RADIO-NUMMER VAN HAARL
De Avro-Avond te Haarlem
BNTIR¥1EW HET DEN HEER ¥©OT
HAD!
op Vrijdag 1 Maart 1929
DE
HULDIGING
DE AVRO
VAN
De geschiedenis van de Avro
WOENSDAG 27 FEBRUARI 1929
VIERDE BLAD
Waf er Vrijdagavond zal gebeuren
Wij hebben er al herhaalde malen de aan
dacht op gevestigd dat Vrijdagavond a.s.
Haarlem den cijns der dankbaarheid zal be
talen aan de Avro, die tal van Haarlemmers
zooveel te genieten heeft gegeven en nog
geeft.
Het Avro-gezelschap dat Vrijdag naar
Haarlem kornt zal in de le klasse wachtka
mer van het Station worden ontvangen en
daarna worden geleid naar Hotel Royal, waar
het middagmaal wordt gebruikt.
Na het diner gaat het in optocht naar het
Gemeentelijk Concertgebouw. Te half zeven
wordt de stoet opgesteld in de Rozenstraat;
daarna neemt hij den volgenden weg: Sta
tionsplein, Kruisweg. Kruisstraat, Groote
Markt, Koningstraat, Verwulft, Groote Hout
straat, Groote Markt, Concertgebouw. Het
comité hoopt dat de lang? dezen weg wonen
de ingezetenen de vlag zullen uitsteken en
op sommige punten ook zullen zorgen voor
Bengaalsch vuur. De intocht van de Avro
moet zoo feestelijk mogelijk zijn! Dat de
stoet zelf een feestelijk aanzien zal hebben,
werd reeds door ons vermeld.
Na aankomst van allen in het Concertge
bouw zal bij het begin van den avond de hul
diging plaats hebben. Dr. Koomans, de voor
zitter van het eere-comité, zal daarbij een
toespraak houden. Vervolgens wordt het vrij
uitgebreid programma uitgevoerd en na af
loop zal een souper plaats vinden in Hotel
Royal.
De avond zal worden bijgewoond door vijf
leden van het Bestuur van de Avro.
DE KANTLEDEN
EEN RADIOPALEIS TE AMSTERDAM ALS IDEAAL
OVER SUCCESSEN EN MOEILIJKHEDEN
de organen werden samengesmolten tot één.
de Radiobode, die zich verheugen mag in een
steeds stijgend succes. Wij hebben nu meer
dan zestigduizend luistervinken en verwach
ten, dat dit aantal nu binnen een halfjaar
tot 80.000 zal zijn gestegen. Merkwaardig is
het, dat het aantal Radio-Bode abonnés zich
tot het aantal Luistervinken steeds verhou
den heeft als 2:1.,
De heer Vogt trok daaruit geen conclusie,
maar zij is niet moeilijk te maken, namelijk
aldus: dat, een zeer groot aantal abonnés op
het orgaan tot een andere uitzending bij
draagt, of in het geheel niet tot de kosten
der uitzendingen bijdraagt en dus feitelijk
profijt trekt van uitzendingen van de Avro,
of die van andere omroep-organisaties,
die door de bijdragen van- ingeschrevenen
mogelijk worden- gemaakt.
„Die ingeschreven luisteraars", vervolgde
de heer Vogt, „zijn vogels van diverse plui
mage. U wilt weten, hoe de Radiobode sa-
méngesteld wordt. Het blad is zooals u weet,
verdeeld in twee gedeelten, de tekst en de
programma's. Voor den laatsteri zorgen twee
dames, die de vreemde programma's verta
len. Maandags te elf uur wordt een vergade
ring gehouden in dit kantoor. Keizersgracht
107, waarbij met mij al de adviseurs aanwe
zig zijn: Van Raalte voor de kamermuziek
en de symphoniemuziek, de Vos voor de
opera's, Max Tak voor de cabaretmuziek en
de humoristen, Nico Treep voor de populaire
muziek. Louis Schmidt voor de muziekge
schiedenis en soms ook Dr. Ritter voor het
litteraire gedeelte."
