WEEK ABONNÉS AGENDA DATUMSTUKJES Nog steeds brandt het Leidsche Stadhuis Zal de kluis het houden? 46e Jaargang No. 14002 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Woensdag 13 Februari 1929 HAARLEM S DAGBLAD DIRECTEURENJ. C PEEREBOOM EN P. W. PEEREBOOM UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER HOOFDREDACTEURi ROBERT PEEREBOOM ABONNEMENTEN: per week f 0.27)4, met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.32 Per 3 maanden: Haarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der gemeente) f 3-57V4. Franco per post door Nederland f 3.87V$. Losse nummers f 0.06. Geill. Zondagsblad per 3 maanden 1 0.57H» franco p. post Bureaux Groote Houtstraat 93 DrukkerijZuider Buitenspaarne 12 Telefoon Nos.Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122, 12713 Postgiro No. 38810 ADVERTENT1EN: 1-5 regels I t.75, elke regel meer f 035. Reclames 10.60 per regel. Reductie bij abonnement Annonces van Vraag en Aanbod 1-4 regels 10.60, elke regel meer 10.15 buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentjes (Woensdag en Zaterdag) 1-4 regels f 0.25. elke regel meer 10.10 Gratis Ongevallenverzekering voor Weekabonnés. Uitkeeringen: Levenslange ongeschiktheid en Overlijden 1 600.-, Verlies van Hand, Voet ol Oog 1 400.-. Duim 250.-, Wijsvinger f 150.-, Elke andere vinger I 50.-, Arm- of Beenbreuk 100.. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWAALF BLADZIJDEN. EERSTE BLAD Wij vestigen er de aandacht op dat de courantenbezorgers verplicht zijn op Woensdag de abonnementsgelden af te I rekenen, ook van die abonnementen j waarvoor zij het abonnementsgeld nog 1 niet hebben ontvangen. De bezorgers zijn niet verplicht abonnementsgeld te goed te houden. Wij roepen daarom 3 gaarne de welwillende medewerking in j van hen die per weck geabonneerd zijn, j| om door betaling op Maandag of Dins- dag vlotte afrekening mogelijk te maken DE ADMINISTRATIE tiiiiiiiiiiiiitiinnMttiiiiiiiiiiuuiiiuiniii WOENSDAG 13 FEBRUARI Stadsschouwburg: Compagnie Gaston Baty ,T ,p Malade Imaginaire", 8 uur. RemonstrantenhuisRozekruisersgenoot- schap J. Leene: „Het Rozekruisersoccultisme en de nieuwe Wereldleeraar". 8 uur. Cinema Palace: „Het laatste Commando". 2.30 en 8 uur. Luxor Theater: „Krassin, het witte Ge heim"; „Hulpkreten in het Luchtruim". 2.30 en 8 uur. Rembrandt Theater: „Haar vier Jongens". Tooneel: The Sarattos Troupe. 79; 9.15 11.15 uur. Matinée 2.30 uur. Standaard Theater: „De klokkenluider van de Notre-Dame"; „De jacht op wilde Paar den", 8 uur. Matinée 2.30 uur. DONDERDAG 14 FEBRUARI Stadsschouwburg: Nieuw Rott. Tooneel en Heyermansensemble (Willem v. d. Veer en Frits Tartaud) „De opgaande Zon". 8 uur. Gem. Concertzaal: Ledenconcert H. O. V. o. 1. v. Ed. v. Beinum. Sepha v. Beinum—Jan sen, viool. 8.15 uur. Schouwburg Jansweg: Münchener Ma rionettentheater (Paul Brann) „Der kleine und der grosse Klaus" 3.30 uur. „Wasif und Akif", 8.15 uur. Bioscoopvoorstellingen. Haarlem, 13 Februari. Brand in Gouda. Het zou onhartelijk zijn om het geval van den brand in Gouda maar van éen kant, na melijk den komischen, te bekijken. Er zijn immers wel diefstallen gepleegd in politie- bureaux en paleizen van justitie. Daarmee kan een brand in een brandweerkazerne wel op éen lijn gesteld worden. Ook moeten wij ons even verplaatsen in de gevolgen, die deze ramp ongetwijfeld voor het koene Goudsche brandweerkorps zal hebben, ja: natuurlijk al heeft. In alle brandweerkazer nes van Nederland wordt