H. D. VERTELLINGEN Oe Man met den Horrelvoet STADSNIEUWS IPUROL FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 13 FEBRUARI 1929 (Nadruk verboden) auteursrecht voorbehouden.} De Verongelukte Geleerde door C. G. B. Zanzibar. 26 Maart (Beuter). Majoor War ren, die gisteren alhier is aangekomen, zal morgen vla Tanga naar Dsjagaland vertrek ken om daar de laatste toebereidselen te tref fen voor zijn expeditie naar de Mawensi. (De Mawensi is een dér beide kraters van de Kilima Ndsjaro, het geweldige bergcom plex in Oost-AIrika. Eed.). Meroe, 29 Maart (Reuter). De Engelsche geleerde majoor Warren is hier gearriveerd. In de tweede week van April zal hij met dra gers naar den oerwoud-gordel vertrekken. Hij denkt met enkele gidsen tot de sneeuwgrens te trekken en vandaar alleen de bestijging van de Mawensi te beginnen. Meroe, 2 Mei (Reuter). Een der dragers van de expeditie van majoor V/arren is alhier te ruggekeerd. De man vertelt dat de geleerda op ruim 4500 meter hoogte zijn tenten heeft opgeslagen. Bij enkele tochten ln het sneeuw- gebied ondervond men ernstigen last van rukwinden. Overigens is het weer vrij goed en majoor Warren wil dan ook zoo spoedig mo gelijk de bestijging van de Mawensi begin nen. Meroe, 7 Mel (Reuter). Majoor Warren is van het kamp aan de sneeuwgrens vertrok ken. Daar hij aan den Zuid-Oostkant wil af dalen. hebben de dragers het kamp opgebro ken cn zijn zij op weg om veertig kilometer Oostelijker een nieuw kamp op te slaan, en daar de terugkomst van majoor Warren af te wachten. Meroe, 13 Mei (Reuter). Hevige stormen heerséllen op het hoogste plateau. Dragers zijn uitgegaan om majoor Warren te zoeken. Meroe. 21 Mcl (Reuter). De stormen in het bergland houden nog steeds aan. Meroe. 6 Juni (Reuter). Men maakt zich zeer ongerust over majoor Warren. Twee pa trouilles veldpolitie uit Dsjagaland verrich ten reeds enkele dagen nasporingen. Londen, 22 Juni (Reuter). Uit Zanzibar wordt geseind dat door veldpolitie op slechts driehonderd meter van de plaats waar ma joor Warren vertrok, aan den rand van een afgrond de portefeuille, een opschrijfboekje en de kijker van den geleerde gevonden zijn. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk heid mag dus aangenomen worden, dat ma joor William V. Warren, de bekende meteo roloog en alpinist bij zijn stoutmoedige po gingen om de Mawensi te bestijgen, is om gekomen. Londen, 7 September. Naar wij van be trouwbare zijde vernemen is gebleken, dat het nagelaten kapitaal van den, bij een be klimming van den Kilima Ndsjaro omgeko men geleerde, majoor Warren, slechts enkele duizenden ponden groot is, terwijl hij een jaar geleden zeker nog vier a vijf mÜlioen pond bezat. In verband hiermee is het merk waardig, dat de bediende van majoor Warren, zekere P. O. sedert half Mei spoorloos ver dwenen is. Tot zoover deze krantenknipsels, die de juffrouw van het archief naarstig bij elkaar had gezocht en die zij juist deponeerde op de schrijftafel van den red acteur-weten schappen, Mr. Smith, toen deze binnenkwam. Tob 's middags vijf voor drie sloeg hij met alle deuren, rookte hij de eene sigaar na de andere, maai" na drieën, als dc krant „draaide", deed hij steeds keurig voorzichtig de deuren open en dicht, werd een fijnere si gaar langzaam met kleine trekjes en door eikaar kruipende rookkringetjes gesavou reerd. Dien middag op 'fc laatste moment, even voor de laatste pagina gecalanderd zou wor den, was er een telefoontje van den marco nist gekomen, de coplejongen had de velletjes met snel-neergetlkte letters gebracht en vlug had Mr. Smith onder het berichtje, waarin gemeld werd, dat een Duitscher de Mawensi