r/ ft HUISVLIJT POPPEN MEUBELEN BANKJE Evenals bij de stoeltjes beginnen we v*"or rrrt den achterwand zie flg. 1). De maten zijn op de teekening alle aangegeven. De zijwanden, die we volgens fig. 2 uitzagen, timme ren we tegen den achterwand. De zitting komt 6.5 c.M. van den onder kant (zie stippellijnen fig. 1 en 2) en steekt 1/2 c.M. naar voren, de hoek jes afgerond. 1/2 c.M. van den onder kant brengen we nog een plankje aan. van voren aansluitende met de zijwanden. Zoodoende ontstaat een kleine bergplaats, die we door c*:n tüsschenschot nog in tweeën ver- deelen. (Zie de schets). De afmetin gen van zitting, onderplankje en tüs schenschot heb ik niet aangegeven, daar die afhangen van de dikte van *t hout. Wanneer de zijwanden aan den achterwand verbonden zijn. ne men we zelf precies de maten. Het model, op dezelfde manier geschil derd als de stoeltjes en 't iedikantje Is in de Tijdingzaal aanwezig ter be zichtiging. <9 Rustenburgerlaan 23. A HSc-t'U. •N i i - - - - «c V /to 4' -<x, DE EERLIJKE VINDER. De winter was gelukkig al weken lang uit het land vertrokken en reeds maakte men afspraakjes voor de komende Pinksterdagen. Een ieder verlangde er naar om eens flink van de zonnewarmte en de buitenlucht te profiteeren, want de winter was ongekend streng geweest. Het had bijna twee maanden achtereen ge vroren en zoo erg, dat zelf de oud ste menschen zich niet konden her inneren ooit zulk een koude te heb ben beleefd. Hu....! Men kon nog rillen als men er aan docht. Maar nu was het prachtig! Op het harde vriezen was een heerlijk voorjaarszonnetje gevolgd, dat voor- loopig geen plannen scheen te heb ben zich door een der andere natuur elementen te laten verdringen. Het gras en de bloempjes in bosch en veld waren in een oogwenk uit den grond geschoten; de boomen lieten hun knoppen vlug openspringen en prijkten weldra in een keurig en frlsch groen kleed. Nu zeiden de oude menschen weer, dat zij zich niet konden herinneren ooit zulk een prachtig voorjaar te hebben beleefdMaar dat was natuurlijk maar een grapje! Alles leefde opnieuw. Het vee in de weide en de vogels in de lucht, de vlsschen in het water, ja zelfs de In secten in den grond! Alles was ge lukkig en blij, dat het dan toch ein delijk weer warm geworden was. Geen wonder, dat Jan en Lies op de gedachte kwamen hun nichtje voor de Pinksterdagen te Iogeeren te vragen, Annie, het nichtje, was wel een paai- jaartjes ouder, maar zii was zulk een gezellige kameraad op de wandeling, dat de tweelingen (want dat waren Jan en Lies) geen grooter vreugde kenden, dan haal bij zich te hebben. Annie woonde in een groote stad en Jan en Lies op het platteland. Zij logeerden dikwijls bij elkaar. Des winters in de kerstvacantie gingen de „boertjes" naar de stad en des zo mers kwam de „stedelinge" naar het land! Mooier kon het wel niet! En Annie kwam ook nu. Hartelijk werd zij ontvangen en dadelijk moest zij mee, het dorp in, om de gemeenschappelijke kennissen te begroeten. Eerst naar Hein, de vriend van Jan, die echter pas een geducht standje van zijn vader had gehad en daardoor