HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DEN RAAD.
TWEEDE KAMER.
STADSNIEUWS
DONDERDAG 28 FEBRUARI 1929
DERDE BLAD
Het Lot der Werkloozen. Voorstel tot een
proef bij de Werkverschaffing in Drenthe aangenomen.
De noodmaatregelen tot steun vanwege de koude.
Het moeilijk en beklagenswaardig lot der
Werkloozen beheerschte deze raadszitting.
Eerst kwam de Rijkswerkverschaffing in
Drenthe, daarna volgden de steunmaatrege
len, door B. en W. genomen om den door de
hevige koude ontstanen noodtoestand te le
nigen. Dit waren de twee punten die lang
durig debat uitlokten. De rest van de agen
dapunten werd tevoren afgehamerd of aan
het slot, omdat het te laat was geworden,
aangehouden.
Met 2216 stemmen nam de Raad de
voordracht van B. en W. aan om 25, daar
voor geschikte, gehuwde wèrkloozen gedu
rende drie lentemaanden bij de Rijkswerk
verschaffing in Drenthe (ontginningswer
ken „Het Witteveen") te plaatsen, en daar-
yoor f 12.000 te voteeren.
Dit is een proef, en een heel dure, op een
basis van f 35 per man per week. Sr wa
ren veel bezwaren, vooral van de zijde der
S. D. A. P., die en bloc tegen het voorstel
was TTgct uitzondering van haar wethou
der, die het indiende en van de R.K. ar
beiders. Economisch beschouwd was dit
voorstel, zooals de wethouder zelf met ver
vaarlijke openhartigheid erkende, een „rl-
sée". Maar zoo wilde hij het dan ook niet
beschouwd hebben. En iéder die er zich ooit
voor geïnteresseerd heeft weet, dat het
vraagstuk der werkloosheid bestaat uit een
aantal, factoren die elkaar met merkwaar
dige zuiverheid neutraliseeren, zoodafc het
verschrikkelijk moeilijk is om er oplossingen
voor te vinden, en men telkens tot dure
maatregelen moet overgaan die maar weini
gen helpen. Schrijver dezes heeft jarenlang
in Engeland de eindelooze moeilijkheden v.an
de werkloosheid meegemaakt die daar nog
eenige malen erger heerscht dan bij ons
en precies dezelfde argumenten en bezwa
ren uit den treure te berde hooren brengen.
Het aantal Haarlemsche werkloozen, dat
met deze proef gebaat zal worden, is wel erg
minimaal, hetgeen niet wegneemt dat de
proef op zichzelf wellicht tot beter zal kun
nen leiden. De heer Joosten zei, dat 110 jaar
geleden precies hetzelfde door een zekeren
generaal Van den Bosch was beproefd, en
mislukt, hetgeen voor hem het voorstel al
veroordeelde. Dit lijkt wat haastig gerede
neerd: er zijn veel dingen die een eeuw ge
leden mislukt zouden zijn en nu, in moderne
organisatie en onder geheel andere levens
voorwaarden, wèl slagen.
Voor het overige schenen sommige leden
onder den indruk te verkeeren dat de Naam-
looze Vennootschappen, die de Drentsche
ontginningen exploïteeren, er een slaatje uit
moesten slaan als de gemeente zóóveel had
te'betalen. De wethouder zette dit recht: de
bewuste vennootschappen zijn slechts een
vorm van administratieve organisatie en ver
dienen er geen cent aan. Ook wees mr. Ger-
ritsz erop dat na de ontginning de zeer
kostbare tweede phase van het in-cultuur-
brengen volgt. Deze en soortgelijke vragen-
en-antwoorden wekten den indr.uk, dat som
mige leden vóór de openbare behandeling
der zaak wel de moeite hadden kunnen ne
men om" zich wat beter op de hoogte te stel
len van de feiten.
Dit betrof ook de toestanden In de ont-
- ginning Witteveen, die sommigen zich sche-
- nen voor te stellen, als een woestenij met
enkele krotten. De wethouder kon ereen vrij-
wat gunstiger beeld van geven. Anderen
weer vreesden kroegen. Er zijn geen kroegen.
Zoo ging het door! De wethouder hield een
buitengewoon lang betoog, dat afwisselend
in welsprekende passages blijk gaf van
het enthousiasme van den secretaris van den
Ned. Werkloosheidsraad voor deze hem na
aan het hart liggende zaak, en dan weer, in
negatieve commentaren, bewees dat hij wist
dat zijn eigen fractie tegenover hem stond.
