H. D. VERTELLINGEN
FLITSEN
De Man met den Horrelvoet
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 28 FEBRUARI 1929
(Nadruk verboden) auteursrecht voorbehouden.)
De Vergissing
Uit het Fransch, door
PIERRE VALDAGNE.
Na twee maanden getrouwd te zijn geweest
zagen Germain Dulaury en zijn vrouw Hé-
lène al in, dat zy zich vergist hadden.
Was het hun schuld?Misschien. Maar
meer nog die van hun ouders, die hen voor
elkaar bestemd hadden en die zich verder
om niets bekommerden.
De twee jonge menschen hadden hen laten
begaan. En na twee maanden bemerkten
zij, dat het een mislukking was geworden.
Nu waren Germain Dulaury en zijn vrouw
verstandigs menschen. En zij waren eerlijk,
allebei. Zoodat ze er niet over dachten om
elkaar te gaan bedriegen en eikaars leven te
bederven met leugens en oneerlijkheidjes.
„We moeten het samen bepraten", vond
Germain, „en zien wat er aan te doen valt."
En hij zelde tegen zijn vrouw:
„Hou je van me?"
Ze antwoordde:
„Ik acht je en waardeer je. Maar houden
van Je.... En jij, houd Jij van mij?"
Germain zei:
„Ik mag je graag om je warme hart en
je vlugge verstand. Ik heb vertrouwen in js
oordeel. Wij zouden goede vrienden kunnen
worden.... Maar van elkaar houden, ik vrees
dat dat niet gaan zaL"
„Dank je voor je openhartigheid. „Ik denk
er ook zoo over. „Het is ongelukkig, dat wij
dat niet eerder ingezien hebben."
„Misschien zouden we toch nog iets goeds
van ons leven kunnen maken. Heb jij iemand
anders lief?"
„Nee, niemand. En jij."
„Ook niemand."
„Nu dan
„We hebben te veel verschillende karak
ters, Hélène, dat is de kwestie. Ik ben meer
een gevoelsmensch en jij een verstands-
mensch. Ik zie het leven nog zooals ik het
als jongen zag en jij beschouwt het met een
koelheid en een ironie, die me bijna bang
maken. Maar misschien zou dat te verhelpen
zijn."
„Als we eikaars opinie en vrijheid blijven
waardeeren."
„Dat lijkt mij ook. Per slot van rekening
voel ik niets voor een scheiding, en jij ook
niet, hè?"
„Wel nee, waarom? Een scheiding tus-
schen ons zou bespottelijk zijn".
„Dan zijn wij het eens. Zullen wij vrienden
zijn? En ons daarmee tevreden stellen?"
„Ja, laten wij vrienden zijn".
Zoo leefden zij voort en verscheidene Ja
ren gingen voorbij. Ze waren nog jong: toch
dacht ieder, die hen samen zag, dat zij al ja
ren getrouwd waren.
Als twee menschen van elkaar houden,
eischen zij vele opofferingen van elkaar. En
daar geen mensch (en aan niemand) zijn
diepste persoonlijkheid wil of kan opoffe
ren, zijn twist en wrok en haat er soms het
gevolg van.
Maar Germain en Hélène ondervonden van
dit alles niets. Zij waren niet verblind door
de liefde, zij respecteerden eikaars gedach
ten en persoonlijkheden. En zij waren er te
vreden mee.
Geen van beiden zocht troost In één van
die kleine ihtrigetjes, waarvan de wereld zoo
vol is; zij wilden eikaars achting niet ver
liezen.
Hélène, met haar scherpen verstandelijken
blik, glimlachte om de zielige afdwalinkjes
van enkele van haar vriendinnen.
Germain had het moeilijker. Maar hij
overwon.
En het leven der Dulaury's golfde verder,
rustig en kalm. De jaren verschilden niet
veel van elkaar.
Eens had Germain financleele moeilijkhe
den. Het bedrijf, waarin hij al zijn geld ge
stoken had, dreigde failliet te gaan. En te
gelijkertijd stelde iemand hem een transac
tie voor, die hem er weer heelemaal bovenop
zou helnen, maar die van eenigszins twijfel
achtig kaliber was. Hij bleef kalm, en zette
den man de deur uit.
