H. D. VERTELLINGEN De M met den Horrelvoet LETTEREN EN KUNST SPORT EN SPEL BURGERLIJKE STAND FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 27 FEBRUARI 1929 (Nadruk Terbodenj auteursrecht voorbehouden.) door FRANCIS DE MIOMANDRE. De Wraak. TheophUe Chamilly's debuut in de litte raire wereld was lang niet makkelijk. Daar waren verscheidene redenen voor. De eerste was, dat zijn ouders, woedend omdat ze voorzagen dat zijn litteraire loop baan in het armhuis zou eindigen, hem onterfden. Overigens geloof ik, dat er achter hun woede een gevoel van groote voldoening school, want ze waren gierig en vonden het een prachtige gelegenheid om al hun geld voor zich zelf te houden. De tweede reden is, dat hij' niet heel veel talent had. Het mankeerde hem niet aan den goeden .wil tot het scheppen van meester werken, maar helaas! dat is niet vol doende, en TheophUe bleef langen tijd, wat ■wij gewoonlijk noemen: een schrijver van den zevenden rang. Verder was hij de aar digste, de beste, de braafste jongen, die men zieh kan voorstellen, altijd klaar om anderen een dienst te bewijzen en om het werk van zijn kameraden in de meest uitbundige be woordingen te bewonderen, en zelf tevreden en verrukt met het magerste complimentje. Op een dag zei monsieur Planque, de direc teur van het bescheiden maandblad, waarin hij van tijd tot tijd zijn schuchtere pogingen tot litteratuur publiceerde tegen hem: ..Beste jongen, ik moet iemand hebben om een zeer delicaat zaakje op te knappen en het lijkt me, dat jij daar het beste geschikt voor bent. Jacques Fougermal zeurt maar steeds om een artikeltje over die belache lijke nieuwe roman van hem. Ik had ge hoopt, dat hij daar eindelijk wel eens over zou ophouden, maar het lukt niet. En nu moet het er maar eens van komen. Schrijf jij nou eens een klein stukje, met een paar complimentjes er in, maar ook met een paar aanmerkingen, want anders staan we heele- maal voor gekNee, nee, geen dank. Het is niet meer dan logisch, dat ik een dergelijk précair iets aan een meester met de pen opdraag. Over drie dagen wou ik graag de kopij hebben. Het boek mag je houden. Het is helaas de eenlge vergoeding die ik je ge- yen kan." Het armzalige maandblad was nu wel niet de meest ideale plaats om te debuteeren als „criticus", maar het was tenminste een be gin, een eerste sprong, een eerste stap op den weg naar roem. Hij snelde naar huis ver slond Fougermal's roman, en kon een heelen nacht niet slapen van ontsteltenis over zoo veel onzin; maar in weerwU daarvan slaagde hij er in een artikeltje te schrijven waarin hij het boek beschreef als een zeer geslaagd stuk litteratuur en hij besloot met de hoop ■uit te spreken, dat de schrijver In de toe komst nog vele malen van zich zou doen spreken. Het artikel verscheen en niemand nam er eenlge notitie van, waarvoor de arme criticus zeèr dankbaar was, maar tot zijn groote ver wondering ontving hij van den woedenden bécritlseercle een brief van dén voigenden inhoud. „Ik weet natuurlijk wel, dat men zich op alles voorbereiden moet, als men in den te- genwoordigen tijd deri moed heeft om open lijk de kunst te dienen. En ik zou mé eveu weinig bekommerd hebben om uw minder waardig artikeltje als de rest van de wereld, als u niet de onbeschaamdheid had gehad om te besluiten met een grove beleediging Wat beteekenen in hemelsnaam deze woor den: „De hoop, die dit veelbelovende werk bij ons opwekt"? Dit werk IS niet veelbelo