mm
m
m
m
m
mm
m
m
m
m
m m
m
JAARL. ALGEMEENE VERGADERING VAN DEN NED.
ZWEMBOND,
BAMRUBRIEK.
SCHAAKRUBRIEK
-
1
UW
ZWEMMEN.
Een emotievol verloop. Het
Bestuur neemt en bloc ontslag. De
Reorganisatie-commissie voorloopig
met de leiding belast.
(Van onzen medewerker.)
Zondag werd te Amsterdam in het Centraal
Hotel der A. V. J. M. de jaarlijksche alge-
meene vergadering van den Ned. Zwembond
gehouden, onder leiding van den voorzitter,
den heer W. E. Bredius. Voor de ingewijden
was het geen geheim, dat het er spannen
zou, hetgeen reeds gebleken was op een voor
vergadering op 2 Februari jl. te Haarlem ge
houden, waarbij de meeste zwemvereenigin-
gen uit het Westen vertegenwoordigd waren.
Toch was het resultaat, van een door Dr. Me-
xens ingediende motie van orde, waarin de
wenschen der Westelijke clubs waren gefor
muleerd, voor ieder een verrassing en aller
minst was het de bedoeling geweest van den
steller, het bestuur van den N. Z. B. en bloc
te doen aftreden op een wijze, die voor beide
partijen pijnlijk geweest is.
Na een verklaring van den voorzitter,
waarin deze mededeelde, dat het Bondsbe-
stuur zijn taak als geëindigd beschouwde,
yerliet dit demonstratief de vergadering.
Dit wat betreft de omwenteling.
De vergadering werd omstrelcs halfelf des
morgens met een kort woord door den heer
Bredius geopend. Na de goedkeuring der no
tulen werd het jaarverslag van den secreta
ris behandeld waarbij door verscheidene af
gevaardigden op onjuistheden en verzuimen
werd gewezen. Het werd ten slotte goedge
keurd behoudens de aan te brengen wijzi
gingen.
Van langdurigen aard was de discussie
over het jaarverslag van de penningmees-
teresse, hetgeen gelijktijdig werd besproken
met het verslag van de Kascommissie. Vele
vereenigingen wenschten inlichtingen over
de subsidie van het N. O. C. waarbij even
eens de salarieering van den trainer Meigen
naar voren kwam.
Aangedrongen werd op een zoo goed moge
lijke belegging van voorhanden zijnde gelden.
Ten slotte werd de penningmeesteresse,
Mevr. Triebeis—Koens een enthousiast ap
plaus gebracht voor haar beheer en werden
de beide verslagen goedgekeurd.
Het royement van twee vereenigingen
kwam te vervallen door toezegging van
spoedige nakoming der verplichtingen door
één dezer, terwijl aan de andere niet ter ver
gadering zijnde alsnog een kans gegeven zal
worden.
Hierna wordt ongeveer drie kwartier ge
pauzeerd.
Had het vóór de koffie nu en dan geweer-
licht, bij de hervatting brak de bui al spoe
dig los.
Bij het punt: „Bespreking Bestuursbeleid"
kwam de afgevaardigde van Neptunus (Arn
hem), de heer Wissink, met een aantal grie
ven tegen het bestuur en in het bijzonder
tegen den secretaris, die zijns inziens niet
actief was.
Hij deelde mede dat er reeds een onder
houd had plaats gehad met het bondsbe-
stuur, waarbij tegemoetkoming betoond
was.
Toch was hiermede de onrust in het Oosten
nog lang niet voorbij.
De heer Wissink stelde er prijs op te ver
klaren dat hij dezen aanval op het bondsbe-
stuur openlijk doet en verwacht dat ieder
zulks doen zal, die iets te klagen heeft. Hij
haalt daarbij aan een ergerlijk geval van
aanvallen in den rug en leest daarbij een
brief voor, die bij iedereen afkeuring vindt.
Mede in verband daarmee vestigt spreker de
aandacht op een stuk in het blad „De Rijn
en IJselstroom". waarop de voorgelezen brief
betrekking heeft.
De heer Wissink eindigt met zijn ergernis
uit te spreken over zulk een lage wijze van
doen en wekt de aanwezigen op, bij hun ac
tie tegen het bondsbestuur eerlijk te blijven
staan.
De in dezen brief aangevallenen, de heeren
Sirks en Minnes, verdedigen zich en wijzen
alle beschuldigingen als leugens van de
hand.
