r/
ft
HUISVLIJT
POPPEN MEUBELEN
BANKJE
Evenals bij de stoeltjes beginnen
we v*"or rrrt den achterwand zie flg.
1). De maten zijn op de teekening
alle aangegeven. De zijwanden, die
we volgens fig. 2 uitzagen, timme
ren we tegen den achterwand. De
zitting komt 6.5 c.M. van den onder
kant (zie stippellijnen fig. 1 en 2) en
steekt 1/2 c.M. naar voren, de hoek
jes afgerond. 1/2 c.M. van den onder
kant brengen we nog een plankje
aan. van voren aansluitende met de
zijwanden. Zoodoende ontstaat een
kleine bergplaats, die we door c*:n
tüsschenschot nog in tweeën ver-
deelen. (Zie de schets). De afmetin
gen van zitting, onderplankje en tüs
schenschot heb ik niet aangegeven,
daar die afhangen van de dikte van
*t hout. Wanneer de zijwanden aan
den achterwand verbonden zijn. ne
men we zelf precies de maten. Het
model, op dezelfde manier geschil
derd als de stoeltjes en 't iedikantje
Is in de Tijdingzaal aanwezig ter be
zichtiging.
<9
Rustenburgerlaan 23.
A
HSc-t'U.
•N
i
i
- -
- - «c
V
/to
4'
-<x,
DE EERLIJKE VINDER.
De winter was gelukkig al weken
lang uit het land vertrokken en
reeds maakte men afspraakjes voor
de komende Pinksterdagen. Een ieder
verlangde er naar om eens flink van
de zonnewarmte en de buitenlucht
te profiteeren, want de winter was
ongekend streng geweest. Het had
bijna twee maanden achtereen ge
vroren en zoo erg, dat zelf de oud
ste menschen zich niet konden her
inneren ooit zulk een koude te heb
ben beleefd.
Hu....! Men kon nog rillen als
men er aan docht.
Maar nu was het prachtig! Op
het harde vriezen was een heerlijk
voorjaarszonnetje gevolgd, dat voor-
loopig geen plannen scheen te heb
ben zich door een der andere natuur
elementen te laten verdringen. Het
gras en de bloempjes in bosch en
veld waren in een oogwenk uit den
grond geschoten; de boomen lieten
hun knoppen vlug openspringen en
prijkten weldra in een keurig en
frlsch groen kleed.
Nu zeiden de oude menschen weer,
dat zij zich niet konden herinneren
ooit zulk een prachtig voorjaar te
hebben beleefdMaar dat was
natuurlijk maar een grapje!
Alles leefde opnieuw. Het vee in de
weide en de vogels in de lucht, de
vlsschen in het water, ja zelfs de In
secten in den grond! Alles was ge
lukkig en blij, dat het dan toch ein
delijk weer warm geworden was.
Geen wonder, dat Jan en Lies op
de gedachte kwamen hun nichtje
voor de Pinksterdagen te Iogeeren te
vragen, Annie, het nichtje, was wel
een paai- jaartjes ouder, maar zii
was zulk een gezellige kameraad op
de wandeling, dat de tweelingen
(want dat waren Jan en Lies) geen
grooter vreugde kenden, dan haal
bij zich te hebben.
Annie woonde in een groote stad
en Jan en Lies op het platteland.
Zij logeerden dikwijls bij elkaar. Des
winters in de kerstvacantie gingen de
„boertjes" naar de stad en des zo
mers kwam de „stedelinge" naar het
land! Mooier kon het wel niet!
En Annie kwam ook nu.
Hartelijk werd zij ontvangen en
dadelijk moest zij mee, het dorp in,
om de gemeenschappelijke kennissen
te begroeten. Eerst naar Hein, de
vriend van Jan, die echter pas een
geducht standje van zijn vader had
gehad en daardoor niet erg spraak
zaam was. Toen naar Grada, de
vriendin van Lies, die gelukkig be
ter te spreken was. En toen nog naar
een heeleboel andere kennissen, die
allemaal blij waren Annie nog eens
weer te zien.
