Jfflo'u/s/r. J)9 Jfaarfe/n.
Toestellen - Onderdeelen •Reparaties
Het Huwelijksaanzoek.
(Een fantasie)
Het is nauwelijks te gelooven, dat een
jonge man die van een meisje houdt en door
haar zoo niet aangemoedigd dan toch niet
afgewezen wordt den moed mist om op een
geschikt oogenblik de beslissende vraag tc
doen: „zou je mijn vrouw willen worden?"
En toch was dat met Jonas Willems het
geval.
De verhouding was namelijk zoo: Wille-
mientje Groskamp was altijd heel vriende
lijk tegen Jonas, maar wanneer hij den hee-
len middag met haar getennist had zonder
iets verder te komen, dan een praatje over
het spel en het weer of op een bal met haar
danste met dezelfde kalmte en beleefdheid
waarmee hij stepte en walste met iedereen,
dan begon Jonas haar wel wat te vervelen en
flirtte ze een beetje met Henk van der Wal
of Piet Witkamp en dan was Jonas minstens
veertien dagen lang in de zwartste stem
ming. Dan vroeg hij zich af: „houdt ze nu
eigenlijk van me of niet?" en ofschoon hij
dan het kloekmoedig besluit nam, bij de
eerstvolgende gelegenheid tot zekerheid te
komen, wanneer het oenmaal zoo ver kwam.
liet hij de schoonste kansen voorbijgaan en
zei weer niets.
Op den duur kon Willemientje dat niet
goed Verkroppen en klaagde haar nood bij
haar moeder; die liet er een woordje over los
tegen haar vader, maar vader, anders ge
woonlijk een bron van goeden raad, begreep
van dergelijke moeilijkheden niet veel en zei
kortaf: „een lummel, die niet eens een
meisje durft vragen, heb ik liever niet als
schoonzoon." Natuurlijk was dit heelemaal
naast de auaestie. Het was toch niet de
vraag, of hij een schoonzoon zou krijgen,
maar of Jonas Mientje zou vragen. Moeder
zuchtte dus maar eens en liet het er bij: in
hartsaangelegenheden had je aan vader
niets.
Willem, Mientjes broer, was nog veel onge
voeliger, ofschoon hem natuurlijk niets ge
vraagd werd. Die zei: „geef den saaien Plet
de bons" en tante Riek, vaders ongehuwde
zuster, raadde in 't algemeen aan: „kind,
trouw niet, de mannen zijn allemaal het
zelfde." Maar dat was natuurlijk de kift.
Het geval werd benauwd toen Jo van
Muijen op Jonas begon te letten. „Als Jonas
niet oppast", zei Mientje, „heeft die lamme
Jo hem gevraagd voordat hij er erg in
heeft. Ze is er toe in staat." In haar verbeel
ding kreeg ze al kaartjes thuis om het
engagement van Jonas met Jo van
Muijen aan te kondigen en die gedachte
deed haar stampvoeten. Het was toch zoo'n
goeie jongen, al kon hij niet besluiten, ze
hield veel van hem en al zijn medeleeraren
van het Lyceum waren ervan overtuigd, dat
hij later professor worden zou; daarbij gun
de zij die nare Jo haar succes heelemaal
niet.
Mlentjes verjaardag kwsm. Natuurlijk zou
Jonas haar 's avonds komen feliciteeren. Ze
had een paar dagen te voren al wat gesmoe
zeld met Ma en Ma op haar beurt weer met
Pa en Ma had eerst niet gewild, maar Ma
had er sterk op aangedrongen en toen had
hij toegestemd en al mopperende: „ik maak
een mal figuur" een briefje geschreven aan
Hélène Cals: „geachte Mejuffrouw, zou u
zoo vriendelijk willen zijn op uw concert voor
de radio van overmorgen nog eens dat.
prachtige lied -van-Grieg „ich üebe dich" te
zingen? Het Is.zoo'n mooie melodie en u doét.
er mijn vrouw en "mij een buitengewoon ge
noegen mee."