vend, mijnheer dit werk houdt niet een be lofte ia, maar een vervulling. Mijn werk is geen onvolgroeid dwergje, maar een vol bloedig, levend mensch. Het spijt mij zeer, dat ik vijf minuten van mijn kostbaren tijd heb moeten nemen om u de eerste beginse len van uw vak te leeren, maar..., enzoovoorLs enzoovoorts. Théophile was wanhopig over deze zeer on verwachte opvatting van zijn kunstbroeder. Hij schreef brief na brief aan Fougermal, die ze nooit beantwoordde. En daar bleef de zaak bij. De tijd verliep.... En langzamer hand begon de arme Chamllly de kwestie "te vergetenin de hoop, dat de ander hem ook vergeten zou zijn. Letterkundige kibbela rijen zijn gewoonlijk stroovuurtjes Hij trouwde. Het was geen erg romantisch avontuur, maar het ontroerde Théophile's teedere hart zoo zeer, dat het hem inspireer de tot een roman, en het wonder gebeufde, dat het werk een beetje succes hadzoo dat zijn uitgever hem een cheque voor de fa buleuze som van vijfhonderd francs stuurde! Théophile snelde naar zijn vrouw en wierp ze haar ontroerd voor de voeten. „Hier!" zei hij, „ze zijn voor jou. Eigenlijk heb jij ze toch ook verdiend!" Ze weende van aandoening. Ze nam het aan: maar daar ze niet in edelmoedigheid voor hem wilde onderdoen, vond ze, dat ze er wat af moesten nemen en daarvan voor hem een nieuw pak bij een echten kleerma ker moesten bestellen. Stel u de vreugde eens voor van het echtpaar, toen Chamilly, die nog nooit anders dan „confectie'"' bad gedra gen, voor het eerst met zijn nieuwe pak geurde. Hij was ei' dagenlang van van streek Intusschen Inviteerde Monsieur Planque, die niet vergeten was dat de nieuwe stél* aan het literair firmament zijn eerste penne- vruchten bij hem gepubliceei# had, hem een nee, niet een diner, want dat kon bruin niet trekken, maar een eererondje in een klein cafétje aan. Théophile werd er begroet door een twaalftal gebaarde, kale, somber- kijkende letterkundigen, die hij overigens heelemaal niet kende en die hem omringden onder 't uitstooten van verwarde uitroepen die Théophile maar voor kreten van diepe bewondering aanzag. In zijn dankbaarheid bestelde hij een kistje sigaren en deed dat de ronde gaan. Een uur lang rookten, dron ken en redeneerden ze, en de stemming steeg bij de minuut. Plotseling sprong Chamilly's linker buurman op en riep verschrikt uit: „Mijn beste Chamilly, je staat in brand! Je pantalon!" Théophile's hart stond even stil. Zijn broek! de nieuwe broek van zijn nieuwe pak! He laas! het was maar al te waar! Eén grooi rond gat, een gat, dat zelfs de kunst van de meest vermaarde stopster te machtig zou zijn, een gat waarvan de randen nog rookten ontsierde de linkerpijp van zijn kostbare, aangemeten pantalon. Bleek, naar adem snakkende, zonder er zelfs maar aan te denken om een onderzoek in te stellen naar den aanrichter van het on heil, holde de Jonge schrijver de straat op, terwijl de rest verbluft achterbleef M. Planque fluisterde, in de doodsche stilte die heerschte, Chamilly's buurman zacht jes in: „Maar mijn beste Fougermal, waarom hield je in 's hemelsnaam je sigaar tegen Chamilly's broek? Je zag toch wel, dat het een nieuwe broek was?" „Daar was 't me juist om te doen," zei Fougermal met een grijns van dulvelsche voldoening. „Ik had gezworen dat lk me zou wreken en lk heb het gedaan." JMGEZONDLN MEDE DEELINGEN a bO Ceot» per regel. STOFZU1GERHUIS MAERIENS BAKTELJOKIÜSTRAAr 16 '1 ELtPOON IN O. 10756 APEX ELECTRaSCHE