HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 14 MAART 1929 VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN GEMEENTERAAD. De overeenkomst terzake van het Joles.ziekenhuis. Voordracht van B. en W. aangenomen. Intrek king der tramconcessie. Aangehouden voorstel B. en W. wijziging Reglement Burgerlijk Armbestuur. IMededecIingen. Mededeelingen en ingekomen stukken. Ingekomen zijn: een verzoekschrift van A. J. E. M. Dorij om eervol ontslag als leeraar aan het Ge meentelijk Lyceum met ingang van 1 Sep tember 1923; een verzoekschrift van L. Mol-Koning om ontslag als onderwijzeres in de lichamelijke oefening met Ingang van 1 Mei 1929; een brief van het raadslid G. Oversteegen, waarin hij motiveert zijn tot Burgemeester en Wethouders gerichte vragen omtrent de toestanden in het Kindertehuis aan den Schotersingel; een verzoekschrift van de afdeeling Haar lem van het Nederlandsch Onderwijzers Ge nootschap om over te gaan tot stichting eener gemeentelijke school voor voorberei dend onderwijs In het Kleverparkkwartier; een adres van mejuffrouw Vos en 199 an dere werknemers bij verschillende bedrijven te Haarlem, waarin zij mededeelen dat zij door het opheffen van de Ceintuurbaan zeer gedupeerd zijn en dat zij instemmen met de entevredenheidsbetuigingen betreffende den dienst der autobussen en waarin zij voorts een beroep doen op de bemiddeling van den Raad tot wederinvoering van bedoelde tram baan; een adres van W. J. van Vloodorp en 206 andere bewoners van het Bosch- en Vaart kwartier en Leidschevaart-kwartier houden de verzoek om alleen dan tot weder inbe- drijfstelling der Ceintuurbaan stappen te doen, indien het behoud van de nieuwe tramlijn is verzekerd. Gesteld worden in handen van B. en W. om prae-advies: lo. een brief van de N.V. Grossierderij v.h. fa. S. Relnalda, waarin zij protesteert tegen de bepaling, dat slechts 10 Liter benzine in voorraad mag gehouden worden. 2o. een verzoekschrift van het R.-K. Paro chiaal Kerkbestuur ,van St. Bavo te Haar lem-Noord om beschikbaarstelling van gel den voor het oprichten eener school op een terrein, gelegen in de omgeving van den Rijksstraatweg. 3o. een beroepschrift van B. W. Lindeboom tegen het besluit van Burgemeester en Wet houders, waarbij hem vergunning is gewei gerd om 2 winkelhuizen te doen bouwen op het terrein, gelegen aan den Heerenweg hoek Eindenhoutstraat. 4o. een verzoekschrift van J. van Roon om vergunning tot het bebouwen van een ge deelte van den open grond, gelegen achter het perceel Generaal Cronjéstraat 45. 5o. een verzoekschrift van B. Boerrigter om in koop te ontvangen een perceel grond, gelegen aan de Meester Cornelisstraat. 6o. een verzoekschrift van G. Kamimnga om in koop te ontvangen een perceel bouw terrein, gelegen nabij de Marnixstraat. Gesteld wordt in handen van B. en W. ter afdoening: een verzoekschrift van J. Th. Risselada om een onderzoek te doen instellen omtrent zijn gasverbruik, welke aangelegenheid door Burgemeester en Wethouders niet naar zijn genoegen 'is opgelost. Besloten wordt om de bij raadsbesluit d.d. 16 Juli 1924 No. 22 aan den Staat der Neder landen tot wederopzeggens verleende ver gunning tot het leggen van 6 afvoerleidin- gen in het jaagpad langs den Rijksweg Am sterdam—Haarlem en het uitloozen in de Amsterdamsche Vaart, in te trekken met in gang van 1 Januari 1929. Besloten wordt om de N.V. Haarlemsche Draad- en Draadnagelfabriek met ingang van 1 Januari 1929 te ontslaan uit de huur van den bij raadsbesluit van 10 Februari 1926 No. 18 sub 3 in huur gegeven grond aan de Friesche Varkensmarkt, kad. sectie B No. 2940 ged. en dien grond te bestemmen voor den openbaren dienst. Naar aanleiding van enkele verzoeken om restitutie van precariorechten opgelegd voor het ingebruik nemen van gemeente grond tot het opslaan van bouwmaterialen in