Eindeloos wordt over en weer gepraat: tel
kens en telkens laait het rumoer op. Als ten
slotte Mevr. TriebeisKoens er op gewe
zen heeft, dat hier de persoonlijke belangen
in het spel zijn en men toch juist de bonds-
belangen te behartigen heeft, wordt na een
kort woord van den voorzitter deze zaak als
afgedaan beschouwd.
Mochten de onthullingen van den Nep-
tunus-afgevaardigde sensatie verwekken,
een haast benauwende stilte trad in toen
Dr. Merens het woord vroeg en zijn motie
van Orde voorlas.
Het critieke oogenblik in deze vergadering
was gekomen. De motie hield in, dat de bloei
van den Ned. Zwembond geen gelijken tred
hield met den groei en den bloei van het
zwemmen in Nederland en dat daarom een
onderzoek naar de oorzaak hiervan nood
zakelijk was, terwijl een reorganisatie in den
Ned. Zwembond noodig geacht werd. Verder
werd in verband daarmede voorgesteld,
eenige punten van de agenda af te voeren
en aan het Bondsbestuur verzocht, zijn man
daat ter beschikking van de vergadering tt
willen stellen.
Als antwoord op het voorstellen van deze
motie leest de heer Bredius een brief voor,
ontvangen van de op 2 Februari te Haarlem
bileengeweest zijnde vereenigingen.
Een zeer rumoerige periode breekt nu aan;
ta'riike sorekers voeren over deze aangele
genheid het woord.
Dr. Merens legt er vooral den na'Y'k op.
dat het geenszins de bedoeling is het bonds
bestuur op deze wijze er uit te krijgen, doch
uitsluitend om de eventueel in te stellen
reorganisatie commissie op geen enkele wijze
aan het bondsbestuur te binden, waardoor
haar werk zou belemmerd worden.
Nadat gedurende vijf minuten de verga
dering was geschorst en het bondsbestuur
zich heeft beraad, deelt de voorzitter mede.
dat het geen bezwaar zéet in de aanneming
dezer motie mits een van de agenda af te
voeren punt (Bestuursverkiezing) alsnog
bi"ft gehandhaafd.
De steller der motie staat dit evenwel niet
toe.
De stemming bracht ten slotte een einde
aan de zeer langdurige besnrekingen.
Mot 94 st-mmen vóór. 51 tegen en 7 blanco
wevd de mo^e aangenomen.
Onm'ddellijk hierop deelde o'e heer Bre
dius het ontslag mede van het gcheele be
stuur, waarbij hij verklaarde, dat hij de taak
thans als afgeloonen beschouwde, waaron
zooais reeds is gezegd alle bestuursleden zich
verwijderden.
Dr. Merens werd verzocht zich met de leï-
dng te willen belasten, waarna hij in een
korte speech den toestand uiteenzette, zijn
leedwezen betuigde over deze gevolgen van
de motie en voorstelde een commissie van
reorganisatie te benoemen.
De heer Langelaar wijdde eenige woorden
van waardeering tot het vertrokken bestuur,
waarna de reorganisatiecommissie wercl ge
kozen. Hierin nemen nu zitting de H.H. G.
Blitz, Kellenbach,, Krul, Sabel en Wissink.
Dr. Merens wekte de vereenigingen op
thans alle medewerking te verleenen en sloot
onder dankzegging de vergadering.
DE JAARVERSLAGEN.
Aan het verslag van den Ned. Zwembond
over 1928 ontleenen we het volgende:
„Wij behoeven geen optimist te zijn om
tot de conclusie te komen, dat het jaar 1923,
het jaar van de Olympische Spelen, een tijd
vak is geweest van groote vreugde en groo-
te propagandistische waarde voor den Ne-
derlandschen Zwembond en de geheele Ne-
derlandsche Zwemsport. Jarenlang hebben
wij gewerkt verlangd en uitgezien naar de
groote gebeurtenis; de Olympische Zwem-
week te Amsterdam. En hoe spoedig was
deze week voorbij; hoe snel ging alles in zijn
werk. Een week om nooit te vergeten! Ons
werk is beloond geworden. Een prachtig
zwemstadion, duizenden toeschouwers, mooie
sport, tal van internationale krachten heb
ben wij gezien ensuccessen hebben wij
eveneens mogen boeken. Marie Braun, Olym
pisch kampioene, wereldrecordhoudster en
Marie Baron tweede in de 200 M. schoolslag
na eenige mooie races tegen hare snelle
concurrenten Schrader, Mühe en Jacobson.
