HAARLEM'S DAGBLAD H. D. VERTELLINGEN MODEL-HOEDEN vé. is prachtiè voor het behoud van een èezonde en mooie huid. HET MEDAILLON VAN LORD STAIR MAANDAG 18 MAART 1929 DERDE BLAD (Nadruk rerboden; auteursrecht voorbehouden.) „Holland-Zwitserland" door VAND. „Wilhelmus Fahan Nahassouwe, ben ik van Duihuitschen bloed"! Ruw werd ik opgeschrikt uit m'n zoeten droom, waarin Ramona en haar interessan ten Indiaan verwerkt waren. Broertje Piet was boven op m'n bed geploft en duwde me het ochtendblad onder m'n slaperige oogen. „Kijk eens Els, wat een leuke kiek, ze lachen allemaal. Moet je Van der Meulen zien! Welke vind je de leukste?" Ik gaf hem, in het zéér kort, te kennen, dat ik zóó vroeg 's morgens geen keus kon doen uit 11 voetballers, dat ik bovendien de Zondagsrust wenschte hoog te houden, door lang uit te slapen en er tevens niet aan dacht, me te bemoeien met een voetbalwed strijd, die pas dien middag zou plaats vinden. Teleurgesteld over m'n gebrek aan interes se, blies ie met z'n elf koppen den aftocht en vermaakte zich en mij met het verder-aan- leeren van het Wilhelmus, waarmee hij -'s middags f 25 hoopte te verdienen tijdens den massazang op 't Stadion. Edelmoedig had hij al bij voorbaat de helft aan z'n fa milie afgestaan. Het torenhoog gejubel van Piet, die de in ternationale match in 't vooruitzicht had, vernietigde m'n hoon; nou eindelijk eens te kunnen uitslapen. Alle paeragogisebe mid delen, om hem te doen zwijgen, wendde ik aan. 't Beloofde hem kauwgom en een nieuwe voetbalveter, 't Dreigde hem met een op stopper en met het feit, dat ie niet zou mo gen gaan 's middags, 't Werkte op z'n ge moed, door te zeggen, dat hij eigenlijk van ons eischte, dat we allemaal in de houding naast ons bed gingen staan, gedurende z'n gezang. Onvermurwbaar bleef ie. Hij moest oefe nen, oefenen en nog eens oefenen voor 7s middags zelfs m'n bedreiging, dat Holland zeker zou verliezen, als hij zoo plaagde hielp niet. Ik begroef m'n hoofd diep in m'n kussen en gaf Piet de verzekering dat ie 's middags schor zou zijn, waarop hij 't, Wilhelmus om zette in het Volkslied: „Trap. trap, trap dan toch -Tap". Toen heb ik Clinge Doorenbos verwenscht en ben opgestaan, "t Zonnetje vergoedde héél veel. 's Middags leefden we per radio met Piet mee. Hij had ons beloofd, dat hij om pre cies kwart over drie héél hard „Hup Hol land" zou roepen, hetgeen we natuurlijk wel zouden hooren, in aanmerking genomen z'n training van dien morgen. We genoten van de stem, die ons toe-toe- t.erde „Van der Meulen werkt goed weg, trapt naar Van Kol; deze schiet naar Tap; Tap rent langs de lijn, geeft de bal over aan Bakhuis; Bakhuis schiet!maar... En we rolden terug in onze stoelen, terneerge slagen over het mislukken van zoo'n pracht kans. Telkens en telkens weer kwam de stem die ons opjoeg en met openhangende monden en krampachtig om de stoelleuning geklem de handen deed mee-voetballen, die ons va^ achter- uit onze gemakkelijke stoelen deed opveeren in heerlijk élan. We juichten mee, met het donderend ge loei, dat twee maal vlak na elkaar uit de menschenmassa opsteeg, bij de Hollandsche goals. We zwegen sportief bij het gemaakte pe nalty-doelpunt en verheugden ons in Zwitsersche goals, die ze, voor zoover we konden nagaan, verdiend hadden. Jammer was 't, toen het eindsignaal klonk. Op het overzicht, dat de heer Hollander over den wedstrijd gaf, hadden we niets aan te merken. We veranderden alleen de „plan kenkoorts", die de overigens uitstekend spe lende debutant Gerritsen had gehad, in „Moeraskoorts", gehoord den toestand van het veld. „Zoo wil ik nog wel eens naar