beklommen had, een herinneringetje aan het verongelukken van majoor Warren, nu vier jaar geleden, gekrabbeld. En nu zat hij in den krakenden stoel ach terover geleund te peinzen op een behoorlij ken aanhef voor een artikel over de bestij gingen van het bergencomplex in Afrika's binnenland, waarbij aan Warren's mislukte poging extra aandacht besteed moest worden, om dit eenigszlns te laten opwegen tegen de prestaties van den Dultschen ontdekker Reb- mann en den Duitschen eersten beklimmer Hans Meyer. En bovendien was Warren vroe ger nog eens z'n vriend geweest, hetgeen hem onder de redacteuren-wetenschappen der Londensche bladen nogal ln aanzien had doen stijgen. Nog was hU vruchteloos op jacht naar een Idee, toen de hulstelefoon toeterde. Ja. Meneer Smith, iemand om U te spreken. Ben niet aanwezig. Rang, lag de telefoon weer op den haak. Een minuut later weer dat storende getoeter. Ja. Meneer Smith, die meneer wil U perti nent ontmoeten, een kennis van U; meneer Uberto Vincenti ut Napels. Liegt-ie, onbekend. Weer kletterde de hoorn op den haak. Maar even later werd de deurknop omgedraaid en een man van een jaar of veertig, in een reis pak, stond op den drempel. Dat zou de Ita- liaansche onbekende bekende wel zijn en langzaam richtte Mr. Smith zich op om den ongenooden gast een steel aan te bieden. Zoo ouwe Jongen, wat voer je uit? vroeg de Italiaan. Zoudt U zich misschien even voor willen stellen? antwoordde Mr. Smith zoo koel als hij kon. Zeker. Uberto Vincents, van beroep ren tenier. uit liefhebberij toerist, domicilie hou dend te Napels, misschien interesseert het je. een artikel met enkele nieuwe ontdekkingen over den Vesuvius van me te krijgen voor je blad. Mr. Smith, die goede kopy rook, werd di plomatiek en vroeg 't artikel even in te mo gen zien. De Italiaan kwam naar de schrijftafel toe. haalde een portefeuille uit zijn zak en zocht het artikel. Maar ongelukkigerwijs schoten alle paperassen die er in zaten, uit zijn han den. Een klein portretje. Kodak 6x9, viel voor Mr. Smith. Onwillekeurig keek deze er naar, hij werd bleek, nam het op, sorong naar 't raam en keek, keek. Hij zag een Euro peaan, een man die sprekend op William Warren leek, al droeg hij* een kort baardje, er achter een wit huis onder palmen en op een bord stond Witoe geschilderd. Even peinsde Mr. Smith, Witoe, Witoe, dat was immers die havenplaats een drie-honderd mijl ten noor den van Zanzibarzijn blikken richtten zich op den Italiaan. Ja, die oogen, die fi guuren plots barstte hij uit: Ben jij 't Warren!? Ja, zei de Italiaan kalm. Mr. Smith schoot op hem toe. Ben je 't, ben je 't? Man dat is kopy. bulletins, 'n extra- editie. Eu hij greep de teiefoon, drukte hard op den knop: directie. Maar Uberto Vincetti, majoor William V. Warren in levenden lijve, duwde de telefoon weer op den haak terug. Nee, dat niet. Natuurlijk! kreet Mr. Einith, Nee. Luister. En terwijl Mr. Smith in zijn stoel viel. ging de ander op een hoek van de schrijftafel zitten en begon te vertellexr. Doch al spoedig hield hij op. Uit zijn portefeuille nam hij zeven foto's en legde ale Mr. Smith voor. De eerste was verbleekt, maar in den man die op een bank zat was Warren te her kennen, naast hem stond een verpleegstertje. „Dat is van toen ik twintig was en een half Jaar ziele lag", zei de Italiaan. De tweede foto, bij blitzlicht genomen op een station, bleek te zijn van Warren's ver trek naar Zanzibar. In de witte vlekken van gezichten waren enkele beroemde geleerden en familieleden te herkennen. Mr. Smith zag zijn eigen korte en dikke gedaante en juist naast zijn hoed, duidelijk zelfs, was het ge zicht van 't verpleegstertje