H. D. VERTELLINGEN
De M met den Horrelvoet
LETTEREN EN KUNST
SPORT EN SPEL
BURGERLIJKE STAND
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 27 FEBRUARI 1929
(Nadruk Terbodenj auteursrecht voorbehouden.)
door
FRANCIS DE MIOMANDRE.
De Wraak.
TheophUe Chamilly's debuut in de litte
raire wereld was lang niet makkelijk.
Daar waren verscheidene redenen voor.
De eerste was, dat zijn ouders, woedend
omdat ze voorzagen dat zijn litteraire loop
baan in het armhuis zou eindigen, hem
onterfden. Overigens geloof ik, dat er achter
hun woede een gevoel van groote voldoening
school, want ze waren gierig en vonden het
een prachtige gelegenheid om al hun geld
voor zich zelf te houden.
De tweede reden is, dat hij' niet heel veel
talent had. Het mankeerde hem niet aan den
goeden .wil tot het scheppen van meester
werken, maar helaas! dat is niet vol
doende, en TheophUe bleef langen tijd, wat
■wij gewoonlijk noemen: een schrijver van
den zevenden rang. Verder was hij de aar
digste, de beste, de braafste jongen, die men
zieh kan voorstellen, altijd klaar om anderen
een dienst te bewijzen en om het werk van
zijn kameraden in de meest uitbundige be
woordingen te bewonderen, en zelf tevreden
en verrukt met het magerste complimentje.
Op een dag zei monsieur Planque, de direc
teur van het bescheiden maandblad, waarin
hij van tijd tot tijd zijn schuchtere pogingen
tot litteratuur publiceerde tegen hem:
..Beste jongen, ik moet iemand hebben om
een zeer delicaat zaakje op te knappen en
het lijkt me, dat jij daar het beste geschikt
voor bent. Jacques Fougermal zeurt maar
steeds om een artikeltje over die belache
lijke nieuwe roman van hem. Ik had ge
hoopt, dat hij daar eindelijk wel eens over
zou ophouden, maar het lukt niet. En nu
moet het er maar eens van komen. Schrijf
jij nou eens een klein stukje, met een paar
complimentjes er in, maar ook met een paar
aanmerkingen, want anders staan we heele-
maal voor gekNee, nee, geen dank. Het
is niet meer dan logisch, dat ik een dergelijk
précair iets aan een meester met de pen
opdraag. Over drie dagen wou ik graag de
kopij hebben. Het boek mag je houden. Het
is helaas de eenlge vergoeding die ik je ge-
yen kan."
Het armzalige maandblad was nu wel niet
de meest ideale plaats om te debuteeren als
„criticus", maar het was tenminste een be
gin, een eerste sprong, een eerste stap op
den weg naar roem. Hij snelde naar huis ver
slond Fougermal's roman, en kon een heelen
nacht niet slapen van ontsteltenis over zoo
veel onzin; maar in weerwU daarvan slaagde
hij er in een artikeltje te schrijven waarin
hij het boek beschreef als een zeer geslaagd
stuk litteratuur en hij besloot met de hoop
■uit te spreken, dat de schrijver In de toe
komst nog vele malen van zich zou doen
spreken.
Het artikel verscheen en niemand nam er
eenlge notitie van, waarvoor de arme criticus
zeèr dankbaar was, maar tot zijn groote ver
wondering ontving hij van den woedenden
bécritlseercle een brief van dén voigenden
inhoud.
„Ik weet natuurlijk wel, dat men zich op
alles voorbereiden moet, als men in den te-
genwoordigen tijd deri moed heeft om open
lijk de kunst te dienen. En ik zou mé eveu
weinig bekommerd hebben om uw minder
waardig artikeltje als de rest van de wereld,
als u niet de onbeschaamdheid had gehad
om te besluiten met een grove beleediging
Wat beteekenen in hemelsnaam deze woor
den: „De hoop, die dit veelbelovende werk
bij ons opwekt"? Dit werk IS niet veelbelo
vend, mijnheer dit werk houdt niet een be
lofte ia, maar een vervulling. Mijn werk is
geen onvolgroeid dwergje, maar een vol
bloedig, levend mensch. Het spijt mij zeer,
dat ik vijf minuten van mijn kostbaren tijd
heb moeten nemen om u de eerste beginse
len van uw vak te leeren, maar..., enzoovoorLs
enzoovoorts.
