mm m m m m mm m m m m m m m JAARL. ALGEMEENE VERGADERING VAN DEN NED. ZWEMBOND, BAMRUBRIEK. SCHAAKRUBRIEK - 1 UW ZWEMMEN. Een emotievol verloop. Het Bestuur neemt en bloc ontslag. De Reorganisatie-commissie voorloopig met de leiding belast. (Van onzen medewerker.) Zondag werd te Amsterdam in het Centraal Hotel der A. V. J. M. de jaarlijksche alge- meene vergadering van den Ned. Zwembond gehouden, onder leiding van den voorzitter, den heer W. E. Bredius. Voor de ingewijden was het geen geheim, dat het er spannen zou, hetgeen reeds gebleken was op een voor vergadering op 2 Februari jl. te Haarlem ge houden, waarbij de meeste zwemvereenigin- gen uit het Westen vertegenwoordigd waren. Toch was het resultaat, van een door Dr. Me- xens ingediende motie van orde, waarin de wenschen der Westelijke clubs waren gefor muleerd, voor ieder een verrassing en aller minst was het de bedoeling geweest van den steller, het bestuur van den N. Z. B. en bloc te doen aftreden op een wijze, die voor beide partijen pijnlijk geweest is. Na een verklaring van den voorzitter, waarin deze mededeelde, dat het Bondsbe- stuur zijn taak als geëindigd beschouwde, yerliet dit demonstratief de vergadering. Dit wat betreft de omwenteling. De vergadering werd omstrelcs halfelf des morgens met een kort woord door den heer Bredius geopend. Na de goedkeuring der no tulen werd het jaarverslag van den secreta ris behandeld waarbij door verscheidene af gevaardigden op onjuistheden en verzuimen werd gewezen. Het werd ten slotte goedge keurd behoudens de aan te brengen wijzi gingen. Van langdurigen aard was de discussie over het jaarverslag van de penningmees- teresse, hetgeen gelijktijdig werd besproken met het verslag van de Kascommissie. Vele vereenigingen wenschten inlichtingen over de subsidie van het N. O. C. waarbij even eens de salarieering van den trainer Meigen naar voren kwam. Aangedrongen werd op een zoo goed moge lijke belegging van voorhanden zijnde gelden. Ten slotte werd de penningmeesteresse, Mevr. Triebeis—Koens een enthousiast ap plaus gebracht voor haar beheer en werden de beide verslagen goedgekeurd. Het royement van twee vereenigingen kwam te vervallen door toezegging van spoedige nakoming der verplichtingen door één dezer, terwijl aan de andere niet ter ver gadering zijnde alsnog een kans gegeven zal worden. Hierna wordt ongeveer drie kwartier ge pauzeerd. Had het vóór de koffie nu en dan geweer- licht, bij de hervatting brak de bui al spoe dig los. Bij het punt: „Bespreking Bestuursbeleid" kwam de afgevaardigde van Neptunus (Arn hem), de heer Wissink, met een aantal grie ven tegen het bestuur en in het bijzonder tegen den secretaris, die zijns inziens niet actief was. Hij deelde mede dat er reeds een onder houd had plaats gehad met het bondsbe- stuur, waarbij tegemoetkoming betoond was. Toch was hiermede de onrust in het Oosten nog lang niet voorbij. De heer Wissink stelde er prijs op te ver klaren dat hij dezen aanval op het bondsbe- stuur openlijk doet en verwacht dat ieder zulks doen zal, die iets te klagen heeft. Hij haalt daarbij aan een ergerlijk geval van aanvallen in den rug en leest daarbij een brief voor, die bij iedereen afkeuring vindt. Mede in verband daarmee vestigt spreker de aandacht op