van de eerste foto alleen veel ouder. Ah-zoo! gnuifde Mr. Smith. Nummer drie toonde het kamp aan de sneeuwgrens. Op de vierde foto, eveneens met een Kodak 6x9 genomen, zag de redacteur aan den rand van een afgrond de portefeuille, het notitieboekje en den kijker van Warren, die nu in een der musea al3 reliquieën onder glas bewaard werden. Het vijfde kiekje was dat, 't welk Mr. Smith het eerst in handen had gehad: Warren met een kort baardje te Witoe. Nummer zes vertoonde Warren met een vollen baard zooals hij nu droeg; op een vrachtboot. Werktuigelijk pakte Mr. Smith de laatste toto reeds, hij keek Uberto Vincenti echter aan en vroeg: „Waarom die comedie?" Comedie, zoo je wilt, gaf de Italiaan ex-majoor Warren toe. „Noodzaak kun je het ook noemen. Je houdt je mond over alles, je schrijft er niet over, denk erom! Maar je weet. dat ik goed was voor bijna vijf mil- lioen. Ik wilde uit mijn familie weg, wilde een onder leven beginnen, liet me alle mógelijke Italiaansche papieren bezorgen van 't geld kon wel iets af en gedurende mijn reis nam Peter Oliver, mijn bediende, die zwijgt als een potkachel, het geld op bij de bank en kneep er tusschen uit, naar Napels, waar ik nu woon. Maar waarom dit alles, Warren? Kijk siechis naar de laatste kiek. En Mr. Smith zag een bloemen-omrankte pergola waarachter de Vesuvlus-kegel don kerde en waarvóór, op de trap, de Italiaan oftewel Warren-met-een-baard ende verpleegster zaten. Warren glimlachte. „Ik heb me best ver maakt met al mijn necrologieën en Je publi ceert maar nooit iets over hetgeen ik je nu %-erteld heb. Begrepen? William V. Warren ligt in een afgrond van de Mawensie en blijft daar, terwijl Uberto Vincenti In de Napoll- taansche contrele gelukkig is met zijn vrouw." „Sof, bromde Mr. Smith. En des avonds begon hij aan een beschouwing over beklim mingen van de Kilima Ndsjaro, waarin hij een posthume hulde bracht aan de nage dachtenis van den zoo noodlottig om het le ven gekomen geleerde, majoor William V. Warren. NED. R.-K. POLITIEBOND „ST. MICHAëL". Herdenking 12 1'2-jarig bestaan. De afdeeling Haarlem en Omstreken van den Ned. R.-K. Politiebond „St. Michael" herdacht Dinsdag haar 12 1,'2-jarig bestaan Ter gelegenheid daarvan werd des ochtends in de kerk van het H. Hart aan het Klever park een H. Mis voor de leden opgedragen. Daarna volgde een huishoudelijke vergade ring. waarin onder meer de hseren W. van der Hulst van Haarlem en J. B. Jonkman van Heemstede als leden van het bestuur wer den herkozen. Des avonds had in de zaal van de St. Jo- zelfsgezellenvereeniging in de Jansstraat een feestelijke vergadering plaats. Onder de tal rijke aanwezigen merkten we op den Bonds voorzitter, den heer E. van Duin, den Bonds- ambtenaar, den heer M. L. A. Klein, de leden van den Haarlemschen Raad de heeren W. J. B. van Liemt en F. Keesen, het lid van den Raad van Bloemendaal, den heer P. J. Prin- senberg en de heeren G. J. P. Verschoor, voorzitter en A. Berentsen secretaris der Haarlemsche inspecteursvereeniging. De voorzitter der afdeeling de heer W. van der Hulst heette namens het bestuur allen welkom en memoreerde hetgeen Is geschied gedurende het bestaan der afdeeling. Verder werd voorlezing gedaan van een ingekomen antwoord van Z.D.H. Mgr. J. D. J. Aengenent op het in de huishoudelijke vergadering aan Mgr. gezonden telegram van trouw en on derdanigheid. Daarna was het woord aan den Bonds- arnbtenaar. den heer M. L. A. Klein. Deze maakte onderscheidene tegenstellingen tus schen het verleden en het heden. Spreker merkte op, dat bij de. oprichting de afdee ling 7 leden telde, terwijl thans het leden tal is gekomen tot 