HAARLEM'S DAGBLAD
H. D. VERTELLINGEN
MODEL-HOEDEN
vé.
is prachtiè voor
het behoud van
een èezonde
en mooie huid.
HET MEDAILLON VAN
LORD STAIR
MAANDAG 18 MAART 1929
DERDE BLAD
(Nadruk rerboden; auteursrecht voorbehouden.)
„Holland-Zwitserland"
door VAND.
„Wilhelmus Fahan Nahassouwe, ben ik van
Duihuitschen bloed"!
Ruw werd ik opgeschrikt uit m'n zoeten
droom, waarin Ramona en haar interessan
ten Indiaan verwerkt waren. Broertje Piet
was boven op m'n bed geploft en duwde me
het ochtendblad onder m'n slaperige oogen.
„Kijk eens Els, wat een leuke kiek, ze
lachen allemaal. Moet je Van der Meulen
zien! Welke vind je de leukste?"
Ik gaf hem, in het zéér kort, te kennen,
dat ik zóó vroeg 's morgens geen keus kon
doen uit 11 voetballers, dat ik bovendien de
Zondagsrust wenschte hoog te houden, door
lang uit te slapen en er tevens niet aan
dacht, me te bemoeien met een voetbalwed
strijd, die pas dien middag zou plaats
vinden.
Teleurgesteld over m'n gebrek aan interes
se, blies ie met z'n elf koppen den aftocht en
vermaakte zich en mij met het verder-aan-
leeren van het Wilhelmus, waarmee hij
-'s middags f 25 hoopte te verdienen tijdens
den massazang op 't Stadion. Edelmoedig
had hij al bij voorbaat de helft aan z'n fa
milie afgestaan.
Het torenhoog gejubel van Piet, die de in
ternationale match in 't vooruitzicht had,
vernietigde m'n hoon; nou eindelijk eens te
kunnen uitslapen. Alle paeragogisebe mid
delen, om hem te doen zwijgen, wendde ik
aan.
't Beloofde hem kauwgom en een nieuwe
voetbalveter, 't Dreigde hem met een op
stopper en met het feit, dat ie niet zou mo
gen gaan 's middags, 't Werkte op z'n ge
moed, door te zeggen, dat hij eigenlijk van
ons eischte, dat we allemaal in de houding
naast ons bed gingen staan, gedurende z'n
gezang.
Onvermurwbaar bleef ie. Hij moest oefe
nen, oefenen en nog eens oefenen voor
7s middags zelfs m'n bedreiging, dat Holland
zeker zou verliezen, als hij zoo plaagde hielp
niet.
Ik begroef m'n hoofd diep in m'n kussen
en gaf Piet de verzekering dat ie 's middags
schor zou zijn, waarop hij 't, Wilhelmus om
zette in het Volkslied: „Trap. trap, trap dan
toch -Tap".
Toen heb ik Clinge Doorenbos verwenscht
en ben opgestaan, "t Zonnetje vergoedde héél
veel.
's Middags leefden we per radio met Piet
mee. Hij had ons beloofd, dat hij om pre
cies kwart over drie héél hard „Hup Hol
land" zou roepen, hetgeen we natuurlijk wel
zouden hooren, in aanmerking genomen z'n
training van dien morgen.
We genoten van de stem, die ons toe-toe-
t.erde „Van der Meulen werkt goed weg,
trapt naar Van Kol; deze schiet naar Tap;
Tap rent langs de lijn, geeft de bal over aan
Bakhuis; Bakhuis schiet!maar... En
we rolden terug in onze stoelen, terneerge
slagen over het mislukken van zoo'n pracht
kans.
Telkens en telkens weer kwam de stem die
ons opjoeg en met openhangende monden
en krampachtig om de stoelleuning geklem
de handen deed mee-voetballen, die ons va^
achter- uit onze gemakkelijke stoelen deed
opveeren in heerlijk élan.