Op den avond van den verjaardag was
Jonas komen opdagen. Natuurlijk zat hij
naast Mientje. Toen de soliste zou optreden
moest Ma even naar de keuken om een oog
te houden op het soupeetje en Pa daalde
af naar den kelder om den wijn alvast uit
te zetten. Zoo bleven Mientje en Jonas even
alleen want tante Riek had kiespijn (o ge
zegende kiespijn) en zat op haar kamer te
werken met nagelolle omdat ze bang was
voor den tandarts. Willem was naar een ver
gadering van de voetbalclub of zoo, in elk
geval afwezig. Toen kondigde de heer Vogt.
een kleine verandering aan in het program
ma. „Op verzoek zal mej. Cals het lied van
Grieg „ich liebe dleh" zngen."
Mientjes hart klopte. Pit was haar kans.
De pianist sloeg dg Inleidende accooxden
aan en de mooie frissche stem van iVléne
Cals zong Griegs prachtig lied „Hoor je
wel. Jonas", zei Mientje zacht, „vind je dat
geen heel mooi lied? ich liebe dich". Jonas,
die voor den twintigsten keer dien dag beslo-
een had, eindelijk de beslissende vraag te
doen, maar die ook voor den twintigsten Keer
de prop In zijn keel voelde komen die altijd
verscheen, wanneer hij de gewichtige woor
den dacht uit te spreken knikte zwijgend
met het hoofd. „Ich liebe dich" neuriede
Mientje de zangeres zachtjes na. Op eens
begreep Jonas: „hier is de gelegenheid" en
zei met bevende stem haar na: „ich liebe
dich"en toen nog eens: „ich liebe dich,
Mientje.
„Ach Jonas", zei Mientje verrukt en kwam
zijn uitgestoken lippen halverwege tegemoet.
Drie minuten later, toen het lied uit was,
kwamen Pa en Ma m de kamer terug en
kwam Mientje met de krul een beetje uit het
haar (Jonas had nu eindelijk moed gevat)
Ma tegemoet loopen en zei: „vader, moeder,
we zijn verloofd. Jonas heeft mij gevraagd,
zijn vrouw te worden."
Dat was nu wel niet heelemaal waar. maar
Jonas sprak het niet tegen en keek toch ooi
even gelukkig als Mientje zelf. Dit probleem
zou hem, die als Ieeraar in wiskunde toch
het oplossen van problemen gewoon was.
niet meèr kwellen.
Ma wijdde, in alle stilte, het eerste glas
niet aan het jon«»e paar. maar aan Grie<r en
Hélène Cals en Pa dacht ook een oogenblik
aan zijn handigheidje: „als ze er maar nooit
achterkomt!" Die ze was natuurlijk de
zangeres. Maar ik vraag u: waarom zou die
er bezwaar tegen gehad hebben, dat zij zoo
onschuldig weg door haar zang twee liefheb
bende jonge menschen tot elkaar had ge
bracht!
F.
De heer NICO TREEP, Dirigent van het
Avro-orkest.
OVER EEN AANTAL GETROUWE MEDEWERKERS
VAN DE AVRO
De Heer JULES MOES
Jules Moes is Limburger van geboorte.
In een dollen Carnavalsnacht te Maas
tricht nu ruim 30 jaar geleden, zong de
toen 19-jarlge Jules een lied. De directeur
van de Maastreechter Staar hoorde hem zin
gen en raadde hem aan opera-zanger te
worden. Orelio kwam expresselij k naar Maas
tricht om zijn oordeel over den zang van
Moes te geven en sloot zich onmiddellijk aan
bij de meening van den leider der beroemde
Liedertafel.
Zoo ging Moes aan het Conservatorium te
Amsterdam studeeren, onder Cornélie van
Zanten, drie jaar. Tegelijkertijd oefende hij
zich practisch aan het „Lyrisch Tooneel",
waar hij na een jaar een vast engagement
kreeg. Het Lyrisch Tooneel bestond slechts
twee jaar. Daarna volgde een zevenjarige
Belgische periode; in dien tijd werkte Moes
zoo ongeveer het geheele opera-repertoire af.
In 1911 telde het Opera- en Operettegezel
schap van Pauwels hem onder zijn leden.