En 's avonds vertelde hij het voorgevallene
aan Hélène.
Zij keek hem onderzoekend aan, maar haar
gezicht verloor de gewone rustige uitdruk
king niet. Ze vroeg:
„Zou het er je weer heelemaal bovenop
hebben geholpen?"
,,'t Zou me waarschijnlijk een zestig dui
zend francs opgebracht hebben, maar ja, de
zaak was niet eerlijk. Vind je dat ik niet had
moeten weigeren?"
Hélène's oogen begonnen te glanzen.
„Nee, Germain. Je had gelijk! Het .volgend
jaar komt alles wel weer ln orde. We zullen
wat zuiniger zijn, en jij zal tenminste nog de
oude Germain Dulaury zijn, dien ik altijd
gekend heb".
En Hélène stak haar man, als een trouwe
vriendin, haar kleine hand toe.
Den volgenden morgen hoorde Germain
Hélène zingen. Hij had haar nog nooit hoo-
ren zingen.
Drie maanden later werd Madame Dulaury
ernstig ziek.
Een week lang leek de toestand bijna
hopeloos. En men zei:
„Als Germain Dulaury zijn vrouw verliest,
zal hij wel gauw hertrouwen. Ik heb nog
nooit twee zulke menschen gezien 1 Zij geven
niets om elkaar!"
Germain bleef werkelijk nirt één dag thuis
van zijn werk. Hélène had een goede ver
pleegster, en hij ging alleen maar 's Ochtends
en 's avonds naar haar kamer om te vragen
hoe het met haar was en te hooren, wat de
dokter ervan vond.
Zijn gezicht stond ernstig, maar van die
martelende onrust, die zoo dikwijls voorkomt
bij menschen, die weten dat. het gaat om
degene, die zij het meest lief hebben, was
bij hem niets te bespeuren.
En toch was het sóms, of zijn blik voort
durend dien van Hélène zocht, ,en waarom
leek het, alsof die blik een geheimzinnige
boodschap overbracht?
Germain was in de kamer, toen op een
avond de dokter zei, dat madame Dulaury
buiten gevaar was Germain liet den dokter
uit en bleef nog even met hem praten in
de gang. Zijn stem klonk kalm en rustig
„Ziezoo!", zei hij opgewekc, toen hij de
kamer weer binnenkwam, „eindelijk zijn we
zoo ver!"
Maar hij ging niet naar haar kamer toe
en verschoof zwijgend een paar vazen op den
schoorsteenman tel
En plotseling leunde hij met zijn ellebogen
op het marmer rerborg zijn gezicht in zijn
handen en snikte.
De spanning was hem te veel geweest.
Hélène riep hem een paar maal met haar
zwakke stem
Ten slotte draaide hij zich om, en ging
naar haar toe, als beschaamd over zich zelf
Hélène had zijr. hoofd tusschen haar han
den genomen:
„Germain! Germain! Wat hou je van me!
Ik heb het de laatste dagen zoo goed gevoeld!
En wat hou ik van je! Wat hou ik van je!
Domme verblinde menschen, dat we zijn ge
weest! Wij die zeker wisten, dat we niet van
elkaar hielden! Die er niet aan twyfelden!"
Dien avond was het Germain, die het
heele huls met zyn gezang vulde.tot myn
spyt moet ik zeggen dat hy heelemaal geen
wijs hield.
ONTSLAG AAN DE HEMBRUG.
TELEGRAM AAN DEN MINISTER
VAN DEFENSIE.
Het hoofdbestuur van den Nederl. Federa
tieven Bond van personeel in openbaren
dienst heeft het volgende telegram aan den
minister van defensie gezonden:
„De directie van de artillerie-inrichtingen
heeft een paar honderd werklieden ontslagen
zonder de regelen by het geven van ontslag
in aanmerking te nemen. Verzoeke in ver
band hiermede twee onzer bestuurders een
spoed-onderhouu toe te staan".
WAALSCHE KERK VIERT HAAR
GEMEENTEDAG
Woensdagmiddga 3 uur heeft Ds. F. Ch.