Zoo werd het spoedig avond, dien
eersten dag, en moesten de drie ka
meraadjes er toe besluiten hun bed
den op te zoeken. Liever zouden zij
opgebleven zijn om honderd uit te
babbelen, maar nacht is nacht, niet
waar, en dan moet men slapen
Den volgenden dag zou het Pink
ster zijn en daarom zei Annie onder
het uitkleeden:
„Zeg, nu het zulk prachtig weer
is, moesten wij morgen maar heel
vroeg opstaan en Pinksterbloemen
gaan plukken, Ik heb zoo lang op de
harde straatsteenen geloopen dat lk
nu wel weer eens het zachte gras on
der mijn voeten wil voelen!"
„Een pracht-idee!" vond Jan en
ook Lies stemde daarmee in: zij voor
al hield er wel van om vroeg op te
staan.
„Afgesproken?" vroeg Annie.
„Ja!" zei Jan.
„Goed!" commandeerde Annie,
„verdwijn dan en ga naar je eigen
kamertje, anders komen wij nooit in
bed. Vooruit, schiet op!" en gelijk
duwde zij haar neefje de kamer uit.
die zich haastte om te „verdwijnen"
want voor Annie's stevige knuisten
had hij wel een beetje respect.
Lies lachte zoo hard als zij kon.
Die Annie deed altijd zoo graDpig en
zij was blij even met haar alleen te
kunnen zijn. Lies had al telkens dien
dag naar Annies hals gekeken. Daar
was iets wat er vroeger niet was. Nu
kon zij eens even vragen waar dat
wonderding vandaan kwam.
„Zeg. Annie, wat heb je een
prachtig hangertje! Hoe kom je
daaraan?" vroeg ze.
„Van vader!" antwoordde Annie,
In haar hart blij, dat Liesje het zoo
mooi vond. „Gekregen voor m'n Sint
Nicolaas; 't is een echte steen uit
een broche van mijn grootmoeder!"
„Prachtig!" vond Lies en voor
zichtig streek zij evr-n met haar
hand over het werkelijk fraaie sier
raad.
Even babbelden de beide meisjes
nog na. maar spoedig zochten zij
haar bedden op en vielen weldra in
slaap.
Het was nog maar even zes uur,
dien volgenden dag, dat Jan al met
zijn beide vuisten op de deur stond
te beuken.
..Denk aan de Pinksterbloemen!"
schreeuwde hij, „anders zijn ze alle
maal al weggeplukt!"
Maar die vrees had hij niet behoe
ven te koesleren, zooals een uurtje
later bleek. De weilanden stonden
vol en de kinderen genoten zoo, dat
zij nergens anders oog voor had
den, dan voor de prachtige natuur.
Zij plukten de bloemen overal en
verzamelde een ruiker, waar men wel
drie vazen mee kon vullen. Pik, die
ook meegegaan was. blafte.
Lachend en pretmakend dwaalden
zij door het hooge gras, tot opeens
Annie een gil gaf. De twee anderen
bleven verschrikt staan.
„Wat is er?" vroegen zij bijna te
gelijk.
Maar Annie gaf geen antwoord. Zij
streek met haar hand tastend over
haar borst en zocht in gebukte hou
ding het gras af.
..Ben je het hangertje kwijt?"
vroeg Lies hevig verschrikt.
„Ja!" snikte Annie, terwijl de tra
nen haar reeds over de wangen rol
den. Dadelijk begonnen Jan en Lies
mee te zoeken, heel stil, want zij
durfden niets te zeggen. Annie was
vreeselijk van streek, dat konden zij
goed zien. Weg was de pret, weg de
vreugde om het mooie weer.weg
ook het hangertje met aen echten
steenvader's aandenken van
zijn moeder!
De kinderen zochten overal en za
gen niet, dat er van achter uit het
weiland een vroolijke koe op hen
kwam toedraven. Het beest maakte
de vreemdste sprongen en zwaaide
den kop zoo gek, dat Jan, toen hij
eindelijk opkeek, een schreeuw van
schrik gaf.
„Pas opl" riep hij en tegelijk koos
hij het hazenpad.