W ASCHMACHINES f275 MUZIEK. ZESDE CONCERT DER HAARLEMSCHE jbaciiverEeniging Het moge voor velen, die gehoopt hadden Mengelberg weer aan den dingeenessenaar te zien, een teleurstelling geweest zijn, te vernemen, dat zijn ongesteldheid hem nog verhinderde naar Haarlem te komen Cor nells Dopper, die .de moeilijke taak had, den grooten dirigent te vervangen, deed dit met de hem eigen routine en bekwaamheid en dus op alleszins bevredigende wijze. En zoo kregen wij een verklanking van de groote Symphonie in C van Schubert, waarin het „himralische" zich veel meer voelen deed dan de „Lange", een verklanking, waarin vele der schitterende eigenschappen van het Am- sterdamsche orkest de hoorders betooverden en meesleepten. Op een enkel, uitzonderlijk geval na (zooals de ongelijkheid van de plz- zicati der eerste violen in het Andante) was het samenspel van de voortreffelijkheid, dié wij van het uit de allerbeste krachten sa mengestelde en voorbeeldig gedisciplineerde ensemble kennen en bewonderen. De pracht der celli, de sonoriteit van het koper troffen ditmaal bijzonder. En het werk zelf „wo des Ruhmens ein Ende zu finden"? Hoe me nig later componist zou in stilte dolblij zijn één enkele melodie te vinden, zooals Schu bert ze met kwistige hand schonk? De koning onzer dirigenten ontbrak dus op het podium, maar de koningin onzer zan geressen verleende aan den avond toch den vorstelijken luister. Bach zong zij, uitstekend geassisteerd door de obligaat-viool van con certmeester Louis Zimmerman, en Handel, in één stijgenden en schier eindeloozen jubel, een weerklank op dien waarmee men eerbiedig van de zetels gerezen, haar ontvangen en be groet had. En later droeg zij de aan haar opgedragen „Hymne an die Nacht" van No- valis-Dlepenbrock voor, op weergaloos schoo- ne en bezielende wftze. Muziek vol pracht en glans, waarin de mnernjke bewogenheid van" den componist tot uiting komt, muziek die bewondering en eerbied voor Diepenbrock wekt. en ze nog in hooger mate zou wekken, wanneer ze minder van Wagner afhankelijk was. Wagners stempel is er zóó diep op in gedrukt, de muziek van Tristan komt zóó sterk voor den dag, dat de herinnering daar aan ons nagenoeg geen oogenblik verlaat. Dit is eenigszins Jammer, want de Hymne bevat brokken dte op zlchzelve zeer mooi zijn, in de inleiding, in de vierde strofe met de solo- viooi en zoo meer. Langdurige ovaties volgden op de uitvoe ring van de Hymne, ovaties die ongetwijfeld ook de schoone verklanking der hoogstbe- langrljke orkestpv tij golden. De Suite, door Georg Göhler uit Handels Opera „Aieina" samengesteld, was vóór het werk van Diepenbrock uitgevoerd, voortref felijk, doch zonder tot bijzondere opmerkin gen aanleiding te geven. KAREL DE JONG. HAARLEMS TOONEEL. JAN VAN RIEMSDIJK. Misschien ligt het aan mij, maar ik kan den humor van deu Veluwschen zanger Jan van Riemsdijk onmogelijk waardeeren. Die is mij te kleverig en wordt met een al te zelf voldaan gezicht voorgedragen. Ik wil best aannemen^ dat het voor de karakteristiek van den Veluwschen boer noodig is, dat de heer Van Riemsdijk elke aar digi: eid tien maal herhaalt, maar dat herkauwen word- voor de toehoorders op den duur vooral wanneer men den heor Van Riemsdijk al eenige keeren heeft gehoord toch wer kelijk ongenietbaar. De heer Van Rimisdijk was nu pas uit Amerika terug en wij hadden dus gehoopt eenige aardige frissche opmerkingen over het land van den Dollar van ons