We juichten mee, met het donderend ge
loei, dat twee maal vlak na elkaar uit de
menschenmassa opsteeg, bij de Hollandsche
goals.
We zwegen sportief bij het gemaakte pe
nalty-doelpunt en verheugden ons in
Zwitsersche goals, die ze, voor zoover we
konden nagaan, verdiend hadden.
Jammer was 't, toen het eindsignaal klonk.
Op het overzicht, dat de heer Hollander over
den wedstrijd gaf, hadden we niets aan te
merken. We veranderden alleen de „plan
kenkoorts", die de overigens uitstekend spe
lende debutant Gerritsen had gehad, in
„Moeraskoorts", gehoord den toestand van
het veld.
„Zoo wil ik nog wel eens naar een voetbal
match", zei m'n zuster sportief, en dronk
haar kopje thee leeg.
Een paar uur daarna kwam Piet thuis en
kregen we opnieuw een verslag van den strijd,
thans verluchtigd met „enkele" levende beel
den.
„Van der Meulen viel uit, zóóen met
donderend geraas stortte Piet zich languit op
den vloer en sloeg een denkbeeldigen bal door
de kamer heen.
„Nee. maar zeg, dan die Zwitsersche kee
per, die was reuze. Met z'n lange armen sloeg-
ie alle ballen uit z'n doel't Was jammer
van Van Nellen zeg! Hij kreeg direct na 't be
gin al een trap! Het kraakte heelemaal, heb
ben jullie 't niet gehoord?"
„Nou en óf, we dachten dat de tribune in
elkaar zakte", gaven we toe.
„'fc Was echt vuil. Hebben jullie me nog hoo
ren schreeuwen, 'k heb héél lang Holla aand
geroepen, om kwart over drie".
De meeningen hierover waren verschillend.
De één had hem zeker gehoord, en de ander
wist- zich te herinneren, dat juist toén de
muziek langs het tentje trok, waardoor 't on
mogelijk was geweest iets van Piets stem te
hooren.
„Piet", vroeg ik. „Heb je je vijf-en-twintig
gulden direct meegebracht, of storten ze 't
op onze giro-rekening?"
„Net zoo flauw zeg, d'r was geen massazang.
Jammer, hè?" vond Piet.
„En nou had je nog wel zóó geoefend.
Enfin, da's dan vast voor den volgenden keer,
dan hoef je me tenminste niet nóg eens te
wekken met ons volkslied", troostte ik hem
en mezelf.
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL.
PHOENIX TË ZANDVOORT.
HANENGEVECHT
door
D. H. SCHEFFER.
Een jarenlange praktijk van recensent
heeft mij in sommige opzichten nog nooit
wijzer gemaakt. In het programma van de
fcooneèlvereeniging Phoenix te Zandvoort
stond - te lezen, dat de voorstelling precies
om 8 uur begon. Dus was ik om 8 uurin
Monopole present. Ik zat er niet twee dames,
één meneer, 4 kellners en een jazz-band!
Hieruit bleek mij, dat de dilettanten in
Zandvoort al precies gelijk zijn aan de dilet
tanten te Haarlem, IJmuiden en overal
elders en dat „8 uur precies" ook daar be-
teekent „ongeveer om half negen".
"Ook in de pauzes gaven de Zandvoorters
den Haarlemschen collega's niets toe en de
souffleur speelde er al een even belangrijke
rol als overal elders! Dilettanten blijven zich
steeds van de Noordpool tot de Zuidpool ge
lijk!
Bij deze eerste kennismaking met de
tooneelvereeniging Phoenix zag ik er het bij
liefhebbers zoo populaire blijspel „Hanen
gevecht". Men vertelde mij, dat bij deze
voorstelling de „eerste krachten" in de zaal
als toeschouwers zaten en men het werk op
het tooneel in Scheffer's stuk aan de jongere
en minder geroutineerde werkende leden had
overgelaten. Dit moesten andere vereenigin-
gen althans wanneer zij over een voldoen
de aantal spelers beschikten nu en dan
ook eens doen. Het stelt jonge krachten in de
gelegenheid te toonen wat zij kunnen pres-
teeren en de leider zal na een dergelijke proet
neming allicht een grootere keuze voor de
rolverdeeling van de volgende stukken heb
ben. Dit kan een zoo. groot voordeeel voor
da vereeniging blijken te zijn, dat men het,
nadeel van een enkele zwakkere voorstelling
er voor over moet hebben.