Krafft den gemeentedag van de Waalsche
kerk met een korte toespraak naar aanlei
ding van de teksten Philipp. 4 vers 8 en Co-
loss. 3 vers 24 geopend. Daarby waren de
ouderlingen de heeren K. Brands en G. A.
Marcus tegenwoordig.
Van den diaken, den heer B. F. Enschedé,
kwam bericht m, dat een houten vloer voor
de kerk reeds besteld is.
Daarna verdeelden de vele aanwezigen hun
aandacht over den bazar, waar de dames
Mock van Lennep en Van Toulon van der
Koog reeds druk kleedjes, shawls, kussens en
tasschen verkochten, over de theeschenkery
of de jeugdafdeeling. In de eerste schonken
de dames EnschedéEnschedé en Enschedé-
Vos thee en ranja, welwillend ter beschik
king gesteld door gemeenteleden in kopjes en
glazen, die Restaurant Brinkmann ln bruik
leen afstond. By de jeugd had mevrouw Len-
selfnk ae leiding, met assistentie van ver
schillende „monatrices". De gramofoon speel
de. en de heer Walter, in dienst van de fa
milie Enschedéde Wit, aan wie de gemeen
te ln dezen een trouwen steun had, liet ve
len in. Buiten wapperde de Prinsenvlag.
De vertoonihg van de Vogelfilm 's avonds
werd een groot succes, zooals verwacht
mocht worden.
HET OPEN VAARWATER NAAR
AMSTERDAM.
DAARDOOR ZIJN THANS VOLDOENDE
AANVOEREN MOGELIJK!
De winter bhjft nog maar aanhouden. Het
transport ondervindt van dit gesloten vaar
water natuurlijk veel hinder. Al sinds weken
is er geen stoom- of motorboot naar het
Zuiden (richting Rotterdam) vertrokken of
aangekomen. Zooals men weet was ook de
vaart op Amsterdam al opgegeven. Op aan
dringen van het gemeentebestuur hebben de
stoombootmaatschappij en het Noorder
Spaarne en het Zy kanaal evenwel openge
broken, zoodat via het Noordzeekanaal (dat
steeds open gehouden wordt) Amsterdam be
reikt kan worden.
Die communicatie te water met Amster
dam is voor onze voedsel- en brandstof-
voorziening van zèer veel belang. Het is nu
mogelyk om de artikelen die hier noodig
zyn en die niet voldoende per spoor worden
aangevoerd, uit Amsterdam te halen. Er ko
men eiken dag belangryke zendingen aan.
In het byzonder steenkolen, meel en andere
voedingsartikelen. Ook kunnen de In
dustrieën nu aangevoerd krijgen wat noodig
is om te biy'ven werken.
Het was ongetwyfeld een goede maatregel
van ons gemeentebestuur om dit transport
te water mogelyk te maken. Het zal aan de
gemesDte wel wat geld kosten, maar dat is
ongetwyfeld goed besteed geweest.
Het blykt niet mogelyk om zoolang de Ijs
laag zoo dik is ook de vaart naar Rotterdam
open te breken. Het grootste beletsel is de
bepaling van het bestuur van den Haarlem
mermeerpolder, dat er geen ys gebroken mag
worden in de omgeving van de bruggen. Za
gen of hakken van ys is te kostbaar.
Er bestaat thans geen gevaar meer, dat
Haarlem voor een tekort van een of ander
artikel zal komen te staan, hoewel het niet
uitgesloten moet worden geacht, dat van
een enkel artikel de prijs wat zal oploopen,
omdat het transport thans veel meer kost
dan in den normalen tyd.
Aardappelen behoeven er zoo werd ons
verzekerd den eersten tyd nog niet te
Haarlem aangevoerd te worden. Er is nog
veel in de pakhuizen opgeslagen. Mocht
evenwel de winter nog lang aanhouden
maar het is al byna Maart, zoodat de hoop
gekoesterd mag worden, dat de winter gauw
afscheid zal nemen! dan zal het noodig
zijn om uit de kuilen in den IJpolder of
Haarlemmermeerpolder aardappels naar
Haarlem te brengen, maar dat kan per
vrachtwagen.