De meisje lieten niet lang op zich
wachten. Het scheen wel alsof zii in
het donkere Afrika een leeuw ont
moet hadden, zoo liepen zij en de
koe draaide hen maar steeds na.
Bulten adem bereikten zij einde
lijk het hekje, dat het weiland af
sloot. Als dollemannen klommen zij
er over en bleven toen bevend en ge
lukkig weer met een gevoel van vei
ligheid staan. De koe stond nog aan
de andere zijde met haar glazige
oogen verbaasd naar de kinderen te
staren.... Alleen Fik had nog wat
moed!
„Het dier is zeker kwaad, omdat
wij een paar bloemetjes kwamen
plukken," lachte Liesje maar dade
lijk zweeg zij, toen zij de verdrietige
oogen van Annie zag.
„O, ja, het hangertje!" schoot het
door haar hoofd.
Annie keek strak voor zich uit.
„We kunnen niet naar huis gaan,
zoolang ik het hangertje niet terug
heb, hoor!" zei zij zacht. „Ik zou geen
raad weten, als het niet terecht
kwam. Het was het eenigstê aanden
ken, dat vader van zijn moeder had
en ik mocht het dragen omdat ik
zooveel op grootmoeder gelijk!"
„Dat lamme beest!" schold Jan,
„als dat nu maar wegging, konden
wij het weiland weer ln!"
Maar de koe dacht er niet aan om
heen te gaan. Zij vond het blijkbaar
wel gezellig zoo'n praatje van de
kinderen af te luisteren. Het stomme
dier had echter niets kwaads in den
zin; het was ook alleen maar vroo-
lijk en dartel omdat het weer voor
jaar was. Zij kon het niet helpen, dat
de kinderen bang voor haar waren
weggeloopen.
„Koetje," sprak Lies zoo lief mo
gelijk, „koetje, ga nu weg. We moeten
in het land zijn om een hangertje te
zoeken, begrijp je dat dan niet. Hè,
koetje, ga dan weg
Jan kon het niet helpen maar hij
schoot even in den lach. Die Lies ook
met haar „Koetje, koetje!"
Het koetje ging echter niet weg.
Integendeel, het kwam nog een stap
je dichter naar het hek. En toen
deed het ineens den bek open, zoo
ver, dat Lies van schrik achteruit
sprong.
„Ahoe-oe-oe-oeiklonk het
en het volgend oogenblik zagen zij
het dier den tong uitsteken en Iets
zwarts uit zijn bek vallen
„Het hangertjeriepen de
drie in koor.
En zoo was het. De koe had het
hangertje laten vallen en keek nu
weer dom voor zich uit, terwijl het
den kop over het hek schuurde.
Jan bukte zich snel en graaide vlug
tusschen de latten van het hekje het
hangertje naar zich toe. Annie
slaakte een kreet van vreugde en
klemde het kleinood in haar han
den.
„Begrijp jullie nu zooiets?" vroeg
Jan ten zeerste verbaasd, „hoe komt
die koe daar nu aan?"
„Natuurlijk bij het grazen mee
naar binnen gekregen en gelukkig
niet ingeslikt!" veronderstelde Lies.
„Zeg wel „gelukkig", vond Annie,
„als het ingeslikt was, had ik het
nooit meer terug gekregen!" En op
eens lachte zij weer als altijd.
„Hoor eens, koe!" gierde zij, „je
bent een eerlijke vinder en je moet
beloond worden. Daar.
En plotseling gaf zij den dommen
koeien kop, die slap over het hek
hing een zoen, om dadelijk daarna
de vlucht te nemen, zoo bang was
zij. dat het dier haar nog Iets zou
doen
Jan en Lies holden haar krom van
het lachen na.
Wat een mop ook!
POSTZEGELRUBRIEK
XIV. (Slot)
In 1924 werd een nieuwe serie voor
de vliegpost uitgegeven. Een vlieg
machine zweeft boven de stad, met
in de vleugels 't woord: „Flugpost".
Aan de bovenzijde hebben we ln 't
midden het wapen der stad met aan
weerszijden het waardecijfer. On
deraan staat de landsnaam vermeld.