De heer Vogt kwam met groote staten ter
tafel, waaruit bleek, dat nu reeds (ons ge
sprek viel op Woensdag 6 Februari) de pro
gramma's tot en met 3 Maart waren samen
gesteld, zoodat men met het Nederlandsche
programma reeds 3 weken vooruit is. Na
tuurlijk behoudens actueele gebeurtenissen,
die wijziging van het programma wensche-
lijk of noodig maken.
Voor de samenstelling van den tekst heeft
de heer Vogt nog verscheidene medewerkers,
wier namen men in de Radiobode vincie n
kan.
De heer Vogt vertelde verder. „Ja. wij heb
ben sedert eenigen tijd een nieuw huis voor
de uitzending aan den Enghweg te Hilver
sum. Daar zijn vele vertrekken in, maar
De Heer -W. VOGT.
De heer Vogt vertelt:
U vraagt mij in korte trekken de geschie
denis van de Avro te vertellen.
Nu dan: in 1923 begon de uitzending door
de Nederlandsche Seintoestellenfabriek, be
ter bekend onder haar voorletters N. S. F.
In Februari 1925 werd de gevoelsrelatie
omgezet m een zakelijke. In Mei van 1925
werden twee gvoote masten voor de uit
zending gebouwd; een contract werd geslo
ten en verschèen de Radio-Luistergids. Ter
wijl tot dien tijd toe door de N.S.F. aan iedere
organisatie die daarom vroeg, zenduren wer
den afgestaan, behoefden wij na het aan
gaan van dat contract geen zenduren meer
te missen en zonden uit onder den naam
Hilversumschen Draadloozen Omroep (H. D.
O.) totdat die naam in Juli 1927 werd ver
vangen door den Algemeenen Nederlandscht-n
Radio-Omroep (A. N. R. O.) met al de
moeilijkheden, die onstonden en den
strijd tusschen Luistergids en Ether
bode. Het eindigde met een fusie
met de N. O. V. en nu sedert 1928
bestaat de Avro, onder voorzitterschap van
oud-minister Westerveld. De twee. strijden-
'geen groote zaal, waarin wij bijvoorbeeld
opera's zouden kunnen uitzenden. Die wor
den nog altijd gegeven in de concertzaal van
het Hotel Hof van Holland te Hilversum. Ons
ideaal is dan ook een omroeppaleis te Am
sterdam. Maar ofschoon wij het geld er voor
hebben, tot dusver hebben wij het nog niet
gewaagd tot den bouw daarvan over te gaan.
Wij hangen immers in de lucht, wij kunnen
maar niet doen wat wij willen. De Regeering
is meesteres van den ether, wij moeten af
wachten wat de Radioraad die pas opgericht
werd,, doen zal. Technische bezwaren zijn er
evenwel tegen een dergelijk Radiopaleis te
Amsterdam niet; wel is het wenschelijk, dat
de studio eenige kilometers van den zender
verwijderd is, omdat deze er op terugwerkt
en de zender niet in een bevolkt centrum
kan worden gezet. Anders kunnen de men-
schen die daar wonen niets anders dan onze-
programma's hooren.
Of de Mexicaansche hond minder lastig is
dan vroeger? Ja zeker, het genereeren is
veel minder. De menschen worden wegwijs.
