HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 14 MAART 1929
VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN
GEMEENTERAAD.
De overeenkomst terzake van het Joles.ziekenhuis.
Voordracht van B. en W. aangenomen. Intrek
king der tramconcessie. Aangehouden voorstel B. en
W. wijziging Reglement Burgerlijk Armbestuur.
IMededecIingen.
Mededeelingen en ingekomen stukken.
Ingekomen zijn:
een verzoekschrift van A. J. E. M. Dorij
om eervol ontslag als leeraar aan het Ge
meentelijk Lyceum met ingang van 1 Sep
tember 1923;
een verzoekschrift van L. Mol-Koning om
ontslag als onderwijzeres in de lichamelijke
oefening met Ingang van 1 Mei 1929;
een brief van het raadslid G. Oversteegen,
waarin hij motiveert zijn tot Burgemeester
en Wethouders gerichte vragen omtrent de
toestanden in het Kindertehuis aan den
Schotersingel;
een verzoekschrift van de afdeeling Haar
lem van het Nederlandsch Onderwijzers Ge
nootschap om over te gaan tot stichting
eener gemeentelijke school voor voorberei
dend onderwijs In het Kleverparkkwartier;
een adres van mejuffrouw Vos en 199 an
dere werknemers bij verschillende bedrijven
te Haarlem, waarin zij mededeelen dat zij
door het opheffen van de Ceintuurbaan zeer
gedupeerd zijn en dat zij instemmen met de
entevredenheidsbetuigingen betreffende den
dienst der autobussen en waarin zij voorts
een beroep doen op de bemiddeling van den
Raad tot wederinvoering van bedoelde tram
baan;
een adres van W. J. van Vloodorp en 206
andere bewoners van het Bosch- en Vaart
kwartier en Leidschevaart-kwartier houden
de verzoek om alleen dan tot weder inbe-
drijfstelling der Ceintuurbaan stappen te
doen, indien het behoud van de nieuwe
tramlijn is verzekerd.
Gesteld worden in handen van B. en W.
om prae-advies:
lo. een brief van de N.V. Grossierderij v.h.
fa. S. Relnalda, waarin zij protesteert tegen
de bepaling, dat slechts 10 Liter benzine in
voorraad mag gehouden worden.
2o. een verzoekschrift van het R.-K. Paro
chiaal Kerkbestuur ,van St. Bavo te Haar
lem-Noord om beschikbaarstelling van gel
den voor het oprichten eener school op een
terrein, gelegen in de omgeving van den
Rijksstraatweg.
3o. een beroepschrift van B. W. Lindeboom
tegen het besluit van Burgemeester en Wet
houders, waarbij hem vergunning is gewei
gerd om 2 winkelhuizen te doen bouwen op
het terrein, gelegen aan den Heerenweg hoek
Eindenhoutstraat.
4o. een verzoekschrift van J. van Roon om
vergunning tot het bebouwen van een ge
deelte van den open grond, gelegen achter
het perceel Generaal Cronjéstraat 45.
5o. een verzoekschrift van B. Boerrigter
om in koop te ontvangen een perceel grond,
gelegen aan de Meester Cornelisstraat.
6o. een verzoekschrift van G. Kamimnga
om in koop te ontvangen een perceel bouw
terrein, gelegen nabij de Marnixstraat.
Gesteld wordt in handen van B. en W. ter
afdoening:
een verzoekschrift van J. Th. Risselada om
een onderzoek te doen instellen omtrent
zijn gasverbruik, welke aangelegenheid door
Burgemeester en Wethouders niet naar zijn
genoegen 'is opgelost.
Besloten wordt om de bij raadsbesluit d.d.
16 Juli 1924 No. 22 aan den Staat der Neder
landen tot wederopzeggens verleende ver
gunning tot het leggen van 6 afvoerleidin-
gen in het jaagpad langs den Rijksweg Am
sterdam—Haarlem en het uitloozen in de
Amsterdamsche Vaart, in te trekken met in
gang van 1 Januari 1929.
Besloten wordt om de N.V. Haarlemsche
Draad- en Draadnagelfabriek met ingang
van 1 Januari 1929 te ontslaan uit de huur
van den bij raadsbesluit van 10 Februari
1926 No. 18 sub 3 in huur gegeven grond aan
de Friesche Varkensmarkt, kad. sectie B No.
2940 ged. en dien grond te bestemmen voor
den openbaren dienst.