een stuk in het blad „De Rijn en IJselstroom". waarop de voorgelezen brief betrekking heeft. De heer Wissink eindigt met zijn ergernis uit te spreken over zulk een lage wijze van doen en wekt de aanwezigen op, bij hun ac tie tegen het bondsbestuur eerlijk te blijven staan. De in dezen brief aangevallenen, de heeren Sirks en Minnes, verdedigen zich en wijzen alle beschuldigingen als leugens van de hand. Eindeloos wordt over en weer gepraat: tel kens en telkens laait het rumoer op. Als ten slotte Mevr. TriebeisKoens er op gewe zen heeft, dat hier de persoonlijke belangen in het spel zijn en men toch juist de bonds- belangen te behartigen heeft, wordt na een kort woord van den voorzitter deze zaak als afgedaan beschouwd. Mochten de onthullingen van den Nep- tunus-afgevaardigde sensatie verwekken, een haast benauwende stilte trad in toen Dr. Merens het woord vroeg en zijn motie van Orde voorlas. Het critieke oogenblik in deze vergadering was gekomen. De motie hield in, dat de bloei van den Ned. Zwembond geen gelijken tred hield met den groei en den bloei van het zwemmen in Nederland en dat daarom een onderzoek naar de oorzaak hiervan nood zakelijk was, terwijl een reorganisatie in den Ned. Zwembond noodig geacht werd. Verder werd in verband daarmede voorgesteld, eenige punten van de agenda af te voeren en aan het Bondsbestuur verzocht, zijn man daat ter beschikking van de vergadering tt willen stellen. Als antwoord op het voorstellen van deze motie leest de heer Bredius een brief voor, ontvangen van de op 2 Februari te Haarlem bileengeweest zijnde vereenigingen. Een zeer rumoerige periode breekt nu aan; ta'riike sorekers voeren over deze aangele genheid het woord. Dr. Merens legt er vooral den na'Y'k op. dat het geenszins de bedoeling is het bonds bestuur op deze wijze er uit te krijgen, doch uitsluitend om de eventueel in te stellen reorganisatie commissie op geen enkele wijze aan het bondsbestuur te binden, waardoor haar werk zou belemmerd worden. Nadat gedurende vijf minuten de verga dering was geschorst en het bondsbestuur zich heeft beraad, deelt de voorzitter mede. dat het geen bezwaar zéet in de aanneming dezer motie mits een van de agenda af te voeren punt (Bestuursverkiezing) alsnog bi"ft gehandhaafd. De steller der motie staat dit evenwel niet toe. De stemming bracht ten slotte een einde aan de zeer langdurige besnrekingen. Mot 94 st-mmen vóór. 51 tegen en 7 blanco wevd de mo^e aangenomen. Onm'ddellijk hierop deelde o'e heer Bre dius het ontslag mede van het gcheele be stuur, waarbij hij verklaarde, dat hij de taak thans als afgeloonen beschouwde, waaron zooais reeds is gezegd alle bestuursleden zich verwijderden. Dr. Merens werd verzocht zich met de leï- dng te willen belasten, waarna hij in een korte speech den toestand uiteenzette, zijn leedwezen betuigde over deze gevolgen van de motie en voorstelde een commissie van reorganisatie te benoemen. De heer Langelaar wijdde eenige woorden van waardeering tot het vertrokken bestuur, waarna de reorganisatiecommissie wercl ge kozen. Hierin nemen nu zitting de H.H. G. Blitz, Kellenbach,, Krul, Sabel en Wissink. Dr. Merens wekte de vereenigingen op thans alle medewerking te verleenen en sloot onder dankzegging de vergadering. DE