een voetbal match", zei m'n zuster sportief, en dronk haar kopje thee leeg. Een paar uur daarna kwam Piet thuis en kregen we opnieuw een verslag van den strijd, thans verluchtigd met „enkele" levende beel den. „Van der Meulen viel uit, zóóen met donderend geraas stortte Piet zich languit op den vloer en sloeg een denkbeeldigen bal door de kamer heen. „Nee. maar zeg, dan die Zwitsersche kee per, die was reuze. Met z'n lange armen sloeg- ie alle ballen uit z'n doel't Was jammer van Van Nellen zeg! Hij kreeg direct na 't be gin al een trap! Het kraakte heelemaal, heb ben jullie 't niet gehoord?" „Nou en óf, we dachten dat de tribune in elkaar zakte", gaven we toe. „'fc Was echt vuil. Hebben jullie me nog hoo ren schreeuwen, 'k heb héél lang Holla aand geroepen, om kwart over drie". De meeningen hierover waren verschillend. De één had hem zeker gehoord, en de ander wist- zich te herinneren, dat juist toén de muziek langs het tentje trok, waardoor 't on mogelijk was geweest iets van Piets stem te hooren. „Piet", vroeg ik. „Heb je je vijf-en-twintig gulden direct meegebracht, of storten ze 't op onze giro-rekening?" „Net zoo flauw zeg, d'r was geen massazang. Jammer, hè?" vond Piet. „En nou had je nog wel zóó geoefend. Enfin, da's dan vast voor den volgenden keer, dan hoef je me tenminste niet nóg eens te wekken met ons volkslied", troostte ik hem en mezelf. LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL. PHOENIX TË ZANDVOORT. HANENGEVECHT door D. H. SCHEFFER. Een jarenlange praktijk van recensent heeft mij in sommige opzichten nog nooit wijzer gemaakt. In het programma van de fcooneèlvereeniging Phoenix te Zandvoort stond - te lezen, dat de voorstelling precies om 8 uur begon. Dus was ik om 8 uurin Monopole present. Ik zat er niet twee dames, één meneer, 4 kellners en een jazz-band! Hieruit bleek mij, dat de dilettanten in Zandvoort al precies gelijk zijn aan de dilet tanten te Haarlem, IJmuiden en overal elders en dat „8 uur precies" ook daar be- teekent „ongeveer om half negen". "Ook in de pauzes gaven de Zandvoorters den Haarlemschen collega's niets toe en de souffleur speelde er al een even belangrijke rol als overal elders! Dilettanten blijven zich steeds van de Noordpool tot de Zuidpool ge lijk! Bij deze eerste kennismaking met de tooneelvereeniging Phoenix zag ik er het bij liefhebbers zoo populaire blijspel „Hanen gevecht". Men vertelde mij, dat bij deze voorstelling de „eerste krachten" in de zaal als toeschouwers zaten en men het werk op het tooneel in Scheffer's stuk aan de jongere en minder geroutineerde werkende leden had overgelaten. Dit moesten andere vereenigin- gen althans wanneer zij over een voldoen de aantal spelers beschikten nu en dan ook eens doen. Het stelt jonge krachten in de gelegenheid te toonen wat zij kunnen pres- teeren en de leider zal na een dergelijke proet neming allicht een grootere keuze voor de rolverdeeling van de volgende stukken heb ben. Dit kan een zoo. groot voordeeel voor da vereeniging blijken te zijn, dat men het, nadeel van een enkele zwakkere voorstelling er voor over moet hebben. Het zou onbillijk zijn na een voorstelling door den „tweeden ban" een definitief oor deel over deze mij tot nu toe onbekende vereeniging uit te spréken. Het was aan het geheel wel duidelijk te merken dat de routine bij enkelen ontbrak. Vooral kwam dat- uit. bij de „groote momenten", wanneer alle spelers op het tooneel waren, zooals aan het slot van II. Dan stonden de spelers te veel apart, was er te'weinig samenspel en daardoor te weinig sfeer. Dit, was trouwens het doorgaand ge brek aan deze