Er verschenen: 10 pfennig (rood), 20
pfennig (rose) 40 pfennig (bruin),
1 gulden (groen) en 21/2 gulden
bruin-violet i. Grootte van de vakjes
2.8 bij 2.3 c.M. behalve voor de 2 1 !2
gld., die in groot formaat verscheen
en waarvoor 't 4.5 bij 2.8 c.M. is.
Gedurende 1924—'25 werden de
pfennigwaarden der laatste serie
overdrukt met het woord „Dienst-
marke'. Het waren 5 pfennig (oran
je), 10 pfennig (groen), 15 pfennig
(grijs), 15 pfennig (karmijn), 20 pf.
(karmijn en rood), 25 pfennig (grijs
en rood), 30 pfennig (geelgroen en
rood), 35 pfennig (blauw», 40 pfen
nig (donkerblauw en lichtblauw), 50
pfennig (blauw en rood) 75 pfennig
(lila en rood). Grootte van de vakjes
2.8 bij 2.3 c.M.
Zie voor de indeeling 't schetsje.
tgjïft.
v/V/
"ft
V
,y/
J'A/
V
<W.
■V "/f.y//
Nu Danzig is afgehandeld, is mijn
plan volgende week met Hongarije
te beginnen. De Hongaarsche zegels
zijn rijk aan verschillende soorten
watermerken; vooral de bekende se
ries, waarop de kroon met een vo
gel er boven, 't Is wel interessant
deze watermerken uit te zoeken,
doch 't wordt tamelijk uitvoerig.
Mijn plan is daarom deze watermer
ken maar te laten rusten en de ver
schillende series slechts éénmaal te
behandelen". Mochten er echter on
der de rubrlekers zijn, die dit land
zelf opzetten en graag deze zegels
op watermerk verzamelen, laten die
't mij kenbaar maken, dan kan ik 't
alsnog doen. Ik moet dit echter zoo
spoedig mogelijk weten.
Nieuwe deelnemers:
327. Reindert Nesschaert, Sant-
pooi terstraat 12.
328. Maarten Koel, Frans Hals
straat 18.
329. Jan Koel, idem.
330. Koen Meijers, Gen. Botha-
Btraat 02.
Koen vraagt mij of er nog voor
waarden aan verbonden zijn, als hij
aan deze rubriek meedoet. De eenige
vooi-waarde is: 't Reglement goed
lezen en te doen wat daarin staat.
Alleen 't inzenden van dubbele zegels
behoeft niet in boekjes te gebeuren;
deze kunnen bij mij in een enve
loppe ln de buurt gedaan worden.
Koon mag bij mij een paar mooie ze
gels komen uitzoeken.
S.
Rustenburgerlaan 23.
ONZE BIBLIOTHEEK.
MEDEDEELINGEN
Deze week heb ik de boekenlijst
verspreid, die ikzelf tot No. 73 heb
ingevuld. De boeken, na dit nummer
zni ik geregeld ln deze rubriek ver
melden, zoodat jullie ze gemakkelijk
in je boekenlijst in kunt vullen. Zorg
er echter voor steeds enkele open
plaatsen te hebben op je kiesbiljetje,
zoodat je steeds enkele andere boe
ken in kunt vullen.
Ik wijs er nogmaals op, dat zon
der hot toonen van de deelnemers
kaart GEEN boeken geruild kunnen
worden. De enveloppe met boeken
lijst mogen jullie wel thuis laten.
De nieuwelingen verzoek ik be
leefd, hun opgave te doen 's Maan
dags n.m. na 8 uur (Klein Heiligl. 66)
oi Dinsdag na half zes (Gr. Hout
straat 155z.)
Een vriendelijke onbekende dame
dank ik hartelijk voor de ontvangen
J 2—
Ik ben er thans in geslaagd om
een geheele serie jongensboeken
in O. B. te plaatsen. De meis
jes, die een mooie serie meisjes
boeken weten, willen mij dat wel
even "schriftelijk mededeelen.
Van de jongensserie zullen er
iedere maand 4 ln O. B. worden op
genomen.
NIEUWE BOEKEN
73. Ursula, E. de Pressencé.
74. Wilde Bob van C. Joh. Kieviet.
75. Uit het leven van Dik Trom, C.
Joh. Kieviet.