Met onzen heelen staf komen wij op Vrij
dag 1 Maart naar Haarlem. Wat daar gebeu
ren zal weten wij natuurlijk nog niet. Wel is
het comité al hier geweest voor een bespre
king. Onzerzijds is het programma ook nog
niet vastgesteld, maar onze gewone mede
werkers, de dames Hélène Cals, Lottie Mus-
kensSleurs, Betty van den Bosch—
Schmidt, Antoinette van Dijk,, komen ook
naar Haarlem en de heeren Jules Moes en
Herre de Vos. Zooals van zelf spreekt ook het
orkest van Nico Treep, ,dat begonnen is met
zes man, toen uitgebreid tot 13 en dat nu
twintig musici telt. De musici zijn allen uit
sluitend in dienst van de Avro en houden da
gelijks hun repetities in dit gebouw.
Of het niet moeilijk is, aan den verschillen
den smaak van de luistervinken te voldoen?
Ja, dat geeft wel eens hoofdbreken. Het Is
voorgekomen, dat wij een humorist niet
weer wilden engageeren omdat wij zijn werk
niet voldoende vonden en die ons toch hon-
derde schriftelijke bewijzen van sympathie
kon laten zien. U noemt nu een conferen
cier dien u wel graag zou willen missen
welnu, toen hij onlangs voor de.radio ver
zocht nem een briefje te schrijven, heeft hij
er tusschen de 1400 en 1500 ontvangen. Er is
groot verschil van smaak. De een wil lezin
gen, de ander sluit zijn toestel daarvoor on
middellijk af. En dan het verschil'van.mee-,
ning over de uren! Hier voor mij ligt een
brief van het platteland, waarbij gevraagd
wordt om het avondprogramma vroeger te
laten beginnen. Maar er zijn al vroege pro
gramma's. En wij moeten met allerlei din
gen rekening houden, bijvoorbeeld hiermee,
dat de politie de beschikking over den zen
der heeft van kwart voor acht tot acht uur.
Of wij veel succes hebben met de lessen?
Ja, achtduizend luisteraars nemen daaraan
deel en krijgen iedere week een gedrukte
les thuis, waarvoor zij betalen, al hoort dat
eigenlijk in den radio omroep niet thuis.
Maar men moet ook niet vergeten, dat de
toestand in het buitenland heel anders is.
dan hier. In Duitschland bijvoorbeeld wordt
belasting geheven. Welke moeilijkheden de
omroep daar ook moge hebben, gebrek aan
geld is er geen van. Dat heeft de omroep ge
noeg. Wij in Nederland moeten bestaan van
vrijwillige bijdragen en daardoor mogen wij
de opbrengst van de lessen niet versmaden.
Elke ontvangst komt aan alle luisteraars ten
goede.
En dat de lessen succes hebben is wel ze
ker. Dat blijkt vooral uit de Italiaansche en
de Engelsche lessen. Voor den Italiaanschen
cursus zijn natuurlijk de minste leerlingen,
omdat die toch minstens goed Fransch moe
ten kennen om er aan deel te nemen. Fred.
Fry, onze leeraar in het Engelsch, maakt
eenige keeren per jaar met hoogstens 25
leerlingen een reisje naar Engeland en daar
blijkt, dat die van zijn-lessen heelwat opge
stoken hebben."
Aldus zat de heer Vogt genoegelijk te kou
ten in de voorkamer van het voormalige
heerenhuis aan de Keizersgracht 107. waai
de Avro haar kantoren heeft. Datzelfde
woord kouten gebruikte de heer Vogt ook,
tóen hij uitlegde op welke manier men voor
den microfoon spreken moet. „Bulderen is
niet alleen onnoodig", zei hij, „maar ook
totaal verkeerd. Er zijn wel sprekers, die wij
een paar meters van den microfoon terug
moeten slpuren.
De ware manier is kouten, alsof je in dc
huiskamer aan de familie vertelt, duidelijk
en niet te snel. Met deze methode behoeft
niemand zich ongerust te maken dat de
luisteraars niet goed zullen hooren. „Le!
maar niet op den microfoon", zeg ik vaak,
„het komt er niet op aan, of het hoofd eens
even rechts of links gedraaid wordt. Een
dame die dat niet wist klaagde na haar rede
over een stijven nek: zij had gedacht, dat
ze den microfoon niet uit het oog mocht ver
liezen en daar voortdurend den hals voor
verwrongen.