Marie Braun tweede in de 200 M. vrije slag-
na de snelste zwemster der wereld, Martha
Norelius.
Marie Baron vierde in het nummer toren-
springen vóór 16 springsters van verschil
lende nationaliteit.
Deze prijswinsters brengen wij hier nog
maals hulde.
Niet onvermeld mogen wij laten de fraaie
prestaties van de dames Marie Vierdag,
Greet van Norden. Truus Baumeister, den
heer Gompers en ons nationaal poloteam.
Evenals andere jaren bestond er ook dit
jaar weder een opgewekt Bonds-leven; het
overtrof ditmaal misschien wel alle ver
wachtingen. Allen zijn wij in touw geweest
voor d? Olympische Spelen; de tijden van
voorbereidingen hebben ons geleerd, wie den
Nederlandschen Zwembond en het zwemmen
in het algemeen een goed hart toedragen.
De verstandhouding was over het alge
meen goed te noemen, al waren er wel eens
uitzonderingen op den regel.
In dit jaar traden als nieuwe vereeni
gingen tot den Bond toe: Alphenschë Zwem-
vereenlging, Alphen a.d. Rijn; Kinheim, Be
verwijk; Haai'lem, Haarlem; Z.O.N. Heerlen;
Nero, Sappemeer en V.Z.C., Vlaardingen.
Het aantal aangesloten vereenigingen be
droeg derhalve dit jaar 65 tegen 59 in het
voorafgaande jaar.
Het ledental bedroeg dit jaar: 4605 wer
kende leden, 1484 adspirant-werkende leden,
1226 donateui's, in totaal dus 7315 personen;
een vermindering dus van 99 leden.
Marie Braun en Marie Baron.
Dit jaar viel aan Marie Braun de eer te
beurt, uit handen van den voorzitter de gou
den Bonds-medaille te ontvangen. Na Marle
Baron en Willy den Turk is Marie Braun de
derde; zij verdiende dezen eere-penning,
want niet minder dan drie maal prijkt haar
naam op de wereldrecordlijst, resp. op 109,
200 en 400 M. rugslag.
Wij noemen naast Marie Braun haar club-
genoote Marie Baron.
Op 22 April wist zij een toen 14 dagen te
voren nieuw gevestigd wereld-record te bre
ken eu wederom op haar naam te brengen.
Tijdens de Olympische Spelen wist Frl.
Schrader (Duitschland) op haar beurt dit
record weer te breken.
Marie Baron zorgde er echter voor, dat
haar naam op de wereldrecordlijst blijft prij
ken door op 25 November het 400 M. school
slagrecord te verbeteren.
De Van Tuyll van Serooskcrken-beker.
Het groote succes in 1927 te Bologna en
mede de andere successen in internationale
wedstrijden, deed het bestuur van het Ne-
derlandsch Olympisch Comité besluiten voor
de tweede maal den Vair Tuyll-beker aan
den Nederlandschen Zwembond toe te ken
nen. Een groote eer, als men bedenkt, dat
de N.Z.B. de eerste Bond is, wiens naam
thans twee keer op den beker is gegraveerd.
Wij behoeven geen optimist te zijn om ze
concludeeren, dat de zwemsport crescendo
gaat en dat een homogeen samengaan ge-
wenscht is om onze actie en propaganda
met kracht voort te zetten, met terzijde
stelling van alle persoonlijke belangen. Dan
alleen kan iets worden bereikt.
„Ik eindig met een woord van oprechten
dank aan allen, die het bestuur steunden en
op wie nooit tevergeefs een beroep om mede
werking behoefde te worden gedaan", al
dus eindigt de samensteller van het verslag,
de heer C. Minnes Jr.
Jaarvergadering van „De Delft"
Dezer dagen hield bovengenoemde zwem-
vereeniging een druk bezochte jaarvergade
ring.
In het openingswoord door den voorzitter
werd er aan herinnerd, dat het lid mevrouw
MoonenMeijer dezen zomer een moedige
redding heeft verricht. Door hem werd na
mens den burgemeester aan mevr. Moonen
een medaille uitgereikt van het Carnegie-
heldeni'onds, voor deze xxxoedige redding, ver
richt in den zomer van 1928.