JAARVERSLAGEN. Aan het verslag van den Ned. Zwembond over 1928 ontleenen we het volgende: „Wij behoeven geen optimist te zijn om tot de conclusie te komen, dat het jaar 1923, het jaar van de Olympische Spelen, een tijd vak is geweest van groote vreugde en groo- te propagandistische waarde voor den Ne- derlandschen Zwembond en de geheele Ne- derlandsche Zwemsport. Jarenlang hebben wij gewerkt verlangd en uitgezien naar de groote gebeurtenis; de Olympische Zwem- week te Amsterdam. En hoe spoedig was deze week voorbij; hoe snel ging alles in zijn werk. Een week om nooit te vergeten! Ons werk is beloond geworden. Een prachtig zwemstadion, duizenden toeschouwers, mooie sport, tal van internationale krachten heb ben wij gezien ensuccessen hebben wij eveneens mogen boeken. Marie Braun, Olym pisch kampioene, wereldrecordhoudster en Marie Baron tweede in de 200 M. schoolslag na eenige mooie races tegen hare snelle concurrenten Schrader, Mühe en Jacobson. Marie Braun tweede in de 200 M. vrije slag- na de snelste zwemster der wereld, Martha Norelius. Marie Baron vierde in het nummer toren- springen vóór 16 springsters van verschil lende nationaliteit. Deze prijswinsters brengen wij hier nog maals hulde. Niet onvermeld mogen wij laten de fraaie prestaties van de dames Marie Vierdag, Greet van Norden. Truus Baumeister, den heer Gompers en ons nationaal poloteam. Evenals andere jaren bestond er ook dit jaar weder een opgewekt Bonds-leven; het overtrof ditmaal misschien wel alle ver wachtingen. Allen zijn wij in touw geweest voor d? Olympische Spelen; de tijden van voorbereidingen hebben ons geleerd, wie den Nederlandschen Zwembond en het zwemmen in het algemeen een goed hart toedragen. De verstandhouding was over het alge meen goed te noemen, al waren er wel eens uitzonderingen op den regel. In dit jaar traden als nieuwe vereeni gingen tot den Bond toe: Alphenschë Zwem- vereenlging, Alphen a.d. Rijn; Kinheim, Be verwijk; Haai'lem, Haarlem; Z.O.N. Heerlen; Nero, Sappemeer en V.Z.C., Vlaardingen. Het aantal aangesloten vereenigingen be droeg derhalve dit jaar 65 tegen 59 in het voorafgaande jaar. Het ledental bedroeg dit jaar: 4605 wer kende leden, 1484 adspirant-werkende leden, 1226 donateui's, in totaal dus 7315 personen; een vermindering dus van 99 leden. Marie Braun en Marie Baron. Dit jaar viel aan Marie Braun de eer te beurt, uit handen van den voorzitter de gou den Bonds-medaille te ontvangen. Na Marle Baron en Willy den Turk is Marie Braun de derde; zij verdiende dezen eere-penning, want niet minder dan drie maal prijkt haar naam op de wereldrecordlijst, resp. op 109, 200 en 400 M. rugslag. Wij noemen naast Marie Braun haar club- genoote Marie Baron. Op 22 April wist zij een toen 14 dagen te voren nieuw gevestigd wereld-record te bre ken eu wederom op haar naam te brengen. Tijdens de Olympische Spelen wist Frl. Schrader (Duitschland) op haar beurt dit record weer te breken. Marie Baron zorgde er echter voor, dat haar naam op de wereldrecordlijst blijft prij ken door op 25 November het 400 M. school slagrecord te verbeteren. De Van Tuyll van Serooskcrken-beker. Het groote succes in 1927 te Bologna en mede de andere successen in internationale wedstrijden, deed het bestuur van het Ne- derlandsch