Tenslotte zei mr. Gerritsz zelfs, dat hij nog
veel meer nadeelen zou kunnen noemen dan
opgesomd waren, maar dat hij hier stond om
de voordracht te verdedigen. Een zeer merk
waardige passus, dien het voorstel evenwel
overleefde.
Elke veertien dagen zullen de 25 arbeiders
voor een „week-end" naar hun gezinnen in
Haarlem gaan, op gemeentekosten. Van hun
loon zullen zij f 18 a f 19 per wees aan hun
gezinnen kunnefi afdragen. Het is natuurlijk
een ernstig bezwaar dat zij gedurende 12 van
de 14 dagen van hun vrouwen en kinderen
gescheiden worden, maar dit is een nood
maatregel In een noodtoestand. Zeelieden,
handelsreizigers, zelfs groote zakenleiders,
die het meerendeel van het jaar op reis zijn,
ondervinden dit nadeel nog wel erger. Het
geopperde bezwaar „dat het zoo ver is" houdt
op zichzelf geen steek. Die enkele uren spo-
rens in dit kleine land! Dat is een bezwaar
voor de Engelsche werkloozen die naar
Australië of Canada gaan, met de kans dat
zij nimmer hun vaderland zullen weerzien.
Maar niet voor een Haarlemmer die naar
Witteveen gaat en per elke veertien dagen er
twee thuis komt! Ietwat breeder opvattingen
van een noodmaatregel in een noodtoestand
schijnen te dezen aanzien gewettigd.
De noodmaatregelen, door de ge
meente genomen, om de slachtoffers
der koude van warm voedsel te
voorzien en een verwarmde toevlucht
te bezorgen, lokten een discussie uit waaruit
bleek dat zoowel B. en W. als de Raad den
ernst van de situatie ten volle beseften. Uit
den Raad werd voornamelijk het woord ge
voerd door de heeren Reinalda, Loosjes en
Van Liemt, terwijl de heeren Peper en Over
steegen de oppositie vormden, en namens B.
en W. sprak wethouder mr. Heerkens Thijs-
sen.
De heer Peper is zonder twijfel een goed
hartig man, en hij kwam op voor een zaak
die ook hem na aan het hart ligt, maar hij
had twee zeer ongelukkige momenten. Ter
wijl hij erkende dat de leden der St. Vincen-
tius Vereeniging' bij de voedselverstrekking
In hun gebouw mooi en belangeloos werk
doen. en dat „zelfs zonder de neerbuigende
vriendelijkheid die de weldadigheid der bour
geoisie pleegt te kenmerken" zooals hij
het uitdrukte vond hij het noodig om
aanmerking te maken op de zaal, omdat men
er van ongedekte tafels moet eten en het
licht er slecht is. De heer Van Liemt wees er
daartegenover zeer terecht op, dat de leden
der vereeniging er onder deze :-.elfde omstan
digheden hun vergaderingen plegen te hou
den, en er onlangs Mgr. Aengenent ontvan
gen hadden. De tweede lapsus des heeren
Peper was erger. Hij vond het noodig om
op te merken dat dit werk een „reclame"
was voor de St. Vincentius Vereeniging. Niet
zoo bedoeld, misschien, maar dan toch een
reclame. In tweede instantie herhaalde de
heer Peper dit nog eens.
Dit vind ik politiek van de akeligste, klein
ste, minderwaardigste soort. De menschen
van de St. Vincentius Vereeniging doen een
nobel werk, waarvoor zij zich persoonlijke op
offeringen getroosten. In de omstandigheden,
die natuurlijk ook voor hen dagelijkselie
moeilijkheden opleveren, is dat des te ver
dienstelijker. Wij benutten gaarne deze gele
genheid om onze bewondering en hartelijke
waardeering te uiten voor het mooie werk
van deze vereeniging en haar leden.
