formamint
HAARLEM'S DAGBLAD
DE TWINTIGSTE JAARBEURS GEOPEND
DE NED ROTARY CLUB IN PARIJS.
Gorgelen
FEUILLETON
Het Meisje uit de Stad
DINSDAG 19 FEBRUARI 1929
DERDE BLAD
De schakel tusschen producent en wederverkooper.
BELANGSTELLING UIT HET BUITENLAND TE WACHTEN.
Voor de twintigste maal heeft de Neder-
landsche Jaarbeurs te Utrecht haar poorten
geopend, de felle tegenwerking van Koning
Winter ten spijt, die met zijn ijskouden
adem de activiteit van hen, die op het Vre-
denburg deze voor de Nederlandsche Zaken
wereld zoo belangrijke gebeurtenis voorbe
reidden, heeft trachten te verlammen. Maar
tegen een verbond van enthousiasme en
overleg moet zelfs de strengste koude het
afleggen!
Zoodat ook ditmaal de tot traditie gewor
den persconferentie op den afgesproken tij a
ïn het Jaarbeursgebouw heeft plaats gehad.
Een internationaal gezelschap journalisten
luisterde gisteren en als steeds weer m^t
belangstelling! naar hetgeen de heer W.
Graadt van Roggen, secretaris-generaal van
den Raad van Beheer, aan beschouwingen
over het Jaarbeursinstituut in het algemeen
en over de nieuwe voorjaarsbeurs in het bij
zonder ten beste gaf.
Ofschoon mag worden verondersteld dat
op het oogenblik ieder weet wat een jaar
beurs is en wat zij beoogt, achtte spr. het
noodzakelijk nogmaals den nadruk te leggen
op het absoluut zakelijk karakter dezer in
stelling. Nog altijd zijn er zakenlieden, bij
wie de meening dat de Jaarbeurs een ten
toonstelling is, moet worden weggenomen.
Laten deze dwalenden voor. eens en voor
altijd onthouden dat de Jaarbeurs de schaket
is tusschen producent en wederverkooper,
het oog en het oor van den handel, of, om
een definitie te geven, welke op het voorde
nieuwe beurs ontworpen affiche zoo sugges
tief tot uitdrukking komt het centrale
kamrad dat handel en industrie in bewe -
ging brengt of en dat is ook een goede
opvatting I dat door handel en industrie
in beweging wordt gebracht!
Er aan n er inner end dat de tijden voor han
del en industrie weer normaal zijn geworden,
wees de heer Graadt van Roggen er op, dat
die tijden geen nieuwe stof voor beschouwin
gen opleveren, zoodat slechts overblijft te
spreken over de jaarbeurs in engeren zin,
over deze nieuwe beurs, waarmede we
aldus spr. „ons twintigje uit de loterij ho
pen te trekken". In verband hiermede splitste
de heer Graadt van Roggen het vervolg van
zijn inleiding, met niet genoeg te loven zorg
voor systeem, in drie hoofdstukken, resp.
tot titel dragend: „Wat men ziet": „Wat men
niet ziet" en „Wat men te zien zal krijgen".
Spoedig uitverkocht.
Wat het eerste hoofdstuk betreft merkte
spr. op dat men ten opzichte van de nieuwe
beurs reeds spoedig, eigenlijk te spoedig, het
bordje „uitverkocht" heeft moeten aanslaan.
Het symbool van zeer velen, die wenschten
deel te nemen, was: liever met weinig tevre
den dan heelemaal niet deelnemen. Het ge
volg van deze belangstelling is geweest dat
het Vredenburgterrein, dat bij vroegere beur
zen slechts gedeeltelijk in gebruik was geno
men, thans geheel is volgebouwd, in verband
waarmede de hoofdingang van de Jaarbeurs
is verlegd naar de andere zijde van het Vre-
denburg, tegenover hotel de 1' Europe. Zoo
vindt daar de belangrijke groep bouwmate
rialen en wegenbouw een behoorlijk onder
dak; ook het paviljoen, dat de Fordcompany
voor zich heeft gereserveerd, trekt daar zee:
de aandacht. Op dit terrein, dat een Jaar
beurs op zichzelf is, bevinden zich ook de
stands der vreemde mogendheden. Voor de
eerste maal heeft ook Hongarije een stand:
het stedelijk verkeersbureau is de inzender.
