BUITENLANDSCH OVERZICHT Bewogen discussies over spionnage en contra- spionnage in de Belgische Kamer. HAARLEWS DAGBLADWOENSDAG 20 MAART 1929 DERDE BLAD Scherpe aanval van Mathieu op den Veiligheidsdienst en de Regeering. Jaspar's antwoord. De regeering buiten de methodes van den spionnagedienst gehouden. Vertrouwen der socialisten in de Regeering. Voor de interpellatie van de sociaal-demo cratische Kamerleden Mathieu en Soudan over de Utrechtsche documenten en de sanc tiemaatregelen, welke naar aanleiding daar van door de regeering werden of zullen wor den getroffen, was Dinsdagmiddag meer dan gewone belangstelling; de tribunes waren geheel gevuld en ook zeer vele Kamerleden waren aanwezig. Wij ontleenen verder aan de N. R. C.: Deze interpellatie was gericht tot den mi nister-president Jaspar en de ministers van buitenlandsche zaken, landverdediging en justitie. Op de regeeringsbanken zaten mi nister Jaspar, Hymans, De Broqueville, Jan- son en Lippens. Mathieu die het vuur opende van dit debat dat 4 1/2 uur zou duren, stelde voorop dat iedere maal wanneer op de Utrechtsche do cumentenzaak wordt gezinspeeld de socialis ten. evenals de andere partijen steeds een onderscheid maakten tusschen de twee as pecten van deze kwestie, de buitenlandsche en de binnenlandsche. Voor wat de binnenlandsche betreft, zeide hij, hebben wij er aan gehouden door de tusschenkomst van Vandervelde en de goed keuring. door ons aan de verklaringen van de regeering bewezen, dat omtrent de eer lijkheid en de zuiverheid der handelingen van de regeering in deze zaak niet de minste verdenking bij ons bestaat en wij er stellig van overtuigd zijn, dat België zich niet aan oneerlijke daden heeft schuldig gemaakt. Anders is het gesteld met de vraag: hoe kwamen de documenten tot stand'? Dit is van binnenlandschen aard en dus wel degelijk onze zaak. De regeering zegt sanctiemaatregelen toe en heeft ook tot her vormingen besloten, maar dit neemt niet weg dat de vraag blijft bestaan, in welke mate heeft de militaire veiligheidsdienst de hand gehad in de samenstelling van de val- sche Utrechtsche documenten, had hij er al leen kennis van, werd stille hulp verleend of was zijn tusschenkomst van meer actieven aard? Is het waar dat de valsche documen ten geamoteerd en gecorrigeerd werden door den chef van den militairen veiligheids dienst? Het komt er' op aan te weten of de verleende medewerking van passieven of van actieven aard was. Vandervelde: Het is uitgemaakt, dat de chef van den generalen staf nooit in deze zaak is betrokken geweest. Waarom stilzwijgendheid? Mathieu: Op 25 Februari werd het valsche document gepubliceerd, op 26 Februari volg de de verklaring van de regeering. Minister Hymans legde deze verklaring af, welke In stemming vond bij de geheele Kamer. Van Cauwelaert wierp het denkbeeld op te Den Haag aan te dringen op de opening van een gerechtelijk onderzoek in Nederland, dat- samen met het onderzoek in België zou worden gevoerd. De militaire veiligheids dienst, wetend wie de valsche documenten had gefabriceerd, bleef het stilzwijgen be waren en wendde zich niet eens tot de regee ring. Op 1 Maart besloot de regeering een klacht- m te dienen bij het- parket. De mili taire veiligheidsdienst bleef zwijgen. Frank werd gearresteerd en nog hield het stilzwijgen aan, tien dagen lang terwijl de reeeering alles in het werk stelde om licht- in de zaak te brengen, liet de militaire veilig heidsdienst alles gebeuren. Wat hoopte hij dan wel? Dat- de regeering haar fout nooit zou erkennen? Maar in dit geval worden de bedreven fouten nog erger door toevoeging van schijnheiligheid en dissimulatie, of was de militaire veiligheid misschien van oordeel, dat zij geen uitleg verschuldigd was aan de civiele elementen? (interrupties van de Vlaamsch-nationalistische banken) Ik verzoek de regeering ous mee te deelen hoe