Naar aanleiding van enkele verzoeken om
restitutie van precariorechten opgelegd
voor het ingebruik nemen van gemeente
grond tot het opslaan van bouwmaterialen
in verband met het feit, dat door de lang
durige vorstperiode dat gebruik abnormaal
lang heeft geduurd, wordt besloten Burge
meester en Wethouders te machtigen in der
gelijke gevallen 50 pet. der verschuldigde
rechten te restitueeren.
Samenwerking Gasthuis
en Stichting Ned. Isr. Joles
ziekenhuis.
PUNT 14.
Voorstel van B. en W. tot verleenen van
machtiging aan Regenten van het St. Eli
sabeths of Groote Gasthuis tot samenwer
king met de Stichting Ned. Isr. Joles Zieken
huis.
De heer Peper betoogt, dat hij niet kan
medegaan met de hier gevraagde medewer
king. Vooreerst, het gaat niet aan dat van
Overheidswege als het ware propaganda ge
maakt wordt voor een kerkelijk ziekenhuis.
Voorts, er is geen reden hier voor de Joden
een eigen ziekenhuis te gaan stichten. De
joden vormen slechts 1 procent der bevol
king. Vier bedden gemiddeld zijn er maar
voor de joden in een ziekenhuis noodig. In
het Jolesziekenhuis zullen dus ruim drie
vierden der bedden moeten ingenomen wor
den door personen, die in die omgeving niet
thuis behooren. Om al die redenen meent
spr. dat de gemeente verkeerd zal doen met
medewerking te verleenen tot de zijns in
ziens volkomen overbodige inrichting.
Er is nu ruimte genoeg, laat dan de ge
meente gaan maken dat voorzien wordt in
den achterstand aan neutrale ziekenhuis
ruimte en Regenten van het Gasthuis daar
toe gaan aansporen.
De heer Van L i e m t juicht den voorge
stelden aankoop van perceelen toe, daar
daardoor weder eenige krotten zullen kunnen
worden opgeruimd. De aan te gane overeen
komst tnet de stichting Ned. Isr. Joleszieken
huis juicht spr. mede toe. Er zal op deze
manier weder voorzien worden in de be
hoefte aan ziekenhuisruimte. Enkele opmer
kingen heeft spr. echter te maken. Onder
meer aangaande de oneischbare boete van
100.000 indien de Stichting gebouw en
grond aan een ander mocht verkoopen. Kun
nen B. en W. mededealen op wat manier die
boete is te verhalen? Verder vraagt spr. of
een bedrag van 4 per verpleegdag voor op
neming van derde klas patiënten van het
gasthuis niet te hoog is.
De heer Oversteegen zou wenschen,
dat er in het Jolesziekenhuis kwam een
aparte afdeeling voor andersdenkenden dan
Joden.
De heer Heerkens Thijssen deelt de
geschiedenis der zaak mede, zooals die reeds
in het raadsstuk is omschreven. Toen aan
Regenten van het Gasthuis de noodige me
dewerking werd gevraagd Ls daar geruimen
tijd over geconfereerd. Eindelijk kwamen
Regenten tot de conclusie, dat de gevraagde
medewerking kon verleend worden. Nu zegt
de heer Peper dat een Joodsch Ziekenhuis
overbodig is. Maar als men zulk een zieken
huis wil gaan bouwen dan heeft de heer
Peoer daar niets mede te maken.
Het is voor de gemeente een gemak, in
dien dat noodig is, dat dan het Gasthuis
voor derde klaspatiënten mede van het Jo
lesziekenhuis kan gebruik maken. Regenten
van het gasthuis oordeelden dat meerdere
zekerheid voor de eventueele boete van
100.000 niet noodig is. Verder is er ge
vraagd of de verpleegprijs van 4 per ver
pleegdag voor 3e klaspatiënten niet te hoog
is. Nader kan spr. mededeelen, dat het be
stuur van de Stichting bereid is de zaak al
dus overeen te komen dat de gemeente
moet betalen „den zuiveren kostenden prijs,
dien van 4 niet te bovengaande".
De heer Loosjes is het eens met het
betoog van den heer Peper. Het is gewensch-
ter dat er komt een uitbreiding van de neu
trale ziekenhuisruimte dan een Joleszieken
huis. Inmiddels zal spr. niet tegen de voor
dracht yan B. en W. stemmen omdat de aan
te gane overeenkomst niet in hei nadeel der
gemeente is.