In 1912 kwam een Belgisch agent hem
een plaats aanbieden aan het „Königliches
Deutsches Landestheater" te Praag. Dit aan
bod nam hij met beide handen aan en nog
spreekt hij gaarne over deze periode van vier
jaren, die tot de gelukkigste van zijn leven
behooren. Hij was te Praag d e gevierde en
populaire zanger. Dikwijls werd hij toen ook
uitgenoodigd om te Weenen of Dresden, te
Berlijn of Breslau op te treden in een van
de werken der groote meesters.
In het najaar van 1916 joeg het honger-
spook, door den oorlog opgeroepen, hem en
zijn gezin uit Praag weg. Hij ging weer naar
Nederland en kwam aan de Opera van Koop
man, waaraan hij tot de opheffing verbon
den bleef.
Jules Moes heeft na dien tijd een zware
ziekte doorgemaakt en in die jaren veel pijn
geleden, pijn, die zijn donkeren haardos deed
vergrijzen.
Maar nu staat hij weer fiks en ferm voor u
en spreekt levendig over zijn werk en zijn
kunst.
Hij werkt, nu al weer twee jaar aan de
Avro mede, zingt voor de dankbare luiste
raars in opera's en operettes en laat hen ook
wel soli hooren.
Ien geëngageerd bij Lefèvre en F. van Bijle-
velt, die des zomers in Frankrijk, in den
winter in Den Haag „werkten". Drie zomers
zong Herre de Vos daarna in „Covent Gar
den" in Londen.
Een hernieuwd verblijf te Amsterdam
volgde. De Vos werd leerling van Cateau
Esser's School voor Vocale en Dramatische
Kunst, nam ook les in harmonie- en contra-
puntleer bij J. H. Garms en sloeg aan 't com-
poneeren. Hij gaf toen ook liederavonden
en oratorische avonden.
De oude heer Alex Saalborn (de vader van
den tegenwoordigen acteur) leidde hem in
de operette in; met hem bereisde hij de pro
vincie. Vervolgens kwam hij aan het Rem
brandt Theater, bij het Nederlandsch Opera-
en Operettegezelschap. Gedurende het sei
zoen 1921/'22 was hij verbonden aan den
Kon. Vlaamschen Schouwburg te Brussel.
Ook maakte hij nog deel uit van het Ope
rette Gezelschap van Pauwels en werkte hij
aan De Nationale Opera van Koopman en
het Ned. Operette Gezelschap van Masten
broek (ook als regisseur bij dit laatste gezel
schap)
Van de oprichting van den H. D. O. (Hil-
versumsche Draadlooze Omroep) af heeft
Herre De Vos voor de raaio gezongen, be
halve één jaar toen hij verbonden was aan
Bijleveld's Ned. Operette Gezelschap in Den
Haag.
Enorm is het aantal levens- en andere
liedjes, door Herre De Vos gedicht en gecom
poneerd en waarvan Pisuisse er eenige op
zijn repertoire nam. Ook Antoinette van Dijk
zong wel liedjes van de Vos, die verschillen
de kinderliedjes heeft geschreven. Echt-po-
pulair, in den gewonen zin van het woord
zijn. die composities echter niet geworden,
waarschijnlijk omdat zij te veel hitgingen
boven- wat gewoonlijk -onder vermaaks-kunst
verstaan wordt.
Mevrouw LOTTIE MÜSKENS—SLEURS
Mevrouw Lottie MuskensSleurs studente
aan het Conservatorium in Den Haag en
daarna bij den heer Kluiver, dirigent van
het Toonkunstkoor en de repetitor van Men
gelberg. In 1922 behaalde zij het einddiploma
van het Conservatorium en zij is ook in het
bezit van een diploma voor piano. Oorspron
kelijk gaf mevrouw Muskens dan ook zoowel
zang- als pianolessen; thans bepaalt zij zich
alleen bij de eerste en heeft het daar druk
genoeg mee (op 't oogenblik heeft zij 26
leerlingen) in aanmerking genomen dat zij
ook nog dirigente is van een gemengd
koortje van 36 personen, onder wie (o. zeld-
zaamheidl) niet minder dan 5 tenoren en
bovendien nog het oppertoezicht over haar
huishouding heeft te voeren.