Théophile was wanhopig over deze zeer on
verwachte opvatting van zijn kunstbroeder.
Hij schreef brief na brief aan Fougermal,
die ze nooit beantwoordde. En daar bleef de
zaak bij. De tijd verliep.... En langzamer
hand begon de arme Chamllly de kwestie "te
vergetenin de hoop, dat de ander hem
ook vergeten zou zijn. Letterkundige kibbela
rijen zijn gewoonlijk stroovuurtjes
Hij trouwde. Het was geen erg romantisch
avontuur, maar het ontroerde Théophile's
teedere hart zoo zeer, dat het hem inspireer
de tot een roman, en het wonder gebeufde,
dat het werk een beetje succes hadzoo
dat zijn uitgever hem een cheque voor de fa
buleuze som van vijfhonderd francs stuurde!
Théophile snelde naar zijn vrouw en wierp
ze haar ontroerd voor de voeten.
„Hier!" zei hij, „ze zijn voor jou. Eigenlijk
heb jij ze toch ook verdiend!"
Ze weende van aandoening. Ze nam het
aan: maar daar ze niet in edelmoedigheid
voor hem wilde onderdoen, vond ze, dat ze
er wat af moesten nemen en daarvan voor
hem een nieuw pak bij een echten kleerma
ker moesten bestellen. Stel u de vreugde eens
voor van het echtpaar, toen Chamilly, die
nog nooit anders dan „confectie'"' bad gedra
gen, voor het eerst met zijn nieuwe pak
geurde. Hij was ei' dagenlang van van
streek
Intusschen Inviteerde Monsieur Planque,
die niet vergeten was dat de nieuwe stél* aan
het literair firmament zijn eerste penne-
vruchten bij hem gepubliceei# had, hem een
nee, niet een diner, want dat kon bruin
niet trekken, maar een eererondje in een
klein cafétje aan. Théophile werd er begroet
door een twaalftal gebaarde, kale, somber-
kijkende letterkundigen, die hij overigens
heelemaal niet kende en die hem omringden
onder 't uitstooten van verwarde uitroepen
die Théophile maar voor kreten van diepe
bewondering aanzag. In zijn dankbaarheid
bestelde hij een kistje sigaren en deed dat
de ronde gaan. Een uur lang rookten, dron
ken en redeneerden ze, en de stemming steeg
bij de minuut. Plotseling sprong Chamilly's
linker buurman op en riep verschrikt uit:
„Mijn beste Chamilly, je staat in brand! Je
pantalon!"
Théophile's hart stond even stil. Zijn broek!
de nieuwe broek van zijn nieuwe pak! He
laas! het was maar al te waar! Eén grooi
rond gat, een gat, dat zelfs de kunst van de
meest vermaarde stopster te machtig zou
zijn, een gat waarvan de randen nog rookten
ontsierde de linkerpijp van zijn kostbare,
aangemeten pantalon.
Bleek, naar adem snakkende, zonder er
zelfs maar aan te denken om een onderzoek
in te stellen naar den aanrichter van het on
heil, holde de Jonge schrijver de straat op,
terwijl de rest verbluft achterbleef
M. Planque fluisterde, in de doodsche stilte
die heerschte, Chamilly's buurman zacht
jes in:
„Maar mijn beste Fougermal, waarom
hield je in 's hemelsnaam je sigaar tegen
Chamilly's broek? Je zag toch wel, dat het
een nieuwe broek was?"
„Daar was 't me juist om te doen," zei
Fougermal met een grijns van dulvelsche
voldoening. „Ik had gezworen dat lk me zou
wreken en lk heb het gedaan."
JMGEZONDLN MEDE DEELINGEN a bO Ceot»
per regel.
STOFZU1GERHUIS MAERIENS
BAKTELJOKIÜSTRAAr 16
'1 ELtPOON IN O. 10756
APEX ELECTRaSCHE W ASCHMACHINES f275
MUZIEK.