verband met het feit, dat door de lang durige vorstperiode dat gebruik abnormaal lang heeft geduurd, wordt besloten Burge meester en Wethouders te machtigen in der gelijke gevallen 50 pet. der verschuldigde rechten te restitueeren. Samenwerking Gasthuis en Stichting Ned. Isr. Joles ziekenhuis. PUNT 14. Voorstel van B. en W. tot verleenen van machtiging aan Regenten van het St. Eli sabeths of Groote Gasthuis tot samenwer king met de Stichting Ned. Isr. Joles Zieken huis. De heer Peper betoogt, dat hij niet kan medegaan met de hier gevraagde medewer king. Vooreerst, het gaat niet aan dat van Overheidswege als het ware propaganda ge maakt wordt voor een kerkelijk ziekenhuis. Voorts, er is geen reden hier voor de Joden een eigen ziekenhuis te gaan stichten. De joden vormen slechts 1 procent der bevol king. Vier bedden gemiddeld zijn er maar voor de joden in een ziekenhuis noodig. In het Jolesziekenhuis zullen dus ruim drie vierden der bedden moeten ingenomen wor den door personen, die in die omgeving niet thuis behooren. Om al die redenen meent spr. dat de gemeente verkeerd zal doen met medewerking te verleenen tot de zijns in ziens volkomen overbodige inrichting. Er is nu ruimte genoeg, laat dan de ge meente gaan maken dat voorzien wordt in den achterstand aan neutrale ziekenhuis ruimte en Regenten van het Gasthuis daar toe gaan aansporen. De heer Van L i e m t juicht den voorge stelden aankoop van perceelen toe, daar daardoor weder eenige krotten zullen kunnen worden opgeruimd. De aan te gane overeen komst tnet de stichting Ned. Isr. Joleszieken huis juicht spr. mede toe. Er zal op deze manier weder voorzien worden in de be hoefte aan ziekenhuisruimte. Enkele opmer kingen heeft spr. echter te maken. Onder meer aangaande de oneischbare boete van 100.000 indien de Stichting gebouw en grond aan een ander mocht verkoopen. Kun nen B. en W. mededealen op wat manier die boete is te verhalen? Verder vraagt spr. of een bedrag van 4 per verpleegdag voor op neming van derde klas patiënten van het gasthuis niet te hoog is. De heer Oversteegen zou wenschen, dat er in het Jolesziekenhuis kwam een aparte afdeeling voor andersdenkenden dan Joden. De heer Heerkens Thijssen deelt de geschiedenis der zaak mede, zooals die reeds in het raadsstuk is omschreven. Toen aan Regenten van het Gasthuis de noodige me dewerking werd gevraagd Ls daar geruimen tijd over geconfereerd. Eindelijk kwamen Regenten tot de conclusie, dat de gevraagde medewerking kon verleend worden. Nu zegt de heer Peper dat een Joodsch Ziekenhuis overbodig is. Maar als men zulk een zieken huis wil gaan bouwen dan heeft de heer Peoer daar niets mede te maken. Het is voor de gemeente een gemak, in dien dat noodig is, dat dan het Gasthuis voor derde klaspatiënten mede van het Jo lesziekenhuis kan gebruik maken. Regenten van het gasthuis oordeelden dat meerdere zekerheid voor de eventueele boete van 100.000 niet noodig is. Verder is er ge vraagd of de verpleegprijs van 4 per ver pleegdag voor 3e klaspatiënten niet te hoog is. Nader kan spr. mededeelen, dat het be stuur van de Stichting bereid is de zaak al dus overeen te komen dat de gemeente moet betalen „den zuiveren kostenden prijs, dien van 4 niet te bovengaande". De heer Loosjes is het eens met het betoog van den heer Peper. Het is gewensch- ter dat er komt een uitbreiding van de neu trale ziekenhuisruimte dan een Joleszieken huis. Inmiddels zal spr. niet tegen de voor dracht yan B. en W. stemmen omdat de aan te gane overeenkomst niet in hei nadeel der gemeente is. De heer Peper ontwikkelt andermaal zijn bezwaren tegen dè voordracht van B. en W. De noodzaak voor den bouw van een ziekenhuis met een cachet als het Joleszie kenhuis zal dragen is er niet. Daarentegen is wel noodig een uitbreiding van het gast huis. Om diè reden dient de Raad de