Het zou onbillijk zijn na een voorstelling
door den „tweeden ban" een definitief oor
deel over deze mij tot nu toe onbekende
vereeniging uit te spréken. Het was aan het
geheel wel duidelijk te merken dat de routine
bij enkelen ontbrak. Vooral kwam dat- uit. bij
de „groote momenten", wanneer alle spelers
op het tooneel waren, zooals aan het slot van
II. Dan stonden de spelers te veel apart, was
er te'weinig samenspel en daardoor te weinig
sfeer. Dit, was trouwens het doorgaand ge
brek aan deze opvoering.
Sommige;» zooals Loes en Christiaan speel
den individueel lang niet onaardig, maar de
spelers stonden over hst algemeen te veel
afzonderlijk, het spel greep niet in elkaar,
men wist blijkbaar soms niet, waar men
staan of locpen moest. Maar dat is van
jonge krachten, die niet dikwijls samen spe
len. ook moeilijk anders te verwachten.
Vooral in het eerste bedrijf waarin het on
gezellig décor en de allerminst huiselijke
aankleeding ook niet medewerkten ont
brak het aan sfeer en stemming op het too
neel. In IE in het atelier vair Christiaan,
werd het veel beter.
Er zijn onder de jonge spelers van Phoenix
wel aardige krachten, waarvan de leider in
de toekomst profijt zal kunnen trekken. Zoo
bewoog Loes siej. M. Vedder zich vrij
en gemakkelijk op het tooneel; al waren
haar bewegingen vooral van haar armen
nog wat stereotiep. Maar zij speelde toch
niet onverdienstelijk in de richting van het
vroolijke, behaagzieke bakvischje. Alleen be
greep ik niet goed. waarom de zoen aan
Christiaan achter het gesloten doek moest
gegeven worden. Wij hadden dat toch wel
mogen zien! Van Christiaan de heer J. C.
Roukens had ik in het. begin toen hij
meer een onhandig speler dan een onhan
dige jongen was v/einig verwachting,
maa- in II viel hij mij bijzonder mee. Hij
was in de scène met- Loes zeker niet te min
ste van de twee. Trixy mej. T. van der
Weerd kreeg een open doekje in I, wat zij
waarschijnlijk te danken had aan haar kod
dig en goed volgehouden Engelsch accent.
Het min of meer stijve in haar spel paste
wel bij deze Engelsche juffrouw met het
verliefde hart.
De heer H. L. Dhoogc leek mij iemand, die
meer gespeeld heeft; hij voelt zich blijkbaar
thuis op het tooneel. De rol van Peter La
parte eischt echter grooter uitbundigheid en
meer levendigheid. Het was voor een char
meur alles wat te hoekig en plomp. Van
Dalsum de heer Raben overdreef het
met zijn ouderdom en onhandigheid, wel
wat te erg. Gonne mevrouw Komman
bleef bescheidenlek op het tweede plan.
Haar spel was wat kleurloos en mat.
Een weinig levendiger tempo zou de voor
stelling ten goed zijn gekomen. Maar ook zoo
gespeeld, vielen de eerste twee bedrijven,
die ik bijwoonde zeer in den smaak en de
spelers konden over hun succes alleszins
tevreden zijn. Ik hoop een volgenden keer
ook eens de „eerste krachten" van Phoenix
op het tooneel te zien.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
„ZANG VEREDELT" GEBOUW CAECILIA.
Kort geleden gaf het lib. soc. gemengd
koor van bovengenoemden naam een concert
iu het gebouw van den Protestantenbond.