ZESDE CONCERT DER HAARLEMSCHE
jbaciiverEeniging
Het moge voor velen, die gehoopt hadden
Mengelberg weer aan den dingeenessenaar
te zien, een teleurstelling geweest zijn, te
vernemen, dat zijn ongesteldheid hem nog
verhinderde naar Haarlem te komen Cor
nells Dopper, die .de moeilijke taak had, den
grooten dirigent te vervangen, deed dit met
de hem eigen routine en bekwaamheid en
dus op alleszins bevredigende wijze. En zoo
kregen wij een verklanking van de groote
Symphonie in C van Schubert, waarin het
„himralische" zich veel meer voelen deed dan
de „Lange", een verklanking, waarin vele
der schitterende eigenschappen van het Am-
sterdamsche orkest de hoorders betooverden
en meesleepten. Op een enkel, uitzonderlijk
geval na (zooals de ongelijkheid van de plz-
zicati der eerste violen in het Andante) was
het samenspel van de voortreffelijkheid, dié
wij van het uit de allerbeste krachten sa
mengestelde en voorbeeldig gedisciplineerde
ensemble kennen en bewonderen. De pracht
der celli, de sonoriteit van het koper troffen
ditmaal bijzonder. En het werk zelf „wo
des Ruhmens ein Ende zu finden"? Hoe me
nig later componist zou in stilte dolblij zijn
één enkele melodie te vinden, zooals Schu
bert ze met kwistige hand schonk?
De koning onzer dirigenten ontbrak dus
op het podium, maar de koningin onzer zan
geressen verleende aan den avond toch den
vorstelijken luister. Bach zong zij, uitstekend
geassisteerd door de obligaat-viool van con
certmeester Louis Zimmerman, en Handel, in
één stijgenden en schier eindeloozen jubel, een
weerklank op dien waarmee men eerbiedig
van de zetels gerezen, haar ontvangen en be
groet had. En later droeg zij de aan haar
opgedragen „Hymne an die Nacht" van No-
valis-Dlepenbrock voor, op weergaloos schoo-
ne en bezielende wftze. Muziek vol pracht
en glans, waarin de mnernjke bewogenheid
van" den componist tot uiting komt, muziek
die bewondering en eerbied voor Diepenbrock
wekt. en ze nog in hooger mate zou wekken,
wanneer ze minder van Wagner afhankelijk
was. Wagners stempel is er zóó diep op in
gedrukt, de muziek van Tristan komt zóó
sterk voor den dag, dat de herinnering daar
aan ons nagenoeg geen oogenblik verlaat. Dit
is eenigszins Jammer, want de Hymne bevat
brokken dte op zlchzelve zeer mooi zijn, in
de inleiding, in de vierde strofe met de solo-
viooi en zoo meer.
Langdurige ovaties volgden op de uitvoe
ring van de Hymne, ovaties die ongetwijfeld
ook de schoone verklanking der hoogstbe-
langrljke orkestpv tij golden.
De Suite, door Georg Göhler uit Handels
Opera „Aieina" samengesteld, was vóór het
werk van Diepenbrock uitgevoerd, voortref
felijk, doch zonder tot bijzondere opmerkin
gen aanleiding te geven.
KAREL DE JONG.
HAARLEMS TOONEEL.
JAN VAN RIEMSDIJK.
Misschien ligt het aan mij, maar ik kan
den humor van deu Veluwschen zanger Jan
van Riemsdijk onmogelijk waardeeren. Die is
mij te kleverig en wordt met een al te zelf
voldaan gezicht voorgedragen. Ik wil best
aannemen^ dat het voor de karakteristiek
van den Veluwschen boer noodig is, dat de
heer Van Riemsdijk elke aar digi: eid tien
maal herhaalt, maar dat herkauwen word-
voor de toehoorders op den duur vooral
wanneer men den heor Van Riemsdijk al
eenige keeren heeft gehoord toch wer
kelijk ongenietbaar.
De heer Van Rimisdijk was nu pas uit
Amerika terug en wij hadden dus gehoopt
eenige aardige frissche opmerkingen over
het land van den Dollar van ons Veluwsch
boertje te hooren! ilier was nu eens gelegen
heid om zoo'n boertje van het land met zijr.