opvoering. Sommige;» zooals Loes en Christiaan speel den individueel lang niet onaardig, maar de spelers stonden over hst algemeen te veel afzonderlijk, het spel greep niet in elkaar, men wist blijkbaar soms niet, waar men staan of locpen moest. Maar dat is van jonge krachten, die niet dikwijls samen spe len. ook moeilijk anders te verwachten. Vooral in het eerste bedrijf waarin het on gezellig décor en de allerminst huiselijke aankleeding ook niet medewerkten ont brak het aan sfeer en stemming op het too neel. In IE in het atelier vair Christiaan, werd het veel beter. Er zijn onder de jonge spelers van Phoenix wel aardige krachten, waarvan de leider in de toekomst profijt zal kunnen trekken. Zoo bewoog Loes siej. M. Vedder zich vrij en gemakkelijk op het tooneel; al waren haar bewegingen vooral van haar armen nog wat stereotiep. Maar zij speelde toch niet onverdienstelijk in de richting van het vroolijke, behaagzieke bakvischje. Alleen be greep ik niet goed. waarom de zoen aan Christiaan achter het gesloten doek moest gegeven worden. Wij hadden dat toch wel mogen zien! Van Christiaan de heer J. C. Roukens had ik in het. begin toen hij meer een onhandig speler dan een onhan dige jongen was v/einig verwachting, maa- in II viel hij mij bijzonder mee. Hij was in de scène met- Loes zeker niet te min ste van de twee. Trixy mej. T. van der Weerd kreeg een open doekje in I, wat zij waarschijnlijk te danken had aan haar kod dig en goed volgehouden Engelsch accent. Het min of meer stijve in haar spel paste wel bij deze Engelsche juffrouw met het verliefde hart. De heer H. L. Dhoogc leek mij iemand, die meer gespeeld heeft; hij voelt zich blijkbaar thuis op het tooneel. De rol van Peter La parte eischt echter grooter uitbundigheid en meer levendigheid. Het was voor een char meur alles wat te hoekig en plomp. Van Dalsum de heer Raben overdreef het met zijn ouderdom en onhandigheid, wel wat te erg. Gonne mevrouw Komman bleef bescheidenlek op het tweede plan. Haar spel was wat kleurloos en mat. Een weinig levendiger tempo zou de voor stelling ten goed zijn gekomen. Maar ook zoo gespeeld, vielen de eerste twee bedrijven, die ik bijwoonde zeer in den smaak en de spelers konden over hun succes alleszins tevreden zijn. Ik hoop een volgenden keer ook eens de „eerste krachten" van Phoenix op het tooneel te zien. J. B. SCHUIL. MUZIEK. „ZANG VEREDELT" GEBOUW CAECILIA. Kort geleden gaf het lib. soc. gemengd koor van bovengenoemden naam een concert iu het gebouw van den Protestantenbond. De herinnering die ik van dit koor had toen het een jaar tevoren 'n mooi geslaagde uitvoering gaf, was voor mij aanleiding, mijn verwachtingen ietwat hooger te spannen dan men bij een klein partijkoor gewoonlijk doet. In dit licht bezien kan men over de uitvoe ring in gebouw Protestantenbond tevreden zijn; voldaan was men niet geheel en al. Mij leek het toe dat dc vochtige atmosfeer voor een groot deel oorzaak was, dat niet het mooi afgeronde klankgeheel verkregen werd, dat dit koor vermag te ontwikkelen. Naast het goed geslaagde was er evenwel ook koorzang, waar de weinige bevrediging die hij schonk, niet geheel mocht worden geweten aan on gunstige omstandigheden. Ik noem b.v. De Nobels „Morgenrood" dal toen niet den in druk maakte dién wij mochten verwachten. Met ditzelfde mooie koorwerk opende „Z. V." dezen avond in gebouw Caecilia. En zie: het mocht ons nu zeer voldoen. Het koor was opgesteld op het balcon de klank- werking was uitnemend. Er werd met over gave gezongen (en ook gedirigeerd, dit is immers de „conditio sine qua non" voor toe- wijdingsvol