50. En verder, dat er voor uitgang voor den politieman valt waar te nemen. Niet alleen is de arbeidsduur in den loop der jaren verminderd van 84 uur tot 48 uur per week, maar daarnaast valt te sta ven, dat het salaris is gestegen van 14 tot 40 per week. De politieman wordt nu an ders dan vroeger behandeld. Het politiecorps is door meer ontwikkeling tot hooger peil gekomen. Mede dank zij het optreden van St. Michaël is voor den politieman te Haar lem heel wat kunnen bereikt worden. De positie van het politiecorps is aanmerkelijk kunnen verbeterd worden. Verschillende sprekers complimenteerden vervolgens de feestvierende afdeeling. De eerste was de heer Verschoor namens de Haarlemsche inspecteursvereeniging. Spr. bood, nadat hij de gelukwenschen der ver- eeniging had overgebracht, het bestuur van St. Michaël een fraai bloemstuk aan. De heer E. van Duin sprak namens het Hoofdbestuur van St. Michaël. Spr. zeide dat de afdeeling Haarlem en Omstreken onder de 62 afdeelingen van, St. Michaël een der meest bloeiende was.Daarmede wenschte spr. de afdeeling geluk. Verder memoreerde spr., dat de heer Van der Hulst nti reeds 1Ö 1/2 jaar een verdienstelijk voorzitter der afdee ling is. Moge ge nog vele jaren aan het hoofd der afdeeling staan, zoo richtte spr. zich tot den heer Van der Hulst. De heer W, J. B. van Liemt wenschte de afdeeling er mede geluk dat de Bondsvoor zitter van haar zulk een vleiend getuigenis had gegeven. De Rechtsche Raadsfractie, al dus spr. verder, behartigt gaarne de belan gen van de politiemannen. Ik kan verzeke ren dat uwe belangen bij de Rechtsche Raadsfractie steeds in veilige handen zijn. Medewerking op den feestavond verleen den Gebrs. Boesnach, die Kollandsche Karak ter Duettisten te Rotterdam die met hun onderscheidene duetten veel succes hadden en voorts de amateur Jazzband „The Funny Fellows". Tenslotte werd opgevoerd „Pietje Puck, of ben jij de baas". Klucht in één be drijf. FAILLISSEMENTEN. Door de Haarlemsche Rechtbank is ln staat van faillissement verklaard: H. J. Rol, garagehouder te Haarlem-Noord van Siilemstraat 4; curator Mr. R. C. Bak huizen van den Brink alhier; Rec-hter-commissaris Jhr. Mr. E. J. Strlck van Linschoten. Opgeheven werden de faillissementen van: I. H. F. Boelé, wonende te Nieuw Vennep; curator Jhr. Mr. L. U. Rengers Hora Sicca- ma; 2. S. H. Vermeeren, wonende te Hillegom; curator Mr. J. A. P. C. ten Bokkel, alhier; 3. J. Pieke, wonende te Haarlem: curator Mr. T. A. M. A. van Löben Seis, alhier. 4. G. van Eerden, wonende te Bloemendaal. curator Mr. Julius Hoog, alhier; 5. Th. Hoogduin, wonende te Haarlem; curator Mr. W. de Rijke, alhier. AFSCHEID Mr. W. H- HOYER- EEN TREFFENDE PLECHTIGHEID In ons vorig nummer hebben we al eenige mededeel ingen gepubliceerd over het af scheid van Mr. W. H. Hoyer, Officier van Justitie (die zooals men weet zijn functie binnen eenige dagen zal neerleggen) van de Rechtbank, het Parket en de balie. Hieronder volgt het verloop" van deze plechtigheid. De President der Rechtbank, Mr. J. D. Pas teur, zeide in zijn toespraak dat de geheele rechtbank met groot leedwezen vernomen heeft dat Mr. Hoyer zou heengaan en vooral de aanleiding tot dit heengaan (gezond heidsredenen) diep betreurde. Het contact van de Rechtbank met den Officier was steeds van aangenamen aard; nimmer werd tevergeefs een beroep gedaan op de medewerking van Mr. Hoyer, de Rechtbank heeft dit steeds op hoogen prijs gesteld. Niet alleen de Rechtbank zal den Officier noode missen, maar ook anderen. „Gij waart", aldus spr., .steeds toegankelijk; zelden ging iemand ongetroost van u heen. Veel tijd hebt u opgeofferd voor hen, die