Onder luid applaus werd door den voorzit
ter het eere metaal aan mevrouw Moonen
overhandigd. Hij liet dit vex-gezeld gaan van
eenige toepasselijke woorden.
Het jaarverslag van den secretaris werd
met groote belangstelling aangehoord. Hij
mocht daarvoor een ovatie in ontvangst ne
men.
Uit het jaarverslag van den penningmees
ter bleek, dat het Olympisch zwemfeest een
saldo van 400 heeft opgeleverd.
Bij de bestuursverkiezing werden de aftre
dende voorzitter en penningmeester bij ac
clamatie herkozen, terwijl de heer P. van Til
als commissaris werd gekozen.
1-Iet bestuur is thans als volgt samenge
steld. J. H. Luijken, voorzitter. J. v. Feggelen,
secretaris, W. C. Bos, penningmeester. J. C.
Besteman, 2e secretaris, P. van Til, Commis
saris. De Technische Commissie bestaat uit
mej. N. van Esch en den heer P. H. Sprok-
kreef.
Zaterdag 2 Maart geeft „De Delft" een
bal-masqué.
Damredacteur; J. W. van Dartelen, Raad
huisstraat 61, Heemstede.
Alle correspondentie, deze rubriek betref
fende, gelieve men te zenden naar bovenge
noemd adres.
Hieronder plaatsen wij een interessante en
leerrijke nartii uit de hoofdklasse-comnetitie
van den Ned. Dambond. Deze partij is vooral
voor liefhebbers der Hollandsche opening
zeer belangwekkend, temeer omdat de „Wit-
speler" in dit spelgenre een zekere ver
maardheid bezit; de uitstekende wijze waar
op hij deze opening behandelde, verdient de
volle aandacht onzer damspelende lezers.
PARTIJ No. 1391
op 30 Januari 1929 tusschen de
gespeeld
heeren:
J. Ereira,
sterdam)
lemsche
1.
12.
13.
16
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
(Damvereeniging „D. O. S.", Am-
Wit; J. W. van Dartelen („Haar-
Damclub") Zwart,
33—28 18—23
39—33
Bij de groote vorderingen, die het
spel de laatste jax-en heeft ge
maakt. is het aangeven eener zui
vere theoxie der opening vrijwel
ondoenlijk geworden. De tekstzet,
vroeger oo theoretische gronden
veroordeeld heeft zich in de prak
tijk kunnen handhaven, doordat
de spelers meer vertrouwd werden
met de verschillende vormen,
waarin het huidige positiespel
zich kan ontnlooien.
Naast 31—27 en 39—33 is Fa-
bre's zet 3530 belangrijk.
Welke van deze drie zetten de
voorkeur verdient is m.i. moeilijk
uit te maken.
12—18
34—30
Door Springer wordt meermalen
toegepast 44—39, 5044 en 3430
met gunstige spelontwikkeling. De
Haas daarenteeen geeft als 3den
zet aan 3127 voorkeur-,
20—25
Een modex-ne afwijking in deze
opening.
40—34
Sterker dan 4439 en 39 30. Dooi
den tekstzet verschaft Wit zich
gelegenheid tot goeden spelop-
bouw.
7—12
34—29
De conseqxrontte van 4. 4034!
25 34
Beter dan 23 34 waardoor Zwart
een randschijf zou krijgen.
29 40 1— 7
44—39 17—21
Misschien was 15—20, 1015 en
daarna 2024 sterker. Thans
komt Wit's linkei'vleugel voordec-
lig in 't snel Zwart had beter aan
zijn rechtervleugel nog niet kun
nen snelen.
31—26
Natuurlijk!
15—20
26 17 12 21
36—31 7—12
31—26
Alles het gevolg van Zwart
7. 1721. Het vervolg laat ook
duidelijk zien dat hierdoor nadeel
voor Zwart ontstaat.
10—15
26 17 12 21
37—31 2— 7
Om on 31—26 te antwoorden met
21—27 en 16 27.
3127 7—12
41—37 21—26
Hiermede had Zwart nog wat
kunnen wachten en thans zijn
langen vleugel tot ontwikkeling
gaan brengen. Toch biedt de
tekstzet kansen bij minder sterk
spel van Wit.