De heer Peper ontwikkelt andermaal
zijn bezwaren tegen dè voordracht van B.
en W. De noodzaak voor den bouw van een
ziekenhuis met een cachet als het Joleszie
kenhuis zal dragen is er niet. Daarentegen
is wel noodig een uitbreiding van het gast
huis. Om diè reden dient de Raad de voor
dracht van B. en W. niet te aanvaarden.
De heer de Braai is voor £e voordracht
van B. en W. omdat dan ook voor het Jood-
sche deel der bevolking de vrije ziekenhuis
keuze kan worden toegepast.
De heer VanLiemtis door het antwoord
van den wethouder nog niet geheel bevre
digd. Verder betoogt spr. dat het gewenscht
is dat B. en W. verklaren dat ten aanzien
van opneming van anders denkenden in het
Jolesziekenhuis geen dwang zal worden toe
gepast.
De heer Koppen doet den heer Peper
opmerken dat door den aankoop van de per
ceelen, die nu zal geschieden ook ruimte
komt voor uitbreiding van het gasthuis.
De heer Wolzak betoogt, dat er nu een
mooie gelegenheid is gekomen om terrein
aan te koopen, hetgeen mede aan het gast
huis ten goede komt. Het gasthuis zal nu
terrein voor uitbreiding krijgen, hetgeen het
anders niet gehad zou hebben.
Anders hadden Regenten er niet aan ge
dacht nu over te gaan tot aankoop der in
de voordracht vermelde perceelen. De bepa
ling aangaande de eventueel te betalen
hoe te van 100.000 is voldoende oordeelt
spreker.
Naar de meening vau spreker zal de kos
tende prijs voor derde klaspatiënten die door
het Gasthuis zal moeten betaald worden,
niet hoog zijn, hoogstens 1.50 a 2 per
dag. Spr. concludeert dat er voor den Raad
niet het minste bezwaar kan zijn de voor
dracht van B. en W. aan te nemen.
De heer Baas kan alleen voor de voor
dracht stemmen indien uit de overeenkomst
gelicht wordt de bepaling van den verpleeg
prijs voor 3e klaspatiënten door het gast
huis. Die prijs zal nog nader geregeld moeten
worden.
De heer Klein Schiphorst is van
meening dat de boetebepaling' anders moet
geredigeerd worden, zoodat er meer zeker
heid is.
De heer Heerkens Thijssen betoogt,
dat naar zijn meening het bepaalde ter zake
van de betaling der boete voldoende is, maar
daar van verschillende zijden is aangedron
gen op een hypothecair verband, kan spr.
mededeelen dat van de zijde van het Bestuur
der Joles stichting men daarop de zaak niet
wil laten stranden. Er kan dus komen een
hypothecair verband. Verder deelt spr. nog
mede dat niemand er heen zal gebracht wor
den die principieele bezwaren heeft tegen
de opneming in een Joodsch Ziekenhuis.
De heer Koppen zegt, dat de 100-000
waarvan sprake is bij de gemeente, zou kun
nen belegd worden, die daarvoor dan rente
zou moeten betalen.
De heer Wolzak merkt op dat aan re
genten van het gasthuis kan worden over
gelaten een wijziging aan te brengen in de
bepaling van hetgeen het gasthuis moet be
talen voor opneming van patiënten in het
Joles ziekenhuis.
De heer Peper zegt dat er een schreeu
wend gebrek is aan ruimte voor neutrale zie-
kenhu isverpleging.
Punt c van III van het voorstel van B. en
W. (regenten van het Gasthuis te machtigen
met de stichting Ned. Israelietisch Joles Zie
kenhuis een ruiling van grond aan te gaan
enz.) wordt aangenomen met alléén de stem
van den heer Peper tegen.
Bij punt d van IV van het voorstel van B.
en W. (regenten van het gasthuis te mach
tigen met de voornoemde Stichting een over
eenkomst aan te gaan overeenkomstig de be
palingen die B. en W. nader omschreven)
deelt de heer HeerkensThijssen mede,
dat uit die bepalingen voorloopig wordt uit
gelaten art. 4 ter zake van het betalen van
den verpleegprijs per dag voor opneming
van gasthuispatienten teneinde nader over
leg te plegen met bestuurders der stichting
Ned. Israelietisch Ziekenhuis.
Het geheele voorstel van B. en W. wordt
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Opzegging tramconcessie.
PUNT 15.