tot u kwamen met hun grieven en klachten. Wij weten, dat dit een moeilijk oogenblik voor u ls; ik zal daarom kort zijn. U gaat nu in het warme Zuiden heil zoeken voyr uw geschokten gezondheidstoestand. Neem daar heen de overtuiging mede dat de Rechtbank èn vele anderen u van harte het beste wen- schen voor u en uw gezin". Mr. W. M. Paardekooper Overman, substi tuut-officier van Justitie, sloot zich namens zijn collega. Mr. A. R. Andringa, en namens hét geheele Parket bij deze waardeerende woorden aan. „U hebt ons ixooit laterf* be merken", aldus spr., „dat wij tegenover u stonden als de ondergeschikten tegenover hun chef. U behandelde ons steeds als uw gelijken in rang. Wij danken u zeer voor deze welwillende houding en wenschen u een ge lukkigen en langen rusttijd". Jhr. Mr. F. W. van Styrum, Deken der Orde van Advocaten, vertolkte de gevoelens der balie op dit oogenblik, nu afscheid werd ge nomen van iemand dien zij zoo hoog schatte om zijn eigenschappen van hoofd en hart. „Gij hebt", aldus Mr. van Styrum ongeveer, „velen aan u verplicht door uw toegankelijk heid. Ik ben in 't bezit van een Fransche dic- tionnaire en daarin las ik dat de eigenschap, aangeduid door het Fransche woord abor- dable (toegankelijk) veel gevonden werd bij „grands personnages", weinig bij minder be- teekenenden. V/ij hebben hier in ons Paleis van Justitie vele jaren zulk een „grand per- sonuage" gehad. Dat was de Officier van Justitie, Mr. Hoyer. Tal van menschen hebt u den goeden weg gewezen en dat is door het publiek in hooge mate gewaardeerd: ook dooi de balie. De vragen en klachten die de balie had, zijn steeds met groote welwillendheid door u behandeld. De omgang met den Offi cier was steeds van zeer aangenamen aard". Met de beste wenschen voor het herstel van Mr. Hoyer en de verzekering dat de balie hem altijd met groote waardeering zal blijven ge denken, eindigde spr. Zeer onder den indruk van dit afscheid dankte de scheidende Officier van Justitie voor de tot hem gesproken woorden. „Wie weet", zoo zeide Mr. Hoyer o.a., „dat ik cle overtuiging heb, dat werken een gave Gods is en dat ik nu spoedig mijn functie zal neerleggen, zal begrijpen dat dit een emo tioneel oogenblik voor mij is. Maar voelde ik geen emotie, dan zou ik hier niet met liefde en genoegen 15 jaar gewerkt hebben. En dat is wél het geval. Ik heb hier een goeden tijd gehad, een tijd van eendracht niet de Recht bank, het Parket en de advocaten. Ik heb al tijd gemeend dat de beste weg om iets te be reiken voert langs vrede, eendracht en sa menwerking en ik heb steeds de humaniteit in acht trachten te nemen. De balie is mij daarbij tegemoet gekomen en ook van de Rechters heb ik nooit anders dan wel willendheid ondervonden. Ik dank u allen voor uw medewerking en aangename samenwerking. Haarlem zal door mij niet vergeten worden". Zeer geroerd voegde Mr. Hoyer hier nog aan toe: „Ik heb hier een van mijn beste periodes gehad. Ik wensch u allen een goede gezondheid en geluk ln uw verder leven!" Hierna werd de zitting voor eenige oogen- bllkken geschorst. UITSLAG VEILING. Uitslag: der veiling, gehouden in het Alge meen Verkooplokaal op Maandagavond. Een woonhuis, get. 8, erf en grond te Haarlem-Noord, aan de Minahassastraat en een garage, get. 6. erf en grond naast het voorgaande perceel. Gecombineerd Voskuyl q.q., f 6425. Het woonhuis met erf en tuin te Haarlem aan de Spaansche Vaartstraat 67. f 3680, Voskuyl q.q. Het woonhuis, erf. voor- en achtertuin te Haarlem, aan de Ramplaan 103. f 6475, opgehouden. Het heerenhuls, genaamd „Tokotabide" met erf en tuin aan het Oranjeplein no. 11 te Haarlem. f 9405, Firma Niephaus en Blansert, q.q. Een nieuw gebouwd, vrijstaand Landhuis, met erf en tuin, aan den Slaperdijk, te Santpoort, onmiddellijk bij den nieuwen verkeersweg. f 4600, Pruis. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN i 60 Cent» per regel. STOFZU1GERHUIS MAERTENS BARTEL JORISSTR A AT 16 Telefoon No. 10756 APEX ELECTR SCHE WASCHMACHINES f275 UIT DE RK. STAATSPARTIJ. Naar de Residentiebode verneemt, is ia de jongste vergadering van het partijbestuur der RK. Staatspartij, prof. Veraart gedis kwalificeerd als candidaat voor den kwali teitszetel voor arbeidszaken, zocdat hij op de vastgestelde verzameliijst in de drie groote steden niet zal voorkomen. Voor dezen kwaliteitszetel is. zoo meldt hefc blad, wel toegelaten de candidatuur van den heer Kuiper, lid van de Tweede Kamer, die dus de candidaat zal zijn voor dezen zetel voor de drie groote steden. OPSLAGPLAATSEN VOOR AFBRAAK. Voor eenigen tijd werd door den heer Keesen, naar aanleiding van een tot den Raad gericht adres, de aandacht van B. en W. gevestigd op den leelijken toegang naar het Slachthuiskwartier. Dit kwartier is s Heen te bereiken langs een serie van opslagplaatsen van afbraak, daar er zes van deze opslagplaatsen zijn gelegen aan den toegangsweg. Door B. en W. werd toen toegezegd al het mogelijke te zullen doen om aan dezen ver keerden toestand een einde te maken. Er werd zelfs onderhandeld met een eigenaar van één der opslagplaatsen om aan da straatzijde een schutting te plaatsen. Evenwel is nu korten tijd geleden een zes tal, kleine huisjes in de Dubbele Buurt, onder sloopershanaen gevallen en werden de vele bewoners van het Slacbthuiskwartier verrast met de mede deeling dat deze slooping plaats vond ter verbree.iing van den weg. Daar juist een goede verbreeding van de Dubbele E rt 'van belang is voor het geheele Slacht huiskwartier, werd dit plan toegejuicht.... doch men juichte te vroeg. Nadat de zes huisjes met den grond gelijk gemaakt zijn, werd er door een handelaar in afbraak een schutting omheen geplaatst en de bewoners werden opnieuw verrast met een nieuwe opslagplaats van a'fbraak. FRYSK SELSKIP „GYSBERT JAPICX". Men schrijft ons: Door bovengenoemde vereeniging zal op Dinsdag 19 dezer een ledenbijeenkomst wor den gehouden in de Gemeentelijke Concert zaal, Begijnestraat alhier, welke zeker door velen zal worden bezocht. Diegenen onder de vele in en om Haarlem wonende Friezen, die het contact met hun land en taal heb ben behouden en er voor zijn blijven gevoe len, zullen ongetwijfeld een mooien avond als dien van 19 dezer, niet onbenut laten. De heer Schuitmaker, Friesch tooneelschrij- ver van naam en bij de Friesche Haarlem mers overbekend, zal een voordracht houden, „in ernst en luim" over zijn werk als zoo danig terwijl mevrouw HooftBruinsma, sopraanzangeres te Amsterdam, Friesche liederen ten beste zal geven. Inderdaad, „fleurich" zal ook deze bijeenkomst, alg steeds, worden J. v rtTfprv GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN Terug te bekomen bij: Tollenaar, Wilheï- minastraat 66, armband; Mevr. Simons, Schagchelstraat 201, bankbiljet; A. Haak, L. Boogaardstraat 34, handschoen; Kennel Fauna, hond (bruin), gebracht door: Smo» kens, Paul Krugerkade 43; hond (gestroomd) gebracht door: Zimmerman, Sluiseiland IJmuiden; kat gebracht door: Wernick Oek- sel. Prof. v. Vlotenv/eg 14; v. Milligen, Giev= straat 36. 1 kaas; Blok, Antoniestraat 43, kat (zwart-wit)De Mooy, Oranjebooms^?. 