niet erg spraak zaam was. Toen naar Grada, de vriendin van Lies, die gelukkig be ter te spreken was. En toen nog naar een heeleboel andere kennissen, die allemaal blij waren Annie nog eens weer te zien. Zoo werd het spoedig avond, dien eersten dag, en moesten de drie ka meraadjes er toe besluiten hun bed den op te zoeken. Liever zouden zij opgebleven zijn om honderd uit te babbelen, maar nacht is nacht, niet waar, en dan moet men slapen Den volgenden dag zou het Pink ster zijn en daarom zei Annie onder het uitkleeden: „Zeg, nu het zulk prachtig weer is, moesten wij morgen maar heel vroeg opstaan en Pinksterbloemen gaan plukken, Ik heb zoo lang op de harde straatsteenen geloopen dat lk nu wel weer eens het zachte gras on der mijn voeten wil voelen!" „Een pracht-idee!" vond Jan en ook Lies stemde daarmee in: zij voor al hield er wel van om vroeg op te staan. „Afgesproken?" vroeg Annie. „Ja!" zei Jan. „Goed!" commandeerde Annie, „verdwijn dan en ga naar je eigen kamertje, anders komen wij nooit in bed. Vooruit, schiet op!" en gelijk duwde zij haar neefje de kamer uit. die zich haastte om te „verdwijnen" want voor Annie's stevige knuisten had hij wel een beetje respect. Lies lachte zoo hard als zij kon. Die Annie deed altijd zoo graDpig en zij was blij even met haar alleen te kunnen zijn. Lies had al telkens dien dag naar Annies hals gekeken. Daar was iets wat er vroeger niet was. Nu kon zij eens even vragen waar dat wonderding vandaan kwam. „Zeg. Annie, wat heb je een prachtig hangertje! Hoe kom je daaraan?" vroeg ze. „Van vader!" antwoordde Annie, In haar hart blij, dat Liesje het zoo mooi vond. „Gekregen voor m'n Sint Nicolaas; 't is een echte steen uit een broche van mijn grootmoeder!" „Prachtig!" vond Lies en voor zichtig streek zij evr-n met haar hand over het werkelijk fraaie sier raad. Even babbelden de beide meisjes nog na. maar spoedig zochten zij haar bedden op en vielen weldra in slaap. Het was nog maar even zes uur, dien volgenden dag, dat Jan al met zijn beide vuisten op de deur stond te beuken. ..Denk aan de Pinksterbloemen!" schreeuwde hij, „anders zijn ze alle maal al weggeplukt!" Maar die vrees had hij niet behoe ven te koesleren, zooals een uurtje later bleek. De weilanden stonden vol en de kinderen genoten zoo, dat zij nergens anders oog voor had den, dan voor de prachtige natuur. Zij plukten de bloemen overal en verzamelde een ruiker, waar men wel drie vazen mee kon vullen. Pik, die ook meegegaan was. blafte. Lachend en pretmakend dwaalden zij door het hooge gras, tot opeens Annie een gil gaf. De twee anderen bleven verschrikt staan. „Wat is er?" vroegen zij bijna te gelijk. Maar Annie gaf geen antwoord. Zij streek met haar hand tastend over haar borst en zocht in gebukte hou ding het gras af. ..Ben je het hangertje kwijt?" vroeg Lies hevig verschrikt. „Ja!" snikte Annie, terwijl de tra nen haar reeds over de wangen rol den. Dadelijk begonnen Jan en Lies mee te zoeken, heel stil, want zij durfden niets te zeggen. Annie was vreeselijk van streek, dat konden zij goed zien. Weg was de pret, weg