De heer Reinalda hield een pleidooi voor
de vele arbeiders die niet werkloos zijn maar
op lage loonen moeten werken, de moei
lijkheden van dezen strengen whiter in him
gezinnen smartelijk ondervinden, maar niet
van de gemeentelijke voedselverstrekking
gebruik willen maken. Hij pleitte vóór de
centralisatie, d.w.z. invoering van méér cen
trales voor verstrekking van warm voedsel,
om althans de bezwaren van grooten afstand
te ondervangen. Daarbij citeerde hij een ont
roerend geval van twee kinderen, die in een
emmer soep voor het gezin waren gaan ha
len en niet verder konden omdat hun hand
jes verkleumd waren, waarop een chauffeur
ze in Zijn auto had oogenomen en thuis
bracht. Voorts stelde de heer Reinalda voor,
daarin door den heer Van Li'emt en andere
leden gesteund, om B. en W. de vrije hand te
verleenen wat het geven van nood-toeslagen
betreft óók boven de limiet van 3.50
per week. Waartoe besloten werd.
De verschillende categorieën van steim-
trekkenden werden verder in het debat te
pas gebracht. Voor deze en andere détails
verwijs ik naar het verslag. Wel hebben wij
den indruk gekregen dat de ernst van den
toestand ten volle beseft wordt en dat men
ten stadhuize niet in gebreke blijft om te
helpen waar men kan.
Na de benoemingen werd de vergadering
tegen zes uur gesloten,
R. P.
DE AANHOUDENDE KOUDE EN
DE WERKLOOZEN.
VERHOOGING DER TOELAGE AAN
GEHUWDEN.
Nu sinds de publicatie van Dinsdag, waar
bij o.a. werd bekend gemaakt, dat voor de
week van 25 Februari tot en met 2 Maart:
lo. aan de daarvoor in aanmerking ko
mende gehuwde leden van werkloozenkassen
een toelage wordt verstrekt van f 2.50 en
2o. aan de gehuwde uitgetrokken leden
een toeslag van 15 pet. met een minimum
van f 2.50,
de temperatuur weder aanmerkelijk is ge
daald, hebben Burgemeester en Wethouders
van Haarlem besloten voor de loopende week
het bedrag van f 2.50 te verhoogen tot f 3.50.
Uitvrïesregeling weer verlengd.
De minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid heeft bepaald, dat de door hem getrof
fen regeling in zake de uitgetrokkenen van
een aantal werkloozenkassen. die voor twee
maal zes dagen gold, op dezelfde voorwaar
den voor een derde periode van zes dagen
kan gelden, indien de kasbesturen dit wen-
schen.
GEESTELIJKE STROOMINGEN.
De laatste van de serie lezingen gehouden
door de Herv. Haarlemsche predikanten
over hedendaagsche geestelijke stroomingen,
zal Zaterdag 2 Maart in de Nieuwe Kerk ge
houden worden door Ds. Waardenburg over
Astrologie. Te voren zijn behandeld: Theoso-
ptiie. Christian Science, Rozenkruisers, Mo
dernisme, Pantheïsme, Vrijmetselarij en Spi
ritisme.
OVER BE ZENDING.
Dinsdagavond 5 Maart wordt in de kerk
der Broeder-gemeente (Parklaan) een propa-
ganda-avond gehouden voor de Georganiseer
de Guldenscollecte voor de Zending.
Tweemaal per jaar wordt cieze collecte ge
houden, in het voorjaar en in het najaar. Dit
keer tusscben 5 en 26 Maart.
Op den propaganda-avond zal gesproken
worden door dr. K J. Brouwer, zendingsdirec-
tor te Oegstgeest, die juist 11/2 jaar in Inaië
is geweest en daar zeer veel zendingsposten
heeft bezocht»
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij:
Zandbergen: N. Spaarnwouderstraat 3a.
actetasch met inhoud; Hiers, H. v. Alphen-
straat 1. boekje; Koster, Brouwersvaart 14,
pak met boeken; Hillerman, garage N.Z.HT.
Leidschevaartweg, bumper van een auto;
Swiers, Papentorenvest 20, horloge met ket
ting; Droog Arnulfstraat 36, handschoen; v,
Nimwegen, Papaverstraat 7. dameshoed.