76. De theepartij in het spreewoud,
M. Ludolfs.
77. Niek van den bovenmeester,
W. G. v. d. Hulst.
78. Boschoord, E. de Pressencé.
79. Een gelukkig gezin, E. de Pres
sencé.
80. Klein begonnen, A. J. Hoogen-
birk.
81. Stuurman Doedelzak, F. H. van
Leent.
82. Dertien jaar krijgsgevangene,
J. G. Kramer.
83. Frida en haar nichtjes, Agatha
84. Adolf en Clara, P. J. Andries-
sen.
85. De deserteur, P. J. Andriessen.
86. Het begin van den strijd, P. J.
Andriessen.
Wil Betsy Schrander mij even me
dedeelen of ze nog wenscht deel te
nemen aan Onze Bibliotheek?
W. LASSCHUIT.
Groote Houtstraat 155z.
DE WEDSTRIJD.
Inzending ontvangen van: ABOE
DO, oud 10 jaar. ATTALANTA oud
11 jaar.
RAADSELS
(Deze raadsels zijn ingezonden
door Jongens en Meisjes, die Onze
Jeugd lezen.)
Iedere maand worden onder de
beste oplossers vier boeken verloot.
AFDEELING 1
fLeeftijd 10 jaar en ouder.)
1. (Ingez. door Danseresje.)
Mijn geheel is een Rubriekertjes-
naam van 18 letters.
10 10 9 is een familielid.
1 2 3 13 15 is een merk van een
potlood.
6 5 7 is een boom.
4 5 6 is een verkorte meisjesnaam.
8 10 9 moet Je op school maken.
17 18 12 is een meisjesnaam.
9 10 11 12 13 14 15 is een ambacht.
16 0 18 11 is een lichaamsdeel.
2. (Ingez. door Ambachtsman.)
Strikvragen.
a. Wat doen alle menschen tege
lijk op de wereld?
b. Welk paard ziet van voren even
goed als van achter?
c. Wie sterft, als hij zichzelf ver
slonden heeft?
d. (Ingez. door Danseresje.) Er
branden 12 kaarsen. Als ik er 4 uit
blaas hoeveel blijvch er dan nog
over?
e. Welke snijder gebruikt mes noch
schaar?
f. Welke pot brengt ruzie in het
huisgezin?
(Ingez. door den Kleinen Kwee-
ker). Van welken regen houden wij
allen?
h. Hoe lang slaapt een ezel?
3. (Ingez. door Arretje Noff.)
Neem uit onderstaande plaatsna
men telkens één letter, zoodat ge een
nieuwen plaatsnaam krijgt.
Den Burg, Hoorn. Weesp, Breuke-
len, Loenen. Bunschoten. Spaken
burg.
4. dngez. door Hagenaar.) Ver
borgen beroepen,
a. Wat doet Otto Bapkcrnk?
b. En Bouw Rierelb?
c. En Leen Pootreles?
5. (Ingez. door Tiiburgertje.)
Mijn geheel Is een spreekwoord van
35 letters.
25 26 27 is een lidwoord, evenals
1 2 3
4 5 0 is een lichaamsdeel.
7 8 8 9 ziet men wel in een op
tocht.
10 11 12 is een boom.
13 14 15 10 17 18 19 is een ander
woord voor onderwijzer.
20 21 23 is een ander woord voor
tam.
22 24 is de verleden tijd van eten.
25 29 30 31 32 geeft warmte.
28 26 27 ls een hoofddeksel.
28 29 30 31 32 is een mooi dier.
33 34 35 koopt men bij den slager.
6. (Ingez. door Pioenroos.)
Neem uit onderstaande plaatsna
men telkens één letter, zoodat ge
een Rubriekertjesnaam krijgt.
Haarlem, Goes, Domburg, Breda,
Waalwijk, Beerta, Zaandam, Scha-
gen, Ierseke, Zalt Bommel, Joure,
Sn eek.
AFDEELING II.
(Leeftijd 9 jaar en jonger.)
1. (Ingez. door Hagenaar.)
