RADIO-NUMMER VAN HAARL De Avro-Avond te Haarlem BNTIR¥1EW HET DEN HEER ¥©OT HAD! op Vrijdag 1 Maart 1929 DE HULDIGING DE AVRO VAN De geschiedenis van de Avro WOENSDAG 27 FEBRUARI 1929 VIERDE BLAD Waf er Vrijdagavond zal gebeuren Wij hebben er al herhaalde malen de aan dacht op gevestigd dat Vrijdagavond a.s. Haarlem den cijns der dankbaarheid zal be talen aan de Avro, die tal van Haarlemmers zooveel te genieten heeft gegeven en nog geeft. Het Avro-gezelschap dat Vrijdag naar Haarlem kornt zal in de le klasse wachtka mer van het Station worden ontvangen en daarna worden geleid naar Hotel Royal, waar het middagmaal wordt gebruikt. Na het diner gaat het in optocht naar het Gemeentelijk Concertgebouw. Te half zeven wordt de stoet opgesteld in de Rozenstraat; daarna neemt hij den volgenden weg: Sta tionsplein, Kruisweg. Kruisstraat, Groote Markt, Koningstraat, Verwulft, Groote Hout straat, Groote Markt, Concertgebouw. Het comité hoopt dat de lang? dezen weg wonen de ingezetenen de vlag zullen uitsteken en op sommige punten ook zullen zorgen voor Bengaalsch vuur. De intocht van de Avro moet zoo feestelijk mogelijk zijn! Dat de stoet zelf een feestelijk aanzien zal hebben, werd reeds door ons vermeld. Na aankomst van allen in het Concertge bouw zal bij het begin van den avond de hul diging plaats hebben. Dr. Koomans, de voor zitter van het eere-comité, zal daarbij een toespraak houden. Vervolgens wordt het vrij uitgebreid programma uitgevoerd en na af loop zal een souper plaats vinden in Hotel Royal. De avond zal worden bijgewoond door vijf leden van het Bestuur van de Avro. DE KANTLEDEN EEN RADIOPALEIS TE AMSTERDAM ALS IDEAAL OVER SUCCESSEN EN MOEILIJKHEDEN de organen werden samengesmolten tot één. de Radiobode, die zich verheugen mag in een steeds stijgend succes. Wij hebben nu meer dan zestigduizend luistervinken en verwach ten, dat dit aantal nu binnen een halfjaar tot 80.000 zal zijn gestegen. Merkwaardig is het, dat het aantal Radio-Bode abonnés zich tot het aantal Luistervinken steeds verhou den heeft als 2:1., De heer Vogt trok daaruit geen conclusie, maar zij is niet moeilijk te maken, namelijk aldus: dat, een zeer groot aantal abonnés op het orgaan tot een andere uitzending bij draagt, of in het geheel niet tot de kosten der uitzendingen bijdraagt en dus feitelijk profijt trekt van uitzendingen van de Avro, of die van andere omroep-organisaties, die door de bijdragen van- ingeschrevenen mogelijk worden- gemaakt. „Die ingeschreven luisteraars", vervolgde de heer Vogt, „zijn vogels van diverse plui mage. U wilt weten, hoe de Radiobode sa- méngesteld wordt. Het blad is zooals u weet, verdeeld in twee gedeelten, de tekst en de programma's. Voor den laatsteri zorgen twee dames, die de vreemde programma's verta len. Maandags te elf uur wordt een vergade ring gehouden in dit kantoor. Keizersgracht 107, waarbij met mij al de adviseurs aanwe zig zijn: Van Raalte voor de kamermuziek en de symphoniemuziek, de Vos voor de opera's, Max Tak voor de cabaretmuziek en de humoristen, Nico Treep voor de populaire muziek. Louis Schmidt voor de muziekge schiedenis en soms ook Dr. Ritter voor het litteraire gedeelte." De heer Vogt kwam met groote staten ter tafel, waaruit bleek, dat nu reeds (ons ge sprek viel op Woensdag 6 Februari) de pro gramma's tot en met 3 Maart waren samen gesteld, zoodat men met het Nederlandsche programma reeds 3 weken vooruit is. Na tuurlijk behoudens actueele gebeurtenissen, die wijziging van het programma wensche- lijk of noodig maken. Voor de samenstelling van den tekst heeft de heer Vogt nog verscheidene medewerkers, wier namen men in de Radiobode vincie n kan. De heer Vogt vertelde verder. „Ja. wij heb ben sedert eenigen tijd een nieuw huis