De gemeente Haarlem derft in deze ijs-
periode een groot gedeelte van de haven- en
bruggelden, want uitgezonderd de booten die
op Amsterdam varen, ligt alle scheepvaart
stil. De Lange Brug en ook de Melkbrug zyn
in weken niet opengedraaid. Het personeel
dat nu gedeeltelyk op de bruggen gemist
kan worden, wordt gebruikt voor de verster
king van de ploegen die op de ponten dienst
doen.
Tot nu toe zyn beide ponten zoowel ln
het Zuider als het Noorder Buiten Spaarne
biyven varen. Er is natuur lyk wel last on
dervonden van het ys, zoodat de vaargeul el-
ken morgen opengebroken moest wórden,
maar stagnatie van beteekenis is niet voor
gekomen. Als het gaat dooien en er dus
drijfys in het Spaarne kome, zal het pontbe-
drjjf voor nieuwe moeilijkheden komen te
staan. Maar ook die hoopt mén dan te kun
nen overwinnen.
NA DEN BRAND IN LEIDEN'S
STADHUIS.
OM EEN NOODWETJE VERZOCHT.
Dank zy vooral de groot? medewerking
hoopte men gisteren met de volkstelling
te Leiden gereed te komen. De kiezers
lijst zal niet voor de eerste dagen van April
gereed komen. In verband hiermede is tot de
regeering het verzoek gericht om een nood
wetje aanhangig te maken, cm in afwyking
van de desbetreffende wettelijke bepalingen
de kiezersiyst van 323 April ter inzage te
kunnen leggen, en ook hiermede de data van
beroep in overeenstemming te brengen.
Vermoed wordt, dat het benaderend totaal
der bevolking aanstaanden Vrijdag bekend
zal kunnen worden gemaakt, meldt de N.R.C.
Brand in bevolkings
registers.
De minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw heeft aan de gemeentebesturen een
circulaire toegezonden, waarin hy o.m. ver
zoekt:
le. Een organisatie te treffen, waardoor In
geval van brand in het perceel, waarin zich
he bevolkingsregister bevindt, zoo spoedig
mogelijk daarvan kennis wordt gegeven aan
den chef en de overige ambtenaren van het
bevolkingsregister, opdat deze ambtenaren ln
de eerste plaats voor het redden van de re
gisters kunnen zorg dragen.
2e. Te willen voorschryven. dat de dupll-
caat-registers van den burgerlijken stand
over het loopende jaar, dagelijks na afloop
der werkzaamheden naar een ander gebouw
of lokaliteit, b.v. gemeente-archief of gemeen
tehuis, worden overgebracht.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1404
HET SCHOONE OVERHEMD
Vader doet ds la open
om er een schoon
overhemd uit te halen
keurt er eenige van
en besluit tot een ef
fen wit, tot blijkt dat
er een knoop aan
mankeert
legt het weg en
zoekt naar zijn blauw
gestreepte
loopt naar het portaal
om moeder in kennis
te stellen van de
vondst van een over
hemd, dat niet van
hem is
ontvangt de verzeke
ring dat hy dat drie
jaar geleden op een
uitverkoop heeft ge
kocht; informeert
waar 't blauwwitte is
veronderstelt dat Jan
het geleend heeft en
gaat in diens kamer
een onderzoek instel
len
intusschen vindt en vader grijpt ln
moeder het ln de kas:
in gebruikten staat
arren moede het eer
ste het beste maar,
dat later het witte-
minus-een -knoop
blijkt te zijn.
(Nadruk verboden.)
DE NEDERLANDSCHE TENTOON
STELLING TE LONDEN.
WORDT 9 MAART GESLOTEN.
In verband met geruchten over een mogelijke
verlenging van de Nederlanasche Kunstten
toonstelling te Londen kan oc grond van in
lichtingen van meest bevoegde zijde worden
medegedeeld, dat de tentoonstelling onher
roepelijk op 9 Maart gesloten wordt, meldt de
TeL
SPORT EN SPEL
DAMMEN.
JUBILEUMWED STRIJDEN DAMCLUB
HAARLEM.
Hieronder volgt de gedetailleerde uitslag
van de dóór de damclub Haarlem ter gelé-
genheid van haar 25-jarig bestaan georgani
seerde groepenwedstryden voor leden vaii
den Dambond voor het district Haarlem
omstreken.