Neem uit onderstaande plaatsna
men telkens één letter, zoodat. ge een
hoofdstad van een onzer provinciën
krijgt. Goes, Den Haag, Haarlem,
Rotterdam, Dordrecht, Olst, Gronin
gen, Wijhe, Arnhem, Barendrecht,
Rolde, Scheveningen, Schoonhoven,
Utrecht.
2. (Ingez. door Dempsey). Strikvra
gen.
a. Als ik mijn jas omkeer, wat krijg
ik dan?
b. Wat is soms groot, soms klein,
maar altijd een voet lang?
c. Welk vat wordt door geen kui
per gemaakt?
3. (Ingez. door Tiiburgertje.)
Wat doet Rudi Keem?
4. (Ingez. door Zilverlokje.)
Neem uit onderstaande Rubrieker-
tjesnamen telkens één letter, zoodat
ge weer een Rubriekertjesnaam krijgt
Roodborst je, Het Groentje, Duizend-
schoontje, Mannetje, Boschelfje, Alba
5. (Ingez. door Roodwangetje.)
Tweemaal 1 en tweemaal B
Eenmaal o en tweemaal e
Dan ten slotte tweemaal 1, kom. nu
kent ge me toch wel.
6. (Ingez. door Goudsterretje.)
Ik ben een straat in Haarlem van
16 letters.
l 2 3 4 5 0 is goed voor zieken en
zwakken.
7 8 9 10 11 12 is iedere man.
13 14 15 10 fe in een bosch.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
week zijn:
AFDEELING I.
1. Danseresje.
2. a. Aan de buitenzijde, b. Omdat
hij er niet door kan kijken.
3. a. Glasblazer, b. Australië, c.
Nova Zembla. d. Nieuw Guinea, e
Groot Brittannië.
4. Prinses Rozemond.
5. Ostende.
6. Als de kat van honk is. dansen
de muizen op tafel.
AFDEELING II
1. Blond ir/\
2. Beter hard geblazen dan de
mond gebrand.
3. a. Schoenmaker, b. Goudsmid
4. a. Seringen, b. Letter D. c Hef-
boomen, d. ijs.
5. Winnerwinter.
6. De kleine Violist.
Goede raadseloplossingen ontvan
gen van:
Hadschi Halef Omar 6 Obione 6
Zevenster 6 Rijstepikkertje 6 De
kleine Metselaar 6 Snibbeiaartje 6 De
kleine Violist 6 De kleine Vogelvriend
6 Arretje Noff 0 Hagenaar 0 Wenda
6 iPet Hein 6 Berliner Bol 6 Fabrieks-
monteurtje 6 De kleine Lord 6 Kna-
gelijntje 6 Juffertje Lachlust 5 Ap
peltje 6 Appelmootje 0 Violenblocm-
pje 4 De kleine Bakker 6 Hansje
Teddybeer- 0 Hageroos 5 Wilgenroosje
6 Capricornus 4 Robbedoes 4 Libra 4
De kleine Timmerman 6 Danseresje
4 Hebatje 6
Bellefleur 6 Annie v. Eg mond 6
Goudrelnet 6 Roctkopje 6 A. Strin
gers 0 Puckie 5 Coudoogje 3 Juffer
tje Schrijfgraag 6 Zilverlokje 6 Ap
pelsnoetje 0 Het Groentje 6 Meer
koet 6 Pelikaan 6 Dwingeland 6
Shippy 5 Aitalanta 6 Bloemengodin
6 Goudsterretje 5 't Kloppertje 5
Redneb 6 Heliante 6 Juffertje Wild
zang 0 Witte van Haemstede 6 Boe-
kcnverslindsler 6 Brlllantster 6 Koe
koek 4 Roodborstje 4 Damiaatje 4
Amico 0 Zangvogeltje 6 Jan Trip 6
Jan Tree 6 Chauffeur 6 Huishen 6
Aviateur 6 Dierenvriend je 6 Draaitol
6 Roodwangetje 6 Pioenroos 0 Tii
burgertje 0 Den Frederik 6 Bloze
Kriekske 6 Sering 5 Baby Peggy 6
Kwikstaart 2 Groenling 6 De Woud-
looper 6 Krielkip 6 Blauwoogje 5 Dc
kleine Bouwer 5 Floris V 6 Poppen-
moedertje 4 De kleine Gymnast 4
Rijstepikkertje 0 Krullebol Steil-
haar 6 Sarina 6 Bloemenfee 0 Va
ders Hulp 3 Blondine 5 Croco 0 Mar
griet 4 Blondine 2 Kaboutertje
Blondkopje 3 Rompelsteeltje 4 Al
penroosje 4 De kleine Schaatsenrij
der 4 Boschwachter 5 Schaatsenrij
der 0 Boschelfje 4 Obione 0 Zeven
ster 0 Eenigst Kind 6 Betsy v.