Horst Doelsfcraat 28. handwarmer van fiets:
Kennel Haerlem hondje (herder), gebracht
door Burgem. van Bennebroek: hond (zwart
bruin), gebracht door mevrouw Heinesz, Vo
gelenzang; Dultsche herder, gebracht door1
Uitendaal, Brouwersplein; fox, gebracht door
v. d. Eijnde, Regentesselaan 22, hond (ge
stroomd); hond gebracht door: N.V. Koe-
dief slaan 84, Parson, Hofdijkstraat 56, kin-
derportemonnaie; v, Viersen, Papaverstraat
9, rijwielbelastingmerk; Kritzer, K. v. Man-
derstraat 34, sleutel: Bur. van Politie, Smede-
straat, schrijfbehoeften; Bovenkamp, van
't Hoffstraat 26, vulpenhouder, v.d. Werve,
Ostadestraat 2, idemBui", v. Politie, Smede-
straat, weekkaart; v.d. Veldt. Brouwers
vaart 16 E, stukken ijzer; Lunenburg, Sme-
destraat 47, zweep; Eerdes, Kritzingerstraat
18, geldzak.
HAARLEMSCHE KUNSTKRING.
LEZING OVER LOUIS COUPERUS
EN ITALIë.
Mevrouw J. van Anrooy—De Kempenaer,
secretaresse van het Genootschap Louis
Couperus, hield Woensdagavond in Hotel
Den Hout voor den Haarlemschen Kunst
kring een lezing met lichtbeelden over het
onderwerp; „Louis Couperus en Italië".
Spreekster deelde mede, dat Couperus
Italië als zijn tweede vaderland beschouwde.
Hij vond het daar zonniger, dan in zijn
eigen land. Daarom heeft hij er dan ook
eenige jaren gewoond. De wereldoorlog
dwong hem in 1914 echter, naar Holland te
rug te keeren. Daarna is hij niet meer naar
Italië terug gegaan, omdat nij vreesde, dat
er sindsdien in het land, dat nij zoo lief had,
te veel veranderd zou zijn.
Vooral ln twee steden heeft Couperus al
tijd gaarne vertoefd, namelijk in Florence en
Venetië. In deze twee steden heeft Lij dan
ook veel stof voor zijn boeken gevonden.
Vooral de reisimpressies uit Florence vond
spreekster zeer interessant. Zij las er eenige
gedeelten van voor, om aan te toonen welk
een scherp opmerker Couperus altijd was.
Zij lichtte dit toe met eenige lichtbeelden.
Zoo zagen wij o.a. een afbeelding van den
Dom in Florence, waaraan men reeds in de
dertiende eeuw begon te bouwen. Uit de
achtste eeuw zagen we de kerk van den H.
Johannes den Dooper. Van een zeldzamen
bouwstijlgetuigt het stadhuis, dat vlak bij
deze gebouwen staat; het lijkt nioer op een
versterkten burcht. Maar hoe zij er ook uit
zien, Couperus geeft er een levendige en
bloemrijke beschrijving van.
Couperus had vooral een groote liefde
voor kleuren en kleurenpracht. In Florence
vond hij veel op dat gebied, dat hem bevre
diging schonk.
Behalve voor het werk van den schrijver
toonde mevrouw Van Anrooy groote kennis
van Italië te hebben.
Haar belangrijke lezing werd met groote
aandacht gevolgd en met dankbaar applaus
beloond.
EEN MODERNE FABELDICHTER
OVER LA FONTATNE EN EIGEN
WERK.
FRANC NOHAIN BIJ DE ALLIANCE
FRANsAISE.
De Alliance Frangaise had Woensdagavond
in Lion d'Or den heer Franc Nohain te gast.
De heer Franc Nohain, eigenlijk Maurice Le
grand is onder zijn pseudoniem bekend als
fijnvoelend dichter, vooral van fabels, en als
groot romancier. Hij is letterkundig criticus
aan de „Echo de Paris". De voorzitter van
de Alliance, de heer J. H. Sauveur, schetste
hem bovendien in zijn introductie bij de
vele aanwezigen ~ls man van vele titels en
dapper strijder in den grooten oorlog, dichter
sinds zijn twintigste jaar, dus 35 jaar reeds.
Geestig van opvatting alreeds was het be
gin van de causerie, die de heer Nohain ge
wijd heeft aan „De fabel in de Fransclie li
teratuur". Hijrdl'eft'iheii wel het meest kent
als fabeldichter, heeft zijn conférence wil
len kleeden in den vorm van een fabel, die
van een karaf, een glas water en een confé
rencier. Maar in Rotterdam vond hij geen
karaf, noch een glas water en hier ziet hU
geen karaf maar „deux verres d'eau". Zoodat
de fabel dan maar vervallen moet, maar de
conférencier blijft. Het is niet zoo heel erg!