er om gelachen. Je kunt je dat zoo voorstellen. Er worden „heele goede" op gedebiteerd. Ook kan ik me zoo voorstellen dat op ditzelfde moment de een of andere revueschrijver bezig is om, met een gnuif en een grinnik, een welge slaagd tooneel aan zijn onsamenhangend meesterwerk toe te voegen, 'n Tooneel waar in het brandweerkorps van Gouda, dat den nacht aangenaam passeerde op het plaatse lijke bal-masqué, plotseling in de meest-fan tastische costums toesnelt tot redding van „August de Domme", in rook en vlammen gehuld. Welk een onderwerp! Kan het mooier? De revueschrijver hoeft zijn fantaisie niet eens af te pijnigen, want het décor, de costumes, de namen zelfs worden al door de feiten op geleverd. De aloude stoomspuit, die zooiets als het „moederschip" van de Goudsche brandweer was en zielig in de vlammen om kwam, droeg inderdaad den bijnaam August de Domme". Het past ideaal bij een bal-masqué en bij zoo'n brand. Daarbij heet de opperbrandmeester Nugteren, en zijn ad judant is J. C. den Boer, bekend zwemmer en internationaal waterpolospeler. Deze leidde het blusschlngswerk in smoking geen ontoepasselijke dracht bij een brand maar kon er aanvankelijk niet in slagen om genoeg water te vinden in de modderige Haven Het lijkt niet buitengewoon slim van het gemeentebestuur van Gouda, dat het zijn brandweermateriaal had gekazerneerd in het gebouw van Openbare Werken, waarin ook een hout-opslagplaats, een montage werkplaats en een smederij gevestigd waren. Je zou zoo zeggen: dat moet op den duur wel eens misloopen. De brand begon in de montagewerkplaats, waarop de van het bal terugkeerende Pier rots, Harlequins en Lohengrins. geholpen door éen politie-agent van wien men ver zekert dat het een echte was er in slaag den om uit de brandweerkazerne het kleine motorspuitje, dat achter een Fordje gesleept pleegt te worden, te redden. Maar „August de Domme" en de Magirusladder konden niet gauw genoeg naar buiten gebracht worden, en vatten weldra vlam. Daarop haalde men de motorspuit van de Plateelfabriek, die net zoo klein is als het geredde exemplaar van de gemeente, maar deze bleek bevroren. Toen het ding eindelijk ontdooid was, had men daartoe blijkbaar te krachtdadige middelen aangewend, want het vatte wellicht in sympathie met August den Domme zonder verwijl óok vuur. Wei nig dingen schijnen in Gouda zoo brand baar te zijn als het materiaal van de brand weer. Gelukkig bleek de motorsproeiwagen van de gemeente ook bruikbaar als spuit, maar om vijf uur werd de toestand dermate ernstig dat een krijgsraad besloot om Rot terdam's hulp in te roepen. Het „dappere kleine spuitje" en de sproeiwagen konden het samen niet meer bijboksen. Motorspuit nummer zeven uit Rotterdam raakte in vertraging door een weerbarstig koppel koeien wat doen die in deze dagen ook 's nachts op een straatweg maar arri veerde toch tegen zessen in Gouda, werd er met bewondering ontvangen, hetgeen je je zonder moeite kunt voorstellen, en hielp ten slotte den brand blusschen. Om halfacht gaf, naar ik in het Dagblad van Rotterdam lees, het dappere kleine motorspuitje van Gouda den geest. Moge dit niet beduiden dat het tenslotte óok verbrand is, want dan heeft de Goudsche brandweer op dit moment niets meer over dan den motorsproeiwagen. De bevolking schijnt het verlies van het gebouw van Openbare Werken niet diep te betreuren, en nog minder dat van August de Domme. En de schade van een ton wordt door de verzekering gedekt. Laat ons voor de