De herinnering die ik van dit koor had
toen het een jaar tevoren 'n mooi geslaagde
uitvoering gaf, was voor mij aanleiding, mijn
verwachtingen ietwat hooger te spannen dan
men bij een klein partijkoor gewoonlijk doet.
In dit licht bezien kan men over de uitvoe
ring in gebouw Protestantenbond tevreden
zijn; voldaan was men niet geheel en al. Mij
leek het toe dat dc vochtige atmosfeer voor
een groot deel oorzaak was, dat niet het mooi
afgeronde klankgeheel verkregen werd, dat
dit koor vermag te ontwikkelen. Naast het
goed geslaagde was er evenwel ook koorzang,
waar de weinige bevrediging die hij schonk,
niet geheel mocht worden geweten aan on
gunstige omstandigheden. Ik noem b.v. De
Nobels „Morgenrood" dal toen niet den in
druk maakte dién wij mochten verwachten.
Met ditzelfde mooie koorwerk opende
„Z. V." dezen avond in gebouw Caecilia. En
zie: het mocht ons nu zeer voldoen. Het koor
was opgesteld op het balcon de klank-
werking was uitnemend. Er werd met over
gave gezongen (en ook gedirigeerd, dit is
immers de „conditio sine qua non" voor toe-
wijdingsvol zingen, of op zijn Hollandsc.h
gezegd: de voorwaarde, zonder welke de goe
de uitslag uitblijft'. Mijn eenïge bemerking
bij de leiding is, dat er niet. te groote terug
houdingen, verbreedingen in het tempo moe
ten gemaakt worden. Een verbreeding meet
zich af bij wat vóórgaat en wat volgt, is dus
relatief. Overdrijving.doet hier elke uitwer
king missen. Heel loffelijk was ook de zuiver
heid, en vooral van de nuanceering was
veel werk gemaakt.
Het. doet mij genoegen, dit prettige koor
nu ook eens in een omgeving te hebben ge
hoord, die niet remmend werkt op het wel
slagen van den uit te voeren koorzang. Het
gebouw Caecilia heeft, de juiste afmetingen,
die de zang behoeft, om niet. door hinderlijke
echowerking gestoord te worden, doch er is
ook een uitstekende resonantie, die dus het
geluid gelijkmatig versterkt, zonder dat,
vervorming optreedt. Men kon dit ten over
vloede constateeren bij het accordeon-gezel
schap uit Amsterdam, dat in weerwil van de
duchtige bezetting der luidklinkende instru
menten een mooi klankgeheel deed hooren.
En verder merkte men het op aan het ge
sproken woord, dat de verschillende pro
grammanummers inleidde, en aan den niet-
genoemden zanger, die met mooi beheerscht
stemgeluid liederen en liedjes voordroeg van
Dirk Witte e.a. Ook het tooneelstukje, dat
ons een vroolijke bui bezorgde, was goed te
verstaan. En zoo er op een feestavond niet
zooveel gedienstigen waren die altijd bang
zijn dat het programma niet lang genoeg is
en daardoor wel eens misbruik maken van
anderer welwillendheid, we zouden zeker
van het koor nog heel wat mooie liederen
hebben' gehoord. Maar ik wil dit verslag niet
beëindigen, zonder met een enkel woord de
mooie volksliederen, door Joh. Brahms be
werkt en die ons klankschöon werden toe
gezongen. in herinnering te brengen.
G. J. KALT.
ZANDVOORT
MUZIEKWEDSTRIJD.
Zaterdagmiddag 3 uur werden door den heer
P. Schaap, voorzitter van de Zandvoortscln
muziekkapel „Zandvoort", de wedstrijden in
geluid, die in de Concertzaal van „Zomer-
lust" plaats hebben.