40—34 11—17
46—41 17—21
41—36 20—42
34—30 14—20
30—25
Thans komt Zwart's nadeel tot
uitng! Zwart 410 geeft slecht
spel; behalve dat Zwart's schijf
op 5 geïsoleerd wordt, kan het on
bezet blijven van veld 9 tot moei
lijkheden leiden. Zwart 611 is al
zeer zwak en 1217 geeft even
eens geen fraai spel.
9—14
Wel gewaagd, doch in de gegeven
omstandigheden misschien wel
't beste.
50—44 4— 9
44—40
Wit wacht af en dwingt Zwart tot
12—17 of 24—29!
12—17
Op Zwart 2429 en 20 29 kan Wit
zeer goed vei'volgen met 3934,
weshalve Zwart aan 1217 de
voorkeur gaf
37—31 26 37
42 31 24—29
Natuurlijk, want thans kan Zwart
dreigen met 1822, temeer omdat
Wit 3933 dan niet kan wegens
21—26 (Wit 33 24) 26 37 en
23: :21.
33 24 20 29
40—34
Vrijwel gedwongen! >v
29 40
45 34 14—20
25 14
19:10
28 19 13 24
Zwart is thans aardig uit zijn be
narde positie los gekomen.
39—33 10—14
Om op; 4944 te vervolgen niet
24—29. 21—26 en 26 50 met dam.
Ook 34—29 of 3430 gaat niet
wegens 2126.
43—39 18—23!
Zwart heeft zich thans vrijwel
hersteld, alleen de schijven 16, 17
en 21 staan niet gunstig!
49—43
Od 3430 was gevolgd 2429.
2328 en 21 25 en on 4944
Zwart 24—29, 2^—28 en 2143.
14—19
33—28 5—10
3126 15—20
39—33 10—15
47—42 9—13
43—39 24—29
33 24 20 40
35 44 3—9
Om on 4440 te vervolgen met
17—22. 15—20, 19—23 en 13 35.
38—33
Een listib valletje, want op Zwavt
13—18 heeft Wit dam door 28—22,
42 31, 26—21 en 312.
23—29 w
41. 33 24 19 30
42. 27—22 15—20
43. 22 11 6 17
44. 36—31 13—18
45. 31—27 8—13
46. 48—43 20—24
47. 43—38 13—19
Stand na den 47sten zet van Zwart:
Zwart 8 schijven op: 9, 16, 17, 18, 19, 21,
24 en 30.
Wit 8 schijven op: 26, 27, 28, 32, 38, 39,
42 en 44.
ZWART
wir
Oogenschijnlijk lijkt deze stelling vrij on
schuldig; in werkelijkheid bevat zij echter
nog vele combinatie-mogelijkheden en al
leen door de sterkste zetten te spelen kun
nen zoowel Wit als Zwart zich van de remise
verzekeren!
48. 38—33 18—23!
49. 42—37
Op 2722 volgt natuurlijk Zwart
23—29!
30—34!
Juist op tijd, want 2822 dreigt!
Echter kon ook 2329, wat mis
schien wel iets sterker was:
28—22; 22:11; 27:16; 26—21,
21 32;
23—29; 29:38; 16:7; 38:27;
24—29; 29—34;
39—33
3035 met winstkans!
50. 39 30
24 35
51. 33—29
Wit neemt den zekersten weg,
want op 4439 volgt Zwart 3540
en op 27—22 Zwart 21—27.
23 34
52. 28—22 17 28
53. 32 3 21 41
54. 3—12!
Remise.
OPLOSSINGEN.
De auteui'soplossingen van de problemen
Nos. 1384 en 1385 zijn:
Nr. 1384. P. W. KLIPHUIS Jr.
Wit: 31—26 39—34 26—21 23—19 36—31,
28 39 33 24.
Zwart: Steeds gedwongen.
Dit probleem heeft een schitterende ont
leding, doch Wit wint niet, maar maakt
daarmede remise.
De thans overgebleven eindstand is als
volgt:
Zwart 2 schijven op 3 en 5. Wit 2 schijven
op 24 en 39.
Hieronder volgen de drie hoofdvarianten,
welke alle niet meer dan remise opleveren:
I. Wit: 24—19 39—33 19—13 33—28 13 24
24—19.
Zwart: 3—8 5—10 8—12 10—14 14—19
12—17 17—21.
Wit: 19—13 13—9 9—4 4—15 Remise.
Zwart: 21—27 27—31 31—37 37—41.
II. Wit: 24—19 39—34 19—13 34—30 13 24
24—19.
Zwart: 3—8 5—10 8—12 10—14 14—19
12—18 18—22.