de vreugde om het mooie weer.weg ook het hangertje met aen echten steenvader's aandenken van zijn moeder! De kinderen zochten overal en za gen niet, dat er van achter uit het weiland een vroolijke koe op hen kwam toedraven. Het beest maakte de vreemdste sprongen en zwaaide den kop zoo gek, dat Jan, toen hij eindelijk opkeek, een schreeuw van schrik gaf. „Pas opl" riep hij en tegelijk koos hij het hazenpad. De meisje lieten niet lang op zich wachten. Het scheen wel alsof zii in het donkere Afrika een leeuw ont moet hadden, zoo liepen zij en de koe draaide hen maar steeds na. Bulten adem bereikten zij einde lijk het hekje, dat het weiland af sloot. Als dollemannen klommen zij er over en bleven toen bevend en ge lukkig weer met een gevoel van vei ligheid staan. De koe stond nog aan de andere zijde met haar glazige oogen verbaasd naar de kinderen te staren.... Alleen Fik had nog wat moed! „Het dier is zeker kwaad, omdat wij een paar bloemetjes kwamen plukken," lachte Liesje maar dade lijk zweeg zij, toen zij de verdrietige oogen van Annie zag. „O, ja, het hangertje!" schoot het door haar hoofd. Annie keek strak voor zich uit. „We kunnen niet naar huis gaan, zoolang ik het hangertje niet terug heb, hoor!" zei zij zacht. „Ik zou geen raad weten, als het niet terecht kwam. Het was het eenigstê aanden ken, dat vader van zijn moeder had en ik mocht het dragen omdat ik zooveel op grootmoeder gelijk!" „Dat lamme beest!" schold Jan, „als dat nu maar wegging, konden wij het weiland weer ln!" Maar de koe dacht er niet aan om heen te gaan. Zij vond het blijkbaar wel gezellig zoo'n praatje van de kinderen af te luisteren. Het stomme dier had echter niets kwaads in den zin; het was ook alleen maar vroo- lijk en dartel omdat het weer voor jaar was. Zij kon het niet helpen, dat de kinderen bang voor haar waren weggeloopen. „Koetje," sprak Lies zoo lief mo gelijk, „koetje, ga nu weg. We moeten in het land zijn om een hangertje te zoeken, begrijp je dat dan niet. Hè, koetje, ga dan weg Jan kon het niet helpen maar hij schoot even in den lach. Die Lies ook met haar „Koetje, koetje!" Het koetje ging echter niet weg. Integendeel, het kwam nog een stap je dichter naar het hek. En toen deed het ineens den bek open, zoo ver, dat Lies van schrik achteruit sprong. „Ahoe-oe-oe-oeiklonk het en het volgend oogenblik zagen zij het dier den tong uitsteken en Iets zwarts uit zijn bek vallen „Het hangertjeriepen de drie in koor. En zoo was het. De koe had het hangertje laten vallen en keek nu weer dom voor zich uit, terwijl het den kop over het hek schuurde. Jan bukte zich snel en graaide vlug tusschen de latten van het hekje het hangertje naar zich toe. Annie slaakte een kreet van vreugde en klemde het kleinood in haar han den. „Begrijp jullie nu zooiets?" vroeg Jan ten zeerste verbaasd, „hoe komt die koe daar nu aan?" „Natuurlijk bij het grazen mee naar binnen gekregen en gelukkig niet ingeslikt!" veronderstelde Lies. „Zeg wel „gelukkig", vond Annie, „als het ingeslikt was, had ik het nooit meer terug gekregen!" En op eens lachte zij weer