Olympisch Comité besluiten voor de tweede maal den Vair Tuyll-beker aan den Nederlandschen Zwembond toe te ken nen. Een groote eer, als men bedenkt, dat de N.Z.B. de eerste Bond is, wiens naam thans twee keer op den beker is gegraveerd. Wij behoeven geen optimist te zijn om ze concludeeren, dat de zwemsport crescendo gaat en dat een homogeen samengaan ge- wenscht is om onze actie en propaganda met kracht voort te zetten, met terzijde stelling van alle persoonlijke belangen. Dan alleen kan iets worden bereikt. „Ik eindig met een woord van oprechten dank aan allen, die het bestuur steunden en op wie nooit tevergeefs een beroep om mede werking behoefde te worden gedaan", al dus eindigt de samensteller van het verslag, de heer C. Minnes Jr. Jaarvergadering van „De Delft" Dezer dagen hield bovengenoemde zwem- vereeniging een druk bezochte jaarvergade ring. In het openingswoord door den voorzitter werd er aan herinnerd, dat het lid mevrouw MoonenMeijer dezen zomer een moedige redding heeft verricht. Door hem werd na mens den burgemeester aan mevr. Moonen een medaille uitgereikt van het Carnegie- heldeni'onds, voor deze xxxoedige redding, ver richt in den zomer van 1928. Onder luid applaus werd door den voorzit ter het eere metaal aan mevrouw Moonen overhandigd. Hij liet dit vex-gezeld gaan van eenige toepasselijke woorden. Het jaarverslag van den secretaris werd met groote belangstelling aangehoord. Hij mocht daarvoor een ovatie in ontvangst ne men. Uit het jaarverslag van den penningmees ter bleek, dat het Olympisch zwemfeest een saldo van 400 heeft opgeleverd. Bij de bestuursverkiezing werden de aftre dende voorzitter en penningmeester bij ac clamatie herkozen, terwijl de heer P. van Til als commissaris werd gekozen. 1-Iet bestuur is thans als volgt samenge steld. J. H. Luijken, voorzitter. J. v. Feggelen, secretaris, W. C. Bos, penningmeester. J. C. Besteman, 2e secretaris, P. van Til, Commis saris. De Technische Commissie bestaat uit mej. N. van Esch en den heer P. H. Sprok- kreef. Zaterdag 2 Maart geeft „De Delft" een bal-masqué. Damredacteur; J. W. van Dartelen, Raad huisstraat 61, Heemstede. Alle correspondentie, deze rubriek betref fende, gelieve men te zenden naar bovenge noemd adres. Hieronder plaatsen wij een interessante en leerrijke nartii uit de hoofdklasse-comnetitie van den Ned. Dambond. Deze partij is vooral voor liefhebbers der Hollandsche opening zeer belangwekkend, temeer omdat de „Wit- speler" in dit spelgenre een zekere ver maardheid bezit; de uitstekende wijze waar op hij deze opening behandelde, verdient de volle aandacht onzer damspelende lezers. PARTIJ No. 1391 op 30 Januari 1929 tusschen de gespeeld heeren: J. Ereira, sterdam) lemsche 1. 12. 13. 16 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. (Damvereeniging „D. O. S.", Am- Wit; J. W. van Dartelen („Haar- Damclub") Zwart, 33—28 18—23 39—33 Bij de groote vorderingen, die het spel de laatste jax-en heeft ge maakt. is het aangeven eener zui vere theoxie der opening vrijwel ondoenlijk geworden. De tekstzet, vroeger oo theoretische gronden veroordeeld heeft zich in de prak tijk kunnen handhaven, doordat de spelers meer vertrouwd werden met de verschillende vormen, waarin het huidige positiespel zich kan ontnlooien. Naast 31—27 en 39—33 is Fa- bre's zet 3530 belangrijk. Welke van deze drie zetten de voorkeur verdient is m.i. moeilijk uit te maken. 