Veluwsch boertje te hooren! ilier was nu eens gelegen heid om zoo'n boertje van het land met zijr. nuchteren kijk op de verschillende dingen, eens flink te laten uitpakken. En wat had het Veluwsch boertje ons nu van zijn heele reis te vertellen? „Dat je d'er wel kommer, kan!" Dat was de eenige aardigheid die hij uit Amerika had meegebracht! En Van Riemsdijk vond haar zoo geestig, dat hij ze wel twintig keer herhaalde! Eigenlijk had ieder ander, die nooit in Amerika was ge weest, precies hetzelfde kunnen vertelen als deze Veluwsche zanger. En ook dat :-hutalooze liedje over den Oceaan cn Amerika, had Van Riemsdijk even goed kunnen maken, zonder er een voet van de Vel uwe voor te verzetten' En is het nu heusch noodig, dat wij zoo'n grapje van de schooljuffrouw met de bloote armen, voor wij het in liedvorm krijgen te genieten, eerst lang uit in proza moeten hooren? Ik zou zoo zeggen dat alle aardig heid er dan precies af is. Voor menschen uit Zalt-Boicmel of Blokzijl is dat herkauwen misschien noodig we kregen dat einaeloo- zë gerek en herhalen ook in een onbeteeke- nend eenactertje en in een beschouwing over het weer tusschen vader en zoon maar Ir Haarlem zijn we toch waarlijk niet zoo traag von begrip. De heer Van Riemsdijk had eer dame meegebracht mejuff-ouw Van de Roo- vaart die zingen noch acteeren kon Me juffrouw van de Roovaart verhoogde dn ook niet' bepaald net succes vi n den avorrl. Gelukkig voor Jan van Riemsdijk dachten de leden van Haarlem's Tooneel waarvoor de Veluwsche zanger optrad heel anders over zijn prestaties dan de zure recensent. Er is tenminste ook gisteren hartelijk gelachen en veel geapplaudisseerd en dat Is den heer Van Riamsdijk waarschijnlijk meer waard dan een goede kritiek. Want van het pu bliek niet waar? moet het tenslotte toch komen! J. B. SCHUIL. ERFENIS-VERDEELING EN BELASTINGONTDUIKING. HOOGE BOETES GEëlSCHT EN OPGELEGD. Twee boeren uit Roekanje, die bij hun ge trouwde nicht Inwoonden, hadden van hun belangrijk effectenbezit nimmer belasting betaald en toen dit nu hun dood respec tievelijk in 1924 en in 1926 moest worden verdeeld onder niet minder dan 13 neven en nichten, wilden deze erfgenamen der ge- erfde gelden dezelfde tactiek volgen als wij len hun ooms, meldt het Hbld. Een van de erfgenamen meende niet ge noeg te hebben ontvangen en daarom ging hij zich bij den Officier van Justitie bekla gen. Uit het voorloopig Ingesteld onderzoek bleektoen Inderdaad dat er geknoeid was en het vermoeden reeds dat de nicht zich de effecten zou moeten hebben toegeëigend. Het bleek dat een der erfgenamen, een arcs, te zamen en in vereeniging met zijn zuster, de reeds genoemde nicht, zich moest hebben misdragen ten aanzien van de erfe nis. Na een lang vooronderzoek bekende de arts den rechter-commissaris mr. Marx, dat hij van zijn zuster eerst 9000 en later 21.000 .ten geschenke had gekregen In het b'edrie- gelijke korting van de rechten van de erf genamen. De zuster bekende ook: zij zou van de beide ooms respectievelijk 30.000 en 40.000 hebben ontvreemd. De rechtbank te Roterdam heeft gisteren de zaak tegen den broer en de zuster be handeld. De beide verdachten bekenden volmondig. Na verhoor nam de .vertegenwooi'diger van het O. M., mr. J. G. Holsteyn requisitoir. Te gen den arts requireerde spr. op grond van heling tweemaal gepleegd een geldboete van 10.000 en tegen zijn zuster, op grond van verduistering tweemaal gepleegd, een ge