voor dracht van B. en W. niet te aanvaarden. De heer de Braai is voor £e voordracht van B. en W. omdat dan ook voor het Jood- sche deel der bevolking de vrije ziekenhuis keuze kan worden toegepast. De heer VanLiemtis door het antwoord van den wethouder nog niet geheel bevre digd. Verder betoogt spr. dat het gewenscht is dat B. en W. verklaren dat ten aanzien van opneming van anders denkenden in het Jolesziekenhuis geen dwang zal worden toe gepast. De heer Koppen doet den heer Peper opmerken dat door den aankoop van de per ceelen, die nu zal geschieden ook ruimte komt voor uitbreiding van het gasthuis. De heer Wolzak betoogt, dat er nu een mooie gelegenheid is gekomen om terrein aan te koopen, hetgeen mede aan het gast huis ten goede komt. Het gasthuis zal nu terrein voor uitbreiding krijgen, hetgeen het anders niet gehad zou hebben. Anders hadden Regenten er niet aan ge dacht nu over te gaan tot aankoop der in de voordracht vermelde perceelen. De bepa ling aangaande de eventueel te betalen hoe te van 100.000 is voldoende oordeelt spreker. Naar de meening vau spreker zal de kos tende prijs voor derde klaspatiënten die door het Gasthuis zal moeten betaald worden, niet hoog zijn, hoogstens 1.50 a 2 per dag. Spr. concludeert dat er voor den Raad niet het minste bezwaar kan zijn de voor dracht van B. en W. aan te nemen. De heer Baas kan alleen voor de voor dracht stemmen indien uit de overeenkomst gelicht wordt de bepaling van den verpleeg prijs voor 3e klaspatiënten door het gast huis. Die prijs zal nog nader geregeld moeten worden. De heer Klein Schiphorst is van meening dat de boetebepaling' anders moet geredigeerd worden, zoodat er meer zeker heid is. De heer Heerkens Thijssen betoogt, dat naar zijn meening het bepaalde ter zake van de betaling der boete voldoende is, maar daar van verschillende zijden is aangedron gen op een hypothecair verband, kan spr. mededeelen dat van de zijde van het Bestuur der Joles stichting men daarop de zaak niet wil laten stranden. Er kan dus komen een hypothecair verband. Verder deelt spr. nog mede dat niemand er heen zal gebracht wor den die principieele bezwaren heeft tegen de opneming in een Joodsch Ziekenhuis. De heer Koppen zegt, dat de 100-000 waarvan sprake is bij de gemeente, zou kun nen belegd worden, die daarvoor dan rente zou moeten betalen. De heer Wolzak merkt op dat aan re genten van het gasthuis kan worden over gelaten een wijziging aan te brengen in de bepaling van hetgeen het gasthuis moet be talen voor opneming van patiënten in het Joles ziekenhuis. De heer Peper zegt dat er een schreeu wend gebrek is aan ruimte voor neutrale zie- kenhu isverpleging. Punt c van III van het voorstel van B. en W. (regenten van het Gasthuis te machtigen met de stichting Ned. Israelietisch Joles Zie kenhuis een ruiling van grond aan te gaan enz.) wordt aangenomen met alléén de stem van den heer Peper tegen. Bij punt d van IV van het voorstel van B. en W. (regenten van het gasthuis te mach tigen met de voornoemde Stichting een over eenkomst aan te gaan overeenkomstig de be palingen die B. en W. nader omschreven) deelt de heer HeerkensThijssen mede, dat uit die bepalingen voorloopig wordt uit gelaten art. 4 ter zake van het betalen van den verpleegprijs per dag voor opneming van gasthuispatienten teneinde nader over leg te plegen met bestuurders der stichting Ned. Israelietisch Ziekenhuis. Het geheele voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Opzegging tramconcessie. PUNT 15. Voorstel van B. en W. om te besluiten ten eerste de bij Raadsbesluit van 9 Maart 1898 verleende en krachtens Raadsbesluit van 6 Juli 1898 aan de Eerste Ned. Electrischs Trammaatschappij overgedragen concessie voor den aanleg en exploitatie van electri- sche tramwegen in de gemeente Haarlem in te trekken en ten tweede geen