12—18 34—30 Door Springer wordt meermalen toegepast 44—39, 5044 en 3430 met gunstige spelontwikkeling. De Haas daarenteeen geeft als 3den zet aan 3127 voorkeur-, 20—25 Een modex-ne afwijking in deze opening. 40—34 Sterker dan 4439 en 39 30. Dooi den tekstzet verschaft Wit zich gelegenheid tot goeden spelop- bouw. 7—12 34—29 De conseqxrontte van 4. 4034! 25 34 Beter dan 23 34 waardoor Zwart een randschijf zou krijgen. 29 40 1— 7 44—39 17—21 Misschien was 15—20, 1015 en daarna 2024 sterker. Thans komt Wit's linkei'vleugel voordec- lig in 't snel Zwart had beter aan zijn rechtervleugel nog niet kun nen snelen. 31—26 Natuurlijk! 15—20 26 17 12 21 36—31 7—12 31—26 Alles het gevolg van Zwart 7. 1721. Het vervolg laat ook duidelijk zien dat hierdoor nadeel voor Zwart ontstaat. 10—15 26 17 12 21 37—31 2— 7 Om on 31—26 te antwoorden met 21—27 en 16 27. 3127 7—12 41—37 21—26 Hiermede had Zwart nog wat kunnen wachten en thans zijn langen vleugel tot ontwikkeling gaan brengen. Toch biedt de tekstzet kansen bij minder sterk spel van Wit. 40—34 11—17 46—41 17—21 41—36 20—42 34—30 14—20 30—25 Thans komt Zwart's nadeel tot uitng! Zwart 410 geeft slecht spel; behalve dat Zwart's schijf op 5 geïsoleerd wordt, kan het on bezet blijven van veld 9 tot moei lijkheden leiden. Zwart 611 is al zeer zwak en 1217 geeft even eens geen fraai spel. 9—14 Wel gewaagd, doch in de gegeven omstandigheden misschien wel 't beste. 50—44 4— 9 44—40 Wit wacht af en dwingt Zwart tot 12—17 of 24—29! 12—17 Op Zwart 2429 en 20 29 kan Wit zeer goed vei'volgen met 3934, weshalve Zwart aan 1217 de voorkeur gaf 37—31 26 37 42 31 24—29 Natuurlijk, want thans kan Zwart dreigen met 1822, temeer omdat Wit 3933 dan niet kan wegens 21—26 (Wit 33 24) 26 37 en 23: :21. 33 24 20 29 40—34 Vrijwel gedwongen! >v 29 40 45 34 14—20 25 14 19:10 28 19 13 24 Zwart is thans aardig uit zijn be narde positie los gekomen. 39—33 10—14 Om op; 4944 te vervolgen niet 24—29. 21—26 en 26 50 met dam. Ook 34—29 of 3430 gaat niet wegens 2126. 43—39 18—23! Zwart heeft zich thans vrijwel hersteld, alleen de schijven 16, 17 en 21 staan niet gunstig! 49—43 Od 3430 was gevolgd 2429. 2328 en 21 25 en on 4944 Zwart 24—29, 2^—28 en 2143. 14—19 33—28 5—10 3126 15—20 39—33 10—15 47—42 9—13 43—39 24—29 33 24 20 40 35 44 3—9 Om on 4440 te vervolgen met 17—22. 15—20, 19—23 en 13 35. 38—33 Een listib valletje, want op Zwavt 13—18 heeft Wit dam door 28—22, 42 31, 26—21 en 312. 23—29 w 41. 33 24 19 30 42. 27—22 15—20 43. 22 11 6 17 44. 36—31 13—18 45. 31—27 8—13 46. 48—43 20—24 47. 43—38 13—19 Stand na den 47sten zet van Zwart: Zwart 8 schijven op: 9, 16, 17, 18, 19, 21, 24 en 30. Wit 8 schijven op: 26, 27, 28, 32, 38, 39, 42 en 44. ZWART wir Oogenschijnlijk lijkt deze stelling vrij on schuldig; in werkelijkheid bevat zij echter nog vele combinatie-mogelijkheden en al leen door de sterkste zetten te spelen kun nen zoowel Wit als Zwart zich van de remise verzekeren! 48. 38—33 18—23! 49. 42—37 Op 2722 volgt natuurlijk Zwart 23—29! 30—34! Juist op tijd, want 2822 dreigt! Echter kon ook 2329, wat mis schien wel iets sterker was: 28—22; 22:11; 27:16; 26—21, 21 32; 23—29; 29:38; 16:7; 38:27; 24—29; 29—34; 39—33 3035 met winstkans! 