Voorstel van B. en W. om te besluiten ten
eerste de bij Raadsbesluit van 9 Maart 1898
verleende en krachtens Raadsbesluit van 6
Juli 1898 aan de Eerste Ned. Electrischs
Trammaatschappij overgedragen concessie
voor den aanleg en exploitatie van electri-
sche tramwegen in de gemeente Haarlem in
te trekken en ten tweede geen georuik ts
maken van het krachtens art. 6 van boven
genoemde concèssie voorbehouden recht om
de gebouwen alsmede het vaste en rollende
materieel tegen taxatieprijs over te nemen.
De heer Re in a ld a heeft slechts een en
kele opmerking te maken. Indien de raad het
voorstel van B. en W. aanvaardt, dan wordt
ten eerste formeel ingetrokken de concessie
voor een oude trambaan in de gemeente. De
Raad zal niet anders kunnen doen dan daar
toe te besluiten. De reden daartoe genoemd
in het raadsstukje is echtèr aan eenige be
denking onderhevig. Er wordt betoogd dat
het geen rentegevende exploitatie voor de
Trammaatschappij is. Echter de Raad heeft
alleen de vraag na te gaan of voor de in
gezetenen aan een bepaalde lijn behoefte is-
Indien er behoefte aan is dan mag niet wor
den besloten tot intrekking der concessie.
Van de lijn 4 wordt verder gesproken, maar
spr. geeft als zijn meening te kennen, dat
gebleken is dat deze trammaatschappij niet
in staat is aan de behoefte aan verkeersmid
delen te voorzien.
Ten aanzien van het tweede gedeelte van
het voorstel van B. en W. wordt door het
College niet eenige toelichting gegeven. Spr.
is van oordeel, dat indien ooit is gebleken
hoe verkeerd het is de verkeersmiddelen in
handen van particulieren te laten, het wel
bij dit voorstel is gebleken. Hij doet opmer
ken, dat indien het voorstel van B. en W.
mocht aangenomen worden, er dan iets moet
gedaan worden om te voorzien in de zeer on
voldoende verkeersmiddelen in de gemeente.
Wat kan er dan gebeuren? De gemeente kan
de concessionarissen tegemoet gaan treden,
maar ook kan het noodig zijn dat de gemeen
te zelf in de behoefte aan verkeersmiddelen
gaat voorzien.
De heer Van Llemt: Nu komt de aap
uit de mouw.
De heer Relnalda gaat voort met te
betoogen dat de Katholieken te Amsterdam
en die te Rotterdam heel anders over de
zaak oordeelen dan dat de heer Van Liemt
doet. Spr. betoogt voorts dat indien de ge
meente met de Trammaatschappij gaat on
derhandelen het daarbij moet gaan over een
gemeenteconcessie binnen de grenzen der ge
meente. Het moet gaan over lijnen met nor
maal spoor binnen de grenzen der gemeente,
die aan de behoefte voldoen.
De heer B ij v o e t vraagt aan het college
van B. en W. welke consequenties ze aan de
aanneming van hun voorstel denken te ver
binden. Is het voornemen van B. en W. een
behoorlijke rechterlijke uitspraak uit te lok
ken of wenschen ze hard tegen hard te gaan
optreden. Het laatste bijv. door een deel der
rails uit de Wilhelminastraat te fhten ver
wijderen, zoodat lijn 4 niet zou kunnen rij
den. Met het laatste zou spr. niet kunnen
medegaan daar meer en meer blijkt dat lijn
4 in een bepaalde behoefte gaat voorzien.
Met het nemen van al te strenge maatrege
len kan spr. niet mede gaan.
De heer DeBreukis het geheel eens met
wat B. en W. in de toelichting tot hun voor
stel opmerken. „Dat uit den hier door de
trammaatschappij geschetsten gang van za
ken zou blijken, dat de stopzetting der Cein
tuurbaan niet in strijd is met de feitelijke
zienswijze en de beslissingen van Uwen Raad
meenen we te moeten ontkennen".
Over de opheffing van de ceintuurbaan is
met den Raad nimmer overleg gepleegd. De
ingezetenen hebben veel hinder van die op
heffing. Vele adressen kwamen dienaangaan
de bij den Raad in. Alles duidt er op,
dat aan de ceintuurbaan een groote behoefte
is. Er is nu niet een verbinding van oost naar
west- Bestaan er bij B. en W. plannen, vraagt
spr., om te komen tot een goed tram- en
busverkeer?