Berg 6 T. v. Norde 4 Boterbloempje
2 Sultan Elbrahim 5 o 4 Meidoorntje
0 Blondkopje 6 Aboe Do 0 PrinseE
Rozemond 4 Vrouwtje Ulebuut 6 IJs-
mannetje 5 Boschviooltje 0 Rozen
elfje 3 Jupiter 6 Papavertje 4 De
kleine Kweeker 6 De kleine Monteur
5 De kleine Jager 6 Prinses Libelle 3
Soeraya 6 Dempsey 4 De Schippe-
rin 6 Winnetou 4 Lilian 6 TooneeJ-
speler 5 Moeders Oogappel 5 Padde-
stoeltje 6.
BRIEVENBUS
Brieven aan de Redactie van öe
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, v. d. Vinnestraat 21rooü.
In de bus gooien zonder aan
bellen.
DANSERESJE. Ja hoor. je mag
best „lieve tante" boven je brief
zetten .Ik kan me begrijpen, dat je
blij zal zijn, ais je vriendin weer te
rug is. Dat opstel heb je toch zelf
niet bedacht. Het verhaaltje kwam
me heel bekend voor. Je raadsels zijn
goed.
BLOEMEN ELFJE. Dat is nog
eens fijn, dat je fiets weer in orde
wordt gebracht. Ik vind het heele-
maal niet kinderachtig, dat je graag
slagbalt. Dat is een heel gezonde
sport. Heb je al iets van Bloemen
godin gehoord? Gaat het naar je zin
in je betrekking?
HAGEROOS. 't Is zeker altijd
feest, als je broer thuis komt, 'k Hoop
dat de verrassing naar je zin is. Leuk
dat je ook meedoet aan de klepper-
marsch. Je hebt keurig geschreven.
DE KLEINE BAKKER en HANSJE
TEDDYBEER. 'k Wensch jullie
morgen een vroolijken avond toe. Doe
vanavond nog maar eens je uiterste
best op de generale repetitie. Wat
ec*n grappige gewoonte om op je
laatste velletje postpapier leelijk te
schrijven.
VIOLEN BLOEMPJE. Gelukkig,
dat de gezusters weer opknappen. En
slaap Je nu weer in je eigen kamer
tje? Prettig, dat je vriendinnetje bij
Je mocht spelen. Heb je de kleur
plaat al ingezonden? Was Ans niet
blij met Je mandje?
LATHYRUS. Hoe gaat het er nu
mee? Maak Je alle dagen een wan
delingetje? Je prijs ligt. nog steeds op
je te wachten. :k Ben blij. dat zus
was minder hoest.
APPELTJE. Je raadsels zijn
goed, De zwemtijd breekt ook wel
weer aan. 't Is juist in ons kikker
landje zoo mooi geregeld, dat elk
jaargetijde zijn eigen genietingen
heeft.
APPELMOOTJE. Wat je niet
goed kunt. vind je in den regel ook
niet. prettig. Zondagmiddag zit jij
dus op 't voetbalveld. Geloof je niet.
dat H F. C. winnen zal?
KNAGELIJNTJE. 't Zou aardig
2ijn, als broertje op zijn verjaardag
kor. loopen. Misschien verrast hij
Jullie daar wel mee. Kan hij ook al
een beetje praten?
W. v. d. L. Welk boek lees je nu
uit O. B Mijn dank voor je mooie
kaart van Luxemburg. Daar zou ik
van den zomer wel eens naar toe