In 't kort memoreerde hij wat de aan
leiding was geweest van de vereeniging om
deze wedstrijden uit te schrijven. Gezien het
zeer groot aantal inschrijvingen, meende hij.
dat deze poging om de aandacht op de ver
eeniging en de badplaats te vestigen, ge
slaagd was. Niet minder dan een 159 partijen
waren ingeschreven .waarbij een aantal so
listen die reeds op verschillende wedstrijden
met prijzen In de eere-afdeelingen bekroond
waren.
In 't, bijzonder heette spreker welkom het
voltallige college van B. en W., verschillende
raadsleden en de besturen van de verschil
lende vereenigingen, die blijk hadden gegeven
het streven van de muziekvereeuiging te
steunen, door het schenken van medailles.
Hij bracht dank aan het gemeentebestuur
voor het schenken van een gouden medaille
en in het bijzonder aan den burgemeester,
den heer Van Alphen die zich ook bereid had
verklaard de wedstrijden te openen.
De burgemeester uitte allereerst zijn dank
voor de vriendelijke woorden tot het gemeen
tebestuur gericht en ook tot hem persoon
lijk. Hij gaf de verzekering ciat d8 vereeni
ging als onderdeel van de werbiiedenvereeni-
ging „Onderling Hulpbetoon" steeds op de
medewerking van het gemeentebestuur zal
kunnen rekenen.
Spreker hoopte, dat deze wedstrijden zou
den* bijdragen om Zandvoort nieuw leven in te
blazen, niet het leven, dat na sluiting van
dancings en andere nachtelijke gelegenheden
die nu uiteraard op een badplaats in-
haerent zijn automaniakken maken, door 't
lossluiten van knalpotten, om daarmede te de-
monstreeren dat Zandvoort de rug wordt
toegekeerd, maar een leven, dat den nering
doenden stand zal ten goede komen en de
reputatie van Zandvoort als bad- en her
stellingsoord zal bevorderen.
Op deze rede daverde een luid applaus.
Daarna werd door het- bestuur aan leden
der jury en het college vau B. en W. en leden
van den raad, thee aangeboden.
Omstreeks vier uur werd door den voor
zitter aangekondigd dat de wedstrijd een
aanvang zoude nemen.
Aan personen en vereenigingen uit deze
omgeving werden de volgende prijzen toege
kend:
Eere-afdeeling trio's: trio uit „Loureus
Coster" Haarlem (J. Jansen, saxophoon alt.
L. Th. Zedel, clarinet en H. J. Zedel, clarinet.
2e prijs.
2e afdeeling duo's: Excelsior. Haarlem 'H.
Neuman. piston en C. F. Fransen trombone
3e prijs, duo uit E.S.M-fanfarecorps "M. J.
Herbes, piston en G. E. Hendriks, bariton) 2e
prijs.
Eere-afdeeling solisten: Clarinet. L. Th.
Zede.l van „Lourens Cost.er" Haarlem. Ie
prijs, saxophoon alt, H. J. Zedel van „Lou
rens Coster" Haarlem le prijs.
Ie afdeelin solisten: Tuba. L. Fransen, van
„Excelsior" Haarlem le prijs. Bariton: M. J.
Herbes van E. S. M. Fanfarecorps Haarlem
le prijs.
2e afdeeling kwartet ton: Kwartet uit
..Excelsior" Heemstede (-T. B. Jonkman. G. v.
Bakel. F. Verzeylbergen en J. Bankt 2e prijs.
Kwartet uit Politie-fanfare te Haarlem iA.
Koster. H. Mohr. T. v. Iperen en J. v. d.
Vliet) 2e prijs. Kwartet uit Politie-fanfare te
Haarlem (J. Veldhuis, G. Groeneveldt. H.
Plant, en G. Polder) 3e prijs. Kwartet uit Po
litie-fanfare t.e Haarlem <C. Zirkzee, M. Hel
der, G. Kraan en J. v. Es) 2e prijs.
Kwartet uit het Politïe-fanfarecorps te
Haarlem (Pb. Smit. H. v. Ieperen. T. Haage
nes en A. Regelink) 3e prijs.