In het Jaarbeursgebouw zelf is geen meter
ruimte onbezet gelaten; bij de oude deel
nemers hebben zich hier veel nieuwe expo
santen gevoegd.
Wat men niet ziet, tenminste niet op de
Jaarbeursterreinen, zijn de 172 firma's, die
te lang gewacht hebben met zich voor deel
name op te geven en die afgewezen, moesten
worden. Vele dier teleurgestelden hebben
hun onderneming geïnstalleerd in naburige
panden. Het bestuur heeft er van afgezien,
deze firma's op een verder gelegen terrein
ónder te brengen, zoowel in hun eigen be
lang als in dat der Jaarbeurs zelf. Want door
zulk een „dependance"-positie, buiten het
eigenlijke Jaarbeursgedoe vallend, zouden
deze firma's wellicht weinig orders boeken
en de schuld daarvan op het Jaarbeurs
instituut kunnen schuiven, hetgeen in elk
geval verhinderd diende te worden. Overi
gens zijn er niet minder dan 16 deelnemers,
die een grootere expositie-ruimte gewenscht
hadden dan hun kon worden toegewezen.
Ware er geen plaatsgebrek geweest, dan zou
men nog 1285 M2 hebben kunnen verhuren!
Voor de eerste maal is ook propaganda ge
maakt In de groote hoofdsteden van het con
tinent en ook te Londen, met het verrassend
resultaat dat verschillende buitenlandsche
inkoopers hun bezoek hebben toegezegd, wel
een bewijs dat in buitenlandsche koopers-
kringen de Nederlandsche Jaarbeurs belang
stelling begint te trekken!
De nieuwe vleugel.
Wat men te zien zal krijgen, en wel bij
de Voorjaarsbeurs- in 1930, is het vergroote
Jaarbeursgebouw. Er wordt hard gewerkt aan
den nieuwen vleugel, die met vijf verdiepin
gen aan het bestaande gebouw zal aanslui
ten. Voorts kondigde de heer Graadt van
Roggen verschillende nieuwe groepsvormin
gen aan en maakte hij melding van een af
zonderlijke landbouwwerktuigenbeurs, welke
tusschen de voor- en najaarsbeurs zal wor
den gehouden en een centrum zal zijn, waar
de landbouwende bevolking van Nederland
zich zal kunnen oriënteeren omtrent hetgeen
er op hun gebied te koop is.
Als „vergeten hoofdstuk" van zijn inlei
ding haalde spr. tenslotte de reeds in den
aanvang van ons verslag gememoreerde
koude aan, welke vooral den voorbereiden
den arbeid op het gedeelte der beurs, dat
buiten het gebouw valt, heeft belemmerd.
Ook met den aanvoer van goederen had het,
gezien de door de Nederlandsche Spoorwegen
getroffen regeling voor vrachtvervoer, spaak
kunnen loopen, maar gelukkig heeft de di
rectie der Spoorwegen bepaald, dat Jaar
beursgoederen met brandstoffen en levens
middelen op één lijn moeten worden gesteld,
zoodat alles op tijd is gearriveerd. De Spoor
wegen hebben de Jaarbeurs daarmede een
grooten dienst bewezen. Na deze met veel
applaus beloonde inleiding werd de Jaar
beursfilm vertoond, welke is vervaardigd om
in kleine plaatsen propaganda voor het
Jaarbeursinstituut te maken.
Het gezelschap begaf zich vervolgens naar
de Koloniale af deeling op de vijfde verdie
ping van het gebouw, waar met veel belang
stelling een expositie werd bezichtigd, die een
zoo natuurgetrouw mogelijke uitbeelding
geeft van de bereiding onzer Nederlandsch-
Indische thee.
De persbijeenkomst werd besloten met een
in het Jaarbeursrestaurant aangericht noen
maal, dat een zeer geanimeerd verloop had
en dat voor enkele binnen- en buitenland
sche journalisten een welkome gelegenheii
was om het Jaarbeursbestuur in hartelijke
bewoordingen de verzekering te geven, dat
de belangstelling der pers in het Jaarbeurs
instituut nog springlevend isl
FILMAVOND.