georuik ts maken van het krachtens art. 6 van boven genoemde concèssie voorbehouden recht om de gebouwen alsmede het vaste en rollende materieel tegen taxatieprijs over te nemen. De heer Re in a ld a heeft slechts een en kele opmerking te maken. Indien de raad het voorstel van B. en W. aanvaardt, dan wordt ten eerste formeel ingetrokken de concessie voor een oude trambaan in de gemeente. De Raad zal niet anders kunnen doen dan daar toe te besluiten. De reden daartoe genoemd in het raadsstukje is echtèr aan eenige be denking onderhevig. Er wordt betoogd dat het geen rentegevende exploitatie voor de Trammaatschappij is. Echter de Raad heeft alleen de vraag na te gaan of voor de in gezetenen aan een bepaalde lijn behoefte is- Indien er behoefte aan is dan mag niet wor den besloten tot intrekking der concessie. Van de lijn 4 wordt verder gesproken, maar spr. geeft als zijn meening te kennen, dat gebleken is dat deze trammaatschappij niet in staat is aan de behoefte aan verkeersmid delen te voorzien. Ten aanzien van het tweede gedeelte van het voorstel van B. en W. wordt door het College niet eenige toelichting gegeven. Spr. is van oordeel, dat indien ooit is gebleken hoe verkeerd het is de verkeersmiddelen in handen van particulieren te laten, het wel bij dit voorstel is gebleken. Hij doet opmer ken, dat indien het voorstel van B. en W. mocht aangenomen worden, er dan iets moet gedaan worden om te voorzien in de zeer on voldoende verkeersmiddelen in de gemeente. Wat kan er dan gebeuren? De gemeente kan de concessionarissen tegemoet gaan treden, maar ook kan het noodig zijn dat de gemeen te zelf in de behoefte aan verkeersmiddelen gaat voorzien. De heer Van Llemt: Nu komt de aap uit de mouw. De heer Relnalda gaat voort met te betoogen dat de Katholieken te Amsterdam en die te Rotterdam heel anders over de zaak oordeelen dan dat de heer Van Liemt doet. Spr. betoogt voorts dat indien de ge meente met de Trammaatschappij gaat on derhandelen het daarbij moet gaan over een gemeenteconcessie binnen de grenzen der ge meente. Het moet gaan over lijnen met nor maal spoor binnen de grenzen der gemeente, die aan de behoefte voldoen. De heer B ij v o e t vraagt aan het college van B. en W. welke consequenties ze aan de aanneming van hun voorstel denken te ver binden. Is het voornemen van B. en W. een behoorlijke rechterlijke uitspraak uit te lok ken of wenschen ze hard tegen hard te gaan optreden. Het laatste bijv. door een deel der rails uit de Wilhelminastraat te fhten ver wijderen, zoodat lijn 4 niet zou kunnen rij den. Met het laatste zou spr. niet kunnen medegaan daar meer en meer blijkt dat lijn 4 in een bepaalde behoefte gaat voorzien. Met het nemen van al te strenge maatrege len kan spr. niet mede gaan. De heer DeBreukis het geheel eens met wat B. en W. in de toelichting tot hun voor stel opmerken. „Dat uit den hier door de trammaatschappij geschetsten gang van za ken zou blijken, dat de stopzetting der Cein tuurbaan niet in strijd is met de feitelijke zienswijze en de beslissingen van Uwen Raad meenen we te moeten ontkennen". Over de opheffing van de ceintuurbaan is met den Raad nimmer overleg gepleegd. De ingezetenen hebben veel hinder van die op heffing. Vele adressen kwamen dienaangaan de bij den Raad in. Alles duidt er op, dat aan de ceintuurbaan een groote behoefte is. Er is nu niet een verbinding van oost naar west- Bestaan er bij B. en W. plannen, vraagt spr., om te komen tot een goed tram- en busverkeer? De heer Van Liemt zegt, dat nu wel ge bleken is, dat waar sprake is van barbertje moet hangen, niet de trammaatschappij, maar het publiek belang barbertje is. Wat is te Haarlem in het verleden geschied? Men heeft te veel gedaan aan liefhebberij in ju risterij, maar men heeft steeds gezegd: laat de trammaatschappij maar eens uit den hoek