het komt, dat zij zich niet tot den gene ralen staf heeft gewend en hoe het komt, dat de generale staf vervolgens geen inlich tingen heeft gevraagd aan den militairen veiligheidsdienst. De generale staf beweert dat dc lezing van het. st.uk voldoende was om de valschheid er van te bewijzen, maar de staf heeft niet nagegaan hoe het kwam dat een dergelijk stuk kon worden gepubliceerd. Men heeft mij verzekerd dat kolonel Dut- hoit, chef van den militairen veiligheids dienst, een man van eer is. Maar de mili taire veiligheid kende sedert een jaar reeds het bestaan van een Duitschen spionnage dienst te Mühlheim, maar heeft daarvan niets medegedeeld aan den minister van .buitenlandsche zaken. Heeft de minister van buitenlandsche zaken daar wel iets van ge- heord? (Minister Hymans schudt ontkennend het Iioofd). Mathieu: Dus deelt het departement, van landsverdediging aan het departement van buitenlandsche zaken niets mee van de ge beurtenissen en feiten die hel uit Duitsch- land verneemt. Waarom heeft de militaire veiligheid, dit is dus het departement van landsverdediging, het bestaan van den Duit schen spionnagedienst te Mühlheim verzwe gen? Was dat soms zonder belang? Maar waarom dan geld uitgeven om hem te be kampen en hem spionnen af te nemen? Een paar iaar geleden kwam minister Debroque- ville in de Kamer voor een militaire reorga nisatie cn herstel der vestingen pleiten, op grond van Duitsche gevaren, die ons zouden bedreigen. Kwamen zijn inlichtingen soms uit dezelfde bron? Socialistische stemmen: Van Frank Heine waarschijnlijk. De Broqueville: Van dit alles is mij niets bekend. Mathieu: Waarom heeft de militaire vei ligheidsdienst zich ook met niet-militaire aangelegenheden ingelaten? Frank was be last geworden ten minste mei het aanbren gen van inlichtingen van militairen aard, dan wel met het geven van berichten be trekking hebbende op de activisten in Bel gië en de activisten in Nederland. Ward Her mans zou veertig terroristen hebben aange worven om de tentoonstellingen te Luik en Antwerpen op te blazen. Vos: Het. is een leugen. Mathieu: Het beste middel om een com plot te doen mislukken is het openbaar te maken. Waarom speelde de militaire veilig heid een rol in onze binnenlandsche politiek? Had deze dienst soms opdracht revanche voor te bereiden van diegenen die door de verkiezing van Borms een nederlaag leden. Waar het op aankomt is de onrust, weg te nemen, die thans in den lande heerscht. De uitspraak van den rechter heeft geen vol doening gebracht. Waarom werd in net re quisitoir van den procureur des konings ver klaard dat de chef van den generalen staf niets wist van de heele ~aak? Dit had geen zin in-een dergelijk document. Jaspar aan 9t woord. Minister Jaspar legde, alvorens op de in terpellatie te antwoorden, een verklaring af, waarin hij zeide, dat de Belgische regeering van harte wenscht, dat de Nederlandsche re geering een enquête zal houden. De regee ring van België heeft meriedeeling ontvau- gen, dat geen gerechtelijk, maar een poli tioneel onderzoek zal worden gehouden. De Belgische regeering weuscht van harte, dat ook de documenten zullen worden nageke ken. personen zullen worden ondervraagd en dat ook in Nederland alles zal worden ge daan, wat de zaak in een helder daglicht kan stellen. Hierna verklaarde minister Jaspar uit naam van de regeering, dat. haar houdmg in deze kwestie absoluut zuiver was. De mi nister zette uiteen boe de regeering er toe kwam het parket te verzoeken een onder zoek in te stellen. Ongetwijfeld, zegt hij, heeft het parket den minister van justitie op de hoogte gehouden en aan de regeering ge vraagd welke haar instructies waren. Doch dat was zeer natuurlijk, aangezien het on derzoek plaats gehad heeft op het verzoek van de regeering zelf. Het parket heeft ech ter in alle onafhankelijkheid gehandeld. Dit is zeer belangrijk, daar