nuchteren kijk op de verschillende dingen,
eens flink te laten uitpakken. En wat had
het Veluwsch boertje ons nu van zijn heele
reis te vertellen? „Dat je d'er wel kommer,
kan!" Dat was de eenige aardigheid die hij
uit Amerika had meegebracht! En Van
Riemsdijk vond haar zoo geestig, dat hij ze
wel twintig keer herhaalde! Eigenlijk had
ieder ander, die nooit in Amerika was ge
weest, precies hetzelfde kunnen vertelen als
deze Veluwsche zanger. En ook dat :-hutalooze
liedje over den Oceaan cn Amerika, had Van
Riemsdijk even goed kunnen maken, zonder
er een voet van de Vel uwe voor te verzetten'
En is het nu heusch noodig, dat wij zoo'n
grapje van de schooljuffrouw met de bloote
armen, voor wij het in liedvorm krijgen te
genieten, eerst lang uit in proza moeten
hooren? Ik zou zoo zeggen dat alle aardig
heid er dan precies af is. Voor menschen uit
Zalt-Boicmel of Blokzijl is dat herkauwen
misschien noodig we kregen dat einaeloo-
zë gerek en herhalen ook in een onbeteeke-
nend eenactertje en in een beschouwing over
het weer tusschen vader en zoon maar Ir
Haarlem zijn we toch waarlijk niet zoo traag
von begrip.
De heer Van Riemsdijk had eer dame
meegebracht mejuff-ouw Van de Roo-
vaart die zingen noch acteeren kon Me
juffrouw van de Roovaart verhoogde dn ook
niet' bepaald net succes vi n den avorrl.
Gelukkig voor Jan van Riemsdijk dachten
de leden van Haarlem's Tooneel waarvoor
de Veluwsche zanger optrad heel anders
over zijn prestaties dan de zure recensent. Er
is tenminste ook gisteren hartelijk gelachen
en veel geapplaudisseerd en dat Is den heer
Van Riamsdijk waarschijnlijk meer waard
dan een goede kritiek. Want van het pu
bliek niet waar? moet het tenslotte toch
komen!
J. B. SCHUIL.
ERFENIS-VERDEELING EN
BELASTINGONTDUIKING.
HOOGE BOETES GEëlSCHT EN
OPGELEGD.
Twee boeren uit Roekanje, die bij hun ge
trouwde nicht Inwoonden, hadden van hun
belangrijk effectenbezit nimmer belasting
betaald en toen dit nu hun dood respec
tievelijk in 1924 en in 1926 moest worden
verdeeld onder niet minder dan 13 neven en
nichten, wilden deze erfgenamen der ge-
erfde gelden dezelfde tactiek volgen als wij
len hun ooms, meldt het Hbld.
Een van de erfgenamen meende niet ge
noeg te hebben ontvangen en daarom ging
hij zich bij den Officier van Justitie bekla
gen. Uit het voorloopig Ingesteld onderzoek
bleektoen Inderdaad dat er geknoeid was en
het vermoeden reeds dat de nicht zich de
effecten zou moeten hebben toegeëigend.
Het bleek dat een der erfgenamen, een
arcs, te zamen en in vereeniging met zijn
zuster, de reeds genoemde nicht, zich moest
hebben misdragen ten aanzien van de erfe
nis.
Na een lang vooronderzoek bekende de arts
den rechter-commissaris mr. Marx, dat hij
van zijn zuster eerst 9000 en later 21.000
.ten geschenke had gekregen In het b'edrie-
gelijke korting van de rechten van de erf
genamen. De zuster bekende ook: zij zou van
de beide ooms respectievelijk 30.000 en
40.000 hebben ontvreemd.
De rechtbank te Roterdam heeft gisteren
de zaak tegen den broer en de zuster be
handeld.
De beide verdachten bekenden volmondig.
Na verhoor nam de .vertegenwooi'diger van
het O. M., mr. J. G. Holsteyn requisitoir. Te
gen den arts requireerde spr. op grond van
heling tweemaal gepleegd een geldboete van
10.000 en tegen zijn zuster, op grond van
verduistering tweemaal gepleegd, een ge
vangenisstraf voor den tijd van drie maan
den.
Onmiddellijk uitspraak doende veroordeel
de de rechtbank de vrouw tot 13.300 boeté,
subs, zus maanden hechtenis.
Vervolgens behandelde dc rechtbank de
belastingontduiking. De arts moest terecht
staan voor het feit dat hij als zijn effecten
bezit 20.000, als zijn zuiver vermogen
25.000 en als Aotaal inkomen 4300 had
opgegeven, terwij lhij in werkelijkheid meer
dan 90.000 aan effecten bezat, zijn zuiver
inkomen meer dan 5000 bedroeg en zijn
totaal inkomen meer dan 7850.