komen en daardoor is het publiek belang op geofferd. Bijv. kan spr. mededeelen dat de directie der trammaatschappij in 1925 aan B. en W. voorstellen deed, waarop pas in 1927 aan het einde van het. jaar een antwoord van B. en W. inkwam. Daarmede meent spr. te hebben gedemonstreerd, dat van den kant van het gemeentebestuur niet immer een vlotte gang van zaken betracht is. Spr- meent dat in de gemeente niet zoo zeer behoefte bestaat aan de ceintuurbaan dan wel aan andere lijnen, onder meer aan lijn 4. Het is noodig, betoogt spr., dat de gemeente en de tram-maats, niet langer als twee keffende honden tegenover elkander staan. De gemeente dient anders tegenover de Trammaats. te gaan optreden als ze nu bijv. doet bij het maken van bruggen. Het staat nog te bezien, aldus spr. aan het einde van zijn betoog, of de gemeente wel aan het langste eind zal trekken. Spr. kan niet stem men voor het voorstel van B. en W. Hij vreest, dat na aanneming van het voorstel van B en W. het geharrewar tusschen de gemeente en de trammaats. nog meer zal toe nemen. Op die manier zal er te Haarlem nimmer een gezonde toestand komen. Ten slotte zegt spr. dat het gemeentebelang nim mer bij een gemeente-exploitatie is ge moeid. De heer G e r r i t s z kan zich niet aan den indruk onttrekken, dat meer dan een spreker in den Raad gaat riapleiten en gaat terug komen op voorstellen die de Raad in meer derheid heeft afgewezen. De raad wilde bijv. eenmaal geen gemeente-exploitatie van de autobuslijnen en bepaalde later dat er con currentie zijn zou. De trammaatschappij heeft daarna niet ingeschreven voor de auto buslijnen. De heer VanLiemt: de Trammaats. had daarvoor te veel eergevoel. De heer G e r r i t s z: Dat is niet juist. De heer Burgersdijk heeft medegedeeld dat ze alleen niet heeft ingeschreven omdat de tram de lijnen die de raad vaststelde, niet wenschte. Het is een sprookje, gaat spr. voort, wat de heer Van Liemt beweerde dat de gemeente en de trammaats. als twee keffende honden tegenover elkander staan. De tramcomm. kan dat bevestigen. Er is niet eenige animo siteit en de onderhandelingen worden zake lijk gevoerd. Maar wat is gebeurd? De ge meente was met de tramdirectie aan het on derhandelen. Tijdens de onderhandelingen komt plotseling de mededeeling uit de lucht vallen van de tramdirectie: we gaan de cein tuurbaan opheffen. Op de waardigheid van het gemeentebe stuur moet ook gelet worden. Later deelde de heer Burgersdijk mede, dat Commissaris sen opheffing van de ceintuurbaan noodig oordeelden. Spr. deelt verder mede dat de rechtsgeleerde raadsman der gemeente in trekking der concessie noodig oordeelde om dat er dan een zuivere verhouding komen zal. Er is gevraagd welke consequenties B. en W. aan hun voorstel denken te verbinden. Spr. oordeelde het geen goed beleid te zijn nu op dit'moment plannen mede te deelen. Echter de trammaats. weet wat we kunnen gaan doen, voegt spr. daaraan toe, en welke middelen der gemeente ten dienste staan. Het recht der gemeente moet door het colle ge van B. en W. worden gehandhaafd. Spr. kan nog mededeelen, dat op verzoek van den Raad van Toezicht verleden week nog een conferentie heeft plaats gehad waar bij vertegenwoordigers van de Tramdircctle en van het gemeentebestuur aanwezig waren. Als een bewijs van de goede verstandhouding moge gelden dat beide vertegenwoordigers daarna samen naar huis gingen. Er is gevraagd welke de plannen van B. en W. zijn. Het is niet mogelijk nu in be paalde bijzonderheden te treden. De Tram- Mij. plaatst zich op het standpunt dat ze met de gemeente Haarlem niets te maken hebben wil en dat ze nimmer meer een ge meente-concessie hebben wil. Naar de meening van spreker gaf de heer Van Liemt van den gang van zaken een zeer eenzijdige voorstelling Volgens hem treedt de heer Van Liemt op als protector