zingen, of op zijn Hollandsc.h gezegd: de voorwaarde, zonder welke de goe de uitslag uitblijft'. Mijn eenïge bemerking bij de leiding is, dat er niet. te groote terug houdingen, verbreedingen in het tempo moe ten gemaakt worden. Een verbreeding meet zich af bij wat vóórgaat en wat volgt, is dus relatief. Overdrijving.doet hier elke uitwer king missen. Heel loffelijk was ook de zuiver heid, en vooral van de nuanceering was veel werk gemaakt. Het. doet mij genoegen, dit prettige koor nu ook eens in een omgeving te hebben ge hoord, die niet remmend werkt op het wel slagen van den uit te voeren koorzang. Het gebouw Caecilia heeft, de juiste afmetingen, die de zang behoeft, om niet. door hinderlijke echowerking gestoord te worden, doch er is ook een uitstekende resonantie, die dus het geluid gelijkmatig versterkt, zonder dat, vervorming optreedt. Men kon dit ten over vloede constateeren bij het accordeon-gezel schap uit Amsterdam, dat in weerwil van de duchtige bezetting der luidklinkende instru menten een mooi klankgeheel deed hooren. En verder merkte men het op aan het ge sproken woord, dat de verschillende pro grammanummers inleidde, en aan den niet- genoemden zanger, die met mooi beheerscht stemgeluid liederen en liedjes voordroeg van Dirk Witte e.a. Ook het tooneelstukje, dat ons een vroolijke bui bezorgde, was goed te verstaan. En zoo er op een feestavond niet zooveel gedienstigen waren die altijd bang zijn dat het programma niet lang genoeg is en daardoor wel eens misbruik maken van anderer welwillendheid, we zouden zeker van het koor nog heel wat mooie liederen hebben' gehoord. Maar ik wil dit verslag niet beëindigen, zonder met een enkel woord de mooie volksliederen, door Joh. Brahms be werkt en die ons klankschöon werden toe gezongen. in herinnering te brengen. G. J. KALT. ZANDVOORT MUZIEKWEDSTRIJD. Zaterdagmiddag 3 uur werden door den heer P. Schaap, voorzitter van de Zandvoortscln muziekkapel „Zandvoort", de wedstrijden in geluid, die in de Concertzaal van „Zomer- lust" plaats hebben. In 't kort memoreerde hij wat de aan leiding was geweest van de vereeniging om deze wedstrijden uit te schrijven. Gezien het zeer groot aantal inschrijvingen, meende hij. dat deze poging om de aandacht op de ver eeniging en de badplaats te vestigen, ge slaagd was. Niet minder dan een 159 partijen waren ingeschreven .waarbij een aantal so listen die reeds op verschillende wedstrijden met prijzen In de eere-afdeelingen bekroond waren. In 't, bijzonder heette spreker welkom het voltallige college van B. en W., verschillende raadsleden en de besturen van de verschil lende vereenigingen, die blijk hadden gegeven het streven van de muziekvereeuiging te steunen, door het schenken van medailles. Hij bracht dank aan het gemeentebestuur voor het schenken van een gouden medaille en in het bijzonder aan den burgemeester, den heer Van Alphen die zich ook bereid had verklaard de wedstrijden te openen. De burgemeester uitte allereerst zijn dank voor de vriendelijke woorden tot het gemeen tebestuur gericht en ook tot hem persoon lijk. Hij gaf de verzekering ciat d8 vereeni ging als onderdeel van de werbiiedenvereeni- ging „Onderling Hulpbetoon" steeds op de medewerking van het gemeentebestuur zal kunnen rekenen. Spreker hoopte, dat deze wedstrijden zou den* bijdragen om Zandvoort nieuw leven in te blazen, niet het leven, dat na sluiting van dancings en andere nachtelijke gelegenheden die nu uiteraard op een badplaats in- haerent zijn automaniakken maken, door 't lossluiten van knalpotten, om daarmede te de- monstreeren dat Zandvoort de rug wordt