vangenisstraf voor den tijd van drie maan den. Onmiddellijk uitspraak doende veroordeel de de rechtbank de vrouw tot 13.300 boeté, subs, zus maanden hechtenis. Vervolgens behandelde dc rechtbank de belastingontduiking. De arts moest terecht staan voor het feit dat hij als zijn effecten bezit 20.000, als zijn zuiver vermogen 25.000 en als Aotaal inkomen 4300 had opgegeven, terwij lhij in werkelijkheid meer dan 90.000 aan effecten bezat, zijn zuiver inkomen meer dan 5000 bedroeg en zijn totaal inkomen meer dan 7850. Na getuigenverhoor requirer^de de verte genwoordiger van het O M. een geldboete van 10.000 boete, subs, zes maanden hech tenis. Onmiddellijk uitsnraak doende veroordeel de de rechtbank den arts tot 7000 boete, subs, vier maanden hechtenis. Tegen enkele andere personen die in deze zaak betrokken ~ijn werden hooge geldstraf fen geëischt. Over 14 dagen zal de rechtbank uitspraak doen. EEN „VERZEKERINGS"- MAATSCHAPPIJ. LAGE PRFMIES EN HOOGE UITKEE- RINGEN, DIE ECHTER NIET GEDAAN WERDEN. Door de polit'a te Roermond is de hand gelegd on een brutalen oplichter, die in ge heel Midden-Limburg veel slachtoffers ge maakt heeft, meldt de Tel. Het is de 35-ajrige J. R., tijdelijk verblij vende te Roermond die gedurende eenigen tijd agent van een bekende verzekering is geweest. Waar hij' bemerkte, dat het niet mogelijk zo uzijn velen buitenlui een verze kering op te dringen, mits de tarieven niet te hoog zijn, doch de uitkeerlngen daaren tegen op zeer gemakkelijke voorwaarden plaats vinden, al zou dit dan ook alleen maar op paiper blijken te gebeuren, meende hij het beste zijn belangen te kunnen dienen door zelf een verzekeringmaatschappij od te richten. Een naam was sooedig gevonden. Zij zou heeten „Nederlandsche Assurantie Onderneming" of kortweg N.A.O. Hij liet een groot aantal formulieren, als polissen enz. drukken, welke nog moeten worden betaald. Welbesnraalct als bij Wase slaagde hij er spoedig in een groot aantal personen een verzekering bij zijn „maatschappij"' te doen sluiten, natuurlijk meestal tegen extra ver laagd tarief als de te'betalen premie'maar goed hoog was Naar thans is gebleken, sloot R. verzeke ringen op elk gebied. De eerste uitkeering ipoet.echter nog plaats vinden GASBEDWEI MING TE OUDE- WATER. ECHTPAAR BEWUSTELOOS AANGETROFFEN. Ten huize van het echtpaar De Bruin, aan het Roodezand te Oudewater heeft zich een geval van kolendampvergiftiging voorge daan. Toe n's morgens op herhaald bellen niet werd opengedaan, vreesde men, dat bei den een ongeluk was overkomen. Met behulp van eeif ladder verschafte mén zich toegang tot de woning en vond het echtpaar bewuste loos op bed liggen, vergiftigd door kolendamp die zich door een defect aan den schoorsteen had verspreid. Dr. H. P. van Praag wist met een zuurstofapparaat bij alle twéé de levens geesten weer op te -wekken, aldus de Tel. DE BIJDRAGEN VOOR DE AVRO-HULDI- GING. Daar er verschillende abuizen hebben plaats gehad met de giro-zendingen voor de Avro-huldiglng en het zenderfonds (ver scheidene personen hebben den naam van den eersten penningmeester gebruikt en het gironummer van den 2den penningmeester) herhalen wij hier ons vroeger bericht: Luistervinken en andere personen, die gel den voor dezen avond willen zenden per girc kunnen dit doen op giro-rekening 99165 ten name van den heer G. van Eek, Emmaka- de 55' Haarlem. INGEZONDEN MEDEDEELfNGEN KLANKEN EN KLEUREN. Als men aan tien menschen