VAN ARBEIDERSONTWIKKELING EN
H. B. B.
Er is dezer dagen door een vergissing me
degedeeld, dat de te houden filmavond op a.s
Woensdag van den Haarlemschen Bestuur
ders Bond uitging. Het betreft hier de laatste
der vier filmavonden welke dezen winter mei
zooveel succes door het Instituut voor Arbei
dersontwikkeling en den Haarlemschen Be
stuurders Bond gezamenlijk worden georga
niseerd.
Het programma dat Woensdagavond in de
Gem. concertzaal zal draaien bevat een mooie
keuze uit het filmarchief van het instituut.
Vertoond zullen worden „Moskou, de stad der
duizend torens" een staaltje van prachtige
filmkunst handelende over de merkwaardige
hoofdstad van het land der Sovjets. Verder
wordt als tweede groote film gegeven „Rond
om het Roode Raadhuis", het ontroerende en
spannende verhaal van wat het socialistische
gemeentebestuur van Weenen, de hoofdstad
van het land dat zoo vreeselijk onder den
oorlog en de daarop volgende economische
malaise heeft geleden, door krachtig ingrij
pen tot heil der verarmde bevolking tot stand
wist te brengen. De film geeft een beeld van
den geweldigen opbouw-arbeid, die door de
arbeidersbeweging van Weenen in enkele ja
ren tot stand is gebracht. Ook wat de film
zelf betreft is deze zeer de moeite waard. Ze-
staat bijv. vèr boven de onlangs op een dei
filmavonden vertoonde film „Van Keizerstac
tot Volksstad", die zich reeds in een groote
waardeering van de zijde van het publiek
mocht verheugen.
Tenslotte draait op veler verzoek „De To-
radja's" een film die 't leven van dezen wilden
volksstam op uitnemende wijze uitbeeldt, en
die onlangs op den kindermiddag zooveel bij
val ondervond.
De besturen hebben een groot aantal kaar
ten voor dezen filmavond gereserveerd voor
de werklooze leden van de bij den H. B. B.
aangesloten organisaties. Deze kaarten zullen
Woensdagmorgen in „De Centrale" verkrijg
baar worden gesteld tegen een kleine vergoe
ding voor de te betalen belasting.
Zoo zullen dus ook de vele uitgevrorenen
van deze laatste der serie bijzonder mooie en
leerzame filmavonden kunnen genieten.
DE FILM „LIBERALISME".
Voor de afdeelingen Haarlem
Halfweg en Heemstede van den
Vrijheidsbond.
Door de drie hierboven genoemde afdeelln
gen van de liberale staatspartij „De Vrij
heidsbond" was Maandagavond in de Ge
meentelijke concertzaal een bijeenkomst be
legd, waarin de verkiezingsfilm ..Liberalisme'
vertoond zou worden en mevrouw B. Boon-
van der Starp zou spreken.
Na een kort inleidend woord van den voor
zitter, mr. Schutz von Haegen, waarin hij
zeide, dat met dezen filmavond de verkie
zingspropaganda was ingezet en dat nog vele
avonden en een landdag in Mei aan dit werk
gewijd zullen worden, en nadat hij de spreek
ster bloemen had aangeboden, begon me
vrouw Boon haar rede.
Zij zeide, dat er in de liberale wereld velen
zijn die niet aan politiek doen. Wie echte»
erkent plichten tegenover de gemeenschap te
hebben, zal beseffen dat dit niet juist is. Po
litiek is niet een particulier liefhebberijtje
wie op politiek smaait is iemand, die met be
seft dat het iets van het leven is.
Evenmin als in de raenschen de behoefte
naar vrede en schoonheid ooit zal sterven
zoo zal de drang naar vrijheid ooit verloren
gaan.
Thorbecke was het, die nu tachtig jaar ge
leden de grondslagen legde voor het lioara.is
me, de beweging kreeg een groote vlucht en
thans wordt den liberalen voor de voeten ge1
worpen, dai zij in aantal zoo geslonken zijn
Spreekster haalde hier een gezegde aan, dal
„van de regenbui van liberalisme, slechts
plassen zijn blijven staan; een beeld, waai
men buitengewoon trotsch op mag zijn, wam
zooals de aarde doordrenkt wordt door een
regenbui, zoo is Nederland eertijds door het
liberalisme doordrenkt. En al zijn de liberalen
in aantal achteruitgegaan, zeker niet wat be-
teekenis betreft.