Na getuigenverhoor requirer^de de verte
genwoordiger van het O M. een geldboete
van 10.000 boete, subs, zes maanden hech
tenis.
Onmiddellijk uitsnraak doende veroordeel
de de rechtbank den arts tot 7000 boete,
subs, vier maanden hechtenis.
Tegen enkele andere personen die in deze
zaak betrokken ~ijn werden hooge geldstraf
fen geëischt. Over 14 dagen zal de rechtbank
uitspraak doen.
EEN „VERZEKERINGS"-
MAATSCHAPPIJ.
LAGE PRFMIES EN HOOGE UITKEE-
RINGEN, DIE ECHTER NIET GEDAAN
WERDEN.
Door de polit'a te Roermond is de hand
gelegd on een brutalen oplichter, die in ge
heel Midden-Limburg veel slachtoffers ge
maakt heeft, meldt de Tel.
Het is de 35-ajrige J. R., tijdelijk verblij
vende te Roermond die gedurende eenigen
tijd agent van een bekende verzekering is
geweest. Waar hij' bemerkte, dat het niet
mogelijk zo uzijn velen buitenlui een verze
kering op te dringen, mits de tarieven niet
te hoog zijn, doch de uitkeerlngen daaren
tegen op zeer gemakkelijke voorwaarden
plaats vinden, al zou dit dan ook alleen maar
op paiper blijken te gebeuren, meende hij
het beste zijn belangen te kunnen dienen
door zelf een verzekeringmaatschappij od te
richten. Een naam was sooedig gevonden.
Zij zou heeten „Nederlandsche Assurantie
Onderneming" of kortweg N.A.O. Hij liet een
groot aantal formulieren, als polissen enz.
drukken, welke nog moeten worden betaald.
Welbesnraalct als bij Wase slaagde hij er
spoedig in een groot aantal personen een
verzekering bij zijn „maatschappij"' te doen
sluiten, natuurlijk meestal tegen extra ver
laagd tarief als de te'betalen premie'maar
goed hoog was
Naar thans is gebleken, sloot R. verzeke
ringen op elk gebied. De eerste uitkeering
ipoet.echter nog plaats vinden
GASBEDWEI MING TE OUDE-
WATER.
ECHTPAAR BEWUSTELOOS
AANGETROFFEN.
Ten huize van het echtpaar De Bruin, aan
het Roodezand te Oudewater heeft zich een
geval van kolendampvergiftiging voorge
daan. Toe n's morgens op herhaald bellen
niet werd opengedaan, vreesde men, dat bei
den een ongeluk was overkomen. Met behulp
van eeif ladder verschafte mén zich toegang
tot de woning en vond het echtpaar bewuste
loos op bed liggen, vergiftigd door kolendamp
die zich door een defect aan den schoorsteen
had verspreid. Dr. H. P. van Praag wist met
een zuurstofapparaat bij alle twéé de levens
geesten weer op te -wekken, aldus de Tel.
DE BIJDRAGEN VOOR DE AVRO-HULDI-
GING.
Daar er verschillende abuizen hebben
plaats gehad met de giro-zendingen voor de
Avro-huldiglng en het zenderfonds (ver
scheidene personen hebben den naam van
den eersten penningmeester gebruikt en het
gironummer van den 2den penningmeester)
herhalen wij hier ons vroeger bericht:
Luistervinken en andere personen, die gel
den voor dezen avond willen zenden per girc
kunnen dit doen op giro-rekening 99165 ten
name van den heer G. van Eek, Emmaka-
de 55' Haarlem.
INGEZONDEN MEDEDEELfNGEN
KLANKEN EN KLEUREN.
Als men aan tien menschen vraagt: „a*
welke kleur denkt ge bij het uitspreken va:
de letter A, dan antwoorden negen vari <j
tien: „aan rood".
„En bij de B?" Acht van de tien antwooj
deai even beslist: ,.aan blauw".
Maar vraagt men hun: welke kleur vér
bindt gij aan de G, dan zeggen ze eenparli
alle tien:
„AAN GROEN". Want de g is de eersir
letter van onze GROENTJES, kleine kwartjes
advertenties van Vraag en Aanbod, dli
Haarlem's Dagblad op Woensdag en Zater
dag ven iedere week platst en die 'zulk eej
grooten lezerskring imeer dan 18000 abomtéi
genieteD, dat niemand deze publiciteit ooi
maar in de verte evenaren kan.