vraagt: „a* welke kleur denkt ge bij het uitspreken va: de letter A, dan antwoorden negen vari <j tien: „aan rood". „En bij de B?" Acht van de tien antwooj deai even beslist: ,.aan blauw". Maar vraagt men hun: welke kleur vér bindt gij aan de G, dan zeggen ze eenparli alle tien: „AAN GROEN". Want de g is de eersir letter van onze GROENTJES, kleine kwartjes advertenties van Vraag en Aanbod, dli Haarlem's Dagblad op Woensdag en Zater dag ven iedere week platst en die 'zulk eej grooten lezerskring imeer dan 18000 abomtéi genieteD, dat niemand deze publiciteit ooi maar in de verte evenaren kan. WATERPOLO. A. D. Z.ZIGNEA (5—1). Dinsdagavond trok de Haarlemsche Dames Zwem- en Polociub Zignea met twee inval sters naar" Amsterdam, waar in de bad- en zweminrichting aan den Heiligeweg gespeeld werd tegen A.D.Z De zeventallen stelden zich als volgt op: A. D. Z.: G. Slag, G. Kunst, F. de Dood, C. Ruitenschild, mevr. Rijken, mevr. Haitsma, mevr. Andriessen, Zignea: R. van Spaendonck, B. Venema, E. Bouwer, B. Witkamp, P. Metz.H. van Abs, D. Roos. Reeds direct blijkt ADZ. vrij wat .sterker dan Zignea: zij weet haar meerderheid al spoedig, ondanks uitstekénd werk van Haarlemsche doel verdedigster in drie punten uit te drukken (30). Dan weet mevr. B. Venema een goal vóór Zignea te maken, en dus de eer voor d.e Haarlemsche dames te redden (31). Voor rust vindt AD.Z. nog eenmaal het oranje-groene doel (41). In de tweede helft is het verloop van het spel vrijwel gelijk aan de eerste, maar Zignea is nu gelukkiger. A.D.Z. maakt er nog één doelpunt bij en met 51 stand komt het einde. Het viel ln dezen wedstrijd op, dat bij A.D.Z. de spil zich in hoofdzaak tot aanvallen bepaalde en het samenspel van de heele ploeg uitstekend was, wat bij Zignea niet direc.t gezegd kan worden. De meeste aanvallen der Haarlemsche dames gingen van de kapster via de spil naar de midvoor, zoodat de vleugel-speelsters weinig te doen kregen, wat in hoofdzaak lag aan het feit., dat zij' zich niet voldoende vrij konden makeu. De volgende wedstrijd van de wintercom petitie heeft plaats tegen Het U ln ,Stpop's Bad op Donderdag 7 Maart op het 'oefeiv uur van Zignea. - -ï VELSEN Geboren: J. W. van Geldorp—Snoeks; .d-I A. O. Tiedtke—Rölil, z.; J. Rolloos--Koning, d.; M. Koperv. d. Plas, d.; G. Wolf- -Tol, d.; J. Veldmeyer—Rechsteiner, z.; A. Eel- sing'Kunneker, d.; J. JanssenRutten, cl.- Overleden: Dirkje van der Vlerk, 48 jU echtgen. v. G. Blom; Grietje de Boer, 3d j., wed. v. H. Smit; Derk J. A. Reimes, .79 wedn. v. J. HeussinkveldSwier Dekker, .7 j., z. v, H. Dekker; Frans Jongeling. 77 j., wedn. v. M. Baker; Annetta Elisabeth -Lohmann, 62 j., echtgen. v. R. Dekker; Elisabeth Klaasse, 89 j., wed. v. W. Kaas. BLOEMEND AAL Bevallen: M. Seals—Maunz, d.; J. F. van den Klinkenbergde Jong, z. Getrouwd: C. A. Honig en H. B. Mostert; M. van Houten en M. Schouten. Overleden: J. H. Toornent. 75 j., overleden te Haarlem: L. A. Joustra, 7 overleden te Haarlem; S. M. Voet, 74 j., overleden re Haarlem: E. M. V. Roeff, 68 j., overleden te Amsterdam. HAARLEMMERMEER Bevallen: P. v. d. Beekv. d. Assem, C, v. StaverenBlom, d.; J. M. Smilde - Breu kelaar, z.; C. v. d. Voetv. d. Linden, d.; J. GerbrandijGoossen, z.; Q A. Blokker Warmerdam, ,z.: C. A. TrompertDuiven voorden, d.; A. MillenaarStout, z.; E. Bak kenhovenKeur, d.; S. M. Witzlers- v. Duy- venbode, d.; C. M. MilatzKorstjens. z. Overleden: Willempje Struik, 20 dochter van Pieter Struik; Pieter Hobo,, 84 j., wedn. van G. Ossen; Johanna Wilhelmina Kamkes, 69 j. wed. van C. C. Vermeer; Cornells Jaco bus Lamboo, 6 w., zoon van Joh. Lamboo; Wilhelmina Petronella van Tol, 60 j., echtg. van Arie Schouten; Jacobus Cornells Cam- maert, 63 j„ echtg. van L. Plattjouw. EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN DIENST. Uit het Engelse!» 