gemeente hopen, dat de assurantiemaat schappij geen chicanes zal maken over de omstandigheid, dat het brandweermateriaal onder éen dak huisde met een houtopslag plaats, een smederij en een montagewerk plaats. Hopelijk is het een goedige maat schappij. Maar als ik er directeur van was. Enfin, dat is mijn zaak niet. Den revueschrijver wensch ik gaarne suc ces. En eventueele vertegenwoordigers van de Goudsche brandweer, die het korps zullen moeten vertegenwoordigen bij komende brand weer-jubilea enzoovoorts in andere plaatsen, wensch ik sterkte. Nog wordt gemeld dat al het materiaal voor de komende Kamerverkiezingen stemhokjes, stembussen en al de paperasse- rie is verbrand, hetgeen jammer is, want men doet in Gouda juist zooveel aan politiek. Maar blijkbaar niet genoeg aan practische gemeentepolitiek. Een van de Rotterdamsche brandweer- menschen sprak den Goudschen commissaris van politie aan en excuseerde zich dat hij zijn pet niet afnam, want die zat op zijn hoofd vastgevroren. Dit symboliseert wel eenigszins de gevoelens die na dezen brand in Nederland jegens Gouda heerschen. Gaarne zouden wij onze pet afnemen voor zulk een energie aan het slot van een bal- masqué, maar het ding lijkt wel vastgevro ren te zitten.... R. P. DE POKKEN AAN BOORD VAN DE „TANTALUS". TE MIDDERNACHT NAAR AMSTERDAM DOORGEVAREN. Nog twee lijdersc aan boord. Onze correspondent te IJmuiden meldde ons hedenmorgen: Het stoomschip „Tantalus" van de Stoomvaartmaatschappij „Oceaan", aan boord waarvan zich op reis van Indië naar Amsterdam in de Middellandsche Zes eenige gevallen van pokken hebben voorge daan, is Dinsdagavond half acht te IJmui den aangekomen. Het werd in de buitenhaven vastgemaakt. Te ruim negen uur gingen aan boord de quarantaine-arts D. van der Kooi. alsmede dr. L. Heijermans, directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst, en dr. Veldhuijzen, directeur van den dienst der Volksgezondheid te Amsterdam. Nadat de noodige forma.iteiten vervuld waren, kon het schip omstreeks middernacht naar Am sterdam doorvaren. Naar dr. Van der Kooi ons mededeelde, be vinden zich nog twee pokkenlijders aan boord, die zijn echter zeer waarschijnlijk op weg naar genezing. De Tel. meldt nog. dat de „Tantalus" bij aankomst te Amsterdam aan de Fransche boeien tusschen golfbreker en Sumatrakade gemeerd zou worden, waar een plaats in het ijs is opengebroken. De bedoeling was dat de beide zieken met de ambulance-boot van den G. G. D. er afgehaald zouden worden, om vervolgens met den ziekenauto naar een dei- barakken van het Wilhelminagasthuis ver voerd te worden. De Engelsche equipage, ongeveer 60 man sterk, zou naar de quarantaine-inrichting aan den Zeeburgerdijk worden overgebracht, waar zij veertien dagen zal moeten verblij ven. in dezen tijd worden schip en lading ontsmet, waarna het met een nieuwe be manning kan vertrekken. Hoewel het voor de bemanning van de „Tantalus" wel een ware tantaluskwelling zal zijn, om twee weken in observatie te moeten blijven, is daar niets aan te doen. Aan de achterzijde dezer inrichting, waar het ver dere bedrijf natuurlijk zijn gewonen gang gaat, is een prikkeldraadversperring opge richt, om te beletten, dat de mannen ovy het ijs in het kanaal kunnen ontsnappen. Het woord is aan Otto Weiss: Onder een idéé verstaat de vrouio een persoon. Wij, mannen, daarentegen. (Red.) HET LEIDSCHE STADHUIS Leiden treft een bitter lijden, Door 't verlies van 't monument, Dat sinds lang vervlogen