Kwartet uit „Utile Dulci" te Haarlem (Th.
v. Hoeven, W. van Beek. J. v. Duinenveldt Jr.
en H. v. d. Vlugt) 3e prijs.
Kwartet uit „Excelsior" Heemstedp 'H. de
Jong, L. Couwenberg, G. Visser en W. Slager)
3e prijs.
Kwartet uit de Tramfanfare te Haarlem
'G. E. Hendriks, M. .T. Herbes, J. J. Koppen en
M. Hartman) 3e prijs.
Kwartet uit de Tramfanfare te Haarlem
(J. Bout, Jac. Elferink, B. van Hof en P. van
der Zuren) 3e prijs.
2e afdeeling solisten: Trombone J. C.
Smith van Excelsior. Haarlem, le prijs.
Piston P. H. Boelsma van „Lourens Coster"
Haarlem, 3e prijs.
Tweede afdeeling solisten:
Ciarinet: J. de Jong, lid der Hannonie
„Eendracht" te IJmuiden: le prils. Tuba: H.
D. Smit, lid der Harmonie „De Eendracht" te
Velse: le prijs. Trompet si b.: J. de Greif. lid
der Harmonie „De Eendracht." te Velsen: 3e
prijs: Bariton: W. B. Luttikliuizen lid dei-
Harmonie „de Eendracht" te Velsen: le prijs.
Tweede afdeeling kwartetten
Kwartet uit de Harmonie Kon. Papierfa
briek „De Eendracht" te Velsen: Jac. Stadt,
K. Koster, Jac. Schilp en H. Smit: le prijs.
Duetten.
Duo uit. de Harmoniekapel ..De Eendracht"
Velsen-Noord: Dc Koning en B. Koeman: le
prijs.
Eerste afdeeling solisten:
Clarinet: A. Mey, lid der Harmoniekapel
„De Eendracht." te Velsen-Noordle prijs.
Schuiftrombone: Jac. Schilp. lid der Harmo
nie der Kon. Papierfabriek „Dc Eendracht"
te Velsen: le prijs.
AMERIKAANSCH TOERISME.
Volgens de nieuwste statistieken hebben
Amerikaansche toeristen in het jaar 1928 voor
reizen naar het buitenland ongeveer 900 mil -
lioen dollars uitgegeven, wat vergeleken met
het jaar 1927, een vermeerdering van 100
mililoen dollars beteekent.
INGEZONDEN MEDEDEFLINGEN
60 Cl*, p-r rcrg
iELYKS
ONTVANGST VffiNDË
LAATSTE PARVSCHË
MODE MAG. HAARLEM
DE V.A.R.A. OP 30 APRIL
EEN DEEL VAN DF.N AVOND AAN DË
A.V.R.O. AFGESTAAN.
Het laat-ste nummer vau „Radio", orgaan
van de V.A.R.A. bevat een hoofdartikel waar
in uiteengezet, wordt hoe de uitzendingen van
Hilversum op 30 April. Julianadag én voor
avond van 1 Mei, geregeld zijn.
Men weet., dat het vorige jaar nogal actie
is gevoerd tegen de V.A.R.A.uil/zending op den
avond van 30 April. Volgens genoemd blad
heeft de onlangs ingestelde Radioraad deze
kwestie met de V.A.R.A. besproken. Hierbij
bleek, dat de Radioraad dc rechten van de
V.A.R.A. op dit punt volkomen erkent.
„Gezien deze onomwonden erkenning van
onze rechten", aldus het blad. ..heeft het
VA.R.A. be-stuur geen bezwaar gehad, om
zich tegemoetkomend te betooncn tegen
over den wenscb van een zeker deel van d»;
luisteraars, om ook over den Hilversumschen
zender een aan prinses Juliana's verjaardag
gewijd programma te kunnen beluisteren.