Als wij bedenken, aldus spreekster, wat dc
coalitie-regeering in de iaatste 25 jaar had
kunnen doen en laten, dan blijkt, dat van a
de groote wenschen van de coalitie niets Is
ingekomen, en dat de liberalen niets hebber,
ingeboet. Integendeel, groot werk is door dc
liberalen verricht: kinderwet en arbeidswet
ongevallenwet en woningwet, dienstplicht-
leerplicht-, waterstaat- en kieswet kwamen
in der jaren loop tot stand.
Daarom rust, aldus spreekster, op de libe
ralen van thans een groote plicht om dit
werk voort te zetten, de liberale gedachte
uit te dragen.
Daarop ving de vertooning van de film
„Liberalisme" aan, welke bestaat uit de vroe
gere rolprent „De vrijheid", enkele toevoegin
gen en noodzakelijk geworden verbeterin
gen.
Men heeft met deze film getracht, te ver
beelden wat de Vrijheidsbond gedaan heeft
wil doen en niet wil doen.
In deze rolprent zagen wij eerst de geschie
denis van het liberalisme: de moord op Wil
lem de Zwijger, Thorbecke, Mr. H. C. Dres-
selhuys; geestig is in beeld gebracht hoe her
sectarisme ons land verdeelt en wel heel
aardig was in de derde acte de hinderlijke
inmenging van den staat gekarikaturiseerd
met het historisch geval van de dertien rijks
inspecteurs, die op een morgen een fabrieks
directeur van zijn werk hielden. Bureaucra
tie, 't belastingwezen, vrijhandel, het stre
ven naar wereldvrede, mooi-Nederland en
nijver Indië komen op het doek.
Het was een welgeslaagde, goed bezochte
avond. Tot slot wekte spreekster op de libe
rale gedachte te steunen en uit te dragen.
LEIDEN'S STADHUIS.
EEN PROCLAMATIE VAN DEN
BURGEMEESTER.
Vele duizenden hebben Zondag Leiden be
zocht en gekeken naar de puinhoopen van
het afgebrande stadhuis.
De burgemeester heeft een proclamatie tot
de burgerij gericht, waarin hij, volgens het
Hbld. o.a. zegt:
„In de stad, in uw dagbladen, in het gan-
sche land loopen geruchten over aan het ge
meentebestuur toegeschreven plannen en
van alle kanten komt een overweldigende
stroom van stemmen, die roepen om behoud
van den gevel, van den toren, om herbouw.
„Laat mij u zeggen, dat de meest noodige
gegevens om een meening. te vormen, om
plannen te maken, laat staan om beslissin
gen te nemen, nog ontbreken en noodzake
lijkerwijs zoolang zullen ontbreken tot de
dooi een deskundig onderzoek van wat bleef
staan, door monument-kundigen mogelijk
zal maken. Eerst daarna kan het gemeente
bestuur zichzelf een meening vormen over
hetgpen mogelijk is. De vraag, wat wensche-
lijk is, zal na voorlichting over het moge
lijke door u moeten worden uitgemaakt.
Uw wenschen zullen bij de beslissing groot
gewicht in de schaal leggen en ik wil u op
wekken om van uw inzichten en wenschen
zoo duidelijk mogelijk te doen blijken. Indien
de burgerij van éénen zin is, laat dat dan
ook uw bestuur weten. Zijn besluit zal daar
door gemakkelijker tot uitvoering komen en
bespoedigd worden. Wat er verrijzen moge,
worde geschraagd door een eensgezinde
burgerij."
Naar aanleiding van de proclamatie van
den burgemeester heeft de dijkgraaf van
Rijnland, mr. P. A. Pijnacker Hordijk, een
commissie gevormd, waarin afgevaardigden
uit alle lagen der burgerij zitting hebben,
teneinde haar gelegenheid te geven zich te
uiten.
De .overhandiging van het vaandel
ENTHOUSIASTE BETOOGING.