men in het bui tenland trots onze protesten nog steeds blijft twijfelen. Eenige uitroepen van den communist van Overstraeten o.m.: „Uw magistratuur is rot", iokten een heftig incident uit tusschen hem en den voorzitter van de Kamer en minister Jaspar. Jaspar, voortgaande, betoogde dat de goede trouw der regeering niet in twijfel kan worden getrokken. Was zij het niet., die het openen van bet- onderzoek vroeg? Het gaat ook niet op, te bewereu dat Frank Heine be schermd wordt door de hooge magistraten. Pierard: Men was bang voor zijn onthul lingen. Jaspar: Het is valsch te beweren, dat dit individu beschermd werd en op bevel van het uitvoerend gezag in vrijheid werd ge steld. (Tumult). Zekere ambtenaren van den militairen veiligheidsdienst kenden het valsche stuk. Zij hebben toegelaten dat Frank er zich van bediende. Aldus hebben zij ongetwijfeld een fout bedreven. Toen ons dit bekend werd, hebben wij toch het rechter lijk onderzoek aangevraagd teneinde het volle licht in deze zaak te laten schijnen. Het is aan onze houding le danken, dat wij er in geslaagd zijn. t.e weten wat er ge beurd was en dat wij dan ook de daarbij be- hoorende maatregelen hebben kunnen over wegen, Ons treft, geen enkel verwijt. Buysmans: Geen enkel. Jaspar: de chef van den veiligheidsdienst is geschorst, hot zou evenwel een verkeerd iets zijn. geen contra-spionnagedieust meer te houden, daar alle andere landen een der- gelfiken dienst hebben. In Nederland is deze dienst trouwens nog veel belangrijker dan bij ons. Het besluit van minister Jaspar's rede was, dat de vreemdelingenpolitie moet worden verscherpt zonder het asylrecht in gevaar te brengen. De regeering heeft haar plicht gedaan." Een enkel idee zeide hij, onder het applaus der meerderheidspartijen, heeft ons in deze zaak geleid: het gevoel van onze waardig heid. Ik kan u verzekeren dat de regeering haar plicht ten volle heeft gedaan. Om te beletten, dat vreemdelingen in ons land onszelf nadeel berokkenen, zullen wij een wetsontwerp op de vreemdelingen in dienen. Daarbij is geen sprake van politieke veeten; ook aan het asylrecht zullen wij niet raken. Maar wij willen beschermd zijn tegen buitenlandsche misdadigers. Wij hebben den procureuren des konings om advies ge vraagd over de toepassing der bestaande wetten op de spionnage. omdat wij in elk opzicht volkomen klaarheid wenschen. Ik meen, zoo besloot Jaspar, te mogen getuigen, dat. de regeering de waardigheid en de natio nale souverelniteit in al deze zaken heeft hooggehouden .(Toejuichingen van Katholie ken en liberalen). De socialistische leider Vandervelde ver klaarde vervolgens het met. Jaspar op vele punten eens te zijn. In de eerste plaats over de valschheid van het Utrechtsche stuk. De regeering heeft eerlijk gehandeld door het gerecht"een onderzoek te laten instellen, dat leidde tot de arrestatie van Frank, maar ver volgens is er geen recht gedaan. Het parket heeft zonder het besluit van de Kamer van in beschuldiging stelling af të wachten, Frank weer in vrijheid gesteld. Vooral waar het steunde op het feit, dat de falsaris gehandeld had in afspraak met ze kere ambtenaren van den veiligheidsdienst. Vandervelde stelde vervolgens de vraag of het waar was dat Frank van het tweede bu reau een maandelijksche vergoeding kreeg van 800 frank, wat door Jaspar en de Brocqueville echter beslist werd tegengespro ken. Huysmans: Kreeg hij niet 5000 franks in eens? Op deze vraag kwam geen antwoord van de regeeringsbanken, evenmin als er een ant woord kwam op een tweede vraag van Van dervelde, betreffende het feit, dat Frank zich met medeweten van 't tweede bureau naar Keulen zou hebben begeven om er zich in verbinding te stellen met den Duitschen spion Hauser. Deze zaak, zeide Vandervelde, heeft veel gemeen met een oude politieke zaak van den provocator-agenl Pourbaix waarvan de so cialisten