voor de uitzending aan den Enghweg te Hilver sum. Daar zijn vele vertrekken in, maar De Heer -W. VOGT. De heer Vogt vertelt: U vraagt mij in korte trekken de geschie denis van de Avro te vertellen. Nu dan: in 1923 begon de uitzending door de Nederlandsche Seintoestellenfabriek, be ter bekend onder haar voorletters N. S. F. In Februari 1925 werd de gevoelsrelatie omgezet m een zakelijke. In Mei van 1925 werden twee gvoote masten voor de uit zending gebouwd; een contract werd geslo ten en verschèen de Radio-Luistergids. Ter wijl tot dien tijd toe door de N.S.F. aan iedere organisatie die daarom vroeg, zenduren wer den afgestaan, behoefden wij na het aan gaan van dat contract geen zenduren meer te missen en zonden uit onder den naam Hilversumschen Draadloozen Omroep (H. D. O.) totdat die naam in Juli 1927 werd ver vangen door den Algemeenen Nederlandscht-n Radio-Omroep (A. N. R. O.) met al de moeilijkheden, die onstonden en den strijd tusschen Luistergids en Ether bode. Het eindigde met een fusie met de N. O. V. en nu sedert 1928 bestaat de Avro, onder voorzitterschap van oud-minister Westerveld. De twee. strijden- 'geen groote zaal, waarin wij bijvoorbeeld opera's zouden kunnen uitzenden. Die wor den nog altijd gegeven in de concertzaal van het Hotel Hof van Holland te Hilversum. Ons ideaal is dan ook een omroeppaleis te Am sterdam. Maar ofschoon wij het geld er voor hebben, tot dusver hebben wij het nog niet gewaagd tot den bouw daarvan over te gaan. Wij hangen immers in de lucht, wij kunnen maar niet doen wat wij willen. De Regeering is meesteres van den ether, wij moeten af wachten wat de Radioraad die pas opgericht werd,, doen zal. Technische bezwaren zijn er evenwel tegen een dergelijk Radiopaleis te Amsterdam niet; wel is het wenschelijk, dat de studio eenige kilometers van den zender verwijderd is, omdat deze er op terugwerkt en de zender niet in een bevolkt centrum kan worden gezet. Anders kunnen de men- schen die daar wonen niets anders dan onze- programma's hooren. Of de Mexicaansche hond minder lastig is dan vroeger? Ja zeker, het genereeren is veel minder. De menschen worden wegwijs. Met onzen heelen staf komen wij op Vrij dag 1 Maart naar Haarlem. Wat daar gebeu ren zal weten wij natuurlijk nog niet. Wel is het comité al hier geweest voor een bespre king. Onzerzijds is het programma ook nog niet vastgesteld, maar onze gewone mede werkers, de dames Hélène Cals, Lottie Mus- kensSleurs, Betty van den Bosch— Schmidt, Antoinette van Dijk,, komen ook naar Haarlem en de heeren Jules Moes en Herre de Vos. Zooals van zelf spreekt ook het orkest van Nico Treep, ,dat begonnen is met zes man, toen uitgebreid tot 13 en dat nu twintig musici telt. De musici zijn allen uit sluitend in dienst van de Avro en houden da gelijks hun repetities in dit gebouw. Of het niet moeilijk is, aan den verschillen den smaak van de luistervinken te voldoen? Ja, dat geeft wel eens hoofdbreken. Het Is voorgekomen, dat wij een humorist niet weer wilden engageeren omdat wij zijn werk niet voldoende vonden en die ons toch hon- derde schriftelijke bewijzen van sympathie kon laten zien. U noemt nu een conferen cier dien u wel graag zou willen missen welnu, toen hij onlangs voor de.radio ver zocht nem een briefje te schrijven, heeft hij er tusschen de 1400 en 1500 ontvangen. Er is groot verschil van smaak. De een wil lezin gen, de ander sluit zijn toestel daarvoor on middellijk af. En dan het verschil'van.mee-, ning over de uren! Hier voor mij ligt een brief van het platteland, waarbij gevraagd wordt om het avondprogramma vroeger te laten beginnen. Maar er zijn al vroege pro gramma's. En wij moeten met allerlei din gen rekening houden, bijvoorbeeld hiermee, dat de politie de