Overigens leveren de sprekers nog al eens
bezwaren op omdat zij zich niet aan den
spreektijd houden en te veel tijd in beslag
nemen. Als ik aan de rede merk, dat het nog
wel een poosje kan duren, terwijl er nog
maar vijf minuten beschikbaar is, dan kom
ik zachtjes in de spreek-kamer binnen en
wijs op mijn horloge. De spreker maakt dan
een geruststellend gebaar „heb maar geen
zorg" en gaat verder Is de tijd van uitschei
den aangebroken, dan kom ik terug en maak
een gebaar vol nadruk, met de armen in dc
hoogte: „nu kan het toch niet langer!"
de spreker wijst op zijn manuscript als om
te zeggen: „ik kan hier toch niet afbreken",
en spreekt door. Ik keer dan naar de con
trolekamer terug en wanneer uit de rede
blijkt, dat er niet heel gauw een einde aan
zal komen, dan wacht ik totdat een volzin
komt die redelijk als slotzin kan dienen en
draai een knop om, die hem niet belet om
door te spreken, maar de luisteraars hooren
hem dan niet meer. Het gebeurt gelukkig
zelden, dat zoo'n maatregel noodig is, maai
wanneer het gebeurde hebben wij het den
spreker niet gezegd waarom zijn gemoeds
rust te verstoren? Komt hij daarna thuis cn
vraagt hij aan zijn familie of zij alles goed
gehoord hebben, ook het slot, dan kan het
wegblijven daarvan wel aan een leege accu
of iets anders worden toegeschreven. Het
programma moet op tijd verloopen. Treep
met zijn orkest bijvoorbeeld moet 23.31 weg
en daarop moeten wij rekenen. Menige spre
ker schijnt dat niet te begrijpen en dan is
een gewelddadig einde noodig. Ook wanneer
wij hem hooren zeggen: „En thans ten slot
te nog een woord tot mijn familie", dan
draaien wij den knop om. Vrienden, familie
of kennissen mogen niet worden gegroet. In
het-algemeen" mag de spreker of spreekster
zich niet richten tot bepaalde personen oi
groepen. Ik zal u een gedrukte opgave mee
geven, die wij aan de sprekers toezenden",
zei de heer Vogt.
Wij zullen die regelen niet alle
maal vermelden. Wanneer een on
zer lezers tot spreken voor de radio
wordt uitgenoodigd krijgt, hij die raad
gevingen toch en vóór dat tijdstip heeft 14j
ze niet noodig. Ze dalen zóó in bijzonderhe
den af, dat de directie als punt 10 heeft ge
meend te moeten opmerken: „Wij begrij
pen, dat de meeste dezer wenken door u,
zelf reeds zouden zijn opgevolgd,, ook zonder
dat wij er de aandacht op hadden geves
tigd."
Hoffelijker kan het al niet.
Vaak moet de uitzending haar ziel in lijd
zaamheid bezitten. Men verlangt soms een
S. O. S. voor nietigheden of met andere be
doelingen, dan de ware. Een man, wiens
vrouw was weggeloopen. wenschte bitvoor
beeld aangekondigd te hebben, dat een van
de kinderen ernstig ziek was. alleen om kaar
tot terugkeeren te bewegen. Een dame ver
zocht mee te deelen, dat zij 's avonds niet. in
den schouwburg kon zijn. zooals zij beloofd
had. Wij moeten met een S. O. S. zeer voor
zichtig zijn en nemen dan ook vooraf deug
delijke informatie, al wordt ons dat door den
aanvrager wel kwalijk genomen.
Een enkelen keer kunnen wij met een
trucje wel eens een aardig effect bereiken.