indertijd het slachtoffer geworden zijn. Hier moeten niet alleen ondergeschikten worden gestraft maar alle schuldigen moe ten worden getroffen wil men de goede faam van het land behouden. Warm pleidooi voor Hermans. De Vlaamsch-nationale afgevaardigde Her man Vos, na Vandervelde aan het woord komende, zeide dat hier niet gesproken'dient te worden van de vervalsching van Utrecht, maar wel van de vervalsching van Brussel. Deze vervalsching is immers hier gebeurd, zeide hij, en de regeering zal toegeven dat haar ambtenaren er de hand in hadden. Het procédé dat hier is gebruikt komt neer op een eerlooze schurkenstreek en de mede plichtigen waren ambtenaren van den Bel gischen staat. Spr. herinnerde aan de weige ring van minister Jaspar in 1924 om een on derzoek in te stellen omtrent zekere provo caties van den Belgischen veiligheidsdienst in het bezette Duitschland. Ook ditmaal staan wij voor een zaak van denzelfden aard. Alles wat toch met deze incidenten verband houdt laat doorschemeren dat er een com plot was en er duistere inzichten waren te gen de Vlaamsch-nationale gedachte. Het procédé dat hier nagestreefd is, is dat der provocatie. Nu is het zonderling, dat een man als Frank Heine waarvan iedereen, die een beetje doorzicht had, wist dat hij een provo- cator was, door de regeering werd gebruikt en betaald. Spr. haalde vervolgens eenige staaltjes aan van de oneerlijkheid van Heine. Huysmans; Maar hoe komt het dan, daf Ward Hermans er in geloopen is? Hebt u het interview in de Nieuwe Rotterdamsche Courant niet gelezen? Nooit petwijf eld aan zijn (Hermans') goede bedoelingen." Vos: Ik zal u straks antwoorden. Het on derzoek zal zich moeten uitstrekken tot som mige Belgische bladen, als Le Soir, die het beruchte interview van Frank publiceerden en tevens tot de praktijken van den veilig heidsdienst niet alleen, maar ook van de Brusselsche pers. Hoe komt het dan dat Ward Hermans, die in dit geval, zeide Vos. door mijzelf gewaarschuwd werd tegen Heine, ook omdat hij diens oneerlijkheid tastbaar bad kunnen vaststellen. toch hcefi. gehandeld ooals bekend is? Ik heb vaak overhoop ge legen met Ward Hermans, maar ik heb nooit getwijfeld aan de zuiverheid van zijn bodoe- Ungen. Na het onderhoud dat ik en mijn vriend de Clercq gisteren in den Haag vijf uur lang met hem gehad hebben, beir ik er meer dan ooit van overtuigd. Huysmans zet een ongeloovig gezicht, waar op de Vlaamsch-nationale afgevaardigde Debacker hem toeroept: U gelooft natuurlijk niet aan de eerlijkheid van Ward Hermans, omdat u alleen onder de socialisten aan den kant der regeering staat. Vos: tusschen Hermans en mij was een ver schil van temperament en ongetwijfeld ook een verschil aan critischen zin. Voor enkele dagen stelde hij mij een lang stuk ter hand. dat vrij uitvoerig en overtuigend is voor zijn psychologisch geval. Ward Hermans vertelt in dit stuk dat hij wist dat Frank Heine betrekking bad met hoog geplaatste Belgen. Hij deelde ook de lijst van de aandeelhouders mede van de annexionistische Action na tionale, in welke lijst ook de namen van leden van het Belgische hof vermeld stonden. Verder deelde Frank Heine aan Ward Hermans mee, dat er een actie op touw ge zet werd tegen de Vlaamsche nationalisten naar aanleiding van de verkiezingen, die in 1920 moesten worden gehouden, welke mede- deelingen hij gekregen had van den chef van den veiligheidsdienst, met wien hij be vriend was. In het najaar van 1928 over handigde Frank Heine aan Ward Hermans bij een bezoek ten huize van den eersten een s'uk van zestien pagina's voorzien van den drogen stempel van den Belgischen generalen staf. Aan de echtheid van dit tweede document kan Ward Hermans tot heden nog niet twijfelen. Zijn bedoeling was de documenten, waarover Frank Heme be schikte, in handen te krijgen om het mili tarisme te bestrijden. Op een vraag door Hermans