beschikking over den zen der heeft van kwart voor acht tot acht uur. Of wij veel succes hebben met de lessen? Ja, achtduizend luisteraars nemen daaraan deel en krijgen iedere week een gedrukte les thuis, waarvoor zij betalen, al hoort dat eigenlijk in den radio omroep niet thuis. Maar men moet ook niet vergeten, dat de toestand in het buitenland heel anders is. dan hier. In Duitschland bijvoorbeeld wordt belasting geheven. Welke moeilijkheden de omroep daar ook moge hebben, gebrek aan geld is er geen van. Dat heeft de omroep ge noeg. Wij in Nederland moeten bestaan van vrijwillige bijdragen en daardoor mogen wij de opbrengst van de lessen niet versmaden. Elke ontvangst komt aan alle luisteraars ten goede. En dat de lessen succes hebben is wel ze ker. Dat blijkt vooral uit de Italiaansche en de Engelsche lessen. Voor den Italiaanschen cursus zijn natuurlijk de minste leerlingen, omdat die toch minstens goed Fransch moe ten kennen om er aan deel te nemen. Fred. Fry, onze leeraar in het Engelsch, maakt eenige keeren per jaar met hoogstens 25 leerlingen een reisje naar Engeland en daar blijkt, dat die van zijn-lessen heelwat opge stoken hebben." Aldus zat de heer Vogt genoegelijk te kou ten in de voorkamer van het voormalige heerenhuis aan de Keizersgracht 107. waai de Avro haar kantoren heeft. Datzelfde woord kouten gebruikte de heer Vogt ook, tóen hij uitlegde op welke manier men voor den microfoon spreken moet. „Bulderen is niet alleen onnoodig", zei hij, „maar ook totaal verkeerd. Er zijn wel sprekers, die wij een paar meters van den microfoon terug moeten slpuren. De ware manier is kouten, alsof je in dc huiskamer aan de familie vertelt, duidelijk en niet te snel. Met deze methode behoeft niemand zich ongerust te maken dat de luisteraars niet goed zullen hooren. „Le! maar niet op den microfoon", zeg ik vaak, „het komt er niet op aan, of het hoofd eens even rechts of links gedraaid wordt. Een dame die dat niet wist klaagde na haar rede over een stijven nek: zij had gedacht, dat ze den microfoon niet uit het oog mocht ver liezen en daar voortdurend den hals voor verwrongen. Overigens leveren de sprekers nog al eens bezwaren op omdat zij zich niet aan den spreektijd houden en te veel tijd in beslag nemen. Als ik aan de rede merk, dat het nog wel een poosje kan duren, terwijl er nog maar vijf minuten beschikbaar is, dan kom ik zachtjes in de spreek-kamer binnen en wijs op mijn horloge. De spreker maakt dan een geruststellend gebaar „heb maar geen zorg" en gaat verder Is de tijd van uitschei den aangebroken, dan kom ik terug en maak een gebaar vol nadruk, met de armen in dc hoogte: „nu kan het toch niet langer!" de spreker wijst op zijn manuscript als om te zeggen: „ik kan hier toch niet afbreken", en spreekt door. Ik keer dan naar de con trolekamer terug en wanneer uit de rede blijkt, dat er niet heel gauw een einde aan zal komen, dan wacht ik totdat een volzin komt die redelijk als slotzin kan dienen en draai een knop om, die hem niet belet om door te spreken, maar de luisteraars hooren hem dan niet meer. Het gebeurt gelukkig zelden, dat zoo'n maatregel noodig is, maai wanneer het gebeurde hebben wij het den spreker niet gezegd waarom zijn gemoeds rust te verstoren? Komt hij daarna thuis cn vraagt hij aan zijn familie of zij alles goed gehoord hebben, ook het slot, dan kan het wegblijven daarvan wel aan een leege accu of iets anders worden toegeschreven. Het programma moet op tijd verloopen. Treep met zijn orkest bijvoorbeeld moet 23.31 weg en daarop moeten wij rekenen. Menige spre ker schijnt dat niet te begrijpen en dan is een gewelddadig einde noodig. Ook wanneer wij hem hooren zeggen: „En thans ten slot te nog een woord tot mijn familie", dan draaien wij