50. 39 30 24 35 51. 33—29 Wit neemt den zekersten weg, want op 4439 volgt Zwart 3540 en op 27—22 Zwart 21—27. 23 34 52. 28—22 17 28 53. 32 3 21 41 54. 3—12! Remise. OPLOSSINGEN. De auteui'soplossingen van de problemen Nos. 1384 en 1385 zijn: Nr. 1384. P. W. KLIPHUIS Jr. Wit: 31—26 39—34 26—21 23—19 36—31, 28 39 33 24. Zwart: Steeds gedwongen. Dit probleem heeft een schitterende ont leding, doch Wit wint niet, maar maakt daarmede remise. De thans overgebleven eindstand is als volgt: Zwart 2 schijven op 3 en 5. Wit 2 schijven op 24 en 39. Hieronder volgen de drie hoofdvarianten, welke alle niet meer dan remise opleveren: I. Wit: 24—19 39—33 19—13 33—28 13 24 24—19. Zwart: 3—8 5—10 8—12 10—14 14—19 12—17 17—21. Wit: 19—13 13—9 9—4 4—15 Remise. Zwart: 21—27 27—31 31—37 37—41. II. Wit: 24—19 39—34 19—13 34—30 13 24 24—19. Zwart: 3—8 5—10 8—12 10—14 14—19 12—18 18—22. Wit: 19—14 14—9 9—3 Remise. Zwart: 22—28 28—33 33—38. III. Wit: 39—33 33—28 24—19 8—13 24—20 20—14. Zwart: 3—8 5—10 10—14 28—23 23—19 9990 9094. Wit: 14—10, 10—4 4 22 Remise. Zwart: 34—40 40—45 45—50. Wij ontvingen deze uitvoerige spel-studie van den heer W. van Daalen. Inderdaad blijkt de eindstand van dit fraaie probleem ïromise te zijn! Wij danken den heer Van Daalen voor deze, van diepe studie getuigende, opmer king. Dit eindspel alleen is op zichzelf reeds een leerrijk vraagstuk; wij kunnen onzen damspelenden lezers het bestudeeren dezer interessante varianten ten zeerste aanbeve len. Nr. 1385. W. VAN DAALEN. Wit: 44—40 42 22 20 18 47—41 411 en wint. Zwart: Steeds gedwongen. Deze beide problemen werden cori-ect op gelost door: W. van Daalen, H. van Lunen- bui-g Jr., J. v. d. Vlugt, A. de Jong, F. A. Berkemeier, P. Mollema, P. G. van Engelen, R. Hartgerink, H. G. Teunisse, J. C. van Waard, J. Wielenga, Jac. Fr. van Garderen, J. P. van Eijk, J. van Looij, J. Poppen, H. Greeuw en J. L. Ver-steeg, allen te Haaxdem; F. H. Kluen en J. Roland Kuyk, beiden te Heemstede; P. A. Nooij te Haarlemmerliede; J. B. Sluiter Jr. te Aerdenhout; G. Zeeuwe Jr. te Overveen; W. J. v. d. Voort te Ni'euw- Vennep; A. H. v. d. Geest te Lisse; J. van Steenwijk te Rijswijk (Z.-H.) en P. Kleute Jr. te 's-Gravenhage. Oplossingen, vragen enz. te zenden aan der Schaakredacteur van Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 93, Haarlem. EINDSPELSTUDIE No. 120 V. DE BARBIERI (Genua). ns i 11 88 l Wit aan zet, remise. Stand der stukken: Wit: Kd4, Pe4. a5, b6. Zwart: KeS, Teó, Ldl, b7, c7. G. A. BROEKMAN KL. HOUTWEG 5 TELEFOON 12225 ||||||||||||j| KLEERMAKER |f| PARTIJ No. 520 Gespeeld in het tournooi te Berlijn. October 1928. Wit: Zwart: A. K. Rubinstein A. N i m zowitsch (Potsdam). (Kopenhagen). OUD-INDISCH d2-d4 1 Pg8-f6 c2—c4 2 e7 -e6 Pbl—-c3 3 L.8 b4 Ddl c2 4 Dient o m. om te verhinderen, dat Wit een dubbelpion krijgt. Dr. Aljechin beveelt Ddl b3aan. 4 d7-d6 wereldkampioen acht hier d7 - d5 het e2 e3 5 c7-c5 Lfl—d3 6 Pb8 c6 Pgl-e2 7 e6-e5 d4 d5 8 Lb4Xc3f Dc2Xc3 9 Pe2Xc3 zou volgen Pc6- -b4. enz. 9 Pc6 e7 Dc3—c2 10 0-0 O-O 11 Pe7 g6 Pe2-g3 12 Tf8 eS f2-f3 13 Lc8-d7 Lel - d2 14 a7—a6' h2 h3 15 b7 b5 b2- b3 16 Dd8 bö Kgl - h2 17 a6 a5 Tal - bl IS b5 - b4 Zwart staat wel een beetje gedrukt, maar hij heeft in elk geval tegenspel op den Dame-vleugel. Misschien was 18.Te8 bS (en vervolgens Db6-d8 en a5 a4> beier, om zoo mogelijk de a- en b-Iijnen te openen. 