WATERPOLO.
A. D. Z.ZIGNEA (5—1).
Dinsdagavond trok de Haarlemsche Dames
Zwem- en Polociub Zignea met twee inval
sters naar" Amsterdam, waar in de bad- en
zweminrichting aan den Heiligeweg gespeeld
werd tegen A.D.Z
De zeventallen stelden zich als volgt op:
A. D. Z.:
G. Slag,
G. Kunst, F. de Dood,
C. Ruitenschild,
mevr. Rijken, mevr. Haitsma, mevr.
Andriessen,
Zignea:
R. van Spaendonck, B. Venema, E. Bouwer,
B. Witkamp,
P. Metz.H. van Abs,
D. Roos.
Reeds direct blijkt ADZ. vrij wat .sterker
dan Zignea: zij weet haar meerderheid al
spoedig, ondanks uitstekénd werk van
Haarlemsche doel verdedigster in drie punten
uit te drukken (30).
Dan weet mevr. B. Venema een goal vóór
Zignea te maken, en dus de eer voor d.e
Haarlemsche dames te redden (31).
Voor rust vindt AD.Z. nog eenmaal het
oranje-groene doel (41).
In de tweede helft is het verloop van het
spel vrijwel gelijk aan de eerste, maar Zignea
is nu gelukkiger. A.D.Z. maakt er nog één
doelpunt bij en met 51 stand komt het
einde.
Het viel ln dezen wedstrijd op, dat bij
A.D.Z. de spil zich in hoofdzaak tot aanvallen
bepaalde en het samenspel van de heele ploeg
uitstekend was, wat bij Zignea niet direc.t
gezegd kan worden. De meeste aanvallen der
Haarlemsche dames gingen van de kapster
via de spil naar de midvoor, zoodat de
vleugel-speelsters weinig te doen kregen, wat
in hoofdzaak lag aan het feit., dat zij' zich
niet voldoende vrij konden makeu.
De volgende wedstrijd van de wintercom
petitie heeft plaats tegen Het U ln ,Stpop's
Bad op Donderdag 7 Maart op het 'oefeiv
uur van Zignea. - -ï
VELSEN
Geboren: J. W. van Geldorp—Snoeks; .d-I
A. O. Tiedtke—Rölil, z.; J. Rolloos--Koning,
d.; M. Koperv. d. Plas, d.; G. Wolf- -Tol,
d.; J. Veldmeyer—Rechsteiner, z.; A. Eel-
sing'Kunneker, d.; J. JanssenRutten, cl.-
Overleden: Dirkje van der Vlerk, 48 jU
echtgen. v. G. Blom; Grietje de Boer, 3d j.,
wed. v. H. Smit; Derk J. A. Reimes, .79
wedn. v. J. HeussinkveldSwier Dekker, .7 j.,
z. v, H. Dekker; Frans Jongeling. 77 j., wedn.
v. M. Baker; Annetta Elisabeth -Lohmann, 62
j., echtgen. v. R. Dekker; Elisabeth Klaasse,
89 j., wed. v. W. Kaas.
BLOEMEND AAL
Bevallen: M. Seals—Maunz, d.; J. F. van
den Klinkenbergde Jong, z.
Getrouwd: C. A. Honig en H. B. Mostert;
M. van Houten en M. Schouten.
Overleden: J. H. Toornent. 75 j., overleden
te Haarlem: L. A. Joustra, 7 overleden te
Haarlem; S. M. Voet, 74 j., overleden re
Haarlem: E. M. V. Roeff, 68 j., overleden te
Amsterdam.
HAARLEMMERMEER
Bevallen: P. v. d. Beekv. d. Assem, C,
v. StaverenBlom, d.; J. M. Smilde - Breu
kelaar, z.; C. v. d. Voetv. d. Linden, d.; J.
GerbrandijGoossen, z.; Q A. Blokker
Warmerdam, ,z.: C. A. TrompertDuiven
voorden, d.; A. MillenaarStout, z.; E. Bak
kenhovenKeur, d.; S. M. Witzlers- v. Duy-
venbode, d.; C. M. MilatzKorstjens. z.