tijden, Ieder Nederlander kent; Tal van fraaie kostbaarheden, Zijn gebleven m den brand, Stukken uit het grootsch verleden, Van de stad en van het land; 't Edel bouwwerk uit die dagen, Met de meester-signatuur. Is voorgoed terneer geslagen, Door het wreed vernielend vuur, Dat de trots van zijn verleden, De stad Leiden heeft ont'oofd, Op den droeven dag van heden, Is de Sleutelstad onthoofd, Het verlies van deze glorie Teekent Leiden in dit uur. Op een blad van zijn historie, Zwart geblakerd door het vuur. DE TEMPERATUUR OP DE SCHOLEN. VACANTIE IN DE SCHOOL AAN DE SOENDASTRAAT. Het is" met deze felle koude niet gemak kelijk om groote gebouwen te verwarmen, vooral wanneer er geen centrale verwarming is aangelegd, zooals in bijna alle scholen al hier het geval is. Ons hadden klachten be reikt, dat het op sommige scbolen te koud was. Dit zou vooral het geval zi.in on de school voor u.l.o. aan de Jacobstraat, hoofd de heer F. T. Popma... Naar aanleiding hiervan hebben we een kleine enquête ingesteld, ook op nog eenige andere onderwijs-inrichtingen. Het eerst gingen we naar den heer Poprna. Deze toonde zich over de klachten zeer verbaasd; hij hoorde hiervan voor het eerst en deelde mee, dat geen enkele ouder zich bij hem over een te koude temperatuur beklaagd had. Hij meent, dat eventueele klachten tot het gemeentebestuur of tot hem behooren te worden gebracht. Overigens gaf de heer Popma toe, dat de in zijn school gebruikte gaskachels bij deze hevige kcude niet vol doende zijn, maar te koud is het niet. In school 32 aan het Klein Heiligland was het in het benedenlokaal warm genoeg, maar in de bovenlokalen was het minder. Over het geheel werd hier de temperatuur echter voldoende geacht. In school 1 aan de Nassaulaan werd niets van klachten gehoord, evenals in school 25 aan het Leidschc-»lein, waar pas centrale verwarming aangelegd is, die uitstekend vol doet. Aan den anderen kant van het Leidsche- plein, waar school 7 staat, laat de tempera tuur 's morgens wel eens te wenschen over. Later op den dag gaat het wel. Een groot contrast hiermee vonden we ln school 9 aan de Tempeliersstraat, waar nog een schoolbewaarder werkzaam is. In alle lokalen én ook in de groote gymnastiekzaal, heerschte een bijzonder aangename tempe ratuur en toen was het toch al vijf uur in den namiddag Men moet hier niet gering over denken, want deze schoolbewaarder be- 's morgens reeds te half zes met het aan maken vanzeventien kachels! De leerlingen dc-r openbare lagere scholen 36 en 37 aan de Soendastraat kregen Dins dag een paar dager, vacantie, omdat daar de ketel voor de centrale verwarming gespron gen is. Dit wat de lagere scholen betreft. We hebben ons onderzoek ook tot de mid delbare scholen uitgestrekt. Hier had men echter geen enkele reden tot klagen. Alleen de lokalen in de Meisjes-H.B.S. aan de Krocht, waar de felle wind op staat, zijn moeilijk warm te krijgen. „Maar dat zal wel overal het geval zijn", aldus veronderstelde de directrice. Door de koude bevangen. Dinsdagmorgen acht uur werd het 15-jarige meisje E. B., wonende Grebberstraat 52, op de Leidschevaart door de koude bevangen. Zij werd in het politieposthuis aan het Leid- scheplein door leden van den Ongevallen- dienst behandeld, waarna zij loopende naar haar woning kon gaan. Ook de 2l-jarige juffrouw N.L., wonende Karei van Manderstraat 169, werd Dinsdag morgen op de Leidschevaart door de koude bevangen. Zij werd in het perceel Leidsche vaart 169 binnengebracht, waar