Zoo in fijn geestigen trant verder gaande
vertelde de heer Nohain, hoe de geest van de
fabel eerst parallei liep met dien der poli
tiek, ging hij de fabel vergelijken met de
spreekwoorden, die de wijsheden van een
volk bevatten.
De fabel is bet eenige literaire genre, dat
één dichter geheel aan zich getrokken heeft.
Van dat La Fontaine begint fabels te dichten
brengt hij de fabel tot het allerhoogste, laat
haar in zijn persoon opgaan. Na hem komen
nog wel andere „fabulistes" maar La Fontaine
blijft toch „de" fabeldichter. „Hij brengt, fa-
beis voort als de appelaar appels". Menigen
lach ontlokte de karakterbeschrijving, die
de heer Nohain van La Fontaine gaf.
Niet van origine is La Fontaine fabeldich
ter, twee gebeurtenissen in het jaar 1661 heb
ben het hem doen worden. Hij zocht het pa
tronaat van de grooten des lands en om den
koning te behagen en de gunst van Colbert
te winnen schreef hij zijn gedicht op den
Dauphin bij diens geboorte. Maar al worden
zijn fabels nu door de kinderen uit het hoofd
geleerd, „il n'avait pas le goüt des enfants",
hij hield niet van kinderen. Een verschenen
bundel fabels inspireert hem nochtans tot
een herschepping, die hij Louis XIV voor
diens zoon aanbiedt.
Men heeft zijn meesterschap op rekening
willen stellen van zijn technische dierenken-
nis als man van het platteland, maar spre
ker acht de charme der fabel onafhankelijk
van technische mérites. Er is een groote
mate van humor, van blijheid In La Fontai
ne's fabels, waarin de humoristische teeke
naars hem nietevenaren. Wat wij in zijn
fabels bewonderen is steeds zijn persoon
lijkheid, het rhythme, hij is onnavolgbaar
genoemd.
Toch heeft, hij honderden navolgers ge
had, en omdat de heer Nohain ook er toe
behoort kwam hij nu te spreken over eigen
werk. Spr. heeft ook „le goüt des fables". Met
tal van geestige gezegden kruidde de spre
ker zijn mededeelingen daarover. Vooral de
voordracht van zijn fabel „Le porc épique"
en het relaas van den schrik, die de school
juffrouw om het hart sloeg toen sprekers
zoontje met die fabel voor den dag kwam,
wekten veel vroolijkheid.
Op onontgonnen terrein heeft de heer No
hain zich bewogen als hij fabels dichtte, hij
heeft zich geïnspireerd op de dingen, die La
Fontaine niet kende, de spoorwegen bijvoor
beeld. Zoo kwam hij tot geestige gedichten
als „La locomotive et la vache", waarvan
de voordracht een bijzonder succes had.
Met het citeeren van de meening. die
Maurice Donnay over zijn fabels geveld
heeft besloot de heer Nohain.
Warm applaus en welsprekende woorden
van den heer Sauveur brachten hem dank
voor zijn interessante voordracht.
PRESIDENT INDISCH HOOG
GERECHTSHOF.
BATAVIA, 27 Febr. Benoemd is tot. pre
sident van het Hooggerechtshof voor Ned.-
Indie mr. J. Th. Goossens, thans raadsheer
in dit Hof.
27 F ebruarï.
De behandeling van het Kellogg-pact. De slacht
offer» van de Zuiderzeedrooglegging. De zorg voor
ouden van dagen. Door Staatspensioen of inschake.
ling in de Ouderdomswet.
Het was te verwachten.
De publicatie van het U. D. moest ook in
de Kamer invloed hebben, niet alleen op de
Kamerleden individueel, maar ook op de
Kamer als geheel.
De invloed is tot dusver nog niet schok
kend geweest. De heer Heemskerk stelde ca
tegorische vragen. Thans is ook in het open
baar gebleken, hoezeer door de Utrechtsche
publicatie de vergaderingen van de Kamer
beïnvloed kunnen worden.
De heer van Vuuren stelde voor met het
oog op de omstandigheden, die de Utrecht
sche publicatie heeft- doen ontstaan, de be
handeling van het Kellogg-pact uit te stel
len. Dit voorstel ontving den warmen steun
van de heeren Schokking, Dr. Nolens en den
heer Kersten. Zij betoogden, dat de atmos
feer van het oogenblik niet rustig genoeg is
om het Kellogg-pact te behandelen, er Is te
veel wantrouwen in de Internationale sfeer
van het oogenblik, te veel wantrouwen, waar
bij men in volle onzekerheid verkeert, of dit
wantrouwen gerechtvaardigd is of niet.