der tram- maatschappij. Het is er zoo mede, dat 't de ge meente maar niet dadelijk aan alle verlan gens der trammaatschappij kan tegemoet komen, maar dat het gemeentebestuur met het gemeentebelang moet rekening houden. Door te spreken zooals de heer Van Liemt deed. versterkt hij de positie van de tram maatschappij en niet die van het gemeente bestuur. Als de raad het voorstel van B. en W. aanneemt besluit spr., dan zullen we voortgaan met het voeren van onderhande lingen om dan te trachten te komen tot een positie waarmede het gemeentebelang het meeste is gediend. Het kan gebeuren, dat geen afdoende voor ziening in de verkeersmiddelen is te ver krijgen, zonder dat de gemeente zich gel delijke offers gaat getroosten. De heer Castricum betoogt, dat het thans met de onderhandelingen met de trammaatschappij anders gaat dan eenige jaren geleden. Verder laat spr. er nadruk op vallen, dat gezorgd dient te worden dat de verkeersmiddelen die er nu zijn niet weg gaan. De heer Van Liemt zegt, dat de opmer kingen die hij maakte over ae onderhande lingen met de trammaatschappij niet golden de onderhandelingen zooals die in den laat- sten tijd zijn gevoerd. Maar gezien het feit dat in 1925 de tramdirectie voorstellen aan B. en W. deed, dat ze in November 1926 daar aan moest herinneren en dat pas in Januari 1927 een antwoord van B. en W. volgde, meent spr. dat dit geen vlotte gang van zaken is geweest. Niet met de Trammaatschappij maar met de Brockway Busmaatschappij gingen B. en W. onderhandelen. De trammaatschappij heeft niet gedongen naar de concessie voor de autobuslijnen omdat ze meende dat die lijnen niet rendabele waren. Als de onderhan delingen met de trammaatschappij niet vlot ten dan heeft de gemeente daaraan mede schuld. Dat houdt spr. vol. Bij de uitvoering van de asfalteeringswerken cp het Kenne- merplein zeide de tramdirectie: houdt op met het asfalteeren, want Indien er eenmaal asfalt is, dan gaar, we er geer. normaal spoor leggen. Maar al de vertoogen van de tram directie baatten niet Toen er sprake was van de vernieuwing van bruggen had het gemeentebestuur met de tramdirectie eens moeten gaan praten En zoo is er meer dat spr. aanleiding geeft tot de conclusie dat de onderhandelingen met de trammaatschappij niet zijn gevoerd in den loop der jaren zooals die hadden moeten geschieden. De heer R e i n a 1 d a betoogt tegenover den heer van Liemt dat de onderhandelingen met de trammaatschappij nu niet anders gevoerd zijn dan ze vroeger werden gevoerd. In 1919 was er in overleg met de tramdirectie een plan opgemaakt voor radicaallynen. Tien jaar gingen sinds dien voorbij en nog zijn door de tramdirectie de plannen niet In daden omgezet. Sinds 1963 kwam de tramdirectla met een stapel wijzigingsplannen. Met den heer Burgersdijk is het prettig onderhandelen, maar met hem komt men nimmer tot het doen van zaken. Tijdens d«» onderhandelingen over een bepaald plan komt de tramdirectie telkens met andere plannen. De tramdirectie maakt plannen maar ze wenscht dat de financieele gevolgen van die plannen alleen voor de gemeente komen. Het herstellen van de Jansbrug is geen aanleiding geweest tot het opheffen van der- Ceintuurbaan, beweert spr. Dat is niets dan een legende. Het aannemen van het eerste gedeelte van het voorstel van B en W. is in het belang der gemeente te ach ten. Wat aangaat het tweede gedeelte van het voorstel van B. en W., doet spr. opmerken, dat principieel daarin ligt opgesloten; dan nemen we de tram over. B .en W. dienen aan de zaken der verkeersmiddelen alle aan dacht te gaan schenken. Indien om te komen tot goede verkeersmiddelen de gemeente aan de concessionarissen een geldelijke tegemoet koming zal moeten geven, is het dan niet rationeeler dat de gemeente zelf de ver keersmiddelen zal gaan expioiteeren? De heer Visser zet