In een bijeenkomst die Dinsdag j.l. <12
Maart) plaats vond van een kleine commis
sie uit den Radioraad met vertegenwoordi
gers van V.A.R.A. en A.V.R.O.. heeft de
V.A.R.A. zich ook bereid verklaard, om
na haai' eigen uitzending van een wijdings
programma voor den Eersten Mei. den zen
der voor de rest. van den avond aan dc
A.V.R.O. af te staan".
Ter verduidelijking memoroeren wij even.
dat. in een contract tusschen A.V.R.O. en
V.A.R.A. de vooravond van den Eersten Mei
nadrukkelijk aan de V.A.R.A. werd toege
wezen.
INGEZONDEN MEDE DEELINGEN
a 60 Cts. p:r regel.
Een hard stuk
zeep.d&t to! het
laatste vliesje
éebruikt kan
worden
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van
CHARLOTTE M. BRAME
9)
Ze was te argeloos om het als iets anders
te beschouwen dan het. inderdaad was, een
uiting van warme vriendschap. Ze opende
plotseling haar hand, en vroeg: Ziet u
iets bijzonders in de lijnen van mijn hand?
Hij nam haar hand, terwijl ze vertelde
wat de oude baker gezegd had. Hij luisterde
aandachtig.
Je moet dat niet gelooven, Marguerite,
zei hij. Je lot moet gelukkig zijn. Je bent de
vrouw van een goed man. Ik geloof er niets
van!
Ik ook niet, zei ze zachtjes.
Toen plukte hij witte margrieten voor
haar en terwijl hij haar een handvol aanbood
zei hij: Jouw leven zal even rein en
stralend zijn als de bloemen, waarvan je
den- naam draagt. Wat heerlijk om je Mar
guerite te mogen noemen!
HOOFDSTUK XL
Ik ga naar Londen. Marguerite, zei Lord
Stair. Is er iets dat ik voor je mee. kan
brengen, kleeren, juweelen, boeken?
Neen. zei ze lachend, ik heb alles wat
ik maar kan verlangen.
Wat een buitengewoon gelukkige vrouw
schertste Lord Stair terug. Heb je
heusch niets noodig?
Niets, maar als je iets mee wilt bren
gen, breng dan iets mee voor baby.
Voor baby? herhaalde lady Perth. Ik zou
zeggen dat die meer krijgt dan ooit eenig
kind ter wereld gekregen heeft.
Niet meer dan het verdient, mengde
zich kapitein Este in het gesprek.
Nu Marguérite, wat zal het zijn? vroeg
Lord Stair.
Ik weet het; laat het iets zijn voor baby
en mij samen!
Het waren maar een paar woorden, woor
den van schijnbaar weinig beteekenis en
toch de meest fatale woorden die Marguérite
ooit gesproken had.
Lord Stair vond het geen gemakkelijke
opdracht.
Bij het afscheid kuste hij het scherpe hoe
kige gezicht, van zijn zuster, daarna het
mooie kopje van zijn vrouw en hij schudde
zijn neef hartelijk de hand.
Zorg je goed voor Marguérite als ik weg
ben. Darcy. Ga vooral door met de rijlessen.
De jonge man en het kleine vrouwtje
stonden samen op het torras ei» keken den
auto na tot deze achter de boom en verdwe
nen was.
Een heelen tijd-zwegen ze, toen zei kapi
tein Este opeens: Wat zullen we gaan
doen? We hebben den heelen heerlijken dag
nog voor ons- Er kwam een blos op het ge
zicht van lady Stair en glimlachend zei ze:
Ik moet je iets heel ergs vertellen. Ik voel
me als een kind dat van school is weggïloo-
pen. Als je me vraagt hoe we den dag het
beste kunnen besteden, dan zou ik weer
het liefst naar de Reigerpias gaan tot
lunchtijd. Ik vind het heerlijk als je me oude
legenden nog eens vertelt daar bij
het. water. Even keerde ze zich om naar het
huis en kapitein Este zag een weemoedige
uitdrukking op haar gezicht.