toegekeerd, maar een leven, dat den nering doenden stand zal ten goede komen en de reputatie van Zandvoort als bad- en her stellingsoord zal bevorderen. Op deze rede daverde een luid applaus. Daarna werd door het- bestuur aan leden der jury en het college vau B. en W. en leden van den raad, thee aangeboden. Omstreeks vier uur werd door den voor zitter aangekondigd dat de wedstrijd een aanvang zoude nemen. Aan personen en vereenigingen uit deze omgeving werden de volgende prijzen toege kend: Eere-afdeeling trio's: trio uit „Loureus Coster" Haarlem (J. Jansen, saxophoon alt. L. Th. Zedel, clarinet en H. J. Zedel, clarinet. 2e prijs. 2e afdeeling duo's: Excelsior. Haarlem 'H. Neuman. piston en C. F. Fransen trombone 3e prijs, duo uit E.S.M-fanfarecorps "M. J. Herbes, piston en G. E. Hendriks, bariton) 2e prijs. Eere-afdeeling solisten: Clarinet. L. Th. Zede.l van „Lourens Cost.er" Haarlem. Ie prijs, saxophoon alt, H. J. Zedel van „Lou rens Coster" Haarlem le prijs. Ie afdeelin solisten: Tuba. L. Fransen, van „Excelsior" Haarlem le prijs. Bariton: M. J. Herbes van E. S. M. Fanfarecorps Haarlem le prijs. 2e afdeeling kwartet ton: Kwartet uit ..Excelsior" Heemstede (-T. B. Jonkman. G. v. Bakel. F. Verzeylbergen en J. Bankt 2e prijs. Kwartet uit Politie-fanfare te Haarlem iA. Koster. H. Mohr. T. v. Iperen en J. v. d. Vliet) 2e prijs. Kwartet uit Politie-fanfare te Haarlem (J. Veldhuis, G. Groeneveldt. H. Plant, en G. Polder) 3e prijs. Kwartet uit Po litie-fanfare t.e Haarlem <C. Zirkzee, M. Hel der, G. Kraan en J. v. Es) 2e prijs. Kwartet uit het Politïe-fanfarecorps te Haarlem (Pb. Smit. H. v. Ieperen. T. Haage nes en A. Regelink) 3e prijs. Kwartet uit „Utile Dulci" te Haarlem (Th. v. Hoeven, W. van Beek. J. v. Duinenveldt Jr. en H. v. d. Vlugt) 3e prijs. Kwartet uit „Excelsior" Heemstedp 'H. de Jong, L. Couwenberg, G. Visser en W. Slager) 3e prijs. Kwartet uit de Tramfanfare te Haarlem 'G. E. Hendriks, M. .T. Herbes, J. J. Koppen en M. Hartman) 3e prijs. Kwartet uit de Tramfanfare te Haarlem (J. Bout, Jac. Elferink, B. van Hof en P. van der Zuren) 3e prijs. 2e afdeeling solisten: Trombone J. C. Smith van Excelsior. Haarlem, le prijs. Piston P. H. Boelsma van „Lourens Coster" Haarlem, 3e prijs. Tweede afdeeling solisten: Ciarinet: J. de Jong, lid der Hannonie „Eendracht" te IJmuiden: le prils. Tuba: H. D. Smit, lid der Harmonie „De Eendracht" te Velse: le prijs. Trompet si b.: J. de Greif. lid der Harmonie „De Eendracht." te Velsen: 3e prijs: Bariton: W. B. Luttikliuizen lid dei- Harmonie „de Eendracht" te Velsen: le prijs. Tweede afdeeling kwartetten Kwartet uit de Harmonie Kon. Papierfa briek „De Eendracht" te Velsen: Jac. Stadt, K. Koster, Jac. Schilp en H. Smit: le prijs. Duetten. Duo uit. de Harmoniekapel ..De Eendracht" Velsen-Noord: Dc Koning en B. Koeman: le prijs. Eerste afdeeling solisten: Clarinet: A. Mey, lid der Harmoniekapel „De Eendracht." te Velsen-Noordle prijs. Schuiftrombone: Jac. Schilp. lid der Harmo nie der Kon. Papierfabriek „Dc Eendracht" te Velsen: le prijs. AMERIKAANSCH TOERISME. Volgens de nieuwste statistieken hebben Amerikaansche toeristen in het jaar 1928 voor reizen naar het buitenland ongeveer 900 mil - lioen dollars uitgegeven, wat vergeleken met het jaar 1927, een vermeerdering van 100 mililoen dollars beteekent. INGEZONDEN MEDEDEFLINGEN 60 Cl*, p-r rcrg iELYKS ONTVANGST VffiNDË LAATSTE PARVSCHË MODE MAG. HAARLEM DE V.A.R.A. OP 30 APRIL EEN DEEL VAN DF.N AVOND AAN DË A.V.R.O. AFGESTAAN. Het laat-ste nummer vau „Radio", orgaan van de V.A.R.A. bevat een hoofdartikel waar in uiteengezet, wordt hoe