zij spoedig weer bij kwam Mejuffrouw L. kon toen even eens loopende haar weg vervolgen. Dinsdagmorgen elf uur geraakte het 14- jarige meisje J. N., wonende a3n den Heeren- weg, in de tram onwel, vermoedelijk tenge volge van de koude. Zij werd in het politie posthuis in 't Proveniershuis binnengebracht, waar zij weldra herstelde. Het meisje werd door har familie afgehaald. Een schoorsteenbrandje de oorzaak Een Spoed-raadsvergadering (Van een onzer redacteuren). Zwaar wolkte de rook boven Leiden, toen wij gisterenmiddag de zoo zwaar getroffen Sleutelstad bezochten. Nog loeiden in 't binnenste van het stad huis telkenmale de vlammen, want veel er. oud was het eikenhout waaruit vrijwel de geheele binnenbouw bestond. Balken van een voet in 't vierkant, die eens de zware vloeren schraagden, lagen zwart en met fel- gloeiende randen te smeulen, hoewel onop houdelijk waterstralen door de raam-ope- ningen schoten. En de rook golfde dicht en donker naar de klare vrieslucht, telkens hullend de brokstukken van den eens zoo sierlijken gevel, wolkend rond den ineen ge- storten toren, die nog kort geleden het ca rillon droeg, dat op gezette tijden frissche deuntjes r.ver de oude stad zong. En als even de rook verminderde wees men je, hoe een gescheurde klok nog daarboven lag. Maar dan rolden de wolken weer zwart langs de muurresten, en het knetteren bin nen ln 't stadhuis mengde zich met 't sui zen der felle waterstralen. En koud dat het was! Om een vuurpot warmden brandwachts. werklui, soldaten, politieagenten en perc- menschen zich de handen. Daar kwamen zij, die hoog in een belendend perceel ie siraalpijp richtten en wier kleeren met een ijskorst bedekt waren. En vriendelijke bur gers brachten gloeiende koffie en brood aan de onversaagde werkers. Op de Vischmarkt, aan de achterzijde van het vrijwel uitgebrande complex, ston den bij den waterkant de brandspuiten, zwaar ronkten de motoren, de stoomer blies dichte rookwolken uit over de gracht en stampte dat het een aard had. Burgemeester Van de Sande Bakhuyzen, die reeds van den vroegen morgen aanwe zig was, had juist Prins Hendrik den brand laten zien. Ook Jhr. Van Karnebeek, ie Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, kwam uit Den Haag om de verwoesting van 't mooiste stadhuis uit zijn provincie in oogenschouw te nemen, de vorstelijke stu dente, prinses Juliana, is eveneens gisteren in de Breestraat geweest. Een raadsvergadering. Om vier uur werd in de Senaatskam<-v van de universiteit een spoed-raadsverga- dering gehouden. De secretaris mr. dr. C. E. van Strijen, deelde ons hierover een en ander mee. De burgemeester, mr. A. van clc Sande Bakhuyzen heeft een rede uitgespro ken waarin hij o.a. zeide: „Nooit hebben wij sterker gevoeld: Zijn wil geschiede. God dank, dat het niet erger geweest is dan het geweest is. ook al is het erg genoeg. De trots der Leidsche burgers is stukje voor stukje verwoest en een der schoonste monu menten van onze vaderlandsche bouw kunst is voor eeuwig verloren gegaan". Er waren telegrammen van deelneming inge komen van de Koningin en de Koningin- Moeder. De burgemeester dankte hiervoor, óok voor de van vele zijden geboden hulp. B. en W. vroegen machtiging tot een onbe perkt crediet voor de eerste noodige uitga ven, hetwelk zonder stemming door den raad verleend werd. Een der leden vroeg of er reeds iets omtrent de oorzaak van den brand bekend was, de burgemeester zeide, hierover binnenkort uitvoerige mededeelin- gen