13, nummerplaat van een auto; v. Loevezijn, Raamsteeg 14, portemonnaie: Tuinstra, Me- rovingenstraat 4, .houten pijp; Dr. Kok, Raamsingel 28, radiocontactstop; Hoonhout, Ged. Oude Gracht 69, reflector; Michielso, Vooruitgangstraat 60, spaarzegels, Leeuwen dal, Schotersingel 35 rd., sleutel, Barp, Ein- denhoutstraat 53, zilverbon. Terug te bekomen bij: Heijne, Graaf Wil lemstraat 29, bankbiljet; v. d. Boogaard, Kolksfcraai 12 rood, handschoen; Zut, Oran- jeboomstraat 151, idem; Otger, TeyIerstraat 2. idem; Kennel Fauna gebracht door: Po litie, Smedectraat, keeshondje (wit-zwart) Sabelis, Donkere Spaarne 16, kat (grijs»': v. Bel, Zocherstraat 51, uniformpet; Goedhart Zomervaart 73, portemonnaie met inhoud; Crombeen, Maasstraat 32, rijwielbelasting- merk; Laimbock, Gr\ Houtstraat 49, idem; Kors, Dr. Leydsstraat 41, idem: Aarts, Barbarossastraat 34, schaats ged. bij Politie. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Handen EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN DIENST. Uft het Engelsoh van DOUGLAS VALENTINE. 39) Op een avond, tegen zes uur, kwam een jonge man dien ik nog niet onder de stam gasten gezien had, het stoepje van de straat af en vroeg naar Haase, die in de binnen kamer op een sota iag te siapen. Toen ze den jongeman zag, sprong Frau Hedwig, die op haar gewone plaats achter het buffet zat, op en verdween. Ze kwam direct weer terug en zonder op mij te letten nam ze den be zoeker mee naar de binnenkamer, waar hU ongeveer een half uur bleef. Toen kwam hij weer te voorschijn, vergezeld door Frau Hedwig. Ik schrok van de verandering in het ge zicht van de vrouw. Haar gezicht was bleek, haar oogen waren rood van het schreien en onrust ig op de buitendeur gericht. Het was het stille uur van den dag; er waren geen bezoekers in den kelder. Wat kijkt u bedrukt., Frau Hedwig, be gon ik. Weer ruzie gehad met Haase? Ze keek me aan en schudde het hool'd; haar oogen schoten weer vol tranen. Ik moet het je zeggen, zei ze. Ik kan die spanning niet alleen dragen. JIJ bent al tijd erg vriendelijk voor me geweest; je bent betrouwbaar, Julius, er dreigt gevaar voor ons. Wat bedoelt, u? vroeg ik. Een voorgevoel van naderend onheil maakte zich van mij meester. Kore! fluisterde ze. Kore? herhaalde Ik. Wat ls er met hem? Ze keek angstig om zich heen, Ze hebben hem gisterenochtend ge pakt. Gearresteerd? riep ik, het ontstellend nieuws haast niet kunnend gelooven. Ze zijn vroeg in den morgen zijn ka mers binnengedrongen en hebben hem van zijn bed gelicht. Het is verschrikkelijk. En zij verberg het gezicht in de handen. We hoeven toch niet direct het allererg ste te denken, trachtte ik haar gerust te stollen. De vrouw hief haar doodsbleek gezicht op en bracht het vlak bij het mijne. Kore is vanochtend in de gevangenis van Moabit gefusilleerd, fluisterde ze. Die jonge man kwam het daar net vertellen. Ze wachtte even en ging toen gejaagd verder: Je weet niet wat dat voor ons beteekent. Haase had een hoop zaken met hem uit te staan. Als ze hem doodgeschoten hebben, wil dat zeggen dat ze eerst alles uit hem ge kregen hebben wat ze weten wilden, anders hadden ze het niet zoo direct- gedaan. En dat beteekent onze ondergang; dat beteekent dat Haase denzelfden weg uitgaat als Kore. Maar Haase is verschrikkelijk koppig. De jongen die daar net hier was, waarschuwde hem dat ze hier elk oogenblik een inval kunnen doen. Maar Haase zegt dat het hem niets schelen kan, dat hij er geen steek van gelooft. De politie kan gerust komen, zegt hij, maar ze zullen hem met geen vinger aanraken; hij is een veel te goed werktuig voor hen geweest; hij wéét teveel. O, ik ben zoo bang, ik ben zoo bang, ik ben toch zoo bang. Uit de binnenkamer klonk Haase's stem. Hedwig! riep hij. De vrouw droogde haastig haar oogen en verdween door de deur. De kust was veilig, als ik wilde