Onze Parijsche correspondent schrijft ons:
Nadat de Fransche leden van de Rotaryclub
in Amsterdam waren geweest, waar ze met
enthousiasme en groote sympathie zijn ont
vangen was het de beurt aan de Parijsche le
den om hun Nederlandsche Rotary-vrlenden
die zelfde teekenen van goede genegenheid te
geven nu de Nederlandsche vlag aan de Fran
sche hoofdstad zou worden overgedragen. Er.
deze plechtigheid waarvan we zoo juist te
rugkomen is niet alleen schitterend verloo-
pen en heeft niet alleen gelegenheid gegever.
tot een Fransch-Nederlandsch verbroede
ringsfeest zooals we nog nimmer meemaakten
maar de Rotary-Club heeft er honderden
sympathiën mede verworven van hen die to:
nu toe, onbekend, er vreemd tegenover ston
den. Men kent het doel van de Club: afge
scheiden van en met eerbiediging van ieders
godsdienstige overtuigingen elkaar leeren
kennen en begrijpen om zoo een vasten vriend
schapsband tusschen de verschillende volke
ren te leggen. De Rotary-Club, jong nog in
jaren, telt nu reeds 150.000 leden en nagenoeg
in alle steden worden afdeelingen gesticht
En zooals gezegd, thans was er een deputatie
uit Nederland gekomen, bestaande uit een
twaalftal leden om de Nederlandsche drie
kleur naar Parijs te brengen. De eerste at
tentie van de Parijsche leden was al om de
hun persoonlijk nog onbekende broeders te
gaan afhalen aan de Gare du Nord en daar
tot laat te blijven wachten, ondanks de he
vige koude, daar de trein een uur vertraging
had. Ook de heer Asscher, president van de
Ned. Kamer van Koophandel, zelf lid van de
Rotary-club was aanwezig en het was, dank
zij zijn bemiddeling dat een groot deel van de
Nederlandsche kolonie in Parijs een uitnoo-
diging had gekregen voor het feestmaal in
Ambassadors waar de plechtige overdracht
van het vaandel zou plaats hebben. En zeker,
hetgeen ook tot uitdrukking kwam in ver
schillende toespraken, waardeerde men het
bijzonder dat de Nederlandsche gezant, dr.
Loudon plaats had genomen naast den Fran-
schen voorzitter, Mr. Duperret en naast den
heer de Bruyn, leider van de Nederlandsche
deputatie. Voorts waren er de Nederlandsche
zaakgelastigde Mr. Menten, de consul-gene
raal en de vice-consul, de heeren Drooglee-
ver Fortuyn en Luden. de heer Fougère, dé-
puté en talrijke Fransche autoriteiten. De
tafels waren met tulpen en met rood-wit-
blauwe linten versierd en van kroon tot kroon
had men, attentie welke buitengewoon dooi
de Nederlanders werd geapprecieerd, oranje
linten en strikken gespannen. En toen het ge
zelschap had plaats genomen nam de Fran
sche voorzitter. Mr. Duperret even het woord.
Hij had vernomen dat het in Nederland ge
woonte is om bij bijeenkomsten even onder
ling de dierbaarste banden aan te halen
door te drinken op de gezondheid en voor
spoed van het Koningshuis. Het was spr. een
voorrecht om hier deze goed-Hollandschc
gewoonte in te voeren en lxij bracht een
dronk uit op de Koningin- Nadat het orkesi
het Wilhelmus had gespeeld noodigde Jhr
Loudon allen uit om te drinken op de ge
zondheid van President Doumergue.
We hoeven zeker niet te zeggen dat het
schitterende déjeuner buitengewoon aange
naam verliep en dat het een gelegenheid was
om gastheeren en gasten met elkaar in ken
nis, we zouden bijna zeggen, in vriendschap
te brengen.
Aan het dessert, nadat de presentatie van
de verschillende aanzittenden had plaats ge
had, nam de heer Bruyn het woord. Hij her
innerde er aan dat twee jaar geleden de
Fransche vrienden naar Amsterdam waren
gekomen en dat zich thans op zulk een on
dubbelzinnige wijze de wederkeerige gastvrij
heid manifesteerde. Hoe zou het ook anders
mogelijk zijn? C-ij Franschen en wij Hollan
ders, we zijn altijd, zelfs niet-Rotariers wel
kom bij elkaar geweest. In alle eeuwen
slechts één uitzonderingen ik weet niet
of ik daarvoor mijn verontschuldigingen moet
aanbieden: wij Hollanders hebben indertijd
zooveel mogelijk getracht om Lodewijk XIV
te beletten naar Amsterdam te komen, (ge
lach). En het zij me vergund om hier er aan
te herinneren hoe het Nederlandsche volk
met open armen in héél moeilijke tijden de
Fransche kinderen heeft ontvangen (dave
rend applaus). In vorige eeuwen is de Fran
sche philosophie en de Fransche letterkunde
tot ons gekomen, want zoo er één volk was
dat altijd uw devies van de groote Revolutie
heeft begrepen, het devies Vrijheid. Gelijk
heid en Broederschap, dan waren wij Neder
landers het. Wij hebben een zelfden strijd ge
streden. En daarom zullen de Fransche en dc
Nederlandsche leden van de Rotary-club el
kaar altijd begrijpen.