'vari DOUGLAS VALENTINE. Er*was één ding ln mijn voordeel.mijn tnanler van optrêden was van dien aard dat hij overtuigd was van zijn succes. Mijn ns- cierleheid was echt, want in werkelijkheid was ik de wanhoop nabij. Ik waagde deze laatste poging op dringend verzoek van broer, maar voor mij zelf verwachtte ik er niet veel hell van; eerlijk gezegd, lk voelde dat het. spel weldra uit zou zijn. Daarom viel ik met de deur ln huis, en vertelde Horrelvoet dat ik wilde capltuleeren dat hij het document zou krijgen. Maar er waren moeilijkheden aan verbenden, zei Ik. We hadden elkaar bedrogen. Wat voor ga rantie konden wij elkaar geven dat Ieder van ons eerlijk spel speelde? Horrelvoet loste deze moeilijkheid op ka- raktersltieke wijze op. Hij was natuurlijk te goeder trouw, beweerde hij. maar de kern van zijn opmerkingen was toch dat hij de troe ven ln handen had en dat hU dientegenvol- ge vertrouwd moest worden, terwijl ik een garantie moest geven. Terwijl wij dit punt bespraken sloeg de klok half elf. Ik bracht het gesprek op Monica. Over mij zelf was ik niet bezorgd, zei ik, maar ik moest overtuigd zijn dat haar niets over komen zou. Hierop antwoordde Horrelvoet dat ik. wat dat punt betrof, gerust kon zijn; op het oogenblik dat het document in zijn bezit zou zijn, zou hij orders geveri om haar in vrijheid te stellen; ik zou mij daarvan zelf kunnen overtuigen, Wat voor garantie had lk, vroeg ik dat zij niet aangehouden zou worden voor zij de grens bereikt had? Horrelvoet werd een beetje onrustig. Ter wijl hij een blik op de klok wierp, zei hij dat zijn woord de eenige garantie was, die hij kon aanbieden. Hierover discussleerden wij eenigen tijd. Ik was somber gestemd en zenuwachtig en ik geloof, dat hij het een genot vond ora met mij te spelen. Ik zei hem openhartig dat zijn reputatie het goede vertrouwen waarop hij meende aanspraak te mogen maken, lo genstrafte. Hij lachte en gaf cynisch toe dat dit wel het geval kon zijn. Niettemin geef ik de garantie, zei hij op een toon die geen tegenspraak duldde. De klok sloeg elf uur. Nog een heel uur! Kom Okewood, voegde hij er gemoede lijk aan toe, we verdoen onzen tyd. Waar heb je dien brief? HU was Inderdaad een buitengewoon man. Zooals hij me toesprak zou men niet hebben gezegd, dat hij mij den dood ln zond. Hij scheen dit feit eenvoudig vergeten te heb ben. het raakte hem zoo weinig dat dit waarschUnlUk het geval was. Ik kwam aan mijn derde punt. Hij maak te het mij wel heel moeilijk, zei ik, maar ik was overwonnen en moest mij overgeven. De zaak was echter dat het document nog altijd ln twee stukken was en geen van de beide helften was hier op het oogenblik. Je wijst me de plaats aan, waar de helften verborgen zijn, zei Horrelvoet. Ik zal mst Je meegaan en jij overhandigt, ze me. 