Groep A.: Prijswinnaar J. P. Exel Sr., dam
club Haarlem.
Groep B.: Prijswinnaar H. de Boer, dam
club LJmulden. Na loting met N. L. Somers,
Haarlemsche Damclub.
Groep C.: Pryswinnaar H. van Lunenburg
Jr., Haarlemsche Damclub.
Groep D.: Prijswinnaar G. Sprenkeling,
Castricumsche Damclub
Groep E.: Prijswinnaar J. P. Exel Jr., dam
club Haarlem. Na loting met W. Palmer,
damclub Haarlem.
Groep F.: Prijswinnaar J. A. Oussoren.
Beverwijksche Damclub.
Groep G: Pryswinnaar G. A. Ottolini Jr.,
Haarlemsche Damclub.
Vóór den aanvang van dezen wedstrijd werd
door de damclub IJmuiden aan de jubilee-
rende vereeniging een bloemstuk aangebo
den.
KAMPIOENSCHAP VAN HAARLEM EN
OMSTREKEN.
Dinsdagavond ving in De Korenbeurs te
Haarlem de derde ronde van den Haarlem-
schen kampioenswedstryd aan. De uitslagen
lulden:
Hoofdklasse: J. P. van Eyk wint van R.
Hartgerink; J. B. Sluiter Jr. wint van J.
Poppen; Chr. F. Visse wint van W. van
Daalen.
De party F. A. BerkemeierH. Greeuw
wei;d afgebroken en wordt later uitgespeeld.
De party J. van LooyJ. W. van Dartelen
werd afgebroken wegens ziekte van Van Looy
Tweede klasse: H. van Lunenburg Jr. wint
van F. W. de Pater, P. Mollema wint van
J. Balk; J. van Berkum remise met J. Wil-
lemse.
De party Joh. Fabel Jr.G. Eising werd
afgebroken; die wordt later uitgespeeld. De
party G. A. Ottolini Jr.W. J. Bosman werd
uitgesteld.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 Cu.
per regel.
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJORISSTR AAT 16
TELEFOON 10756
HOBBY VLOERWRIJVERS F 125.-
ATHLETIEK.
OVER DE SCHORSING VAN NURML
De Amerikaansche bladen geven de vol
gende lezing van Nurmi's diskwalificatie te
New-York. Toen de Fin kort vóór den start
van de tweemyl steeple chase nog niet in
Madison Square Garden was aangekomen,
vertrok een der officials onmiddellyk naar
het hotel van den athleet om te onderzoe
ken, waarom Nurmi niet op tyd aanwezig
kon zyn. Aldaar aangekomen vond hy een
brief van den Fin, waarin deze verklaarde,
wegens ziekte niet te kunnen starten. D?
Amerikaansche Bond heeft daarop Nurmi
geschorst, totdat hy op voldoende wyze heeft
kunnen aantoonen, dat hy inderdaad niet
tot starten in'staat was, aldus lezen we in de
Tel.
BILJARTEN.
BILJARTDEMONSTRATIE PROF. SOLÏëN
TE HEEMSTEDE.
Dinsdagavond gaf Prof. Soliën uit Rot
terdam een demonstratie in hotel Van Ree
te Heemstede.
Allereerst speelde hij een party van 500—
100 cadre, tegen een lid van een Heemsteed-
sche club. Hoewel met een fraaie 23 begon
nen, vlotte het spel van Soliën al heel slecht.
Zijn partner gaf hem de meest onmogelijke
ballen, waardoor zyn bekende spel maar
niet kon ontplooien en hoewel er aardige se
ries komen, wordt in de 22e beurt met een
serie van 72 de helft gepasseerd. De stand is
dan 29769. Na de pauze volgt een vlugge-
speelde 40, waarna slechts 2 en 6 volgen.
Maar dan krygt de professor zyn bekende
spel te pakken. In enkele minuten zyn de
100 gepasseerd; wy denken dan dat hy aan
zijn eindserie is, als hy op 136 een massée
iets te licht neemt en op 137 strandt.
Vooral, in "deze serie bewees prof. Soliën
een bekwaam speler te zyn.
