FEMINA EEN TROUWE VRIEND. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 28FEBR. 1929 Die zich niet aan koude of warmte stoort en steeds present is als we hem nocdig hebben. Van lof- of klaagliederen op de koude nebben de meesten nu wel genoeg ge weet zeker wel dat de lofliederen vrijwel al leen aangeheven worden door een perma nenten gast in ons land, namelijk den ijsbeer die zich nu eindelijk eens echt lekker voelt in dit afgezakte Pooltje dat tegenwoordig Nederland is maar er zijn gelukkig nog heel wat gelegenheden, waarbij men over koude of warmte niets hoort en die gewoon hun gang gaan. Een daarvan is de radio, die zich niet om de temperatuur bekommert, of het moest 's zomers zijn wanneer er een on weer op komst is; maar wio van u heeft den omroeper al eens over de koude hooren kla gen in de laatste weken, of wie heeft ge merkt dat de koersen minder snel „afge werkt" werden dan anders, doordat de stem van dezen „snelspreker" door de koude was vastgevroren. Meer dan ooit is er daarente gen iets gezelligs in, wanneer wij thuisko men, niet al te vriendelijk gezind tegenover het weer, we schakelen in, en onze vriend des huizes voorziet ons meteen van inte ressante of afleidende ontspanning. Hebt ge welcens bemerkt dat zij die niet voor radio voelen er vaak hetzelfde argu ment op nahouden, namelijk dat „zoo'n ding den heelen dag zou gaan. als zli er eenmaal een hadden!" Dan moet ik onwillekeurig al tijd denken: dat is ook wat, dat heb je toch zelf in de hand. We'ke omroeper deelt stand jes uit aan zijn luistervinken omdat zij niet genoeg van de gelegenheid gebruik maken rm hun kennis te verrijken of hun muzikaal gevoel te ontwikkelen gesteld al dat hij weten kon wie er wel en wie er niet luisteren. Dat laat hem zoo koud als de winter van 1929; wanneer ge maar een getrouwe luister vink zi.it die van de programma's kiest, wat u bevalt, dan is hij over u tevreden. Natuur lijk zou het een benauwende gedachte wor den, wanneer de radio „aan" stond van den vroegen morgen tot den laten avond, dat Wil dus zeggen van tien minuten voor zes 's morgens wanneer er morgengymnasiiek uit Frankfort wordt uitgezonden, tot half twee des nachts als eenige Duitsche stations hun nachtconcerten beëindigen. Tijd om te slapen zou er dan niet meer zijn, radio krankzinnigheid zou er tenslotte als een nieuwe ziekte het gevolg van zijn. Weet u wat de tegenstander der radio doet wanneer ge deze argumenten hebt aangevoerd? Hij begint allerlei menschen op te noemen, die er wel degelijk zoo mal mee zijn, en ge zegt dat ge ze ook wel kent, die de radio meene men naar de slaapkamer om als laatste en eerste klanken te hooren „Hallo, hier enz." Maar hoe lang duurt zoo'n manie? Meestal is dit in den eersten tijd alleen zoo, wanneer het wonderbaarlijke van al die lan den met al die verschillende-talen-spreken- de menschen ons overstelpt en we aan dat grootsche denkbeeld maar niet Kunnen ge woon raken. Maar op den duur wennen wij er toch aan, en dan wordt meteen het ge bruik van het toestel minder totdat wij ons alleen maar bepalen bij de lezingen, concer ten of tooneelstukken. en alle kleinere uit zendingen, die ons belang inboezemen. En pas dan kunnen wij zeggen, dat we een nor maal gebruik ervan maken. Wie een groot gezin heeft, zal allicht niet zooveel voor radio voelen, omdat de drukte dan toch al groot genoeg is, zoodat men des avonds blij is met een rustig uurtje, waarin de afwezigheid van elk geluid een ware ver kwikking kan zijn. Aan den anderen