'Maar ze zijn hier niet bépaald in de buurt, antwoordde' 11c Waar zijn ze dan? klonk het ongedul dig. Kom, ik sta te wachten en het wordt al laat. Er zullen verscheidene dagen mee heen gaan voor ik de helften heb, mompelde ik onwillig. Dat doet er niet toe, antwoordde de an der, zoo'n haast hebben we nietNu? En hij glimlachte grimmig Ik durfde niet naar de klok te Idjken want lk voelde dat de Dultscher me aankeek. In tuïtief begreep lk dat zUn argwaan gewekt was door mijn tegenstreven. Ik was vrijwel ten einde raad. Wanneer zou de klok weer slaan? Ik zal u eerlijk zeggen, Herr Doktor, zei ik met een stem die trilde van angst dat lk de gravin niet onbeschermd hier achter kan laten, terwijl wU samen naar de plaats reizen waar het document zich bevindt. Ik acht haar alleen veilig als lk in de buurt ben Horrelvoet haalde zijn wenkbrauwen op. Wat is je voorstel dan? vroeg hij met een metalen stem. Dat u naar de plaats reist die lk 11 zal aanwijzen, stamelde ik, en Een zwak gegons en de klok sloeg twee heldere slagen. Weer een half uur verder! Wat was het stil in huis! Ik kon de klok hooren tikken neen, het was het kloppen van mijn hart. Ik was óp, mijn geest werd dof, mijn keel droog. Ik ben nu anderhalf uur met je bezig geweest, jongeman, zei Horrelvoet plotseling, en het wordt tijd dat lk er mee "uitscheld. Ik waarschuw je dat ik niet met mé'laat spelen. De situatie ls heel duidelijk; het ligt aan jou of de Gravin Rachwitz In vrijheid wordt gesteld of vanmiddag in Kleef voor den krijgsraad gevoerd wordt en ter dood ge bracht wordt. Want je voorstel is dwaasheid. Ik zal raisonabel zijn. We zullen hier alle twee blijven; ik zal een telegram opstellen waar dé twee deelen van het document ge vonden kunnen worden en als ik het heele stuk in mijn bezit heb, zal de Gravin naar de grens gebracht worden. Haar butler kan haar daarheen brengen en je verzekeren dat ze hem veilig overschreden heeft. Hij strekte de hand uit en trok een map met telegramformulieren naar zich toe. En waar kunnen we de helften vinden? vroeg hU. De eene helft ls In Holland, mompel de lk. Hij keek vlug op. Als je me durft voor te liegen Hij brak zijn zin af toen hU mijn gezicht zag. De kamer draalde om me heen. Mijn han den waren zoo boud als ijs. Ik deed boven- menschelijfce pogingen om mijn zelibeheef- sching terug te krijgen, maar ik zwaaide heen en weer als een besishonkenjö; Ha! riep Horrelvoet, dat zou dan Semlin's helft moeten zijn. Dat had ik kun nen weteu. Wel, het hindert niet, Sèhmalz kan mijn auto nemen en er heen rijden. Morgen kan hij terug zijn. Waar moet hij heen?. De andere helft Is ln Berlijn zeï ik wanhopig, ik had het gevoel alsof een an der aan het woord was. 'Dat ls eenvoudiger,yjantwoordde Horrel voet. Het is nu tien minuten voor twaal ven, als ik dadelijk telegrafeer dan kan de andere helft vannacht hier zijn. Ik zal het telegram onmlddellUk versturen. Hij keek op, het potlood in de hand- Dit was het einde. Ik had tegenover Fran cis mijn woord gehouden, maar Lk kon nu ook niet meer. Hij had mU in den steek ge latenniet mU, maar Monica. Ik kon haar niet meer redden. Als een film vlogen de laatste weken aan mij voorbijSemliri met zijn blauwe lippen en star gezicht. Frau Schratt mét haar vingers vol juweelen, de dikke Kore, Haass, Francis, die zoo triest op de veranda ln het café stond te kijkenen Monica, heelemaal in het wit. zooals ik haar dien nacht In Hotel Esplanade ontmoet had, mijn gedachten gingen steeds naar haar te rugeen wit, erbarmelijk figuurtje op een of andere rommelige binnenplaats, door lamplicht beschenen, en een rij opgeheven geweren die op haar gericht waren. Ik wacht! (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6