te zullen doen. Mr. dr. van Strijen vertelde ons ook nog, dat het oude archief der gemeente, dat dus historische documenten bevat ondergebracht is in het Gemeente-archief aan de Boisot- kade, dit heeft dus geen schade geleden. Het loopende archief echter was in hes stadhuis en is wel geheel verloren gegaan. Toch bestaat er nog eenige hoop, dat iets hiervan bewaard is gebleven; het was name lijk, naar wij vernamen, onlangs van de zol derverdieping naar de kelders overgebracht. Waar echter alle takken van gemeente dienst: financiën, secretarie, burgerlijke stand, openbare werken, bouwpolitie, enz., uitgezonderd militaire zaken, in de verbran de perceelen waren ondergebracht, en men van de bescheiden hiervan niets heeft kun nen redden, zal men voor groote moeilijkhe den komen te staan. Voorloopig worden alle diensten in de Stadsgehoorzaal ondergebracht, behalve het kantoor van den ontvanger dat gehuisvest wordt in de bureaux van de bank Scheurleer en Zonen. Wat verloren ging. De gemeente-architect, de heer J. Nei- singh, heeft ons nog een en ander medege deeld over hetgeen door den brand aan kunstschatten is verloren gegaan. Zoo zijn de fraaie betimmeringen in ver schillende zalen totaal vernield. Die uit de kamer van B. en W. was in Hollandsch- renaissance-stijl en omsloot een schoor steenstuk van Ferdinand Bol en prachtige gobelins, voorstellende den intocht van Alexander den Groote in Babyion. De raads zaal bevatte een groote marmeren schouw met een stuk van Jan Lievensz uit 1641 en had zware Delftsche tapijten langs de wan den Verloren gegaan zijn voorts de bijzonder mooie eikenhouten betimmering van de Weeskamer, schuttersstukken van Joris van Schooten en Van der Mark en enkele regen tenstukken die in de gangen en op de ^ers hingen. De heer Neislngh vertelde voorts, dat er Juist plannen waren om het stadhuis inwendig geheel te verbouwen. Op Openbare Werken zUn ook belangrijke teekeningen voor de nieuwe Havenbrug en andere nieuwe Douwwerken verbrand. Bij verschillende personen hebben wij ge ïnformeerd, of er reeds over gesproken werd, het stadhuis in ouden vorm te herbouwen, detail-teekeningen bestaan hiervoor in een studie van ir. Lolieman, uitgegeven door de Maatschappij voor bouwkunst. Zoo ver bleek men echter nog niet te zijn, bovendien neei't de raad dit uit te maken. Wij vernamen voorts nog. dat het geheel voor ongeveer een mlllioen gulden op beurs- polis is verzekerd. Dc gevel neergehaald. Omstreeks vijf uur begon men maatrege len te nemen om den gevel neer te halen. Een groote bok werd opgesteld en hierin kwam een lange paal te hangen, die tegen den Westelijken topgevel aangedrukt werd. Dicht kronkelde de rook nog steeds om de pinakels en wit-gebrar.de muurresten. De politie ontruimde de straat, een vijftien man van gemeentewerken nam een touw. dat aan het ondereinde van den paal was bevestigd. Een fluitje snerpte, en regelmatig met korta rukken werd er getrokken. De topgevel wan kelde, neeg voorover, dan weer achteruit, enkele steenbrokken lieten los en bonkten neer Het ging nog niet. de gevel die geen enkel steunsel meer achter zich had wa3 stevig, en pas om tien minuten voor zes sloeg met donderend geraas het bovenstuk naar beneden, in de smeulende puinhoopen. Steeds brandde het nog. Nu t donker werd gloorde telkens door rook en smook een ros se gloed en kleine vlammetjes lekten langs het hout der kozijnen. Soldaten rameiden Watergeus-achtig een der groote deuren in en opnieuw kon