De heeren Albarda, Oud, Heemskerk en
Knottenbelt verzetten zich tegen het voor
stel. Zij zeiden óf, dat juist In de omstan
digheden van het oogenblik, elke daad, die
den vrede bevorderen kan, moet worden ge
daan of, dat de Utrechtsche publicatie niets
aanwijst, dat verband zou kunnen brengen
tusschen de Nederlandsche pacifistische ge
voelens en datgene wat er om heen gebeurt
en woelt en werkt.
De laatste meening overheerschte in de
Kamer.
Het voorstel-Van Vuuren werd verworpen
met 4126 stemmen. Voor stemden de R.-K.
fractie met enkele verspreide stemmen, te
gen de a.-r., de s.-d.,de v.-d. en de lib. fracties
benevens de groote meerderheid van de
C.-H. fractie en de heer Arts.
Intusschen zijn wij wel benieuwd of de
discussies over het Kellogg-pact kunnen ge
voerd worden in die Olympische rust, te mid
den van internationaal woelende politieke
wateren, die er daarover is geen verschil
van meening zijn moet. Zal een zooda
nige rust mogelijk zijn? Nu v. de commu
nist al reeds zijn voornemen heeft te kennen
gegeven „uit te pakken" over de misleiding,
waarvan thans gebleken Is.
De motie-L. de Visser over de houding der
regeering tegenover de vreemdelingen, die
hier te lande verblijven, werd verworpen met
4423 stemmen.
Dan verdiepte de Kamer zich weer eens in
den nood van de slachtoffers der Zuiderzee
drooglegging. Slachtoffers, waarover ieder
het eens is, dat zij geholpen moeten worden,
de menschen, die in het vooruitzicht van een
spoedige afsluiting hunne eigendommen van
huis, schip en netten ernstig in waarde zien
verminderen. Die van middel van bestaan
moeten veranderen.
Reeds meermalen is die nood in de Kamer
ter sprake gekomen, onlangs nog bij de be-
grooting van Waterstaat. Uitvoerigheid was
echter gisteren in de Kamer, wegens een
s.cherpe rantsoeneering van den spreektijd
het is werkelijk tijd, dat de Kamer eens aan
de ziektewet toekomt! niet mogelijk. Bo
vendien was die uitvoerigheid ook niet noo
dig, want die nood der Zuiderzeevisschers is
..heel den volcke", heel de Kamer, heel de
regeering wel bekend.
De heeren v. d. Bilt, Duljs. van Zadelhof f,
en natuurlijk de interpellant, .de heer Duy-
maer van Twist, hebben dien nood nog eens
doen gevoelen.
Het ging er bij de interpellatie-Duijmaer
van Twist veel meer om de regeering te dwin
gen tot een wijziging van de Zuiderzee-
steunwet, tot een spoedige wijziging.
Wij herinneren er nog eens aan, dat des
tijds hij de eerste behandeling van de Zui-
derzeesteunwet er reeds heel wat oppositie
was, omdat men toen reeds zag aankomen,
dat de wet reeds van den aanvang af niet
zou kunnen bevredigen. De Kamerleden, die
dit gevoelden, hebben toen tegengestemd.
Maar vele der voorstemmers heeft Minister
van Swaay tot. het voorstemmen kunnen
brengen, door de toezegging, dat hij, wan
neer de noodzaak,daartoe zou blijken, met
een wetswijziging zou komen.
De noodzaak bleek al spoedig.
Maar de daarom noodzakelijke wijziging
bleef uit.
Bij de Waterstaatsbegrooting deed minis
ter v. d. Vegte heel vage toezeggingen.. Van
daar de aandrang uit de Kamer om iet een
spoedige wetswijziging te komen.
Vandaar oe interpellatie.
De minister van Waterstaat heeft enkele
mededeelingen gedaan, die wel wat ln uit
zicht stelden, maar toch geen toezeggingen
brachten. En daarom heeft de Kamer hen,
bij wijze van ruggesteuntje. een motie mee
gegeven.