Laten we aannemen, zoo ging spreker ver
der, dat er maar twee menschen op de heele
wereld waren, een aan de Noord-, één aan dc
Zuidpool, ze zouden hun instincten volgen.
Maar wanneer zc elkaar zouden kennen en
begrijpen, hoeveel nader zouden we aan zijn
tot een goede verstandhouding en tot den
Vrede welken wij nastreven. Hier is onze vlag.
De kleuren zijn u, Fransche broeders bekend,
want ook hier zien we een zelfde gemeen
schap. Uw kleuren zijn de onze. Het Rood is
het teeken van strijd, het Wit de kleur van
de Onafhankelijkheid en het Blauw de kleui
van onze Opperste Idealen.
De Fransche president, terwijl allen zich
van hun zetels verhieven en de Franschen
met een krachtig „Vive la Hollande" ant
woordende, nam daarop de driekleur over en
zeide:
Zeker, Hollandsche vrienden, wij hebben
dezelfde kleuren, maar ik wil nog een an
dere beteekenis aan hen geven. Het Blauw is
de kleur van Trouw, het Wit van den Vrede,
het Rood van de Volharding. Nu wij 't voor
recht hebben U temidden van ons te zien
zal ik wel ook aan Nceriand's groot verleden
herinneren. En ik hoef niet alleen dan namen
te citeeren van die beroemdheden als een
Rembrandt, een Steen en een Hals, maar ik
wil ook niet vergeten hen die gestreden heb
ben voor de V. jheid van Uw mooie land,
een cle Ruyter, een Tromp, een Piet Hein.
Want zij hebben van Nederland een land
van Onafhankelijkheid en Vrijheid gemaakt,
aan hen de eer dat Nederland altijd gastvrij
heid kon verleenen aan hen die van goeden
wille zijn, aan hen die den Vrede verkondigen
en stichten.
De Nederlandsche gezant nam daarop het
woord. Is er één beter gelegenheid om el
kaar te leeren kennen dan tijdens een déjeu
ner? Zeker niet. En wanneer ik hier om me
heen zie, en ik zie daar onze Fransche vrien
den en mijn landgenooten samen in vriend
schap, allen smullend van de „glacé d'Orange"
welk een symbool! dan ben ik er moer
dan ooit van overtuigd dat zulke gezamenlij
ke dejeuners, zooals de Rotary-Club wekelijks
houdt, van goeden invloed zijn op de goede
verstandhouding tusschen de volkeren. Trou
wens hebben de dejeuners uitgezonderd die
van de Borgias (gelach) niet altijd hun goe
de uitwerking gehad? Ik, als man van Genè-
ve, weet het misschien beter dan anderen en
lk herinner aan een bepaald déjeuner waar
uw minister Briand aanzat en waar men in
onderlinge bespreking zooveel nader tot den
Vrede is gekomen. Algcheele ontwapening, lk
mag het u niet verzwijgen, is momenteel nog
een utopie. Maar een algcheele moreele ont
wapening is mogelijk en waar de leden van de
Rotary-Club dien Vrede nastreven hebben za
onze algeheele sympathie. Innig verheug ik
me er in dat er in Nederland zoowel als in
Frankrijk dat zelfde streven bestaat en dat
we elkaar zoo goed daarin begrijpen. Zoo
straks heeft men het Fransche devies gezegd
dat voor ons beiden dient. Maar er is nog een
ander devies dat ik even liefheb omdat het
voor het Fransche en voor het Nederland
sche volk geldt: Un et Indivisible.
De député van de Loire, Mr. Fougère sprak
de hoop uit dat er eertijds een vrijhandel tus
schen de beide volkeren zal komen, waar er
nu reeds een vrijhandel in onze harten be
staat. Het is goed dat wij, leden van de Rota-
ry-club heden bij elkaar zijn gekomen. Het
ls een historische dag voor ons. Niet alleen
omdat we onze Hollandsche broeders bij ons
hebben maar ook omdat ik u kan mededec-
len dat heden in Duitschland ook de Rotary
Club werd gesticht (daverend applaus». Dat
kan den Vrede waarop ik wensch tc drinken,
slechts ten goede komen.