men gaan spuiten. Pogingen om den grooten topgevel, boven het bordes, om te duwen faalden voortoopig, hoewel men tot acht uur er aan werkte. Fantastisch en heel mooi was zoo bij 't schijnsel der straatlantarens de met ijs- guirlandes behangen voorkant van het stad huis. En zoo werd daar gisterenavond dan uren lang gewerkt, om den grooten, middelste a topgevel omver te halen, die nog rechtop stond boven de rookende puinhoopen van het totaal verwoeste Leidsche stadhuis. Hot werd pas tien uur, toen het eindelijk geluk te, de gevel wankelde, steenbrokken vlogen los en heel het werk van pinakels, zandstee- nen banden en fraai beeldhouwwerk dreun de neer op het bordes en de trappen. Nog was het vuur niet gebluscht, in een steeg kon men zien hoe telkens vonken-spet- terende stukken brandend hout neerkwamen en zonder ophouden wierpen de straalpijpen watermassa's in de ruïnes. De politie-brandweer uit Delft kwam te gen elf uur en begon ook mee te helpen, als maar water in het vuur te spuiten. Den ganschen nacht is men zoo aan het werk geweest. De derde, oostelijke topgevel stond hedenmorgen nog, doch ook deze moet tegen den grond, daar eerder de Breestraat niet voor het verkeer heropend kan worden. Over de oorzaak van den brand ls niets met zekerheid bekend en misschien zal deze wel nooit geheel bekend worden. Met vrij groote zekerheid kon echter vastgesteld worden, dat de brand begonnen is in de af- deeling financiën, welke ondergebracht was in een der perceelen aan de Vischmarkt, welke perceelen echter binnendoor met het stadhuis in verbinding stonden. In dit perceel zou dan een schoorsteen brand ontstaan zijn, welke zich zoowel naar de bovengclegcn verdieping als naar het gebouw van den burgerlijken stand heeft voortgeplant. En vandaar zijn de vlammen, aangeblazen door den feilen wind, overgeslagen naar het oude gedeelte van het stadhuis. De brand is ontdekt, doordat op het tele foonbureau 't signaallampje van dc afdec- ling financiën begon te gloeien. Daar het den dienstdoenden beambte vreemd voor kwam dat er 's nachts uit het stadhuis op gebeld werd en hij ook geen gehoor kreeg, waarschuwde hij den politieagent Pierik„die als nachtwaker in den politiepost vertoefde. Deze wekte den huisbewaarder en samen zijn zij het gebouw binnengedrongen waar zij zagen, dat er brand was. Aan blusschen behoefden zij niet te denken en de brand weer werd direct gealarmeerd. Maar intus- schen geraakte Pierik die weer in 't gebouw ging, bedwelmd door den rook. Hij wist zich naar buiten te sleepen en viel op het bordes neer, waar men hem vond. Het was noodig, dat hij naar het ziekenhuis werd overge bracht. Ook moest hier een beambte van de gemeentelijke lichtbedrijven worden opge nomen, die een straalpijp op zijn hoofi kreeg. Verschillende personen kregen won den door glasscherven en een enkele werd door de koude bevangen. Hedenochtend om elf uur vernamen wij, dat het in 't stadhuis nog bra. en de roos stijgt nog even dicht op als gisterenmiddag. Wanneer het vuur eindelijk gebluscht zal zijn, valt nog niet te zeggen, 't kan nog wel enkele dagen duren. Verlangend ziet men naar het einde van den brand uit, ook al, omdat zich in het stadhuis de kluis van den gemeente-ontvan ger bevindt, waarin, naar men wist te ver tellen voor drie ton aan ge'd geborgen zat, waarvan echter slechts f 100.000 van clc ge meente zou zijn. Men hoopt en verwacht, dat de kluis het zal uithouden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 1