kant echter is een radio voor alleenwonende menschen, of voor hen die 's avonds veel alleen zijn, van een genoeglijke gezelligheid, die een heerlijke afleiding kan 2ijn in de eenzaamheid. De vertrouwde stem van den omroeper is als een vriend in huis, en al wordt er dan niet tegen den eenzame per soonlijk gesproken, en al kan hij geen ant woord geven, de gezellige stem is er en de eenzaamheid slaat er van op den vlucht. Natuurlijk heeft u ook weieens de men schen ontmoet die met een verontwaardigd gezicht zeggen: dit of dat moeten zij nu toch maar verder van de programma's schrap- pene dr.ar heeft toch niemand wat aan, waarmee zij dan willen zeggen, dat zij per soonlijk zich er niet mee kunnen vereenigen. Zij kuqnen zich niet voorstellen dat iets, wat hun smaak niet is, bij anderen wel met in stemming zou worden begroet, en sommigen denken er in allen ernst over, hier het be treffende omroepstation eens over te schrij ven. Totdat zij tot hun verbazing bemerken, dat anderen van zoo'n gewraakt programma juist erg hebben genoten. Een beetje be schaamd maakt dat hun meestal wel geluk kig, want zij gevoelen er uit hoe egocentrisch hun gedachtengang eigenlijk wel is geweest. Met een radio gaat het als met familie en vrienden: men moet elkaar niet overloopen, men moet de noodige vrijheid laten. Doet men dit niet, dan krijgt men er op den duur toch genoeg, of liever gezegd teveel van. En vriend_n, èn radio worden dan een last, die men zooveel mogelijk poogt te ontloopen. MENU. Gehakt. SavoyekooL Aardappelen. Wentelteefjes. Het gehakt wordt op de gewone wijze aan gemaakt, maar vrij vochtig, zoodat het een weeke massa is. De kool wordt voorzichtig uit elkaar genomen, zoodat de bladeren in hun geheel blijven. Deze worden dan gedu rende een klein half uur in kokend water met zout gekookt, waarbij ze ook alweer niet stuk mogen gaan. Als ze wat uitgelekt zijn, worden de grootste bladeren op den rand van een flinken vuurvasten schotel gelegd, zoodat ze iets over elkaar vallen. Nu wordt de schotel verder laag om laag met gehakt en kool gevuld, de bladeren op'den rand wor den er overheen dicht gevouwen, zoodat de kool weer heel lijkt. Hieroverheen wordt bouillon of jus met water gegoten, paneer meel er over gestrooid, en wat gesmolten vet of boter. Dan wordt de schotel gedurende een uur dicht gedekt, in don over gezet om gaar te worden, waarna ze nog een kwartier er in moet staan zonder deksel om een bruin korstje te krijgen. E. E. J.—P. JAPON. Gedrukte zijden stoffen vormen de clou van het aanstaande seizoen, en een hunner, een marineblauw soepel satijn met beige bladmotieven, diende als stof voor bijgaand model. In afwijking van de meeste nieuwe modellen, is hier de taille vrij laag geplaatst, waarvan het effect nog verhoogd wordt door een breeden heupband, die in de linkerzijde gegarneerd is met een strik. Het korte rokje is door een ruim klokmodel zoodanig ver wijd. dat c?n ruime plooival ontstaat. De zoom, is evenals die van den heuband, door een effen strookje van precies dezelfde kleur afgemaakt. Zeer origineel is de groote punt vorm van de effen blauwe stof. die als een soort front, in de borst is gezet ep met een kraagje en strik gegarneerd. AMANDELDEEG. 