De heer Van Liemt zegt, dat nu wel ge
bleken is, dat waar sprake is van barbertje
moet hangen, niet de trammaatschappij,
maar het publiek belang barbertje is. Wat is
te Haarlem in het verleden geschied? Men
heeft te veel gedaan aan liefhebberij in ju
risterij, maar men heeft steeds gezegd: laat
de trammaatschappij maar eens uit den hoek
komen en daardoor is het publiek belang op
geofferd. Bijv. kan spr. mededeelen dat de
directie der trammaatschappij in 1925 aan B.
en W. voorstellen deed, waarop pas in 1927
aan het einde van het. jaar een antwoord
van B. en W. inkwam. Daarmede meent spr.
te hebben gedemonstreerd, dat van den kant
van het gemeentebestuur niet immer een
vlotte gang van zaken betracht is.
Spr- meent dat in de gemeente niet zoo
zeer behoefte bestaat aan de ceintuurbaan
dan wel aan andere lijnen, onder meer aan
lijn 4. Het is noodig, betoogt spr., dat de
gemeente en de tram-maats, niet langer als
twee keffende honden tegenover elkander
staan. De gemeente dient anders tegenover
de Trammaats. te gaan optreden als ze nu
bijv. doet bij het maken van bruggen. Het
staat nog te bezien, aldus spr. aan het einde
van zijn betoog, of de gemeente wel aan het
langste eind zal trekken. Spr. kan niet stem
men voor het voorstel van B. en W. Hij
vreest, dat na aanneming van het voorstel
van B en W. het geharrewar tusschen de
gemeente en de trammaats. nog meer zal toe
nemen. Op die manier zal er te Haarlem
nimmer een gezonde toestand komen. Ten
slotte zegt spr. dat het gemeentebelang nim
mer bij een gemeente-exploitatie is ge
moeid.
De heer G e r r i t s z kan zich niet aan den
indruk onttrekken, dat meer dan een spreker
in den Raad gaat riapleiten en gaat terug
komen op voorstellen die de Raad in meer
derheid heeft afgewezen. De raad wilde bijv.
eenmaal geen gemeente-exploitatie van de
autobuslijnen en bepaalde later dat er con
currentie zijn zou. De trammaatschappij
heeft daarna niet ingeschreven voor de auto
buslijnen.
De heer VanLiemt: de Trammaats. had
daarvoor te veel eergevoel.
De heer G e r r i t s z: Dat is niet juist. De
heer Burgersdijk heeft medegedeeld dat ze
alleen niet heeft ingeschreven omdat de
tram de lijnen die de raad vaststelde, niet
wenschte.
Het is een sprookje, gaat spr. voort, wat de
heer Van Liemt beweerde dat de gemeente
en de trammaats. als twee keffende honden
tegenover elkander staan. De tramcomm.
kan dat bevestigen. Er is niet eenige animo
siteit en de onderhandelingen worden zake
lijk gevoerd. Maar wat is gebeurd? De ge
meente was met de tramdirectie aan het on
derhandelen. Tijdens de onderhandelingen
komt plotseling de mededeeling uit de lucht
vallen van de tramdirectie: we gaan de cein
tuurbaan opheffen.
Op de waardigheid van het gemeentebe
stuur moet ook gelet worden. Later deelde
de heer Burgersdijk mede, dat Commissaris
sen opheffing van de ceintuurbaan noodig
oordeelden. Spr. deelt verder mede dat de
rechtsgeleerde raadsman der gemeente in
trekking der concessie noodig oordeelde om
dat er dan een zuivere verhouding komen
zal. Er is gevraagd welke consequenties B. en
W. aan hun voorstel denken te verbinden.
Spr. oordeelde het geen goed beleid te zijn
nu op dit'moment plannen mede te deelen.
Echter de trammaats. weet wat we kunnen
gaan doen, voegt spr. daaraan toe, en welke
middelen der gemeente ten dienste staan.
Het recht der gemeente moet door het colle
ge van B. en W. worden gehandhaafd.
Spr. kan nog mededeelen, dat op verzoek
van den Raad van Toezicht verleden week
nog een conferentie heeft plaats gehad waar
bij vertegenwoordigers van de Tramdircctle
en van het gemeentebestuur aanwezig waren.
Als een bewijs van de goede verstandhouding
moge gelden dat beide vertegenwoordigers
daarna samen naar huis gingen.
Er is gevraagd welke de plannen van B.
en W. zijn. Het is niet mogelijk nu in be
paalde bijzonderheden te treden. De Tram-
Mij. plaatst zich op het standpunt dat
ze met de gemeente Haarlem niets te maken
hebben wil en dat ze nimmer meer een ge
meente-concessie hebben wil.