Overleden: Willempje Struik, 20 dochter
van Pieter Struik; Pieter Hobo,, 84 j., wedn.
van G. Ossen; Johanna Wilhelmina Kamkes,
69 j. wed. van C. C. Vermeer; Cornells Jaco
bus Lamboo, 6 w., zoon van Joh. Lamboo;
Wilhelmina Petronella van Tol, 60 j., echtg.
van Arie Schouten; Jacobus Cornells Cam-
maert, 63 j„ echtg. van L. Plattjouw.
EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN
DIENST.
Uit het Engelse!» 'vari
DOUGLAS VALENTINE.
Er*was één ding ln mijn voordeel.mijn
tnanler van optrêden was van dien aard dat
hij overtuigd was van zijn succes. Mijn ns-
cierleheid was echt, want in werkelijkheid
was ik de wanhoop nabij. Ik waagde deze
laatste poging op dringend verzoek van
broer, maar voor mij zelf verwachtte ik er
niet veel hell van; eerlijk gezegd, lk voelde
dat het. spel weldra uit zou zijn.
Daarom viel ik met de deur ln huis, en
vertelde Horrelvoet dat ik wilde capltuleeren
dat hij het document zou krijgen. Maar er
waren moeilijkheden aan verbenden, zei Ik.
We hadden elkaar bedrogen. Wat voor ga
rantie konden wij elkaar geven dat Ieder
van ons eerlijk spel speelde?
Horrelvoet loste deze moeilijkheid op ka-
raktersltieke wijze op. Hij was natuurlijk te
goeder trouw, beweerde hij. maar de kern van
zijn opmerkingen was toch dat hij de troe
ven ln handen had en dat hU dientegenvol-
ge vertrouwd moest worden, terwijl ik een
garantie moest geven. Terwijl wij dit punt
bespraken sloeg de klok half elf.
Ik bracht het gesprek op Monica. Over
mij zelf was ik niet bezorgd, zei ik, maar ik
moest overtuigd zijn dat haar niets over
komen zou. Hierop antwoordde Horrelvoet
dat ik. wat dat punt betrof, gerust kon zijn;
op het oogenblik dat het document in zijn
bezit zou zijn, zou hij orders geveri om haar
in vrijheid te stellen; ik zou mij daarvan zelf
kunnen overtuigen,
Wat voor garantie had lk, vroeg ik
dat zij niet aangehouden zou worden voor
zij de grens bereikt had?
Horrelvoet werd een beetje onrustig. Ter
wijl hij een blik op de klok wierp, zei hij
dat zijn woord de eenige garantie was, die
hij kon aanbieden.
Hierover discussleerden wij eenigen tijd.
Ik was somber gestemd en zenuwachtig en
ik geloof, dat hij het een genot vond ora
met mij te spelen. Ik zei hem openhartig dat
zijn reputatie het goede vertrouwen waarop
hij meende aanspraak te mogen maken, lo
genstrafte. Hij lachte en gaf cynisch toe dat
dit wel het geval kon zijn.
Niettemin geef ik de garantie, zei hij
op een toon die geen tegenspraak duldde.
De klok sloeg elf uur.
Nog een heel uur!
Kom Okewood, voegde hij er gemoede
lijk aan toe, we verdoen onzen tyd. Waar
heb je dien brief?
HU was Inderdaad een buitengewoon man.
Zooals hij me toesprak zou men niet hebben
gezegd, dat hij mij den dood ln zond. Hij
scheen dit feit eenvoudig vergeten te heb
ben. het raakte hem zoo weinig dat dit
waarschUnlUk het geval was.
Ik kwam aan mijn derde punt. Hij maak
te het mij wel heel moeilijk, zei ik, maar
ik was overwonnen en moest mij overgeven.
De zaak was echter dat het document nog
altijd ln twee stukken was en geen van de
beide helften was hier op het oogenblik.
Je wijst me de plaats aan, waar de
helften verborgen zijn, zei Horrelvoet. Ik
zal mst Je meegaan en jij overhandigt, ze me.
'Maar ze zijn hier niet bépaald in de
buurt, antwoordde' 11c
Waar zijn ze dan? klonk het ongedul
dig. Kom, ik sta te wachten en het wordt
al laat.
Er zullen verscheidene dagen mee heen
gaan voor ik de helften heb, mompelde ik
onwillig.