Wit: 19—14 14—9 9—3 Remise.
Zwart: 22—28 28—33 33—38.
III. Wit: 39—33 33—28 24—19 8—13 24—20
20—14.
Zwart: 3—8 5—10 10—14 28—23 23—19
9990 9094.
Wit: 14—10, 10—4 4 22 Remise.
Zwart: 34—40 40—45 45—50.
Wij ontvingen deze uitvoerige spel-studie
van den heer W. van Daalen.
Inderdaad blijkt de eindstand van dit
fraaie probleem ïromise te zijn!
Wij danken den heer Van Daalen voor
deze, van diepe studie getuigende, opmer
king.
Dit eindspel alleen is op zichzelf reeds
een leerrijk vraagstuk; wij kunnen onzen
damspelenden lezers het bestudeeren dezer
interessante varianten ten zeerste aanbeve
len.
Nr. 1385. W. VAN DAALEN.
Wit: 44—40 42 22 20 18 47—41 411
en wint.
Zwart: Steeds gedwongen.
Deze beide problemen werden cori-ect op
gelost door: W. van Daalen, H. van Lunen-
bui-g Jr., J. v. d. Vlugt, A. de Jong, F. A.
Berkemeier, P. Mollema, P. G. van Engelen,
R. Hartgerink, H. G. Teunisse, J. C. van
Waard, J. Wielenga, Jac. Fr. van Garderen,
J. P. van Eijk, J. van Looij, J. Poppen, H.
Greeuw en J. L. Ver-steeg, allen te Haaxdem;
F. H. Kluen en J. Roland Kuyk, beiden te
Heemstede; P. A. Nooij te Haarlemmerliede;
J. B. Sluiter Jr. te Aerdenhout; G. Zeeuwe
Jr. te Overveen; W. J. v. d. Voort te Ni'euw-
Vennep; A. H. v. d. Geest te Lisse; J. van
Steenwijk te Rijswijk (Z.-H.) en P. Kleute
Jr. te 's-Gravenhage.
Oplossingen, vragen enz. te zenden aan der
Schaakredacteur van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 93, Haarlem.
EINDSPELSTUDIE No. 120
V. DE BARBIERI (Genua).
ns
i
11
88
l
Wit aan zet, remise.
Stand der stukken:
Wit: Kd4, Pe4. a5, b6.
Zwart: KeS, Teó, Ldl, b7, c7.
G. A. BROEKMAN
KL. HOUTWEG 5
TELEFOON 12225 ||||||||||||j|
KLEERMAKER |f|
PARTIJ No. 520
Gespeeld in het tournooi te Berlijn. October 1928.
Wit: Zwart:
A. K. Rubinstein A. N i m zowitsch
(Potsdam). (Kopenhagen).
OUD-INDISCH
d2-d4 1 Pg8-f6
c2—c4 2 e7 -e6
Pbl—-c3 3 L.8 b4
Ddl c2 4
Dient o m. om te verhinderen, dat Wit een
dubbelpion krijgt. Dr. Aljechin beveelt Ddl b3aan.
4
d7-d6
wereldkampioen acht hier d7 - d5 het
e2 e3
5
c7-c5
Lfl—d3
6
Pb8 c6
Pgl-e2
7
e6-e5
d4 d5
8
Lb4Xc3f
Dc2Xc3
9
Pe2Xc3 zou
volgen Pc6-
-b4. enz.
9
Pc6 e7
Dc3—c2
10
0-0
O-O
11
Pe7 g6
Pe2-g3
12
Tf8 eS
f2-f3
13
Lc8-d7
Lel - d2
14
a7—a6'
h2 h3
15
b7 b5
b2- b3
16
Dd8 bö
Kgl - h2
17
a6 a5
Tal - bl
IS
b5 - b4
Zwart staat wel een beetje gedrukt, maar hij
heeft in elk geval tegenspel op den Dame-vleugel.
Misschien was 18.Te8 bS (en vervolgens
Db6-d8 en a5 a4> beier, om zoo mogelijk de
a- en b-Iijnen te openen.
13 f4 19 e5Xf4
e3Xf4 20 Pg6 f8
Ld2- cl 21 Db6- dS
Dc2—f2 22 a5—a4
Niet goed, want alleen Wit kan voordeel trekken
van de a-lijn.