125 gram zoete amandelen 125 gram poedersuiker 100 gram boter 3 gram vanillepoeder 2 eieren. Breek de eieren en houdt het wit apart Maak de amandelen schoon, hak ze, stamp ze daarna met het wit der eieren, voeg ver volgens de suiker, de eierdooiers en de in middels zacht gemaakte boter bij. Dit deeg kan gebruikt worden ter opvul ling van taarten en kleine gebakjes. VOOR KLEIN BEHU1SDEN. Onze hulzen, vooral In de groote steden, worden steeds kleiner, als gevolg van de hoo- ge bouwkosten. En daarin zal wel geen ver andering meer komen. Wel schrijven ge meentelijke bouwverordeningen tallooze in structies voor, die dienen om ook weer geen al te kleine woonruimte te krijgen, maar de door haar gestelde minimum afmetingen zijn van dien aard, dat we onze bewegings vrijheid binnenshuis wel erg aan banden moeten leggen. Het helpt niets of we over ons celbcstaan mopperen; we doen beter van onze kleine kamers te maken, wat er nog van te maken is. En vooral van de in goede moderne architectuur gebouwde huizen kan nog heel wat gemaakt worden, omdat vaak bij den bouw reeds gestreefd wordt naa> een soort ruimte-efficiency en gelegenhe den voor gezellige hoekjes. Het is dus zaak in de eerste plaats bij de inrichting onzer kamers te zorgen, dat de reeds zoo beperkte ruimte niet verbrokkeld wordt. Een der eerste middelen daartoe, is wel een juiste plaatsing der tafel. Als we die in een woon-eetkamer precies in het midden zetten (omdat toevallig ook de lamp in het midden hangt), zal, als het gezin geze ten is, meestal niemand kunnen opstaan, zonder daarbij anderen te storen. Velen, waaronder vooral gezinnen van niet meer dan vier personen plaatsen haar dan ook reeds onder het raam, ook de lamp wordt uit het midden meegenomen en boven de tafel gehangen. De overblijvende ruimte kan be nut worden om een paar fauteuils bij den haard of kachel te plaatsen zoo mogelijk met een klein laag tafeltje voor rookgerei en om er een theekopje te kunnen neerzetten. Uit Amerika, waar de ruimtenood wellicht nog nijpender is dan bij ons, komen berich ten, waaruit blijkt, dat men op zeer vernuf tige wijze de eettafel tracht op te bergen, zoolang ze niet voor den maaltijd in ge bruik is. Dat doet men zoo. Men heeft twee drlepootige halfronde muurtafeltjes en een groot los tafelblad. De tafeltjes worden op eenigen afstand van elkaar gezet en het blad er op gelegd, zoodra men de tafel voor den maaltijd noodig heeft. Na afloop echter worden de tafeltjes ergens tegen den muur gezet, een vaas met bloemen of een aardige pul er op en 't blad wordtaan den wand gehangen, de achterzijde voor. Het merk waardige is echter, dat de achterkant der tafel een in platte houten lijst gevat schil derij voorstelt, een decoratief borduurwerk of een Japansch relief. Echt Amerikaansch dunkt ons. JAPON. De toonaangevende kleur der straatklee- ding is nog steeds zwart, gegarneerd met wit of rose. Bijgaand model geeft van het genre een uitstekend voorbeeld: een zwart satijn- costuum, bestaande uit een rok en een blouse. De eerste is volledig geplisseerd. De blouse heeft een overslag, waarvan de sluiting wordt geaccentueerd door twee belegstukken en twee knoopen. beide bol en met witte satin overtrokken. De diepe halsuitsnijding wordt gevuld door een ondergevoegd vest met schoudergarneering van wit satin. Charmant is de wijze waarop de mouw beëindigd is. Een ringetje, waardoor een lintje gehaald wordt, dient als sluiting. HOE MEN DE KLEUTERS BEZIG HOUDT. Eenvoudige handwerkjes. Nu gaan we nog de laatste hand aan ons kamertje leggen. Daar het poppenkamertje nog al klein is, zullen wij het meubilair maar niet meer uitbreiden en nu met de ontbre kende kleedjes en kussens beginnen. Een aantal kussens en wat kleedjes brengen het kamertje in een gezellige sfeer. Om