Minister v. d. Vegte zeide een wetsontwerp
tot wijziging gaarne te willen bevorderen,
maar de minister wilde niets doen, zonder
advies van de generale Zuiderzeecommissie.
Dat advies aldus de minister en de beken
de Zuiderzeeman Dr. Lovink dat advies Is
onderweg, het zal den minister spoedig be
reiken.
Is dat advies ingekomen, dan aldus de
minister onder buitengewone hilariteit
zal dat advies met de gebruikelijke spoed be
handeld worden. Zoo spoedig, dat deze Ka
mer vóór het reces nog, die wijziging zal
kunnen behandelen en afhandelen.
Tusschen haakjes vragen we: heeft de
regeering wel rekening gehouden met de
overladen agenda van de Kamer? Intus
schen dit zou minister v. d. Vegte ten
voordeel strekken de Kamer staat zelve
sterk op spoedige tegemoetkoming, meer te
gemoetkoming dan thans geschonken wordt
aan de gedupeerde visschers.
De minister van Waterstaat meende een
motie niet noodig te hebben om toch te
brengen, wat noodzakelijk moet zijn. Voor
alle zekerheid heeft de Kanier zonder hoof
delijke stemming de motie-Duymaer van
Twist aanvaard, die het volgende uitsprak:
„De Kamer van oordeel, dat de totstandko
ming van een wijziging der Ziektewet, om
vattende o.m. een herziening van de artike
len 7 en 13 der Zuiderzeesteunwet. zoowel als
van de aanvullende bepalingen betr. de te
gemoetkoming in de schade, wegens waar
devermindering van eigendommen der be
langhebbenden, nog in dit zittingsjaar drin
gend noodig is, gaat over tot de orde van
den dag."
Behalve deze motie, werden e.r nog drie
moties-Duijs voorgesteld, die verworpen wer
den met 40—28 stemmen. Verworpen, omdat
naar het oordeel der meerderheid de motie-
Duymaer van Twist alles omvat, ook de In
houd van de moties-Duijs. Deze laatste be
toogde daarentegen, dat het heel goed zou
zijn, wanneer de Kamer ook nog uiting zou
geven aan bepaalde welomschreven wen-
schen. De heer Duljs wenschte den weg te
openen tot het schenken van toeslagen op
loon en bedrljfsinkonisten, tot het afbetalen
over langeren termijn dan 10 je ren van de
verleende credieten en ook wilde hij meer
visschers vertegenwoordigd zien in de com-
missie-vlsstherij. Daartegenover werd weer
opgemerkt, dat de Kamer met bepaalde wen
schen zeer voorzichtig moest zijn, omdat het
wel eens zou kunnen zijn. dat het advies van
de generale commissie verder zou gaan, dan
de Kamer utsprak.
De minister moet nu aan het werk.
Niet alleen om de motie. Maar ook om wat
dreigt. Want er zijn verschillende afgevaar
digden. die hun voornemen hebben te ken
nen gegeven, dat zij wanneer er geen ver
andering komt tegen de Zuldcrzeebegroo-
ting (die spoedig behandeld zal worden)
zullen stemmen. En anderen, o.a. Dr. Lovink,
wiens autoriteit ook de minister moeilijk zal
kunnen ontkennen, gaven als voornemen te
kefanen. dat zij de indiening van ee.n initia
tief-ontwerp ernstig zullen overwegen.
Voor den minister is het zaak, om tón einde
zijn parlementaire reputatie wat te verste
vigen, met voorstellen te komen.
Een motie-rijke middag!
Ook de behandeling van de motie-Sannes
over een noodmaatregel voor de ouden van
dagen, die niet uit de Ouderdomsrente trek
ken. deed nóg twee moties geboren worden,
een motie-Kuiper en een motie-Snceek
Henkemans, die beide op het zelfde van
staatspensioen afkeerige standpunt stonden
en de verzekerings-gedachte wilden hoog
houden, moties door den heer Smeank on
dersteund. Des heeren Snoeck Henkemans'
motie, was eigenlijk een nadere uitwerking
van die van den heer Kuiper.
Deze drie moties luiden aldus:
De motie-Sannes „De Kamer van oor
deel, dat ln afwachting van de resultaten
van het volledig doorwerken der wettelijke
bepalingen betr. de ouderdomsvoorziening,
een noodmaatregel urgent is, krachtens wel
ken een kostelooze rente op den voet- der
Ouderdomswet-1919 wordt toegekend aan ds
65-jarigen en ouderen alsmede aan hen,
die in de eerstkomende jaren dsn 65-jarigen
leeftijd zullen bereiken aan wie ouder
domsrente niet is toegekend of verzekerd,
verzoekt de regeering een daartoe strekken
de wijziging der Ouderdomswet 1919 aan
hangig te maken."