Dat zij nu ai vier jaar voor de radio zingt
is bekend genoeg en behoeft eigenlijk niet
vermeld te worden. Bij de stedenavonden Is
haar eigenlijk pas gebleken, hoe populair ze
is. Herhaaldelijk hoorde zij op zoo'n avond
of bil een er aan vooraf gaanden optocht'
„Daar heb je Lottie!" Hóógstens: „Daar heb
je mevrouw Lottie!" Maar nóóit: „Dat is
mevrouw Muskens!"
„Ik vind het zingen voor de radio prettig",
zoo vertelde zij ons. „Het geeft veel voldoe
ning. Je voelt je publiek; tenminste ik heb
dat heel sterk. En je krijgt een populairitcit,
die Je anuers allicht niet ten deel zou val
len". Menschen in de provincie zeggen wel
tegen me: „We kennen u al lang!" Je wordt
als een soort familielid beschouwd."
Mevrouw Muskens roemde den goeden
geest, die heerscht onder de Avro-artlsten;
die goede verstandhouding komt nu vaak
uit gedurende de dikwijls lange reizen naar
de plaatsen waar een stedenavond wordt ge
geven.
Deze kunstenares heeft al twee keer met
het orkest van Mengelberg gezongen en ook
eens met het Toonkunstkoor van Pierre
Monteux. Dit laatste optreden opende haar
daar de geleeenheid, verleden jaar te zingen
in de Salie Pleyel te Parijs»
In den loop van de volgende maand zal
mevrouw Muskens gehoor geven aan een
uitnoodiglng om ln Frankfort te komen
zingen.
Mevrouw Antoinette van Dijk Is voor alle
luistervinken „de lieve dame van het kinder
uurtje en het ziekenuurtje* van de Avro
En dat wil zij eigenlijk ook maar het liefst
zijn, dit is het werk waarin deze hoogstaan
de, begaafde, maar vooral: zoo hartelijk en
diepvoelende vrouw geheel opgaat.
Haar kinderen en haar zieken en ouden
van dagen, daar leeft ze voor. Als je haar
vraagt over de andere dingen, waar ze toch
óók haar groote werkkracht aan geeft, dan
ontvang je wel even antwoord, maar met
haar prettigen, kalmen tact leidt ze dan
toch dadel ilk weer het gesprek naar de kin
deren en de zieken.
Want mevrouw van Dijk, leerlinge van
Catharine van Rennes, die veel van de we
reld heeft gezien, ,die, nadat zij op 13-jari-
gen leeftijd met glans haar Toonkunst
examen had gedaan, er al heel spoedig op
uittrok: naar Parijs, naar Londen, naar
Italië; die door Europa reisde met de Opera,
met het cabaret en alleen: als vertolkster
van öud-Hollandsche liederen; die nu nog
kinderversjes maakt en er de muziek bij
schrijft; die nu en dan voor de gramofoon
zingt in Londen,, die op Nutsavonden op
treedt. en Volkszangavonden leidt, die dc
Engelsch Bonso-series voor Nederland be
werkt. die nu weer bezig is met een nieuwe
bewerking van een oud-Engelsch verhaal
mevrouw van Dijk Is toch in de aller-, aller
eerste plaats: de onrïchtster, de leidster, de
ziet. van bet Radiofonds van Ant. van Dijk.
Uit dat fonds zijn nu al aan 13 rrootc in
stellingen ln ons land radio-Installaties ge
geven f no-r onlangs Is het geheeld) Oude Man
nen- en Vrouwenhuis te Amsterdam van
radio voorzien. Op 't oovenbllk wordt juist
dn aanvraag van een Haarlemmer een 42-
jarlg man. die blind geworden is behan
deld. Er zijn wel honderd aanvragen voor
toestellen bij mevrouw van Dijk ingekomen.
Natuurlijk elscht dit alles zeer veel werk,
want elk geval wordt eerst terdege onder
zocht.