te beginnen maken wij een rond kleedje voor het. tafeltje, verschillende kleedjes zijn hiervoor te bedenken, maar voor de kleuters weet ik een heel gemakke lijk maniertje. Het kost heelemaal geen moeite en toch komt een aardig kleedje tot stand. Voor dit gemakkelijke maniertje wordt een rond kartonnetje genomen even groot als het blad van het tafeltje. Over het karton netje spant men een stevige draad door den omtrek op volgorde met kleine driehoekjes in te knippen en over deze driehoekjes wordt dus de draad gespannen. Men bewerkt het kleedje met wol of zijde en vanuit het mid den wordt met een achter- en vóór-steekje het kartonnetje opgevuld. Bij het matjes vlech ten leeren de kleintjes dit steekje al met de vlechtpen; het bewer ken van het kleedje zal de kleuters dus niet veel moeite kos- .en. Zijn wij den bui tenrand genaderd, dan wordt de draad af gehecht en het kleedje wordt van het karton netje afgenomen door de lusjes, die om de driehoekjes zitten er af te halen. Er kan des noods nog een randje om het kleedje ge haakt worden, maar dit laatste is niet nood zakelijk. Nu volgen de kussens, die Iets moeilijker zijn en die de grootere meisjes maar eens op zich moeten nemen. Voor de kussens neemt men gaas, dat met raffia bewerkt wordt. Het patroon, dat voor de stoeltjes gebruikt wordt bestaat uit klei ne vierkantjes, opgevuld met raffia. Het ééne vierkantje wordt in horizontale rich ting, het volgende in verticale richting ge nomen. Er moet wel opgelet worden bij het gebruik van ongeprepareerde raffia, de raf- fiadraad goed te splitsen en met duim en wijsvinger glad te strijken. Is het handwerk je gereed dan wordt het op den verkeerden kant opgestreken. Daarna wordt het kussen tje in orde gebracht. Een poef in het kamertje op den grond zal ook wel aardig staan. Ik geef u hier een heel gemakkelijk patroontje, dat ge over kunt nemen. KINDERVERJAARDAG. De feeststemming der kinderen op een ver jaarpartijtje werkt meestal aanstekelijk op ons, grooteren. Het kleine meisje of de jongen die Jarig is, vóélt zich danig. Als de visite, die zich ter eere van hen mooi gemaakt heeft, bovendien nog een ca deautje meebrengt, stijgt de feestvreugde ten top. Het cadeautje wordt uitgepakt en ontlokt nieuwe uitroepen van bewondering bij de vriendjes en vriendinnetjes die reeds aanwezig zijn. „O, kijk eens, een pop, een tol, een prachtig boek" wordt er geroepen. Als het geschenk genoeg bewonderd is, wordt het bij de andere op een tafeltje ge zet. En de ouderen, die in aangrenzende ka mer ongemerkt het aardige gedoe der kin deren gade slaan, genieten mee en herin neren zich den tijd, dat ze zelf op kinder visite gingen met een stijf gestreken schortje in een papiertje en de boodschap mee van moeder: „Net/es met twee woorden spreken en dank u zeggen als je wat krijgt". Meestal brachten wij die boodschap woor delijk aan de gastvrouw over en begrepen niet waarmede we zoo'n hilariteit verwek ten! EEN ECHTE WINTERPOT. Voor dezen zuurkoolpot neemt men op 1 pond gekookte zuurkool 1 K.G. gekookte aardappelen, 1/4 L. water met 2 maggi bouil lonblokjes (waarvan men bouillon maakt), 1 ui, V/2 platte lepel tarwebloem, 1 platte lepel vet of boter, verder peper, zout en een stukje overgehouden spek (of saucijsjes). Het fijn gehakte uitje laat man gaar smoren in het vet, maar zóó dat het niet bruin wordt. Dan strooit men er de b'oem bij en daarna lang zaam (onder voortdurend roeren) den bouil lon. Het sausje even laten doorkoken tot het gebonden