Naar de meening van spreker gaf de heer
Van Liemt van den gang van zaken een zeer
eenzijdige voorstelling Volgens hem treedt
de heer Van Liemt op als protector der tram-
maatschappij. Het is er zoo mede, dat 't de ge
meente maar niet dadelijk aan alle verlan
gens der trammaatschappij kan tegemoet
komen, maar dat het gemeentebestuur met
het gemeentebelang moet rekening houden.
Door te spreken zooals de heer Van Liemt
deed. versterkt hij de positie van de tram
maatschappij en niet die van het gemeente
bestuur. Als de raad het voorstel van B. en
W. aanneemt besluit spr., dan zullen we
voortgaan met het voeren van onderhande
lingen om dan te trachten te komen tot een
positie waarmede het gemeentebelang het
meeste is gediend.
Het kan gebeuren, dat geen afdoende voor
ziening in de verkeersmiddelen is te ver
krijgen, zonder dat de gemeente zich gel
delijke offers gaat getroosten.
De heer Castricum betoogt, dat het
thans met de onderhandelingen met de
trammaatschappij anders gaat dan eenige
jaren geleden. Verder laat spr. er nadruk
op vallen, dat gezorgd dient te worden dat de
verkeersmiddelen die er nu zijn niet weg
gaan.
De heer Van Liemt zegt, dat de opmer
kingen die hij maakte over ae onderhande
lingen met de trammaatschappij niet golden
de onderhandelingen zooals die in den laat-
sten tijd zijn gevoerd. Maar gezien het feit
dat in 1925 de tramdirectie voorstellen aan
B. en W. deed, dat ze in November 1926 daar
aan moest herinneren en dat pas in Januari
1927 een antwoord van B. en W. volgde, meent
spr. dat dit geen vlotte gang van zaken
is geweest.
Niet met de Trammaatschappij maar met
de Brockway Busmaatschappij gingen B. en
W. onderhandelen. De trammaatschappij
heeft niet gedongen naar de concessie voor
de autobuslijnen omdat ze meende dat die
lijnen niet rendabele waren. Als de onderhan
delingen met de trammaatschappij niet vlot
ten dan heeft de gemeente daaraan mede
schuld. Dat houdt spr. vol. Bij de uitvoering
van de asfalteeringswerken cp het Kenne-
merplein zeide de tramdirectie: houdt op
met het asfalteeren, want Indien er eenmaal
asfalt is, dan gaar, we er geer. normaal spoor
leggen. Maar al de vertoogen van de tram
directie baatten niet
Toen er sprake was van de vernieuwing
van bruggen had het gemeentebestuur met
de tramdirectie eens moeten gaan praten
En zoo is er meer dat spr. aanleiding geeft
tot de conclusie dat de onderhandelingen
met de trammaatschappij niet zijn gevoerd
in den loop der jaren zooals die hadden moeten
geschieden.
De heer R e i n a 1 d a betoogt tegenover den
heer van Liemt dat de onderhandelingen met
de trammaatschappij nu niet anders gevoerd
zijn dan ze vroeger werden gevoerd. In 1919
was er in overleg met de tramdirectie een
plan opgemaakt voor radicaallynen. Tien
jaar gingen sinds dien voorbij en nog zijn
door de tramdirectie de plannen niet In daden
omgezet. Sinds 1963 kwam de tramdirectla
met een stapel wijzigingsplannen.
Met den heer Burgersdijk is het prettig
onderhandelen, maar met hem komt men
nimmer tot het doen van zaken. Tijdens d«»
onderhandelingen over een bepaald plan
komt de tramdirectie telkens met andere
plannen. De tramdirectie maakt plannen
maar ze wenscht dat de financieele gevolgen
van die plannen alleen voor de gemeente
komen. Het herstellen van de Jansbrug is
geen aanleiding geweest tot het opheffen
van der- Ceintuurbaan, beweert spr. Dat is
niets dan een legende. Het aannemen van
het eerste gedeelte van het voorstel van B
en W. is in het belang der gemeente te ach
ten.
Wat aangaat het tweede gedeelte van het
voorstel van B. en W., doet spr. opmerken,
dat principieel daarin ligt opgesloten; dan
nemen we de tram over. B .en W. dienen
aan de zaken der verkeersmiddelen alle aan
dacht te gaan schenken. Indien om te komen
tot goede verkeersmiddelen de gemeente aan
de concessionarissen een geldelijke tegemoet
koming zal moeten geven, is het dan niet
rationeeler dat de gemeente zelf de ver
keersmiddelen zal gaan expioiteeren?