aan Frank gesteld betreffende de herkomst van het stuk. verklaarde deze een zeer vertrouwd vriend te zijn van een gene raal, die zelfs zijn irawelijksgetuige was en hem de documenten voor eenige dagen ter inlage had gegeven. Ward Hermans zag ook nog een brief van de weduwe van geiieraal Mahieu, waarin Heine een trouw vriend van dezen generaal werd geheeten en meegedeeld werd dat de gestorvene nog andere papieren had achter gelaten, evenals mémoires, die bestemd waren om door Frank Heine te worden bewerkt. Huysmans: Mahieu was een zeer naif man, ik lieb hem dertig jaren lang gekend. t>Schurkachtige verga ringen van Heine." Vos: voor ons was de kwestie, te weten of de inzichten van Ward Hermans zuiver waren. Bii de bespreking, die wij gis;eren met hem hadden en die zooals ik reeds zeide, vijf uur lang duurde, hebben wij hem vele vragen en strikvragen gesteld, maar Ward Hermans heeft ons steeds onder cede ver zekerd, dal- hij niet het minste geld heeft ontvangen. In do keuze tusschen den eed van Hermans en de schurkachtige verklaring van Frank Heine kan voor ons geen twijfel be staan. Publicatie was gewenscht" Geld heeft Ward Hermans niet gekregen en afgescheiden van de politieke problemen, gaat hij zedelijk voor ons vrij uit. Twee vragen kunnen hier nu worden gesteld: óf wel waren de documenten echt, óf wel waren zij valsch.Indien zij echt zijn. dan moesten zoo als Vandervelde het reeds vroeger gezegd heeft, de leden der regeering, die zich tot dergelijke transacties leenden, worden ver volgd. Zijn de documenten valsch dan houden wij het, met Léon Blum, die zegt, dat ook de pu blicatie van deze documenten gewenscht was en in ieder geval veel minder gevaarlijk is. dan de stille circulatie van dergelijke stuk ken. Indien wij kennis hadden gekregen van de Utrechtsche documenten, dan zouden wij ze in de Kamer hebben ter sprake gebracht. Waarom nu heeft de publicatie in Nederland plaats gehad? Het document kon niet worden verkregen zonder geld en zooals u weet heb ben de Vlaamsch-nationalisten er niet veel. Een politieke lout was het van Ward Her mans geen mededeeling te doen aan den lei der van de Vlaamsch-nationale partij van de documenten waarover hij beschikte. Geen vertrouwen in 't Belgische gerecht. Een andere vraag is nog. waarom keert Ward Hermans niet terug? Hierop kon wor den geantwoord, dat wij geen vertrouwen bebb enin bet procédé dat door het Belgische gerecht wordt gebruikt tegen Vlaamsche po litieke veroordeelden en verdachten. Spr. her innert- hierbij aan het geval van dr. de Beuckelare die tien dagen voor de verkiezing van 1921 werd gearresteerd, negen maanden T RF.LANCRMKSTE NIEUWS. Voor het belangrijkste nieuws verwijzen wij naai- het uitvoerige verslag van de Bel gische Kamerzitting, op deze pagina. De Congregatiewetten in de Fransche Kamer. PARIJS, 19 Maart (V. D.i De beraadsla- ging over de afzonderlijke congregatiewet ten begon in de Kamer in een atmosfeer van algemeene ontspanning, daar de radicaal- socialistische Kamerfractie besloten bad onder voorbehoud voor een deel der voor stellen te zijn. Onmiddellijk na het begin trok de socialistische afgevaardigde Frot zijn voorstel tot verdaging in om de regee ring gelegenheid te geven een verklaring af te leggen over de wetten. Paul Boncour gaf als voorzitter van de commissie voor buiten landsche zaken uitdrukking aan den wensch, dat de debatten waardig gevoerd mochten worden. Na een woordenwisseling tusschen Herriot en Briand over de historische rol, van den vroegeren minister-president Combes in de godsdienstkwestie bracht dc algemeene rap porteur Heraud rapport uit. Hij schetste de beteekenls van de Fransche buitenlandsche missies en liet de waarde uitkomen der reli gieuze missie-instellingen tegenover de lee- kenmissies, Terwijl de laatste slechts 10.000 leerlingen onderricht gaven hadden de reli gieuze