„Het is allemaal zulk aardig werk!" zeide
mevr. van Dijk ons. „Het geeft zooveel vol
doening. Aardige briefjes dat ik krijg! KijK,
hier hebt u bij voorbeeld dezen keurig ge
schreven brief van een oude dame van 86
Jaar. Zij heeft een bepaald vers heelemaal
overgeschreven en vraagt of ik dat nu eens
door de radio wil voordragen. Als het eenlgs-
zins kan voldoe ik aan zulke verzoeken. De
talrijke briefjes van mijn kinderen Deant-
woord ik per radio, soms ook wel eens als
ik er tijd voor heb schriftelijk,
Natuurlijk wordt er wel eens te veel van
mij geëischt. Zoo ben ik bij voorbeeld nu
ook verbonden aan den Indischen omroep
en herhaaldelijk wordt mij thans gevraagd:
„Brengt u onze groeten eens over aan die en
die?" Daar zal ik maar niet aan beginnen 1"
lachte mevr. van Dijk.
Wanneer Ant. van Dijk in haar kinder
uurtje iets doen kan om de aandacht der
kinderen op de vredebeweging te vestigen,
laat zij het niet. Liedjes over soldaten zingt
zij nooit.
Op den Avro-avond te Haarlem zingt
mevr. van Dijk een paar Avro-liedjes, waar
bij een met een luistervinken-refrein dat
natuurlijk meegezongen wordt.
„Als u wat over mij schrijft, vergeet u dan
vooral mijn Radio-fonds niet?" zeide zij bij
het afscheid. „Het maakt het leven van ar
men, zieken en ongelukklgen zooveel fleuri
ger. Er zullen te Haarlem ook zeker velen
zijn, die er wat voor over hebben. Wat ik uit
Haarlem ontvang komt ook weer aan Haar
lem ten goede."
Wel: wij gelooven niet dat wij het Radio
fonds vergeten hebben en wij meenen daar
mede in den geest van mevr. van Dijk ge
handeld te hebben al hadden wij voor
ons graag wat meer verteld over haar zelf.
„Zet u maar gerust in de krant dat ik een
bést leven heb!" Dit eene gezegde teekent
Ant. van Dijk geheel. Zeker: 't is een bést
leven, dat gewijd is aan het geluk van
anderen!
De Heer HERRE DE VOS
Herre de Vos werd, nadat hij allerlei
beroepen had „doorgemaakt", als tenorzan
ger ontdekt door A. D Loman Jr. Door zijn
zorgen kwam hij bij Jos. Tijssen, die hoofd
leeraar was aan het Conservatorium te Am
sterdam. Toen hij bij Tijssen les kreeg was
hij tegelijkertijd verbonden aan het inmid
dels door Loman opgerichte Amsterdamsche
Operette-Gezelschap. Dit gezelschap leefde
echter slechts enkele.,... weken. Toen ging
de Vos weer lessen nemen bij Paul Gautier
in Den Haag, tenor van de Fransche Opera.
Het volgend jaar werd hij voor kleine rol-
Mevrouw ANTOINETTE VAN DIJK.
Mejuffr. HéLèNE CALS
ingezonden mededeelingen
Hélène Cals is Amsterdamsche van
geboorte en toonde al heel jong muzlkalen
aanleg. Zij bleek ook een buitengewoon goed
gehoor te bezitten.
Zooals het in vele dergelijke gevallen gaat,
ging het ook hier: haar ouders hadden be
zwaar dat hun dochter een kunstenaars
loopbaan zou kiezen. En zooals het óók heel
vaak gaat: het kwam er tenslotte tóch van.
Aanvankelijk werd Hélène Cals leerlinge
der Amsterdamsche Industrieschool om zich.
in het teekenen en ontwerpen te bekwamen,
waarvoor het begaafde meisje óók veel talent
had.- -
Op aandringen van vele kennissen, e.a.
van den bekenden musicus Alph. Vranken,
stemde Hélène's vader er tenslotte in toe,
dat -zij de Muziekschool zou bezoeken, waar
zij onder de leiding kwam van mevrouw
Rose Schönberg, Hoofdleerares aan het Con
servatorium te Amsterdam. Na vijf jaar
studie aan het Conservatorium, waar ook
weer mevr. Schönberg haar leermeesteres
was. behaalde mej. Cals in 1926 het einddi
ploma van die inrichting.