Lel - b2 23 Pf8-g6
Tbl - dl 24 a4Xb3
a2Xb3 25 Ta8-a7
Tdl-el! 26
Zeer goedl Want nu moet Zwart de e-Hjn
prijsgeven.
26 Te8Xel
TflXel 27 Pg6—18?
De beslissende fout. zooals Rubinstein straks
aantoont. Beter was 27.Ta7-a6 om dö
te dekken, al zou Wit ook dan beter staan.
Lb2Xf628
Lijkt zoo eenvoudig, maar de bedoeling is om
de Dame op een minder goede plaais te brengen.
28 DdSX 6
Pg3-e4 29 Df6 h6
Df6e7 is nigt goed, wegens 30. Pe4Xc5, terwijl
29.Df6- dS faalt na 30. Pe4Xd6. Daaruit
blijkt, hoe belangrijk Ta7-a6 zou geweest zijn.
14-f5 30 Ta7 -a3
Tel-bl 31 Ta3-a6
g2—g4! 32 - - -
Van nu af aan dreigt de verovering van dfi
vijandelijke Dame door g4-g5.
32 f7 f6
Kh2-g3! 33
Ter voorbereiding van de. verovering der Dame*
n.l. door h4, De2 en g5.
33 Ld7-cS
Tbl - el 34
Verhindert Pd7, wegens 35. Pd6
34 Lc8-b7
Df2 e-2! 35
Wederom de sterkste zet Er dreigt ''ernietig'ng
door h3 h4 en g4 g5. Zwart moet Pd7 spelen,
waarna echter een catastrophe volgt op de e-lijn.
35 PIS - d7
Pe4Xd6! 36 Ta6Xd6
De2-e8f 37 Pd7—f3
Tel—e71 38 g7 g6
DeS—f7f 39 KgS h8
Te7-e8 40 Td6— dS
Dl7Xf6f 41 Kh8—g8
D16 eóf 42 Kg8-g7
f5 f6*J" 43 Opgegeven
Een door Rubinstein schitterend gespeelde partij.
SCHAAKLITERATUUR
INLEIDING TOr HET SCHAAKSPEL
door Dr. M. Euwe, tweede druk; Gouda G.
B. van Goor Zonen 1929.
Onze groote Nederlandsche meester zegt
in zijn voorbericht, er nogmaals den nadruk
op te leggen, dat het werkje voornamelijk
beoogt, diegenen, die nog in het geheel niets
van het schaken weten, van de regels op de
hoogte te stellen en te trachten hen voor het
schaakspel te winnen.
Het boekje heeft dus in de eerste plaats
propagandistische waarde. Dr. Euwe brengt
de hoofdzaken van het schaakspel in een
aantal eenvoudige causerieën onder de aan
dacht der lezers. Wanneer men dit alleraar
digste leerboekje van 48 bladzijden heeft
doorgewerkt kan men een partij spelen.
Terecht voegt de meester er aan toe, dat
de studie van andere uitvoeriger werken on
ontbeerlijk is, indien men in het schaken
meer wil bereiken dan een aangename tijd-
passeering, die tegelijk inspant en ontspant.
Wij hopen, dat de vraag naar deze fris-
sche, duidelijke handleiding zóó groot moge
zijn, vooral door hen die nog nimmer met
het schaakspel hebben kennis gemaakt, dat
de uitgevers nog dit jaar den derden druk
zullen beleven. De prijs, zeven stuivers, is zóó
gering, dat zelfs onze jongens en meisjes het
boekje uit hun spaarpot kunnen aanschaffen.
OPLOSSING PROBLEEM No. 444
Stand der stukken:
Wit: Kc7. Te4, Lb2, Ph3. Ph4, c2.
Zwart: Kd5, Lbl, Pel, c5, e7', 15.
1. Ph4 s2,
Pel d3; 2. c2 c4+. Kd5Xe4; 3. Ph3-g5*.
Kd5Xe4; 2. Ph3-e5f, Ke4—d5; 3. Pe2- e3*.
f5Xe4; 2. Pp2 - e3f. Kd5-e6; 3. Ph3 e5*.
Pel e2; 2. Ph3-g5, f5 f4; 3. c2-c4*.
2.c5—c4; 3. Te4 t*5+.
LblXc2; 2.f5-f4; 3. Pg2Xf4+.
Goed opgelost door: H. W. v. Dort en B. A.
Snelleman, beiden te Haarlem; K. Siegerist, te
Santpoort.