is. Vervolgens legt men in een vuurvast schoteltje, laag om laag: in plakjes gesneden aardappelen en zuurkool. Over de aardappelen strooit men af en toe een snuifje peper en nootmuskaat en bevochtigt elke laag met een paar lepels saus. De bovenste laag moet een flink gesloten laag aardappel plakjes zijn. Daarop schikt men het in plak jes gesneden spek, waarna men den schotel in een vrij heeten oven heet laat worden en de bovenste laag een beetje bruin. HUISVROUW. Het bloemetje en de blaadjes worden op gevuld met aardige kleuren en de overge bleven ruimte wordt met naturel raffia be werkt. Bij het maken van de poef werden onder en bovenkant niet direct op elkaar gestikt; om de poef hoogte te geven wordt een rand tusschen beide vlakken ingebracht De modellen zijn in de Tijdingzaal van ons blad te bezichtigen. W. R. ER BESTAAT EEN UITWEG UIT ELKE MOEILIJKHEID. Aangeslagen nikkelwerk kan met gewoon krantenpapier gewreven en tot mooier glans gebracht worden. De drukinkt doet hier het werk. Als een ei volkomen versch is, zal het op zijn kant in een bak met water blijven lig gen. Is het niet bepaald versch meer, dan zal het met één van de punten naar boven komen en soms rechtop staan. Een oud ei zal drijven. Prik met een speld een heel klein gaatje in een ei, dan zal het niet barsten bij het koken. Spoel de pan of melkkoker altijd geheel met koud water om, voordat de melk erin gekookt wordt. Dat voorkomt het aanbran den. Doe een beetje azijn in de braadpan, na het bakken van uien. Laat de azijn heet worden, dan zal het de uienlucht van de pan wegnemen. Citroenen houdt men geruimen tijd versch in een kom met koud water. Heeft men dat verzuimd, dan kan men de uitgedroogde ci troenen weer smakelijk maken, door ze in een pan met heet (niet koken) water te leg gen en de pan gedurende 2 uren achter op kachel of fornuis te laten staan. Als men de citroenen dan afveegt, zal men bevinden dat ze weer zacht en sappig zijn. Niet eer der gebruiken dan nadat ze koud zijn ge worden. Laat aardappelen die ge wilt gaan bakken, gedurende een kwartier in zeer heet water staan. Doe ze dan in een heeten oven. Dat spaart tijd en brandstof. Wanneer men tomatensoep bereidt zal de melk niet schiften, wanneer men de heete melk in de heete tomaten giet en niet de to maten in de melk. De geur van een kan chocola wordt bui tengewoon verhoogd, wanneer men er een druppeltje kaneelextract en drie of vier druppeltjes vanille bij doet. Om te voorkomen, dat een stukje kaas uitdroogt, bedekt men de aangesneden kan ten met een laagje boter en wikkel de kaas in een schoonen neteldoekschen lap. Heeft U het goed bij het strijken ge schroeid? Wrijf de vlekken dan dadelijk met uitensap. in de meeste gevallen zal de vlek daardoor verdwijnen. Zijde zal er uitzien als nieuw, wanneer men bij het laatste naspoelwater een theelepeltje brandspiritus doet op eiken liter water. EEN PRACTISCH JAPONNETJE. Dit is nu echt iets voor hen, die het nut* tige met het aangename willen vereenigen: een japonnetje om zelf te maken, en dat gebruikt wordt als avond japonnetje voor feestelijke gelegenheden een echt uit- gaans japonnetje, en dat met een kleine ver andering ook te gebruiken is (namelijk door er een lijfje, met sjaalkraag en mouwen on der aan te doen) als een keurige ,.ge- kleede" middagjapon. Aangeraden wordt, dit mode! van crêpe satin of een mooie crêpe de chine te maken, en het lijfje dat er onder gedragen wordt., van crêpe georgette in dezelfde tint. Een goede combinatie is in