De heer Visser zet uiteen dat hij ge
neigd is tegen het voorstel van B. en W. te
stemmen.
De heer B ij vo e t ls niet bevredigd door
het antwoord van wethouder Gerritsz. Op
de door hem gestelde vraag heeft hij geen
antwoord gehad.
De heer Keesen maakt een enkele op
merking terzake van het wijziging aanbren
gen in de routes van de autobuslijnen.
De heer Wolzak kan, indien niet de
zekerheid er is dat lijn 4 gehandhaafd wordt,
niet zijn stem aan de voordracht van B. en
W, geven. Spr. wenscht de raad zich te laten
uitspreken. Hij dient daarom de volgende
motie in: De raad noodigt B. en W. uit te
bevorderen, dat de ceintuurbaan weder her
steld wordt en dat lijn 4 gehandhaafd wordt.
De heer Gerritsz merkt op, dat indien
de voordracht van B. en W. niet wordt aan
genomen. de bestaande chacs gehandhaafd
wordt. Ten aanzien van de nader met de
tramdirectie te voeren onderhandelingen
moet naar de meening van spr. B. en W.
de noodige vrijheid gelaten worden. Indien
bepaalde handelingen moeten gedaan 'worden
dan zal de Raad daarin gekend worden. Ten
aanzien van de motie van den heer Wolzak
geeft spr. te kennen, dat het ongewenscht
is haar aan te nemen.
De heer Wolzak trekt zijn motie in.
In stemming komt het eerste gedeelte van
het voorstel van B. en W. (intrekking der
concessie). Het wordt aangenomen met 33
tegen 2 stemmen die der leden Castricum en
van Liemt. Het tweede gedeelte van het voor
stel van B. en .W. (geen gebruik te maken
van het recht tot overneming van materiaal)
wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
De voorstellen van B. en W. ter zake van
het verzoekschrift van den Haarlemschen
Besturenbond tot wijziging der samenstel
ling der gemeentelijke commissie voor de
werkloosheidsbestrijding, ter zake van het
voorstel van den heer Joosten in zake het
verleenen eener tegemoetkoming bij ontrui
ming van onbewoonbaarverklaarde wonin
gen en dat tot wijziging van het reglement
van het Burgerlijk Armbestuur worden aan
gehouden.
Voorstel van B. en W. terzake van wijzi
ging der keuringsverordening voor de ge
meente Haarlem.
De heer Bart els is niet voldar-n over de
voorgestelde wijzigingen. Hij is van mee
ning dat daardoor nog niet voldoende zeker
heid voor de zuiverheid der melk is verkre
gen. Spr. zou de voordracht nog veertien
dagen willen aanhouden.
De Voorzitter is van meening. dat de
Raad nu moet aannemen de wijzigingen die
vanwege het departement van Arbeid zijn
voorgesteld. Indien nog meer wijzigingen
noodig mochten zijn dan kunnen die ter
kennis van de Regeering gebracht worden.
De heer B a r t e 1 s repliceert, dat de voor
gestelde wijzigingen op de studeerkamer zijn
ontworpen, maar dat ze niet aan de practijk
z(jn getoetst. Het is noodig dat de meening
van de mannen van de practijk wordt inge
wonnen.
De heer Adrian Is van meening dat de
Raad goed doen zal met de vorordening te
wijzigen zooals de regeering dat aangaf.
De heer B a r t e 1 s dient een voorstel in
om te besluiten het voorstel van B. en W.
aan te houden. Dat wordt aangenomen met
24 tegen 9 stemmen.
Besloten wordt de benoemingen aan te
houden.
Bij de
Rondvraag
beantwoordt de heer Gerritsz eenige ge
dane vragen.
Spr. zegt daarbij, dat door den heer Peper
vragen gedaan zijn onder meer aangaande
de arbeidsvoorwaarden, van het personeel,
werkzaam bij de Brockway-maatachappij.
Hij voegt daaraan toe dat de arbeidsvoor
waarden waren goedgekeurd tot 1 Maart.
Er worden nu onderhandelingen gevoerd over
nieuwe arbeidsvoorwaarden. Het is dus be
ter dat, alvorens de vragen die de heer Pe
per deed worden besproken, de loop der on
derhandelingen wordt afgewacht.
Verder deelt spr. mede dat de heer Kee
sen vragen had gedaan terzake van de mo
tiveering der goedkeuring van de wijziging
der routes der autobuslijnen. In antwoord
daarop geeft spr. te kennen dat de moti
veering medegedeeld ls in de raadsvergade
ring, waarin B. en W. machtiging ls verleend
tot het aanbrengen van wijziging in de rou
tes. De 'Raad zal later ln dc gelegenheid
worden gesteld dc wijziging der routes defi
nitief vast te stellen.