uiteen dat hij ge neigd is tegen het voorstel van B. en W. te stemmen. De heer B ij vo e t ls niet bevredigd door het antwoord van wethouder Gerritsz. Op de door hem gestelde vraag heeft hij geen antwoord gehad. De heer Keesen maakt een enkele op merking terzake van het wijziging aanbren gen in de routes van de autobuslijnen. De heer Wolzak kan, indien niet de zekerheid er is dat lijn 4 gehandhaafd wordt, niet zijn stem aan de voordracht van B. en W, geven. Spr. wenscht de raad zich te laten uitspreken. Hij dient daarom de volgende motie in: De raad noodigt B. en W. uit te bevorderen, dat de ceintuurbaan weder her steld wordt en dat lijn 4 gehandhaafd wordt. De heer Gerritsz merkt op, dat indien de voordracht van B. en W. niet wordt aan genomen. de bestaande chacs gehandhaafd wordt. Ten aanzien van de nader met de tramdirectie te voeren onderhandelingen moet naar de meening van spr. B. en W. de noodige vrijheid gelaten worden. Indien bepaalde handelingen moeten gedaan 'worden dan zal de Raad daarin gekend worden. Ten aanzien van de motie van den heer Wolzak geeft spr. te kennen, dat het ongewenscht is haar aan te nemen. De heer Wolzak trekt zijn motie in. In stemming komt het eerste gedeelte van het voorstel van B. en W. (intrekking der concessie). Het wordt aangenomen met 33 tegen 2 stemmen die der leden Castricum en van Liemt. Het tweede gedeelte van het voor stel van B. en .W. (geen gebruik te maken van het recht tot overneming van materiaal) wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. De voorstellen van B. en W. ter zake van het verzoekschrift van den Haarlemschen Besturenbond tot wijziging der samenstel ling der gemeentelijke commissie voor de werkloosheidsbestrijding, ter zake van het voorstel van den heer Joosten in zake het verleenen eener tegemoetkoming bij ontrui ming van onbewoonbaarverklaarde wonin gen en dat tot wijziging van het reglement van het Burgerlijk Armbestuur worden aan gehouden. Voorstel van B. en W. terzake van wijzi ging der keuringsverordening voor de ge meente Haarlem. De heer Bart els is niet voldar-n over de voorgestelde wijzigingen. Hij is van mee ning dat daardoor nog niet voldoende zeker heid voor de zuiverheid der melk is verkre gen. Spr. zou de voordracht nog veertien dagen willen aanhouden. De Voorzitter is van meening. dat de Raad nu moet aannemen de wijzigingen die vanwege het departement van Arbeid zijn voorgesteld. Indien nog meer wijzigingen noodig mochten zijn dan kunnen die ter kennis van de Regeering gebracht worden. De heer B a r t e 1 s repliceert, dat de voor gestelde wijzigingen op de studeerkamer zijn ontworpen, maar dat ze niet aan de practijk z(jn getoetst. Het is noodig dat de meening van de mannen van de practijk wordt inge wonnen. De heer Adrian Is van meening dat de Raad goed doen zal met de vorordening te wijzigen zooals de regeering dat aangaf. De heer B a r t e 1 s dient een voorstel in om te besluiten het voorstel van B. en W. aan te houden. Dat wordt aangenomen met 24 tegen 9 stemmen. Besloten wordt de benoemingen aan te houden. Bij de Rondvraag beantwoordt de heer Gerritsz eenige ge dane vragen. Spr. zegt daarbij, dat door den heer Peper vragen gedaan zijn onder meer aangaande de arbeidsvoorwaarden, van het personeel, werkzaam bij de Brockway-maatachappij. Hij voegt daaraan toe dat de arbeidsvoor waarden waren goedgekeurd tot 1 Maart. Er worden nu onderhandelingen gevoerd over nieuwe arbeidsvoorwaarden. Het is dus be ter dat, alvorens de vragen die de heer Pe per deed worden besproken, de loop der on derhandelingen wordt afgewacht. Verder deelt spr. mede dat de heer Kee sen vragen had gedaan terzake van de mo tiveering der goedkeuring van de wijziging der routes der autobuslijnen. In antwoord daarop geeft spr. te kennen dat de moti veering medegedeeld ls in de