ontsnappen maar waar kon ik naar toe, zonder papieren of paspoort, een man die door de heele Ber- lijnsche politie opgejaagd werd? Het bericht van Kore's arrestatie en exe cutie had me angstig gemaakt. Natuurlijk, de man had een gevaarlijke affaire gedre ven en had dit. blijkbaar al jaren gedaan. Maar veronderstel dat ze mijn spoor gevolgd hadden tot „In den Zeiten"? Ik liep de kelderruimte door en opende de deur die naar de straat voerde. Sinds ik hier gekomen was had ik geen voet buiten de deur gezet en ofschoon het hopeloos was om te trachten weg te komen, meende ik toch dat het geen kwaad zou kunnen om de om ving van den bierkelder eens te verkennen voor het geval dat ik toch, ten einde raad, tot de vlucht zou besluiten. - Ik liep langzaam de treden naar de straat op en botste bijna tegen een man op; die in de toegangsportiek rondlummelde. Wc maak ten beiden onze excuses, maar hij staarde me een oogenblik aan voor hij doorliep. Toen zag ik dat aan den overkant van de straat ook een man heen en weer slenterde en een eindje verder, op den hoek, stonden weer twee mannen op den uitkijk. Ze hadden allemaal hun oogen gericht op den kelderingang, waarin ik stond. Ik wist dat se mijn gezicht niet konden zien, want de straat was maar spaarzaam verlicht en achter mij was de donkere ach tergrond van de portiek. Ik slaagde er in mijn zenuwen de baas te worden, stak op mijn gemak een sigaret aan en rookte rus tig, alsof ik van beneden gekomen was om een luchtje te scheppen. Ik bleef een poosje rondkijken en ging toen weer naar den kelder. Ik was nauwelijks in de gelagkamer te rug, toen Haase uit de binnenkamer kwam, gevolgd door zijn vrouw. 'Hij leek me vrij kalm en ik zag direct dat hij mijn papieren in de hand had. Hier jongen, zei hij op een voor zijn doen vriendelijke manier stop ze in je zak, je kon ze vanavond wel eens noodig hebben! Ik keek de papieren in voor ik zijn advies volgde. Hij zag het en begon te lachen. Ze hebben hem verteld van Johann, grinnikte hij. Maak je maar niet ongerust Julius, jij en ik zijn goeie vrienden. De papieren waren die van Julius Zimmer- mann. We zaten juist ons avondmaal te gebrui ken aan een van de tafeltjes er waren op dit vroege uur maar een paar klanten, toen i een man, een van de stamgasten haastig binnenkwam en rechtstreeks op Haase toe- stapte. Wees voorzichtig Haase, zei hij zacht, weet je dat Kore gearresteerd en doodge schoten is? Dat is het werk van Horrelvoet., Er zit meer achter dan wij weten. Wees ver standig en knijp er tusschen uit. Over een uur ls het misschien te laatl De man verdween weer even haastig a la hij gekomen was. Voor den duivel! donderde Haase en hij liet een vuist op de tafel neerkomen, zoo dat de glazen rinkelden geen mensch ter wereld krijgt me hier vandaan, als ze ten minste komen! De vrouw barstte in tranen uit, terwijl Otto's waterige oogen schuw en verschrikt rondkeken. Ik keek naar mijn bord; ik w?.= te zeër vervuld van mijn eigen gedachten om iets te zeggen. Het was hard om zoover gekomen te zijn, zooveel gevaren getrotseerd te hebben en nu op deze manier den weg versperd te vinden. Het was duidelijk dat ze mij op het spoor waren; het feit dat Horrel voet hier achter zat en het strenge en snelle ingrijpen tegen Kore waren voor mij vol doende bewijs. En ik kon niets doen; ik zat ln een val en ik wist dat wanneer ik een voet buiten de deur zette, ik ln handen zou vallen van de mannen, die hun zwijgende wacht hielden daar boven ln de straat. Daar om moest ik wachten, zoo rustig als ik kon en zien wat de avond verder brengen zou. (Wordt vervolgd^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6