13 f4 19 e5Xf4 e3Xf4 20 Pg6 f8 Ld2- cl 21 Db6- dS Dc2—f2 22 a5—a4 Niet goed, want alleen Wit kan voordeel trekken van de a-lijn. Lel - b2 23 Pf8-g6 Tbl - dl 24 a4Xb3 a2Xb3 25 Ta8-a7 Tdl-el! 26 Zeer goedl Want nu moet Zwart de e-Hjn prijsgeven. 26 Te8Xel TflXel 27 Pg6—18? De beslissende fout. zooals Rubinstein straks aantoont. Beter was 27.Ta7-a6 om dö te dekken, al zou Wit ook dan beter staan. Lb2Xf628 Lijkt zoo eenvoudig, maar de bedoeling is om de Dame op een minder goede plaais te brengen. 28 DdSX 6 Pg3-e4 29 Df6 h6 Df6e7 is nigt goed, wegens 30. Pe4Xc5, terwijl 29.Df6- dS faalt na 30. Pe4Xd6. Daaruit blijkt, hoe belangrijk Ta7-a6 zou geweest zijn. 14-f5 30 Ta7 -a3 Tel-bl 31 Ta3-a6 g2—g4! 32 - - - Van nu af aan dreigt de verovering van dfi vijandelijke Dame door g4-g5. 32 f7 f6 Kh2-g3! 33 Ter voorbereiding van de. verovering der Dame* n.l. door h4, De2 en g5. 33 Ld7-cS Tbl - el 34 Verhindert Pd7, wegens 35. Pd6 34 Lc8-b7 Df2 e-2! 35 Wederom de sterkste zet Er dreigt ''ernietig'ng door h3 h4 en g4 g5. Zwart moet Pd7 spelen, waarna echter een catastrophe volgt op de e-lijn. 35 PIS - d7 Pe4Xd6! 36 Ta6Xd6 De2-e8f 37 Pd7—f3 Tel—e71 38 g7 g6 DeS—f7f 39 KgS h8 Te7-e8 40 Td6— dS Dl7Xf6f 41 Kh8—g8 D16 eóf 42 Kg8-g7 f5 f6*J" 43 Opgegeven Een door Rubinstein schitterend gespeelde partij. SCHAAKLITERATUUR INLEIDING TOr HET SCHAAKSPEL door Dr. M. Euwe, tweede druk; Gouda G. B. van Goor Zonen 1929. Onze groote Nederlandsche meester zegt in zijn voorbericht, er nogmaals den nadruk op te leggen, dat het werkje voornamelijk beoogt, diegenen, die nog in het geheel niets van het schaken weten, van de regels op de hoogte te stellen en te trachten hen voor het schaakspel te winnen. Het boekje heeft dus in de eerste plaats propagandistische waarde. Dr. Euwe brengt de hoofdzaken van het schaakspel in een aantal eenvoudige causerieën onder de aan dacht der lezers. Wanneer men dit alleraar digste leerboekje van 48 bladzijden heeft doorgewerkt kan men een partij spelen. Terecht voegt de meester er aan toe, dat de studie van andere uitvoeriger werken on ontbeerlijk is, indien men in het schaken meer wil bereiken dan een aangename tijd- passeering, die tegelijk inspant en ontspant. Wij hopen, dat de vraag naar deze fris- sche, duidelijke handleiding zóó groot moge zijn, vooral door hen die nog nimmer met het schaakspel hebben kennis gemaakt, dat de uitgevers nog dit jaar den derden druk zullen beleven. De prijs, zeven stuivers, is zóó gering, dat zelfs onze jongens en meisjes het boekje uit hun spaarpot kunnen aanschaffen. OPLOSSING PROBLEEM No. 444 Stand der stukken: Wit: Kc7. Te4, Lb2, Ph3. Ph4, c2. Zwart: Kd5, Lbl, Pel, c5, e7', 15. 1. Ph4 s2, Pel d3; 2. c2 c4+. Kd5Xe4; 3. Ph3-g5*. Kd5Xe4; 2. Ph3-e5f, Ke4—d5; 3. Pe2- e3*. f5Xe4; 2. Pp2 - e3f. Kd5-e6; 3. Ph3 e5*. Pel e2; 2. Ph3-g5, f5 f4; 3. c2-c4*. 2.c5—c4; 3. Te4 t*5+. LblXc2; 2.f5-f4; 3. Pg2Xf4+. Goed opgelost door: H. W. v. Dort en B. A. Snelleman, beiden te Haarlem; K. Siegerist, te Santpoort.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 12