als altijd. „Hoor eens, koe!" gierde zij, „je bent een eerlijke vinder en je moet beloond worden. Daar. En plotseling gaf zij den dommen koeien kop, die slap over het hek hing een zoen, om dadelijk daarna de vlucht te nemen, zoo bang was zij. dat het dier haar nog Iets zou doen Jan en Lies holden haar krom van het lachen na. Wat een mop ook! POSTZEGELRUBRIEK XIV. (Slot) In 1924 werd een nieuwe serie voor de vliegpost uitgegeven. Een vlieg machine zweeft boven de stad, met in de vleugels 't woord: „Flugpost". Aan de bovenzijde hebben we ln 't midden het wapen der stad met aan weerszijden het waardecijfer. On deraan staat de landsnaam vermeld. Er verschenen: 10 pfennig (rood), 20 pfennig (rose) 40 pfennig (bruin), 1 gulden (groen) en 21/2 gulden bruin-violet i. Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.3 c.M. behalve voor de 2 1 !2 gld., die in groot formaat verscheen en waarvoor 't 4.5 bij 2.8 c.M. is. Gedurende 1924—'25 werden de pfennigwaarden der laatste serie overdrukt met het woord „Dienst- marke'. Het waren 5 pfennig (oran je), 10 pfennig (groen), 15 pfennig (grijs), 15 pfennig (karmijn), 20 pf. (karmijn en rood), 25 pfennig (grijs en rood), 30 pfennig (geelgroen en rood), 35 pfennig (blauw», 40 pfen nig (donkerblauw en lichtblauw), 50 pfennig (blauw en rood) 75 pfennig (lila en rood). Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.3 c.M. Zie voor de indeeling 't schetsje. tgjïft. v/V/ "ft V ,y/ J'A/ V <W. ■V "/f.y// Nu Danzig is afgehandeld, is mijn plan volgende week met Hongarije te beginnen. De Hongaarsche zegels zijn rijk aan verschillende soorten watermerken; vooral de bekende se ries, waarop de kroon met een vo gel er boven, 't Is wel interessant deze watermerken uit te zoeken, doch 't wordt tamelijk uitvoerig. Mijn plan is daarom deze watermer ken maar te laten rusten en de ver schillende series slechts éénmaal te behandelen". Mochten er echter on der de rubrlekers zijn, die dit land zelf opzetten en graag deze zegels op watermerk verzamelen, laten die 't mij kenbaar maken, dan kan ik 't alsnog doen. Ik moet dit echter zoo spoedig mogelijk weten. Nieuwe deelnemers: 327. Reindert Nesschaert, Sant- pooi terstraat 12. 328. Maarten Koel, Frans Hals straat 18. 329. Jan Koel, idem. 330. Koen Meijers, Gen. Botha- Btraat 02. Koen vraagt mij of er nog voor waarden aan verbonden zijn, als hij aan deze rubriek meedoet. De eenige vooi-waarde is: 't Reglement goed lezen en te doen wat daarin staat. Alleen 't inzenden van dubbele zegels behoeft niet in boekjes te gebeuren; deze kunnen bij mij in een enve loppe ln de buurt gedaan worden. Koon mag bij mij een paar mooie ze gels komen uitzoeken. S. Rustenburgerlaan 23. ONZE BIBLIOTHEEK. MEDEDEELINGEN Deze week heb ik de boekenlijst verspreid, die ikzelf tot No. 73 heb ingevuld. De boeken, na dit nummer zni ik geregeld ln deze rubriek ver melden, zoodat jullie ze gemakkelijk in je boekenlijst in kunt vullen. Zorg er echter voor steeds enkele open plaatsen te hebben op je kiesbiljetje, zoodat je steeds enkele andere boe ken in kunt vullen. Ik wijs er nogmaals op, dat zon der hot toonen van de deelnemers kaart GEEN boeken geruild kunnen worden. De enveloppe met boeken lijst mogen jullie wel thuis laten. De nieuwelingen verzoek ik be leefd, hun opgave te doen 's Maan dags n.m. na 8 uur (Klein Heiligl. 