Het is gebeurd, .dat wij in een door mijzelf
gemaakt tooneelstukje. waarin voorkwamen
de woorden: „mij dunkt, ik hoor daar het.
fabrieksorkest naderen, zet het raam eens
open!" de ouverture Tannhauser inlasch-
ten, door het orkest van het Concertgebouw
gespeeld.
Daar wij cïbor versterken en verminderen
van het geluid den Lndruk van naderen cn
vertrekken van een orkest kunnen geven,
maakte deze truc een prachtig effect, zelfs
zoo dat den volgenden dag een deskundige
informeerde „waar die prachtige gramo-
phoonplaat vandaan kwam. Zóóiets moois
had hij nog nooit gehoord!"
Tot de meest nerveuse menschen behoo-
ren de acteurs en actrices die voor 't eerst
voor de radio ontreden. Zij zien geen nubiVk.
niets dan een leege kamer, zij moeten aile
stil spel door gesoroken aanduidingen ver
vangen, kortom de getieele toestand is hun
vreemd en hei kost hun eenige moeite zich
aan te passen."
Dit was wat de heer Vogt in onze besnre-
king alzoo vertelde, op die rustige, kalme
manier die zijn geheim is en die het luisteren
naar wat hij in den microfoon zegt zoo aan
genaam maakt. Wat er o.a. uit blijkt is. dat-
hij nog, groote mogelijkheden ziet voor de
Avro.. hetgeen de Luistervinken ongetwijfeld
met groot genoegen zullen vernemen.
INGEZONDEN MEDF.DEELINGEN
De nieuwste
N.S.F. en PHILIPS
TOESTELLEN
uit voorraad
leverbaar
IjT
KELLÊR EN
MACDONALD
OVEkVtEN
Showroom
GROOTE MARKT
Het toeval heeft gewild, ,dat ik in aanra
king gekomen ben met Hendrik Nicolaas
Jonkerhans, inbreker van beroep. Men
kan mij wel gelooven, wanneer ik verzeker,
dat die aanraking door mij niet gezocht is
en door Jonkerhans ook niet. Mij heeft die
namelijk vrijwat tijd gekost, doorgebracht
in gezelschap van een inspecteur van poli
tie, een zeer beleefden jongen man. maar
die natuurlijk niet in staat was mij den ver
loren tijd te vergoeden. De eenige troc-st die
ik gevonden heb was dat Jonkerlians nog
•véél meer tijd aan onze kennismaking heeft
moeten besteden, vooral nadat de rechter
van instructie hem eenige malen tot een ge
sprek had uitgenoodigd en vijf andere hee
ren daarna op hun beurt wenscliten te hoo
ren, wat hij aan hun collega, den rechter
van instructie, had verklaard.
Misschien heeft men wel begrepen, dat
Jonkerhans in deze besprekingen weinig
schik had: zelfs zou hij die liever niet ge
houden hebben, wanneer niet twee rijksveld
wachters hem telkens dringend daartoe
hadden uitgenoodigd oo een manier, die
weigering niet goed toeliet.
Voordat ik nu vertel hos dat allemaal
zoo kwam, wensch ik u kennis te laten ma
ken met de dames Frédérique en Louise
Tuyn van Ameland, twee ongetrouwde zus
ters. die al sinds een jaar ernstig samen
hadden overlegd, of zij radio zouden nemen,
ja of neen.
Misschien vinden sommige menschen
zoo-'n jaar overleggen veel te lang. Zeker, er
zijn van die vastberaden personen, die na
vijf. minuten bespreken: „zou je zoo'n ding
grs-ag hebben?" „ja, je zou me daar een
genoegen mee doen'binnen vijf minuten
een handelaar opgebeld en hem gezegd heb
ben: „stuur me er een paar op zicht, maar
goed en niet duur!"