missies 500.000 leerlingen, waarvan 300.000 in het Oosten en in Amerika, en .200.000 in Afrika. Italië steunt'zijn missies en ook Duitschland steunt zijn missionaris sen. Wanneer de Fransche missies verdwe nen zouden de andere zich ten kosten van de Fransche invloeden uitbreiden. In aan sluiting hierop gaf een deel derafgevaardig den uitdrukking aan de deels toestemmende deels afkeurende houding, tegenover dc con gregatie-artikelen. Dc socialist Frossard verdedigde de wetten van 1901 en 1904 tegenover het ont werp van den minister-president en ver klaarde onder levendigen bijval van zijn partijgenooten. dat beide wetten zoowel voor de ontwikelking van het socialisme als van de republiek noodzakelijk waren. Dc zitting werd hierop tot Woensdag verdaagd. lang in - voorarrest bleef, om tenslotte door den krijgsraad van Brabant te worden vrij gesproken. Maar. zegt Vos verder, er is meer d.m dat. Het zal van ons afhangen of Ward Hermans terugkeert voor den verkiezingsstrijd, daar over zullen wij in volle vrijheid oordéelen. Ik begrijp het plan van den Veiligheidsdienst volkomen. Dc persoon van Ward Hermans doet- hier niets ter zake. er was een complot om de Vlaamsch-natia**0 gedachte te tref fen. Alles is nu bedorven door de verkiezings atmosfeer. Vos besluit zijn rede met de ver zekering dat Ward Hermans het slachtoffer geworden is van een provocatie-agent in dienst van den Belgischen militairen veilig heidsdienst. Vervolgens werd een motie Ingediend door de sociaal-democraten Vandervelde, Fischer, en Huysmans luidende als volgt: De kamer acte nemend van de verklarin gen van de regeering en van haar besluiten de noodige sanctiemaatregelen te treffen, gaat over tot de agenda. De communist Jacquemotte lokt nog eenige incidenten uit en beweerde o.m. da:, alle le den der regeering. de personen die schuld hebben aan het valsche document kennen, waarop Jaspar uitriep: Neen, tienmaal neen, dit is alles onjuist. Nog andere vragen werden aan den minis ter gesteld, betreffende de geldelijke vergoe ding, die Frank Heine van 't tweede bureau van den militairen Veiligheidsdienst zou heb ben ontvangen. Hierop kwam echter geen antwoord van de regeeringsbanken. Het slotwoord van Jacquemotte was: Frank Heine was een beambte van den Belgischen militairen veiligheidsdienst, die het valsche stuk heeft gefabriceerd. Een laatste woord werd nog gezegd door Huysmans, die gedeeltelijk zijn te Amster dam en te Antwerpen gehouden rede her haalde en o.m. toegaf, dat de rede van het kamerlid Vos zijn opinie ten opzichte van Ward Hermans heeft bevestigd ten minste, zeide hij, indien de regeerIng over geen an dere gegevens betreffende Ward Hermans be schikt. Van de regeeringsbanken kwam hierop geen antwoord. Een tweede motie werd nog ingediend door den liberalen oud-minister Neujean eu den katholieken minister van staat Vandervij- vere. Deze motie luidde: De kamer acte nemend van de verkla ringen van de regeering gaat over tot de agenda. Hiei-over zal morgen worden gestemd. Omstreeks kwart voor zeven kon de ver gadering worden opge'.isven. langzamerhand nog slechts de misdaden van het regiem. Op de kritiek, die liern prikkelde, reageerde Primo dc Rivera onhandig. Hij meende met strengheid de ontevredenen baas te kunnen worden en toen hij niet slaagde nam hij tot verklikking zijn toe vlucht, niet meer om de betoogers te treffen, maar hen, die hij veronderstelde zijn tegen standers te zijn. Hij keert zich niet tegen de revolutionnairen, de anarchisten, de re publikeinen, maar tegen de conservatieven en de monarchisten. Hij brengt aldus orde en monarchie in gevaar. Zal hij, vraagt het Journal des Débat-s, op tijd zijn dwaling ontdekken? Hij heeft den Raad van den Volkenbond uitgenoodigd om zijn Juni-zitting te Madrid te houden. Dc Raad heeft de uitnoodiging aangenomen. Zal hij van wanordelijkheden getuige