66) oi Dinsdag na half zes (Gr. Hout straat 155z.) Een vriendelijke onbekende dame dank ik hartelijk voor de ontvangen J 2— Ik ben er thans in geslaagd om een geheele serie jongensboeken in O. B. te plaatsen. De meis jes, die een mooie serie meisjes boeken weten, willen mij dat wel even "schriftelijk mededeelen. Van de jongensserie zullen er iedere maand 4 ln O. B. worden op genomen. NIEUWE BOEKEN 73. Ursula, E. de Pressencé. 74. Wilde Bob van C. Joh. Kieviet. 75. Uit het leven van Dik Trom, C. Joh. Kieviet. 76. De theepartij in het spreewoud, M. Ludolfs. 77. Niek van den bovenmeester, W. G. v. d. Hulst. 78. Boschoord, E. de Pressencé. 79. Een gelukkig gezin, E. de Pres sencé. 80. Klein begonnen, A. J. Hoogen- birk. 81. Stuurman Doedelzak, F. H. van Leent. 82. Dertien jaar krijgsgevangene, J. G. Kramer. 83. Frida en haar nichtjes, Agatha 84. Adolf en Clara, P. J. Andries- sen. 85. De deserteur, P. J. Andriessen. 86. Het begin van den strijd, P. J. Andriessen. Wil Betsy Schrander mij even me dedeelen of ze nog wenscht deel te nemen aan Onze Bibliotheek? W. LASSCHUIT. Groote Houtstraat 155z. DE WEDSTRIJD. Inzending ontvangen van: ABOE DO, oud 10 jaar. ATTALANTA oud 11 jaar. RAADSELS (Deze raadsels zijn ingezonden door Jongens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.) Iedere maand worden onder de beste oplossers vier boeken verloot. AFDEELING 1 fLeeftijd 10 jaar en ouder.) 1. (Ingez. door Danseresje.) Mijn geheel is een Rubriekertjes- naam van 18 letters. 10 10 9 is een familielid. 1 2 3 13 15 is een merk van een potlood. 6 5 7 is een boom. 4 5 6 is een verkorte meisjesnaam. 8 10 9 moet Je op school maken. 17 18 12 is een meisjesnaam. 9 10 11 12 13 14 15 is een ambacht. 16 0 18 11 is een lichaamsdeel. 2. (Ingez. door Ambachtsman.) Strikvragen. a. Wat doen alle menschen tege lijk op de wereld? b. Welk paard ziet van voren even goed als van achter? c. Wie sterft, als hij zichzelf ver slonden heeft? d. (Ingez. door Danseresje.) Er branden 12 kaarsen. Als ik er 4 uit blaas hoeveel blijvch er dan nog over? e. Welke snijder gebruikt mes noch schaar? f. Welke pot brengt ruzie in het huisgezin? (Ingez. door den Kleinen Kwee- ker). Van welken regen houden wij allen? h. Hoe lang slaapt een ezel? 3. (Ingez. door Arretje Noff.) Neem uit onderstaande plaatsna men telkens één letter, zoodat ge een nieuwen plaatsnaam krijgt. Den Burg, Hoorn. Weesp, Breuke- len, Loenen. Bunschoten. Spaken burg. 4. dngez. door Hagenaar.) Ver borgen beroepen, a. Wat doet Otto Bapkcrnk? b. En Bouw Rierelb? c. En Leen Pootreles? 5. (Ingez. door Tiiburgertje.) Mijn geheel Is een spreekwoord van 35 letters. 25 26 27 is een lidwoord, evenals 1 2 3 4 5 0 is een lichaamsdeel. 7 8 8 9 ziet men wel in een op tocht. 10 11 12 is een boom. 13 14 15 10 17 18 19 is een ander woord voor onderwijzer. 