raadsvergade ring, waarin B. en W. machtiging ls verleend tot het aanbrengen van wijziging in de rou tes. De 'Raad zal later ln dc gelegenheid worden gesteld dc wijziging der routes defi nitief vast te stellen. De heer Koppen had vragen gesteld, die hierop neerkomen of de wijzigingen die aangebracht zijn in de routes der autobus- lijnen inzonderheid die in de route van lijn 1 voldoen aan de bedoeling waarmede dc concessie Is gegeven. Een vraag die spr. be vestigend kan beantwoorden. De heer Peper zegt. dat hij ook vragen had gesteld ter zake van de soliditeit der wagens, die door de Brockwaybusmaatschap- PU gebruikt worden. Wegens het vergevor derd uur wenscht spr. dc bespreking der vragen aan te houden tot de volgende ver gadering. Naar aanleiding van een gedaan verzoek geschiedt nog voorlezing van vragen die verschillende leden van den raad hadden gesteld, die zullen beantwoord worden in de volgende zitting, waarna de vergadering wordt gesloten. INGEZONDEN. Voor den inhovj dczci rubriek stelt dc Redactie aicH niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaa»»» of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug gegeven. CENTRAAL ISRAeLIETISCH WEES- EN DOORGANGSHUIS „MAGSEft LAJESOUMIEM". Het is nu zoo ongeveer driekwart Jaar ge leden dat de regenten van het Centraal Isr. Wees- en Doorgangshuis te Leiden het waag den om aan het besluit tot den bouw van een nieuw gesticht een begin van uitvoering te geven. Wie den desolaten toestand kent, waarin het tegenwoordige gesticht verkeert, zal be grijpen dat zij tot deze beslissing moesten komen. Door de bewonderenswaardige offervaar digheid van velen in den lande, maar toch in hoofdzaak door den steun van enkele kin dervrienden, is het de Bouwcommissie moge lijk geworden, telkens wanneer haar de kwitantie werd aangeboden, het bedrag dat de aannemers en andere leveranciers van haar kwamen vragen, te betalen. Doch nu staat zij voor het vraagstuk der inrichting, heeft zij de zorgen voor dc huis houding. De groote brand in Leiden heeft laten zien, hoe verschrikkelijk gevaarlijk het bewonen van oude huizcr. is. Het Leidsche gesticht stamt uit de 17e eeuw. Van buiten, met zijn mooi oud-Hollandsch geveltje, ls het een aar dig gebouw. Doch van binn°n is het onge schikt om als opvoedingsgesticht en tot huls vestiging van een groot aantal kinderen te dienen. Het is werkelijk onverantwoordelijk om de kinderen er een dag langer in te laten dan strikt noodig is, Doch de kleinen kunnen het nieuwe ge sticht niet betrekken, wanneer de tafels en stoelen, de bedden met toebehooren, dc hon derd en een dingen voor de huishouding, niet gekocht zijn. En de Bouwcommissie moet wel een oproeping doen aan u allen om mee te helpen. Van den inventaris van het tegenwoordig" gesticht is zoo goed als niets te gebruiken, alles ls „uitgewoond". Wanneer we opnieuw beginnen, dan moet het zoo zijn, dat we niet direct weer staan voor de akelige zorgen van repareeren, opkalefateren, en oplappen. Omdat u dit met de Bouwcommissie zult begrijpen, omdat uw gezond versland en uw goed hart u aan haar zijde plaatst, helpt daarom ook spoedig de Bouwcommissie aan het geld dat nog ontbreekt om de huishoude lijke artikelen te koopen en de hulshouding te voeren. Geeft leder, geeft gul, daarbij volgend het zoo mooie llefdadlgheidssys*eem van „ieder naar vermogen". Een postwi3seltje aan den penningmeester een storting op het girono. 60583, en er is weer een stapje verder te doen naar het goede doel. De kinderen die uw hulp behoeven, danken u voor uw hulp. En wij met hen. De Bouwcommissie: Mevr. HEILBUTKALKER. Amsterdam. ANDRé HERTZBERGER, Amsterdam. IS. LEMAN, Leider.. L. LEVISSON, Den Haag. E. VISXOPER Szn. Spuistraat 21, den Haag, Girono. 60583. N. ITALIË, secretaris, Leiden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 11