In 29 beurten is de stand 50079.
Hierna volgde een party van 20 caram
boles over drie banden, waarin prof. Soliën
verre de baas bleef en zyn tegenstanders op
3 liet staan.
Als slot liet Soliën de gebruikeiyke kunst-
stooten zien.
O. M. S.—HET SPAARNE.
Dinsdag speelden voor bovengenoemden
massakamp de 3de viertallen. Ging de eerste
party tot het einde gelyk op, by de drie
volgende partyen werd het voor Het Spaar
ne minder gunstig. De uitslag werd 400 voor
O. M. S. tegen 302 voor Het Spaarne. Na drie
wedstrijden is de stand: 1246—987 voor O.M.
S. A.s. Dinsdag voortzetting met de 4e vier
tallen.
FEUILLETON.
EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN
DIENST.
Uit het Engelscb van
DOUGLAS VALENTINE.
52)
Horrelvoet's stem verbrak de stilte.
Het was drie minuten voor twaalven.
Kom! De twee adressen!
Ik zou mU tot het alleruiterste verdedigen.
Herr Doktor! stamelde ik.
Hij smeet het potlood op tafel en sprong
op. Hij greep me bij de revers van zyn jas
en schudde my met yzeren vuist.
De adressen, hond, zei hy.
De klok gonsde. Er werd aan de deur ge
klopt.
Binnen! donderde Horrelvoet en hy
ping weer zitten.
Een officier kwam vlug binnenstappen en
sahieerde.
Het was Francis! Francis, frisch geschoren
mat een keurig snorretje, een monocle in het
oog, in een prachtige grijze militaire over
jas, die hem als aangegoten scheen, de eene
hand wit. gehandschoend, voor het saluut
aan den helm.
Hauptmann von Saltzmann! stelde hy
zichzelf voor terwyi hy zyn hielen tegen el
kaar sloeg en een buiging voor Horrelvoet
maakte die hem aanstaarde en boos zyn
wenkbrauwen fronste by deze stoornis. Fran
cis sprak gemaakt, op dien snydenden toon
die zoo typeerend is voor den pruisischen
officier.
Ik wilde luitenant Schalz gaarne spre
ken.
Hy is hier niet, antwoordde Horrelvoet
norsch. Hy is uitgegaan en ik ben bezig.
ik wensch niet gestoord te worden.
Als Schmalz uit is ,gaf de officier ten
antwoord terwijl hy op de schrijftafel toe
liep, zal ik u tot nujn spyt een oogen-
blik lastig moeten vallen. Ik ben uit Goch
gestuurd om de manschappen hier te in-
specteeren. Maar ik vind niemander Is
geen enkelen soldaat hier te bekennen.
Horrelvoet stond woedend op.
Verdraaid nog toe' riep hy woest.
Het is ongelooflyk dat ik nooit met rust ge
laten kan worden. Wat drommel heb ik met
de wacht hier te maken? Wilt u voor eens
en voor goed begrijpeD dat ik daar niets mee
te maken heb? Er moet hier ergens een ser
geant zyn. een luie smeerlap, ik zal bellen...
Hy heeft zyn zin nooit voltooid. Toen hy
zich omdraaide om te bel/en, sprong Francis
op hem toe, pakte zijn dikken nek in een
yzeren greep en duwde zijn knie in zyn bree-
den rug. De dikke Duitscher viel achterover,
myn broer boven op hem. Hot ging alles zoo
snel dat ik het eerste oogenblik als lamgesla
gen was.
Vlug Des, de deur, hijgde myn broer.
Doe de deur op slot!
De dikke Duitscher, die als een stier brul
de, wrong zich onder myn broers handen.
In zyn val was Horrelvoet's linkerarm on
der hem gebogen, daarmee kon hy niets be
ginnen. Met zyn rechterarm probeerde hy
Francis handen los te wringen, maar myn
broers handen waren om zyn keel geklemd.
Ik sprong naar de deur. De sleutel zat aan
den binnenkant en ik draaide die driemaal
om. Toen ik myn broer wilde helpen, viel
myn oog op de kolf van het pistool dat
Schmalz er den vorigen avond neergeworpen
had.