Met héél veel succes is zij daarna opge
treden onder de dirigenten Pierre Monteux,
Hubert Cuypers, Alphons Vranken, Fr. Roes-
ke en o.a. ook met de Kon. Mannen-Zangver -
eeniging „De Maastreechter Staar", onder
leiding van Pierre Gielen.
Meermalen reeds concerteerde Hélène
Cals met Loüis Zimmermann en Herman
Leydensdorf.
Van Piei're Monteux mocht zij als aanbeve
ling bij andere orkestleiders een zeer vleiend
getuigschrift ontvangen. Haar naam heeft
reeds zulk een goeden klank, dat de gramo-
foon-maatschappijen „His Master's Voice" en
„Odéon" haar uitgenoodigd hebben, haar
stem op de platen dier maatschappijen te
mogen vereeuwigen.
De luistervinken die al zoo dikwijls van
Hélène Cals' mooi geluid hebben genoten,
zullen dit niet lang meer kunnen doen: het
ligt ln haar bedoeling nog korten tijd in ons
land te blijven en daarna naar het buiten
land te gaan.
Mevrouw B e 11 y van den Bosch-
Schmld t studeerde ook eerst aan de
Muziekschool te Amsterdam en bezocht
daarna gedurende één jaar het Conservato
rium te Brussel. In Den Haag behaalde zij
het Toonkunstdiploma; daarna was zij als
operazangeres werkzaam in verschillende
plaatsen in het buitenland; Brussel, Lübeck,
Hamburg.
Na haar huwelijk met den heer Van den
Bosch, Amsterdamsch koopman, is zij niet
meer in de opera opgtreden en zingt zij al
leen nog nu al 2yi jaar voor de radio-
En zij doet dit met vreugde.
„Het is natuurlijk heel iets anders dan
zingen voor een publiek, maar het heeft
toch ook zijn eigenaardige bekoring dat zoo
vele honderden in ver van elkaar verwijderd
liggende plaatsen je kunnen hooren", zoo
zeide mevrouw van den Bosch ons in een on
derhoud dat wij met haar hadden, „en het
is ook heel prettig op de stedenavonden te
bemerken dat de luistervinken ons groote
sympathie toedragen. Ongeveer om de veer
tien dagen zing ik voor de radio te Hilver
sum".
„Geeft u ook lessen?" vroegen wij.
„Neen, daar heb ik geen tijd voor. U moet
denken: ik heb ook nog mijn huishouden.
En dan dit
Mevrouw Van den Bosch haalde „dit" naar
zich toe: het was de kleine, tweejarige Mad-
dy, haar dochtertje, die den vreemden me
neer al overladen had met poppen en ballen
en allerlei ander speelgoed, waarvoor zij
zeer dringend in een allerbekoorlijkst krom
taaltje de grootst mogelijke aandacht op-
eischte.
Deze zangeres, die echt „voor haar genoe
gen" zingt en den zang beoefent om het
genot dat haar kunst, haar geeft en niet om
het succes (dat intusschen toch óók haar
deel Is) is uit den aard der zaak een groot
muziekliefhebster, maar wij gelooven dat
géén muziek ter wereld haar mooier in de
ooren klinkt dan het hooge, zuivere stemme
tje van de kleine Maddy
Kostelooze Demonstraties en Inlichtingen.
Geop. van S-12tf en 8. Zat. tot 10.
28
Mevr. BETTY VAN DEN BOSCH—SCHMIDT.
WAAROM
is aankoop bij een
vertrouwd adres
aan te bevelen?
OMDAT:
le Goede raadgevingen verstrekt worden.
2e Goede, vlugge hulp óók verzekerd is,
indien het toestel reeds betaald is.
3e Het daarom onnood g is te koopen Op
afoetaline. waardoor bovendien de prijs
aanzienlijk hooger wordt.
4e Ook uw aanbeveling voor onze firma
V?" is.