den knop om. Vrienden, familie of kennissen mogen niet worden gegroet. In het-algemeen" mag de spreker of spreekster zich niet richten tot bepaalde personen oi groepen. Ik zal u een gedrukte opgave mee geven, die wij aan de sprekers toezenden", zei de heer Vogt. Wij zullen die regelen niet alle maal vermelden. Wanneer een on zer lezers tot spreken voor de radio wordt uitgenoodigd krijgt, hij die raad gevingen toch en vóór dat tijdstip heeft 14j ze niet noodig. Ze dalen zóó in bijzonderhe den af, dat de directie als punt 10 heeft ge meend te moeten opmerken: „Wij begrij pen, dat de meeste dezer wenken door u, zelf reeds zouden zijn opgevolgd,, ook zonder dat wij er de aandacht op hadden geves tigd." Hoffelijker kan het al niet. Vaak moet de uitzending haar ziel in lijd zaamheid bezitten. Men verlangt soms een S. O. S. voor nietigheden of met andere be doelingen, dan de ware. Een man, wiens vrouw was weggeloopen. wenschte bitvoor beeld aangekondigd te hebben, dat een van de kinderen ernstig ziek was. alleen om kaar tot terugkeeren te bewegen. Een dame ver zocht mee te deelen, dat zij 's avonds niet. in den schouwburg kon zijn. zooals zij beloofd had. Wij moeten met een S. O. S. zeer voor zichtig zijn en nemen dan ook vooraf deug delijke informatie, al wordt ons dat door den aanvrager wel kwalijk genomen. Een enkelen keer kunnen wij met een trucje wel eens een aardig effect bereiken. Het is gebeurd, .dat wij in een door mijzelf gemaakt tooneelstukje. waarin voorkwamen de woorden: „mij dunkt, ik hoor daar het. fabrieksorkest naderen, zet het raam eens open!" de ouverture Tannhauser inlasch- ten, door het orkest van het Concertgebouw gespeeld. Daar wij cïbor versterken en verminderen van het geluid den Lndruk van naderen cn vertrekken van een orkest kunnen geven, maakte deze truc een prachtig effect, zelfs zoo dat den volgenden dag een deskundige informeerde „waar die prachtige gramo- phoonplaat vandaan kwam. Zóóiets moois had hij nog nooit gehoord!" Tot de meest nerveuse menschen behoo- ren de acteurs en actrices die voor 't eerst voor de radio ontreden. Zij zien geen nubiVk. niets dan een leege kamer, zij moeten aile stil spel door gesoroken aanduidingen ver vangen, kortom de getieele toestand is hun vreemd en hei kost hun eenige moeite zich aan te passen." Dit was wat de heer Vogt in onze besnre- king alzoo vertelde, op die rustige, kalme manier die zijn geheim is en die het luisteren naar wat hij in den microfoon zegt zoo aan genaam maakt. Wat er o.a. uit blijkt is. dat- hij nog, groote mogelijkheden ziet voor de Avro.. hetgeen de Luistervinken ongetwijfeld met groot genoegen zullen vernemen. INGEZONDEN MEDF.DEELINGEN De nieuwste N.S.F. en PHILIPS TOESTELLEN uit voorraad leverbaar IjT KELLÊR EN MACDONALD OVEkVtEN Showroom GROOTE MARKT Het toeval heeft gewild, ,dat ik in aanra king gekomen ben met Hendrik Nicolaas Jonkerhans, inbreker van beroep. Men kan mij wel gelooven, wanneer ik verzeker, dat die aanraking door mij niet gezocht is en door Jonkerhans ook niet. Mij heeft die namelijk vrijwat tijd gekost, doorgebracht in gezelschap van een inspecteur van poli tie, een zeer beleefden jongen man. maar die natuurlijk niet in staat was mij den ver loren tijd te vergoeden. De eenige troc-st die ik gevonden heb was dat Jonkerlians nog •véél meer tijd aan onze kennismaking heeft moeten besteden, vooral nadat de rechter van instructie hem eenige malen tot een ge sprek had uitgenoodigd en vijf andere hee ren daarna op hun beurt wenscliten te hoo ren, wat hij aan hun collega, den rechter van instructie, had verklaard. Misschien heeft men wel begrepen, dat Jonkerhans in deze besprekingen weinig schik had: zelfs zou hij die liever niet ge houden hebben, wanneer niet