Zeker, zulke vooruitstrevende lieden be
staan. Maar wij kuifaen niet allemaaj Na
poleons wezen en de dames Tuyn van Ame
land moesten rekening houden met haar
vriendinnen en kennissen; ze moesten niet
in den zin, dat de doodstraf er op stond
wanneer zij van de zienswijze van kennissen
en vriendinnen afweken, maar zij méénden
dat ze dat niet moesten doen. Eenvoudig ge
zegd: zij wenschten naar de inzichten van
die vriendinnen en kennissen te leven. Dat
is gemakkelijk en prettig, je vermijdt daarbij
allerlei kleine onaangename botsinkjes. Ik
heb er niets tegen wanneer iemand be
weert dat de dames Frédérique en Louise
daarmee geen blijk gaven groote zelfstandig
heid te bezitten, mits die iemand dan ook
maar diezelfde neiging bij zijn eigen persoon
wil opmerken. Wij allemaal, zooals we gaan
en staan, leven ongeveer zooals onze vrien
den en bekenden dat goed en nuttig voor ons
achten en als wij daartegen ineaan. kan
daar niets dan narigheid uit voortkomen.
Alleen vinden wij het dwaas van anderen en
merken het niet op van ons zelf.
En dat deden de dames Fréderlque en
Louise ook niet. Ze waren er wel van door
drongen dat, vriendinnen en kennissen de
aanschaffing van een radiotoestel afkeur
den. „De rust verdwijnt uit Je huis", zeiden
die. Maar de dames Tuyn wenschten toch
wel radio, waarschijnlijk omdat de rust in
haar huis wel wat héél groot. was. Er gingen
dagen voorbij dat ze niemand zagen en dan
was de conversatie beperkt. Als Je al dertig
jaar samen woont, ken je eikaars opiniën
precies.
„En dan zoo 's avonds wat muziek", zei
Frédérique.
„Of een rede over een belangrijk onder
werp", vond Louise.
„Niemand kan ons immers zien", zéi Fré
dérique.
„Wij behoeven het toch ook aan niemand
te vertellen", bevestigde Louise.
Maar zij moesten toch iemand in hun ver
trouwen nemen, die advies geven en bij den
aankoop van het toestel helpen zou. Daarom
duurde het een jaar vóórdat zij een besluit
hadden genomen en aan een bekende firma
de opdracht hadden gegeven, een toestel
voor hen te installeeren maar „op discrete
manier, zooda.t niemand in de omgeving
zich daaraan ergeren kan, want dat wen-
schen wij in geen geval", verklaarde de da
mes Frédérique en Louise met vrijwat ver
toon van edelmoedige edelaardigheid.
Deze leverancier nu was een menschen-
kenner. Hij leverde dus een toestel met een
raam-antenne. die je van buiten niet kon
zien en in een kast kon worden opgeborgen
met het heele radio-toestel, zoodra er
iemand op bezoek kwam, die vonden dat de
dames Tuyn van Ameland geen radio be
hoorden te hebben Zij vonden de installa
tie keurig en „zoo gemakkelijk" en toen het
op een avond thuis bezorgd was, sloten zij
dadelijk op de Avro aan
In de buurt naderde Jonkerhans, van
beroep inbreker zooals ik gezegd heb. Hij
had een oogje op de zilverkast van de dames
en was van plan. die kast dezen nacht eens
te gaan nakijken. Daarom liep hij dien
avond, zoo tusschen acht uur en half negen,
het huis nog eens voorbij.
Let nu goed op het toeval, dat hier een rol
speelt, een radio-rol. Als hij eerder gekomen
was, dan zou hij het eerste nummer van het
avond-programma, gehoord hebben, de
Marehe Lorraine van Ganne. uitgevoerd door
het orkest onder de leiding van Nico Treep en
dadelijk begrepen, dat de dames radio in huis
hadden. Maar het tweede nummer was een
voordracht van Louis de Vries: de toespraak
van Antonius na den dood van Julius Caesar
van Shakespeare.