Ik nam het wapen op en hield het Horrel
voet voor.
Hou op met dat spektakel, beval ik.
Hij gehoorzaamde.
Zoek zyn zakken na. Francis, zei ik.
Hij zal wel ergens een Browning hebben.
Francis haalde al zyn zakken leeg en
legde den inhoud op de schrijftafel. Uit zyn
binnenzak kwam inderdaad een Browning.
Hy keek het wapen na en zag dat alle ka
mers geladen waren.
Zullen we hem maar niet ophangen?
zei Francis tegen my.
Neen, zei ik en Francis keek my aan.
We wisten van elkaar waaraan we dach
ten. wy dachten aan een handdruk, die wy
elkaar gegeven hadden aan den oever van
den Rijn.
Ik wilde iets zeggen, maar Francis belette
het me. Hy trilde over zyn heele lichaam.
Neen Des, zei hy, laat mijdit is
het laatste bedrijf. Toen spx-ak hy en zyn
stem beefde van onderdrukte woede.
Kyk eens goed naar me Grundt, begon
hy ernstig. Je kent nüj niet, wel? Ik ben
Francis Okewood, broer van den man dien
je ten val hebt gebracht. Mij ken je niet.
maar wel enkele van mijn vrienden Jack
Tracy. Herinner je je dien? En Herbert
Arbuthnot? Ah, dien ken je ook. En Philip
Brewster? Die zeker ook hè? Ik hoef je niet
te vragen wat er met den armen Philip ge
beurd is!
De man op den vloer antwoordde niet,
maar ik zag de kleur uit zyn gezicht weg
trekken.
Mijn broer sprak weer.
Drie van ons waren op zoek naar dien
brief, dat weet je Grundt en drie van ons
zyn dood. Maar my heb je nooit gekregen.
Ik was de vierde, de onbekende in je reke
ningen het komt my voor dat ik je re
kensommetje bedorven hebik en myn
broereen amateur in het spel Grundt!
Horrelvoet zweeg nog steeds, de zweetdrup
pels stonden op zyn voorhoofd.
Francis ging met dezelfde, metalen stem
voort:
Ik had nooit kunnen vermoeden dat ik
myn handen bezoedelen zou om de wereld
te bevryden van een man als jij, Grundt,
maar het is zoover en je uurtje is geslagen.
Ik had je kunnen dooden direct toen ik bin
nenkwam, maar terwille van Jack en Her-
bert en de anderen.... zul je weten wie je
vonnis volvoert.
Myn broer richtte het pistool op. Toen
deed de man op den vloer een bovenmen-
scheüjke poging om zich op te richten; hy
kwam op zyn knieön en gooide my pardoes
op den grond. Toen zag ik een vlam vlak
bij myn gezicht terwyl ik op den grond lag,
ik hoorde een knal en een afgrijseiyk ge
rochel.
Iets zakte op den vloer en bleef stil lig
gen.
Francis en ik stonden tegeiykertyd op.
Des. zei myn broer met onzekere stem,
het lykt wel wat op moord.
Neen. Francis, fluisterde ik terug het
was gerechtigheid!
HOOFDSTUK XX.
De vallei van Karei de Groote.
De klok wees kwart over twaalf. In de ka
mer hing de geur van kruitdamp en een klein
wolkje steeg langzaam op naar de streep stof
die in de bleeke herfstzon, die door het raam
viel, zichtbaar was. Ik voelde me dulzeiig.
Ik zag en deed alles als in een droom. Hemel,
wat een kouden luchtstroom opeens! Een
ijzige wind blies my in het gezicht. Ik had
een gevoel alsof alles om mij heen draaide.
Ik zat op de voorbank van een auto Hor
relvoet's auto naast Francis, die chauf
feerde. We vlogen over een breeden verla
ten weg: Francis had tydens dezen pyisnel-
len rit de wegen prachtig in de hand; hy
zat aan het stuur, rustig en koel, maar bui
tengewoon ernstig, nog steeds in zyn offi
ciersuniform en in zyn oogen was een harde
glans. Het was een kwestie van leven of
dood; dat scheen hy even sterk te voelen
als ik.
(Wordt vervolgd.)