twee rijksveld wachters hem telkens dringend daartoe hadden uitgenoodigd oo een manier, die weigering niet goed toeliet. Voordat ik nu vertel hos dat allemaal zoo kwam, wensch ik u kennis te laten ma ken met de dames Frédérique en Louise Tuyn van Ameland, twee ongetrouwde zus ters. die al sinds een jaar ernstig samen hadden overlegd, of zij radio zouden nemen, ja of neen. Misschien vinden sommige menschen zoo-'n jaar overleggen veel te lang. Zeker, er zijn van die vastberaden personen, die na vijf. minuten bespreken: „zou je zoo'n ding grs-ag hebben?" „ja, je zou me daar een genoegen mee doen'binnen vijf minuten een handelaar opgebeld en hem gezegd heb ben: „stuur me er een paar op zicht, maar goed en niet duur!" Zeker, zulke vooruitstrevende lieden be staan. Maar wij kuifaen niet allemaaj Na poleons wezen en de dames Tuyn van Ame land moesten rekening houden met haar vriendinnen en kennissen; ze moesten niet in den zin, dat de doodstraf er op stond wanneer zij van de zienswijze van kennissen en vriendinnen afweken, maar zij méénden dat ze dat niet moesten doen. Eenvoudig ge zegd: zij wenschten naar de inzichten van die vriendinnen en kennissen te leven. Dat is gemakkelijk en prettig, je vermijdt daarbij allerlei kleine onaangename botsinkjes. Ik heb er niets tegen wanneer iemand be weert dat de dames Frédérique en Louise daarmee geen blijk gaven groote zelfstandig heid te bezitten, mits die iemand dan ook maar diezelfde neiging bij zijn eigen persoon wil opmerken. Wij allemaal, zooals we gaan en staan, leven ongeveer zooals onze vrien den en bekenden dat goed en nuttig voor ons achten en als wij daartegen ineaan. kan daar niets dan narigheid uit voortkomen. Alleen vinden wij het dwaas van anderen en merken het niet op van ons zelf. En dat deden de dames Fréderlque en Louise ook niet. Ze waren er wel van door drongen dat, vriendinnen en kennissen de aanschaffing van een radiotoestel afkeur den. „De rust verdwijnt uit Je huis", zeiden die. Maar de dames Tuyn wenschten toch wel radio, waarschijnlijk omdat de rust in haar huis wel wat héél groot. was. Er gingen dagen voorbij dat ze niemand zagen en dan was de conversatie beperkt. Als Je al dertig jaar samen woont, ken je eikaars opiniën precies. „En dan zoo 's avonds wat muziek", zei Frédérique. „Of een rede over een belangrijk onder werp", vond Louise. „Niemand kan ons immers zien", zéi Fré dérique. „Wij behoeven het toch ook aan niemand te vertellen", bevestigde Louise. Maar zij moesten toch iemand in hun ver trouwen nemen, die advies geven en bij den aankoop van het toestel helpen zou. Daarom duurde het een jaar vóórdat zij een besluit hadden genomen en aan een bekende firma de opdracht hadden gegeven, een toestel voor hen te installeeren maar „op discrete manier, zooda.t niemand in de omgeving zich daaraan ergeren kan, want dat wen- schen wij in geen geval", verklaarde de da mes Frédérique en Louise met vrijwat ver toon van edelmoedige edelaardigheid. Deze leverancier nu was een menschen- kenner. Hij leverde dus een toestel met een raam-antenne. die je van buiten niet kon zien en in een kast kon worden opgeborgen met het heele radio-toestel, zoodra er iemand op bezoek kwam, die vonden dat de dames Tuyn van Ameland geen radio be hoorden te hebben Zij vonden de installa tie keurig en „zoo gemakkelijk" en toen het op een avond thuis bezorgd was, sloten zij dadelijk op de Avro aan In de buurt naderde Jonkerhans, van beroep inbreker zooals ik gezegd heb. Hij had een oogje op de zilverkast van de dames en was van plan. die kast dezen nacht eens te gaan nakijken. Daarom liep hij dien avond, zoo tusschen acht uur en half negen, het huis nog eens voorbij. Let nu goed op het toeval, dat hier een rol speelt, een