de uitzendingen van Hilversum op 30 April. Julianadag én voor avond van 1 Mei, geregeld zijn. Men weet., dat het vorige jaar nogal actie is gevoerd tegen de V.A.R.A.uil/zending op den avond van 30 April. Volgens genoemd blad heeft de onlangs ingestelde Radioraad deze kwestie met de V.A.R.A. besproken. Hierbij bleek, dat de Radioraad dc rechten van de V.A.R.A. op dit punt volkomen erkent. „Gezien deze onomwonden erkenning van onze rechten", aldus het blad. ..heeft het VA.R.A. be-stuur geen bezwaar gehad, om zich tegemoetkomend te betooncn tegen over den wenscb van een zeker deel van d»; luisteraars, om ook over den Hilversumschen zender een aan prinses Juliana's verjaardag gewijd programma te kunnen beluisteren. In een bijeenkomst die Dinsdag j.l. <12 Maart) plaats vond van een kleine commis sie uit den Radioraad met vertegenwoordi gers van V.A.R.A. en A.V.R.O.. heeft de V.A.R.A. zich ook bereid verklaard, om na haai' eigen uitzending van een wijdings programma voor den Eersten Mei. den zen der voor de rest. van den avond aan dc A.V.R.O. af te staan". Ter verduidelijking memoroeren wij even. dat. in een contract tusschen A.V.R.O. en V.A.R.A. de vooravond van den Eersten Mei nadrukkelijk aan de V.A.R.A. werd toege wezen. INGEZONDEN MEDE DEELINGEN a 60 Cts. p:r regel. Een hard stuk zeep.d&t to! het laatste vliesje éebruikt kan worden FEUILLETON. Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. BRAME 9) Ze was te argeloos om het als iets anders te beschouwen dan het. inderdaad was, een uiting van warme vriendschap. Ze opende plotseling haar hand, en vroeg: Ziet u iets bijzonders in de lijnen van mijn hand? Hij nam haar hand, terwijl ze vertelde wat de oude baker gezegd had. Hij luisterde aandachtig. Je moet dat niet gelooven, Marguerite, zei hij. Je lot moet gelukkig zijn. Je bent de vrouw van een goed man. Ik geloof er niets van! Ik ook niet, zei ze zachtjes. Toen plukte hij witte margrieten voor haar en terwijl hij haar een handvol aanbood zei hij: Jouw leven zal even rein en stralend zijn als de bloemen, waarvan je den- naam draagt. Wat heerlijk om je Mar guerite te mogen noemen! HOOFDSTUK XL Ik ga naar Londen. Marguerite, zei Lord Stair. Is er iets dat ik voor je mee. kan brengen, kleeren, juweelen, boeken? Neen. zei ze lachend, ik heb alles wat ik maar kan verlangen. Wat een buitengewoon gelukkige vrouw schertste Lord Stair terug. Heb je heusch niets noodig? Niets, maar als je iets mee wilt bren gen, breng dan iets mee voor baby. Voor baby? herhaalde lady Perth. Ik zou zeggen dat die meer krijgt dan ooit eenig kind ter wereld gekregen heeft. Niet meer dan het verdient, mengde zich kapitein Este in het gesprek. Nu Marguérite, wat zal het zijn? vroeg Lord Stair. Ik weet het; laat het iets zijn voor baby en mij samen! Het waren maar een paar woorden, woor den van schijnbaar weinig beteekenis en toch de meest fatale woorden die Marguérite ooit gesproken had. Lord Stair vond het geen gemakkelijke opdracht. Bij het afscheid kuste hij het scherpe hoe kige gezicht, van zijn zuster, daarna het mooie kopje van zijn vrouw en hij schudde zijn neef hartelijk de hand. Zorg je goed voor Marguérite als ik weg ben. Darcy. Ga vooral door met de rijlessen. De jonge man en het kleine vrouwtje stonden samen op het torras ei» keken den auto na tot deze achter de boom en verdwe nen was. Een heelen tijd-zwegen ze, toen zei kapi tein Este opeens: Wat zullen we gaan doen? We hebben den heelen heerlijken dag nog voor ons- Er kwam een blos op het ge zicht van lady Stair en glimlachend zei ze: Ik moet je iets heel ergs vertellen. Ik voel me als