De motie-Kuiper ..De Kamer van oor
deel, dat aan de 65-jarlgcn en ouderen, die
zich niet verzekerd hebben, alsmede aan
hen, die ln de eerstkomende jaren 65 jaar
zullen worden, de ouderdomsrente op den
voet der Ouderdomswet-1919 niet kosteloos
kan worden toegekend, verzoekt de regeering
met een regeling te komen, die hun de gele
genheid opent alsnog tot de Ouderdoms-
regeling toe te treden."
En de motie-Snoeck Henkemans ..De
Kamer van oordeel, dat maatregelen nood
zakelijk zijn ten einde de bedosllng van de
Invaliditeits- en Ouderdomswetten tot haar
recht te doen komen, spreekt als haar gevoo-
len uit, dat althans een drietal wetswijzigin
gen noodzakelijk zijn en wel a. een wijziging
van art. 58 Inv. wet inzake de loonShtssc. b.
een wijziging van art. 33 Inv. v/et, opdat
loontrekkenden ouder dan 35 laar daarin
kunnen worden opgenomen èn c. een wijzi
ging van art. 24 van de Ouderdomswet., door
verlenging van den daarin genoemden ter
mijn van 4 jaar."
Het woord werd gevoerd, door de drie mo
tie-voorstellers en den heer Sraeenk.
De heer Sannes stelde vast, dat blijkens
het groot aantal der ouden van dagen
(38.000) die niet van de Ouderdomsrente ge
nieten, de Ouderdomswet niet goed werki en
achtte daarom een noodmaatregel noodig,
voor een kostelooze rente. De vertegenwoor
digers der drie rechtsche fracties betoogden
uit principe niets van het staatspensioen tc
moeten hebben en dat. wanneer hunne mo
ties werden aanvaard ,dc ouden van dagen,
die niet onder dc Ouderdomswet vallen
oorzaak daarvan is het zich niet aangeven
voor de Ouderdomswet zouden geholpen
zijn en toch de verzekeringsgedachte gehand
haafd zou blijven.
De niet-verzekerrien moeten zich dus gaan
scharen onder de Ouderdomswet met be
taling van de premies, die achterstallig zijn
sedert 1923. De evengenoemde heeren meen
den, dat elk oude van dagen uit het overge
spaarde. door kinderen of verwanten of uit
anderen hoofde het kleine achterstallige
bedrag gemakkelijk zou kunnen bijeen
brengen.
Het laatste woord over deze kwestie is nog
niet gezegd.
Morden hooren we de vertegenwoordigers
der linksche groepen. En de minister.
Gelukkig dat de Kamer voor de motie-
Sannes niet geneigd blijkt tot langdurige
beschouwingen en de voorkeur geeft aan
een korte standpuntsbepaling.
INTIMUS.
DE RING VAN 12.500.
OP DEN ITALIAAN GEVONDEN.
De juwelier in de Kalverstraat te Amster
dam, uit wiens winkel de vorige week een
Italiaan een ring ter waarde van f 12.500
heeft gestolen, is Dinsdagmiddag naar Brus
sel gegaan ter conlrontatie met den Italiaan,
die daar is aangehouden. Uit Brussel is thans
bericht ontvangen, dat de ring terecht is;
hij werd op den aangehoudene gevonden,
meldt de N.R.G.
ROTTERDAM KUNST-CENTRUM.
GROOTE OPERA.PLANNEN.
De N.R.C. schrijft:
„Geruchten doen de ronde, dat men bezig
ls, een Rotterdanische Opera op te richten
met internationaal karakter, die in den
Grooten Schouwburg gevestigd zal worden.
Aan deze opera zal een groot orkest ver
bonden worden, dat behalve opera-orkest
tevens symphonic orkest zal zijn.
Inderdaad worden er stappen gedaan om te
Rotterdam een kunstcentrum te scheppen,
doch de voorbereidingen zijn nog ln een
beginstadium, zoodat definitieve mededeelin
gen niet gedaan en nadere inlichtingen niet
verstrekt kunnen worden".