dit geval van veel be lang, om te voorkomen, dat de „transforma tie" opvalt. Het crêpe "satin wordt geknipt volgens het groote patroon, dat bedoeld is voor een normale maat 44. Er is 3.2-0 M. stof van minstens 110 breed voor noodig. Dc coupe is heel eenvoudig. Het bovenstuk van de japon bestaat uit den rug en ee^, voor pand, dat in een smalle baan tot onderaan, den rok doorloopt. De rok wordt verder ge vormd door twee zijpanden, klokkend, die naar achteren lager vallen. Het ceintuurtje is smal, doch niettemin „gedrapeerd" en ge sloten door een metalen gesp. Het lijfje dat onder de japon gedragen moet worden, om die „gekleed" te maken, is van 1.75 M. crêpe georgette van 1 Meter breed te maken. Ook weer voor maat 44 natuurlijk. Het kleine pa troon geeft de verdeeling van de stof duide lijk aan. De schouders zijn met kleine inge- stikte plooitjes en het midden van den mg ook. De mouwen zijn recht, maar nauwslui tend aan de polsen door kleine manchetjes. De chóle-kraag is één rechte strook, die gedrapeerd om den hals gedragen wordt en van voren is gestrikt. Buitengewoon f-jjn is het ook, wanneer men dit model maakt van zwart velours en zwarte crêpe georgette. Maar dan moet zwart u ook staan. In ieder geval is zwart zeer modieus. MADELEINE. PANVISCH. Neem voor dezen winterschote! op 1 pond gekookte stokvisch 1 K.G. aardappelen (ge kookt), 1 pond gekookte droge rijst, 2 flinke uien, een kleine halve liter overgehouden kooknat van de vlsch met 2 maggi bouillon blokjes, 1 volle eetlepel mosterd, wat peper en zout, en 1 ons boter. Fruit in een diep Ijzeren potje de fijngesnipperde uien met 3/4 van de boter lichtbruin, ontdoe de ge kookte visch van de graten en hak ze fijn (d.w.z. de visch), stamp de aardappelen ook fijn, waarna men beide met de rijst bij de gefruite uien doet. Alles dooreen roeren met het vischwater met de bouillonblokjes, waar na het mengsel goed heet moet worden en afgemaakt met mosterd, peper en zout. Doe alles in een vuurvasten schotel, bestrooi den bovenkant met paneermeel en verdeel daar op de rest van de boter in kleine klontjes. Zet den schotel in een vrij warmen oven en laat er een mooi korstje op komen. IJS-WEL EN -WEE. De vorst kan de huisvrouw veel last ver oorzaken, daar hoeven we niet meer over te praten. Laten we liever zien, hoe we die last kunnen verminderen of er zelfs voordeel van trekken. Zoo zal de verf die U oplost in koud water, afkomstig van gesmolten ijs, veel beter een jurk of ander kleedingstuk verven, dan met gewoon water uit de kraan. Was soms Uw soep te vet? Neem een stuk ijs, doe het in een neteldoeksch lapje en ga er snel mee over de soep. Alle vet zal zich dan aan den doek vastzetten. Dat verhoogt 't hittevermogen. Wnaneer tij dens de vorst uw wasch, die ergens te dro gen hing, bevroren is, is dat een wenk ora voortaan beter op te passen. Want uw waschgoed behoeft niet te bevriezen, als u in het laatste spoelwater een paar handen zout oplost. Bevroren groenten moeten vóór het koken eerst een uur in koud water ge weckt worden. OOK EEN ENSEMBLE, De mode der ensembles houdt zonder on derbreking stand. Dat blijkt onder andere uit bijgaande combinatie van een schoen met een handtaschje beide van slangenleer, meer bepaaldelijk het python, in een mooie, bruïnroode tint. Van de schoen zijn de punt en het hielstuk met de hak van gewoon iets roodachtig donker beige leer. terwijl dezelfde tint moiré als voering van het .taschje dient.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 12