De oud-president van de Nederlandsche
afdeeiing antwoordde met een Vive la
France.
En daarmede was dit magnifieke feest
waarop een wederzijdsche sympathie zoo dui
delijk en zonder de minste phraseologic tot
uiting kwam, ten einde.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
INGEZONDEN MEDEDEELiNGEN a 60 Codu
per regel.
is lastig en
niet afdoende
en voor kinderen telf» prac<
tiach onmogelijk.
Genees daarom Uw keelpijn met
Formamint, de Iccclontamettcn-
de tabletten. Formamint ver
nietigt de gevaarlijke bacteriën
in mond en keel en beschermt
U daardoor tevens tegen bc«
•mettelijke ziekten, zooals;
Griep
Influenza
Diphthcrie, etc*
De Keelonismettende Tabletten.
In alle Apoth. en Drog. A fl. Iper flesch.
42)
Naar het Engelsch van
H. A. VACHELL.
Geestelijk was hij door elkaar geschud en
gekneusd. De eerste verlammende schrik dat
Hazel zou sterven, zijn onmacht om iets voor
haar te doen, het lange wachten op den
dokter, dat alles was nu voorbij, maar deze
nieuwe, onverklaarbare matheid bleef over
en de overtuiging dat Hazel deze vallei moest
haten, dat zij er na haar laatste ervaring
nooit zou willen olijven. Terwijl hij in 't koele
duister op het hert had zitten wachten, was
hij het met zichzelf eens geworden. Hazel
en hij zouden lager op een huis bouwen. En
hij zou aan haar eerzuchtige verlangens
tegemoet komen, door den watertoevoer te
regelen en misschien naar petroleum te boren
Zij wenschte dat hij „er kwam". Nu dan, om
haarentwil zou hij er „komen1" Maar op zijn
eigen manier en op de plaats hem door God
aangewezen. En hij zou Hazel niet in de val
lei opgesloten houden. Zij zou met haar eigen
inkomen kunnen deen wat zij wilde. Geregel
de reisjes naar Oakland, met hem, of zelfs
zonder hem, zouden alles plezieriger en ge
makkelijker maken voer de lieve meid. Maar
wat- er ook .gebeurde, wat voor zachten drang
er ook op hem uitgeoefend zou worden hij
zou nooit zijn thuis, zijn „vaderland" in den
steek laten.
Nu, onder het melken van Samantha's
koeien, merkte hij dat hij nergens geen
houvast meer voelde; een gevoel van on
macht begon hem te verteren Hij had de
sensatie van een wild dier in een val, de
ijzeren beugels van de_ val sloegen vast om
zijn hart en trokken het in stukken. Toen
hij de melk naar de melkkamer droeg, kwam
Samantha hem tegemoet.
Jij zult den vos moeten terughalen
George.
Ze beschreef hem de plek waar ze het
brave dier had achtergelaten en ging weer
terug naar de keuken. De dokter verklaarde
dat hij weer terug ging naar Roblar. Hij
had gedaan wat hij kon. Voor hij wegging,
peperde hij George's wonde plekken nog
eens goed in.
Die juffrouw Goodrich, begon hij scherp,
dat is een stadsmeisje, niet?
Ja.
Ik kan niet zeggen dat ze me bijzonder
aanstaat.
Als hij die opmerking vier en twintig uur
geleden gemaakt had, was George hem te
lijf gegaan. Nu zei hij onderdanig:
Waarom niet dokter?
Ze is uw logee en naar ik hoop een
betalende en ze ziet er lief uit, maar er zit
geen fut in.
George gaf geen antwoord. Toen de dokter
weg was, ging hij weer in huis en liep de
trap óp. 'Juffrouw Spragge hoorde hem en
kwam uit Hazel's kamer. Gecrge fluisterde
heesch:
Heeft Hazel nog naar me gevraagd?
Neen mijn jongen.
- Zal ik naar haar toegaan?
Je moet haar wat laten hekomen,
George!