20 21 23 is een ander woord voor tam. 22 24 is de verleden tijd van eten. 25 29 30 31 32 geeft warmte. 28 26 27 ls een hoofddeksel. 28 29 30 31 32 is een mooi dier. 33 34 35 koopt men bij den slager. 6. (Ingez. door Pioenroos.) Neem uit onderstaande plaatsna men telkens één letter, zoodat ge een Rubriekertjesnaam krijgt. Haarlem, Goes, Domburg, Breda, Waalwijk, Beerta, Zaandam, Scha- gen, Ierseke, Zalt Bommel, Joure, Sn eek. AFDEELING II. (Leeftijd 9 jaar en jonger.) 1. (Ingez. door Hagenaar.) Neem uit onderstaande plaatsna men telkens één letter, zoodat. ge een hoofdstad van een onzer provinciën krijgt. Goes, Den Haag, Haarlem, Rotterdam, Dordrecht, Olst, Gronin gen, Wijhe, Arnhem, Barendrecht, Rolde, Scheveningen, Schoonhoven, Utrecht. 2. (Ingez. door Dempsey). Strikvra gen. a. Als ik mijn jas omkeer, wat krijg ik dan? b. Wat is soms groot, soms klein, maar altijd een voet lang? c. Welk vat wordt door geen kui per gemaakt? 3. (Ingez. door Tiiburgertje.) Wat doet Rudi Keem? 4. (Ingez. door Zilverlokje.) Neem uit onderstaande Rubrieker- tjesnamen telkens één letter, zoodat ge weer een Rubriekertjesnaam krijgt Roodborst je, Het Groentje, Duizend- schoontje, Mannetje, Boschelfje, Alba 5. (Ingez. door Roodwangetje.) Tweemaal 1 en tweemaal B Eenmaal o en tweemaal e Dan ten slotte tweemaal 1, kom. nu kent ge me toch wel. 6. (Ingez. door Goudsterretje.) Ik ben een straat in Haarlem van 16 letters. l 2 3 4 5 0 is goed voor zieken en zwakken. 7 8 9 10 11 12 is iedere man. 13 14 15 10 fe in een bosch. Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDEELING I. 1. Danseresje. 2. a. Aan de buitenzijde, b. Omdat hij er niet door kan kijken. 3. a. Glasblazer, b. Australië, c. Nova Zembla. d. Nieuw Guinea, e Groot Brittannië. 4. Prinses Rozemond. 5. Ostende. 6. Als de kat van honk is. dansen de muizen op tafel. AFDEELING II 1. Blond ir/\ 2. Beter hard geblazen dan de mond gebrand. 3. a. Schoenmaker, b. Goudsmid 4. a. Seringen, b. Letter D. c Hef- boomen, d. ijs. 5. Winnerwinter. 6. De kleine Violist. Goede raadseloplossingen ontvan gen van: Hadschi Halef Omar 6 Obione 6 Zevenster 6 Rijstepikkertje 6 De kleine Metselaar 6 Snibbeiaartje 6 De kleine Violist 6 De kleine Vogelvriend 6 Arretje Noff 0 Hagenaar 0 Wenda 6 iPet Hein 6 Berliner Bol 6 Fabrieks- monteurtje 6 De kleine Lord 6 Kna- gelijntje 6 Juffertje Lachlust 5 Ap peltje 6 Appelmootje 0 Violenblocm- pje 4 De kleine Bakker 6 Hansje Teddybeer- 0 Hageroos 5 Wilgenroosje 6 Capricornus 4 Robbedoes 4 Libra 4 De kleine Timmerman 6 Danseresje 4 Hebatje 6 Bellefleur 6 Annie v. Eg mond 6 Goudrelnet 6 Roctkopje 6 A. Strin gers 0 Puckie 5 Coudoogje 3 Juffer tje Schrijfgraag 6 Zilverlokje 6 Ap pelsnoetje 0 Het Groentje 6 Meer koet 6 Pelikaan 6 Dwingeland 6 Shippy 5 Aitalanta 6 Bloemengodin 6 Goudsterretje 5 't Kloppertje 5 Redneb 6 Heliante 6 Juffertje Wild zang 0 Witte van Haemstede 6 Boe- kcnverslindsler 6 Brlllantster 6 Koe koek 4 Roodborstje 4 Damiaatje 4 Amico 0 Zangvogeltje 6 Jan Trip 6 Jan Tree 6 Chauffeur 6 Huishen 6 Aviateur 6 Dierenvriend je 6 Draaitol 6 Roodwangetje 