Zijn zware stem dreunde door de kamer en
onze vriend Jonkerhans kon die buiten hoo
ren. Hij zei een leeüjk woord, laat ik maar
zeggen: „ei, ,ei" ernaar 't was heelwat anders)
„is daar een man in huis?" Hij wist dat na
melijk niet. En toen hij die geduchte stem
van Louis de Vries hoorde, stelde hij zich
een grooten, stevigen kerel voor en had op
eens geen plezier meer in het nakijken van
de zilverkast van de dames Tuyn van Ame
land.
Nijdig liep hij het huis voorbij en zei weer.
„ei, ei", maar het klonk-heelwat minder on
schuldig. Zoo ontsnapten de dames Louise en
Frédérique aan een inbraak, die haar niet al
leen den inhoud van haar zilverkast gekost
zou hebben, maar ook het zwakke hart van
Louise zou hebben benadeeld want daar
over klaagde Louise, omdat het niet te. pas
kwam al te gezond te wezen. Zoo deden al
haar kennissen en vriendinnen en zóó hoor
de het dus.
Maar die goeie Louis de Vries heeft daar
allemaal nooit van geweten. Zoo kun je met
de rechterstem goed doen, zonder dat je
linkerstem daarvan afweet.
Maar, hoe ben ik nu met Jonkerhans in
aanraking gekomen? Hij heeft het later ze'?
verteld aan den rechter van instructie en
die andere vijf belangstellende heeren. dus
is het officieel. Uit'zijn humeur over de mis
lukking'van ziin inbraak^1 afin et ie bij dc
dames, kwam hij langs mijn huis en zag
daar een raampje aan r'en achterkant var.
het huis onen staan. Bü mij thuis hadden
ze namelijk dien middag stokvisch gegeten
en om de lucht weg te krijgen was het
raampje open gezet en vergeten het nader1
hand weer dicht te doen.
Toen werd hij een oogenblik onvoorzich
tig en besloot bij mij in huis een kijkje tc
nemen, 's Avonds zoowat half een klom hij
door het raampje naar binnen en kwam op
den vloer precies in de mand van Hector,
mijn Duitschen herdershond, die juist flink
uit zijn humeur was omdat het avondbeen
hem tegengevallen was. Er zat namelijk
niet veel vleesch aan. Dus hapte hij in het
been van Jonkerhans en wou niet loslaten,
al schopte die nog zoo bard. Op zijn ge
schreeuw kwamen wij toeschieten en dom
te dreigen met een opgeladen pistool en met
de tanden van Hector werd Jonkerhans zóó
tam, dat wij de politie konden opbellen die
onzen vriend den Inbreker inrekende.
Dit is de ware geschiedenis van het radio
toestel van de dames Tuyn van Ameland en
hoe het haar togen een inbraak beschermde.
Zij hebben er nog veel genoegen aan be
leefd. Ook wel, schrik, wanneer een van de
kennissen onverwachts op bezoek kwara on
de raamantenne met het toestel en de loud
speaker haastig in de kast moesten worekn
weggemoffeld. Soms moeten zij een gewaar
wording gehad hebben, alsof in die kast de
vrouwen van Blauwbaard verborgen waren.
Totdat on een dag de voornaamste van
haar kennissenkring vertelde, dat zij eer.
radiotoestel gekocht had. Toen werd radio
on eenmaal smaak en maakten de dames
Tuyn van Ameland een grooten indruk van
energie en vooruitstrevendheid, omdat zij
zoo schielijk ook een toestel hadden aange
schaft.
Zoo is vandaag smaak, wat verleden weck
nog niet in aanmerking kwam. In dien tijd,
werd de geschiedenis van de voordracht van
Louis de Vries, de vrees van. Jonkerlians
en mijn hond Hector algemeen bekend. Maar
de inbreker besteedt, nog a'tijd ziir, onvrijer)
tijd in een plaats, waar hij liever niet wezen
wou.