Dan zal lk den vos maar gaan ha
len-
Hij maakte zijn karweitjes af en zadelde
toen een paard. Toen hij in Aguila kwam,
was het dorpje in rep en roep. Mevrouw
Bungard had het nieuws van den slange-
beet verspreid en de dokter had de be
richten bevestigd toen hij er door was ge
reden en had nog eenige bijzonderheden
er aan toegevoegd.
Wat heb ik je gezegd? vroeg hij en
knipte verwoed met de oogen. Heb ik je
niet gezegd dat Samantha de allerbeste van
de bovenste plank was en dat ik niets met
stadswichten op heb? Nu is het bewezen dat
ik gelijk heb gehad. Wat voor den duivel
had ze midden in den nacht in jouw kamer
te maken? Snuffelen in je particuliere aan
gelegenheden, hè?
Je bent een oud kletswijf, viel George
woedend uit en in galop stouf hij verder.
Toen maakte een eigenaardig gevoel zich
van hem meester Stap voor stap trok hij
over den weg dien Samantha gegaan was. Hij
floot tusschen de tanden, toen hij bij de geul
kwam, waar hij echter niet overheen sprong,
maar die hij lagerop doorkruiste. Daarna
kwam hij bij hét ravijn, maar hij moest af
stijgen voor hij vijftig meter gereden had.
Hij kon slechts langzaam vooruit komen en
hfj moest zijn paard bij den teugel leiden,
terwijl het dier elk oogenblik weigerde verder
te gaan. toen het pad smaller en meer af
gebrokkeld werd tct het angstige dier 't ten
slotte vertikte nog één stap te doen en hem
met zulk een kracht terug trok, dat geen
overreding hielp. George moest omkeeren,
naar den ingang van het ravijn teruggaan,
en zijn paard daar aan een boom vastbin
den. Het zweet stroomde hem van het voor
hoofd, lang voordat hij den overkant bereikt
had.
Terwijl hij het wegwischte mompelde
hij:
Dat heeft zij gedaanvoor mij.
Die gedachte vervulde hem nog steeds,
toen hij weer bij den vos kwam, die begon
te hinneken toer. hij zijn meester zag. Het
omtrekken van het ravijn duurde twee uur.
En hij had nog een heelen tijd noodig om
thuis te komen, want hij maakte een grooten
boog om Aguila heen, want hij had geen zin
in een nieuwe ontmoeting met de nieuws
gierige dorpelingen. Het was bijna middag
toen hij weer op de hoeve kwam.
Zijn moeder was in de keuken.
Gaat het wat beter met Hazel? was
zijn eerste vraag.
O ja. Zeg George heb je die buggy bij
het hek zien staan?
Ja. Van wie is die?
Die Stocker is daarmee gekomen, even
nadat JIJ weg was. Hij zit op het oogenblik
bij Hazel.
Wel alle duivels! vloekte George.
hl
Toen Wilbur op dien gedenkwaardigen
morgen wakker werd, was hij nog meer dan
gewoonlijk voldaan over zichzelf en zijn toe
komst. Voor het oogenblik waren Adolf Gel-
denheimer en de toekomst één Hij had de
mogelijkheid en het nut van het herstel van
den ouden Aguila-steiger aangetoond: en het
was meer dan waarschijnlijk dat de milllonair
die eigenaar was van de groote boerderij, het
geld voor een dergelijke onderneming zou
willen verstrekken, wanneer tenminste Adolf
en Wiibur hun ervaring zouden willen be
schikbaar stellen. In één woorci, een transactie
van de soort waarvan Wiibur zooveel hield.
Zijn gedachten concentreerden zich hierop.
Van tijd tot tijd dwaalden ze echter af naar
Hazel. De frissche lucht en de landelijke
omgeving hadden wonderen met haar teint
verricht. „Wat een schitterende verschijning!"
Hij stelde z'.eh voor hoe zii zcu ..schitteren"
aan het hoofd van zijn taf?!, haar schitte
ring nog verhoogd door de diamanten die hij
haar geven zou. Hij zag haar de honneurs
waarnemen tegenover de degelijke mannen-
van-zaken zijn gasten en droomde hoe ze
later de „beau monde" zou ontvangen. Zijn
zonnige gedachten gaven hem een sensatie
waaruit hfj echter met een geweldigen schok
opgeschrikt werd door het binnentreden van
Pat Hennessey.
(Wordt vervolgd.);