6 Pioenroos 0 Tii burgertje 0 Den Frederik 6 Bloze Kriekske 6 Sering 5 Baby Peggy 6 Kwikstaart 2 Groenling 6 De Woud- looper 6 Krielkip 6 Blauwoogje 5 Dc kleine Bouwer 5 Floris V 6 Poppen- moedertje 4 De kleine Gymnast 4 Rijstepikkertje 0 Krullebol Steil- haar 6 Sarina 6 Bloemenfee 0 Va ders Hulp 3 Blondine 5 Croco 0 Mar griet 4 Blondine 2 Kaboutertje Blondkopje 3 Rompelsteeltje 4 Al penroosje 4 De kleine Schaatsenrij der 4 Boschwachter 5 Schaatsenrij der 0 Boschelfje 4 Obione 0 Zeven ster 0 Eenigst Kind 6 Betsy v. Berg 6 T. v. Norde 4 Boterbloempje 2 Sultan Elbrahim 5 o 4 Meidoorntje 0 Blondkopje 6 Aboe Do 0 PrinseE Rozemond 4 Vrouwtje Ulebuut 6 IJs- mannetje 5 Boschviooltje 0 Rozen elfje 3 Jupiter 6 Papavertje 4 De kleine Kweeker 6 De kleine Monteur 5 De kleine Jager 6 Prinses Libelle 3 Soeraya 6 Dempsey 4 De Schippe- rin 6 Winnetou 4 Lilian 6 TooneeJ- speler 5 Moeders Oogappel 5 Padde- stoeltje 6. BRIEVENBUS Brieven aan de Redactie van öe Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN, v. d. Vinnestraat 21rooü. In de bus gooien zonder aan bellen. DANSERESJE. Ja hoor. je mag best „lieve tante" boven je brief zetten .Ik kan me begrijpen, dat je blij zal zijn, ais je vriendin weer te rug is. Dat opstel heb je toch zelf niet bedacht. Het verhaaltje kwam me heel bekend voor. Je raadsels zijn goed. BLOEMEN ELFJE. Dat is nog eens fijn, dat je fiets weer in orde wordt gebracht. Ik vind het heele- maal niet kinderachtig, dat je graag slagbalt. Dat is een heel gezonde sport. Heb je al iets van Bloemen godin gehoord? Gaat het naar je zin in je betrekking? HAGEROOS. 't Is zeker altijd feest, als je broer thuis komt, 'k Hoop dat de verrassing naar je zin is. Leuk dat je ook meedoet aan de klepper- marsch. Je hebt keurig geschreven. DE KLEINE BAKKER en HANSJE TEDDYBEER. 'k Wensch jullie morgen een vroolijken avond toe. Doe vanavond nog maar eens je uiterste best op de generale repetitie. Wat ec*n grappige gewoonte om op je laatste velletje postpapier leelijk te schrijven. VIOLEN BLOEMPJE. Gelukkig, dat de gezusters weer opknappen. En slaap Je nu weer in je eigen kamer tje? Prettig, dat je vriendinnetje bij Je mocht spelen. Heb je de kleur plaat al ingezonden? Was Ans niet blij met Je mandje? LATHYRUS. Hoe gaat het er nu mee? Maak Je alle dagen een wan delingetje? Je prijs ligt. nog steeds op je te wachten. :k Ben blij. dat zus was minder hoest. APPELTJE. Je raadsels zijn goed, De zwemtijd breekt ook wel weer aan. 't Is juist in ons kikker landje zoo mooi geregeld, dat elk jaargetijde zijn eigen genietingen heeft. APPELMOOTJE. Wat je niet goed kunt. vind je in den regel ook niet. prettig. Zondagmiddag zit jij dus op 't voetbalveld. Geloof je niet. dat H F. C. winnen zal? KNAGELIJNTJE. 't Zou aardig 2ijn, als broertje op zijn verjaardag kor. loopen. Misschien verrast hij Jullie daar wel mee. Kan hij ook al een beetje praten? W. v. d. L. Welk boek lees je nu uit O. B Mijn dank voor je mooie kaart van Luxemburg. Daar zou ik van den zomer wel eens naar toe

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 16