De heer Koppen had vragen gesteld, die
hierop neerkomen of de wijzigingen die
aangebracht zijn in de routes der autobus-
lijnen inzonderheid die in de route van lijn
1 voldoen aan de bedoeling waarmede dc
concessie Is gegeven. Een vraag die spr. be
vestigend kan beantwoorden.
De heer Peper zegt. dat hij ook vragen
had gesteld ter zake van de soliditeit der
wagens, die door de Brockwaybusmaatschap-
PU gebruikt worden. Wegens het vergevor
derd uur wenscht spr. dc bespreking der
vragen aan te houden tot de volgende ver
gadering.
Naar aanleiding van een gedaan verzoek
geschiedt nog voorlezing van vragen die
verschillende leden van den raad hadden
gesteld, die zullen beantwoord worden in de
volgende zitting, waarna de vergadering
wordt gesloten.
INGEZONDEN.
Voor den inhovj dczci rubriek stelt dc Redactie
aicH niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaa»»» of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug
gegeven.
CENTRAAL ISRAeLIETISCH WEES- EN
DOORGANGSHUIS
„MAGSEft LAJESOUMIEM".
Het is nu zoo ongeveer driekwart Jaar ge
leden dat de regenten van het Centraal Isr.
Wees- en Doorgangshuis te Leiden het waag
den om aan het besluit tot den bouw van
een nieuw gesticht een begin van uitvoering
te geven.
Wie den desolaten toestand kent, waarin
het tegenwoordige gesticht verkeert, zal be
grijpen dat zij tot deze beslissing moesten
komen.
Door de bewonderenswaardige offervaar
digheid van velen in den lande, maar toch
in hoofdzaak door den steun van enkele kin
dervrienden, is het de Bouwcommissie moge
lijk geworden, telkens wanneer haar de
kwitantie werd aangeboden, het bedrag dat
de aannemers en andere leveranciers van
haar kwamen vragen, te betalen.
Doch nu staat zij voor het vraagstuk der
inrichting, heeft zij de zorgen voor dc huis
houding.
De groote brand in Leiden heeft laten zien,
hoe verschrikkelijk gevaarlijk het bewonen
van oude huizcr. is. Het Leidsche gesticht
stamt uit de 17e eeuw. Van buiten, met zijn
mooi oud-Hollandsch geveltje, ls het een aar
dig gebouw. Doch van binn°n is het onge
schikt om als opvoedingsgesticht en tot huls
vestiging van een groot aantal kinderen te
dienen. Het is werkelijk onverantwoordelijk
om de kinderen er een dag langer in te laten
dan strikt noodig is,
Doch de kleinen kunnen het nieuwe ge
sticht niet betrekken, wanneer de tafels en
stoelen, de bedden met toebehooren, dc hon
derd en een dingen voor de huishouding, niet
gekocht zijn. En de Bouwcommissie moet wel
een oproeping doen aan u allen om mee te
helpen.
Van den inventaris van het tegenwoordig"
gesticht is zoo goed als niets te gebruiken,
alles ls „uitgewoond". Wanneer we opnieuw
beginnen, dan moet het zoo zijn, dat we niet
direct weer staan voor de akelige zorgen van
repareeren, opkalefateren, en oplappen.
Omdat u dit met de Bouwcommissie zult
begrijpen, omdat uw gezond versland en uw
goed hart u aan haar zijde plaatst, helpt
daarom ook spoedig de Bouwcommissie aan
het geld dat nog ontbreekt om de huishoude
lijke artikelen te koopen en de hulshouding
te voeren.
Geeft leder, geeft gul, daarbij volgend het
zoo mooie llefdadlgheidssys*eem van „ieder
naar vermogen".
Een postwi3seltje aan den penningmeester
een storting op het girono. 60583, en er is
weer een stapje verder te doen naar het
goede doel.
De kinderen die uw hulp behoeven, danken
u voor uw hulp. En wij met hen.
De Bouwcommissie:
Mevr. HEILBUTKALKER.
Amsterdam.
ANDRé HERTZBERGER,
Amsterdam.
IS. LEMAN, Leider..
L. LEVISSON, Den Haag.
E. VISXOPER Szn.
Spuistraat 21, den Haag,
Girono. 60583.
N. ITALIË, secretaris, Leiden.