Dat doet er niet toe, antwoordde de an
der, zoo'n haast hebben we nietNu?
En hij glimlachte grimmig
Ik durfde niet naar de klok te Idjken want
lk voelde dat de Dultscher me aankeek. In
tuïtief begreep lk dat zUn argwaan gewekt
was door mijn tegenstreven. Ik was vrijwel
ten einde raad.
Wanneer zou de klok weer slaan?
Ik zal u eerlijk zeggen, Herr Doktor, zei
ik met een stem die trilde van angst dat
lk de gravin niet onbeschermd hier achter
kan laten, terwijl wU samen naar de plaats
reizen waar het document zich bevindt. Ik
acht haar alleen veilig als lk in de buurt
ben
Horrelvoet haalde zijn wenkbrauwen op.
Wat is je voorstel dan? vroeg hij met
een metalen stem.
Dat u naar de plaats reist die lk 11 zal
aanwijzen, stamelde ik, en
Een zwak gegons en de klok sloeg twee
heldere slagen. Weer een half uur verder!
Wat was het stil in huis! Ik kon de klok
hooren tikken neen, het was het kloppen
van mijn hart. Ik was óp, mijn geest werd
dof, mijn keel droog.
Ik ben nu anderhalf uur met je bezig
geweest, jongeman, zei Horrelvoet plotseling,
en het wordt tijd dat lk er mee "uitscheld.
Ik waarschuw je dat ik niet met mé'laat
spelen. De situatie ls heel duidelijk; het ligt
aan jou of de Gravin Rachwitz In vrijheid
wordt gesteld of vanmiddag in Kleef voor
den krijgsraad gevoerd wordt en ter dood ge
bracht wordt. Want je voorstel is dwaasheid.
Ik zal raisonabel zijn. We zullen hier alle
twee blijven; ik zal een telegram opstellen
waar dé twee deelen van het document ge
vonden kunnen worden en als ik het heele
stuk in mijn bezit heb, zal de Gravin naar
de grens gebracht worden. Haar butler kan
haar daarheen brengen en je verzekeren dat
ze hem veilig overschreden heeft.
Hij strekte de hand uit en trok een map
met telegramformulieren naar zich toe.
En waar kunnen we de helften vinden?
vroeg hU.
De eene helft ls In Holland, mompel
de lk.
Hij keek vlug op.
Als je me durft voor te liegen
Hij brak zijn zin af toen hU mijn gezicht
zag.
De kamer draalde om me heen. Mijn han
den waren zoo boud als ijs. Ik deed boven-
menschelijfce pogingen om mijn zelibeheef-
sching terug te krijgen, maar ik zwaaide
heen en weer als een besishonkenjö;
Ha! riep Horrelvoet, dat zou dan
Semlin's helft moeten zijn. Dat had ik kun
nen weteu. Wel, het hindert niet, Sèhmalz
kan mijn auto nemen en er heen rijden.
Morgen kan hij terug zijn. Waar moet hij
heen?.
De andere helft Is ln Berlijn zeï ik
wanhopig, ik had het gevoel alsof een an
der aan het woord was.
'Dat ls eenvoudiger,yjantwoordde Horrel
voet. Het is nu tien minuten voor twaal
ven, als ik dadelijk telegrafeer dan kan de
andere helft vannacht hier zijn. Ik zal het
telegram onmlddellUk versturen.
Hij keek op, het potlood in de hand-
Dit was het einde. Ik had tegenover Fran
cis mijn woord gehouden, maar Lk kon nu
ook niet meer. Hij had mU in den steek ge
latenniet mU, maar Monica. Ik kon
haar niet meer redden. Als een film vlogen
de laatste weken aan mij voorbijSemliri
met zijn blauwe lippen en star gezicht. Frau
Schratt mét haar vingers vol juweelen, de
dikke Kore, Haass, Francis, die zoo triest op
de veranda ln het café stond te kijkenen
Monica, heelemaal in het wit. zooals ik haar
dien nacht In Hotel Esplanade ontmoet had,
mijn gedachten gingen steeds naar haar te
rugeen wit, erbarmelijk figuurtje op een
of andere rommelige binnenplaats, door
lamplicht beschenen, en een rij opgeheven
geweren die op haar gericht waren.
Ik wacht!
(Wordt vervolgd