een kind dat van school is weggïloo- pen. Als je me vraagt hoe we den dag het beste kunnen besteden, dan zou ik weer het liefst naar de Reigerpias gaan tot lunchtijd. Ik vind het heerlijk als je me oude legenden nog eens vertelt daar bij het. water. Even keerde ze zich om naar het huis en kapitein Este zag een weemoedige uitdrukking op haar gezicht. Wat is er? vroeg hij. Ik zou zoo graag even bij baby zijn. Het zou zoo heerlijk zijn als lady Perth eens naar Londen ging, dan zou ik probeeren de kinderjuffrouw om te koopen. Maar waarom ga je niet eventjes, zei hij. Ik ben er al geweest. Vanmorgen voor achten. Toen baby me zag begon ze te schreien en stak de handjes naar me uit, maar juffrouw Merwin zei. dat ik maar lie ver niet terug moest komen vandaag, omdat baby een beetje ziek was en schreien haar koortsachtig maakte. Er schitterden tranen in haar oogen. Als je mij nog één woord zegt. ga ik „Zonnestraaltje" voor je halen, zei hij op gewekt. Ze lachte weer. Laten we naar de Plas gaan, wc kunnen net voor de lunch terug zijn. Een uur later zaten ze aan het water, als kinderen onbewust, van het gevaar dat ko men ging. Kapitein Este had een groote be wondering voor Marguérite opgevat. Hij vond haar mooi en origineel en zijn gevoel van genegenheid was vermengd met iets van ridderlijkheid, teederheid en medelijden. Hij wist dat zij zich eenzaam voelde. Lord Stair werd in beslag genomen door zijn boeken en zijn muziek. Lady Perth hield niet van haai en hij vond het hart dat ze zelf niet voor het kind mocht zorgen. Langzamerhand werd het een gewoonte van ,de twee om de zonnige middagen door te brengen bij de Plas en terwijl de dagen voorbij gingen groeiden ze steeds meer naar elkaar toe. Op een avond, toen de zon onder ging. in een weelde van rozen en rood en goud, kwam Lord Stair thuis. Op het terras zag hij een gelukkige kleine troep. Lady Perth was genadig geweest en had de baby toegestaan een uurtje met haar moedertje te spelen. Kapitein Este had er een soort feest van gemaakt en had een roode fauteuil naar buiten gedragen om, naar hij zeide als troon te dienen voor de liefstp koningin. Dit was het tooneeltje da- Lord Stair trof en dat hem later altijd bij bleef. Het gouden zonlicht, de weelde van bloemen, het rood van de fauteuil, het diepe blauw van Marguerite's japon en het gouden hoofd dat zich feeder boog over hel bundel tje witte kant op haar schoot De begroeting was hartelijk en vrooüjk. Na een paar minuten haalde Lord Stair een étui uit zijn zak te voorschijn. Ik heb iets voor je meegebracht. Mar guérite: kom eens kijken. Darcy pn Phamer, jullie ook en zeg eens hoe jullie het vindt. En niets voor Et-hel? vroeg lady St-alr. Het zou hoogverraad zijn geweest om kleine Ethel te vergeten. Ik heb voor jullla het zelfde cadeau meegebracht. HOOFDSTUK XII. Lord Stair opende het étui. Op zwart sa tijn lagen twee ovale, met diamanten bezette medaillons, elk met een prachtig uitgevoerd miniatuur van Lord Stair erin. Het donkere gezicht leek minder trotsch en koud dan gewoonlijk, er was een glimlach in de oogen en een uitdrukking van teederheid om de dunne lippen. Het miniatuur was klein en in diamanten van 'net zuiverste water gezet, vijf en twintig om ieder medaillon. Dc medaillons hingen aan een gouden ketting. Lady Stair schonk minder aandacht aa.i de edelsteenen dan aan het miniatuur zelf. Douglas, zei ze opeens. Ik wist nie' dat je zóó knap was. Ik ben blij dat je me knap vindt, lachte Lord Stair vroolijk. „Zonnestraaltje" kraaide en greep naar de schitterende steenen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9