Wat is er? vroeg hij.
Ik zou zoo graag even bij baby zijn.
Het zou zoo heerlijk zijn als lady Perth eens
naar Londen ging, dan zou ik probeeren de
kinderjuffrouw om te koopen.
Maar waarom ga je niet eventjes, zei
hij.
Ik ben er al geweest. Vanmorgen voor
achten. Toen baby me zag begon ze te
schreien en stak de handjes naar me uit,
maar juffrouw Merwin zei. dat ik maar lie
ver niet terug moest komen vandaag, omdat
baby een beetje ziek was en schreien haar
koortsachtig maakte.
Er schitterden tranen in haar oogen.
Als je mij nog één woord zegt. ga ik
„Zonnestraaltje" voor je halen, zei hij op
gewekt.
Ze lachte weer. Laten we naar de Plas
gaan, wc kunnen net voor de lunch terug
zijn.
Een uur later zaten ze aan het water, als
kinderen onbewust, van het gevaar dat ko
men ging. Kapitein Este had een groote be
wondering voor Marguérite opgevat. Hij
vond haar mooi en origineel en zijn gevoel
van genegenheid was vermengd met iets van
ridderlijkheid, teederheid en medelijden. Hij
wist dat zij zich eenzaam voelde. Lord Stair
werd in beslag genomen door zijn boeken en
zijn muziek. Lady Perth hield niet van haai
en hij vond het hart dat ze zelf niet voor
het kind mocht zorgen.
Langzamerhand werd het een gewoonte
van ,de twee om de zonnige middagen door
te brengen bij de Plas en terwijl de dagen
voorbij gingen groeiden ze steeds meer naar
elkaar toe. Op een avond, toen de zon onder
ging. in een weelde van rozen en rood en
goud, kwam Lord Stair thuis. Op het terras
zag hij een gelukkige kleine troep.
Lady Perth was genadig geweest en had
de baby toegestaan een uurtje met haar
moedertje te spelen. Kapitein Este had er
een soort feest van gemaakt en had een
roode fauteuil naar buiten gedragen om,
naar hij zeide als troon te dienen voor de
liefstp koningin. Dit was het tooneeltje da-
Lord Stair trof en dat hem later altijd bij
bleef. Het gouden zonlicht, de weelde van
bloemen, het rood van de fauteuil, het diepe
blauw van Marguerite's japon en het gouden
hoofd dat zich feeder boog over hel bundel
tje witte kant op haar schoot
De begroeting was hartelijk en vrooüjk.
Na een paar minuten haalde Lord Stair
een étui uit zijn zak te voorschijn.
Ik heb iets voor je meegebracht. Mar
guérite: kom eens kijken. Darcy pn Phamer,
jullie ook en zeg eens hoe jullie het vindt.
En niets voor Et-hel? vroeg lady St-alr.
Het zou hoogverraad zijn geweest om
kleine Ethel te vergeten. Ik heb voor jullla
het zelfde cadeau meegebracht.
HOOFDSTUK XII.
Lord Stair opende het étui. Op zwart sa
tijn lagen twee ovale, met diamanten bezette
medaillons, elk met een prachtig uitgevoerd
miniatuur van Lord Stair erin. Het donkere
gezicht leek minder trotsch en koud dan
gewoonlijk, er was een glimlach in de oogen
en een uitdrukking van teederheid om de
dunne lippen.
Het miniatuur was klein en in diamanten
van 'net zuiverste water gezet, vijf en twintig
om ieder medaillon. Dc medaillons hingen
aan een gouden ketting.
Lady Stair schonk minder aandacht aa.i
de edelsteenen dan aan het miniatuur zelf.
Douglas, zei ze opeens. Ik wist nie'
dat je zóó knap was.
Ik ben blij dat je me knap vindt,
lachte Lord Stair vroolijk.
„Zonnestraaltje" kraaide en greep naar
de schitterende steenen.
(Wordt vervolgd.)