radio-rol. Als hij eerder gekomen was, dan zou hij het eerste nummer van het avond-programma, gehoord hebben, de Marehe Lorraine van Ganne. uitgevoerd door het orkest onder de leiding van Nico Treep en dadelijk begrepen, dat de dames radio in huis hadden. Maar het tweede nummer was een voordracht van Louis de Vries: de toespraak van Antonius na den dood van Julius Caesar van Shakespeare. Zijn zware stem dreunde door de kamer en onze vriend Jonkerhans kon die buiten hoo ren. Hij zei een leeüjk woord, laat ik maar zeggen: „ei, ,ei" ernaar 't was heelwat anders) „is daar een man in huis?" Hij wist dat na melijk niet. En toen hij die geduchte stem van Louis de Vries hoorde, stelde hij zich een grooten, stevigen kerel voor en had op eens geen plezier meer in het nakijken van de zilverkast van de dames Tuyn van Ame land. Nijdig liep hij het huis voorbij en zei weer. „ei, ei", maar het klonk-heelwat minder on schuldig. Zoo ontsnapten de dames Louise en Frédérique aan een inbraak, die haar niet al leen den inhoud van haar zilverkast gekost zou hebben, maar ook het zwakke hart van Louise zou hebben benadeeld want daar over klaagde Louise, omdat het niet te. pas kwam al te gezond te wezen. Zoo deden al haar kennissen en vriendinnen en zóó hoor de het dus. Maar die goeie Louis de Vries heeft daar allemaal nooit van geweten. Zoo kun je met de rechterstem goed doen, zonder dat je linkerstem daarvan afweet. Maar, hoe ben ik nu met Jonkerhans in aanraking gekomen? Hij heeft het later ze'? verteld aan den rechter van instructie en die andere vijf belangstellende heeren. dus is het officieel. Uit'zijn humeur over de mis lukking'van ziin inbraak^1 afin et ie bij dc dames, kwam hij langs mijn huis en zag daar een raampje aan r'en achterkant var. het huis onen staan. Bü mij thuis hadden ze namelijk dien middag stokvisch gegeten en om de lucht weg te krijgen was het raampje open gezet en vergeten het nader1 hand weer dicht te doen. Toen werd hij een oogenblik onvoorzich tig en besloot bij mij in huis een kijkje tc nemen, 's Avonds zoowat half een klom hij door het raampje naar binnen en kwam op den vloer precies in de mand van Hector, mijn Duitschen herdershond, die juist flink uit zijn humeur was omdat het avondbeen hem tegengevallen was. Er zat namelijk niet veel vleesch aan. Dus hapte hij in het been van Jonkerhans en wou niet loslaten, al schopte die nog zoo bard. Op zijn ge schreeuw kwamen wij toeschieten en dom te dreigen met een opgeladen pistool en met de tanden van Hector werd Jonkerhans zóó tam, dat wij de politie konden opbellen die onzen vriend den Inbreker inrekende. Dit is de ware geschiedenis van het radio toestel van de dames Tuyn van Ameland en hoe het haar togen een inbraak beschermde. Zij hebben er nog veel genoegen aan be leefd. Ook wel, schrik, wanneer een van de kennissen onverwachts op bezoek kwara on de raamantenne met het toestel en de loud speaker haastig in de kast moesten worekn weggemoffeld. Soms moeten zij een gewaar wording gehad hebben, alsof in die kast de vrouwen van Blauwbaard verborgen waren. Totdat on een dag de voornaamste van haar kennissenkring vertelde, dat zij eer. radiotoestel gekocht had. Toen werd radio on eenmaal smaak en maakten de dames Tuyn van Ameland een grooten indruk van energie en vooruitstrevendheid, omdat zij zoo schielijk ook een toestel hadden aange schaft. Zoo is vandaag smaak, wat verleden weck nog niet in aanmerking kwam. In dien tijd, werd de geschiedenis van de voordracht van Louis de Vries, de vrees van. Jonkerlians en mijn hond Hector algemeen bekend. Maar de inbreker besteedt, nog a'tijd ziir, onvrijer) tijd in een plaats, waar hij liever niet wezen wou.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 13