zijn? Het leger van journalisten, dat. met den Raad zal meekomen, zal niet door beleefdheden gepaaid, door uitstapjes geamuseerd worden. De journalisten zullen willen weten. Zal men trachten hen op te sluiten, hen met een net van politieke ambtenaren te omringen? Zal men beletten, dat de klachten tot aan de zaal van den Raad doordringen? De dictator heeft ongetwijfeld niet alle gevolgen van zijn uitnoodiging overdacht en er blijft hem niet veel tijd over om de zaak voor zich eu zijn land nog in het roine te brengen. De deskundigenconferentie. PARIJS, 19 Maart (V. D.) Heden hebben de commissies-Revelstokc en Perkins zitting ge houden. Ook in kleinere kringen worden de besprekingen inzake de Duitsche betalingen voortgezet. Zoo heeft Moreau gisteren over deze kwestie een onderhoud gehad met den voorzitter der conferentie, Owen Young. Dc eischen van Frankrijk, nl. de hun toekomen de bedragen onder alle omstandigheden vei lig te stellen, heeft geen gunstigen indruk op de Engelsche vertegenwoordigers ge maakt, zoodat de Fransehen zich thans heb ben te keeren tegen dc Duitsehers en geal lieerden beide. Men rekent, er echter van Duitsche zijde op. dat Dr. Schacht, die a.s. Donderdag naar Berlijn gaat. dc laagste vor deringen der geallieerden als dan te weten zal zijn gekomen. Gasoorlog buiten de wet. Duitsche begrooting 1928 aangenomen. BERLIJN. 19 Maart. (V. D.i In den Rijks dag werd heden de aanvullende begrooting over 1928 in tweede en derde instantie aan genomen. Nog eens Primo. Wij ontleenen aan dp N.R.Ct. een citaat, uit het Journal des Débats, dat wel geheel in overeenstemming is met de vorige uit eenzettingen: Het Journal des Débats, den toestand in Spanje besprekend, zegt. naar aanleiding van de jongste maatregelen door Primo de Rivera tegen de universiteiten genomen: Een onpartijdig beschouwer kan slechts twee gevolgtrekkingen maken: ói de toe stand in het land is.ernstig, óf de dictator geeft gehoor aan een bevlieging van ver dwaasdheid. MJsschien, zoo vervolgt het Journal des Dé bats, heeft generaal Primo de Rivera, zonder het eigenlijk te merken, uit een natuurlijke neiging toegegeven aan de zoetheid van de macht zonder meer te denken aan dc reor ganisatie van de Grondwet, die hij had be loofd. Van dat oogenbiik af, leek alles hem goed. Beter nog leek alles o.an hen, die van de dictatuur profiteerden. Het publick voelde De commissie voor buitenlandsche zaken uit den Rijksdag heeft onder leiding van Scheidemann (soc.i het wetsontwerp i,ot. ra tificatie van het protocol van Geneve om den gasoorlog te verbieden, behandeld. Staatssecretaris von Schubert wees e.r op. dat. reeds op 17 Juni 1925 door 38 staten het. protocol onderteekend; tol. nu toe hebben 8 landen het. geratificeerd, o.a. België. Frank rijk. Italië en de Sovjet-Unie. Het initiatief voor het protocol is van Duitschland uitge gaan, mede om het misverstand te ontze nuwen, dat Duitschland op het. gebied van den chemischen oorlog redenen zou hebben om iets te verbergen. De rijksregeering zou hel. zeer oo prijs stellen wanneer de ratificatie nog vóór do voorbereidende ontwapeningsconferentie kan geschieden om daarmede op een nieu wen stap van Duitschland in zake dc ontwa pening te kunnen wijzen. Daarbij komt dat de kwestie van maat regelen ter bescherming tegen den gasoor log einde April in een deskundigen-confe rentie te Rome behandeld zullen woeden Deze conferentie Is bljeengeroenen door h"t internationale Roode Kruis Comité. Ook met het oog op deze conferentie is he' gewenscht dar de ratificatie van het proto col vóór dien tijd geschied is. Na deze rede van den staatssecretaris volg de eenige gedachten wisseling, waarna do commissie het ontwen? heelt aansenomen. DE CONGREGATIEWETTEN BESPROKEN Kalme zitting. EEN OPINIE VAN HET „JOURN AL DES DéBATS" OVER PRIMO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9